NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
11
Zondag 6 Februari 1887,
10 centiemen per nummer.
41ste Jaar, N° 2126.
ARONNEMENTPRIJS
ANIVONCEIVPRIJS
Priesterlijke Jubilé
Z.H. den Paus Leo XIII.
Politiek overzicht.
Iet remplacement.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
tr. 3,2b voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen.
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutslraat,
N° 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands.
Ju*-vjJ'! ',v
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, tr. 1,00 Vonnissen op
3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdagavond. De onkosten der kwitantiën door de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Cnlqne Sunn
AELST, 5 FEBRUARI 1887.
VAN
4 LIJST.
Opbrengst der voorige lijsten. Fr. 168.00
Misgreep bij de melding der
gilt van M. P.-J. Permentier, te
Moorsel.
Opbrengst van eene partij bil
jartspel te Aalst.
De Geestelijkheid en eenige
Parochianen van Denderhautera
,00
6,41
50,00
Holland. De voorlezing van het ver
slag der afdeelingen over de grondwets
herziening (kiesrecht) werd jdijnsdag in
de Tweede Kamer der nederlandsche
Staien-Generaal voortgezet.
Uit het antwoord der regeering op het
verslag over de voorloopige regeling van
het kiesrecht, blijkt het volgende
De regeering is niet van gevoelen dat
eene grootere uitbreiding van het aantal
kiezers onmiddelijk wensehelijk is.
Eene vermeerdering tot veel meer dan
het dubbele cijfer denkt zij zeer belang
rijk; het is een zeer groote stap inde
richting van uitbreiding van het kies
recht, en het zou gevaarlijk wezen voor
het oogenblik verder te gaan.
Er zijn er die het kiesrecht willen toe
kennen aan alle werklieden, die eene
woonplaats bezitten en geregeld in de
behoeften van hun gezin kunnen voor
zien. Om hiertoe te komen zou men da
delijk hel algemeen stemrecht moeten
invoeren; met uitsluiting der behoeftigen,
die openbaren onderstand genieten, en
de vrouwen. Naar de overtuiging der
regeering moet hiervan geen spraak zijn.
De regeering bekent dat het aantal
kieziers, in verhouding der bevolking,
niet gelijkmatig over het heele land ver
deeld zal zijn. Dit komt hieruit voort dat
de huurprijzen in sommige streken veel
hooger zijn, dan in andere en er dus
aldaar batrekkelijk meer personen ten
volle in de vier eerste grondslagen der
personeele belasting worden geslagen.
De minister kan noetans in de herziening
der personeele belasting niet toestem
men.
De regeering verlaagt het kiesrecht
der kleine grondbezitters tot 10 gulden.
Zij kan het verlangen niet bevredigen,
dat zij, die nu het kiesrecht bezitten,
hetzelve niet behooren te verliezen.
Eene bepaling dat de kiezer zijn stem-
briefke persoonlijk ten bureele zou moe
ten invullen, acht het gouvernement niet
noodig. Zij ziet geen groot bezwaar in de
samenstelling der Provinciale Staten vol
gens verscbillige kiesstelsels gedurende
een tijdvak van slechts driejaren.
Het handhaven van het bestaande kies
stelsel voor de gemeenteraden levert
groote moeielijkheden op.
Oorlog of vrede. De mogelijkheid der
bijeenroeping van de afveerdiging in
buitengewone zitting heeft op de Beurs
te Weenen eene ware paniek teweeg
gebracht, en vervult weer elk met vrees
voor oorlog. Dit belet nogtans niet dat de
betrekkingen tusschen Rusland en Oos
tenrijk, naar men verzekert, van dag tot
dag verbeteren. Oostenrijk wil op elke
mogelijke gebeurtenis voorbereid zijn
ziedaar alles.
De Kölnische Zeituny zegt vlak af
Wie tegen het militaire wetsontwerp
van 't gouvernement is, verklaart zich
voor den afstand van Elzas-Lotharingen
of voor den oorlog.
In de diplomatieke kringen te Weenen
denkt men algemeen dat prins von Bis-
mark het behoud van den vrede recht
zinnig wil, doch dat hoogere militaire
invloed zijn vredelievepd plan dwars
boomt en dat de kanselier, hoe machtig
hij ook zij, zal moeten toegeven
Oostenrijk en Italië zijn op het punt
een offensief en defensief verbond met
elkander te sluiten.
Minister Depretis heeft in de italiaan-
sche Kamer een wetsontwerp ingediend
voor een buitengewoon krediet van 5
millioen lire.
Men denkt in de hooge diplomatieke
kringen te Londen dat Rusland met het
bijeenroepen der konferencie te Konstan-
tinopel enkel voor doel heeft tijd te win
nen, om zich te bereiden tot den oorlog,
die waarschijnlijk in het voorjaar zal uit
bersten. Volgens de Times gelooft men
te St-Petersburg niet, dat de konferèncie
eenige vrucht zal dragen.
De Standard logenstraft het gerucht
dat de engelsche regeering 50,000 man
van de eerste reserve klas onder de wa
pens zou roepen.
Europa doorworstelt een tijdstip van
onzekerheid, van angstvolle afwachting.
Al de volkeren wenschen het behoud van
den vrede, en nochtans, men hoort slechts
van oorlog spreken.
Zal de oorlog losbersten Wie zou op
ditoogenblik voor zijn ja of neen durven
instaan De mogendheden schijnen zelf
niet te weten, welke oplossing de heden-
daagsche toestand, die in alle geval zeer
gespannen is, zal bekomen. Zij schijnen
zelf niet te weten, wat zij willen of, ten
minste, zij durven niet zeggen wat zij
willen de eene schijnt bevreesd voor de
andere.
De duitsche drukpers onderscheidt zich
intusschen door liet afkondigen van oor
logsberichten. Hare bedreigingen tegen
over Frankrijk zijn onverdiend. In het
belang der duitsche kiezingen hitst zij
hartstochten aan, die men later moeilijk
(Nouvelle naar hel HoegdoUseh.)
-,<(o)»-
4. VERTROOSTING.
v Hierheen, schaapjes hierheen Spits, zorg
eens, dat er orde komt onder de kudde, dal zi]
in de rij blijven, en wat sneller loopen Spits,
Spits, schielijk Daar, onder de boomen wil
len wij OD8 redden. Het is hoog lijd
En terwijl de verstandige Spits onder een
luid geblaf de schapen bij elkander dreef en
vooruit joeg, snelde het jonge meisje met
haastige sprongen over het doorploegde klei-
land, naar de breede laan van groote linde-
boomen, welke het bouwland aan de overzij
begrensde.
Juist had zij den eersten boom bereikt, en
stond zij builen adem en hijgend van hel snelle
loopen, onder het groene looverdak tegen den
dikken stam te leunen, toen de regen met on
stuimig gekletter begon te vallen, en eene
geduchte donderbui de heerschende stille
afbrak.
Hoe schoon, boe prachtig mompelde het
jonge meisje, en zonder vrees staarde zij met
hare heldere bruine oogen op de groote, don
kere onweerswolk, welke juist op dit oogen
kan bedwingen. Jammer dat die laakbare
handelwijze zulken nadeeligen invloed op
de Beurs,op de handelsbeweging uitoefent.
Waarom laat men in Duitschland aan
de drukpers die uitdagende houding toe
Nu en dan breekt een woord, dat vrede
aankondigt, door al die,oorlogsberichten
en zulke aankondigingen verkwikken het
verontrust gemoed. Zoo verzekert de
Saint-James Gazette, dat prins van Bis-
mark deze week aan graaf Herbette, fran-
schegezant, de stellige verzekering heeft
gegeven van de vredelievende inzichten
van Duitschland ten opzichte van Frank
rijk.
Volgens de Neue Freie Pr esse zou M.
Tisza hebben verklaard, dat Oostenrijk
zich enkel op alle mogelijke gebeurtenis
sen voorbereidt. Het is mogelijk, zou
hij gezegd hebben, dat Rusland en Oos
tenrijk elkander verstaan, doch er is langs
twee kanten goeden wil noodig.
Van den goeden wil der mogendheden
hangt de toekomst van Europa af. Laat
ons dus wachten, zien en hopen.
De Standard van Londen deelt een
schrijven meê over de houding van En
geland, indien bij eenen oorlog tusschen
Duitschland en Frankrijk de onzijdigheid
van Belgie zou worden geschonden.
Men moet onderscheiden of men slechts
het recht van doortocht of wel de inlij
ving vraagt.
Zoo Duitschland en Frankrijk verkla
ren dat zij na den oorlog de onafhanke
lijkheid van Belgie zullen handhaven dan
is de gedragslijn door Engeland te volgen
daardoor zelfs aangewezen.
Engeland zal aan zijne verbintenissen
niet te kort blijven, maar het zou eene
dwaasheid wezen zich zonder noodzake
lijkheid in eenen bloedigen oorlog te
mengen.
Bulgarie. De bulgaarsche kwestie
blijft onopgelost. Men weet niet welken
kandidaat Rusland zal voorstellen. Frank
rijk en Italië sluiten zich in deze zaak bij
Duitschland, Oostenrijk en Rusland aan,
doch men weet niet wat Engeland zal
doen. Men zegt dat het regentschap is
afgetreden en dat er groote gebeurtenis
sen op handen zijn.
De Daily News ontvangt uit St Peters-
burg bericht, dat Bulgarie nieuwe moei
lijkheden opwerpt. Slambouloff gaf aan
de regenten den raad, de aangevangen
onderhandelingen af te breken.
De zaken in Bulgartê, ver van eene
oplossing te vinden, verwarren meer en
meer. De overheden hebben proklamatien
van M. Benderef en andere officiers in
beslag genomen, waarin de bevolking
wordt aangehitst tot het opnemen der
wapens tegen de regenten. Ruslad zal
u helpen zóó besluit de proklamatie. In
tegenstrijd met het berlijner traktaat,
heeft het regentschap de versterking van
Silistrie doen bevoorraden en in staat
blik door een nederschietenden bliksemstraal
gebroken werd.
Die is ergens ingeslagen, zegde zij, toen
op den bliksem een ratelende en dreunende
donderslag volgde God geve maar, dat geen
mensch of dier er door getroffen is
En bezorgd en met liefderijken blik vestigde
zij hare oogen op de schapen, die angstig en
bewegingloos, op éénen hoop dicht bij elkan
der stonden, de koppen bijeen slaken en zich
het een achter hel ander trachten teverbergen.
Vervolgens viel haar oog op den witten, ruigen
hond, die voor haar was gaan slaan en mei
zijne verstandige, vragende oogen baar aan
zag.
Spits, zegde zij glimlachend en hem toe-
knikond. Spits, gij hebt u goed van uwen
plicht gekweten. Gij zijl een goede kameraad,
en de beste vriend dien ik op de wereld heb.
Thans moogt gij hier gaan liggen en wat uil-
rusten, Spits,want wij zullen bier wel een paar
uren moeten wachten, tot de regen ophoudt.
Spits deed bij wijze van antwoord een zacht
gebrom hooren, en nadat hij vervolgens door
een luid en gebiedend geblaf, aan de sidderen
de sehupen verkondigd bad. dat hun gevrees
de en gestrenge gebieder zich in bunDC nabij
heid bevond, ging hij stil en knorrend aan de
voeten zijner meesteres liggen.
De regen viel nog altijd in dichte slroomeu
naar beneden, de donder rolde steeds aan den
hemel, de stormwind joeg huilend over het
uitgestrekte, kale bouwland, terwijl zich hier
van tegenweer gesteld. Dit feit zou erge
gevolgen kunnen hebben.
Generaal Anghelesco, minister van
oorlog in Rumenie, heeft in de Kamer
een krediet van 5 millioen frank gevraagd,
wegens aankoop van oorlogsmaterieel
voor het leger. Eene kommissie heeft die
aanvraag goedgekeurd.
Prins Alexander van Battenberg is met
zijn gevolg te Menton aangekomen.
Belangrijk is de nota over het rempla
cement, door den volksvertegenwoordi
ger. M. Eugeen Meeus, bij het verslag
der kommissie ingediend.
Heel te recht, zegt M. Meeus, dat het
eenige punt 't welk aan de beraadslaging
onderworpen wordt, in de kommissie,
is moet de plaatsvervanging afgeschaft
worden of niet.
Let wel op dat de voorstaanders van
den dienstplicht op verre na niet tot ak
koord zijn bij de toepassing.
Wijlen M. Gerrits was voor het vrij
willigersleger; M. Janssens insgelijks;
M. Frère wN de remplacanten behouden
en de dienstplicht invoeren met de re
serve; een groot getal hoofdofficiers ver-
stooten het stelsel van d'Oultreinont.
MM. Lammens, Couvreur, Coomans,
erschillen in de manier van toepassing.
De overeenstemming in deze zaak ligt
nog verre van ons.
2.
De verslaggever beweert dat het rem
placement een voorrecht is voor de for
tuin; de militaire dienst is, zegt hij, eene
openbare dienst vrij van alle geldkwestie.
Men komt van die valsche beoordee
ling terug, zegt M. Meeus; onze wetten
hebben reeds geldelijke verdiensten aan
den dienst toegestaan, en heel liet land
iieeft dit toegejuicht.
En waarom zou er voor den soldaat
geen geldelijk belang mogen zijn; maar
wel voor den onderofficier en den offi
cier
Het groote onrecht bestaat hierin dat
men den soldaat niet vergoedtmaar wel
de andere diensten aan den Staat be
wezen.
Hij, die voor den Staat werkt, moet
betaald worden.
Iedereen mag zich doen vervangen,
zegt menmaar iedereen heeft geen geld.
Maar dat is het geval met vele andere
oorrechten in het leven de eigendom
bijvoorbeeld is het voorrecht van den
eigenaar
Hel feit dat zekere personen niet die
nen, verandert niets aan de positie van
die welke dienen voor dezen is den
dienst daarom niet zwaarder of zijn de
gevaren niet grooter.
3.
M. Meeus denkt even als M. Pirmez dat
en d39r in den kleiachtigen bodem morsige
beekjes begonnen te vertoonen.
Het jonge meisje was onder haren boom
voor wind en wéér beveiligd de regen kon
door 't dichte, ondoordringbare looverdak niet
tot haar doordringend, en voor den wind be
schermde haar de dikke stam, togen welken
zij leunde. Met eene. soort van nieuwsgierig
genot liet zij baren blik zweven over het uil-
gestrekte landschap, en toen baar oog zich
naar de plaats wendde, waar iaën aan den
grauwen horizont, de torenspitsen en huizen
der stad ter nauwernood onderscbreiden kon
vertoonde zich een glimlach op haar jeugdig,
frisch gelaal.
Die daar ln de stad wonen,hebben het goed
sprak zij, zij zitten veilig in hunne huizen, en
wachten op hun gemak hel oogenblik af, dal
het onweêr voorbij is. Ja, ja, het moet heel
aardig zijn, zoo altijd in de kamer te kunnen
blijven, zich sierlijk op te tooien en maar
het zou mij toch niet bevallen, riep zij in eens
op zoo vroolijken en luiden loon uil, dat Spits
uit zijne lichte sluimering ontwaakte, en onder
een luid geblaf naar zijne meesteres opzag
Nietwaar, spits, vroeg zij lachend, zoo'n loven-
tje als dat van de voorname jonge dames in de
aanzienlijke stad Külhen zou ons geen van bei
den bevallen Wij zouden niet gaarne in die
donkere kamers zitten en voorzichtig door die
nauwe, morsige straten gaan, is het niet zoo
I Neen, neen, dat zou ons niet bevallen En al
I kuaneu de menschen in de stad zich er op be
de remplacanten en de vrijwilligers met
premie, in het leger slecht ontvangen
worden, en men hun daar het leven lastig
maakt.
Dat is deels de reden, als er sommigen
zich slecht gedragen.
Als men hun behandelde gelijk de an
dereu, zouden er zooveel klachten niet
zijn. Soldaten zijn gelijk de werklieden;
hun gedrag hangt dikwijls af van de han
delwijze des patroons.
Het is ook niet waar wat men zegt,
dat de verdediging des lands en der orde
aan de mindere klas ten deel valt de
burgerwacht, waaraan de weihebbers
moeten deelnemen, bewijst het tegendeel.
In hel leger dienen zelfs veel vrijwilli
gers, die lot den burgerstand behooren.
Om het leger beter te maken, zou men,
zegt M. Meeus, den vrijwilligen dienst
moeten bevoordeelen.
4.
M. Meeus komt tot hel besluittu dat
de uitdrukking van eenen vvensch ten
voordeele van den dienstplicht tot niets
leiden zal, aangezien de toepassing on
mogelijk is.
2° Dal de plaatsvervanging niet on-
rechtveerdig is en zeer voordeelig aan de
werkende klassen.
3° Dat de plaatsvervanging de nadee-
lige gevolgen niet heeft voor het leger,
welke men zegt, en als er misbruiken
zijn, dat men ze dan doe verdwijnen.
4° Dat men de lediggang moet verban
nen uit de kazerne, den soldaat goed be
handelen en het godsdienstig gevoel
aankweeken.
5° Dat men de vrijwilligers moet aan
moedigen en het jaarlijksche kontingent
verminderen.
5.
Maar zegt het rapport, een man die
betaald wordt, brengt liet leger in min
achting.
Sinds wanneer is een post of ambt
onteerend als het betaald wordt' Maar
alle posten en ambten worden betaald
Is het tegendeel .zeggen geen ongezou
ten klap vertellen
Heel opmerkelijk is het dat op de
4409 milicianen die zich doen remplacee-
ren, er 1324 zijn, dus 33 per honderd,
die toehooren tot de werkende klas, en
ten hoogste 40 fr. lasten betalen.
Meer dan dat, de andere 67 per hon
derd zijn verre van welhebbers te zijn.
En men telt voor niets dat alle jaar
2 1/2 millioen franks, voor die remplacan
ten, in den zak der behoeftige familiën
komen.
Maar het gevaar den soldatendienst?
Schoon gevaar de beambten van den
ijzerenweg zijn aan meer gevaren bloot
gestelde dan de soldaten en toch worden
de kleine plaatsen aldaar druk gezocht.
6.
De vrijheid van den mensch wordt
door de militaristen op weinig weerde
geschat.
roemen, dat zij met eenen voist op dezelfde
plaats wonen, wel, wat zou dat beteekenen
Wij wonen bier builen op het veld, met een
veel grooter beer, met den lieven God bij ons.
Hoort gij hem wel spreken, beste Spits Hoort
gij wel. boe Hij ons met de taal des donders
begroet
Zij bief haar gelaat ten hemel, en met een
kushand riep zij goeden dag, lieve God,
goeden dag Ik dank 11 hartelijk voor uwe
minzame begroeting ik dank u hartelijk voor
mijne schapen, wier huid Gij reinigt, en voor
iederen boom, voor iedere bloem, wier dorsi
gij lescht met het water uil uwe wolken. Alles
heeft zoo lang dorst gehad en zoo lang smach
tend uitgezien naar verkwikking, en nu geeft
Gij die, lieve God, nu geeft gij ons allen ver
kwikking 1 Ik wil ook drinken, drinken van uw
hemelschen drank
Zij wierp haar hoofdje achterover en hare
rooskleurige lippen openende, ving zij de eer
ste groote regendroppen op, welke zich juist
op dit oogenblik een weg hadden weteD te
banen door het dichte, gebladerte.
Weldra echter werden deze eerste droppen
door meerdere en grootere gevolgd de regen
drong door het beschermde looverdak heeD
en overstroomde hel meisje met zijne stra
len
Zij lachte er om, haalde baar dun, verscho
ten katoenen bovenrokje omhoog en trok dat
zich over het hoofd, bijwijze van een hoofd
kapje,dat alleen haar rond en frisch g6laai vrij
liet. De wind deed haar hoogrooden wollen
rok wapperen als een vlag, zoodal hare blau
we kousen en groote holleblokken zichtbaar
werden, en dreef haar den stofregen vlak in
T gezicht.
Maar Katrieo lachte er om, en schudde de
regendroppen van haren neus. Ik moet nu
maardenken dat ik tot mijne schapen behoor,
en dat de lieve God mij ook de huid wasscheu
wil, zegde zij blij te moede En wat ben ik bij
slot van rekening ook al meer dan een schaap,
een schaap onder de menschen Bè, bè,
lieve God, heb toch medelijden met mijIk
ben maar een arm, verdoold lam Bè, bè,
bè
En mei vroolijke dartelheid begon Kalrien
nu met de vreemdste en meest onderscheiden
stembuigingen bel geblaat der schapen na te
bootsen, zoo misleidend en natuurlijk, dal de
schapen vol nieuwsgierigheid de koppen
omhoog hieven, op droefgeöstigen toon haar
antwoordden, en omzagen naar het hun ver-
wacte schepsel, dat hen in hunne taal had
begroet.
Toen Kalrien dat zag, begon zij nog luider te
lachen, maar Spits sprong overeind,en gebood
mei een luid geblaf de schapen, dat zij zich
zouden rustig houden en zwijgen. Zij brachten
hunne koppen weer bij elkander cn, lieten den
regen geduldig op zich nederdruppelen en
luisterden sidderend naar het rollen van den
donder.
Wordt voorkomt.