NIEUWS- El AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. Donderdag 10 Februari 1887, 10 centiemen per nummer, 41sle Jaar, N0 2127. Vrede of oorlog. Verslag-Woeste, DE DENDERBODE. ARONlMEMENTPRIJS Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars Ir. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijft in bij C,. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, vkange-Zoutstraat, N° 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands. ANNONCEIVPRIJS Per drukregel, Gewone 15 centiemen Pieklamen, tr. 1,00 Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdagavond.De onkosten der kwilantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. 4'ulqne Suum AELST, 9 FEBRUARI 1887. Politiek overzicht. Z. de Paus en het centrum van den duitsclien Rijksdag. Kardinaal Jacobini heeft inderdaad, den 21 januari leslleden, eenen brief geschreven aan Mgr Di-Pie- tro, pauselijke nuncius te Muncheo, in antwoord op eenen brief van den baron van Frankenstein, over de houding der centrum-pari ij in hel vraagstuk van het septenaat. Ziehier de hoofdzakelijke in houd van dit gewichtig schrift De briefschrijver verlangt te weten of de H Stoel het niet meer noodig oor deelt, dat de centrum-partij in den Rijks dag besta. In dit geval zou de baron en de meerderheid zijner kollega's ervan afzien de vernieuwing van hun mandaat le vragen. Gij zult beginnen, Mgr, met aan den baron van Frankenstein de verzekering te geven dat de H. Stoel niet ophoudt de diensten te erkennen, welke het centrum en zijne aanleiders, door het verdedigen der katholieke zaak, hebben bewezen. Zeg hem, namens den H. Vader, dat de taak welke den katholieken door de omstandigheden werd opgelegd, nog niet als geëindigd mag worden aanzien. Wat de katholieken van den Rijksdag tegenwoordig bovenal moeten betrachten, is de volledige afschaffing der mei wetten; zij moeten den waren zin der nieuwe kerkelijke wetten verdedigen en er de toepassing van bewaken. Men heelt altijd aan het centrum, in zoover zij eene politieke partij is, volle dige vrijheid van handeling gegeven. Wanneer het uogtans de belangen geldt der Kerk, is het onmogelijk aan het cen trum toe te laten deze tejverdedigen door middelen, welke uit haar eigene ingeving- voortkomen. Indien de H. Vader het noodig heeft geoordeeld, zijne wenschen betrekkelijk het septenaat te doen kennen, dan is het, omdat dit vraagstuk verbonden is aan andere, die een godsdienstig en zedelijk belang hebben!. Ware het gouvernement voldaan ge weest over de houding van het centrum in zake van het septenaat, dan mocht men hopen dat het gouvernement de volledige en bepaalde herziening der meiwetten in allen ernst in aanmerking zou hebben ge nomen. De H. Stoel zou vervolgens, door de tusschenkomst van het centrum, tot het behoud van den vrede hebben meege werkt. Hij zou op die wijze het gouverne ment grootelijks hebben verplicht en hel hebben overgehaald tot gunstige en wel willende gevoelens ten opzichte der ka tholieken. Met zijne raadgevingen betrekkelijk bet vraagstuk van het septenaat te ver- leenen, heeft de H. Vader ten slotte eene Uil (iliouvellc naar hel lloogdnilsch.) -«(o)»- I* Vervolg. Gottlieb Hiller, riep zij met vuur, dat was geen spotten, maar 't was ernst. En waarom zoudt gij hel voor spot houden, daar hel tocb waarheid is Gij zijl voornamer dan wij allen, die in de voorstad wonen, want gij zijl uw eigen meester, niemands dienaar gij arbeidt niet voor vreemden, maar voor uw zelve en voor uwe ouders gij zijt geleerder dan wij allen, want gij kunt niet alleen lezen en schrij ven, maar gij kunt ook uwo aandacht schenken aan alle zaken, welke in de boeken le lezen slaan,en gij kunt u zelve daarmede zoo schoon bezig houden. Onlangs heb ik slaan luisteren, Gottliep Hiller, ik moet hel u maar belijdeu onlangs heb ik staan luisteren, toen gij bier uwe leemslecnen stond te maken en met u zelve spraakt lk hoedde toen de schapen hier, dicht bij u, op den sladsakker, en mijne stroo- hut stond met verre van uwo steenbakkerij. Ik was in mijne hut gegaan, omdat bel in de zon zoo brandend beet was, en daar kwaamt gij aan, om uwe steenen om le keeren, en toen boorde ik u sproken. Eerst wilde ik naar bui len komen en zeggen Gottlieb Hiller, zoo gij geheimen hebt, spreek ze niet uit, waal ik ben nieuwe gelegenheid willen te baat nemen, om aan keizer Wilhelm en aan prins von Bismark aangenaam te wezen. Deze hou ding kan niets anders dan de toekomende belangen van het opperhoofd der Kerk, die ook degene vanal de katholieken zijn, verbeteren. Al deze beschouwingen, die in het denkbeeld van Z. H. den Paus, op de zedelijke en godsdienstige vraagstukken kunnen toegepast worden, zijn insgelijks verbonden aan het vraagstuk van het sep tenaat, en daarom heeft de H. Vader hierover zijne zienswijze aan het cen trum doen kennen. Gelief dezen brief aan den baron van Frankenstein meê te deelen. opdat deze er kennis van geve aan al de leden van het centrum in den duitsclien Rijksdag.» Z. H. de Paus en M. Windthorst. Zondag 11. had te Keulen eene groote vergadering van de centrumpartij plaats. M. Windthorst voerde er het woord Z H. de Paus, zegde hij, had inder daad den wensch uitgedrukt dat het cen trum het septenaat zou stemmen. Ware het mogelijk geweest zich naar dit verlangen te schikken, voorzeker zou 't centrum het hebben gedaan, doch men kan niemand tot het onmogelijke ver plichten, en Z. H de Paus zal de houding zijner getrouwe kinderen niet afkeuren, wanneer hij grondig de oorzaak onder zoekt, welke hunne gedragslijn regelt. De leden der centrum-partij in de vergadering tegenwoordig, hebben bij eenparigheid van stemmen een besluit aangenomen, waardoor zij van den eenen kant de diensten erkennen, welke het centrum en zijne aanleiders aan de ka tholieke zaak hebben bewezen,en van een anderen kant, de houding goedkeuren van de vertegenwoordigers dezer partij in de leste zitting van het parlement. Zij doen een krachtigen oproep tot de kiezers, opdat deze de kandidaten der centrumpartij herkiezen, of anderen, die met dezelfde denkwijze aangaande het septenaat zijn bezield. De pruisische ministérs van eerediens ten en van binnenlandsche zaken hebben eenen omzendbrief naar de aiilblenaars van hunne departementen gezonden, die ten doel heeft de aanveerding van nieuwe leden in de geestelijke orders te verge makkelijken. Krachlens de wet van 31 mei 1875 mocht niemand in een geeste lijk order worden aangenomen of ver plaatst, zonder de toestemming der mi nisters. Die machtiging wordt voortaan niet meer vereischt. Wat wij hier verder meêdeelen onder den titel van Geen oorlog, maar vrede, schijnt nu het ordewoord van Europa te wezen. De oorlogsberichten der verle- hier, en kan alles hooren, wat gij zegt maar ik bleef luisteren Wat gij zeidel, klonk zoo schoon en zoo goed. dal bet mij daarbij heel wonderlijk te moede werd, en de tranen mij in de oogen kwamen, zonder dat ik zelf wist waarom. Het waren verzen, die gij opzegdet, en die liadl gij zeker in een boek gelezen, waarin gij de vorige dagen ieverig gestudeerd hadtgij zegdet die verzen zoo schoon op, dat het een lust was, naar u le hooren Neen, Katrien, zegde Gottlieb glimla chend,die verzen bad ik niet in een boek gele zen. Niet vroeg zij verwonderd. Hoe kendet gij ze dan Ik kende ze uil mij zelve. Uit u zeiven Maar dal is immers niet mogelijk, Gottlieb hoe zou men zoo iets uit zicbzclve kunnen kennen Daarvan kan ik u waarlijk gcene verkla ring geven, Katrien, want ik weel zelf niet,boe dal in zijn werk gaat Maar het is toch de waarheid. Wanneer ik iets zie, dal mij ter har te gaal, mij treft en verblijdt of mij ergert en bedroeft, dan is het mij op eens, alsof daar eene vlam in mijn hoofd en in mijn hart lege- lijk wordt aangestoken, en die vlam brandt en gloeit dan zoo in mij. dal ik den mond moet openen, om het vuur er uit le laten stroomen, en dal vuur verandert zich opeens in woorden welke ik niet overdacht beb, maar welke mij zelve onbewust over de lippen vloeien. En terwijl gevoel ik mij altijd zoo gelukkig, zoo blijde, zoo vol geestdrift, dal ik alles om mij heen met het oog van eenen verheerlijkte zie, en dal ik meen, God en de scboone wereld, dene week vinden geen weèrklank meer bij liet volk, dat de toekomst met een kalmer, geruster oog inziet. De toestand is niet meer zoodanig gespannen- Het duitsch gouvernement schijnt ver zekerd dat het in den nieuwen Rijksdag eene meerderheid zal hebben, die zijn septenaat zal stemmen. De hoop op vrede vermeerdert hierdoor. Men beweert dat het manifest, welk keizer Wilhelm voornemens was tot het duitsche volk te richten niet zal worden afgekondigd. De kroonprins, zegt men, verzet er zich tegen. M. Decrais, gezant van Frankrijk, heeft een onderhoud gehad met prins von Reuss, gezant van Duitschland te Wee- nen. Deze leste heeft hem de stelligste verzekering gegeven over de vredelie vende inzichten van Duitschland. Wij bemerken dijnsdag slechts een enkel zwart puntje aan den europeeschen hemel Volgens de berlijner Politische Nachrichten, heeft generaal von Moltke aan de konservatieve kiezings-deputatie verklaard, dal de toestand zeer erstig is, en dit blad toegelaten zijn gezegde open baar le maken. Kiesreklaam, zeggen wij, anders niets. Frankrijk. De bespreking der alge- meene begrooting van ontvangsten werd maandag namiddag, zonder incident, in de fransche Kamer voortgezet. In den Senaat werd een wetsontwerp gestemd ter beteugeling van bet bedrog in den verkoop van boter, en ging men vervolgens over lot de tweede bespreking der wel op de nationaliteit. De rechterzij der Kamer heeft besloten het krediet van 86 millioen voor de wa pening van het leger toe te staan. Zij zal nogtans op het oogenblik der stemming eene verklaring aan de nationale tribuun afleggen. Oostenrijk. M. Maulliuer heeft zater dag bet gouvernement in de oostenrijk- sche Kamer vau afgeveerdigden geïnter pelleerd over den toestand in het Buiten land. M. Ziemilkalkowski, minister zon der portefeuille, heeft verklaard dat de betrekkingen van Oostenrijk met de vreemde mogendheden zeer voldoende zijn en dat niets in de lestedagen die goe de betrekkingen is komen stooren. v Niet tegenstaande de onzekerheid en de ge wichtigheid van den algemeenen politie- ken toestand in Europa, zegde de minis ter, beeft het gouvernement de vaste overtuiging dat de vrede zal behouden worden. Bij de voortzetting der beraadslaging in het engelsch Lagerhuis, verklaarde M Parnell, dat dwangmiddelen altijd nog strenger maatregelen voor gevolg hebben, die ten slotte een russisch ka- welke Hij geschapen heeft, in alle talen en tongvallen ie kunnon loven en prijzen. Hoor eens, Gotilieb Hiller, dal verzen maken hebt gij niet van denlievenGod geloerd, maar uil bet boek, waarin gij veel gelezen oi gestudeerd hebt. Neen, Katrien, hernam bij lachend, uit dat boek heb ik 't niet geleerd, want daarin slaan geen verzen Niet Wal is dal dan voor een boek Dat is eene Latijusche spraakkunst, Katrien Eene Latijnsche spraakkunst 0, dan hebt gij zeker daaruit geleerd, hoe men leem- steenen maken en duivennesten vlechten moet, niet waar Neen. Katrien, van dat alles staat er niets in mijne Latijnsche spraakkunst, lk leor daar uit alleen, hoe men onze Duitsche woorden in Latijn vertalen moei, en hoe men, wal men in 'l Duitsch zegt, in 'l Latijn zeggen moet. Maar wat gaat u dat aan, Gottlieb Hiller vroeg Katrien met de grooisle verwondering Is hel niet genoeg, dal gij de kunst verstaal, uwe woorden op zulk eene schoone wijze bijeen te voegen, dat hel een lust is naar u te luisteren, en dal ten ander daarover verrukt is Wat gaat liet ii aan. hoe incn Duitsche woorden in 't Latijn moet vertalen Ja, sprak Gottlieb Hiller met eenen zucht, daarin hebt gij wel gelijk, wat gaat mij dat aan Ik moest die boeken allen ver wegsmij ten,en mij in 't geheel niet meer er om bekom meren. lk moest bet zelfs niet beproeven, iels te leeren en mijne onwetendheid le boven te komen. Hel zou voor mij waarlijk bat beste rakter dragen. Zelfbestuur is het eenige middel om Ierland te vreden te stellen. Staat men dit toe, dan zal de Ier toonen dat hij niet ongehoorzaam is aan de wet ten. M. Holnes zegde dat de eenige oor zaak van de iersche onlusten, gelegen is in den veldtocht door Parnell's partijgan gers begonnen. De regeering moet de Home-Rule bestrijden en de wetten lot handhaving der orde stipt uitvoeren. De beraadslaging werd hierop ver daagd. Wij lezen in de bezondere correspon dentie van 't Handelsblad Het vraagpunt van den vrede of den oorlog, werdt nog altijd levendig gehou den in de diplomatische, militaire en tinancieele kringen. De partijgangers van den dienstplicht hebben natuurlijk, de onzekerhe den, die op den toestand drukken, doen gelden. Zoekt nergens anders den oorsprong der onrustbarende geruchten, die wer den rondgestrooid over de gevaren, waaraan onze nationale onafhankelijk heid werd blootgesteld. Zoo als gij het zeer goed gezegd hebt, spelen hier onze militaristen, en vooral onze officieren, in het klein, den rol van Bismark in Duitschland. Zij steken het spook van den oorlog op, om door schrik te bekomen, wat de koude redeneering hun zou weigeren. lk kan u nochtans verzekeren dat er bij ons gouvernement geen enkelen slap is gedaan, om dit aan te zetten tol het nemen van maatregels, ten einde zijne onzijdigheid te verdedigen. Het is zeker dat als wij in 't oog onzer vrienden van het buitenland, eenige voor zorgen te nemen haddeneen dezer vrienden ons zou hebben verwittigd namelijk Engeland. Welnu, geen enkele opmerking, ik zeg geen enkele werd ons gedaannoch door haar, noch door eene andere mogend heid. Integendeel, in de gesprekken tusschen de diplomalen gewisseld, verwondert men zich soms dat liet Journal de Bruxel- les zooveel zwarte wolken aan onze nati- onalen hemel schildert. Dit blad schijnt te willen doen gelooven dat wij, in geval van oorlog, veel op ons eigen, en heel weinig op de mogendheden moeten hopenzij, die nochtans onze onzijdigheid hebben gewaarborgd. Die houding van het Journal zou doen denken dat ons gouvernement ten prooi is aan hetzelfde wantrouwen als zijne redactie, en dat het de traktaten, die onze rechten en internationale plichten be- zijn, dat ik deed gelijk gij allen, dat is zes dagen vai. de week in het zweet mijn aan- schijns arbeidde en den zevenden dag mij uit strekte op de bank, om mijne stijve ledematen te doen ruiten, om niets te denken, te voelen of te willen, om alleen maar le rusten, en daar door Krachten in te zamelen, ten einde weder om zes dagen le kunnen arbeiden, en dan weêr vermoeid en dof één dag te kunnen uitrusten, lk ben immers tol niets anders gedoemd, dan om mij door harden od nederigen arbeid voor den hongerdood te vrijwaren ik ben immers arm, en de armoede maakt mij tot eenen slaaf der domheid 1 Spreek niet zoo, Gottlieb Hiller, riep zij ietwat verstoord uit. Gij zijl Diemauds slaaf, maar een vrij man en uw eigen meestergij kunt doen en laten, wat gij verkiest Ik kan doen en laten, wal ik verkies, her baalde hij met een bitleren glimlach, maar ik zal van honger sterven, zoo ik niet van den morgen tol den avond arbeid, zoo ik niet dag aan dag, uur aan uur mijne armen, handen en voeten inspan, om daardoor zooveel le verkrij gen, dat ik mijne maag tot zwijgen brengen en haar bel voedsel geven kan, dal zij van noode heeft, en waarnaar zij verlangt, Ach, Katrien, wat is de mensch toch. een ellendig schepsel Hij leeft, alleen om te eten bij arbeidt en kwelt zicbzelve, alleen om te eten hij kan alleen genot vao zijn leven hebben, wanneer hij iets heefi om le eten, en bij moet daartoe zichzelvc meer kwelling aandoen, dan eenig dier. En toch leeft het dier, alleen om tc eten, en heeft hel verder niets uit te voeren, behalve hel leven le genieten en te eten. krachtigen, niets ander zijn dan papieren voddekens.... Welnu, dat is niet zoo. Zoo dikwijls als onze ministers hier omtrent ondervraagd werden, hebben zij verklaard dat bet Journal de Bruxelles geen recht had om te spreken gelijk het deed. pat blad drukt zijne persoonlijke denk wijze uit, en hierin is het zeer dikwijls verschillend met die van hel gouvernement. Be Journal de Bruxelles kondigt den beknopten inhoud af van hel verslag dat M. Woeste heeft voorgedragen namens de middensektie, die het ontwerp van M. d'Oultremont op den persoonlijken dienstplicht heeft verworpen. Wij zeggen met hel Handelsblad, dat het moeielijk is in eenige regelen een juist denkbeeld te geven. Het is dan ook slechts ten titel van inlichting, dat wij de ontle ding van Le Journal de Bruxelles,op som mige punten door onze Antwerpsche Confrater gewijzigd, overnemen Het begin van het verslag loont aan dal de Kamers lot iu IMG altijd den peisooulijken dienstplicht verworpen haduen MM. Chazal en Guiliuume waren van oordeel dal het land zich met het tegenwoordig stelsel k.ia verdedigen cn dat ons legei goed is. Het heelt het onlangs, tijdens de werkstakingen, door zijne krachtdadige houding nog getoond. Langs dien kant beschouwd, bestaat er dus geen gevaar bel tegenwoordig aanwervings stelsel te behouden, zooals men hei beweert. De afschaffing der plaatsvervanging zou de inwendige veiligheid van hel land uiel verbe teren. De nieuwe elementen, die men door den persoonlijken dienstplicht in het leger zou brengen, zouden niet min dan andere blootge steld zijn aan der, invloed der socialisten en geen onfeilbare versiorking zijn de militaaire tucht. Hel waren geen remplacanten, maar milici- aneo, zegt de verslaggever, die na de onlusten van meert wegens oproerige kreten un weer spannigheid werden veroordeeld. Het verslag bespreekt vervolgens al de stel sels die men heefi vooruilgezel, datgene van M. Frère, van M Vander Smissen, M.Nothomb, van M. d'Ouilremout. Men ziel het zoovoel personen zooveel stelsel. Het vraagstuk is zoo danig ingewikkeld dat het verslag van de sektie der werkkommissie eene bekentenis van onmacht is, vermits de opsteller er zelf niet toe is gekomen, even als de andere verslag gevers, een wetsontwerp op le maken. M. Woeste, terugkomende op de tegenwoor dige duitsche en fransche legerinrichiinaen, zegt dat het weisontwerp d'Oullremonl vele min nanneemlijk is, dan de mililauo maatre gelen onlangs in Duitschland en Frankrijk ge nomen. - In Duitschland ncstaat de plaatsvervanging vermits een groot aantal personen vau den dienst worden vrijgesteld en dat dc vrijge stelde manschappen door andere worden ver vangen. Zij bestaal insgelijks in hei fransche stelsel. Het ontwerp d'Ouliremont is onvolledig, het beroept zich op latere wellen, ten einde de En de mensch, Gottlieb Hiller Is de mensch dan tot iets anders geschapen, als om bel leven te genieten en ie eten 1 Hij moet meer doen dan dal, Katrien De mensch moet denken bij moet geen dier zijn, maar een mensch, en dat wil zeggen, een den kend en gevoelend wezen,hel evenbeeld Gods, Katrien Maar wij, armen, die uiets bezitten, behalve de kracht onzer banden, wij mogen bel ons zelve niet veroorloven le denken en te gevoelen, wij zijn als slaven, vastgeketend aan den arb6id En tocb zou ik tien jaar mijns levens er voor over hebben, zoo ik dagelijks maar twee uren vrij had.om te lezen, te schrij ven en te leeren wat mij goeddunkt. Maar Hei daar, bei daar, Gottlieb, ried eene luide, vroolijke kinderstem,en een klein jongs- ken met een grijs linnen kieltle aan, kwam op de bloote voetjes over den akker aanhuppelen. Wel wat is er, Chrisiiaan riep Gottlieb hem reeds uil de verte toe, waarom roept gij mij zoo hard, en wat heeft het le beduiden, dat gij hier komt Moeder zendt mij, antwoordde Chrisiiaan builen adem. tr zijn drie bestellingen ingeko men. Vooreerst heeft de logementhouder Kauz zes nieuwe duivennesten besteld, en hij wil ze morgen hebben. Ten tweede heeft de burge meester eene boodschap gestuurd, dat gij bij hem moest komen en eenen brief voor hem afhalen, en leu derde beeft de metser hlulz laten zeggen, dal hij morgen de zes honderd leumsteenen noodig heeft, welke hij had besteld, en bij heeft, laten vragen of ze gereed waren* Wordt voortgket.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1887 | | pagina 1