NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
Zondag 20 Maart 1887,
10 centiemen per nummer.
4Llste Jaar., J\° 2138.
ABONNEMENTPBIJS
ANNONCENPRIJS l
Politiek overzicht.
DE STOMME.
Beschermr echten.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen.
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutstraat,
N» 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, tr. 1,00 Vonnissen op
3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond.De onkosten der kwitantiën door de Post.
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Cnlqne Snum.
AELST, 19 MAART 1887.
Frankrijk. In den franschen minis
terraad, donderdag gehouden, werden de
hoofdtrekken der begrooting voor 1888
vastgesteld. Het evenwicht is verkregen
door bijrekening van nieuwe inkomsten,
voortspruitende uit eene wet tot herzie
ning van een der belastingen, die weldra
zal worden neergelegd.
Telegrammen uit Parijs zeggen, dat het
geschil tusschen M. Boulanger en de
overige ministers het begin van eene
'ernstige kabinets-krisis is.
De Senaat heeft zich donderdag namid
dag in zijne bureelen vereenigd, ten ein
de over te gaan tot de benoeming der
kommissie, gelast met het onderzoek
van het wetsontwerp, betrekkelijk de
overtaks der granen. De bespreking in
de verschillende afdeelingen was zeer
hevig. Heel de kommissie is gunstig aan
de overtaks. 134 leden verklaarden zich
vóór en 52 tegen.
De koophandelsrechtbank van Marseille
heeft twee afgeveerdigden benoemd, MM.
Roux en Moulin, om te Parijs bij heigou
vernement en de leden der wetgevende
Kamers de taksen op het turksch koren,
de rijst en het vee te gaan bestrijden.
Deze afgeveerdigden zullen zich ook bezig
houden met het vraagstuk van het recht
van weging op de kraaien, en de afschaf-
ting van de wet, krachtens welke dit
recht wordt geëischt.
Duitschland. Uit Duitschland wordt
gemeld dat er aan de russische grens
ernstige militaire toebereidsels worden
gemaakt. Het volgend nieuws bevestigt
deze onrustwekkende berichten
De korrespondent van de Gazette de
Moscoute Berlijn, schrijft aan dit blad,
dat een geheime omzendbrief beveelt de
militaire uitrusting voor een en veldtocht
te bespoedigen.
Deze omzendbrief heeft op de officiers,
die te Berlijn verblijven, alsook op hunne
familiën. een ongelooflijken indruk ge
maakt. Men vraagt zich afVermits wij
weldra de mobilisatie van het leger zul
len hebben, zal deze natuurlijk, door
eenen oorlog worden gevolgd. Een
oorlog Maar tegen wien
Italië. Zooals wij donderdag meld
den, heeft Z. H. de Paus, met de gewone
plechtigheid, een geheim konsistorie ge-
-..(O)»—
Tijdens den zomer van verleden jaar bevond
ik mij bij een mijner oude studiemakkers Du-
breuil, welke zich in een boekje van het Vogo-
zisch gebergte als geneesheer had gesteld. Wij
stonden juist van tafel op en maakten ons ge
reed eene wandeling te doen in het naburige
bo8cb.
Dubreuil had z ijne pijp ontsteken, ik mijne
sigaar, en wij warcD op den buitentrap, toen
een gerucht van voetstappen ons het hoofd
deed omkeereri
Zooide brievendrager zeide mijn gezel.
Wacht me een oogenblikje. Ik heb juist een
brief te geven. Hij ligt op mijn bureel.
En hij trad hel huis binnen.
Ik bezag den nieuw gekomene. 't Was een
man van 26 lot 27 jaren, mul zoete en tevens
krachtdadigo wezenstrekken,openherlig gelaat
en helderen blik. Wanneer hij mij bespeurde,
buigde bij lichtelijk het hoofd om mij te groe
ten.
Waarlijk, sprak ik bij mij zeiven, ziodaar
een die niet ktapziek is hij zegt zelfs geen
goeden dag
Lastige dag, niet waar zei ik tol hem.
Het moet heet zijn om door de velden te loo-
den.
Hij boog het hoofd, teeken doende van ja.
Hij kon dus niet spreken
De jongeling las eene verwondering in mijü
blik. Hij glimlachte op eenigszins droevewijze,
bracht twee vingers aan den mond en schudde
met het hoofd.
Ditmaal had ik begrepen.
Gij zijt stom, mijn arme jongen vroeg
ik.
houden. Werden kardinaal benoemd
MMgrs. Masella, gewezen nuncius te
Lissabon Giordani, aartsbisschop van
Ferrare Vannutelli, nuncius te Madrid,
en di Rende, nuncius te Parijs.
Leo XIII benoemde verscheidene bis
schoppen in Italië en Oost-Indië, alsook
eenige bisschoppen-titularissen.
Mgr Galidente is uit Rome naar Ber
lijn vertrokken. Hij is door twee sekreta-
rissen vergezeld. Hij is drager van een
eigenhandigen brief van Z. H. de Paus
voor keizer Wilhelm.
Achilles Fazzari, gekend garibaldist. en
in deze hoedanigheid hevige tegenstrever
van 'twereldlijk gezag van Z. H. den Paus.
is van zijne doling terug gekomen, en
erkent openlijk de tijdelijke rechten van
den H. Stoel Fazzari, die afgeveerdigde
der italiaansche Kamer werd gekozen,
nadat hij eene ernstige verzoening van
Italië met het Pausdom in zijn program
had geschreven, heeft nu aan Menotti
Garibaldi eenen brief in dezen zin ge
schreven. Het schrift maakt heel Europa
door den grootsten indruk.
Rusland. De persoon, die den czaar
moest dooden, heeft geweigerd te ant
woorden op de vragen, die hem werden
gesteld. Men heeft nogtans zijne woning
ontdekt, gelegen ten noorden der Neva.
Men zegt dat de czaar heeft geweend,
wanneer hij het gevaar vernam, waaraan
de keizerin en zijn zoon waren ontsnapt.
De policie werd eenige dagen te voren
over liet plan der samenzweerders ver
witligd.
De samenzweeringen tegen den
czaar, zegt de Post van Berlijn, vergroo-
len het gevaar dat Europa bedreigt. De
russische keizer zal trachten in eene oor
logszuchtige buitenlandsche politiek af
leiding te vinden voor de binnenland-
sche moeilijkheden.
Wat de Post zegt, wordt heel dikwijls
door het ministerie van buitenlandsche
zaken ingegeven, het artikel wekt dan
ook de algemeene aandacht op.
Bulgarie. Karaveloff en Nikiforoff
werden niet in vrijheid gesteld, zooals
men het had aangekondigd. Men heeft het
schriftelijk bewijs ontdekt dal de samen
zweerders voornemens waren het vuur
aan de vier hoeken van Sofia te steken.
Eene groep bulgaarsche patriotten heb
ben aan de leden van het regentschap
laten weten, dat deze lesten weldra ter
Juist op dit oogenblik kwam Dubreuil terug,
zijn brief in de hand houdende. Hij hoorde
mijne vraag.
Ja, zeide hij, hij is stom, de arme Jan
Barrot 1 Maar dit belet hem niet zijn dienst te
doeu, wijl bij lezen eo schrijven kan, en alles
hoort wal men zegt.
Dan niet stom geboren, wijl hij niet doof
is.
Neen niet stom geboren...
Door ongeluk alsdan
Ongeluk is wellicht niet bet juist woord..
Is hel zoo niet, mijn brave Jan
De jongeling glimlachte op eene een weinig
verlegen manier. Hij stak de hand uit om den
brief, dien Debreuil vasthield aan te nemen
Deze laatste begon te lachen
Ah, mijn jongen, dat verveelt u Gij weet
dal ik uwe geschiedenis moet gaan vertellen
en gij wilt ze niet blijven aauhooren Welaan
dan, mijn jongen, ik houd u niet legen. Ik zal
wachten tot dat gij vertrokken zijt.
En Dubreuil, hem den brief overhandigende,
drukte hem vriendelijk de band.
De jongeling groette, keerde den rug en ver
trok met rasse schreden.
Dan nam Dubreuil mij hij den arm en ziehier
de geschiedenis die hij mij verhaalde, terwijl
hij mij naar het bosch leidde, wiens groen on
der de blanke zonnestralen van Augustus slui
merde
Jan Barrot, zeide hij, had nagenoeg vijf
tien jaren op het tijdstip van den oorlog. Zijn
vader, reeds bejaard, leefde in eene vervallen
woning op den hoek van een veld met zijne
twee zonen. Jan, den jongsle.en Lodewijk,den
oudste, welke laatste tien jaren meer lelde.
Jan, te jong om te vechten, was 't huis ge
bleven.
Lodewijk die inderdaad een goed nummer
had getrokken, was voor een vrij korps ver
trokken. In twee of drij krijgszaken bad hij
zich reeds onderscheiden.
dood veroordeeld en gefusilleerd zullen
worden.
Rusland heeft vast besloten in Bulgarië
niet handelend op te treden. Dit besluit
wordt toegeschreven aan de krachtdadige
houding van Oostenrijk, ondersteund
door Engeland.
Toen wij,in September laatsleden.vóór
het landbouwonderzoek spraken, eindig
den wij met de woorden aan te halen van
Sully, namenlijk, dat In een land
waar de landbouw bloeit, bloeit alles,
en met deze van Napoleon Een man
die twee graanhalmen kan doen voort
brengen in plaats van eenen, is, in mijne
oogen, meer weerd dan al de politieke
vernuften te zamen.
De landbouwnijverheid, inderdaad, is de
voedingsmoeder des menschdoms. Zij is
de eerste en rechtstreeksche bron van
welvaart voor een land. Terwijl al de
andere nijverheden slechts reeds bestaan
de grondstoffen verwerken, een bepaal
den vorm geven of tot een zeker gebruik
bereiden, is alléén de landbouw eene
nijverheid die onmiddelijk voortbrengt en
schept.
Ongelukkiglijk ziet het er heden in ons
liel vaderland zeer treurig uit de bekla-
gensweerdige landman lijdt in stilte,
terwijl hij met weemoed in 't hert en
nijpende angstvalligheid zijnen nakenden
en onvermijdelijke!! ondergang wanopig
te gemoet zietWant wie zal de kwe
lende ziekte, waardoor onze moedernij
verheid wegkwijnt, nog durven looche
nen Waar zijn zij nu die ons vóór
eenigen lijd met minachting toeriepen
i Gaal naar de school, verdubbeld uwe
opbrengsten, kweekt vee, wint groensels,
zaait ajuinen en wortels, plant beeten,
enz.
Wal doen wij met ons vel veeWeet
gij wat beweerd ijken prijs men er ons
voor aanbiedt Wat brengt ons het
gewonnen graan op
Maar die ellendige toestand moet toch
niemand verwonderen, als men weet ia
welke uitzinnige voorwaarden wij de
vreemde mededinging moeten hoofd bie
den. Terwijl onze naburen zoo goed mo
gelijk hunne nationale lan'dnijverheid be
schermen terwijl Engeland eenvoudig
weg al ons vee weigert, voorgevende dat
het aangetast is van besmettelijke ziekten!;
terwijl het een driedubbelen taks op zijne
ijzerenwegen helt om alzoo den uitvoer
van groensels uit ons land naar Londen
te keer te gaan; terwijl Frankrijk verhoo
ging komt te stemmen op de vreemde
Maar hij bad ook andere diensten bewezen.
Op wonderlijke wijze het land kennende,bad
hij de gevaarvolle gunst gevraagd brieven ie
dragen langsheen de duitsche linies, welke hel
leger van Metz van het overige van Frankrijk
scheidden.
Drij maal reeds had hij deze gevaarlijke reis
volbracht, en de oude Barrot, dit zeker verno
men hebbende bij een verzoek van zijn jongen
gedurende een duisteren nacht, had zijn mond
niet kunnen toehouden, en overal de helden
feiten van zijnen grooten Lodewijk veropen
baard.
De Pruisen hiervan onderricht, bewaakten in
stilte zijn nietig buisje zonder zich dit te laten
aangaan, in de hoop dat dlrèr, waarschijnlijk,
den eenen of anderen dag, eene goede vangst
zou te doen zijn.
En hel gebeurde zooals zij gedacht hadden.
Zekeren avond dal de groote Lodewijk aan
gekomen was en in een hoek der niet verlich
te keuken met vader sprak,weerklonken buiten
zware stappan en plotseling dreunde de deur
onder het geweld uan kolfslagen.
Het was ie donker opdat vader en zoon zich
zagen verbleeken doch in de duisternis voeg
den zich bunne banden samen en drukten zich
in eene zenuwacbtigo pranging. Het huis was
omsingeld, zij waren verloren.
Eensklaps riop Lodewijk met zachte stem
zijnen broeder
Jan, zeide bij, kom uader Tracht door
hel slaivenster te kruipen en ga dit hier in hit
veld verbergen.
Hij had een pak papieren, op de burst, in het
binnenste van zijn bemd genaaid, losgerukt, en
slak het naar don knaap uit. Deze nam het,
opende eetie deur en verdween.
Op deze stond gaf de deur toe en zeven of
acht pruisiscbe soldalen vlogen binnen,met den
revolver in de hand.
De uitlegging was kort. Woeste banden vie
len op de schouders der twee mannen. De
granen en Holland het voorbeeld volgt
van Engeland, liggen wij, verpletterd
onder de overslrooming van vreemde
voortbrengselen, te zieltogen.
Üp hel landbouwonderzoek toch, heeft
iedereen den noodkreet kunnen hooren
die, als uil éénen mond, werd aangehe
ven. Overal immers waarwerkelijke land
bouwers hunnen erbarmelijken toestand
eenvoudig en fatsoenlijk zijn komen open
baren, heeft men zich kunnen overtuigen
van de gegrondheid hunner wanhopige
klachten.
Ons vaderlandslievend gouvernement
heelt, wel is waar, met de eêlste gevoe
lens bezield, middelen ter verzachting
uitgezocht maar deze middelen leveren
tot hiertoe den gewenschten uitslag niet.
Echter moeten wij het danken voor
die loffelijke pogingen. Doch het werk
is niet voleind En 't is om onze ver-
trouwhebbende regeerders toe te roe
pen Gaat voort, bekroont uwe onder
neming, dat wij op die zaak thans
terugkeeren. Wij keeren erop terug om,
door het dikwijls herhalen eener zelfde
waarheid, onze verantwoordelijke ver
tegenwoordigers met kracht onze eischen
te doen ondersteunen in de aanstaande
bespreking van het wetsvoorstel Du-
mont.
Veel, zeer veel is reeds gezegd, (gemord)
en geschreven over den akeligen toestand
des landbouws, over zijne ondergeschikt
heid met de andere nijverheden, over de
middeleo ter verbetering, enz., enz.
Op de algemeene vergadering der Mid
denmaatschappij van landbouw gehouden
te Brussel, in Januari 11. sprak de acht
bare heer T'Serstevens eene schitterende
redevoering uit, waarin hij met den eisch
van beschermr echt en eindigde. Groot is
ook het getal dagbladen die onze belan
gen genegen zijn en met ons medestrijden
zichtbaar houdt men zich gedurig bezig
met de landbouwkwestie en zoekt men
naar eene oplossing der huidige en alge
meene crisis. Vele middelen werden
reeds aangewend om den stervenden
landbouw een nieuw leven in te storten
hoorden wij niet spreken van proefvel
den, landbouwvoordrachten, nieuwe be
mestingmiddelen, over de wijze om de
landen te bewerken, het vee te velten.de
boter te bereiden en vele andere dingen,
de eene meer, de andere min ernstig of
ook wel belachelijk
Willen wij hierdoor beweren dat de
wetenschap in vele gevallen niet nuttig
en voordeelig is
Geenszins. Maar wat wij ten stelligste
durven afstrijden en veroordeelen, is hel
gedacht van sommigen, waardoor men
zoon, spioen, de vader, verheeler, zouden
's anderendaags doodgescboten worden.
Onderlusscben, zonder eene minuut te ver
liezen, doorzocht men den jongeling kiel en
hemd werden hem ontrukt.... Niels
De brieven die gij droegi, waar zijn ze
vroeg de officier welke de mannen geleidde.
Brieven antwoordde Lodewijk Bar
rot. Ik heb er geene.
Wat was er dan aanstonds opdeze plaats?
vroeg de officier, terwijl hij op het tinnen van
hel hemd een stuk losgerukte stol aanwees dat
lol zakje had moeten dienen en waaraan nog
draden hingen.
Gij meent dat ik daar papieren droeg
Ik beo er zeker van, en gij moest ze nog
over een oogenblik hebben.
Welnu, wijl zij er niet zijn, zoek ze dan.
Tast overalriep de officier lot zijne
mannen.
De soldalen gehoorzaamden, de minste lade
doorsnuffelende, de meubels omver werpende,
de asschen van den haard onderzoekende
Niets, altoos niets
Op dit oogenblik verschenen op den drempel
der deur twee soldaten, welke den kleinen Jan
bij de armen hielden. Zij waren buiton op
wacht gesteld en hadden het kind bespeurd,
bezig zijnde achter eene haag te kruipen Zij
stieten bel vooruit in den rillende lichtkring
welken de rookende iamp vormde. Hel Kind
verborg zijne handen achter den rug
Wal verbergt ge daar vroeg hem de officier
op barschen toon.
Ik Niets
Toon uwe handen dan
Hel kind stak zijne handen uit Zij waren
door de aarde ganscb bevuild.
Ha kleiue guit, riep de officier, 'l zijt gij
die ze verborgen hebt, de papieren Waar zijn
ze
Het kind bleef sprakeloos.
Luister, hernam de Duilscber. Die daar is
ons schijnt te zeggen dat de landbouw
door de wetenschap en nieuwmodische
uitvindingen alléén kan gered worden.
Wat wij ten stelligste durven afstrijden
en met verontweerdiging weèrleggen, is
hel schandelijk gedacht van sommigen,
als warenwij slechts verachtelijke boeren.
ploegen die in God gelooven, (o hate
lijke spotternij van alle verstandelijke
bedeeling verstoken. Wat wij ten stellig
ste durven afstrijden en loochenen, is
het gedacht van sommigen, als wareti
wij enkel geschapen om immer slaaf te
zijn en ie lijden. Wat wij hier willen
schandvlekken is het gedacht van sommi
gen, als waren wij geene bezorgdheid
weerdig. Wat wij hier willen schand
vlekken is het gedacht alsof voor den
landbouw niets kon gedaan worden.
Maar wal wij u, huichelaars, ook zeggen,
en u die ons nederig lot weinig genegen
schijnt, is Neemt wel acht, opdat de
cc boer, die gewoon is in stilte te lijden
en zijn wee in den kring van den huise-
lijken haard, in den schoot der zijnen te
lenigen, niet eens, ten einde geduld, en
worstelende in den strijd om leven of
dood, zijne schokschouderende en onbe
zorgde vertegenwoordigers eer. bitter
naberouw berokkene
Neen, neen de landbouw, wat men
ook zegge, is niet zoozeer eene weten
schap als wel een bedrijf, 't welk een
onafgebroken zwoegen vereischt van
persoonlijke proeven, ondervinding,
bestuur en bewaking in de harde en
veelvuldige bewerkingen van het lan
delijk leven
Het verval des landsbouws is dus
geenszins aan gebrek van wetenschap
bij onze boeren toe te schrijven, en 'tis
hen lasteren zulks te beweren, zij, de
gekende beste landbouwers der wereld
en die aanzienlijken vooruitgang deden,
zoolang er voordeel bij was of dat zij
voor hunnen arbeid beloond werden. »(i)
Wat onze nijverheid ten onder brengt
is, wie zal dat durven loochenen, de on
gunstige voorwaarden in dewelke wij,
belgische landbouwers, ons bevinden
tegenover onze naburige ambtgenooten.
Rakende dit punt, zegde ook de acht
bare heer T' Serstevens,de woorden aan
halende van den heer Poyer-Quertier
Het is eene wreed een beleedigende
verschooning te zeggen dat de vreemde
mededinging aan onze (de fransche)
nijverheid eenen spoorslag zal geven
dien zij noodig had en waaruit zij voor
deel trekken kan. Ik vraag het u,
is het zoo niet dat men de Belgische land
bouwnijverheid als zijnde onwetend
en aan den ouden slenter vastgekleefd
(1) Joz. Vaerman.
uw vader, niet waar En deze uw broeder!..
De kleine Jan antwoordde ja door twee tee-
kens met bet hoofd.
Welnu zoo gij niet zegt waar de papieren
zich bevinden, zullen beiden den kogel krij
gen zegt gij het dan beloof ik hun de vrij
heid.
Het kind raadpleegde zijn vader met den
blik.
Jan, zei de oude, luister wel naar belgeen
ik u ga zeggen. Zelfs indien men ons in uw
bijzijn fusilleerde, spreek geen woord
Hel kind antwoordde 't is goed.
Tol morgen dan 1 besloot de officier, met
een gebaar van gramsehap.
's Anderendaags van af de ochtendscheme
ring stonden op de Markt der naburige gemeen
te, voör den muur der meierij, de oude Barrot
en zijn zoon Lodewijk recht, blootshoofds, on
beweeglijk cd bleek. Op twintig passen vau
ben, stond bel uilvoeringspeloion. Rond de
kleine plaats, tegengehouden door een cordon
soldaten, bogen zich vrouwenen ouderlingen,
met gemurmel vau razernij, bevende lippen ea
bel bloed in d'oogen voorover, om te kunnen
zien.
Naast het peloton, tusscben twee soldaten,
stond de kleine Jan ganscb recht,met loodkleu
rig gelaat, doch met opgeheven hoofde.
Een half uur vroeger, bad de officier hem in
de zaal der meierij doen brengen, waar zijn
vaderen zijn broeder strengelijk bewaakt wer
den, en bij had bevolen bem alleen te laten.
Wal hoopio bij van dit onderhoud Zonder
twijfel eene zwakheid der twee oiannen bij be*
zien der tranen van bel kind Het kind had
geweend, voorzekerwant zijne oogen waren
rood.... Maar, wat had vader ^zegd
Wanneer de kleine Jan was uitgegaan,had
de officier hem gevraagd
Wilt go uu spreken
Kleine Jan bad geantwoord Neen 1
Dan bad men zijn vader en zijn broeder g«-