NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
Zondag 29 Mei 1887,
10 centiemen per nummer.
41ste Jaar, N° 2158,
ARONNEMENTPRIJS
ANNONCENPRIJS
Politiek overzicht.
De overstrooming
AAN DEN RIJN.
Sterke dranken.
DE DEN DER BODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
tr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen.
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijft ia bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutstraat,
N° 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, tr. 1,00 Vonnissen op
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond.De onkosten der kwitantiën door de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Calque Snun
AELST, 28 MEI 1887.
Frankrijk. De ministerieele. crisis
duurt voort. M. Rouvieris met desamen-
stelling van een ministerie gelast,en naar
uit Parijs wordt geseind zou hij in zijne
onderhandelingen gelukt zijn. De namen
der nieuwe ministers zijn niet gekend.
Wat men weet, 't is dat generaal Boulan-
ger geen minister zal wezen. Men vreest
echter dat alles weer zal schipbreuk lij
den en men eindelijk tot eene ministerie
van ontbinding der kamers zal moeten
zijne toevlucht nemen.
Wereldtentoonstelling van 1889. Een
Iransch dagblad beweerde Donderdag dat
de Wereldtentoonstelling van Parijs in
1889 geen plaats hebben zal. Dit is totaal
valsch. Het gouvernement is verplicht de
tentoonstelling op den bepaalden dag te
openen, aangezien de noodige kredieten
voor dit doel onwederroepelijk werden
gestemd.
Het Vatikaan en het groothertogdom Hes
sen. Uit Rome wordt aan de Germania
geschreven, dat prins Ysenburg-Birstein,
die namens de hessische regeering met
den H. Stoel onderhandeld heeft, na 12
dagen te Rome te hebben verbleven, ver
leden week naar Hessen is teruggekeerd.
In vele punten is men tot eene over
eenkomst gekomen de Anzeigepflicht zal
naar pruissisch model worden ingericht,
maar vele andere punten moesten met
het oog op de hessische toestanden eenigs-
zins van de leste wet in Pruisen afwij
ken.
Nadat prins Ysenburg met Mg. Mocen-
ni, als waarnemend staatssekretaris, en
met Mgr Agliardi, als sekrelaris van de
kongregatie der Buitengewone Kerkelijke
Aangelegenheden had gesproken, werd
ook weêr eene bijzondere kommissie van
kardinaals benoemd, om hel ontwerp dal
aan den hessischen Landdag moet worden
voorgelegd, te onderzoeken. In de kom
missiën zetelden de vijf kardinalen Lau-
renzt, Parochi, Bartolini, Czacki en Le-
dochofski.warvan deviereerstgenoemden
onlangs ook zitting hadden in de kommis
sie voor het pruisische ontwerp. Evenals
toen, schijnt ook thans het onderzoek ge
leid te hebben tot hel advies tolerari
possedit is te zeggen de H. Stoel,zonder
m beginsel de bepalingen der wet goed te
keuren of daarom vanverderewijzigingen
in de toekomst afstand te doen, zou ver
klaren, dat zij kunnen geduld worden.
Vele gewichtige geschilpunten der ker
kelijke politieke wetgeving in Hessen zijn
voorloopig onopgelost gebleven, als zijn
de kwestie der orden en kongregatiën,
enz.; maar de hessische regeering heeft
beloofd, weldra de onderhandelingen te
«o»—
II. Uleuwe jammer.
t* Vervolg.
Ja, dat vviilen wij, riepen de twee man
nen, die Ottilia en hare kinderen gered hadden.
Met lange stokken voorzien, om den grond te
peilen en er zich aan vast te houden, begaven
zij zich op weg, torwijl een van hen eene
brandende fakkel droeg
Ottilia wilde hen volgon maar de vrouwen,
die bij bet vuur zalen, hielden haar met alle
moeite en zelfs met geweld tegen
Heb nu geduld, zeiden zij, en blijf hier,
gij zoudt slechts de dood te gemoed loopen.
De twee dappere mannen zullen gewis uw kind
redden, zoo er slechts eenige mogelijkheid toe
bestaat.
Alle aanwezigen op de hoogte zagen de drij
mannen met bevende harleD na, tot dat de fak
kel achter een huis verdween. Nog lang tracht
ten zij de nevelen van den donkeren nacht als
te doorgronden, maar zagen mets meer. Alleen
hoordeu zij het vervaarlijk gedruisch der
wateren en het bulderen van den storm, nog
verakeligd door het gekraak van een nu en dan
instortend huis. De lieden werden vreeselijk
beangst en eenparig verhieven zij -*
zullen hervatten en in elk geval in de toe
passing der bestaande wetten zoo toege
vend mogelijk te zullen wezen. De groot
hertog stelt persoonlijk een levendig
belang in de bevrediging zijner katholieke
onderdanen.
Aanspraak van Z. II. den Paus. Z.
H. de Paus heeft in het leste konsistorie
gezegd dat hij later in Duitschland nog
betere uitslagen voor het welzijn der Kerk
verwacht.
Van Italië sprekende, deed deH. Vader,
volgens ne Tempsletterlijk deze verkla
ring
Wij hebben hel dikwijls gezegd en
wenschen vurig, dat het geschil van Italië
met de pausdom moge eindigen met vol
doening te schenken aan de weerdigheid
van den H. Stoel, die geschonden werd,
niet omdat het volk het verlangde, maar
door de revolutionnaire sekten.
Om tot deze overeenkomst te geraken
moeten er voorwaarden worden gesteld,
die den Paus, onafhankelijk van elk an
dere macht, zijne volkomene en ware
vrijheid verzekeren.
Deze toestand, verre van Italië te be
nadeelen. zalgroolelijks tot zijne welvaart
en tot zijnen bloei bijdragen.
Ontslag van M.von Giers. M. von
Giers heeft aan eenen zijner bloedver
wanten te Rome eenen brief geschreven,
waarin hij zegt, dat hij zijn ontslag naar
den czaar heeft gezonden, tengevolge van
de wijziging, die in de buitenlandsche
russische politiek is ontstaan. Hij aan
schouwt zijn altreden als zeer nabij en
beweert dat hij zeer vermoeid en zeer
ontmoedigd is.
Duitschland. Het schijnt stellig dat
Mgr Kopp, bisschop van Fulda, tot den
bissehoppelijken zetel van Breslauzal ge
roepen worden. Men weet welken ge-
wichtigen rol Mgr Kopp vervuld heeft in
de onderhandelingen tusschen het Vati
kaan rn Pruisen, over de herziening der
geestelijke wetten.
Duitschland en Rusland. Dijnsdag
lestleden werd in Rusland een maatregel
afgekondigd; waardoor het aan vreemde
personen en maatschappijen wordt ver
boden, in twintig provinciën van het
keizerrijk, waarvan tien het koninkrijk
Polen uitmaken,onroerende goederen aan
te koopen. Deze maatregel is van aller
grootste gewicht en blijkbaar tegen
Duitschland gericht. Hij doel den geest
kennen van de nationale polititiek, welke
de russische czaar zichzelven heeft voor
geschreven.
Dit besluit van den czaar verwekt te
Berlijn de grootste opschudding. De ge-
matigdste afgeveerdigden van den Rijks
dag zien er eene uildaging in ten opzichte
van Duitschland.
Men spreekt ook van eene aanstaande
verhooging, in Rusland, van de rechten
handen ten hemel en baden.
0 God erbarm U over die goede mannen,
en hei kind. Sta hen bij en laat hen niet omko
men. Gij alleen kunt hen van den dood red
den.
Ottilia wachtte metdoodsangstde terugkomst
af van haren man en zijne trouwe leiders.
Reeds was een uur verloopen en men zag noch
men hoorde iets van hen. Ottilia's angst nam
met elk oogenblik loe. Zij knielde met vast
ineengevouwen handen onder eenen boom bij
hel vuur neder ecu harer kinderen, hetwelk
zij in baren voorschoot gewikkeld had, in de
armen houdende, ben ander kind, de kleine
George, stond in zijn hemdje en blootsvoets
naast haar, bevend van koude. Ottilia bad met
al de vermogens barer ziel en het zweet van
benauwdheid druppelde van haar voorhoofd.
De kleine George,die zulks bij het licbl van bet
vuur bemerkte,zeide met zijne kinderlijke een
voudigheid
Moeder, hoe komt datgij zweet, en ik
beef van koude
De moeder vermaande hem, alsmede zijne
zuster Mietje, die een jaar ouder was, om
mede te bidden, en beide verhieven hunne
handen naar den hemel. Eindelijk kwam Mar
len terug met droefheid op hel gelaat, en
doornat. Een der twee mannen, die bem ver
gezeld hadden, zeide -
Het was niet mogelijk uwe woning te
bereiken, waarde buurvrouw. Het water staat
reeds zoo hoog en stijgt meer en meer. Wij
waagden ons tol over de schouders er in, en
waren alle drij bijna omgekomen.
op de steenkolen, hetgeen de duitsche
nijverheid grootelijks benadeelen zou.
(VERVOLG.)
Wij hebben acht dagen geleden, in on
zen artikel, De maand Mei, gezegd en
bewezen voor welke verbazende som erin
ons België jaarlijks, in genever en derge
lijke dranken verteerd werd.
Nu, die dranken kunnen nochtans door
iedereen zeer wel gemist worden, zonder
nadeel voor de gezondheid wel integen
deel, indien men zich van sterke dranken
wilde omhouden, zouden de gezondheid
en de zedelijkheid er zeer veel bij winnen,
want, niemand moet ze nemen om zich te
versterken, daar de gezondheid van vele
menschen alhoewel van sterken lichaams
bouw, door het overtollig gebruik der
sterke dranken ondermijnd en dikwijls
tot totaal verlies van krachten gebracht
worden, ja zelfs in hunne geestvermo
gens worden gekrenkt. Bij de ontdekking
van Amerika en nog vele jaren daarna,
vond men aldaareen oprecht reuzenvolk,
kloek en struis dit bestond daar alzoo,
tot eindelijk de Europeanen het noodlottig
gedacht kregen, aldaar ook den genever
en andere sterke dranken, in te voeren en
dit reuzenvolk van lieverlede aan den
smaak van dien verderfehjken drank te
gewennen, zonder zich in het minste te
bekommeren met de schrikkelijke gevol
gen die de ingewortelde gewoonte van
liet genever drinken na zich slepen moest.
Inderdaad, na eene zekere tijdruimte, zag
men dat volk merkelijk verslappen en wel
bij zoo verre dat na een gevoelig getal
jaren, geheele volkstammen, ten gevolge
van het overtollig gebruik dier dranken,
aan ziekten en ellende bezweken waren.
Zulks is geenzins te verwonderen want,
een mensch aan den drank verslaafd heeft
weinig of nooit eetlust, en dewijl de al-
koolische dranken bijzonderlijk geen voed
sel in zich vervatten, verzwakken de
krachten boven mate, derwijze dat vele
liefhebbers van sterke dranken in den
bloei des levens reeds ten grave dalen.
Bemerkt bij voorbeeld een huisgezin
wiens vader of moeder, want er zijn ook
vele vrouwspersonen aan dien drank ver
slaafd en wel zoodanig dat zij er soms
een klein flesje van op zich dragen, be
merkt zeg ik, het nageslacht van zulke
ouders, en gij zult het zelve kwijnend
zien, om dat aan de kinders uit zulke
ouders geboren de noodige krachten ont
breken, daar zij van in den schoot hunner
moeder om zoo te spreken, geen ander
voedsel genoten hebben dan dien verfoei-
elijken drank. Maar zal men zeggen, het
is koud en guur weder, men heeft toch
wef noodig eenen borrel te nemen om zich
te verwarmen alsook wanneer men ver
driet heelt of misnoegd isdie beweringen
zijn valsch, want bij het drinken van ge
never en dergelijke alkoolische dranken,
gevoelt men maar weinige stonden eenige
De andere zeide
Gij moet daarom alle hoop niet nog verlie
zen een aantal andere moedige mannen, wier
huizen minder aan hel gevaar bloot stonden,
ijlen hunne geliefde buren ter hulp.Zij zijn met
laoteemen in de huizen gedrongen, eer het
water de overhand had genomen, en hebben
vele menschen en goederen gered wellicht
bevindt zich de wieg met het kind daaronder.
Inderdaad kwamen er gedurig nog menschen
met allerlei goederen beladen, de hoogte op
maar de wieg kwam niet te voorschijn en nie
mand wist iels van hel kiud te zeggen.
Eindelijk week devreeselijke nacht voor den
aanbrekenden dag. Storm en legen begonnen
te bedaren de wolken dreven uit een. De
sterren, die hier en daar tusschen de wolken
schenen, flikkerden steeds flauwer en de dage
raad brak eindelijk aan. Maar onder de lieden,
die rondom het vuur zalen, onstond op dat
oogenblik een algemeene jammerkreet, want
een groot gedeelte van hun haai dorp bestond
niet meer. Het buis van den braven Marlen
was, met een aantal anderen, door den stroom
medegesleeptmenig huis stond met een op
zijde nederhangend dak en dreigde alle oogen-
blikken in te storten. De goede lieden betreur
den hunne verloren bezittingen, maar Ottilia
dacht aan niets anders dan aan haar kind,
Laat in Gods naam al wat wij bezaten,
verloren zijn, nep zij ik zou bet gering ach
ten, zoo ik mijn kind slechts terug bad.
Ook Marlen bekommerde zich meer over het
verlies van zijn kind, dan over de omstandig
heid, dat hij nu in volslagen armoede gedom-
warmte om later door grootere huivering
te worden aangedaan, dewijl een glas
goed bier, alhoewel bij het drinken koud,
vervolgens eene aanhoudende warmte
doet ontstaan, want, het is bewezen dat
een dronken persoon, die het ongeluk
heeft bij het guur jaargetijde op den
openbaren weg te vallen en te blijven lig
gen, op zeer korten tijd zal bezwijken, in
geval hij ten gevolge van genever in dron
ken toestand verkeert, dewijl een anderen
dronken ten gevolge van te veel bier te
hebben genomen, maar, naar veel lange-
ren tijd het lot van den eersten zal onder
gaan. Voor wat de tweede bewering be
treft een mensch, door genever bedrankt,
zal, in plaats van daardoor tol betere
gevoelens te komen, doorgaans, bij de
minste opmerking hem door iemand zelfs
op vriendelijke wijze gedaan, als een
wreedaardig wild dier door den jager
slecht getroffen, huilen, in woede ontste
ken en zich dikwijls aan de grootste wan
daden plichtig maken, daar in tegendeel
een anderen in dronken toestand verke
rende, door teveel bier te hebben gedron
ken, stilzwijgend en slaapziek zijn zal.
Wordt voortgezet.)
Senaat. Beraadslaging over
't wetsvoorstel Uumon.
In zitting van 24 dezer sprak de acht
bare Senateur, baron Paul Bethune, eene
redevoering lenvoordeele der invoerrech
ten op 't vee uit, welke wij aan 't beknopt
verslag onileenen en waarop wij de aan
dacht onzer landbouwers inroepen
De heer baron Bethune. Eerst
sedert eenige jaren heeft Cobden in Bel
gië aanhangers gevonden. Volstrekte
vrijhandel zonder wederkeerigheid is een
droombeeld dat geen volk hoegenaamd,
zelf Engeland niet, ooit in toepassing
heeft gebracht.
Vertegenwoordigers van andere nijver
heidstakken vragen voor deze maatregelen
van bescherming, die zij weigeren aan
den landbouw,welke nochtans als 't ware
de moedernijverheid en de voornaamste
nijverheid der Belgen is. Onzetoltarieven
dragen talrijke sporen van handelsbe
scherming.
Aan denijverheid werden uitzonderlijke
gunsten verleend, als daar zijn verminde
ring op de vervoerprijzen. Waarom zou
men den landbouw van die gunsten uit
sluiten Spijts den tegenstand van den
vrijhandel, doet de stroom der handels-
bescherming, die reeds zoo sterk is bij
onze naburen, in ons land wijzenlijkeu
voortgang.
De onlangs door de Kamer gestemde
wel op den azijn, de strijd tegen vreemde
waarden met loten, de rechten op bier en
jenever, zijn daar een bewijs van.
De geldmiddelen, die zouden voortko
men uit de rechten, zouden door den
Staat niet te versmaden zijn en kunnen
gebruikt worden om onze landbouwers
aan te moedigen.
peld was. intusschen sprak hij zich zeiven
moed iu en zeide, terwijl hij een onderworpen
blik naar den hemel wierp
De Heer heeft het gegeven, de Heer heeft
het ontnomen, de naam des Heeren zij geze
gend
En zich naar Ottilia wendende, zeide hij,
met tranen in de oogen
Liefste Ottilia Geef u aan den wil Gods
over. Het is nu eenmaal zoo er is niets aan te
veranderen Al wal God doet, is immers wel
gedaan. Geef uw lief kind aan Hem over, bij
Hem in den hemel is hel 't be6t bezorgd.
De moeder hield op met jammeren en schrei
de zachtere tranen, zeggende
Nu dan de wil des Heeren geschiede
De kinderen, die mede geweend baddeu,be
gonnen nu ook hunne tranen af te droogen, en
de kleine Maria zeide
Laat ons nu niet meer schrije». Ons
broertje is nu een schoone engel in den hemel!
baar is hel veel beter te zijn, want daar heb
ben geene watervloeden plaats
Dat is wel waar, hernam de kleine Geor
ge, maar hei is niettemin een groot ongeluk,
dat ons broertje omgekomen is. Ook van onze
twee schoone koeien is hel jammer, maar nog
meer van onzen goeden poedel. Die is gewis
ook omgekomen, anders was bij reeds bier.
Dalspijl mij bijna Dog meer als van mijn
broertje.
Hoe kunt gij toch zoo spreken zeide
Maria en waarom dan
Wel, antwoordde George, ons broertje is
nu in den hemel, maar onze arme poedel kan
De in Duitschland bestaande bescher
ming heeft uitslagen van zulken aard op
geleverd dat de gevolgen der crisis daar
veel minder gevoeld worden dan in ons
land.
Iu Duitschland begrijpt men dat de ver
laging van den prijs der voorwerpen
slechts eene fopperij i,s, wanneer ze de
bronnen van den arbeid doet uitdrogen.
Frankrijk ook is lot het beschermend
stelsel gekomen, zoodat men zeggen mag
dat zijne grenzen nagenoeg voor onze
voortbrengselen gesloten zijn, en toch zijn
vleesch en brood er omtrentonveranderd
gebleven en er hebben geene volksbewe
gingen plaats gehad. In België zijn de
onlusten aan misdadige aanhitsingen te
wijten. Indien de overheden verboden
dat de roode vlag werd rondgedragen,
zoude er ten onzent al niet meer wanorde
bestaan dan te Parijs of te Berlijn.
De landbouwarbeider heeft liet recht
om te leven zooals iedereen. De landbouw
crisis woedt in Engeland en de vereeni-
gingen vragen er bescherming. Dat land
heeft, evenals Nederland, den invoer van
vreemd vee letterlijk verboden, onder
voorwendsel van besmettelijke ziekten.
De Nederlanders hebben ten hunnent
veeziekten welke hier niet bestaan en die
zij ons mededeelen. Toch verbieden zij
den invoer van ons vee. Is datilebescher-
ming niet in de hoogste maat
In Zweden alleen heeft de Wetgeving
den vrijhandel doen zegepralen. Men be-
merkedatde veeteelt in dat land niet
bloeien kan omdat er de bodem bergach
tig en koud is.
Bij ons zou hei tolrecht enkel als een
eenvoudig fiskaal recht zijn.
Onze naburen drijven de bescherming
tot bet uitterste, en 't zou waarlijk ont
moedigend zijn, moesten wij onze land
zaten verlaten en tegen het bovenmatig
invoeren van vreemde voortbrengselen
niet verdedigen.
In sommige streken is deontmoediging
zoo groot dat men bet land braak laat
liggen. Men hoeft den moed van de land
bouwers op te beuren.
Op het landbouwonderzoek te Aalst
sprak een enkele persoon, een industrieel
van de stad, ten voordeele van den vrij
handel.
In 't arrondissement Kortrijk is de be
weging ten voordeele der rechten op het
vee evenzeer afgeteekend. Ik hadde de
breedere bescherming van 't oorspronke
lijk voorstel der Nijvelscheafgeveerdigden
verkozen.
Ik kan mij niet verklaren tegen de ge
zond heidsvoorwaarden die tot grondslag
dienen aan het amendement van den heer
Simons, maar betreur dat de Kamer het
amendement van den heer Fris heeft aan
genomen. Dit laatste zou wel het uitwerk
sel, dat men van de wet verwacht, in
gevaar kunnen brengen.
Toch zal ik het ontwerp in zijn geheel
stemmen, overtuigd als ik ben dat de
daar niet komen.
Aldus redeneerden de kinderen, en de om
standers, die bun gesprek hoorden, konden,
ondanks buune rampen, zich nauwelijks van
lachen onthouden:
Intusschen voegden zich de bewoners van
omliggende naar hooger gelegen streken, die
door de overstrooming niets geleden hadden,
bij de arme dorpelingen, en brachten den on-
fcelukkigen eenen voorraad van levensmidde
len en kleederen, zich tevens bereid toonende,
beu in hunne huizen op te nemen. Dit was
voor allen een groote troost. Ook Marlen ver
heugde zich zeer daarmede en zeide
Ik zal van uw vriendschappelijk aanbod
slechts voor zoo lang gebruik maken, tol wij
ons gedroogd en van al de noodigsle kleeren
voorzien hebben dan begeef ik mij onmidde-
lijk naar mijnon broeder, die eenige uren van
hier in het gebergte woont. Gij hebt geene
plaats genoeg voor zooveel menschen, waarde
buurman maar mijn broeder hoeft een groot
huis, waarin hij mij, met mijne vrouw en kin
deren, voorzeker gaarne een plaatsje zal inrui
men. Zoodra hot weder gunstiger wordt, on
de lente weer aanbreekt, keer ik terug, en dan
helpen wij elkander met ïever, om onze inge
storte woningen weder op te bouwen. Wees
getroost. Wanneer wij getrouw onze plicht
vervullen, zal God ons zijn bijstand niet ont
trekken. Denk aan hetgeen ik u zeg deze ver
schrikkelijke ramp zal ons allen ten laatste nog
tot grooten zegen verstrekken.
(Wwldt vomemr}.