NIEUWS- EN AANKONOIGiNGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. Zondag 5 Juli 1887, 10 centiemen per nummer. 41ste Jaar, 3\° 2168, De eerste Beiaard. ROSI N A DE DENDERBODE. ABONNEMENTPRIJS J Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars tr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutslraat, N° 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands. ANNONCENPRIJS Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, tr. 1,00 Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Ueeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdagavond De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Calque Snaai. SEIST, 2 JULI 1887. Politiek overzicht. Frankrijk. De tijding als zou de fransche regeering voornemens zijn in de Kamer een wetsontwerp tot konversie der 4 1/2,p. h. in 3 p. neer te leggen is van allen grond ontbloot. Het gerucht alleen van zulk een ontwerp bracht dins dag op de Beurs eene gevoelige daling der rente teweeg. Konkordaat. De meerderheid der kommissie, betrekkelijk het konkordaat heeft een voorstel aangenomen van M. Pradon, dat uit 10 artikels is samenge steld. Krachtens dit voorstel wordt het konkordaat algeschaft. Deze afschaffing zal aan Z. H. den Paus worden bekend gemaakt, te rekenen van de afkondiging der wet. De gemeenten zullen in het be zit komen van de onroerende goederen, die aan den eeredienst worden toegewijd. De geldelijke ondersteuning en de voor rechten wórden afgeschaft. De bedienaars der eerediensten, die tegenwoordig door de republiek worden bezoldigd, zullen volgens hunnen ouder dom, levenslange pensioenen of eene som, ineens uitbetaald, ontvangen. De burgers die tot denzelfden eeredienst behooren, zullen zich in syndikaten of godsdienstige genootschappen mogen vereenigen. Deze zullen beheerscht worden door de wet van 21 meert 1884 op de ambtelijke syn dikaten. De kommissie, na kennis van dit voor stel te hebben genomen, heeft bare be raadslaging tot woensdag aanstaande verdaagd. Mgr. Rotelli, pauselijk gezant te Parijs, werd door M. de Mackau ontvangen. Dit heeft de woede der republikeinsche dag bladen ontstoken. Zij dreigden zelfs met eene ondervraging in de Kamer, maar deden het niet. Rome. De korrespondenl te Rome van de Univers kondigt de volgende in lichtingen af over- eenen omzendbrief, dien Z. H. Leo XIII aan de nuntiussen heeft gezonden, en waarvan de Italia het bestaan had bevestigd. De omzendbrief is zeer uitgebreid .en handelt over het roraeinsch vraagstuk. Er wordt in gewezen op de noodige onaf hankelijkheid van het opperhoofd der Kerk. Voor het oogenblik is dit stuk niet bestemd om openbaar gemaakt te wor den. Rusland. Men meldt uit Warschau De overheden in Polen hebben, op hooger bevel, de lijst gegeven van al de vreemdelingen, eigenaars of pachters,die in Polen verblijven, degene van hunne onroerende goederen, alsook van de nij verheidsbedienden. uitgezonderd de werk lieden. Er zal weldra een dekreet worden afge kondigd waardoor aan de joden verbo den wordt deel te maken van de werk mansgenootschappen te St-Petersburg en er langer dan eene week te verblijven. Volgens inlichtingen uit St-Petersburg, die uit de beste bron voortkomen, zou Rusland vast besloten zijn ten opzichte der Porte en Engeland eene krachtdadige houding aan te nemen, indien de egyp- tische konventie niet wordt gewijzigd, alvorens de sultan ze bekrachiigde. Er worden toebereidsels tot eene gewapende betooging in Armenië gemaakt. Men zou er gevolg aangeven, indien de sultan han delde onder de drukking van Engeland. Stad Aalst. Kermis 1887. 400 jarig jubelfeest des Beiaards. Aalst, de frische en bevallige vlaamsche stad, die heden zoo wat twintig duizend inwoners telt, was vroeger tijde nog meer bevolkt. Lang was zij de hoofdstad van een oppergebied. De Graven van Aalst heerschten over Geerardsbergen en over honderd twee-en zestig dorpen. Dit was irachtig. Verder, Aalst was fier over laren oorsprong, gesticht zijnde door de Gothenin411. Zulks zegde men toch; want, de steden zijn gaarne oud, juist het omgekeerde der vrouwen die zich gaarne verjongen. Aalst herinnerde zich ook Philips van den Elzas, die. in 1175, het Graafschap van Aalst met Vlaanderen had samengesmolten. Ten jare 1360, waren hare talrijke golhische huizen in assche jelegd, door eenen verschrikkelijken irand en zoo hevig had het vernielende vuur gewoed, dat men van Gent de vlam men zag. Trolsch was zij ook over hare beroemde zinspreuk van 't jaar 1200 nee spe nee melu, bediedende dat zij noch door beloften noch voor vrees genaakbaar was. Aalst was van muren omgeven, en meermaals had zij beleg te onderslaan. Nu, in 1487, twee jaren-na de groote pestziekte die in drij maanden twaalf honderd inwoners ten grave sleepte, woonde te Aalst, in de Lange-Zoutstraat, een klokgieter, met name Bartholomeus Koeck. Zijn moederlijke zuster was de echtgenote van Dirk Martens, die de boekdrukkunst in Nederland inbracht. Ten onrecht werd deze roem aan de Vla mingen betwisttegenstrijdige aanspra ken berusten op geen gegrond bewijs. De grafstede van Dirk Marlens prijkt in de St-Martens kerk van Aalst, op rechter kant van den koor. Bartholomeus had een zoon, die later, door zijn vernuft, bouwmeester en schilder van keizer Karei werd, en die stierf in 1560. of het weeskind. 2* Vervolg. 11. Zij wilde de dame Mondeville baren dank uitdrekken doch zij was zoo zeer aangedaan, dat zij geene woorden kon vinden. Zij wierp eenen leederen blik op hare weldoenster, kus te hare hand en beproeide dezelve met baro lianen, Ook de weduwe was diep bewogen en weende insgelijks van aandoenine. Kom, mijn kind, sprak zij, kom nader en omhels mij. Gij zult in mij eene moeder aan treden, die voor uw geiuk en welzijn zal zor gen. De weduwe nam afscheid van den geestelij ke, en begaf zich met baar aangenomen kind naar de woning harer nicht, terwijl de eerw heer Moreau nog denzelfden avond naar den oom van Rozina ging om hem de gelukkige ver andering aan te kondigen, die er in den toe stand van bet kind was ontstaan. Des anderendaags 's morgens verliet M* Mon deville met Rozina in een rijtuig de stad Ruu aan, om zich naar een buitengoed te begeven, hetwelk zij in de omstreken van Parijs bezat. Het kind wa$ in zijn nieuw verblijf ten hoogste in zijnen schik, en wanneer zij des avonds in Nu, in 1487, was Bartholomeus inge lijfd in de groote confrérie van St-Arjaan en 't schijnt dat hij daarover ten uiterste tevreden was. Hij had immers een goed en braaf vrouwtje, iets wat dan toch ook zoo zeldzaam niet is als men dikwijls zeggen hoort. Zijne wederhelft heette, Pharaïldis. Zij was wakker en pront van persoon, lustig en vrolijk van aard, en tevens godvruchtig en christelijk. Haar zat ook wel iets dichterlijk in den bol, zooals ge uit 't volgende bemerken zult. Op een' septemberavond van 1487 was Bartholomeus van de herberg thuis ge bleven. Aan den heerd gezeten, hield hij zich met lezen bezig, en ledigde met zijne Pharaïldis een kruikje gentsch garslbier. Weldra, gingen zij aan 't kouten Bartel, sprak de vrouw, hetgeen gij vervaardigt, is welluidend en schoon. Uwe klokken geven eenen zilverklank om welken zij 't land door gezocht worden en, zie, als ik ze maar hoor, dan ben ik vrij gelukkig. Maar, in uwe plaats, met de gedachten, inbeelding en talent die gij bezit, wou ik mijn naam beroemd maken. Uwe klokken,hoe schoon ook, zijn slechts de verbetering van 'tgeen vóór u gemaakt wierd. Gij moest uitvinden. Dit heb ik dikwijls gepeisd, Pharaïl dis. Zelfs heb ik reeds eenig gedacht daar over. Maar, vindt niet uit al wie wil. - Denk aan Paus Sylvester II, die, zoo men zegt, de horlogiën uitvond ook nog aan dien kundigen hologieraaker van Kortrijk, wiens meesterstuk over honderd jaar, door Philips de Stoute naar Dijon werd overgevoerd. Ja, mijn Bartel, gij moest wereldberoemd worden. Dat wou ik wel, zei de klokgieter, onder 't drinken van een' vollen teug. Na een oogenblik mijmering, sprak hij 'k Heb er dikwijls op nagedacht maar 'k herhaal het nog, vindt niet uit al wie wil. De horlogiën zijn gevonden geweest, vroeger zelfs dan wij het gelooven. Ik, ik zou iets willen voortbrengen in mijn vak. De klokken zijn toch wel een prachtig instrument, bijzonder als men ze van verre hoort, zoo met drij of vier tusschen een, en verschillig van galm. Iets kan ik toch al 'k heb het gewikt, gewogen en berekend, dit is eene gamma, of klanklad der van klokken. Met de acht toonen, zal ik eenige arias spelen kunnen. Maar.... ik zou zoo vier of vijf octaven noodig hebben. Dan, Pharaïldis, dan zou het grootsch, overheerlijk zijn. Denk eens eene muziek voor gansch eene stad, een concert voor een gansche volk, eene har monie die als uit de locht zou neérdalen, welke men aan alle vensters hooren zou, die langs elke deur zou binnendringen, die in de kleinste straatjes hare klanken werpen, en het onmeetbare ruim vervul len zou. Ja, daarmeê zou ik de bedroefde herten opbeuren grijzaards, vrouwen en kinders zouden mij op maat toejuichen. Oh dit ware schoon en... dat kan ik. Maar, om op «1 die klokken te spelen heb ik twee handan noodig per octaafdaarbij baar nel kamerken was gekomen, knielde zij, alvorens zich Ier ruste te begeven, neder en bedankte God voor zijne goedertierende lei ding. De wedewe Mondeville, die eene goede op voeding had ontvangen, verwaarloosde niets om het bert en den geest van baar pleegkind te vormen en met uultige kundigheden te ver sieren zij gelukte hierin volkomen Rozina leerde vlijtig en maakte bewonderensweerdige vorderingen. Hare weldoenster bepaalde zich hier niet bijzij onderrichtte haar levens in alles wal bet band- en huiswerk betreft 6D gaf haar ook eene godsdienstige opvoeding in één woord, de weduwe liet niets onbeproefd, om Rozina zóó op te leiden, dal zij eens als eene voortreffelijke persoon in de maatschappij zou kunnen optreden en voor zich zelve zor gen, indien ooit de wisselvallige fortuin haar den rug mogt keeren. De wees beantwoordde volkomen aan de verwachting harer weldoensterzij was ïeve- rig en werkzaam, en veroorzaakte baar, door bare uitmuntende hoedanigheden, eiken dag meer en meer vreugde. Ik dank u, goede God, zegde de weduwe dikwijls in zich zelve, dal gij mij hel denkbeeld in de kerk te Rouaan ingegeven hebt, om dal weeskind bij mij le nemen, de dankbaarheid en liefde die het aanminnig kind mij toedraagt, verschaffen mij hel zoetste genoegen, ja maken mijn grootste geluk uit. III. ii Onder de leiding van M' Mondeville nam Ro- nog veel, ja veel plaats waar die geno men Maar, meende de vrouw, indien ge zoo met menschenhanden te werk gaat, dan zal men uwe muziek zeer zeldzaam hooren. Bij elke uur zou zij ons moeten verlustigen. Kunt ge dan niet, gelijk in de horlogiën, eene mekaniek uitvinden om al uwe klokken te doen klingelen Zeker toch, vrouwtje indien eene kracht de klepels bewegen kon, ware zulks mogelijk. Laten we eens nazien de toonen of noten heb ik in de verschil- lige klanken mijner klokken, wier dia meters met den diapason zullen in ver band staan, 't Zal wel gaan. Eens dat ik geene menschenhanden behoef om ze te doen spelen, kan ik ze allen, ten getalle van twee-en-dertig, hangen in eenen toren. Onder haar plaats ik eene trom mel of rol, waarop ik de noten zal zetten bij middel van pinnen de pinnen zullen eenen wipstok raken verbonden aan een ijzerdraad, en deze zal eenen klank voort brengen door een hamer of klepel. Ja, ja, 't is doenlijk, Maar hoe de beweging dier trommel in maat gehouden Door een raderwerk, gelijk in de horlogiën. En hoe de trommel doen draaien Wel, mijn Bartel toch gij hebt reeds alles gevonden, en ge zit met zoo iels in verlegenheid. Er is immers eene horlogie in 't Belfort van Aalst. Plaats uwe klokken erboven met de rol of trom mel, en doe deze draaien door de meka niek die de uren slaat. Best zoo, vrouwtje, riep Bartholo meus blijmoedig uit. Zoo is 't volmaakt. Ja, mijn goede Pharaildis, bienen drij maanden zult gij die muziek hooren. Prachtig, edelmoedig zal ik wezenik wil dat zij dagelijks spele, alle uren, alle halve uren,., en dat mijn naam de wereld door beroemd zij Drij maanden later, op Kerstdag van 1487, was de gansche stad Aalst in vreugd en vrolijkheid. Gedurende de vijf minuten vóór middernacht klonk aan de ooren der inwoners eene nieuwe, ongehoorde en ongekende muziek, wier betooverende zilverklanken werkelijk uit de ruime locht neerkwamen. Van dan af zond het Belfort van Aalst alle dagen, alle uren een ver rukkend en kosteloos concert over de stad henen. Het nieuws der zonderlinge uitvinding van Bartholomeus Koeck werd weldra ruchtbaar. Van alle kantenen landstreken kwamen er nieuwsgierigen naar Aalst zij verstonden zich uit dit wonder niet, hoorden het met verbazing en geluk en gingen hunnen eerbied bewijzen aan den genialen klokgieter der Lange-Zoutstraat. Verschillige steden gelastten Koeck haar een muziektuig te vervaardigen gelijk dat van Aalst. In 't begin speelden zij qua drilles, en daarom noemde men ze qua- drillons, en bij verzachting carrillons. Na weinige jaren vond men ze in Belgisch Vlaanderen, in Fransch Vlaanderen, in zina dagelijks in goede hoedanigheden toe en was op haar achttiende jaar een toonbeeld van deugd en schoonheid, die nog door hare zedig heid werd verhoogd, welke in geheel haar uiterlijke, in al hare handolngen uitblonk. lntusschea zond de Voorzienigheid, welker oordeelen ondoorgrondelijk zijn, de goede we duwe eene zware beproeving over. Op zekeren nacht werd baar huis, met al de geldweerden en meubelen, de prooi der vlammen, en het vernielend element nam zoo snel toe, dat zij en Rozina nauwelijks den tijd hadden van zich zelve te redden. Deze slag trof de dame zwaar nogthans was zij onderworpen in haar lot. Zij begaf zich met Rozina naar Rouaan en ging daar de wo ning van hare onlangs overledene nicht betrek ken. Rozina, zegde M* Mondeville op zekeren dag tol hare aangenomene dochter, ik heb u reeds gezegd, dat het overige mijner fortuin in handen van eenen bankier te Parijs berust. De helft daarvan is voor mij toerijkend, om stil te leven de andere helft zal voor uwe huwelijks- gifte dienen. Spreek mij van geene echtverbintenis, zegde Rozina, ik wil bij u blijven. Ik heb hel geluk met u gedeeld, ook zal ik de wedervveer digheden metudeelen. U-verlaten, dierbare weldoenster, neen, dat nooit Ik weel het, mijn kind, dat gij mij niet zult verlaten, zegde de weduwe, terwijl zij een' traan van aandoening uit hare oogen wischteik ken uw gevoelig en dankbaar hert. Do Hemel wille er u over loonen het Atrechtsche, en in eenige steden van Picardië. Maar, zonderling, die schoone volksmuziek ging weinig verder. De ca-' rillon var. Dijon werd van Kortrijk ont voerd. Parijs heeft er eenen gehad, in den toren der Samaritaine. De carillon van Duynkerke is zeer gekend deze der groote kerk van Antwerpen beslaat uit negen-en-negentig klokken. Gent bezit een schoonen Beiaard. Wij zouden aan onzen plicht te kort blijven, spraken wij niet van den welklinkende beiaard van Mespelare, een dichterlijk dorpje op den Dender, tusschen Aalst en Dendermonde gelegen. (Vrij naar Collin dePlanct.^ 'Om de geschiedenis van den Aalster- schen Beiaard te vól maken moeten wij nog het volgende aanstippen. Den 6 Juli 1879, om half een uur des nachts, riepen eensklaps de noodklanken der alarmklok de Aalstenaren te been. Het vuur was in den toren van het eeuwenoude Belfort uitgeborsten. Zoo ras en zoo hevig woed de het vernielende element dat er aan geen blusschen te denken viel. Het hout werk vlamde als solferstekken en de metalen zangers van Koeck vielen uit de hoogte, als onder eene jammerklacht, in den vuurgloed neder. Op de acht-en-der tig klokken des Beiaards werden er alzoo achttien gesmolten of gebroken. De toren is nieuw opgetimmerd, de klokken her goten, en weerom zend de schoone Bei aard zijne vervrolijkende zilvertoonen over de fraaie vlaamsche stad henen. In ons volgend nummer zullen wij een belangwekkend artikel mededeelen, door den geleerden M. Fétis in de Gazette Musicaleneêrgeschreven. Daaruit zal men kunnen oordeelen, welken moed en kunstliefde, welke geest-en spierenkracht welke bewonderensweerdige zelfsopoffe- ring de Beiaardist te pande stelt, telkens dat bij zijne vrolijke Concerten en keurig muziek, in zilvergalmende klokkenge- klingel over de stad henenwerpt. Den volgenden dag was M* Mondeville door de koorts aangetast en moest te bed blijven. Rozina ging onmiddelijk den geneosheer roe pen, welke verklaarde dal de ziekte bedenkelijk was en de grootste zorgen vereischte. Dit berigt dompelde de goede Rozina in diepe droefheid. Met de grootste nauwgezetheid volgde zij de bevelen van den doktor en ver zorgde de lijdende op de liefderijkste wijze. Den nacht bracht zij in eenen leuningstoel bij het bed der kranke over, en was op bet minste gerucht gereed, om de verlangens der ziekte te voldoen. Zes weken bracht Rozina alzoo in zorgen en bijna onophoudelijk waken door. Haar gelaat werd bleek en mager zij gevoelde zich onge steld doch haar moed en hare teedere gene genheid ondersteunden haar, en zij had thans het genoegen haar vurig verlangen vervuld te zien hare weldoenster werd hersteld. Mijne dochter, zegde de weduwe op ze keren morgen, ik ben te zeer beloond voor het goed dat ik u heb willen bëwijzen alvorens u te keDnen. God zal het u eens honderdvoudig lk heb slechts mijne plicht gedaan, zegde RoziDa, en zat nooit naar weerde al het goed kunnen vergelden, dat hij mij bewezen hebt. In zuur en zoet zal ik altijd aan uwe zijde slaan, en nu naar mijn vermogen immer onder steunen,zoo u andermaal ziekte of ramp mocht treffen. Helaas, da weduwe had den lijdensbeker nog niet lol op den bodem geledigd de ban- Een goed voorbeeld. Het gebruik der vlaamsche taal voor het gerecht wint meer en meer veld, zegt het Fondsenblad. Woensdag, 22 dezer, deed de advokaat Eug. Dauge als curator in eene failliet, verslag over den toestand van de zakeu des gefailleerden en bediende zich van de vlaamsche taal onder de dertig schuld- eischers die opgekomen waren, bevonden er zich twee die alléén fransch verston den. De curator ruimde spoedig die moei lijkheid uit den weg en vertaalde huu kortbondig in het fransch den inhoud zijner mededeelingen. Eenieder was te vreden, en ook van gevoelen dat de advokaten beter zouden doen doorgaans zóó le bandelen. Dat zulks een spoorslag weze voor onze jonge vlaamsche advokaten, die ter koop handelsrechtbank zich van de vlaamsche taal, wij zullen niet zeggen niet willen, maar niet durven, bedienen. kier, die het overige van haar vermogen in handen had, ging bankroet. Gesterkt door den godsdienst, aanveerdde zij dien nieuwen slag met moed en gelatenheid enkelijk scheen Ro- zina's toekomst haar te bekommeren. Mijn kind, zegde zij dikwijls ik ben met uw lot bewogen wat gaat gij toch gewordeuf Al wal God in zijno alwijsheid beschikt, zeide Rozina doch wat u betreft, mijn hert zegt het mij, dal hij u niet zal verlaten. IV. In aanzion der moeielijke omstandigheden, waarin zij zich thans bevonden, had Rozina weldra een besluit genomen. Op zekeren mor- gend verliet zij stilzwijgeud de woning en begaf zich naar de kerk van Saint-Ouen. Het is in deze kerk, zeide zij in zich zelve, dat de weduwe Mondeville mij gered heefthet is ook hier, dal ik op mijne beurt baar zal rodden. Bij deze woorden knielde zij voor het Maria beeld neder, en smeekte de troosteres der be drukten om hulp en bijstand. Rij het eindigen van haar gebed, voelde zij baar hert verlicht en verliet de kerk bijna gezamenlijk met eene dame, wier goedaardig gelaal haar een zeker vertrouwen inboezemde. Madame, zegde Rozina, verschoon mijne "vrijpostichbeid u hier le durven aanspreken en u eene gunst le verzoeken. Spreek vrij, antwoordde de dame goed willig ik luister. (Worm voor mum).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1887 | | pagina 1