NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
rosina'
Zondag 10 Juli 1887,
10 centiemen per nummer.
41ste Jaar, M° 2169,
ARONNEMENTPRIJS
ANNONCENPRIJS
Politiek overzicht.
De Beiaardspeler.
Onze Beiaard
DE DENDERBODE.
Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
Ir. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen.
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutslraat,
N° 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, tr. 1,00 Vonnissen op
3« bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdagavond.—De onkosten der kwitantiën door de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Calque Soma.
ALLST, 9 JULI 1887.
Frankrijk.Wet op de vreemdelingen.
De fransclte kommissie, die zich met
de laks op de vreemdelingen bezig houdt,
heeft woensdag M. Fallières, minister
van binnenlandsche zaken, gehoord.
Deze verklaarde dat hij bereid is. bij
middel van dekreten, afdoende maatrege
len toe te passen, ten einde de identiteit
der vreemdelingen op het fransch grond
gebied te besiatigen en hen te bewaken.
Het vraagstuk der taks ging hem niet
aan, zegelt- hij dit moet geregeld worden
door eene wet. Het dekreet, betrekkelijk
de policie-maatregels, zou kunnen worden
genomen, zonder de stemming der wet
af te wachten.
De kommissie verzocht den minister
gevolg aan, zijne verklaringen te geven.
Van een anderen kant bevindt zich het
fransch gouvernement, aangaande deze
taks, in eene groote vérlegenheid.
Het vraagt zich af of deze maatregel
wel gepast is, en of men niet beter doen
zou zich te vernoegen met de vreemde
lingen, die zonder middelen van bestaan
zijn over de grenzen te zetten.
Graaf von Munster, gezant van Duitsch-
land te Parijs, werd woensdag door M.
Flourens in gehoor ontvangen. Hij deed
den slechten indruk uitschijnen, welke
de onmiddellijke stemming aangaande de
dllitsche sterke dranken heefl gemaakt.
De wet op de sterke dranken, geschikt
voor den uitvoer, werd in Duitschland
slechts na langdurige beraadslagingen
gestemd, en al de belanghebbende gou
vernementen werden er van verwittigd.
Wal de mobilisatie van het leger aan
gaat, graaf von Munster is overtuigd dat
Frankrijk het recht heeft, in vredestijd,
tot deze proefneming over te gaan. De
fransche republiek zou echlerniet moeten
verwonderd zijn, indien Duitschland en
Italië dit voorbeeld navolgden...
Geven deze woorden van den duitschen
gezant geene stof tot nadenken
a Weinige personen in Frankrijk weten
wat een beiaard is en zelfs in de Neder
landen, waar menige dier klokken-speel-
tuigen gevonden worden, is hunne be
werktuiging of mechanismus bijna alge
meen onbekend. Men aanziet den beiaard
als hel versiersel van een publiek uur
werk en, daar men het klokkengespel
allé uren of meer nog hooren mag, zoo
verstaat men niet gemakkelijk wat de
beiaardist daarop verrichten kan. Dikwijls
nochtans, in sommige steden,laat de bei
aard büifengewoone accoordenen ariasin
hetruiin henenvaren. Dan hoort men niet
of het weeskind.
3* Vervolg.
11.
Alsdan verhaalde Rozina hare geschiedenis,
zonder iets te verzwijgen de goedheid van
hare weldoenster de gelukkige dagen, die zij
beleefd hadden de rampen, die baar hadden
getroffen, en den ellendigeu toestand, waarin
zij zich nu bevonden.
De dame scheen bewogen en vroeg
En welk is thans uw verlangen
Om werk te krijgen en alzoo in de nood
wendigheden mijner ongelukkige weldoenster
te kunnen voorzien.
Maar gij zijl or niet aan gewend
Ik zal er weldra aan gewoon zijn, mada
me met goeden wil vermag men veel
Maar zeg eens, waaraau zou men u kun
nen bezigen
Aan borduur- en bijzonder aan tapijtwerk,
madame.
Wel nu wij zullen zien. Vergezel mij naar
mijne woning. Ik zal u eec aanbevelingsbrief
meer het gewend aria van uur, half uur
of kwaart, maar min of meer bevallige
melodijen, nu trage, dan snelle welklin
kende stukken, eene min of meer regel
matige harmonie, volgens het talent van
den kunstenaar die de klokken spelen
doet. Nu is er geene kwestie meer van
rol of trommel. Het is een muziekant, een
harmonist die in zulke feesten het klok-
kengetuig bespeelt, en die met de vuisten
en met de voeten de toonzettingen van
Mozart en Rossini uitvoert. Deze kunst
ts zeer moeielijk, en vereischt tevens veel
inbeelding, vlugheid en lichaamskracht.
Het is dus niet genoegzaam, dat men
een beiaardspeler lioore. om zijn talent
en bet moeielijke zijner kunst te beoor-
deelen het is noodig dat men hem in
zijne lastige oefeningen bezig zie. Twee
klavieren heeft hij voor zich het eerste
voor de handen om de hoogere klanken
voorts te brengen het andere moet met
de voeten bespeeld worden, en hoort tot
de bassen toe. Van eiken klepel der klok
ken komt een kloeken ijzerdraad zich met
het onderste uiteinde van elke klavier-
toets in verband stellen. De toetsen zijn
eene soort van pin of korte stok, welke
de beiaardspeler met vuistslagen of voet
stampen om laag duwt. De kunstenaar
houdt zich op eene zitbank, genoeg ver
heven opdat zijne voeten den grond niet
zouden raken, maar loodrecht en met
kracht op bet klavier der groote klokken
nederkomen.
Om die groote klokken Ie doen spelen,
is er eene buitengewoone spierenkracht
noodig. Zoo hevig en zoo snel zijn de
oefeningen met beide armen en voeten,
dat de artist bijna onmogelijk al zijne
kleedingslukken behouden kan. Hij speelt
dan zijn overjas uil, rolt de mouwen op
en niettegenstaande deze voorzorgen is
weldra zijn gansche lichaam met zweet
overdekt. Eenegeheele uur lang, dikwijls
moet bij die ruwe taak, die lastige gym
nastiek volhouden hetgeen hij slechts
met de grootse moeite verrichten kan.
Meermaals, na zijne zware oefeningen, is
hij verplicht naar bed te gaan rusten
en in vele steden zou men moeielijk eenen
beiaardist vinden, ware het niet dat de
beiaard zeldzaam moet bespeeld worden.
Alzoo wordt de kunst van den beiaard
speler, door M. Fétis, in de Gazette mu-
stcale beschreven. Ar wat hij de geleerde
toonkundige over bet bespelen van het
klokkengetuig neerschijtt is de echte en
volle waarheid. Maar, hier moeten wij,
uit rechtvaardigheid eenige woorden rep
pen over onzen talentvollen, onvermoei-
baren en kunstliefhebbenden beiaardist
van Aalst, M. Robert Van de Maele. Wan
neer hij de Aalstenaren dikwijls door liet
uitvoeren van twintig dertig arias op zijn
klokkenmuziek vereerd enbetooverd heeft,
dan komt hij, dikwijls in volle zweet, ja,
maar toch onvermoeibaar weèr naar be
neden. Vijf en dertig ja ren reeds werpt hij
het welluidend klokkenmuziek bijnaelken
dag, uit het belfort neder. Zoodanig is
hij door de liefde zijner schoQne kunst
bezield, zoodanig ook heeft de langdurige
voor de firma Montreuil medegeven, en ik twij
fel niet of gij zult er werk aantreffen. Daaren
boven geloof ik, dat de Hemel uwe edelmoedi
ge onderneming zal zegenen.
Zonder verwijl deed het mt-.isje wal de goede
dame bevolen bad. Zij begaf zich naar hel aan
geduide magazijn van borduurwerk, en werd
door M'. en Montreuil vriendelijk ontvangen,
welke, na lezing van den brief on na eenige
verdere ondervragingen, haar werk beloofden,
er bijvoegende dat zij honderd franks in de
maand zou verdienen, zoo zij aan de verwach
ting beantwoordde.
Met het hert vol vreugde snelde Rozina naar
hare weldoenster, die inmiddels ongerust over
haar lang uitblijven was geworaen, vertelde
baar in eenige woorden wat haar wedervaren
was en voegde er ten slotte bij
Ik Wist wel, dal God ons in onzen nood
niet zou verlaten. Wees verzekerd, dat wij nog
gelukkige dagen zullen beleven.
Mijn lief kind, zegde de weduwe, terwijl
vreugdetranen hare wangen bevochtigden, gij
doet meer voor mij clan ik voor u gedaan hob
de Hemel wille er u voor zegenen
Ja, de Hemel zou haar zegener.dit ook had
de achtbare pastoor Moreau gezegd, welke met
den toestand der weduwe was bekend en haar
reeds troost en hulp had verschaft.
Des anderendaags 's morgens ging Rozina
naar het gekende magazijn en begaf zich aan
hel borduurwerk. Do eerste proeven bevielen
bijzonder wel, en nauwelijks waren er eenige
oefeningzijner ruwe taak,hem in lichaams-
en spierenkracht doen aanwinnen, dat hij
het lastige beiaardspelen als voor een niet
aanziet en tevens bijna zoo gemakkelijk
als een pianist, zijn klokkenmuziek brom
men en klingelen doet.
Ter gelegenheid der 400"* verjaring
van onzen beiaard, zien wij met fierheid
en dankbaarheid terug naar het geheugen
van onzen Bartbolomeus Coecke, die in
1487 het sclioone speeltuig uitvond. Met
echt geluk nemen wij dezelfde gelegenheid
waar, om hier openbaarlijk de hulde van
onze diepgevoelde bewondering en war
men dank, aan onzen vermaarden bei
aardist, M. Robert Vande Maele, uit te
drukken. Lange jaren nog moge hij zijn
hooggeplaatste betooverend instrument
bespelen, tot verheerlijking der kunst, en
tot blijde genoegen zijner medeburgers.
Wie de bemerkingen leest die Rommsn
De Snul uit Den Dendergalm over ons
artikel Iets over onzen bei
aard maakt, verkrijgt weldra de over
tuiging dat zij werden neêrgeschreven
door een van die liberale jannen welke
den ongemeenen luister onzer Kermis
feesten willen benevelen,omdat zij tegen
strijdig zijn aan hunne politieke bereke
ningen en plannen.
Het Jubelfeest van morgen zondag is
dan ook, zegt hij, met een kiesdoel inge
richt, want ons Bestuur kan zelfs het voor
wendsel niet inroepen van den A00" verjaar
dag der inhiddiging van den eersten aalsier-
schen beiaard.
Om zijne beweering te staven, haalt hij
voor eerst aan dat volgens onze eigene
bekentenis, er in de stadsrekeningen van
1487 geene spraak is van de werken door
B. Coecke alsdan aan den Beiaard ver
richt.
Altijd vervalsclien, altijd liegen en
bedriegen, ziedaar de weinig deftige han
delwijze der scbrijvelaars van Den Den-
dcrgalm. Wij willen bier onze woorden
teruggeven ten einde onze geëerde lezers
te laten oordeelen
Wij nemen aan dat er in bedoeld
werk (Geschiedenis der stad Aalst)niet
gesproken wordt van 't jaar 1487, wan-
neer, volgens de bestaande en aange-
a nomen overleveringen, op Kerstnacht,
te middernacht, voor de eerste maal
onze Beiaard voor het uurslag speelde
bij middel van een mechanism waarvan
Bartholomeus Coecke de uilvinder is....
maar wij vragen het, is het feit hierom
valsch?
Het is dus niet van de stadsrekening
van 1487 dat wij spraken.
Volgens Bommen dus, is er in de reke
ning van 1487 geen spraak van Coecke...
Waarop is deze beweringgestaafd?.. Kent
bij deze rekening... en beeft hij dezelve
geraadpleegd om dit te durven bevesti
gen.
Wij gelooven het niet. Wij zijn integen
deel van meening dat deze rekening, even
dagen verloopeu of zij onderscheidde zich,
door vlijt en kunde, onder al hare medegezel-
linnnn.
Wat de weduwe Mondeville in den aanvang
smertte, was dat zij den geheelen dag van Ro
zina was gezcheiden. Immers zij beminde haar
zoo toeder, zij was zoo zeer aan haar gewoon,
zij hoorde zoo geeme de woorden van troost
en zalving van hare lippen vloeien Doch het
noodlot gebood zij moest zich onderwerpen.
Des avonds echter, wanneer het meisje te huis
kwam, dan werd de weduwe opgeruimd, en
dan waren eeB paar uren, onder aangename en
afwisselende gesprekken, als oogenbhkken
vervlogen.
M. en M* Montrieul waren reeds bejaarde lie
den, die door beleid en werkzaamheid met den
handel een schoon kapitaal hadden vergaderd.
Het waren personen van den echten stempel,
met echt godsdienstige princiepen. De deftig
heid en oprechtheid in handel en wandelston
den bij beo vooraan. Deugd en kunde wisten
zij naar weerde te scbatten, en echtten hieraan
meer prijs dan aan aardsche schatten en adel
lijke titels. In één woord, eik rechtschapen
bert moest hen achten en beminnen. Hun eeni
ge zoon Edward bezat al de beminnelijke hoe
danigheden zijner ouders, en maakte huo
geluk, hunne vreugde uit.
Rozina had door haar inschikkelijk karakter,
als zoovele andere,doorde eene of andere
oorzaak werd vernietigd of is verloren
gegaan. Immers indien de heeren De Pot
ter en Broeckaert welke alles hebben op
gezocht en uitgepluisd,bedoelde rekening
hadden kunnen raadplegen voorzeker
zouden zij zich verhaast hebben in hunne
verdienstrijke geschiedenis onzer stad,
aan te stippen dat zij niets behelsde be
trekkelijk de uitvinding van onzen Coecke.
Dit zou overigens de onomstootbare ge
grondheid hunner zienwijze op dit punt
bewijzen.
Trekt het klokkengespel, vraagt Bom-
men, zijnen naam beiaatd van hel vroe
e ger gekend werkwoord beiaarden, of
wel is dit laatste werkwoord slechts
ontstaan met de uilvinding van 't klok-
kenspel Hij is geneigd het laatste te
o gelooven. Om een rap en levendig lui-
<r den aan te duiden had men het woord
kleppen en was het woord beiaarden
overbodig (?!f?) gebruikt men nu, in de
vlaamsche gemeenten, dit werkwoord
in den hooger gemelden zin dan schijnt
de rede ervan hieruit voort te spruiten
dat men daar, waar geen beiaard be-
staat, min of meer bet klokkenspel wil
nabootsen en aan die nabootsing den
naam van het nagebootste geeft.
Dus de mechanische beiaard is volgens
hem geene verbetering van 't slagen met
een hamer op de klokken maar dit slagen
is de nabootsing van 't beiaarden.
Indien dit kon aangenomen worden dan
zou Audenaarde, reeds vau in 1409 een
beiaard hebben gehad alwaar noglftans dit
jaar van beiaarden werd gesproken.
Nergens heeft men tot hiertoe kunnen
•ntdekken dat Audenaarde op dit tijdstip,
eenen beiaard met klavier bezat.
Wij willen doen opmerken dat er tus-
sclien kleppen en beiaarden een oneindig
verschil beslaatkleppen zijn de een-
toonige of tweetoonige klanken der in
beweging gebrachte klok, verkregen door
den slag van den klepel,terwijl beiaarden
of T slagen met den hamer op de klok
vele verschillige toonen verwekt volgens
het gedeelte der klok dat door den hamer
rapper of trager,harder of zachter getrof
fen wordt... Hierin bestond eene bezon-
dere behendigheid die licht te begrijpen
valt, en wellicht muntte Moenkinne den
beyaerdere in 't vak derwijze uit dat hij de
vermelding van zijne naam weerdig was.
Het schijnt ons dus onbetwistbaar dat
de beiaard met klavier de verbetering
is van 't beiaarden verkregen door 't sla
gen met den hamer op de klok...
Rommen De Snul schrijft verder dat het
voor hem stellig is dat Aalst niet later
dan in 1461 eenen Beiaard heeft verkre
gen, en deze Beiaard zou verveerdigd ge
weest zijn door meester Vranken den
orloymaker van Mecheline.
Wij houden staan dat uit de besprokene
stadsrekening van 4461-62, onbetwist
baar blijkt dat meester Vranken alsdan
bare onverpoosde vlijt en deftige handelwijze
weldra de achting en het vertrouwen van M.
en Me Montreuil ingewonnen, welke reeds van
den beginne af hadden bemerkt dat zij eene
bijzondere goede opvoeding had genoten en
grondige kenuissen bezat Ook werd, na ver
loop van een tiental weken, haar het bestuur
over het bordeur-vverkhuis opgedragen en haar
maandgeld aanmerkelijk verhoogd. Hierbij
heeft 't nietvan hare onkrenkbare eerlijkheid
en kunde overtuigd.werd het beheer van 'l uit
gestrekte magazijn haar vervolgens toever
trouwd, waarvan zij zich volkomen weerdig
toonde.
Edward, aan wien de uitmuntende hoedanig
heden vau Rozina niet onopgemerkt waren ge
bleven en die dezelve hooger schatte dan af
komsten rijkdommen, vroeg en bekwam, met
toestemming zijner ouders, hare hand, oiider
voorwaarde echter, dat de menscblievende
weduwe, welke haar als hare dochter opgeno
men en liefderijk verzorgd had, bij haar zoude
blijven, waarin gereedelijk werd toegestemd.
Eeno maand later werd in de kerk ven Sainl-
Ouen het huwelijk ingezegend door den eerw.
heer Moreu, die, na het voltrekken der gebrui
kelijke plechtigheden, zich tol het verbonden
paar do ouders van Edward de weduwe Mon
deville en de getuigen wendde en onder andere
zeidc
De wegen van God en zijne aanbiddelijke
raadsbesluiten zijn wonderbaarHij weel bet
lijdend herte hulp en troost aan te brengen,
niet eenen beiaard maar wel eene horlo-
gie heeft geleverd*
Eu inderdaad Clause Polet, schepen,
begaf zich in 1460 of 61 naar Mecheline
en Beudeghem, omme te vernemene
ende te beziene naer zeker wark van
orloye ende slachwark, dier ghemaect
hadde meester Vrank dorlovmaker van
Mecheline-
Hier kan toch van niets anders spraak
zijn dan van eene horlogie of uurwerk
met slag van ure en half ure.
Indien het wark van hor toy e van
Mecheline en Beudeghem, klokkengespel
ware geweest, dan zouden deze beide
plaatsen reeds lang.' vóór Aalst èenen
Beiaard hebben bezetten. Nu, nergens in
de geschiedenis wordt vermeld dat
Meehelen en nog veel min Beudeghem.
een gehucht van Moorsel volgens MM.
De Potter en Broeckaert, te dien tijde
reeds met eenen Beiaard begiftigd waren.
De rekening betaald aan meester Vran
ken bewijst nog duidelijker dat het
slechts eene horlogie was die hij leverde
slaende up <le clocke (in 't
enkelvoud) ende appeelkens
van den voors ljelfroote.
Mag men met recht niet beweren dat
er slechts eene klok en verder 't geen
men de appeelkens heette in den toren
van ons Belfort hingen, en die eene klok
en die appeelkens ('t geen, volgens ons,
slechts eene mindere klok kon wezen,)
konden geen beiaard samenstellen.
Ten andere wij herhalen het indiep het
hier een klokkengeluid goldt, veroorzaakt
door bet mekanism der horlogie, dë re
kening zeu van beiaarden hebben gespro
ken iets wat alsdan goed gekend was.
Niets bewijst ook dat de klokken die
't zelfde jaar gegoten werden bestemd
waren voor den beiaard die meester
Vranken zou gemaakt hebben. Ongetwij
feld is 't op deze nieuwe klok en klokje dat
de horlogie ure en half ure sloeg, en dat
zij verder ook dienden om er door eenen
opvolger van Moenkinne te laten op bei
aarden.
Een uurwerk, zegt meester De Snult
om ure en half ure te slaan, heeft maar
eene klok noodig... 't Is waAr, doch hij
vergeet dat daar waar er twee zijn, de
ure op de groote klok en de half ure op de
mindere wordt geslagen, gelijk het hier
heden nog 't geval is... En wie zou er
met eenigen grond kunnen betwisten dat
de horlogie, in i#6i-62,doormeesltr Vrank
verveerdigd, ure sloeg op de groote klok
en halfure op de appeelkens T
Nu, wat waren die appeelkens, waar
toe dienden zij, en werden hierdoor ver
scheidene klokjes aangeduid f
Wij denken dat wij hier slechts met
een enkele klok van mindere grootte te
doen hebben en welke diende om aan
het volk 't sein ter vergadering te geven,
bet, naar aard van 't geluid, op zekere
plaatsen en uren, bijeen te roepen om er
over de algemeene zaken te beslissen.
En hieruit dien naam van appéelkens,
bijeenroepingen.
wanneer men er zich het minste aan verwacht.
Hij verlaat degenen niet, die hun vertrou
wen op Hem stellen. Slaat eene arme weduwe
hare stervende blikken ten hoogo, om hem te
bidden zich over haar kind te ontfermen, dan
zendt Hij zijoen beschermengel noder. Smeekt
een ouderloos kind weenend in zijoen heiligen
Tempel de Moeder-Maagd van het toch niet
zonder steun te laten, dan werkt Hij in bet hert
eener deugdzame weduwe medelijdende ge-
lens op de reine bede wordt getroostzij
neemt het tot haar kind aanZendt Hij in
zijne wijsheid ons beproevingen overslaat
zijne hand soms eene wond. Hij zalft en heelt
ook weder en weet alles tot ons welzijn te
doen strekken. Ook het minste goed, zelfs een
teug water in zijnen naam den armen toege
reikt, wordt door Hem in het groet gedenkboek
aangeteekend of zelfs dikwijls op "aarde be
loond Weest dan volgens uw vermogen uwen
lijdenden natuurgenoot behulpzaam en vooral
verlaat het Weeskind niet
M. en M* Montreuil gingen een klein buiten
goed betrekken en lieten den handel aan hun-
een zoon over met eene huwelijksgift van
50,000 franks. God zegende hel huwelijk en
de ondernemingen van Edward en Rozina din
de weduwe Mondeville als eene moeder be-
mipden cn tot aan hare dood liefderijk ver
zorgden. x
EINDE.