NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. Zondag 17 Juli 1887, 10 centiemen per nummer. 41ste Jaar, N° 2171, ABONNEMENTPRIJS ANNONCENPRIJS Politiek overzicht. Leest en oordeelt Onderlinge bijstand. Kiezing voorde Handelsrechtbank. DE DENDERBODE. ;)it blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars fr. 3,28 voor zes maanden fr. 1,73 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Eange-Zoutslraat, N° 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands. Per drukregel, Gewone 18 centiemen Reklamen, fr. 1,00 Vonnissen op 3e bladzijde 30 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. l'uiqüe Nu ii rti AÏJ.ST, 16 JULI 1887. Frankrijk. De fransche Kamer heeft SCHE het wetsontwerp aangenomen waardoor aliteit I de ruiterij-regimenten worden vermeer- tvsche; derd, ten einde niet langer in geringer ondergeschiktheid te staan tegenover de duitsche ruiterij. De herinrichting van de linietroepen, en het vormen van 18 nieuwe regimenten voetvolk, werden insgelijks met eenpa righeid van stemmen aangenomen. Feesten van l^S «Juli. Eene groote levendigheid heerscht in Parijs maar de orde wordt tot hiertoe niet gestoord. Bij de wapenschouwing van het schoolbataljon heelt men her haalde malen geroepen Leve de Repu bliek. Van af half drie ure was het verboden in de nabijheid van het Elysée te staan, doch de doorgang was niet verboden. De menigte stond vooral opgehoopt op de Avenue des Champs-Elysées om de troe pen te zien voorbijgaan. Dit volk scheen slechts uit nieuwsgierigheid toegestroomd te zijn, en was zeer vreedzaam. De policiedienst is goed ingericht en heeft de strengste bevelen ontvangen. Ten 4 ure verschijnt het rijtuig van den voorzitter der republiek. Men roept Leve Grevyl Nevens M. Grevy zit M.Rou- vier en de officieren van het militaire huis. Alles is kalm. Ten 3 ure heeft men ook M. en Mad. Wilson in een rijtuig bemerkt. Op ganschden weg die M. Gre vy heeft afgelegd, wierd hij begroet door de kreteu Leve de republiekLeve de voorzitter. De minister van oorlog werd zeer koel onthaald. Toen M. Floquet verscheen, riep men hier en daar Leve Boulanger De Pont de la Concorde was bezet met volk dat bedaard, den stoet zag voorbijgaan. Jongelingen, in een rijtuig gezeten zin gen C'est Boulange, lange.... Zij zijn de eenigen, die wat gerucht maken. De voorzitter der republiek fis van de wapenschouwing teruggekeerd zonder dat de orde eigenlijk werd gestoord. Aan de Cascade hoorde men roepen Leve Boulanger Dezelfde kreten werden ge hoord toen de voorzitter der republiek te Longchamps is aangekomen. Gedurende de wapenschouwing heeft men geroepen: Leve Boulanger Leve Grévy Weg met Boulanger De wapenschouwing heeft drie kwart- uurs geduurd en was geëindigd ten 5.40 ure. De menigte heeft de troepen herhaal de malen toegejuicht. M. Grévy is naar liet Elysée teruggekeerd ten 6,20 ure. Een groep waaronder 51. Rochelort zich be vindt, schuifelt een weinig. Men prote steert hevig. DE t* Vervolg. Vergeef mij, antwoordde dc lange mijn heer, maar 'voor alles moet ik u ééne vraag doen, waarop ik vrees dal ik mij zeiven slechts al te goed bei antwoord heb gegeven. Het is zeker nog niet Tang, dat gij dezo betrekking te Vaones vervult Nauwelijks twee jaren. Nij dunkt, daar was ik zeker van het loopt mij alles tegen riep die mijnheer uit alsof hij tot zichzelven sprak. Gij schijnt wol teleurgesteld te zijn, her nam de pastoor. Inderdaad... Ik zal niet pogen, om u mijne teleurstelling te ontveinzen, ik had er op ge rekend bier nog den ouden pastoor aan te treflen, die zoovele jaren dit dorp hoeft be stuurd. Eilaas die waardige man is dood.... op dit oogenblik is hij bij God, en zonder dal dat gebeurd ware, zou ik thans niet iu zijne plaats zijn want hij had het gezworen, dat Wanneer hij in het Elysee was geko men, schreef de voorzitter der republiek dadelijk eenen brief aan generaal Ferron, minister van oorlog om hem zijne be wondering uit te drukken voor de goede orde welke onder de troepen heerscht. Ten 5.45 ure hebben de regimenten Longchamps verlate»1, zonder ongeval. Er waren geene incidenten behalve aan het bosch van Boulogne waar eene nog talrijke menigte stond te roepen Leve Boulanger Boulanger moeten wij heb ben Parijs 9 ure 's avonds. Men heeft een heerlijk weer gehad voor de wapenschou wing men rekent dat er 250,000 perso nen tegenwoordig waren. In den tribune van den voorzitter der republiek zitten al de minister, leden van het diplomatisch korps een groot getal afgeveerdigden en senators. De Boulangistische afgeveerdigden wa ren er bijna altemaal. 1200 gendarmen en wachten handhaaf den de orde. Omstreeks 3 ure, toen generaal Ferron vertrok, werd er een hevig gefluit aange heven. Ten 4.05 ure kondigt het kanon de komst aan van 51. Grévydan verdubbelt het geschuifel. Bij het terugkeeren der ministers heeft men hier en daar het geroep hehoord Ontslag Ontslag Twee aanhoudingen werden gedaan gedurende de wapenschouwing. Rome. De Osservatore Romano ver klaart dat de inlichtingen gegeven door de engelsche bladen over de verzoening van Italië met den H. Stoel gedeeltelijk onjuist zijn. Dezelfde bladen beweeren formeel dat de reis van kardinaal Jacobinihet protck- toraat betreft van Frankrijk over de katholieke missiën in China. Geene gelegenheid laten de liberalen ontsnappen om gedurig te herhalen Gij, katholieken, hebt de belastingen door 't voorgaande liberaal ministerie ingevoerd hardnekkiglijk bestreden en nu gij de macht in handen hebt, blijft gij die zelfde belastingen behouden. Dit verwijt wordt door de liberalen als zoo ernstig en zoo gegrond aanschouwd dat de luiksche pacha Frère zelve het, tijdens de beraadslaging over de verster kingen der Maaslijn, naar 't hoofd van 51. Beernaert slingerde. Nu, ten einde in deze zaak met kennis te kunnen oordeelen is 't noodzakelijk eens den toestand na te gaan waarin de staatsfinanciën,bij 'taftreden van meester Frère en zijne slipdragers, zich bevonden. Toen het huidige katholiek ministerie, in 1884,'t bestuur in handen nam, be vond het zich voor een te kort van 23 millioenalle de besturen lagen 't onder ste boven dank aan de schandalige geld- hij dit dorp, waarin hij zoovele dierbare herin neringen achterlaat, niet verlaten zou maar, bijaldien ik u zijne afwezigheid kan doen vergeten door u den dienst te bewijzen, die gij van hem hadt verwacht, reken dan op mij... Mijnheer de pastoor, ik vrees dat gij daartoe bij al uwen goeden wil, niet ik staat zult zijn en gij zult mij dezen twijfel vergeven, als gij weet wat er van de zaak is. Vergun mij om mijn verhaal van het allereerste begin aan te vangen, zoo u de tijd niet ontbreekt. Ik heb den lijd wel.... ik moet altijd den tijd hebben om cenen dienst te bewijzen. Spreek slechts. Ik heet de markies dc Bongard, en hoe wel iku zou kunnen toeschijnen een grijsaard te zijn, ben ik even wel slechts vijf-en-veerlig jaren oud. Zoo mijne hairen grijs zijn en mijn gezicht doorploegd is met diepe rimpels, komt het daarvan, dat men spoedig oud wordt, on der den druk van hel ongeluk, en het ongeluk heeft mij niet ontzien om mij met zijne zware slagen ie treffen. Vijftien jaar geleden trouwde ik mol juffer de Coëtlon, eene jonge Creool- sche, die te Parijs geene bloedverwanten had en wier vader en moeder uitgestrekte bezittin gen hadden in Mexiko, waar zij ook woonden. De eerste jaren van onze echtverbintenis wa ren, eilaas al te korthel geluk bad langer moeten duron. Mevrouw de Bongard, mijne echlgenoote had mij een' zoon geschonken, verspillingen in schoolzaken waardoor de uitgaven merkelijk de inkomsten over troffen. Alles weêr in orde brengen, was een reuzenwerk en toch, het katholiek mini sterie nam het aan en sloeg moedig en ieverig de handen aan 't werk. En wanneer wij op de bijna drij leste jaren terugblikken, wat zien en onder vinden wij De crisis in landbouw, nijverheid en handel nam geenszins af en de inkomsten verminderden altijd voort. Doch dit heeft niet belet dat 1° Het tekort werd verminderd. 2° Daarna totaal werd gedempt. 3°Hetjaarlijksche te kort van 23 mil lioen in een overschot veranderde. En dit gebeurde niet door vermeerde ring van belastingen maar door verminde ring Immers het katholiek ministerie ver minderde 4° De belasting op de sterke dranken. 2° Het accijnsrecht op 't bier. 3° Het recht op 't planten van 't tabak. 4* De vervoerprijzenvan den spoorweg. 5° De tolrechten op de rivieren en vaarten. 6° Het registratierecht op de verwisse ling van landelijke goederen. 7° De invoerrechten op den koffij. 8° Het registratierecht op de huurpach- ten. en 9° Het ministerie schafte het zegel recht op de brandverzekeringen af. Ondanks het dempen van het tekort, on danks alle deze verminderingen, werden overal nuttige openbare werken van allen aard uitgevoerd en nog bovendien alles hersteld wat de liberalen lieten tot puin vervallen. Nog moeten wij doen opmerken dat de oproeren in't Walenland door de libera len gestookt, eene som van tien millioen hebben verzwolgen. Ten slotte bestatigen wij dus dat het katholiek ministerie, ondanks den slech ten tijd, België van 't Staatsbankroet heeft bevrijd, de lasten merkelijk verminderde, groote openbare werken heeft uitgevoerd en al de gaten stopte die de liberalen in de Staatsgeldkas hadden gemaakt En nu geëerde lezers oordeelt Er zijn, volgens het leste verslag van de kommissie der maatschappijen tol on- derlingen bijstand, in ons land 208 erken de en 445 niet erkende maatschappijen en 6 voorzienigheidskassen voor de mijn werkers, met een gezamenlijk ledental van 201,757. Dit verslag werd opgemaakt op 't einde van 1885. In 1886 werden er nog 15 maat schappijen erkend. Het verslag merkt met spijt op dat de maatschappijen over 't algemeen weinig zorg aan den dag leggen voor het reser vefonds, dat als het voornaamste bestand deel van hunne werkzaamheden zou moe toen wij eensklaps 't bericht ontvingen, dat eene wreedaardige ziekte, die in die heele landen al te dikwijls voorkomt, de geele koerts namelijk, do moeder van mijne vrouw in wei nige uren lijds had weggerukt en dat haar vader haar dringend verzocht om toch onmid dellijk en zonder toeven naar Mexiko te ko men. Hij gevoelde zich door de dood van zijne dierbare gezellin in het harte gewond, en op zijne beurt wilde hij niet sterven, zeide hij, zonder zijne dochter te hebben wedergezien. Hermance zoo heette mijne vrouw wilde zelve haren eerstgeborene zoogen, en zij was reeds met die aangename taak begon nen, toen wij deze tijding ODtviogen. Wij moe ten vertrekken zij bezat te veel gevoel om doof te blijven voor het bevel van haren vader wij maakten er ons werk van om voor mijnen zoon eene minne te vinden. Eene vrouw, die in het dorp woondo, kwam ons, bij alles wat wij van haar hoorden, geschikt voor, en wij ver trouwden haar ons kind toe, dat wij, geduren de de maand, waarin wij ons voor 't vertrek gereedmaakten, het geluk hadden voorspoedig te zien opgroeien. Na aan de min een geheel jaar vooruit te hebben betaald, want onzo reis zou omtrent zoo lang duren, vertrokken wij in het volste verlrou\ven, dat ons kind goed ver zorgd was. Eilaas onze reis was zeer treurig, en van het oogenblik af aan, dat ik dit noodlottig schip betrad, dagleekende mijne ongelukken. Mijne vrouw werd ziek en stierf, toen wij in ten beschouwd worden, om bij gelegen heid de versleten werkliê ter hulp te komen. Ziehier het gemiddelde bedrag der uit gaven, per deelnemer, aan de erkende maatschappijen, gedurende 1886. Geldelijke onderstand fr. 8,49. Dokter1,26. Geneesmiddelen 1,39. Begrafenis 0,47. Bestuurkosten 1,22. fr. 12,83. De gemiddelde bijdrage per lid beliep fr. 11,58, waarbij moet gevoegd worden voor boeten fr. 0,59 te samen fr. 12,17. HANDEL EN NIJVERHEID. Fransche Landbouw. 5Ien zendt uit Parijs het volgende telegram aan het Handelsblad. Het schoone weêr bleef voortduren. Slechts in de leste dagen deden zich in verschillige landbouwstreken herhaalde onweeren voor. Ofschoon zij ook over- groote schaê aanrichten,zijn zij toch door de landbouwers hartelijk onthaald, want men klaagde ergover de droogte. Op het gebied der granen zijn de tij dingen van alle kanten gunstig de oogst wordt ieverig voortgezet en zal weldra in goede voorwaarden geëindigd zijn. De nog vallende regen kan niet dan voordee- lig zijn aan de haver. De wijngaard behoudt eene uitmunten de stelling en blijft voor aanvallen be waard. De teelt van den beetwortel laat zich zoo goed niet aanzien in de zware gron den van het noorden, waar de zaai vroeg wordt gedaan hij komt echter beter op indeAisne-, Somme- en Loire-departe menten en in den omtrek van Parijs waar den grond lichter is. De oogst is erstig bedreigd en zal slechts een geringen uitslag opleveren de weers verandering is hem echter gunstig. HM Il| Volkskamer. Donderdag had de stemming plaats over het art. 3 van 't wetsvoorstel d'Oul- tremont, 't welk den persoonlijken dienst of de afschaffing van de plaatsver vanging voorstelde Er waren 435 leden tegenwoordig, dus waren er slechts 3 leden afwezig, 2 liberalen 5151. Crombez eu Tesch en 1 katholiek 51. Janssens. Verhaasten wij ons te melden dat deze noodlottige voorstel werd verworpen met 69 stemmen tegen 62. en4 onthoudingen. Gansch de liberale linkerzijde en 22 leden der rechterzijde en brusselsche onalhankelijken stemden voor. De katholieken welke voor den per soonelijken dienst stemden, waren 5151. Beernaert, De Becker, de Chimay, de Mo- reau,de Pilteurs.Drion, Dumon, Nothomb. Thouissen, Vanden Peereboom, Leo Vi- sart. De onafhankelijken welke eene gun- volle zee waren wel had ik den kapitein, ja ik bood hem mijn vermogen aan wanneer hij mij haar liet behouden maar men weigerde het, omdat het niet gebalsemd kon worden, en ik had het verdriet, dat ik het stoffelijk over schot in zee moest zien werpen de Oceaan werd haar graf. Dit verhes en daarbij het ge mis aan eene behoorlijke begraafplaats maakte de smartelijkste van al mijne rampen uit, en toch weet God hoeveel andere rampen ik nog heb ondervonden. Eens, wij vorderden met onzen overtocht, zag ik al de matrozen op het dek in de grootste onrusthet gelaat van den kapitein teekende groote bezorgheid de he vige en droge noordenwind deed al de masten kraken. Dat was de voorbode van een allerhe- vigsten storm, die welhaast boven ons los- barstto. Onze masten krakten, en bet vaartuig, dat op de blinde klippen geworpen werd, spleet geheel open en liet hel water in, dat ons overstroomde. Wij leden schipbreuk, en wel dra zag men op de golven wrakken van het vaartuig en menschenhoofden die langzamer hand verdwenen, Ik had mij instientmatig vast geklampt aan een groot wrak, dat mij, ik weet niet hoe, naar eene andere kus overvoerde, alwaar ik na verloop van eenigen tijd, weder bijkwam, midden onder de wilden. Het waren roodhuiden,misschien van den wreedstenslam Maar om te zeggen, wal ik in hun midden heb uitgestaan, dat is mij onmogelijk. Het was dan geen stam van roenscheneters vroeg de pastoor met levendige belangstelling. stige stemming uitbrachten, zijnMM. de Borchgrave, Delebecque, de Mérode, De Smedt, d' Oultremont, Merjay, Par- mentier,Simons, Slingeneyer, Somzéeen Systermans. De onafhankelijken welke tegen stem den zijn MM. Bilaut, Henrard en Stroo- bant. Onthielden zich 5151. Snoy, A. Visart, Beeckman en De Burlet, alle vier toehoo- rende tot de rechterzijde. Deze stemming zal door de katholieken van gansch 't land met vreugde vernomen worden en er de katholieke meerderheid en vooral onzen moedigen vertegenwoor diger M. Woeste voor altijd dankbaar over blijven Op 't einde der zitting werd door den heer Voorzitter lezing gegeven van een wetsvoorstel strekkende tot herziening der art. 47 en 56 onzer grondwet, onder- teekend door zes leden der liberale min derheid. Verder hield de vergadering zich onledig met hel wetsontwerp tot beteugeling der dronkenschap. Donderdag 14 dezer heeft alhier de kiezing plaats gehad voor drij leden en leverde den volgenden uitslag op lpBur. 2e Bur. Total. Ingeschrevene kiezers 306 269 575 Getal stemmers 32 30 68 Witte cn nietige briefjes 1 1 2 MM. Desiré Levionnois, voor zitter 29 31 60 Gustaaf De Coen. rechter 28 30 58 Stanis Vander Brempt, rechter-plaatsvcnanger 28 27 55 Men weet reeds dat onze Stedelijke Po litie,verledene week,van den heer Procu reur des konings bevel ontving de houders van draaimolens op onze Foore staande, te verwittigen dat ze voortaan hun stiel tje moesten staken,wilden zij zich niet a&n gerechterlijke vervolgingen blootstellen, aangezien die molens als loterijen aan schouwd worden verboden bij art. 5543 van het strafwetboek. Verder werd hen nog aangezegd dat zij, in tegenwoordig heid van een lang gedoog, gedurende onze Foore zonder eenige vrees mochten laten voortdraaien. Elkeen weet dat deze maatregel werd genomen ter uitvoering van eenen om zendbrief des heeren Procureur-generaal aan 't Verbrekingshof. Ehwel volgens Den Dendergalm is het zoo niet, en is de schuld hiervan niemand anders dan ons Stedelijk Bestuur 't welk door eene onverwachte toepassing zeer onrechtveerdig die menschen hun brood ontrekt. Kan men nu meer kwade trouw aan den dag leggen dan De Dendergalm het weêr in deze zaak doet Ons dunkens zouden die kramers, gaat De Dendergalm voort, het recht hebben schadeloosstelling te vergen aan a de stad. Die spelen waren immers de verledene week verboden gelijk nu, en Goddank nietmaar ik verzeker het u, dat ik het een tijd lang geloofde, en dat ik aan genaam verrast werd, toen ik hen eenen das voor hun avondmaal zag gereedmaken. Eilaas mijne straf werd niettemin voorbereid ik be greep uit hunne gebaren eerder dan uit hunne gesprekken, dat ik veroordeeld was om ben tot eeue schijf te dienen bij hunne oefeningen in hel boogschieten, en dat mijn hoofdhaar de belooning zou zijn van hem, die er bet behen digst in was. De wanhoop waarin hel verlies van mijne vrouw mij gedompeld had, deed mij naar den dood verlangen. Ik vernam daarom zeer koelbloedig de tijding van bet lot dat mij was bereid, hetwelk mij aangekondigd word door eenen wilde die Engelsch sprak. Mijne gelatendheid ging bij hen voor moed door. Moed is de schoonste deugd, zelfs bij die wilden, welke mij met bewondering begonnen aan lo zien. De toebereidselen tot mijne straf oefening werden gemaakt, maar ik veranderd® volstrekt niet, en de wilden, die door mijne koelbloedigheid gedurig al meer en meer iu geestdrift waren ontvlamd geworden, maakten mij los en schonken mij genade, op voorwaar de dat ik met hen zou optrekken tegen een na- burigen stam. Men waarschuwde mij daaren boven, dat, wanneer ik trachtte te vluchten, ik zonder medelijden gedood zou worden. Ik nam die voorwaarde aan. en ik leefdebijnazes jaren lang onder die wilden. (Wordt voortgizet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1887 | | pagina 1