NIEUWS- EN AANKONOIGINGSBLAD VAN OE STAD EN T ARRONDISSEMENT AALST. Donderdag 28 Juli 1887, 10 centiemen per nummer. 41ste Jaar, N° 2174. DE DENBERBODE. ARONNEMENTPRIJS dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars Ir. 3,*o voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutstraat, N» 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands. ANNOIVCENPRIJS Per drukregel, Gewone la centiemen Reklamen, fr. 1,00 Vonnissen op 3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond.De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Caiqae Saam. AELST, 27 JULI 1887. Politiek overzicht. Frankrijk. Zaterdag werd te Senlis aan M. de Hérédia, minister van openba re werken, een banket aangeboden. De voorzitter der koophandelskamer van het departement der Oise vroeg welke de hervormingen zijn, die de minister wil verwezenlijken. De minister antwoordde Wij willen eene politiek van vrede en verzoening. Een der genoodigden riep uitGij volgt de politiek van vreesachtigen (pol- tronnerié). M. de Hérédia hernam De republiek berust thans in het buitenland op vaste gronden op het algemeen stemrecht en op het openbaar onderwijs. Europa volgt met deelneming de po gingen, die ons land sedert 17 jaar in het werk stelt, om het van den ondergang te redden. Al de volkeren zijn Frankrijk ge negen. Wij hebben den verplichtenden sol datendienst vier jaar noodig. Wij moeten ons vereenigen gelijk onze voorouders. Weg met den haat, die belet dat al degenen tot ons komen, die de verbroede ring tusschen al de Franschen verlangen. Eenige stemmen Wat wilt gij dan De minister Wij zijn partijgangers van den republiekaansche wettelijkheid wij willen geene politiek van vervolging en strijd. Frankrijk, Duilschland, Oostenrijk, Ne derland en België.hebbenvanhet engelsch gouvernement een omzendbrief ontvan gen, waarin hun wordt gevraagd of hel niet wenschelijk was, eene mternatioi ale konferentie bijeen te roepen, ten einde het vraagstuk van de afschailing of ver mindering der invoerpremiën, aan de suikernijverheidverleend, te bespreken. Generaal Boulanger heelt eene herin nering gezonden aan die, welke hem hielpen den 12 juli om Parijs te verlaten. Het geschenk is eene horlogie in zilver, op welke de gewezen minister heeft doen graveren Herinnering aan de betooging aan de statie van Li/on, 12 juli. (Gel.) BOU LANGER. De mecanicien en de stoker die den generaal naar Villeneuve hebben gevoerd en de wachters, die hem hielpen in den waggon stijgen, hebben elk een van die horlogies gekregen. Holland. 6. ond.wetsherziening Volgens het verslag .'«n het bureel van de Eerste Kamer der neau'iandsehe Sta- ten-Generaal, over de ontwei pen tot her ziening der grondwet, is de aanneming *an de ontwerpen van het gouvernement verzekerd, niettegenstaande de oppositie van een deel der Kamer aan de kiesber- vorming en aan het artikel betrekkelijk de nationale verdediging, DE 4' Vervolg. Heb dank, o God riep de pastoor uit terwijl hij op zijne knieën viel. Daarna stond hij spoedig op, evenals de Mar kies, die zich neven3 hem op de knieën had geworpeu, en naderde hel bed van den ge kwetste. Wel, mijn zoon, sprak hij hem goedig aan, is u zulk een groot ongeluk overkomen Ik ga slerveD, mijn vader, ik gevoel bet al te welmaar vooraf moet gij mij aanbooren. Is het eeno biecht, mijn zoon Moeten wij alleen blijven Het is eene bekentenis, mijn vader, en iedereen kan bier blijven. Laten wij ons den korten lijd, die mij overig is en dal ik mijn verstand heb weergekregen, ten nutte maken. Ik ben een brandstichter Eene diepe stilte heerschte in bet vertrek De meerderheid veroordeelt daarente gen het ontwerp Schaepman, strekkende tot vermindering der grondwettelijke waarborgen, wat aangaat de algemeenma- king en de onzijdigheid van het lager onderwijs. Duilschland. Uit Gaslein wordt ge meld dat keizer Wilhelm, over wiens ge zondheid voortdurend de gunstigste be richten ontvangen worden, tusschen den 5 en den 7 augustus, een bezoek van den keizer van Oostenrijk ontvangen zal. Italië. De U. Stoel en Italië. Wij hebben nu den tekst onder het oog van den brief, door Mgr Rampolla, kardinaal- sekretaris tot de nunciussen gericht, om te worden voorgelezen aan de ministers van buitenlandsche zaken, en betrekking hebbende op de mogelijke verzoening van den H. Stoel metdeitaliaanscheregeering. Ziehier de hoofdzakelijke inhoud van dit gewichtig stuk De H. Vader heeft in het konsistorie van 23 mei lestleden, eenige woorden ge richt tot Italië, dat is te zeggen, tot dege nen die weigeren den weg der rechtveer- digheid en wettelijke herstellingen in te slaan, en die nog steeds eenedwaze wor steling met het Pausdom blijven voort zetten. De machtige stem van het hoofd dei- Kerk heeft een diepe indruk op de ge moederen der Italianen gemaakt en vooral den vurigen wer.sch opgewekt, een einde te stellen aan een onhoudbaren staat van zaken, die aan allen noodlottig is, en en kel geschikt om de wenschen te voldoen van eenige mannen, die in den haat tegen de Kerk werden opgevoed. Het Pausdom is de voornaamste factor der wereldlijke grootheid van Italië en de machtigste en zekerste waarborgvoor zij ne eenige veiligheid. De vijanden van den vrede zijn zij, die de geschiedenis en elke pauselijke overlevering hebben verzaakt, en die poogden het nationaal gebouw op de pui- nen van het Pausdom op te richten. Zij vergaten dat dit gebouw vroeg of laat ineenstorten zou. In het italiaansch parlement werd onlangs door den afgeveerdigde Bovi eene vraag gesteld, ten einde alle denk beeld uit te sluiten van eene toenadering tot den H. Stoel. De ministers Zanardelli en Crispi bevestigden eenstemming dat Italië de behoefte niet gevoelt om zich met het pausschap te verzoenen en dat het niet genegen is eene toenadering toe te laten ten nadeele der rechten van het volk en met tusschenkomst der vreemde mogendheden. Sommigen hebben beweerd dat de H. Vader, om tot eene oplossing te ge raken, zijnen eisch van het wereldlijk gezag heeft laten varen. Zij geven alzoo eene dwaze uitlegging aan de pauselijke woorden zij vergeten niet alleen de uit drukkelijke verklaringen,in tegenoverge- stelden zin, voor dienzelfden Paus, maar ook de plechtige uitspraak van geheel het Episcopaat. op deze onverwachte belijdenis versmoorde ieder eenen kreet. Gij een brandstichter mijn zoon hernam de pastoor. 0 zonder dit nochtans te willen, mijn va der, maar dat denkbeeld welk mij, op denzelf- deD oogenblik, waarin ik mijn verstand heb wedergekregen, opnieuw voor den geest is gekomen, ontrust mij het geweten. Ik was van mijnen wagen gestapt om ceno sigaar aan te steken, toen ik herwaarts keerde, nadat ik mij ne gewone reis gedaan had. Ik weet niet hoe lang dat wel geleden is, maar mij dunkl het was gisteren. Ik weet niet recht, hoe het in zijn werk ging, maar hel fosfoorstekje dat ik tegen eenen boom had aangestoken, werd weg gevoerd, vloog, terwijl de solfer brandde, recht op eenen hooiberg aan, die niet verre van den weg slond. Ik was een oogenblik on gerust, liep naar den hoop, zocht naar hel fos foorstekje en vond hel niet. Dat stelde mij ge rust ik bleef een oogenblik daar, om te zien of hot niet begon te branden maar toen ik geenen rook of vlam zag, besloot ik te vertrek ken Ik klom weer op mijne kar, doch keek evenwel nu en dan eens om, maar ik zag niets, mijn paard ging steeds vooruit. Eindelijk was ik aan eene plaats gekomen waar de weg eene kromte maakt, en vooraleer ik nu de plaats uit bet oog verloor waar zich de hooiberg bevond, Dat in den tegenwoordigen staat van zaken de tijdelijke macht van den room- schen Paus eeu onontbeerlijke vereischte is voor de vrije uiloefening van het apos tolisch ambt. De H. Vader stelt tot voorwaarden voor de gewenschte verzoening den uit- drukkelijken eisch, dat men de gepleegde onrechtveerdigheid lierstelle hem al zijne rechten op het tijdelijk gezag terug geve. De rechten van Z. H. den Paus, als wereldlijk vorst, zijn gegrond op de wet- tigste en heiligste titels. Geen keizer of koning zou even als de Paus zijn tijdelijk gezag kunnen bevestigen door een bezit van meer dan twaalf eeuwen, gegrond op de giften van. vrome vorsten, op voortdu rende eischen, altijd door traktaten ge heiligd, op de bewezen diensten, niet al leen aan Italië, maar ook aan de andere natiën, die voornamelijk aan het Pausdom den graad van beschaving, waartoe zij zijn gekomen, en hunne bevrijding van de invallen der barbaren verschuldigd zijn. Deze titels en nog vele andere kunnen niet geschonden en nog min vernield worden door den gewonen bewijsgrond van het voorgewend volksrecht. Zonder de eenige krachtige waar borg van de wereldlijke macht, zouden de onafhankelijkheid van het vrij bestier der Kerk en de weerdigheid van den Paus niet verzekerd zijn. Wanneer de Pausberoofd is van zijne wereldlijke macht, is hij ook de onder daan en de gast van een ander gezag, en kan hij zijne geestelijke macht over meer dan 200 milJioen onderdanen van alle rassen en klassen niet uitoefenen, met dien uiterlijken glans, dien de Voorzie nigheid hem heeft toegekend, toen de verschillende volkeren en koninkrijken oprezen uit den schoot der kristenheid op de puinen van het romeinsche rijk. «Wanneerde Paus geen vorst is op zijnen Stoel, staat hij aanhoudend bloot gesteld aan vernedering, in vele opzichten ouweerdig aan de verhevendheid van zijnen rang. Bovendien zijn alsdan zijne huisgenooten, raadgevers, helpers en meêwerkers aan het vreemd gezag van een anderen vorst onderworpen. Uit dit alles blijkt dat noch de recht- veerdigheid noch de onalhankelijkheid, noch de werdigheid zelve van de Paus zouden kunnen worden gered, indien Italië voortging met den roof te behouden van de wereldlijke macht, tot groot na deel van den Apostolische Stoel. Door de verdrukking van de Kerk cn van den Paus, berooft Italië zich van de hoogste zedelijke macht die onmisbaar is voor ieder gouvernement. Indien ondanks al deze reden het ita liaansch gouvernement meende dat het geraadzaam is de vaderlijke uilnoodiging van den H. Stoel te aanveerden, dan zou het voortaan moeten Cophouden met den Opperpriester eene vijandelijke houding te verwijten het zou zich moeten ont houden den H. Stoel aan de vreemdegou vernementen aan te wijzen als de voor naamste oorzaak van een verschil, dat de oorzaak is van ernstige kwalen en alge meen betreurd wordt, d wilde ik nog eens zien, en mij docht ik zag op den grond iets als een lichtweldra scheen het mij toe eene vlam envervolgens een klomp vuur te wezen. In galop reed ik naar den hoop terug, hij slond geheel in vlam. Ik sprong van mijne kar en wilde een gedeelte van het hooi aan de vlammen ontrukken hel gelukte mij terwijl ik mij de handen en het gezicht brandde toen ik een luiden kreet hoorde en ik eene vrouw zag verschijnen die geheel in brand stond en die uitriep mijne kinderen mijne kinderen Groote God ik zie zo nog daardaar De gekwetste verborg nu zijn gelaat in zijne handen en gaf een luiden gil, terwijl hij be wusteloos neerviel. Ieders borst hijgde. Gerechte hemel, riep de Markies uit, als hij zijn versland maar weer niet verloren beeft! Men deed den gekwclste vlugzout opsnuiven waardoor hij weer tot zichzelven kwam. Welnu mijn zoon hernam de pastoor. Wat zeide ik, waar sprak ik over, mom pelde de stervende, terwijl hij verwilderds blikken sloeg op degenen gie hem omringden. Gij spraakt van oenen brand Ach Ja... Zie... Zie hernam de krank zinnige met afgebrokene woorden... eene arme vrouw, wior kleederen ook in brand slaan... zij loopt naar de rivier, boort... zij roept Koning Humbert. De geheele itali- aansche pers houdt bezig met een wisse ling van depeches tusschen Z. Em. den kardinaal Mgr Agostini, patriark van Venetie, en koning Humbert van Italië. Toen onlangs het wetsontwerp tot af schaffing der kerkelijke tienden, voor zoover deze in sommige streken van Italië nog bestonden, bij den Senaat aanhangig was, had genoemde kardinaal, namens het geheele episcopaat van Venetie, zich schriftelijk tot den Senaat gewend, na vooraf den voorzitter per telegraaf te heb ben verwittigd. De voorzitter antwoordde, dat hij het telegram nog had kunnen meêdeelen in de zitting, maar dat de briet zelf eerst was aangekomen, toen de werkzaamheden waren afgeloopen. Mgr wendde zich daarop per telegraaf tot den koning, meenende dat de konink lijke bekrachtiging nog niet had plaats gehad. Z. M. zond daarop de volgende merkweerdige depeche AanZ. Emin. den kardinaal Agostini, patriark van Venetië, Uw telegram is mij geworden, toen ik de wet reedsgeteekend had. In het bewustzijn daarmee mijn plicht vervuld te hebben, ben ik gerust omtrent het oordeel van God, de Kerk en de maat schappij. Ik wensch eene gunstige gelegenheid te hebben omu mijne bijzondere en eer biedige genegenheid te beluigen. (Get.) HUMRERT. Deze depeche werd het eerst afgekon digd door den Diritlo, die echter slechts door de onbescheidenheid van een of an deren beambte inhetbezit daarvan schijnt gekomen te wezen, want volgens de Fau- fulla is een onderzoek ingesteld om te ontdekken, wie de schuld draagt van het openbaar maken der depeche. De liberale pers is met 's konings hou ding natuurlijk zeer ingenomen In eenen brief die Z. H. de Paus aan Mgr Rampolla gericht heeft, zegt hij dat in België hel godsdienstig gevoel zeer uitgebreid is doch hij verlangt dat de weldoende invloed der Kerk nog immer toeneme. Z. H. wijst op de noodzakelijk heid in de barbaarsche landen missiën te stichten, om de volken die in het Oosten van de Kerk gescheiden werden tot deze terug te voeren. Griekenland vooral zou Leo XIII eenen anderen weg willen zien intreden. (Wij denken nadere tijdingen over dat schrijven te moeten inwachten.) Engeland. Fergusson heeft in het Lagerhuis verklaard, dat het gerucht van Stanley's dood. ongegrond is. De overeenkomst, betreffende de noor- dellijke grenzen van Afghanistan is door de russische enengelschekommissarissen onderteekend en moet nog alleen door de beide regeeringen worden bekrachtigd. mijne kinderen te Vannes. bij Michelin... Vrouw Gauthier, zijne zuster... Ach daar ligt zij in het water Zij verdrinkt, ach Opnieuw gaf Jacob een gil. opnieuw viel hij in onmacht en gudsio het bloed hem uit den mond. De kreet van den gewonde werd door een anderen kreet beantwoord het was de kreet van don vader, die zijnen zoon bad wc- dergevonden Vrouw Gauthierriep hij uit... waar zijn zij Waar is mijn zoon Eu de schok diec hij onderging, was zoo groot dat hij buiten kennis viel, op hetzelfde oogenblik waarop de gekwetste den laalsten adem uitblies. Toen hij in do benedenkamer van de hoeve weder bij zich zeiven kwam, stonden er twee kinderen naast hem. Alles kwam hem terstond voor den geesthij overdekte als het ware do kinderen met kussen, maar daarna stoolto hij ze van zich af, terwijl hij zich eensklaps op-, richtte en op een hartverscheurenden toon uitriep Wie van de twee is het nu wie van de twee Men kan zich de gemoedstemming voorstel len van den vader die zulke groote reden had om verblijd te wezen, en het toch met uit den grond zijns harten zijn kon. Wie van de twee riep bij nogmaals. Dit kon men, in weerwil van alle daartoe Bulgarië Prins Ferdinand van Sak- sen-Coburg heeft aan den russisclien ge zant te Weenen een bezoek gebracht. Deze heeft verklaard dat de czaar zijne kiezing nooit, aan welke voorwaarden het ook zij, erkennen zal. De czaar is bereid hem te ontvangen als prins van Saxen-Goburg, doch van Bulgarië mag er gedurende het gesprek geen spraak zijn. Volgens eene depeche uit Roestschoek zou het bulgaarsche regentschap ontslag genomen hebben, tengevolge van de wei gering van den prins van Coburg om de kroon ie aanveerden, alsook om de ont vangst welke dezen prins bij de mogend heden heeft gevonden. De regenten zou den er aan denken thans de kandidatuur voor te stellen van den hertog van Alen- COn, tweeden zoon van den hertog van Nemours, en dus even als Ferdinand van Coburg eenen kleinzoon van wylen koning Lodewijk-Filip. De Handelsproefnemingen in Belgie. Het uitvoerend Comiteit van den groo- ten Internationalen Prijskampvan Weten schappen en Nijverheid te Brussel-1888, heeft zeer goede maatregelen genomen om aan de kleinste handelaars van alle landen de middelen te verschaffen om, zonder kosten, voordeel uit den grooten prijskamp te trekken door hunne zaken in België te verspreiden. Het Comiteit heeft besloten dat de han- delsafdeeling eene groote hal zal bevatten waarin de stalen (échantillons) tentoon zullen gesteld worden, gerangschikt vol gens verschillend deel van handel en nijverheid, ter beschikking van al de Tentoonstellers. Ieder tentoonstellen zal over eene kas beschikken, van dezelfde groote als die zijner andere medebroe ders, zonder hoegenaamdverschil dan de firma en ander aanwijzing dan die der prijzen en kwaliteit. Er zullen geene belooningen aan deze afdeeling toegekend worden, aangezien zij, ten voordeele van de deelnemende handelaars, een handel museum en eene internationale verkooptoonbankvoorstelt. Dit gedacht is uitmuntend en de hande laars zullen gemakkelijk het nut er van waardeerendoor het grootgetal bezoekers welke van al de werelddeelen zullen ko men aangezien zij daardoor eene interna tionale vereeniging van klanten kunnen hekomen. *Volk.8kainei*.De Vergadering beraadslaagde gister Dijnsdag over 't wetsontwerp betrekkelijk de instelling overal waar de noodzakelijkheid er zich zal van voordoen, van een komiteit van bevrediging. Dees komiteit heeft tot doel de gemeenzame belangen van mees ters en werklieden waar te nemen, van de geschillen te voorkomen en desnoods te vereffenen die tusschen hen zouden kunnen opreizen. aangewende pogingen op dien oogenblik niet te weten komen. De arme vader had zijnen zoon wedergevonden, hij wist dat hel een van de twee kinaeren was die hij voortdurend bij zich hield, maar wie was zijn zoon wie van de twee De arme vader was buiten zich zelven, hij wist dat zijn zoon daar was... en kon hem den naam van zoon niet geven. Achik ben vee! ongelukkiger dan te voren!... sprak de markies, wanneer ik hem niet wedorgevonden had, dan zou ik altijd nog hoop hebben maar nu beb ik geene hoop meer. Ik zal nooit le weten komen wie van de twee mijn kind is Mor niet, Markies, God geeft u twee zonen in plaats van een'neem hen beide tol u en verwacht alles van Gods barmhartigheid. Do markies volgden de raad van den pas toor hij nam de kinderen met zich, maar bij weet nog niet wie van de twee bij m|jn zoon kan noemeu mijn zoon een naam zoo liefelijk om uil te spreken Zal hij het nooit te weten komen Maar ik beloof u, dal ik, wanneer ik het vernoem, mij haasten zal mede le deelen wie van de twee het is. Voor 3lsnog kan ik u slechts dit zeggen, dat de kinderen vau Vannes groote spijl hebben, dat zij den Maandagschen Mijnheer niet meer zien. - EINDE.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1887 | | pagina 1