NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 7 ARRONDISSEMENT AALST. TOOVERHEKS. Zondag 2 October 1887, 10 centiemen per nummer, 41sle Jaar, N° 2195, STAD AALST. Kiezing voor den Gemeenteraad van 16 Oktober 1887. De Wolf-Coevoet, Borreman Emiel, Meert-Schuermans, Limpens Emiel, id. j Liénart Karei, De Gheest Victor Claus Frans, Van Gyseghem-De Kegel, f De stad Aalst sedert 1 866. DE DENDÈRBODE. ABONNEMENTPRIJS Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,78 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutstraat, N" 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands. ANNONCENPRIJS Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr. 1,00 Vonnissen op 3" bladzijde 80 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Calque Saam. Donderdag jl. om 7 1/2 ure des avonds,vergaderden zich,in den Kring De Vriend schap, Korte-zoutstraat, de afgeveerdigden der verschillige sektiën en onderafdee- lingen, ten einde over te gaan tot de definitieve aanduiding van de Katholieke Kandi daten voor de aanstaande kiezing, De aftredende leden welke de vernieuwing van hun mandaat aanveerden, werden met eenparigheid behouden. Twee nieuwe kandidaten moesten aangewezen worden in vervanging van MM. Monfils Frans en Eeman Rudolf. 76 stemgerechtigden leden op 86 waren aanwezig. Naar luid van 't reglement moet men om als definitieve kandidaat te kunnen uitge roepen worden, de twee derden der stemmen bekomen. De uitslag der stemming gat aan MM. Claus Frans, geneesheer, 68 stemmen en Jozef Van Gyseghem-De Kegel, fabrikant, 64 stemmen. Deze beide heeren de twee derden der stemmen bekomen hebbende, werden als definitieve kandidaten uitgeroepen. Deze uitslag werd levendig begroet. Het schijnt ons niet noodzakelijk heden een verslag meê te deelen over de verkla ringen door deze beide heeren gedaan. Ongetwijfeld zullen zij dezelve vernieuwen op de algemeene vergadering der katholieke kiezers welke zal gehouden worden op Zondag 9 October aangt. te K ure des avonds in de Kring o De Vriendschap. De definitieve lijst der Katholieke Kandidaten is dus de volgende Aftredende Leden, Schepen. id. Raadslid. I id. id. Geneesheer. AELST, 1 OCTOBER 1887. Politiek overzicht. Duitschland. Baron von Schlözer, de gezant van Pruisen bij den H. Stoel, is dezer dagen na het eindigen van zijn ge woon verlof te Rome teruggekeerd en heeft de blijde tijding meêgebracht, dat de regeeringen van Baden en Wurtem- berg het voorbeeld van Pruisen zullen volgen, en hunne kerkelijke wetgeving zullen herzien. Bericht aan de radikale Pauihaters DE (3* Vervolg.) Blijft slaairiep de pastoor, haar den dorpel afsluitende gij kunt bun niet zien. Zijn zij hier niet Zij zijn bier maar zij hebben belooft de sluijer die bun bedekt niet af to leggen als na den heiligen dienst. Hunne «amen ten minsten, hunne nanten riep Dinah buiten haar zeiven. Het zoude den eed schenden zijn, ant- rroorde de priester want zij hebben gezwo ren bun maar kenbaar te maken aan hunne vrouwen, zusters, moeders, na hunne belofte volbracht te hebben. Eerbiedigt de verbintenis die zij hebben voor God aangegaan. Er verhief zich een gil van wanhoop, daar was als een oogenblik aarzeling. Elke vrouw noemde luidop haar vader, haar zoon, haar broeder of haar man, trachtende eene ant woord op het aangezicht van den pastoor te ontdekken maar de priester, zonder t« ver anderen ging voort met de heiligheid van de belofte te aanroepen en haar lot de onderwer ping aantemoedigen. Eenige eindelijk, niets als bare pijaelijke onverduldigbeid aanboorende, riepen uit dat zij haar lot wilden kennen. De d«rpsherder poogde vruchteloos haar te weder- De Gaulois bericht dat M. Sadoul aan den prokureur te Colmar zou geseind hebben dat de moord op MM. de Wan gen en Brignon met met voorbedachten rade werd gepleegd. Uit de verklaringen van 30 getuigen blijkt dat er verscheidene minuten ver- loopen zijn, tusschen het oogenblik dat M. Lebègue en zijne genoodigden aan den rand van het bosch verschenen en dit waarop Kaufmaun geschoten heeft. Toen deze al de jagers voor zich had, was hij zeker er een te treffen. houden, zij liepen naar eene tweede deur, en openden dezelve met hevigheid. Gaat dan zegde de priester veront waardigd gaat, breekt de belofte aan God gedaan maar vreest dat hij uwe heiligschen- derij strafTo, en dat diegene die eerst den sluij er der schipbreukelingen zal opheffen, te ver geefs zoeke dengene welken zij verwacht. Dinah, die op het puut was van buiten te gaan, sprong achteruit. Ah!... ik zal blijven, riep zij ver schrikt. Onderwerpt u en bidt, hernam de priester op eencn gebiedenden toon uwe onzekerheid zal niet lang meer duren. Ver draagt ze als eene straf voor uwe zonden. Uit verkorene of getroffene, denkt om uwe zielen tot den goddelijken wil te buigen. Dat elk van u, van dezen oogenblik af, zich wees of wedu we noeme dat zij deze pijnelijka opoffering aan haar hart oplegge en indien do geene die zij geloofde vergaan te zijn, seffens uit het graf opstijgt, dat zij daarin een mirakel zie, waar over zij God zal moeten bedanken zoo lang zij leve De vrouwen smolten in tranen en vielen op hare knieën. De pastoor trachle haar te beda ren met aan ieder eenen bijzonderen troost toe te sturen. Hij herinnerde hun de gelatenheid van Maria, de heilige patroones der bedrukte harten, en baar gezeid hebbende dat bij ging de mis van verlossing doen voor de schipbreu kelingen, noodigdc bij haar om zich met hem naar de kerk te begeven en hare gebeden bij de zijne te voegen Allen volgden, uitgenomen Dinah, die zich haastig omdraaide, bij de oude Timor aan den haard gezeten, liep en bare band vattende M. Lebègue heeft aan den Figaro het volgende schrijven gericht. M. de opsteller. Gij hebt mij wel het verslag willen sturen der Nordd. Zeit. en het plan dat er is bijgevoegd. Ik logenstraf ten stelligste de bewee ringen van den prokureur van Colmar. Naar ik weet, bestaat er slechts één en kelen weg, op de scherpe helling waar de misdaad werd gepleegd. i Die weg loopt op eenige meters van de grens, op franschen grond. Op dezen weg, en op geene andere plaats, werden mijne makkers getroffen. Zij zijn neven den weg gevallen en hebben zich niet meer verroerd. De bloedvlekken wijzen de plaats aan, waar de slachtoffers gevallen zijn. Eenige oogenblikken later zijn zij achter de denneboomen gekropen, vreezende dat er nog meer schoten zouden gelost worden. Daar ook vindt men bloedplas sen. De beweeringen der duitsche over heden zijn dus volkomen valsch, ik her haal het nog eens. Wat het woord haltaangaat, het werd nooit geroepen. i Ontvangt, enz. A. LE BÈGUE, a eigenaar van het jachtgoed. Naar men uit Berlijn verneemt, zullen er, ten vervolge op het diplomatiek over leg tusschen Berlijn en Parijs omtrent het gebeurde aan de Elzas-Lotharingsche grens, tusschen Duitschland en Frank rijk onderhandelingen worden geopend over een beteren modus vivendi voor het grensverkeer in de Vogezen. Hongarie. De hongaarsche rijksdag werd donderdag te Pesth door den keizer geopend. In de troonrede werd nadruk gelegd op de noodzakelijkheid van spaar zaamheid en van vermeerdering der in komsten zonder de natie te zwaar te be lasten. Met alle buitenlandsche mogend heden zijn de betrekkingen goed en van vriendschappelijken aarddoch zulks belet niet dat de volmaking van het leger eene eerste vereischte is. De regeering doet het hare om den vrede bewaard te doen blijven, en heeft gegronde hoop dat hij ook voor de toekomst verzekerd is. De Kreuzzeilung deelt meê, datvolgeus officieele berichten de sultan van Zanzi bar al liet kustgebied, dat hem bij het verdrag van 1 November 1886 was toege kend, aan de Engelschen en Duitschers heeft afgestaan. Tegen eene behoorlijke borgstelling ziet de sultan van eiken in vloed op de bedoelde gebied af. Gij kent degene dia gered zijn, zegde zij met eene verstikte slem. Ik antwoorde Anaïk. Gij hebt hun moeten tot Treguier tegen komen. He wel Johan waar is Johan De bedelares maakte een spottend gebaar. De priester heeft geboden te wachten, zegde zij. Keen, riep Dinah, die zich op hare knien liet zakken, de handen ie zamen ge voegd, het oog verdwaald. Ik smeek u, Anaïk, zeg of gij Johan gezien hebt, of gij hem hebt herkend Ah niet als een teeken van ja., of iiidien hij vergaan isHowol dat ik het wete 't is beier seffens te sterveu als te wachten Anaïk, Anaïk, weigert T raii niet! En wal zult gij mij geven voor mijn nieuws Al dat ik heb, riep Dinah uitwat wilt gij mijn ebbenen Rozenkrans mijn kruis Neem, daar zijn zij. Hel is niet genoeg. Hewel ziet daar nog den zilveren ring die bij mij gegeven heeftneem alles, Anaïk, alles dat ik in den wereld heb. Zij lag nog altijd aan de voeten der oude vrouw, prangende met de eene had haar kind tegen hare borst en aanbiedende met de andere haar kruis, haren ring en haren rozenkrans. Timor hield haar eenige tijd als zieltogende onder haren blik. Dan met cenen schaterlach Houdt alles, - zegde zij, ik heb liever de foltering van uw hart. Dinah schoot op en sprong buiten de hut. Ik was te diep getrollen om vreemd te blij- Engeland. Woensdag werd te Lon den, een belg van geboorte, den heer Polydoor De Keyser tot lord-mayor ver kozen. De nieuwe lord-mayor is gebortig van Dendermonde en is 64 jaren oud. Na de koningin-keizerin bekleedt onze oud-landgenoot de hoogste post van En geland. Italië. M. Crispi en mins von Bis - mark. Volgens een telegram aan Le Matin zou de italiaansche kabinets-over- ste, M. Crispi, na met koning Humbert te Monza gesproken te hebben, naar Frie- drichsruhe vertrokken zijn, waar hij door prins von Bismark ontboden werd. De ijzeren kanselier zou met hem over de volgende punten moeten onderbande len. 1° De oostersche kwestie en vooral den toestand in Bulgarie. 2° De voldoeningen te geven door het Quirinaal aan het Vatikaan, ten einde de verzoening tusschen het Pausdom en Italië tot stand te brengen. Tot bewijs van het tegenovergestelde, trekken wij de nauwkeurigheid van het leste gedeelte dezer lijding m twijfel. Dagelijks hooren wij zeggen Wat is onze stad toch veranderd Wat is zij net gewordenMoesten de Aalstenaren die sedert 20 jaren de stad hebben verlaten of gestorven zijn terugkeer en, zij zouden hunne geboortestad niet meer kennen Ze zouden in sommige kwartieren hunnen weg niet meer vinden De ware Aalstenaren gevoelen zich fier en gelukkig bij het bestatigen van den vooruitgang hunner geboortestad. En zij bekommeren zich weinig met de kwestie of die vooruitgang gebeurde onder 't bestuur van politieke vrienden of politieke tegenstrevers Aalst gaat vooruit, leve Aalst Het is ongehoord, maar het is toch zoo die gevoelens van oprechte fierheid worden hier in onze stad, door eenige personen, wij willen niet zeggen Aalste naren, niet gedeeld, of om beter te zeggen, een ander gevoel, een gevoel van haat en van spijt knaagt die lieden het hart af en dooft in hen de stem uit der natuur lijke liefde die elk rechtschapen burger voor zijne geboorteplaats gevoelt Zoo zien en hooren wij, sedertl6 jaren bij 't naderen van iedere kiezing, onze geuzen, in hunne kiesbladen, uitbazuinen Aalst kwijnt Aalst kruipt achteruit Aalst sterft uit l Aalst zal welhaast een beggijnhof gelijken Dat er menschen gevonden worden dom en blind genoeg om zich door dien kwakzalverspraal te laten beetnemen, ge- looven wij niet. Men hoeft immers maar ven aan het geen ging gebeuren Ik volgde haar. Dinah ijlde door het gehucht. Wij kwa men te gelijk aan de kerk. De vrouwen waren daar reeds verzameld hel waslicht blonk op don altaar de koorknaap had juist de lesse naar op zijne plaats gezel... Eensklaps ging de deur van hel sakristij open, en de zes scnip- breukelingen, verschenen gansch in baarklee deren gewikkeld... Eene doffe kerming weergalmde onder de vrouwen, eenige namen ontsnapten uit hel midden der snikken maar de sluijers bleven roerloos. Te vergeefs zoude ik trachten af te schilderen de sombere plechtigheid dozes too- neels. De stilzwijgenbeid die in de kerk heerschte was alleenlijk door de stem des priesters afgebroken en indien, bij tusschen pozen, zich hooren liet eene klacht, dan verhief zich zijne stem als om lot de verduldigheid weder te roepen en de klacht stierf verstikt!, wonderbare macht van den wi! op de mensche- Jijke ziel Al do vrouwen waren daar in afwachting van het vonnis dat over hun lot moest beslissen en allen, de handen op hun hart gekruist, bleven beweegloos. Mijne oogen zochten verscheidene malen Dinah zij zat aan den ingang geknield, met het voorhoofd opgeheven, hangende handen, en haar kind voor haar uitgestrekt gelijk een offer dat de slag afwacht zonder te danken om hem le vermijden. De pastoor zegde eindelijk het he, missa est. Eene siddering doorliep de memgt6. Daar was een oogenblik van uitsprekelijken angst. Al de hoofden helden vooruit, al de armen waren naar den altaar uitgesterkl. Verheft uwe zielen tot God zegde de priester en bij de hand nemende de eerste de oogen te openen en de hedendaagsche toestand te vergelijken met dengenen van 20 jaren vroeger. Maar vele onzer geachte medeburgers hebben geen geheugen van 't gene Aalst was in 1866, en hierom achten wij het noodzakelijk thans eenigeofficieele^cijfers aan te balen, 't gene de jongeren zal toela ten het nijdige en hatelijke schrijven der vreemdelingen of verbasterde Aalstenaars naar waarde te schatten. Waaraan kan men bestatigen dat eene stad voor- of achteruit gaat Een kind van 10 jaren oud zal ant woorden Eene stad die vooruit gaat, ziet hare bevolking vermeerderen. Eene stad die vooruit gaat, ziet hare bebouwde uitgestrektheid vergrooten. Eene stad die vooruit gaat, ziet den toestand harer ingezetenen verbeteren. Eene stad die vooruit gaat, ziet de nij verheid en den handel vermeerderen. Ehwel, geèerde lezers, sedert 1866, is de bevolking van Aalst met 4000 zielen vermeerderd. In 1866, telde Aalst slechts 3677 be woonde huizen en, in 1880, tijdens de laatste volkstelling waren er 4039. Sedertdien is het getal zeker tot 4200 geklommen, dus eene vermeerdering op 20 jaren van 6 700 huizen, 't zij zooveel al menige kleine stad er telt Elkeen weet dat de personnele contributie geheven wordt volgens denvennoedelijken rijkdom van eenieder. Ten allen tijde en in alle landen heeft men de opbrengst der personnele belasting als de barometer aanschouwd van den openbaren rijkdom. Ehwel, sedert 1866, is de jaarlijksche op brengst der personnele belasting ten profijte vau den Staat altijd geklommen. In 1866 beliep zij tot fr. 49,849.62 en in 18S6 bereikte zij de som van fr. 66.308.48, 't zij eene vermeerdering van omtrent de helft. Hoe meer nijverheid en handel, hoe meer patenten en dus hoe grooter op brengst der patenten. Dat is zeer eenvou dig en de domste der knoeiers uit Den- dergalm of Verbond zal die waarheid niet betwisten. Welnu, in 1866, bracht het patentrecht ten profijte van den Staat, in Aalst op fr. 19,096,80 en in 1886, fr. 29,081,94, *t zij eene vermeerdering van meer dan de helft Wij laten hier eene tabel volgen, waar van de cijfers getrokken zijn uit officieele stukken en wij dagen de snotbekken van Dendergalm en Verbond uit ons te kunnen bewijzen dat er een enkel centiem te veel of te kort staat in deze statistiek. ontsluijerden man die zich het dichtste bij hem bevond, deed hij hem een slap vooruit gaan, en hij hief de lijkdoek op die hem bedekte En gil weergalmde en eene vrouw sprong naar den altaar. De pastoor ging over tot eene tweede schip breukeling, dan tot den volgenden. Bij ieder afgetrokken sluijer, klonk een nieuwe vreugde kreet, balf door een pijnelijk gemurmel ver smacht maar hij hel afrukken van den laatsten sluijer, verhief zich een geschreeuw van wan hoop, en een gekerm barste uit ten allen kant. Ik draaide mij haastig naar Dinah zij was op dezelfde plaats in de dezelfde houding altijd starende.... Al de baarkleederen waren geval len en zij zocht nog Joban Ik bleef het overige van den nacht in de pas torij, terwijl de dorpsherder zich bezig hield met de weezen en de weduwen te troosten. De dag aangebroken, kon ik eindelijk den weg van Treguier hernemen, het onweder was over en de zon, uil den Dovei ontwikkeld, blonk vreugdig in den blauwen hemel. De vogelen, verkwikt, trippelden, kwinkele rende, op de glinsterende berijmde boomen de dorenhagen hadden bunno sneeuwen klee deren afgescbudl en toonden hunne toelachen de botten gansch de schepping scheen le her leven, en een lauwe leutewindje zweefde over de velden. Op het punt van den heuvel aftedalen, wende ik mij om, on ik wierp op het bedroefde ge hucht een laatste oogslag ik ontwaarde in de verte Dinah, de weduwe van Johan, die de overkant afging met baar kind op den arm en in de band den willen bedelaarslok. E. S.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1887 | | pagina 1