NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN T ARRONDISSEMENT AALST. Donderdag 6 October 1887, 10 centiemen per nummer, 41ste Jaar, M° 2194. ABONNEMENTPRIJS ANNONCENPRIJS t Politiek overzicht. en Landbouw. DE DENDERBODE. Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars tr. 3,2b voor zes maanden fr. 1,7b voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutslraat, N* 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands. Per drukregel, Gewone lb centiemen Reklamen, fr. 1,00 Vonnissen op 3" bladzijde bO centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Calque Saam. AELST, 5 OCTOBER 1887. Frankrijk. Redevoering van M. Ferry. M. Jules Ferry heeft te Epinal in eene vergadering van de Alliance républicaine de Saint-Dié eene rede gehouden over het manifest van den graaf van Parijs. Het land, de republikeinsche partij in haar geheel, sprak hij onder anderen, en ik zal door geen der aanwezigen hier tegensgesproker. worden heeft het ma nifest van den pretendent met eene min achtende onverschilligheid ontvangen. De republikeinsche partij is thans reeds tien jaren aan het bestuur. Zij heeft de geduchte beproevingen doorstaan, en is de grootste gevaren ont komen. Zou nu een dagbladartikel, getee- kend door een pretendent, voldoende zijn om haar het hoofd te doen verliezen, om haar van gedrag te doen veranderen Wij hebben wel andere aanvallen, zelfs de hevigste, tegen de republiek en hare instellingen doorstaan zonder ons te ver ontrusten. Wij weten dat men eene re geering niet omverwerpt met een stuk papier. Het is de eer der republiek dat zij aan hare vijanden eene groote mate van vrijheid toestaat. Er zijn hier twee dynastiën. Het land zegt aan beiden geen monarchie meer gij hebt haar gedood in haar beginsel. Buiten de republiek, die thans de eenige staatsvorm is, de eenige bewaarster der openbare vrijheden, bestaan er geen in stellingen meer. Wat wij tegen haar over gesteld zien, is het persoondictatuur. Frankrijk heeft niet meer te kiezen tus schen de republieken de monarchie, maar tusschen de vrijheid en de dictatuur. De spreker werd aan het einde zijner réde langdurig toegejuicht. Engeland. Te Templocourbe werd zondag eene reusachtige meeting gehou den door de liberalen van het Westen. Men schat op 20,000 personen de aanwe zigen die waren opgekomen om verzet aan te teekenen tegen de iersche politiek der regeering. Daar men had voorzien dat geene enkele zaal groot genoeg was, werd de meeting in de open lucht gehouden. Lord. Wolverton was voorzitter en de voornaamste spreker was M. John Morley, oud-minister in het kabinet Gladstone. Boven de voornaam ste tent. wapperde de iersche vlag, met de woorden Justice for Ireland. Italië. De Gaulois zegt, betrekkelijk de samenkomst van M. Crispi met den kanselier, dat men de oorzaak zoeken moet in de verzekeringen, door prins von Bismark aan den H. Stoel gegeven, na de NOVELLE door HENDRIK W. FRANK. Fier en ontzagwekkend verhief zich, tegen bet einde der twaalfde eeuw, de ridderlijke bureht der graven van Windeck, over de drie toppen van den heuvel, aan wiens voet het he- dendaagsche dorp van Dligt. Wijde woudei sloten eenen groenen ring rond zijne sombere vesten, en in breede zilve ren bochten omkronkelde de Sieg den voet van den uitgestrekten heuvel. Reeds lang is het aloude geslacht van Windeck uitgestorven, en niets beeft het nagelaten dan eenen naam aan schilderachtige puinen, stomme getuigen van verdwenen pracht. Maar de ridders leven nog in den mond van het volk, en dikwijls, '8 avonds rond den haard geschaard, vertellen grijze dorpeliugen sombere legenden van de fire en krijgshaftige graven. l>e Weigering. De laatste stralen der ondergaande zon ver gulden de tinnen van het kasteel. Over de vreedzame dalen, reeds half van de schaduwen der avondschemering omsluierd, heerscht er eene pleehtige rust, en luidt galmt door de stille Jucht het vroolijk gelach yan eenen bon ten stoet die bet pad, naar de burcht voerend, tusschenkomst van den Paus in de zaak der duitsche katholieken. Aan den Figaro schrijft men uit Rome dat M. Crispi de samenkomst met prins von Bismark gevraagd heeft. De berlijner korrespondent van den Standard bespreekt de reis van M. Crispi en zegt dat het verbond van Italië met Oostenrijk en Duitschland derussisch-na- tionale partij zal in bedwang houden. Daar koning Humbert een werkdadig deel neemt aan de buitenlandsche politiek, mag men zeggen dat M. Crispi den koning vertegenwoordigt. Te Berlijn gelooft men niet, zegt de Daily News, dat er over den H. Stoel zal gesproken worden. De reis van M. Crispi en zijne samen komst met den kanselier zijn nog steeds het voorwerp aller gesprekken. De duit sche diplomatie Is zeer terughoudend. In het duitsche gezantschap te Parijs be weert men dat de romeinsche kwestie er den grond van vormt. Anderen zijn van meening dat Bulgarië en den H. Stoel enkel voorwendsels zijn en dat er gansch wat anders gesproken wordt. Iedereen heeft, om z«o te zeggen, zijn gedacht over de zaak. In Italië zelf wordt deze reis niet het minst besproken. Men wist te Rome nog niets van het vertrek van M. Crispi, toen hij-bijna reeds te Friedrichsrube was, zoo geheim werd de zaak gehouden. Ook is men in zekere kringen niet zeer te vreden, en men verwondert zich dat de koning zijne toestemming gegeven heeft. Deze samenkomst kan niet zonder in vloed zijn op de onderhandelingen wel ke gaan aangeknoopt worden tusschen Frankrijk en Italië, betrekkelijk het han delsverdrag tusschen beide landen. Spanje. Een telegram uit Madrid, door de Echo van San-Sebastian meege deeld, bericht dal er in de maand novem ber een manifest van don Carlos verschij nen zal LDit stuk zal eene overgroote ontroering te weeg brengen de preten dent zal er zijne aanhangers in bevelen zich ten allen tijde strijdveerdig te houden om gereed te zijn tot den opstand. Oostenrijk. De liberale pers in Oos tenrijk en Duitschland is niet zeer tevre den over het jongste katholieken-kongres te Linz, in Oostenrijk. Aldaar is namelijk een besluit aangenomen, betreffende het herstel van de wereldlijke macht des Pauzen. De NeueFreie Presse ergert zich in het bijzonder over de aanwezigheid van 'den opperoostenrijkschen stadhou der bij de aanneming van dit besluit en meent dat dit in diplomatieke kringen eenige bevreemding heeft verwekt. Eenige bevreemding dat is beschei- langzaam opstijgt. Aan lange lijnen spierige brakken en rekels leidend, vertoond zich liet eerst een talrijke troep jagers. In hun midden dragen vier wapenknechten eenen machtigen ever aan stevige boomtakken. Boeren, die onder de jacht als drijvers gediend hadden, liepen ordeloos tusschen de grafelijke knechten en menige scherts en luide lach werd er onder hen gewisseld. Twee jonge lieden volgden hen. Op eene witte hakkenij reed, mei sierlijk gemak, een van die lieftallige dochters der middeneeuwsche burchtheeren, waarvan de bekoorlijke liederen der minnezangers ons eene zoo dichterlijke herinnering gelaten heb ben. Edel welfde zich het wit voorhoofd over de diepe blauwe oogen, de fijn gesneden neus, en de schoon gevormde lippen.Rijk blond hair vloot onder haar fluweelen kapje over hals en schoudeis, en in breede plooien daalde het blauwe kleed over den rijk geslikten zadel van de hakkenij. Aan bare zijde draafde, op eenen zwarten spaanschen hengst,een jeudige ridder. Donker was zijn haar, zwart de vurige oogen, maar het mannelijke schoone gelaat droeg den stempel van koene openhartigheid. Nog jong had Odo van Blankenberg de gouden sporen gewonnen, en de wapenherauten spraken met eerbied eenen naam uit, opgeluisterd door uit nemende dapperheid in veldslag en steekspel, ridderlijke grootmoedigheid, en een statig getal leenmannen. Het was een schoon paar de jonge graaf, en Bertha, eenige dochter en erfgename van den graaf van Windeck, en menig vrouwenhert be nijdde het meisje over de opmerkzaamheden van den schitterenden ridder. Een ridder van gevorderden ouderdom, sloot den stoet met zijnen schildknaap. den genoeg, zegt de Germaniawaarom beeft ridder Nigra, de italiaansche ge zant, geen protest ingediend bij Kal- nokcy? Stanley. Naar men uit Boma ver neemt zou de exdeditie Stanley goed voor uit gaan, zonder ongevallen te ontmoe ten. Omtrent 25 juli was Stanley den Arrhu- wimistroom opgevaren tot in de hooge streken van het land der Mabadis. Daar was de rivier onbevaarbaar geworden, en moest men de lading op den rug dra gen. De vrachten rijst waren vooral aan zienlijk. De vlotten moesten verlaten wor den alleen de kleine stoomboot kon uiteengenomen en de stukken vervoerd worden. Die leste bijzonderheid is vooral geluk kig, daar Stanley nog menigen stroom zal moeten overtrekken, alvorens Emin Pacha te herijken. Als Stanley de hoogste bergvlakten {zal bereikt hebben zal hij er een nieuw kamp opslaan, om er een paar dagen te rusten. Tot nu toe kon de expeditie zich ge makkelijk van voedsel voorzien bij de in boorlingen. De bevolking was hier zeer verspreid en kalm, in tegenoverstelling met de woeling, die heerschte in de streek der Falls. De expeditie vorderde dagelijks een 20tal kilometers. Aan de Stanley Falls hield Tippo-Tip nog altijd stand, in af wachting van versterking. Hij heeft laten welen dat hij geene karavaan met levens middelen sturen kon, gezien de oorlog zuchtige houding der naburige stammen. Tusschen de Arrhuwimi en de Falls duurt de woeling nog steeds voort. Op den rechteroever van den Congostroom waren eenige dorpen verbrand en geplun derd. Bondgenootschap tusschen liberalen en socialisten. Ofschoon het liberalismus en het soci alisms onder godsdienstig opzicht de zelfde strekkingen hebben,'t is te zeggen, dat beide sekten den zelfden godshaat voeden en met dezelfde vijandschap tegen de Kerk en hare instellingen behebt zijn, bleef het liberalismus gedurende vele jaren hardnekkig weigeren met de partij des oproers, in andere woorden, met de roo- de kliek in gemeenschap te treden, en veel min nog, een verbond te sluiten. Doch heden is de versmelting van 't liberalismus met 't socialismuseen voltrok ken feit. Er bestaan, om zoo te zeggen, geene verschillige kleuren in 't liberale kamp meer, slechts treft men nog de geu zenpartij J of de verzameling van alle de machtenvan'tmaconnismus aan,om tegen den gemeenen vijand, God.de R. K. Kerk Hoog en machtig van gestalte, fier van hou ding, en van een gelaat waarin tijd, kommer en driften diepe rimpels gegraven hadden, ver wekte de vader van Bertha, met zijnen gebie denden en doordringenden blik, een verward gevoelen van eerbied en ontzag in Hij was zichtbaar verontrust, zijne gloeiende oogen rustten strak op de jonge lieden, zijne wenk brauwen waren samengetrokken, en het was te zien dat hij hunne op lichten loon gevoerde onderhouding, te overhooren zocht. Roeds ont waarde men door het gebiadert de sombere burchtpoort, beschermd aan elke zijde door eenen loggen toren met schietgaten. Lustig blies de schildknaap den schellen jachthoren, lang- daalde de valbrug, knarsend draaide de zware deur in hare verroeste hangels, en verward dooreenloopend drongei de jagers door de gewelfde poort in den koer van het kasteel. Een knetterend vuur van rijshout brandde lus tig in het midden der ruime binneiplaats. en de slank gekoppelde zuilen der romaansche gaanderijen, welke de koer omsloten, sche merden weifelend in zijnen ongestadigen glaDs. Odo sprong van zijn peerd, hield aan Bertha den stijgbeugel en, na een vluchtigen groet aan den ouden graaf toegeworpen te hebben, stegen beiden vroolijk koutend den steenen wenteltrap op Eeno schaduwe van tegenzin verdonkerde het gelaat van Aalbrccbt van Windeck, bij bet eigenmachtig handeleu van den jongen ridder, maar bij bedwong zich, wierp de teugels van zijn peerd aan de toege snelde stalknechten toe, en ging traagzaam en mijmerend naar de groote zaal van het kasteel. Jagers en knechten schaarden zich rond het vuur, de schuimende bierkroes, onophoudend gevuld, ging van hand lot band, en welhaast en hare instellingen, op te rukken. Men betwiste de echtheid dezer bewe ring niet, want wat zien wij Zien wij niet dat overal in de groote sleden en nijverheidcentrums de liberalen hunne rangen openen en de socialisten met open armen ontvangen?... Ja, zien wij niet dat de liberalen kandidaturen aanbie den aan de aanhangers der werkerspar tij, aan mannen die van den werkman niets dan den naam hebben, aan slim merikken die zich slechts den werkman genegen toonen om hem uit te buiten of door zijne hulp naar boven te kunnen klauteren Het bestaan van een bondgenootschap tusschen liberalen en socialisten valt dus niet meer te loochenen. Wat onze medeburgers betreft, deze hebben zich hiervan kunnen overtuigen. Een socialistenmaatschappij werd hier verleden jaar gesticht en bij wie vond zij ondersteuning Bij onze liberalen, die haar op alle mogelijke wijzen onder steunden en bevoordeeligden. Zonder de liberalen, had zij hier te Aalst, geen huis gevonden dat tot lokaal zou hebben kun nen dienen. Om hunne dankbaarheid te toonen, schreven de socialisten in hun orgaan Vooruit dat zij de liberalen van Aalst zou den bijstaan en ondersteunen om de katholieken van 't Stadhuisite vagen. En onze Aalstersche liberalen aanveerden die belofte en rekenden er sterk op. Men bewere wat men wil nooit heeft een onzer beide liberale organen laten hoo- ren dat hunne meesiers de medewerking der socialisten zouden verstooten.'t en zij wanneer zij de overtuiging hadden dat onze roode kliek voor goed in duigen was gevallen. Nog meer, heden nog, ziet men dage lijks Vooruitorgaan der socialisten bij zekere opperhoofden onzer liberale kliek, ja, bij personen die zoo men be weert, kandidaat zullen wezen, thuis dragen. Wie dus voor de liberalen stemt, stemt onrechtstreeks voor de socialisten, want gelijk wij het liooger bewijzen, libera len en socialisten zijn. Vogels van eender veeren Die te samen vliegen geern EGGING DER WEILANDEN. Het is voordeelig en zelfs zeer voor- deelig, de weilanden te eggen. Door het inrichten van eene proefne ming kan de landbouwer zich van deze waarheid overtuigen. Maar dit kan men ook rechtstreeks be wijzen. Alle levendige wezens moeten immers ademen. De planten ademen niet alleen lijk door hunne bladeren, takken, sten gels, maar ook door hunne wortelen. weergalmde de burcht van vroolijke liederen. In een ruim vertrek, de wanden met gebei teld houtwerk versierd, en verlicht door rond- bogigc diepe vensters, vinden wij Odo en Berlba terug.Het meisje zit in eenen leunstoel, eu hare voeten rusten op eenen uitgestrekten hazenwind, terwijl Odo zich tegenover haar op een voetbankje had neergezet. Zij zijn niet alleen, want in eenen boek, onder het vale licht ecner wassen keers, zit er eene oude vrouw, welke naarstig met hare magere vinge ren eene stiknaald glijden doet. Stille heerscht er in de kamer. De twee jonge lieden moesten een gewichtig en vertrouwelijk gesprek ge voerd hebben want smeekend richtte Odo zijne klare oogen naar Bertha,die verlegen eene roos ontbladerde. Op de knieën van den ridder lag eene luit, en na eenige oogcnblikken greep hij zacht in de snareD, en met welklinkende, doch onderdrukte stem zong hij Eenzaam en iu stille kwalen Vliedt mijn jonglings leven heen Mis ik toch de ster wier stralen Hel door mijne kindsheid scheen. Wat ik denk of wat ik drijve Tusschen vreugde, lust en smert, Waar ik wandel, waar ik blijve, Eeuwig is bij u mijn hert. Meisje lief, aan wie mijn streven Min en geest is toegewijd, Aan uw zijde roll' mijn leven, Zeg, o zeg dat mijn gij zijl. Eeu hevig rood klom op bet voorhoofd van hel meisje. Zij sloeg de oogen neder, doch Odo bad bare hand gegrepen. De hand werd niet teruggetrokken, naar bezorgd richtte Deze moeten altoos zuivere lucht tot hunne beschikking vinden. Indien de wortelen van zuivere lucht beroofd zijn, kunnen zij zich niet goed ontwikkelen en zullen weldra in gisting geraken en alzoo verrotten. Hoe meer de grond doordringbaar is aan de lucht, hoe dieper de wortelen den grond kunnen indringen en hoe meer voedsel zij aan den grond kunnen ont- leenen. Het zijn de beste grasachtige planten die het eerst verdwijnen. De plaats der geteelde grasplanten is dan ingenomen door verschillende onkruiden deze ver dwijnen later ei zijn vervangen door de mossen die zekere onkruiden doen ver dwijnen. Altoos bekomt men door deze bewer king eene vermeerdering van opbrengst. Ziehier den uitslag van een proefveld Dit proefveld bestond uit vier percee- len. Het eerste perceel bleef als getuige. De opbrengst zal hier de natuurlijke vruchtbaarheid van den grond aandui den. Het tweede perceel ontving een toe gepast scheikundig mest. Helderde per ceel wierd eenvoudig geëgd. Ziehier den opbrengst per hectaar. 1° perceel, 2570 kil. hooi. 2* 5325 3° 4100 Dus door eene invoudige egging had men eene vermeerdering van ongeveer 1500 kil. hoei per hectaar. Ziehier den uitslag van een proefveld, ingesteld in Duitschland door professor Anderegg 1* perceel niets, 377 kil. hooi. 2* gemest, 833 3* geëgd, 770 4* gemest en geëgd, 1563 Indien men de opbrengst van het 3e perceel vergelijkt met die van het twee de kan men bemerken dat de egging bijna zooveel invloed op de opbrengst gehad heeft als de bemesting. De opbrengst van het 4e perceel duidt aan dal het voordeeligste is van te eggen en te mesten. Alle turfaehtige en kleiachtige weilan den zou men jaarlijks moeten eggen. Voordeelig zou het zijn de weilanden te eggen in onze omstreken In het algemeen, is het niet mogelijk dit werk doelmatig te verrichten met de gewone egge. Men zou altijd de Ketting- egge of Howard-egge moeten gebruiken. Zulk een werktuig kost ongeveer 80 franken... De landbouwers van eene ge meente zouden zich moeten vereenigen om eene zulke egge te koopen. De onkosten zouden alzoo maar heel klein zijn en men zou dit voordeelig werk, in den winter, kunnen verrichten in alle weilanden. (Algem. Belang.) Bertha hare blikken naar de oude vrouw. Deze was opgestaan. Starlings bezag ze de jonge lieden Een heimelijk vuur gloeide in dien oogslag, oen zonderlinge lach ontsnapte hare dunne lippen gedurende eenige stonden, dan zette zij zich neder en hernam haar stikwerk. Bertha sidderde onwillekeurig. Odo had niets bemerkt, en toch de tegenwoordigheid der vrouw die tot Bertha geenszins in verwant schappelijke betrekking stond, kon den vran- ken en onstuimigen jongeling niet hel minste beroeren. Dus, Bertha, fluisterde hij met trillende stem, gij stoot mij niet terug, gij neemt mijn voorstel aan, gij wilt mijn zijn. Nauwelijks hoorbaar antwoordde Bertha: Ja. Dal was geuoeg voor Odo. Opgeruimd stond hij op, drukte eenen vurigen kus op de band van Bertha en riep uitmeer moet ik niet heb ben, beminde. Nu dat ik van uwe toestemming zeker bCH, zal mij niets wederhouden, en mor gen treed ik met mijne werving voor uwen vader. Maar lieve Odo, smeekte bet meisje, en angstig loerde het naar de oude, waarom zoo haastig 1 lk bid u, overhaast u met. Toef eeni- gen lijd Waarom vertoeven Gij bemint mij, ik bemin u. De zaak eischt geen overleg. En toch, lieve Odo.... Ik vrees mijn vader. Wat zoude uw vader legen mij kunnen hebben Is mijn naam minder edel, zijn mijne bezittingen minder groot dan de zijne Is mijn naam roemloos, en heeft bij mij met altijd als een zoon behandeld Neen, Bertha, koester geen ingebeelden angst. Welnu, zuchtte hel meisje, ik vrees niets, aan u mijn hert. (Wordt vtortgesel.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1887 | | pagina 1