NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
Donderdag 27 October 1887,
10 centiemen per nummer.
4Tte Jaar, .V 2200.
ARONNEMENTPRIJS
ANNONCENPRIJS
Politiek overzicht.
Ministcrieele wijngingen.
en
Iu 'l Vatikaan.
De toezing van 16 October jl.
DE DENDERBODE.
Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
r. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te belalen.
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijft in bij C, VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutstraat,
N° 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, tr. 1,00 Vonnissen op
3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Calque Sunm.
AÏXST, 2G OCTOBER 1887.
Duitschland. De Kreuzxeitung meldt
dat behalve de graaf van Parijs, zaterdag
de hertog van Chartres, de prins van
Joinville, de hertog van Nemours, de
hertog d'Audriffet Pasquier, benevens
ongeveer zeventig Orleanistische sena
teurs en afgeveerdigden te Dordrecht zijn
aangekomen.
De graaf van Parijs moet zijnen aan
hangers hebben aanbevolen, elk bondge
nootschap met de groep Clémencoau af te
wijzen.
Engeland. Eeue nieuwe geruchtma
kende zaak Men deelt de tijding meê dat
de engelsche regeering voornemens was
lord Lyons, gezant te Parijs, te vervangen
door lórd Lytton. De burggraaf Lyons is
sedert 20 jaar gezant in de fransche
hoofdstad men weet dat hij dit moeielijk
ambt, in de moeielijkste omstandigheden
met de meeste staatkundige kennis ver
vulde. Ofschoon de lord zijn ontslag niet
indiende, wil het ministerie hem gaan
vervangen door een harer werktuigen,
den graaf Lytton, die nog geen het mins
te blijk van bekwaamheid gegeven heeft.
Integendeel Hierbij dient gevoegd dat
de engelsche gezant te Parijs als jaar
wedde het ronde sommeken trekt van
10.000 p. st., zegge 250,000 fr.
De liberale dagbladen noemen het feit
een schandaal. Wat denken de liberaal-
unionisten, vraagt de Daily News, over
dien kaakslag hen door hunne vrienden
gegeven
Bulgarië. Het Dagblad van St-Peters-
burg zegt, dat deBulgaarsche vergadering
slechts het schaduwbeeld is eener natio
nale vertegenwoordiging door bedrog
en geweldpleging in het leven geroepen,
kan zij niets duurzaams tot stand brengen.
De Bulgaarsche kwestie is door de ver
kiezingen derhalve niets verder gekomen.
De meêdeelingen der dagbladen over dett
stand der onderhandelingen zijn overi
gens onjuist.
De Moniteur van dijnsdag kondigt drij
koninklijke besluiten af tegengeteekend
door den heer Beernaert minister van
financiën, waarbij de volgende ministeri-
eele wijzigingen worden bekend gemaakt.
1' Het ontslag van M. Tlionissen
minister van 't inwendige en openbaar
onderwijs wordt aanveerd.
2° De heer D© "Volder minister
van justicie vervangt M. Thonissen.
3° M. Le jeune Julius, advokaat
bij 't verbrekingshof te Brussel, wordt
NOVELLE
door HENDRIK W. FRANK.
«O»—
(5* Vervolg.)
DE BOETE.
Huilend raasde de storm tusschen de wou
den en boog gelijk korenaren de booge toppen
der boomen. Aan den nacbtelijken hemel was
er geen star te zien. Zware wolkengevaarten
dreven in dolle vaart over het roodkleurige
zwerk. De gezwollene waters der Sieg bruiscb-
len in hun bed en eeD fijne doordringende
regen Joorweek'e het slibberige pad dat langs
bare donkere oevers liep. Drij eenzame ruiters
reden in de duisternis. De eorsic, door zijne
makkers op eerbiedigen afsiand gevolgd, droeg
eene rusting van stalen maliën, die geheel zijn
lichaam omsloot en zijne slanke en tevens
machtige gestalte voordeelig deed uilschijcen.
Een wit wapenkleed daalde in losse plooien
over den glinsterenden pantser en vertoonde
óp de borst een grafelijk blazoen met rooden
leeuw. Schouders en hals bedekten een hals
berg gelijk de rusting uit plooibare ijzeren ma
liën bestaande, en achter het hoofd tol den
eenvoudiger stalen helm opklimmend, die bet
minister van justicie benoemd.
De heer Thonissen treed af om gezond
heidsreden. Deze heer heeft de rust
welke hij sedert eenige maanden ver
langde te nemen, wel verdiend, want,
ter oorzake van den boozen partijhaat en
tegenkantingen der liberalen, is het mi
nisterie van onderwijs het moeielijkste
om te bedienen geworden. Men weet het,
de liberalen luisteren "naar geene goede
reden, naar geene wettelijkheid, alles
spannen zij maar in wat ze maar kunnen
om de ministers den duivel aan te doen.
De heer Thonissen ten andere heeft den
ouderdom van 70 jaren bereikt.
De nieuwe minister van justicie is 57
jaren oud, 't is een man van grondige
kennissen en diepe geleerdheid, met le-
vendigen geest, in den vollen bloei van
zijn buitengewoon talenten die te Brussel
algemeen geacht wordt. Nooit bemoeide
hij zich werkdadig met de politiek, doch
helde sterk naar de katholieken bewaren-
den kant over. Zijne benoeming mag als
hoogst voordeelig aan 's landszaken en
als eene versterking van't katholiek mi
nisterie aanschouwd worden.
Kiezingen.
De uitslagen der balloteeringen van
zondag 11. zijn bijna overal ten voordeele
der katholieken. Weinige plaatsen trelt
men aan waar de liberalen zegepralen.
De geuzen werden geklopt te Bonsse,
te Yperente 's Gravenbrakel, te Hasselt
en in meer andere sleden en belangrijke
gemeenten.
Op dit oogenblik krielt Rome van pel
grims, die den Paus komen gelukwen-
schen met zijn jubileum. De tweede groote
groep fransche werklieden, aangevoerd
door graaf de Villechajze, is den 18 Octo
ber ontvangen.
Het is onbegrijpelijk wat indruk deze
audienciën bij den Paus, teweegbrengen.
Wij hebben in de nederlandsche letter
kunde daarvan eene treilende beschrij
ving, van Dr Schaepman, wel is waar
niet bij den tegenvvoordigen Paus, maar
wij denken dat de indruk bij Leo
XIII is wal hij was bij Pius IX.
Het is, zegt de schrijver, een geheel
eigenaardig gevoel ter audiencie bij den
Paus te gaan. Met een zonderling onge
duld, een geheimzinnige spanning wordt
de dag, het uur verwacht. Eindelijk be
klimt gij de trappen van het Vatikaan, de
wachtzaal der Zwitsers wordt doorschre
den, en gij bevindt u in de groote, ruime,
liooge zaal, waar straks de Paus zal ver
schijnen.
o De muren zijn met roode stof behan
gen de gordijnen voor de venster zijn
eveneens rood. De troonhemel aan het
einde der zaal is rood met gouden franje
gelaat van den ridder vrij liet.
De twee andere ruiters waren eenen schild
knaap, welke de stevige esschen lans en de
schild van den ridder droeg, en een spierig ge
bouwde wapenknecht, gewapend met eene
slagbijl cd eene jagersspies. Een vierde paard
met vrouwenzadcl draafde zonder rijder nevens
dat van den schildknaap.
Donker teekenden zich de drie toppen van
den heuvel van Windeck af op den nachtelijken
hemel, en de torens van hel kasteel verhieven
reeds spookachtig hunne zware sombere mas
sa's. Op eens verscheen er een lichtschemer
door het geboomte. Mot eene brandende loorst
in de hand stond de kluizenaar op den drempel
zijner hut. Het paardengetrappel in het midden
van nacht en enweder, hadden hemj doen ver
onderstellen dat verdoolde reizigers zijne bulp
noodig hadden, en met vriendelijken groet na
derde hij dan lot den ridder. Deze teugelde
zijn peerd. Vol viel het licht der fakkel in zijn
gezicht.
Giaafvan Blankenberg, riep de kluizenaar
terugdeinzend, gij hier Wat zoekt gij in nacht
en storm te Windeck
Ouderling, antwoordde Odo, dat gaal u
niet aan. Goeaen avond En bij gaf de sporen
aari zijn peerd. Maar de kluizenaar sprong voor
hem, en met eeoeo machiigen greep in de teu
gcis rukte hij bet peerdachteruit.
Keer om, verwaande jongeling, riep hij
met dreigende stem, gij wandelt op verboden
wegen. Achteruit of vrees de straf van God.
Hij was schoon om aan te schouwen de
grijsaard, terwijl hij zoo sprak. Fier en statig
alles is eenvoudig, en de eenige pracht
bestaat in de rijk vergulde zoldering met
haar diepe vierkanten vakken en het stra
lende pauselijke wapen.
Langzamerhand wordt de ruimte
meer en meer gevuld, alles dringt naar
de voorste plaatsen. Het is een dol en
verward gemengel van stemmen men
bemerk dat hier geene geregelde ge
sprekken worden gevoerd, maar min of
meer vluchtige opmerkingen worden ge
wisseld.
Alles is gejaagd, ongewoon men
verwacht iets geheel onbekends, iets
groots, en men weet waarlijk niet welke
houding aan te nemen. Gehoor, gezicht
zijn op liet hoogst gespannen men heeft
nauwelijks het hoofd omgewend, of bij
bet minst gedruisch vestigt zich het oog
op de deur, die tot de pauselijke vertrek
ken moet voeren, men richt zich op de
leeneo neen 't was nog te vroeg.
En terwijl men aldus daar staat, en,
lusteloos door overspanning, geen rust
heek, is de ziel vol van allerhande ge
dachten en gevoelens de grootheid van
den Paus maakt zich van haar meester,
de volle inhoud van zoo dagelijks her
haalde woorden verschijnt in bijna ver
blindend licht.
De stedehouder van Christus
heet hel in ons binnenste maar nu op
eenen toon, die u met de bovenmensche-
lijke majesteiten de eeuwigeweerdigbeid
van dat ambt verv ult hel is als een ba
zuinstoet uit de Hemelen, alles doordrin
gend en alles vervullend.
Opvolger der Apostelen de
gloiierijke schaar der voorgangers, in
onafgebroken rij, treedt vooruwe oogen
gij ziet heri de volken overwinnen, de
koningen zegenen, de machtigen verne
deren, gij hoort de stemmen van alle
eeuwen van hen getuigen en gewagen....
Eindelijk De breede zijdeur gaat
open, de garde-nobles vatten post, de
kamerheeren, de bisschoppen treden
voort en scharen zich aan de beide zijden
van den troonhemel,de kardinalen volgen
in hun purperen plechtgewaad op eenen
troon gezeten, door vier mannen gedra
gen, ziet gij een grijsaard, bet hoold met
een breedgeranden purperen hoed ge
dekt, vriendelijk glimlachend, zegenend
gij ligt op uwe knieën dat is de
Paus.
Daar zit hij voor u op den troon. Een
wonderbare aantrekkelijkheid, die alle
terughouding, allen eerbied overwint,
boeit u aan dat gelaat. Gij kuntuweoogen
niet afwenden van dat aangezicht, met
schitterende cn toch zachte grijze haren,
die oogen zoo speelscli en zoo diep, die
mond zoo fijn gesneden en toch zoo be
weeglijk, die lijnen zoo edel, zoo teeder
en zoo vast.
Het is geen grijsaard, die daar voor
u zetelt, die man in hel lange witte kleed
met het gouden kruis aan de gouden
borstketen, met den linkerarm op de zij
leuning gesteund, met de fijne vingeren
stond hij voor den ridder, zijn witte baard
waaide m den wind en de roode glans der fak
kel overgoot zijn gelaat majestatigen toorn.
Een oogenblik stond Odo verbaasd en stom,
maar welhaast overwon de ernst overdo stout
heid van den kluizenaar zijue kortstondige ont
roering.
Kluizenaar, zeide hij barsch, aan hetgeen
ik doe hebt gij u niet te bekommeren Laat de
teugels los.
Wees niet blind, smeekte de ouderling,
ren niet roekeloos in gevaarlijke ongelukken.
Ridder luister naar mijn woord
Het zou mij spijt doen geweld te gebrui
ken, hernam Odo koud, ik verzoek u van naar
uwe kluis terug te gaan. Walter
Heer, zegde de schildknaap die met den
wapenknecht stom het gesprek gadegeslagen
had.
Ik heb u Diet volstrekt noodig Gij zult dus
met den ouderling naar deze hutten gaan Gij
zult acht geven dal bij ze niet verlaat om eeni
ge waarschuwing op het kasteel te geven.
Dat God met u medelijden hebbe, terwijl
hij zonder wederstand te bieden, den schild
knaap volgde, zuchtte de grijsaard, en voegde
hij er mompelend bij Graaf van Windeck ik
vrees dat God dezen nacht van u rekenschap
zal vergen. Moge Hij u daarvoor in de eeuwig
heid sparen
Onwillige woerden tusschen zijne geperste
lippen murmelend, reed Odo niet den wapen
knecht den heuvel op. Toen zij reeds de wallen
in do duisternis ontwaren konden, hield de
ridder zijnen makker tegen.
tegen wangen kingedrukt.zoo rustig voor
zich uitstarend, terwijl een glimlach vol
geheimen, maar vol vrede en vol zeker
heid, alle trekken verlicht.
Of de houding verandert de armen
rusten, half neérhangend, op de zijleu
ningen gij ziet den Paus vol in liet aan -
gezicht. Welk eene kalme, heerlijke ma
jesteit in dat fier opgeheven, half naar
achter geworpen hoofd. De lippen zijn
onbeweeglijk, de mond is gesloten, de
gelieele man leeft in de wonderbare
oogen, die u schijnen aan te zien en
ver, verover u heen, schouwen, de we
reld over, de eeuwigheid in..
Het is eene naamlooze bewondering,
een weergalooze verrukking liet is een
zacht kinderlijke aanhankelijkheid, aan de
oristuimigste geestdrift gespaard.
Gij richt nog eens de oogen op dat
gelaat, gij hebt een naam voor den Paus
gevonden: Fflrfer.'"De Hoogepriester,
de Leeraar, de Koning, de Held en Mar
telaar, dat alles verdwijnt. Gij ziet dat hij
heeft geleden en gebeden voor u, en de
warmste, en teederste huldegroet komt u
\an de lippen...
De Paus wenkt met de hand hij zal
spreken. Dal is weer een onvertaalbaar
oogenblik. De Paus blijft gezeten den
grijsaard weigeren de gefolterde lidmaten
den dienst; maar ook zittend schijnt hij
alles cn allen te belieersclien. Vol en hel
der klinkt de slem, die alle wisseling van
gedachte en gevoel, en toon en trilling
teruggeeft.
De oogen volgen hel woord en bege
leiden bet naar alle richtingende handen
vergezellen liet met een snel of plechtig,
maar altijd sprekend, altijd juist gebaar
het woord stroomt als in geestdrilt van
de lippen in Irissche, rijke zinsneden, vol
van de majesteit en de harmonie der taal
van Dame.
Mijne kinderen (hier volgt de toespraak
en zij eindigt met de woorden Ik zegen
u allen, ik zegen geheel Nederland uwe
broeders in het geloof... Ik zegen al uwe
bloedverwanten en uwe vrienden, allen,
voor wie gij mijnen zegen vraagt, uwe be
doelingen en uwe voornemens, ik zegen
u met den zegen des Allerhoogsten
en de grijsaard staat op leunend op den
schouder van zijnen kamerheer beneeti-
cal vos omnipotens Deus, Pater, el Filius,
et Spiritus sanctus.
Handelsblad
door Den Dendergalm beoordeeld.
1 Verbond van donder-
Jm®?* slingerde in zijne
woede over de verplet-
terende nederlaag die de
0 liberalen alhier kwamen
y I te ondergaan, eene ge-
1 lieele beirkuip scheld -
m ihanur woorden naar 'l hoofd
onzer zoo deftige als standvastige katho
lieke hoveniers.
Wij zullen hier afstijgen Konrad, fluister
de bij, en odzo vermomming beginnen. Voor
onze peerden zullen gene boomen eene toerei
kende schuilplaats zijn.
Konrad knikte. Beiden stegen af,en welhaast
bad Odo over zijne rusting een wijd zwart
kleed geworpen, gelijk de geestelijken er een
droegen, en met eene floeren kap halsberg en
helm verborgen.
Konrad bond de peerden vast, nam zijne ja
gersspies in de baud, cn, na voorzichtig rond
gezien te hebben, naderden beiden tot de wal
len van het kasteel, die somber voor hen lagen
De wind huilde tusschen de torens en tinnen
der burcht, en deed de windwijzers boven bel
dak knarsend op hare verroeste staven draaien,
Meermaals moest de wapeukoecht den schellen
jachthoren blazen, vooraleer er een lichtsche
mer verscheen aan een der smalle vensters,
die in de torens nevens de poort aangebracht
waren.
Wie zijt gij, wat begeert gij, vroeg eene
stuursohu slem door de opening
Wij zijn verdoolde reizigers, die vragen
of graaf van Wiudeck hun iu nscht en regen
eene schuilplaats weigert, antwoordde Konrad.
Waarom gaal gij niet naar het dorp
Omdat de kluizenaar hier benedon ons de
gastvrijheid des graven geprezen heeft, en wij
den weg met zulk eenen nacht moeilijk zouden
vinden.
Eeu onverstaanbaar gemor drong er uil-den
toren, maar het licht verdween vaD de venster
en langzaam daalde de valbrug eenige oogen-
blikken later en een deurke wierd er in de
i Geheel anders is de houding van Den
J Dendergalm.
Jefke die aldaar chef d'orclies-
ti*e is, kent immers al te wel dat
men met azijn geen vliegen
vangen kan
De Dendergalm tracht dus wat bal
sem op de nog sterk bloedende liberale
wonde te leggen en den moed zijner
vrienden er op te beuren met hen eene
kalmeerende potie op te gieten.
Of dit medicament nu zal effekt maken
dat welen wij niet. Wij twijfelen er sterk
aan, want de wonde is toch zoo diep en
de gemoederen der liberale zijn toch zoo
laag gedaald
De Dendergalm spreekt zoo als
iemand die door eene hevige koorts is
aangetast: hij doolt, hij raaskalt, hij klapt
m en uithier bekent hij dat de liberalen
te Aalst verpletterd zijn, en twee régelen
verder bevestigt hij dat het de Bokken
zijn die op flesschen getrokken werden.
Ziethier een staalken van dit raaskallen
Wij betreuren, schrijft De Dender-
galm, onze gevoeligë maar niet on-
herstelbare nederlaag en wij beklagen
onze bevolkingenz.
Verder bekent het bladje dat de uit
slag der kiezing van zondag bij zijne
vrienden schaamte deed ontstaan
Men moet liet ons in het geheel niet zwe
ren dat vele liberalen beschaamd
waren
Weken lang liegen als tandentrekkers
en 't kiezerskorps trachten te bedriegen
De stad door affichen plakken, waar
door de grofste leugens werden afgekon
digd, onder andere.dat de beirmachienen
reeds gekocht staan te Gent volgens de
eenen, te Jemappes volgens deanderen
Van huis tot huis bij de katholieken een
stemmeken gaan afbedelen, eentje
maai*, zooals zekere lavementbuizen
het hier gedaan hebben
»Zijn liberaal vaandel in
den zak stoppen, de wolf
in 't schapenvel vertoonen
en zich vereenigen met den
afgedankte» bokkenrijder,
den vroegeren aartsvijand
der liberalen
Eindelinge langs alle kan
ten uitbazuinen en aan de vreettide libé
rale gazetten schrijven dat het te Aalst
met de katholieken opgeschept is, dat zij
onder de vermaledijding hunner eigene
vrienden gaan vallen
En dan.... ja, dan, eene klopping krij
gen, onder eenen dop van 282 stemmen
verpletterd worden
Ah Wij geiooven u zeer wel Dender-
galm wanneer ge zegt dal de uitslag
der kiezing bij de liberalen die nog blozen
kunnen, schaamte heeft doen ont
staan
groote poort geopend.
Treed binnen, riep do slem die tevoron
«esproken had 1
Odo en Konrad haastten zich den roéb' te
volgen, en nauwelijks Hadden zij den drempel
overschreden of de valbrug snelde weer om
hoog. Nog waren zij niet in 'l kasteel. Een©
deur van ijzeren traliën versperde den doorgang
on, bij het roode licht der fakkel die de portier
droeg, kon men achter de traliën gewapende
krijgslieden ontwaren. Deze voorzorg was ver-
eisebt door de onzekerheid van hel tijdstip.
Alhoewel keizer Frederik Barbarossa geboden
bad alle veeten drie dagen op voorhaod aan te
zuggen. namen de krijgslustige baronnen het
niet zoo nauw, van onverwachts eene vijande
lijke burcht te overvallen.
Toen de portier zich overtuigd had dal hij
werkelijk slechts twee weerlooze personen
voor zich had, opende hij, alhoewel nog brom
mend eenen engun doorgang in de breede irali-
èndeur en bëmerktë Siuübscb, toen hij het
geestelijk gewaDd van Ode in 't oog kreeg
Sedert wanneer is het de gewoonte geworden
dal priesters in zulk eenen nacht ronddolen
Nu, oude morkop, schertste Konrad, kwa
lijk neem ik het niet dat gij niet tevreden
schijnt, uit do warme pluimen gejaagd te zijn,
maar tegenover eenen kanunnik van Sint Ursela
moogi gij toch wal lieftalliger zijn, en zich tot
dc krijgslieden wendend Hola mannen, riep
hij, wij zijn makkers, en gij zult wel niet wei
geren een sloop wijn met mij te ledigen. Geld
heeft de eerweerdc heer locb genoeg.
(Wordt voorlqeset.