NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. Donderdag 26 Jatiuari 1888, 10 centiemen per nummer. 42ste laar, Nü 2226. ABONNEMENTPRMS ANNOACENPRIJS Politiek overzicht. TROUWKLEED. Herinneringen van het jaar 1814. De Kloosterlingen en de liberalen, Onderwijzers-pensioenen. IJzeren weg. Handel met Kngeiaml. DE DENDERBÖDË. Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars tr. 3,25 voor zes maanden fr. f,75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutstraat, N° 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Iteklamen, tr. 1,00 Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. tnlqnc Simm. AfXST, 25 JANUARI 1888. Frankrijk. Op het banket der IVan- schd Volapükisten in het Grand Hotel werd besloten dat er,in 1889,een kongres te Parijs /al gehouden worden. De eene moeielijkheid is in Frankrijk niet voorbij, ot eene andere komt opda gen. Het incident van Florencië is op geluk kige wijze afgeloopen, en Italië heeft vol doening gegeven aan Frankrijk door den rechter Tosini te verplaatsen. En nu is het alweer aan de fransch- duitsche grens dat er moeilijkheden ont staan Moeten wij de. fransche dagbladen gelooven dan zou een duitsche douanier, een franschen grijsaard drie kwaart dood, geslagen hebben. De Kölmsche Zeitung deelt het llavas- telegram meê, doch onthoudt zich van alle beschouwingen over 't feit zelve. Eenige radikale dagbladen van Parijs schreeuwden wel dat het kabinet eens voor goed een einde zou stellen aan die stelselmatige plagerijen. Doch over 't algemeen is de toon der fransche pers weerdig, en dat is ook de verstandigste politiek welke kan gevolgd worden. Wij blijven bij de meening dat die on gelukkige incidenten aan den grens zullen blijven voortduren, zoolang er tusschen de beide staten geene nieuwe schikking getroffen wordt, aangaande de wetgeving op de grens. Zoolang Duitschland wil op zijn duitsch handelen, tot op het leste stukje grond in Elzas en Lotharin gen, zullen de fransch-duitsche inciden ten voortduren, tot groot nadeel van de rust in Europa. Duitschland. Een woord van Bis- mark. - De uitdrukking, aan prins Bis- mark toegeschreven, dat hij nog in geene drie jaren oorlog verwacht, wordt door de hamburgsche bladen bevestigd. Het diner heelt verleden dinsdag plaats ge had behalve de kooplieden Albrecht en Heinrich von Ollendorff, was ook de pruisische diplomaat von Kusserow er bij tegenwoordig, en de gebezigde^woorden moeten, zoo niet letterlijk, dan toch naar den zin juist overgebracht, zijn. Oostenrijk-Rusland. En, hoe is 't nu gestaan en gelegen in Rusland is de alledaagsche vraag. Nog altijd niets Verschooning, er is wel iets. en nog a! iets zonderlings, dat uit Berlijn toekomt. Verscheidene berlijnsche dagbladen be vatten het volgende gelijkluidende bericht uit Warschau. HET DOOR P. CATJTEREELS, Pr. (i« Vervolg.) iNa vericlitcr zake bestegen zij wederom limine paarden en reden stoutmoedig, evenals in eene bekende stad, eenige straten op en ncèr en ver dwenen later langs de Anlwerschc poort. Eenieder kon lichtelijk liet doel hunner zending raden zij waren voorboden van liet naderende leger der bondgenooten doch eene zaak was niet uit te leggen. Iloe hadden die vreemdelingen eene zoo volmaakte kennis van de stad .Niemand hadden zij aangesproken, en nochtans zij reden zonder ccuigcn omweg temaken, rechtstreeks naar het stadhuiszij bezochten eenige straten juist alsof zij er ten vollen in bekend waren, en men had duidelijk bemerkt daar een der twee ruiters De alhier vergaderde krijgsraad, onder voorzitterschap van Generaal Gour- ko, moet besloten hebben den czaar op merkzaam te maken, dat in het konink rijk Polen thans van eenen aanvallenden oorlog geen sprake kan zijn dat voor de volloiing van den vestingvierhoek nog twintig millioen vereischt worden ook moeten de vestingen van nieuwe voor werken met gepantserde torens uit bel- gische fabrieken, voorzien worden ein delijk is de aanvoer van levensmiddelen niet voldoende verzekerd. Een verdedigende oorlog is echter mo gelijk, waarbij alle spoorbanen vernie tigd en alle voorraden verbrand moeten worden. Bovendien moet de krijgsraad zeer belangrijke uitgaven als noodzakelijk voorgesteld hebben. Ons dunkt dat die generaal Gourko wel lang tijd heeft noodig gehad, om te zien dat Rusland geen aanvallenden oorlog kon beginnen. En waarom heeft men dan al die troepen langs oostenrijkschen kant bijeengetrokken Om zich te verdedigen, misschien ?Zie, het zou kapitaal zijn dat op slot van reke ning de Rus beweeren kwam dat hij honderdduizenden troepen naar de grens heeft gestuurd om zich te verdedigen tegen eenige oostenrijksche gendarmen In die hooge diplomatic mag men zich aan alles verwachten. Don Curios over Spanje. Dezer dagen heeft de kroon-pretendent don Carlos aan een dagbladschrijver zijne gevoelens meegedeeld over den toestand in Spanje. Hij deed de raeening kennen dat Spanje enkel alsdan eene groote mogendheid zal zijn wanneer zij eene groote zeemacht zal bezitten. Langs dezen kant moet Spanje dus werken en zich uitbereiden, en tot doel, zoo noodig, een aanzienlijke leening aangaan. Don Carlos acht daarenboven den in voer van den verplichtenden militairen dienst als noodzakelijk, indien Spanje in derdaad wil plaats nemen tusschen de groote mogendheden. De tegenwoordige monarchie, zegt de pretendent, is niet in staat om Spanje groot en machtig te maken. Zij is op geen vasten grond gebouwd en zal doorde ver- eenigde republiekeinsche krachten wer den omgestooten. Hoe de kloosterlingen het moeien aan leggen om de liberale schrijvelaars tc bevredigen, dat schijnt voor hen eene aller moeielijkste kwestie te wezen om op te lossen. Reeds jaren lang, bazuinen de liberale schrijvelaars over de daken op alle tonen uit dat de kloosterlingen vadsige kerels, echte luiaards zijn die slechts leven ten gdurig lot zijnen gezel sprak terwijl hij dc ver- schillige gevels der buizen aanbliktein ccnc zijdestraat, den Kauwenberg genaamd, bad hij den stap van zijn paard vertraagd en met den vinger gewezen naar de woning eencr arme weduwe bet was zelfs klaarblijkend dat het aanduiden van dit huis het doel was geweest hunner omreis. Niet lang na liet vertrek der twee Doodshoofden moesten de nieuwsgierige Mcchclaars de Groote Markt ontruimen, mits deze plaats, op bevel der overheid, bet standpunt zou worden der beurte lings aankomende legerbenden. Velen begaven zicli alsdan naar de Antwcrpschc straatuien had immers koude gedaan dat de bondgenooten Wacl- Item verlatende, langs daar zouden in de stad ko komen. Weldra boorde men in dc verte verscheidene paarden die dravend toesnelden, en onmiddclijk verschenen ongeveer twee honderd lieden van de schaar der Doodshoofden, aangeleid door den zwar ten ruiter van wien wij hoogcr spraken, en die nu zichtbaar als bevelhebber aan hel hoofd der bende reed de w ind spreidde in de snelle vaart zijnen mantel open en liet aan de toeschouwers dc tceke- ncu van zijn gezag en ook verscheidene ceremcta- len zien. Die bende was eene voorhoededc bevelhebber verdeelde zijne ruiters en stelde deze, wederom met volle kennis der plaatsen, op schild wacht aan eiken uitgang der Groote Markt en aan iedere poort der stad. In oogcnblikkcn van verwarring en van buiten- koste van jan en alleman. Ja, hoe dik wijls hoorden wij hen niet brullen Weg met dat papenras Weg met die luiaards! Dat ze werken en slaven voor hun dage lijks brood gelijk elkeen het doen moet En eenige dommerikken die niet ver der zien dan hunnen neus lang is, heb ben zich door die liberale beleedigingen, laten verleiden en waarlijk, ze gelooven dat de kloosterlingen lieden zijn die pa ter ol non zijn geworden omdat ze te lui waren om te werken Doch wat zullen die dommerikken nu gaan gelooven, ja. nu dal de liberale drukpers van toon is veranderd Immers de liberale Journal de Liège liet orgaan van Meester Frè>e Orban, be weert nu dal de kloosterlingen te veel welkenen bij zooverre dat zij den land- bun wer nadeel toebrengen. Te Acliel (Limburg) bestaat er een kloostergemeente van Trappisten. Dank aan bnnnen eigenhandigen en onverpoos- den arbeid, zij i deze kloosterlingen er in geslaagd, heidegronden, echte wilder nissen, in vruchtbare akkers te herscha pen En die werkzaamheid der Trappisten, keurt de Journal de Liège nu af, want door die werkzaamheid doen zij nadeel aan dn landbouwers Wel wal djanter wat moeten de kloosterlingen dan doen om u te behagen heeren liberalen Werken zij 'l deugt nielHouden zij zich irf plaats van de heide te ontginnen en ze in vruchtbare gronden ie herschapen, onledig met bid den. prediken, studeren en de jeugd te onderwijzen, 't deugt ook al niet, of 'i is nog slechter O wij weten het wel, heeren liberalen, de kloosterlingen kunnen u niet bevre digen dan met de kap over de haag te smijten, hunne plechiigste beloften te miskennen en de princiepen der liberale onafhankelijke zedeleer aan te kleven!.. Worden alle de afvallige en meinee- dige kloosterlingen, apostaten, enz. door de liberale schrijvelaars niet als geusche heiligen ondersteund, vereerd en ge vierd Wie durlt dat loochenen Ziehier, volgens het beknopt verslag, de korte maar kracluigeredevoering.door M. Woeste in de Kamer uitgesproken, ten voordeele der onderwijzers, die zich in 1879 voor het onderwijs opofferden en daar door van hun recht op pensioen be roofd werden De toestand der onderwijzers die, in 1879, hun ontslag namen om te gehoor zamen aan de stem van bun geweten, laat veel te wenschen dat zal men niet betwisten verscheidene hunner hebben een ongelukkig bestaan. Indien er voor hen iets te doen is, dan dient men het eindelijk te weten. Doch men moet tot eene oplossing komen, in den eenen of anderen zin. gewone gebeurtenissen geeft men doorgaans wei nig of geene aandacht op hetgeen er geschiedt zonder dit zouden nu allen hebhen bemerkt dat de straat vroeger door den zwarten ruiter aan zijnen gezel aangewezen, met eene sterkere wacht dan de andere was bezet geworden, en zelfs dat dc woning der weduwe door hem niet den vinger aangeduid, van wederzijde door Iwee Doodshoofden met den blanken sabel in de vuist werd bewaakt. II. Een woelige naclit. De voorhoede was nauwelijks ingetreden en op schildwacht geplaatst, (oen men in dc verte op den Antwcrpschen steenweg de krijgstrommels en kla roenen hoorde klinken dit dof gerucht en gerom mel werd klaarder van stond tot stond en weldra vermengden zich het getrappel der paarden, de stappen der voetgangers, het gedruis der rollende wagens en dc stemmen der zingende soldaten lot een verward geluid dat gedurig aangroeide, en eindelijk tegen de gebouwen der stad gelijk de akelige stem des donders kwam weergalmen. De bondgenooten waren daar de eerste afdce- ling des legers stond reeds voor dc Antwcrpsche poorl zij was uitsluitelijk samengesteld uit Bruins- wijekers, ruiters en voetgangers, allen gekleed in liet zwart, doch veellichter enbevalligcr van voor komen dan de Doodshoofden. Een kort overkleed Do leste maal dat daarover werd ge sproken, gaf M. Thor.issen, die toen minister was, ons den raad gebruik te maken van ons recht als volksvertegen woordiger doch in dergelijke zaak is 't verkieslijk dat men 't bestuur late han delen. Overigens M. Thonissen had be loofd het vraagstuk te onderzoeken en ons daarover verslag te doen. De onderteekenaars der verzoekschrif ten steunen op de verklaring, door mijn heer Malou den 7 februari afgelegd en hierop neerkomende dat de katholieke partij niet zou nalaten het onrecht te herstellen dat de liberalen op het gebied der scholen gepleegd hadden. Die verklaring werd door de toenmalige parlementaire minderheid eenparig goed gekeurd en door de belanghebbenden onthouden. Nu wij weer meerderheid zijn is het noodig eene voldoende oplossing te zoeken. Reeds heelt de regeering eenige onder wijzers geholpen, en ik bedank er haar voor maar ze heeft nog geen algemee- nen maatregel genomen. Er worden ver schillende oplossingen voorgesteld. Men zou eerst en vooral het krediet dat op de begrooiing van binnenlandsche zaken voor behoeftige onderwijzers is gebracht, kunnen vergroolen enalzoo hun toestand verbeteren. Doch ik verkies eene andere oplossing. De meeste onderwijzers die, in 1879, hun ontslag gaven, hadden in het pensioen fonds gestort. Mag de Staat redelijker wijze het gestorte geld inhouden, terwijl degenen die het gestori hebben er geen voordeel meer bij kunnen vinden Dit schijnt mij niet mogelijk; ook ver zoek ik de regeering de vraag te bestu- deeren of zij hun het gestorte geld, zoo niet gansch, dan toch gedeeltelijk dient weer te geven. Immers, de gewezen provinciale fond sen hebben tot in 1877 ten voordeele der onderwijzers en hunner weduwen en weezen bijgedragen. Voor hen zal het voldoende wezen, hun het gestorte geld gedeeltelijk weer te geven. Maar de on derwijzers die in 1877 niet gehuwd wa ren, zouden al het gestorte geld kunnen terugvorderen. Op dit tweede punt vestig ik de aan- nacht van M. den minister van binnen landsche zaken. Een derde middel zou kunnen getrok- den worden uit de bepaling van art. 5 der wet van 31 meert 1884, bepalende dat de ontslaggevende onderwijzers hun pensioen zullen mogen vragen, zoo zij gemachtigd werden hunne stortingen voort te zetten. Men zal zeggen dal de onderwijzers die, in 1879, hun ontslag namen, die stortingen niet voortgezet hebben doch, zoo zij zulks niet deden, dan was het omdat de regeering het hun niet zou toe gelaten hebben. Volgt daaruit dat wij aan de redenen, die haren oorsprong namen in een vraag- en een weinig verheven hoed pasten wel aan hunne nederige gestalte en vlugge wendingen. Het waren moedige krijgslieden zij hadden vast besloten de eer van hunnen hertog die aan hun hoofd reed, in het bloed der Fransclicii te wreken, en dat liim daartoe geene heldhaftigheid ontbrak, dit toonden zij een jaar later, gezamentlijk uict de Ncdcrland- sclic soldaten in den slag van Quatre-llra-. De her tog sneuvelde, maar dc Brtiinswijckcrs deden zijne dood uiiboctcn door een hardnekkig gevecht dal generaal Ney tot den aftocht dwong, en de Fran schen deed zien welke vijanden zij den dag later tc Waterloo mochten verwachten. De Mcchclarcn hadden oogcuhlikkelijk eene goede inborst in dc Bruinswijckers ontdekt, ook de houding der krijgslieden getuigde van eene strenge tuchthet was dus de burgers ten spijt dat die vreemde soldaten, na op de Groote Markt eenige verfrissching genoten te hebben, zich in gelederen schaarden en langs de Brussclschc poort de stad verlieten om in dc naburige dorpen bunnen intrek tc nemen. Bij bun afscheid werd met grootcren geestdrift de kreet aangeheven lied onze ver lossers reeds hemelwaarts gezonden teen de eerste pruisische ruiterbende was verschenen, meer uit vrees nochtans dan wel uit ware tevre denheid. Beurtelings kwamen nu de vcrschilhgc regimen ten voetgangers van het leger der bondgenooten, en tusschen ieder eene bende ruiterij 'deze laat- sten waren Poolsche lansiers en Kozakkeu die en. stuk van geweten, met dezelfde voordee- len zouden moeten toestaan als die welke men toestond voor redenon van persoon lijk belang Ik denk dat de bepalingen der wet van 1884 hen moeten worden toegepast. Redelijkerwijze zou 't pensioen moeten berekend worden naar verhouding der gedane stortingen. Dat zijn de verschillende middelen, die toelaten deze ongelukkigen ter hulp te komen de regeering zal, hoop ik. ons eerlang bekend maken met de door haar genomen eindbeslissing. t-"--^==X3flgXT=» uc Ter algemeene keunis wordt gebracht dat de goederen, verzonden met den Staatspoorweg, op zon- en rekende feest dagen niet meer zullen worden aangebo den ten huize van de personen die het schriftelijk den statieoversten aanvragen. Uitzondering wordt gemaakt voor ver zekerde goederen, colli tegen tariel I (spoed bestelling), verzendingen tegen tarief IV (weerden), toilet benoodigdhe- den verzonden als ijlgoed, alsmede voor gist, jonge groenten, vleesch, visch en andere spoedig bedervende eetwaren. Het verslag over den handel van groen ten en wild met Engeland, levert geen -oeden uitglag op voor België. Niet alleen leveren wij voor eene veel mindere weerde versche groenten) aar dappels en ajuin daar buitenj aan Enge land,dan Holland, Frankrijk, Duitschland, enz. maar zells in vergelijking der jaren 1885 en 1886, zijn wij 46,000 frank ach teruitgegaan. In 1885 leverden wij voor 132,000 fr. in 1886 slechts voor 86.000 fr. Holland, Frankrijk, de eilanden van 't Kanaal, Duitschland en Denemerk heb ben voor honderd duizenden meer uitge voerd Belgie alleen is in vermindering. De ligging van ons land, onze betrek kingen, onze inrichting moeten ons in tegendeel aan het hoofd van de uitvoer ders stellen. In hel zenden van noten en appelen is er wel is waar eene lichte vermeerdering; maar voor het overige gaat onze uitvoer achteruit. Frankrijk en Denemark zenden het meeste boter naar Engeland dan volgt Nederland en eindelijk komt Belgie aan den steert. Uitvoer van belgische eiers bestaat er niet, ofschoon er in die eet waar voor millioenen handel gedreven wordt. De uitvoer van versch varkensvieesch is hier ook verminderd, terwijl hij groo- ler is geworden voor Holland. België voerde voor 278.6U0 Ir. minder dan vroe ger, Holland voor 856,275 fr. meer uit. kelijk gewapend niet eene lange piek en eenen ge- kromden sabel, op kleine vlugge paarden gezeten, een grijs overkleed droegen aan welks kraag men een rood afboordscl zag, en up bel hoofd een grijze muls insgelijks mei eenen rooden band versierd. Ilnn opzicht was ruw en oiimeedoogend, gelijk uok dit der voetgangers up hunnen doortocht be- iecdjgdcn zij de burgers door spot- en lasterwoor den zij wierpen Imn alle bedreigingen naar bel hoold, en bij de minste tegenkanting gavcu zij zicli over aan geweldenarij. Een uur lang luidden «lie regimenten aldus door- getrokkan er na kort vcrpoozcu opvolgcns de Markt verlaten. Dan kwam eene afdccliug die meer bedaardheid cu vredczucht toonde, ccnc mengeling van ruiters en voetvolk, allen Saxers, die goede orde de stad binnentraden, een weinig vertoefden, en weder naar buiten trokken om iu de dorpen rond Leuven te vernachten. Tot drij ure numiddag bleef de doortocht der bondgenooten voortduren, en alsdan verscheen de afdccliug die des nachts binnen Mcchelen moest verblijven. Nieuwsgierig om dc gesteltenis hunner gedwongen gasten te kennen, begaven dc burgers zich op nieuw naar de Groote .Markt en stonden met vcrsiagciidlicid te zien op lat onstuiminig ge woel en te luisteren op bet hclsch getier dezer dui- zende krijgslieden, verbitterd en dus begerig om in plunderen en moven zich lust te geven. Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1888 | | pagina 1