Laiuibouwkronijk.
Processie met Licht
Bond der Katholieke Bekwaam-
heidkiezers.
Plukking en Droging.
Nergens worden de plukking en in-
zonderheid de droging m t zoo groote
zorgeloosheid gedaan als in Belgie. In
t de kleine kweekerijen bijzonder, waar
t nochtans de droging op eene volmaakte
wijze zou moeten geschieden, wordt
zij op de onhandigste manier gepleegd.
De hop van het meerendeel onzer
planters is, wanneer zij nog aan de
staken hangt, overvloedig en uitmun-
tend van hoedanigheid, maar in de
plukking en droging schijnt men er
«r enkel op bedacht, in eenige uren tijJs,
de vruchten van verscheidene mnan-
den aanhoudenden arbied te bederven.
Men moet'zoo net mogelijk plukken,
dit wil zeggen, zonder bladeren onder
de bellen te laten en zonder deze te
krenken zorgzame kweekers doen ze
knippen met scharen, of somtijds afpit-
o sen met een blikken vingerhoed met
scherpen boord aan den duim men
laat een steeltje van m. 0,015 lengte
aan de bellen, wel vermijdende de
o bellen bij trossen af te trekken men
laat ten hoogste twee of drie bellen
aaneen, wanneer zij zeer dicht slaan.
De. hoppekweekers\an Spalten hunne
o koopers nemen aan, dat eene verzorg-
de plukking eene prijsverheoging van
25 lol 50 Danken per quintaal (50 kilos
circa) opbrengt.
De droging mag niet gebeuren, gelijk
bij onze kleine hopboeren, met door
een min of meer dikke laag hop, gedu-
a rende zes of acht uren het voorbreng
en sel te jagen van de verbranding der
steenkool of van andere brandstof, ge-
mengd mot zwavelzurige dampen van
de solfer, die men in den haard werpt,
of welke men afzonderlijk onder den
den eest brandt, enz.
Deze handeling geeft aan het voort-
brengsel eenen eigenaardigen vuilen
reuk, die den vreemdeling doet zeggen,
o dat de belgische hop stinkt.
De Maatschappij St-Rochus hier ter
stede ingericht, werkende met de gelde
lijke tusschenkomst van het Ministerie
van Landbouw, heeft lot programma den
slechten staat waarin handel en teelt
zich bevinden tegen te werken.
Tol heden is de Maatschappij nog maar
ten rteele in dit doel gelukt,maar de leden
twijfelen niet of zij zullen ten volle tot
de verbetering van het produkt komen,
indien eenieder landbouwers, koop-
mans en Stadsbestuur hun de baud
leenen.
En svat behoeft daartoe gedaan te wor
den
Wel niets anders dan de boeren aan te
porren den raad te volgen hun gegeven
in het verslag van M. üamseaux, ten
tweede dat liet Stadsbestuur voortaan
alleenlijk een getuigschrift van goed ge
plukte hop aflevere aan degene zooals
hierboven gezegd,geplukt zooals de vroe
gere reglementen het voorschreven, vol
gens dewelke het getuigschrift alleenlijk
afgeleverd werd voor de hop door den
landbouwer hier ter stede zelf en van zijn
eigen gewas aan den keur afgeleverd.
Dit is oprecht de eenige goede wijze om
tot eene verbetering te geraken en te
behouden, want wie anders is verant
woordelijk over het plukken en het dro
gen dan degene die de hop kweekt plukt
en droogt De koopman is enkelijk be
middelaar tusschen voortbrenger en ver
bruiker. Zoo wierd liet begrepen en
verslaan lot vóór 1863 volgens Stadsre-
glementen.
Ziehier art. 2 van dit reglement
«Niemand zal denlooden zegel kunnen
bekomen voor eene meerdere hoeveelheid
hoppe dan dengene welke liern in het
openbaar weeghuis rechtstreeks zal be
steld zijn geworden van wege den land
bouwer, en voortkomende van den eigen
oogst van dezen laatsteu. Ten de'en
einde zal er door den Bestuurder van het
weeghuis rene rekening worden gehou
den. voer eiken koopman in hoppe het
gewicht vastellcnde van de leveringen die
hem gedaan zijn, alsmede het gewicht
der balen voor dewelke hij hel toezege-
len inel een lood zal bekomen hebben.
Eu zoo moet liet in 't vervolg 2ijn, wil
men handel en teelt weder zien opbeu
ren. Ook is hei alleenlijk deze gedragslijn
die de leden van de Maatschappij St-
Rochus volge i. Wat zeggen zij anders
in hunne geschriften en in hunne confe-
rentiëu aan de planters, dan dat zij hun
ne hop moeten beter plukken, beter
drogen, in een woord, beter bezorgen
dan voorgaandelijk
W'ij vragen liet aan allen wel denken
den tnensch, wij vragen hel aan alle
kooplieden, landbouwers en bijzonderlijk
aan de heeren van de komissie van 1881!
Namens de Maatschappij St-Rochus
De Voorzitter,
LEO VAN OVERSTRAETEN HYDE.
De Geheimschrijver,
C. DE COMNCK-DE WINDT.
Aanleggen der broeibedden.
Er is hier geene sprake van liet aan
leggen van broeibedden beslaande uit
eenige ramen, maar van een wei k in het
groot, uil eenige honderde broeibakken-
ramen samengesteld. De beddingen wor
den altijd op dezelfde plaats aangelegd,
waar zij goed aan de zon zijn blootge
steld, behalve die van meloenen deze
leste worden in de nabijheid der wonin
gen aangelegd en dichtbij den mesthoop,
ten einde tijdverlies en onnoodige ver
moeienis te vermijden.
Men zal lichtelijk begrijpen, dal dit ge-
heele gedeelte met eene dikke laag mest
aarde is overdekt, hetgeen liet werk veel
gemakkelijker maakt. De moeshoveniers
beginnen met de aarde door elkaar te
woelen met behulp van een gaffel en
harken die te samen in langwerpige
aardhoopen, aan welke zij den naam van
rhaines de terreau geven, die op eenen
afstand van 3 tot 4 meters van elkander
liggen.
Deze zoogenaamde mestaardeketens
worden in tegenovergestelde richtingen
aangesteld als de rijen beddingen, en
nemen de geheele lengte van het broei
bed in beslag, met uitzondering van eene
ruimte van 2 meters, die moet beschik
baar blijven, voor liet aanleggen van
nieuwe beddingen. De overschieter.de
mestaarde wordt op zij geworpen. De
hoveniers brengen alsdan met eene mand
het mpst aan. dat zij in bewaring hebben,
om liet tusschen de chatnes (le terreau
neèr te leggen.
Wanneer zij deze bewerking hebben
verricht, gaan zij het versch mest halen,
dat zij op het andere neerwerpen, doch
in kleinere hoeveelheid, terwijl zij er
zorg voor dragen, ook mest op de ketens
van mestaarde te werpen, ten einde le
verhinderen dat de vorst er zijnen invloed
op doe gevoelen, en zoo doende liet
werk zou tegenhouden. Het overbrengen
van bel mest beeft altijd eenige dagen te
voren plaats, opdat dit vocht mei mest
kunne doortrokken worden dientenge
volge behoell men slechts zeldzaam zijnen
toevlucht tot het begieten te nemen.
Wanneer deze overbrenging van het
mest heeft plaats gehad, begint de hove
nier met zijn knecht, dat gedeelte van de
vierkante bedding te bewerken, waarop
geen mestaarde is aangebracht, en dat in
loodrechte richting ligt tegenover de
mestaardeketens hij brengt de bedding
in ééne bewerking op de vereischte
hoogte, terwijl hij zorg draagt dat do
beide meststoffen goed onder elkaar wor
den vermengd de hoogte is afhankelijk
van het tijdstip, waarop de bewerking
plaats heeftna deze bewerking gaat hij
het bed over dc geheele lengte goed be
trappen, en hij maakt bij middel van oud
mest de geheele oppervlakte gelijk, ten
einde le verhinderen, dat de zaden, die
zich in verschen mest bevinden, uitschie
ten. Hij legt onmiddellijk de eerste rij
kassen aan door ze met mestaarde aan
te vullen, en ?ulks door van iedere mest-
aardeketmi grond te ontnemen.
Op die wijze maakt hij ruimte om eene
andere rij aardkassen aan te leggen,
naast de eerste, zoodat de tweede rij
wordt aangelegd en zoo vervolgens, tot
dat de geheele oppervlakte van het vier
kant is bewerkt.
De beddingen, die bestemd zijn om met
glasklokken te worden bezet, worden op
dezelfde wijze aangelegd, doch in plaats
van kassen, heeft men drie rijen glazen
klokken op iedere zijde van het vierkant
der bedding.
De beddingen met open lucht, aldus
genaamd, omdat men zonder hulp van
glazen klokken te werk gaat, worden in
de leste jaren weinig aangewend, zij wor
den aangelegd evenals de bakken met
broeiramen en zijn bestemd om zaad voor
radijs en wortelen te ontvangen.
Schrabt de oude schorsen der fruilboomen
c( Van bel huidige tijdstip af, behoort
men de oude en verstorvene schorsen
der fruilboomen af te weeren.
Deze deelen ten eersten dienen vol
strekt niet meer tot het leven of ontwik
kelen des booms erger nog, zij beletten
allen toegang van lucht en warmte tot de
nog jeugdigen schors, en plaatsen deze
laatste buiten staat aan hare bestemming
le beantwoorden. Daarenboven tusschen
de levende schors en de verstorvene dee
len der oude, bevindt zich verschuiid
allerhande ongedierte 't zij in volko
menen slaat, 't zij in poppen, ruspen of
eieren, welk aldaar goed beschut den
winter doorbrengt en, onder den invloed
der eerste warmte van het voorjaar, zich
zal ontwikkelen en zijne schadelijke wer
kingen beginnen.
Ontbreekt nu de tijd of het geduld tot
de afsclirabbing zelve, of houden de ver
storvene schorsdeelen nog te vast aan,
dan doet men ze bijna van zelve afvallen
door de stammen te bestrijken met ge
woon witsel, bevattende een tiende pe-
trool,
Begeert men riiet dat de verzorgde
hoornen aan rechtstaande riffen of doode
geraamten gelijken, zoo voegt men eene
zekere hoeveelheid schouwbitter in liet
mengsel, en de stammen zullen nagenoeg
hun gewone kleur blijven behouden.
In de tiederlandsche provincie Utrecht,
klagen de ijmkers over den toestand van
hunne bijenstokken, waar de. winter zoo
hoogst ongunstig voor is geweest.
Bijenhouders van middelbaren leeftijd
weten er niet van le spi eken, dat de bijen
zoo lang achtereen niet in de gelegenheid
•zijn geweest uit te vliegen.
Dien tengevolge hebben de diertjes
sterk geruid, dat is, de sterfte onder de
bijen, ondanks de voldoende hoeveelheid
voedsel, welke de korven bevatten, is
bijzonder groot, en de nog levenden zijn
algemeen lijdend aan eene ziekte die door
de mannen van 't vak de loop genoemd
wordt en weinig goeds voorspelt voor
den aanstaanden zomer.
In sommige dorpen in oostelijk Drente,
maakt men nu met goed gevolg gebruik
\an de voeding met distels voor de ver-
kens. Deze distels groeien in het groen
land en worden voor de verkenhouders
opgezocht. Zij zijn meest voorhanden in
kalkrijk land, en vermits deze plant veel
kalk uit den grond trekt, wil iedere land
bouwer ze wel kwijt zijn, zoo dat de dis-
tel/.oekers overal vrijheid hebben. Door
veel lieden uit den werkenden stand, ziet
men dagelijks zakken distels naar de
dorpen dragen.
Senant. De hooge vergadering
hield zich donderdag onledig met ver-
schillige wetsontwerpen van onderge
schikt belang. Het wetsontwerp op de
weldadigheidsburelen door onzen ver
tegenwoordiger, M. Woeste, voorgedra
gen, werd zonder eenige opmerking der
liberalen gestemd. Vrijdag werden de
wetsontwerpen nopens de gevaarlijke en
ongezonde gestichten enz., de verlenging
van den duur der wet op de akademisclie
graden, en de goedkeuring der conventie
gesloten tusschen België en Frankrijk
over den militairen dienst, aangenomen.
Het Senaat verdaagde zich onbepaald.
Volkskamer. De wijzigingen
aan de wet op de bekwaamheidkiezers
werd aangenomen.
De art. 43 en 14 van 't wetsontwerp
nopens de bescherming der kinderen ge
bruikt door rondreizende kunstenmakers
werden ingetrokken en vervolgens de
ontwerpen op de proefbank voor vuur
wapens en van vermeerdering der mili
taire pensioenen aangenomen. Vrijdag
stemde de vergadering het wetsont
werp op de bescherming en ving vervol
gens de algemeene beraadslaging aan
over 't wetsontwerp nopens de wijziging
van eenige bepalingen der wet op den
tabak. M. Verbrugglien keurde het wets
ontwerp goed doch betreurde dat het
recht van tabak vrij van accijns te mogen
kweeken, bepaald is geworden op 80
planten in plaats van 450.
MM. De Sndeleer, Woeste enz. hebben
voorgesteld dit getal op 400 planten voor
ieder huishouden te bepalen.
KERKELIJK NIEUWS.
Eerebewijs aan O. LVrouw van het
Vlaamsclie Lourdes en jaarlijkse he
OP O. H. HEMELVAART, 10 MEI.
ORDE DER PLECHTIGHEDEN.
Om 5 4/4 ure vergadering aan St-
Amandsbergkerk men vertrekt juist om
51/2 ure, Zijne Hoogwaardigheid Mgr.
Lambrecht, Bisschop van Gerra, zal deze
Bedevaart met zijne tegenwoordigheid
vereeren en bij de aankomst het zeer
plechtig Lof doen.
Om 7 4/2 ure aan de Grot volkszang en
gebeden waarna aanspraak van Z. II.
MgrLambrecht. gevolgd van den jaar-
lijksclien ommegang met licht.
Ditjes en (latjes. (Styl Den-
dergalm Dezer dagen hoorden wij
eenige politieagenten eene schoone defi
nitie afgeven
Wat is 'ne zekere geusche schrijve-
laar ofte opsteller van een liberaal las-
lerblad
Eene felle geneverbuik met kaalge-
sleten vuilen frak en gaten in zijn leer-
zen, gezeten vóór nen stinkenden inkt-
pot
Schouwburg. Naar men ons
verzekert zou een troep frausche comedi-
anten reeds verscheidene maal voetstap
pen hebben aangewend bij een lid van ons
Stedelijk Bestuur, ten einde, alhier ten
Schouwburge, eenige fransche operetten
en anderen bucht te komen opvoeren
onder voorwaarde dat er een minimum
van ontvangst zou gewaarborgd worden.
Die waarborg van een munimum van
ontvangst aan de fransche comedianten
die alhier, teri tijde van 't gevallen libe
raal bestuur, tooneelstukjes kwamen op
voeren die dikwerf niet al te pluis waren,
werd door onze bevolking krachtdadig
afgekeurd en gelaakt. Ja, 't was een der
talrijke grieven die den val van 't libera-
lismus alhier veroorzaakten.
Het valt dus niet te betwijfelen, moest
eene stellige vraag bij ons Katholiek en
Vlaamscli Stedelijk Bestuur neergelegd
worden, het zou bij onze Raadsheeren
geenen ingang vinden en zouden die
fransche eomedianten met hunne operet
ten, prullen en anderen buehtonmiddelijk
naar de maan gezonden worden. Dat de
mannen van chez nous met hunne
lransche zedesclielsen maar t'huis blij
ven, de Vlamingen kunnen ze goed
missen
Stadswaag. Argus uit Den
Dendergalm beweert dal de titularis
voor de bediening van bestierder onzer
Stadswaag reeds zou gekend zijn niet
tegenstaande de postulanten hunne aan
vraag mogen toezenden tot 44 Mei aanst.
Ja, zelfs geeft hij de eerste letters zijns
naams op.
Van den anderen kant, hebben ver
scheidene personen, in staat van goed
ingelicht te wezen, ons willen doen aan
nemen dat de juffer lieden voorloopig in
bediening de meeste kans heeft van defi-
nitivelijk benoemd te worden.
Wat ons betreft, wij gelooven noch
't eene, noch 't andere; wij aanschouwen
al die gezegden als op niets ernstig ge
grond, als onnoozel gezeever...
Argus slaat er naar gelijk nen blinden
naar't ei, en wat't geval van de juffer be
treft, wij konnen onmogelijk aannemen
dat onze Gemeenteraad de Aalstenaars
in 't aanzicht zou slaan, in andere woor
den, hen zou 't affront aandoen van door
de benoeming dezer juffer openbaarlijk te
erkennen dat erin gansch de stad Aalst,
in gansch België, niemand bekwaam ge
noeg wordt aangetroffen om die plaats te
bedienen, en men dus iemand, en dan
nog een vrouwspersoon, van vreemde
nationaliteit heeft moeten verkiezen
Neen, neen, hiertoe zijn onze achtbare
Gemeenieraadsleden niet in slaat dat
affront zullen zij de Aalstenaars sparen.
Ze weten immers le wel dat wij hen
't mandaat niet hebben opgelegd van
vreemdelingen te bevoordeeligen en onze
medeburgers en landgenoten op 'tachter
plan te plaatsen
In Frankrijk, in Duilscliland, in Enge
land, in Holland worden ueene Belgen tol
openbare ambten en bedieningen toege
laten en dal weten zij ook
En men denko niet dat wij hier in
voordeel van dezen of genen kandidaat
schrijven, neen, 't is ons onverschillig
wie onze achtbare Raadsheeren zullen
benoemen, maar wij verheffen slechts de
stem om de onbetwistbare rechten der
Belgen,onze medeburgers, te doen gelden
en desnoods te herinneren
Overigens wij denken het op dit punt
volkomen eens te wezen met dc over-
groote meerderheid onzer medeburgers
1» SECTIE.
Donderdag 40 Mei 4888 Groote Prijs
kamp op den Bak naar schoone prijzen
(gratis) bij den heer Camiel Van de Wiele,
Groenstraat.
ALLE RÏÏandF NIEUWS
Werkmanskring. Morgen
zondag 6 Mei. om 5 1/2 ure stipt des na
middags, Luisterrijke Avond
feest, den heeren Eereleden en Leden
met hunne familiën, aangeboden, door
de tooneelkundige afdeelirig des krings,
ouder de kenspreuk Vreugd en Deugd
met de welwillende medewerking van
M. Gustaaf Merckaert, sekretaris van den
Werkmanskring van Geerardsbergen.
Het programma belooft eene hoogst
aangename feest, en naar de vlijt en
iever le oordeelen welke de leden der
tooneelkundige afdeeling hebben aan den
dag gelegd om zich in 't vak le bekwa
men. zal deze eerste Avondfeest de
moeilijksten bevredigen.
Wij herinneren dus deze feest aan de
Leden. Het programma meldt ons, eene
voordracht door den heer baron Leo
Bethune, 2 kluchtliederen door M.
Merckaert, eene luimige alleenspraak en
een blijspelDe gefopte advokaat, of de
boer met zijn hesp.
Het gerecht van Denderrnonde heeft
bericht ontvangen van een belangrijken
diefstal, gepleegd in de kerk van Wette-
ren-ten-Eede. De dieven hebben bij mid
del van eenen boomstronk de ijzeren
sluitstaven van de vensters gebroken,
ijzeren kist verbrijzeld en er alle kost
baarheden uitgehaald. De HH. Hostiën
hebben zij weggeworpen. De dieven zijn
met zooveel overleg te werk gegaan, dat
zij alleen de echte gouden en zilveren
voorwerpen meênamen, terwijl zij de
koperen of vergulde onaangeraakt heb
ben gelaten.
Vele landbouwers van Eecloo en
in den omtrek klagen over de buitenge
woon groote schaê, die hun door de
wilde konijnen aangedaan wordt. Men
noemt gansche velden, waar de rogge
door die knaagdieren is verwoest. Óp
andere plaatsen, omtrent bosschen gele
gen, werden de jonge bovingplanten
door de wilde konijnen afgeknaagd. Ver
scheidene eigenaars vragen jaarlijks de
toelating om huiten de jacht de wilde
konijnen op hunne eigendommen te mo
gen uitroeien.
Moordpoging te Antwerpen. De
agent inspecteur Laureys, die woens
dag avond na 41 ure van liet hoofdbureel
r.aar zijne woning, Van Peltstraat, terug
keerde, werd in de Moonsslraat, onver
wacht aangevallen, door een onbekenden
persoon, die hem met een zwaar stomp
voorwerp, een hevigen slag op het hoofd
toebracht. De agent viel ten gronde en de
aanrander gaf hem toen nog twee slagen.
Op liet hulpgeroep van M. Laureys,
nam de aanrander de vlucht. Da geburen,
die kwamen toegesneld, vonden den man
liggen met drie groote wonden iri het
hoofd. Het slachtoffer werd ter verzor
ging naar het St-Elisabelhs gasthuis ge
bracht. Dc hoofdschedel is niet geschon
den.
In do maand juni zal te Mechelen,
eene buitengewone jaarmarkt van peer
den plaats hebben. Bijzondere schikkin
gen zullen later meegedeeld worden.
Ter veemarkt van Waver, werden
aangeboden: 427 melkkoeien. 35 ossen,
32_veerzen, 48 jonge ossen, 62 varkens,
127 jonge varkens. Hiervan zijn verkooht
148 koeien, 28 ossen, 23 veerzen, 45 jon
ge ossen, 54 verkens en 414 jonge var
kens. Middelbare prijzenkoeien, fr.
200 ossen, 515 veerzen, 480 jonge
ossen, 400 varkens 90 jonge varkens.
9,50.
Een dezer nachten hebben te Iluele
dieven ingebroken in het bureel van het
magazijn, toebehoorende aan Mme We
Lagae, en staande langs den steenweg
van Kortrijk. De dieven hebben, gelijk
het nu de mode geworden is, een stuk
uit de watervenster gezaagd en zijn alzoo
binnen geraakt. Zij hadden het gemunt
op den coffre fort, maar hun geweld is
vruchteloos gebleven. De meesterknecht
had 's avonds te voren laat als de com
mies reeds weg was, eene betaling ont
vangen van 65 frank en tegen zijne ge
woonte had hij liet geld. niet weggedaan,
en dit hebben die dieven mede.
Bij hun weggaan hebben de deugenie-
ten de quinquet laten branden. Rond 3
uren van den morgen ging A. P. daar
voorbij en was geheel verwonderd nog
licht to zien in hel bureel hij klopte den
meesterknecht op en dan zagen zij wat er
gebeurd was.
Mochten de dieven welhaast gekend
zijn en geldig gestraft worden.
Meuwe moordpoging te Deerlijk.
Omtrent 40 uie zondag avond, wierpen
v;er kerels als de ruiten in van de straat
deur der herberg liet Faubourg, De baas
der herberg is daarop buiten gegaan en
loste met zijn revolver een schot in de
lucht. De kerels hierdoor niet afgeschrikt,
zijn op den baas der herberg toegespron
gen en zijn begonnen met hem zoo wreed
te mishandelen dat de mam gansch met
wonden overdekt is Aleen aan het hoofd
bekwam do ongelukkige9 erge kwetsuren.
De man lag in een bloedplas uitgestrekt,
als de hulp opdaagde. De vrouw van den
herbergier werd door de woestaards
insgelijks erg mishandeld.
De geneesheer, welke den herbergier
verpleegt, heeft nog weinig hoop hem le
redden.
Maandag heeft de gendarmerie een
onderzoek over die ongehoorde feiten
begonnen. Men vond bij een der kerels
een stuk lood dat met een eind koord aan
eene ijzeren spil bevestigd was, welke
waarschijnlijk diende om als hecht in
de hand te worden gehouden, terwijl men
met liet lood sloeg. Toen men dit wapen
ontdekte, was het nog gansch bebloed.
De woestaards welke zich aan die
baldadigheden plichtig maakten, zijn
gelukkig gekend en zullen hunne welver
diende straf niet oritloopen.
Twee kinderen van M. Haubourdin,
landbouwer te Ploegsteert, een meisje
van 5 en een van 6 jaar, zijn in een die
pen gracht gevallen.
De moeder der twee slachtoffers, Mad.
Haubourdin, was eenigen tijd van hare
woning verwijderd geweest om een be
zoek gaan o( le leggen in de buurt Zij
was bij hare terugkomst natuurlijk ver
wonderd van hare twee kinderen, Julia
eu Martha niet te ontwaren welke alleen
thuis waren gelaten.
Ten prooi aan een slecht voorgevoel
ging zij naar den vijver, welke de hoeve
omringt en ontdekte er de lijken van hare
twee kinderen. De wanhopige moeder
haalde de meisjes zelf uit het water en
deed nog alle pogingen om de kindoren
tot het leven terug te roepen maar het
was te Iaat
De twee meisjes hadden een hofken
gemaakt op den boord van den vijver. De
moeder bad stieiig verbod gegeven aan de
kinderen van op den boord des vijvers
te spelen, als zij er niet was. De meisjes
hadden hel moederlijk verbod overtreden
en hel is met bloemen te planten in het
hofken aan dea vijver, dat zij in het water
sukkelden.
Men veronderstelt dat een der meisjes,
in het water vallende, hare zuster in den
val zal hebben medegetrokken.
Men begrijpt dat het verdriet der on
gelukkige ouders onbeschrijfelijk is.
Nauwelijks drie jaar geleden werd de
hoeve der echtgenooten Haubourdin door
een geweldigen brand in asch gelegd.
Over eenige dagen is to Wyngene,
in de bosschen van den heer advokaat
Ghequière eenen hert gezien geweest
van bijzondere groote. Niettegenstaande
alle pogingen is hij nog niet kunnen
gevangen worden.
Op de markt te Rousselare, be
merkte de policie dat de boter van Rosa
lie Vandoorne, oud 53 jaren, vrouw van
Constant Lammerlyn, geboren te Ingel-
munster en wonende te Emelghem, niet
al te zuiver moest zijn. Zij werd naar het
policie-bureel ontboden waar een deel
der boter in beslag werd genomen en
naar het scheidkundig gesticht gezonden,
alwaar men vond dat er 37 ten honderd
vreemd vet in gemengd was.
Proces verbaal is tegen haar opge
maakt.
Maandag heeft er te Iscghem eene
schermutseling plaatsgehad. M. Decoene
heeft aldaar eene fabriek geplaatst om
schoenen met het mekaniek te maken.
Drij of vier franschmans of walen, die
aldaar gebezigd worden, en zeer bedrijvig
zijn om met die mekanieken te werken,
winnen er eene meerdere daguur dan de
Isegherasche schoenmakers die er werk
ten, en welke zoo behendig niet zijn met
dit stelsel. De franschmans zouden aan
den baas gezegd hebben dat hij die werk-
menschen te veel betaalde voor het werk
dat zij maar verrichten. Op deze gezeg
den, werd hun daguur verminderd. De
Iseghemsche wetende van waar den stag
hun gebracht werd, staakten het werk en
hielden zich bedreigend op straat. Erge
gebeurtenissen vreezende vroeg men
hulp aan de gendarmerie van Rous
selare. Twee gendarmen werden ter
plaats gezonden, tegen alle voorvallen,
en dewelke M. Decoene moesten be
schermen toen hij zich van zijn huis
naar de fabriek wilde begeven.
Eenige worstelingen hebben plaats go-
had en eenige ruiten zijn ingeworpen
geweest.
De Etoile bevat de volgende briefwis
seling
Sedert eenigen tijd heerschte er eene
zekere opgewondenheid tusschen de be
volking van lseghem (Weslvlaanderen)
bevolking, die meestal bestaat van de fa-
brikatie en den handel in schoenen.
Een der voornaamste fabrikanten, M.
De Coen, had onlangs nieuwe machie-
neu ingevoerd doch dit scheen de
werkliê niet te bevallen, want maandag
gingen zij in groote groepen naar de fa
briek, poogden er binnen te dringen,
braken de ruiten der venster enverplicht-
ten de werkliê insgelijks den arbeid te
staken.
De stoker werd mishandeld, omdat hij
zich tegen de doenwijze van de onrust
stokers verzette. Ook de fubriekant werd
mishandeld en zijne vrouw werd zelfs in
de hand gebeten
M. De Coen en zijne vrouw konden
langs het dak ontvluchten.
Woeste tooneelen hadden plaats, tot
dat de komst der gendarmen van Rousse-
laere een einde aan de paldaJigheden
stelde.