Laiuibouwkronijk. Processie met Licht Bond der Katholieke Bekwaam- heidkiezers. Plukking en Droging. Nergens worden de plukking en in- zonderheid de droging m t zoo groote zorgeloosheid gedaan als in Belgie. In t de kleine kweekerijen bijzonder, waar t nochtans de droging op eene volmaakte wijze zou moeten geschieden, wordt zij op de onhandigste manier gepleegd. De hop van het meerendeel onzer planters is, wanneer zij nog aan de staken hangt, overvloedig en uitmun- tend van hoedanigheid, maar in de plukking en droging schijnt men er «r enkel op bedacht, in eenige uren tijJs, de vruchten van verscheidene mnan- den aanhoudenden arbied te bederven. Men moet'zoo net mogelijk plukken, dit wil zeggen, zonder bladeren onder de bellen te laten en zonder deze te krenken zorgzame kweekers doen ze knippen met scharen, of somtijds afpit- o sen met een blikken vingerhoed met scherpen boord aan den duim men laat een steeltje van m. 0,015 lengte aan de bellen, wel vermijdende de o bellen bij trossen af te trekken men laat ten hoogste twee of drie bellen aaneen, wanneer zij zeer dicht slaan. De. hoppekweekers\an Spalten hunne o koopers nemen aan, dat eene verzorg- de plukking eene prijsverheoging van 25 lol 50 Danken per quintaal (50 kilos circa) opbrengt. De droging mag niet gebeuren, gelijk bij onze kleine hopboeren, met door een min of meer dikke laag hop, gedu- a rende zes of acht uren het voorbreng en sel te jagen van de verbranding der steenkool of van andere brandstof, ge- mengd mot zwavelzurige dampen van de solfer, die men in den haard werpt, of welke men afzonderlijk onder den den eest brandt, enz. Deze handeling geeft aan het voort- brengsel eenen eigenaardigen vuilen reuk, die den vreemdeling doet zeggen, o dat de belgische hop stinkt. De Maatschappij St-Rochus hier ter stede ingericht, werkende met de gelde lijke tusschenkomst van het Ministerie van Landbouw, heeft lot programma den slechten staat waarin handel en teelt zich bevinden tegen te werken. Tol heden is de Maatschappij nog maar ten rteele in dit doel gelukt,maar de leden twijfelen niet of zij zullen ten volle tot de verbetering van het produkt komen, indien eenieder landbouwers, koop- mans en Stadsbestuur hun de baud leenen. En svat behoeft daartoe gedaan te wor den Wel niets anders dan de boeren aan te porren den raad te volgen hun gegeven in het verslag van M. üamseaux, ten tweede dat liet Stadsbestuur voortaan alleenlijk een getuigschrift van goed ge plukte hop aflevere aan degene zooals hierboven gezegd,geplukt zooals de vroe gere reglementen het voorschreven, vol gens dewelke het getuigschrift alleenlijk afgeleverd werd voor de hop door den landbouwer hier ter stede zelf en van zijn eigen gewas aan den keur afgeleverd. Dit is oprecht de eenige goede wijze om tot eene verbetering te geraken en te behouden, want wie anders is verant woordelijk over het plukken en het dro gen dan degene die de hop kweekt plukt en droogt De koopman is enkelijk be middelaar tusschen voortbrenger en ver bruiker. Zoo wierd liet begrepen en verslaan lot vóór 1863 volgens Stadsre- glementen. Ziehier art. 2 van dit reglement «Niemand zal denlooden zegel kunnen bekomen voor eene meerdere hoeveelheid hoppe dan dengene welke liern in het openbaar weeghuis rechtstreeks zal be steld zijn geworden van wege den land bouwer, en voortkomende van den eigen oogst van dezen laatsteu. Ten de'en einde zal er door den Bestuurder van het weeghuis rene rekening worden gehou den. voer eiken koopman in hoppe het gewicht vastellcnde van de leveringen die hem gedaan zijn, alsmede het gewicht der balen voor dewelke hij hel toezege- len inel een lood zal bekomen hebben. Eu zoo moet liet in 't vervolg 2ijn, wil men handel en teelt weder zien opbeu ren. Ook is hei alleenlijk deze gedragslijn die de leden van de Maatschappij St- Rochus volge i. Wat zeggen zij anders in hunne geschriften en in hunne confe- rentiëu aan de planters, dan dat zij hun ne hop moeten beter plukken, beter drogen, in een woord, beter bezorgen dan voorgaandelijk W'ij vragen liet aan allen wel denken den tnensch, wij vragen hel aan alle kooplieden, landbouwers en bijzonderlijk aan de heeren van de komissie van 1881! Namens de Maatschappij St-Rochus De Voorzitter, LEO VAN OVERSTRAETEN HYDE. De Geheimschrijver, C. DE COMNCK-DE WINDT. Aanleggen der broeibedden. Er is hier geene sprake van liet aan leggen van broeibedden beslaande uit eenige ramen, maar van een wei k in het groot, uil eenige honderde broeibakken- ramen samengesteld. De beddingen wor den altijd op dezelfde plaats aangelegd, waar zij goed aan de zon zijn blootge steld, behalve die van meloenen deze leste worden in de nabijheid der wonin gen aangelegd en dichtbij den mesthoop, ten einde tijdverlies en onnoodige ver moeienis te vermijden. Men zal lichtelijk begrijpen, dal dit ge- heele gedeelte met eene dikke laag mest aarde is overdekt, hetgeen liet werk veel gemakkelijker maakt. De moeshoveniers beginnen met de aarde door elkaar te woelen met behulp van een gaffel en harken die te samen in langwerpige aardhoopen, aan welke zij den naam van rhaines de terreau geven, die op eenen afstand van 3 tot 4 meters van elkander liggen. Deze zoogenaamde mestaardeketens worden in tegenovergestelde richtingen aangesteld als de rijen beddingen, en nemen de geheele lengte van het broei bed in beslag, met uitzondering van eene ruimte van 2 meters, die moet beschik baar blijven, voor liet aanleggen van nieuwe beddingen. De overschieter.de mestaarde wordt op zij geworpen. De hoveniers brengen alsdan met eene mand het mpst aan. dat zij in bewaring hebben, om liet tusschen de chatnes (le terreau neèr te leggen. Wanneer zij deze bewerking hebben verricht, gaan zij het versch mest halen, dat zij op het andere neerwerpen, doch in kleinere hoeveelheid, terwijl zij er zorg voor dragen, ook mest op de ketens van mestaarde te werpen, ten einde le verhinderen dat de vorst er zijnen invloed op doe gevoelen, en zoo doende liet werk zou tegenhouden. Het overbrengen van bel mest beeft altijd eenige dagen te voren plaats, opdat dit vocht mei mest kunne doortrokken worden dientenge volge behoell men slechts zeldzaam zijnen toevlucht tot het begieten te nemen. Wanneer deze overbrenging van het mest heeft plaats gehad, begint de hove nier met zijn knecht, dat gedeelte van de vierkante bedding te bewerken, waarop geen mestaarde is aangebracht, en dat in loodrechte richting ligt tegenover de mestaardeketens hij brengt de bedding in ééne bewerking op de vereischte hoogte, terwijl hij zorg draagt dat do beide meststoffen goed onder elkaar wor den vermengd de hoogte is afhankelijk van het tijdstip, waarop de bewerking plaats heeftna deze bewerking gaat hij het bed over dc geheele lengte goed be trappen, en hij maakt bij middel van oud mest de geheele oppervlakte gelijk, ten einde le verhinderen, dat de zaden, die zich in verschen mest bevinden, uitschie ten. Hij legt onmiddellijk de eerste rij kassen aan door ze met mestaarde aan te vullen, en ?ulks door van iedere mest- aardeketmi grond te ontnemen. Op die wijze maakt hij ruimte om eene andere rij aardkassen aan te leggen, naast de eerste, zoodat de tweede rij wordt aangelegd en zoo vervolgens, tot dat de geheele oppervlakte van het vier kant is bewerkt. De beddingen, die bestemd zijn om met glasklokken te worden bezet, worden op dezelfde wijze aangelegd, doch in plaats van kassen, heeft men drie rijen glazen klokken op iedere zijde van het vierkant der bedding. De beddingen met open lucht, aldus genaamd, omdat men zonder hulp van glazen klokken te werk gaat, worden in de leste jaren weinig aangewend, zij wor den aangelegd evenals de bakken met broeiramen en zijn bestemd om zaad voor radijs en wortelen te ontvangen. Schrabt de oude schorsen der fruilboomen c( Van bel huidige tijdstip af, behoort men de oude en verstorvene schorsen der fruilboomen af te weeren. Deze deelen ten eersten dienen vol strekt niet meer tot het leven of ontwik kelen des booms erger nog, zij beletten allen toegang van lucht en warmte tot de nog jeugdigen schors, en plaatsen deze laatste buiten staat aan hare bestemming le beantwoorden. Daarenboven tusschen de levende schors en de verstorvene dee len der oude, bevindt zich verschuiid allerhande ongedierte 't zij in volko menen slaat, 't zij in poppen, ruspen of eieren, welk aldaar goed beschut den winter doorbrengt en, onder den invloed der eerste warmte van het voorjaar, zich zal ontwikkelen en zijne schadelijke wer kingen beginnen. Ontbreekt nu de tijd of het geduld tot de afsclirabbing zelve, of houden de ver storvene schorsdeelen nog te vast aan, dan doet men ze bijna van zelve afvallen door de stammen te bestrijken met ge woon witsel, bevattende een tiende pe- trool, Begeert men riiet dat de verzorgde hoornen aan rechtstaande riffen of doode geraamten gelijken, zoo voegt men eene zekere hoeveelheid schouwbitter in liet mengsel, en de stammen zullen nagenoeg hun gewone kleur blijven behouden. In de tiederlandsche provincie Utrecht, klagen de ijmkers over den toestand van hunne bijenstokken, waar de. winter zoo hoogst ongunstig voor is geweest. Bijenhouders van middelbaren leeftijd weten er niet van le spi eken, dat de bijen zoo lang achtereen niet in de gelegenheid •zijn geweest uit te vliegen. Dien tengevolge hebben de diertjes sterk geruid, dat is, de sterfte onder de bijen, ondanks de voldoende hoeveelheid voedsel, welke de korven bevatten, is bijzonder groot, en de nog levenden zijn algemeen lijdend aan eene ziekte die door de mannen van 't vak de loop genoemd wordt en weinig goeds voorspelt voor den aanstaanden zomer. In sommige dorpen in oostelijk Drente, maakt men nu met goed gevolg gebruik \an de voeding met distels voor de ver- kens. Deze distels groeien in het groen land en worden voor de verkenhouders opgezocht. Zij zijn meest voorhanden in kalkrijk land, en vermits deze plant veel kalk uit den grond trekt, wil iedere land bouwer ze wel kwijt zijn, zoo dat de dis- tel/.oekers overal vrijheid hebben. Door veel lieden uit den werkenden stand, ziet men dagelijks zakken distels naar de dorpen dragen. Senant. De hooge vergadering hield zich donderdag onledig met ver- schillige wetsontwerpen van onderge schikt belang. Het wetsontwerp op de weldadigheidsburelen door onzen ver tegenwoordiger, M. Woeste, voorgedra gen, werd zonder eenige opmerking der liberalen gestemd. Vrijdag werden de wetsontwerpen nopens de gevaarlijke en ongezonde gestichten enz., de verlenging van den duur der wet op de akademisclie graden, en de goedkeuring der conventie gesloten tusschen België en Frankrijk over den militairen dienst, aangenomen. Het Senaat verdaagde zich onbepaald. Volkskamer. De wijzigingen aan de wet op de bekwaamheidkiezers werd aangenomen. De art. 43 en 14 van 't wetsontwerp nopens de bescherming der kinderen ge bruikt door rondreizende kunstenmakers werden ingetrokken en vervolgens de ontwerpen op de proefbank voor vuur wapens en van vermeerdering der mili taire pensioenen aangenomen. Vrijdag stemde de vergadering het wetsont werp op de bescherming en ving vervol gens de algemeene beraadslaging aan over 't wetsontwerp nopens de wijziging van eenige bepalingen der wet op den tabak. M. Verbrugglien keurde het wets ontwerp goed doch betreurde dat het recht van tabak vrij van accijns te mogen kweeken, bepaald is geworden op 80 planten in plaats van 450. MM. De Sndeleer, Woeste enz. hebben voorgesteld dit getal op 400 planten voor ieder huishouden te bepalen. KERKELIJK NIEUWS. Eerebewijs aan O. LVrouw van het Vlaamsclie Lourdes en jaarlijkse he OP O. H. HEMELVAART, 10 MEI. ORDE DER PLECHTIGHEDEN. Om 5 4/4 ure vergadering aan St- Amandsbergkerk men vertrekt juist om 51/2 ure, Zijne Hoogwaardigheid Mgr. Lambrecht, Bisschop van Gerra, zal deze Bedevaart met zijne tegenwoordigheid vereeren en bij de aankomst het zeer plechtig Lof doen. Om 7 4/2 ure aan de Grot volkszang en gebeden waarna aanspraak van Z. II. MgrLambrecht. gevolgd van den jaar- lijksclien ommegang met licht. Ditjes en (latjes. (Styl Den- dergalm Dezer dagen hoorden wij eenige politieagenten eene schoone defi nitie afgeven Wat is 'ne zekere geusche schrijve- laar ofte opsteller van een liberaal las- lerblad Eene felle geneverbuik met kaalge- sleten vuilen frak en gaten in zijn leer- zen, gezeten vóór nen stinkenden inkt- pot Schouwburg. Naar men ons verzekert zou een troep frausche comedi- anten reeds verscheidene maal voetstap pen hebben aangewend bij een lid van ons Stedelijk Bestuur, ten einde, alhier ten Schouwburge, eenige fransche operetten en anderen bucht te komen opvoeren onder voorwaarde dat er een minimum van ontvangst zou gewaarborgd worden. Die waarborg van een munimum van ontvangst aan de fransche comedianten die alhier, teri tijde van 't gevallen libe raal bestuur, tooneelstukjes kwamen op voeren die dikwerf niet al te pluis waren, werd door onze bevolking krachtdadig afgekeurd en gelaakt. Ja, 't was een der talrijke grieven die den val van 't libera- lismus alhier veroorzaakten. Het valt dus niet te betwijfelen, moest eene stellige vraag bij ons Katholiek en Vlaamscli Stedelijk Bestuur neergelegd worden, het zou bij onze Raadsheeren geenen ingang vinden en zouden die fransche eomedianten met hunne operet ten, prullen en anderen buehtonmiddelijk naar de maan gezonden worden. Dat de mannen van chez nous met hunne lransche zedesclielsen maar t'huis blij ven, de Vlamingen kunnen ze goed missen Stadswaag. Argus uit Den Dendergalm beweert dal de titularis voor de bediening van bestierder onzer Stadswaag reeds zou gekend zijn niet tegenstaande de postulanten hunne aan vraag mogen toezenden tot 44 Mei aanst. Ja, zelfs geeft hij de eerste letters zijns naams op. Van den anderen kant, hebben ver scheidene personen, in staat van goed ingelicht te wezen, ons willen doen aan nemen dat de juffer lieden voorloopig in bediening de meeste kans heeft van defi- nitivelijk benoemd te worden. Wat ons betreft, wij gelooven noch 't eene, noch 't andere; wij aanschouwen al die gezegden als op niets ernstig ge grond, als onnoozel gezeever... Argus slaat er naar gelijk nen blinden naar't ei, en wat't geval van de juffer be treft, wij konnen onmogelijk aannemen dat onze Gemeenteraad de Aalstenaars in 't aanzicht zou slaan, in andere woor den, hen zou 't affront aandoen van door de benoeming dezer juffer openbaarlijk te erkennen dat erin gansch de stad Aalst, in gansch België, niemand bekwaam ge noeg wordt aangetroffen om die plaats te bedienen, en men dus iemand, en dan nog een vrouwspersoon, van vreemde nationaliteit heeft moeten verkiezen Neen, neen, hiertoe zijn onze achtbare Gemeenieraadsleden niet in slaat dat affront zullen zij de Aalstenaars sparen. Ze weten immers le wel dat wij hen 't mandaat niet hebben opgelegd van vreemdelingen te bevoordeeligen en onze medeburgers en landgenoten op 'tachter plan te plaatsen In Frankrijk, in Duilscliland, in Enge land, in Holland worden ueene Belgen tol openbare ambten en bedieningen toege laten en dal weten zij ook En men denko niet dat wij hier in voordeel van dezen of genen kandidaat schrijven, neen, 't is ons onverschillig wie onze achtbare Raadsheeren zullen benoemen, maar wij verheffen slechts de stem om de onbetwistbare rechten der Belgen,onze medeburgers, te doen gelden en desnoods te herinneren Overigens wij denken het op dit punt volkomen eens te wezen met dc over- groote meerderheid onzer medeburgers 1» SECTIE. Donderdag 40 Mei 4888 Groote Prijs kamp op den Bak naar schoone prijzen (gratis) bij den heer Camiel Van de Wiele, Groenstraat. ALLE RÏÏandF NIEUWS Werkmanskring. Morgen zondag 6 Mei. om 5 1/2 ure stipt des na middags, Luisterrijke Avond feest, den heeren Eereleden en Leden met hunne familiën, aangeboden, door de tooneelkundige afdeelirig des krings, ouder de kenspreuk Vreugd en Deugd met de welwillende medewerking van M. Gustaaf Merckaert, sekretaris van den Werkmanskring van Geerardsbergen. Het programma belooft eene hoogst aangename feest, en naar de vlijt en iever le oordeelen welke de leden der tooneelkundige afdeeling hebben aan den dag gelegd om zich in 't vak le bekwa men. zal deze eerste Avondfeest de moeilijksten bevredigen. Wij herinneren dus deze feest aan de Leden. Het programma meldt ons, eene voordracht door den heer baron Leo Bethune, 2 kluchtliederen door M. Merckaert, eene luimige alleenspraak en een blijspelDe gefopte advokaat, of de boer met zijn hesp. Het gerecht van Denderrnonde heeft bericht ontvangen van een belangrijken diefstal, gepleegd in de kerk van Wette- ren-ten-Eede. De dieven hebben bij mid del van eenen boomstronk de ijzeren sluitstaven van de vensters gebroken, ijzeren kist verbrijzeld en er alle kost baarheden uitgehaald. De HH. Hostiën hebben zij weggeworpen. De dieven zijn met zooveel overleg te werk gegaan, dat zij alleen de echte gouden en zilveren voorwerpen meênamen, terwijl zij de koperen of vergulde onaangeraakt heb ben gelaten. Vele landbouwers van Eecloo en in den omtrek klagen over de buitenge woon groote schaê, die hun door de wilde konijnen aangedaan wordt. Men noemt gansche velden, waar de rogge door die knaagdieren is verwoest. Óp andere plaatsen, omtrent bosschen gele gen, werden de jonge bovingplanten door de wilde konijnen afgeknaagd. Ver scheidene eigenaars vragen jaarlijks de toelating om huiten de jacht de wilde konijnen op hunne eigendommen te mo gen uitroeien. Moordpoging te Antwerpen. De agent inspecteur Laureys, die woens dag avond na 41 ure van liet hoofdbureel r.aar zijne woning, Van Peltstraat, terug keerde, werd in de Moonsslraat, onver wacht aangevallen, door een onbekenden persoon, die hem met een zwaar stomp voorwerp, een hevigen slag op het hoofd toebracht. De agent viel ten gronde en de aanrander gaf hem toen nog twee slagen. Op liet hulpgeroep van M. Laureys, nam de aanrander de vlucht. Da geburen, die kwamen toegesneld, vonden den man liggen met drie groote wonden iri het hoofd. Het slachtoffer werd ter verzor ging naar het St-Elisabelhs gasthuis ge bracht. Dc hoofdschedel is niet geschon den. In do maand juni zal te Mechelen, eene buitengewone jaarmarkt van peer den plaats hebben. Bijzondere schikkin gen zullen later meegedeeld worden. Ter veemarkt van Waver, werden aangeboden: 427 melkkoeien. 35 ossen, 32_veerzen, 48 jonge ossen, 62 varkens, 127 jonge varkens. Hiervan zijn verkooht 148 koeien, 28 ossen, 23 veerzen, 45 jon ge ossen, 54 verkens en 414 jonge var kens. Middelbare prijzenkoeien, fr. 200 ossen, 515 veerzen, 480 jonge ossen, 400 varkens 90 jonge varkens. 9,50. Een dezer nachten hebben te Iluele dieven ingebroken in het bureel van het magazijn, toebehoorende aan Mme We Lagae, en staande langs den steenweg van Kortrijk. De dieven hebben, gelijk het nu de mode geworden is, een stuk uit de watervenster gezaagd en zijn alzoo binnen geraakt. Zij hadden het gemunt op den coffre fort, maar hun geweld is vruchteloos gebleven. De meesterknecht had 's avonds te voren laat als de com mies reeds weg was, eene betaling ont vangen van 65 frank en tegen zijne ge woonte had hij liet geld. niet weggedaan, en dit hebben die dieven mede. Bij hun weggaan hebben de deugenie- ten de quinquet laten branden. Rond 3 uren van den morgen ging A. P. daar voorbij en was geheel verwonderd nog licht to zien in hel bureel hij klopte den meesterknecht op en dan zagen zij wat er gebeurd was. Mochten de dieven welhaast gekend zijn en geldig gestraft worden. Meuwe moordpoging te Deerlijk. Omtrent 40 uie zondag avond, wierpen v;er kerels als de ruiten in van de straat deur der herberg liet Faubourg, De baas der herberg is daarop buiten gegaan en loste met zijn revolver een schot in de lucht. De kerels hierdoor niet afgeschrikt, zijn op den baas der herberg toegespron gen en zijn begonnen met hem zoo wreed te mishandelen dat de mam gansch met wonden overdekt is Aleen aan het hoofd bekwam do ongelukkige9 erge kwetsuren. De man lag in een bloedplas uitgestrekt, als de hulp opdaagde. De vrouw van den herbergier werd door de woestaards insgelijks erg mishandeld. De geneesheer, welke den herbergier verpleegt, heeft nog weinig hoop hem le redden. Maandag heeft de gendarmerie een onderzoek over die ongehoorde feiten begonnen. Men vond bij een der kerels een stuk lood dat met een eind koord aan eene ijzeren spil bevestigd was, welke waarschijnlijk diende om als hecht in de hand te worden gehouden, terwijl men met liet lood sloeg. Toen men dit wapen ontdekte, was het nog gansch bebloed. De woestaards welke zich aan die baldadigheden plichtig maakten, zijn gelukkig gekend en zullen hunne welver diende straf niet oritloopen. Twee kinderen van M. Haubourdin, landbouwer te Ploegsteert, een meisje van 5 en een van 6 jaar, zijn in een die pen gracht gevallen. De moeder der twee slachtoffers, Mad. Haubourdin, was eenigen tijd van hare woning verwijderd geweest om een be zoek gaan o( le leggen in de buurt Zij was bij hare terugkomst natuurlijk ver wonderd van hare twee kinderen, Julia eu Martha niet te ontwaren welke alleen thuis waren gelaten. Ten prooi aan een slecht voorgevoel ging zij naar den vijver, welke de hoeve omringt en ontdekte er de lijken van hare twee kinderen. De wanhopige moeder haalde de meisjes zelf uit het water en deed nog alle pogingen om de kindoren tot het leven terug te roepen maar het was te Iaat De twee meisjes hadden een hofken gemaakt op den boord van den vijver. De moeder bad stieiig verbod gegeven aan de kinderen van op den boord des vijvers te spelen, als zij er niet was. De meisjes hadden hel moederlijk verbod overtreden en hel is met bloemen te planten in het hofken aan dea vijver, dat zij in het water sukkelden. Men veronderstelt dat een der meisjes, in het water vallende, hare zuster in den val zal hebben medegetrokken. Men begrijpt dat het verdriet der on gelukkige ouders onbeschrijfelijk is. Nauwelijks drie jaar geleden werd de hoeve der echtgenooten Haubourdin door een geweldigen brand in asch gelegd. Over eenige dagen is to Wyngene, in de bosschen van den heer advokaat Ghequière eenen hert gezien geweest van bijzondere groote. Niettegenstaande alle pogingen is hij nog niet kunnen gevangen worden. Op de markt te Rousselare, be merkte de policie dat de boter van Rosa lie Vandoorne, oud 53 jaren, vrouw van Constant Lammerlyn, geboren te Ingel- munster en wonende te Emelghem, niet al te zuiver moest zijn. Zij werd naar het policie-bureel ontboden waar een deel der boter in beslag werd genomen en naar het scheidkundig gesticht gezonden, alwaar men vond dat er 37 ten honderd vreemd vet in gemengd was. Proces verbaal is tegen haar opge maakt. Maandag heeft er te Iscghem eene schermutseling plaatsgehad. M. Decoene heeft aldaar eene fabriek geplaatst om schoenen met het mekaniek te maken. Drij of vier franschmans of walen, die aldaar gebezigd worden, en zeer bedrijvig zijn om met die mekanieken te werken, winnen er eene meerdere daguur dan de Isegherasche schoenmakers die er werk ten, en welke zoo behendig niet zijn met dit stelsel. De franschmans zouden aan den baas gezegd hebben dat hij die werk- menschen te veel betaalde voor het werk dat zij maar verrichten. Op deze gezeg den, werd hun daguur verminderd. De Iseghemsche wetende van waar den stag hun gebracht werd, staakten het werk en hielden zich bedreigend op straat. Erge gebeurtenissen vreezende vroeg men hulp aan de gendarmerie van Rous selare. Twee gendarmen werden ter plaats gezonden, tegen alle voorvallen, en dewelke M. Decoene moesten be schermen toen hij zich van zijn huis naar de fabriek wilde begeven. Eenige worstelingen hebben plaats go- had en eenige ruiten zijn ingeworpen geweest. De Etoile bevat de volgende briefwis seling Sedert eenigen tijd heerschte er eene zekere opgewondenheid tusschen de be volking van lseghem (Weslvlaanderen) bevolking, die meestal bestaat van de fa- brikatie en den handel in schoenen. Een der voornaamste fabrikanten, M. De Coen, had onlangs nieuwe machie- neu ingevoerd doch dit scheen de werkliê niet te bevallen, want maandag gingen zij in groote groepen naar de fa briek, poogden er binnen te dringen, braken de ruiten der venster enverplicht- ten de werkliê insgelijks den arbeid te staken. De stoker werd mishandeld, omdat hij zich tegen de doenwijze van de onrust stokers verzette. Ook de fubriekant werd mishandeld en zijne vrouw werd zelfs in de hand gebeten M. De Coen en zijne vrouw konden langs het dak ontvluchten. Woeste tooneelen hadden plaats, tot dat de komst der gendarmen van Rousse- laere een einde aan de paldaJigheden stelde.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1888 | | pagina 2