DAGBOEK
De zomer vn 1762, schrijft onze dag
boekhouder, heeft soo droog geweest
dat het sedert den 4f mey by nae niet
en heeft geregent, maer op 13 july heelt
het gedondert dat schroomelyk was en
geregent dat noyt mensch sulkx heeft
gesien, ende op de groote kerk van
Aelst is eenen dondersteen gevallen
maer en heeft niet als wat schallien af
gelrokken en rond om rood gemaekt,
over welk geluk in de selve kerk is ge-
songen eene misse van danksegginge
waer in was ontallyk volk, ende met
c de selve vlaege is tot wichelen ten
v huyse van St Moens eenen dondersteen
door een schauw gevallen ende selve
schauw is de pyp afgevallen en van
binnen geheel geborsten en soo door
de keuken ende venster gevlogen en
vier peerden die aen de venster gebon-
den stonden syn alle vier doodgevallen,
synde 4 peerden van eenen waegen die
daer was om hollansche asschen te
laeden, synde van üeftingen by Gee
rardsbergen ende de dochter van Moens
die in de keuken stont is in onmagt ge-
vallen er. eenigen tyd blind geweest.
De oogst van 1762 is uytnemende
goet geweest nochtans soo vroeg dat hy
suyver in was den 28 july. Dus bijna
eene maand vroeger dan naar gewoonte.
Op 31 juli van 't zelfde jaar werd in
ons land weer eene aardbeving gewaar
geworden voorgegaen van een ge-
druys gelyk eennen donder.
November 1762. In dese maend
hebben d'heeren magistraet van Aelst
a doen hangen alle ses huysen een lan-
terne, om snags ligt in te branden bo-
ven nog een aen alle particuliere huy-
sen soo van prost, deken, canonink,
heeren, advokaeten, procureurs, etc.
't Is dus slechts 125 jaren geleden dat
de verlichting des nachts alhier werd in
gevoerd.
't jaar 1762 gaf geen fruit, want onze
dagboekhouder schrijftDesen somer
heeft het venyn olte rispen alle de bloe
it men en blaederen van de fruytboomen
geheten soo dat wy niet eenen appel en
hebben.
ALLERHANDE NIEUWS.
Feest te Aalst-Sehaar-
beek. Maandag 11. was een gedeel
te van 't gehucht Aalst Schaarbeek,
Gentsche steenweg, Lindestraat, Ouden
Aardenweg en St-Apolonia enz. in volle
feest. Van vroeg in den morgend hoorde
men 't kanon donderen. Alle de huizen
waren versierd en bevlagd. En dit alles
gebeurde ter eere van eenen nederigen
laudbouw-werkman, welke dien dag,
ten Stadhuize alhier, de nationale beloo
ning van bekwaamheid en zedelijkheid
ging ontvangen welke hem bij koninklijk
besluit van 30 April E. werd gegund.
De held des feests is J.-B. Lanckman,
oud 74 jaren, sedert 44 jaren, landbouw-
werkraan bij den heer Serafien Halydt
landbouwer, Lindestraat.
Gedurende deze lange loopbaan deed
jMncbnan zich altijd onderscheiden door
vlijt, onverpoosde werkzaamheid en
ervaren kunde in het landbouwbedrijf.
Zijn gedrag heeft altijd eerlijk, deftig en
voorbeeldig geweest.
Om o ure des namiddags werd de held
des feests in het rijtuig van den heer
Rochus De Gheest, bierbrouwer, ten Stad
huize gevoerd, vergezeld van eene eere-
wacht te peerd en eenen triomfwagen,
alwaar het eereteeken hem bebandigd
werd door den heer Mon/ils Frans, oud-
schepen en voorzitter der Landbouw-
Vereeniging. Lanckman werd door den
heer Monfils hartelijk geluk gewenscht.
Na de plechtige ter handstelling trok
de stoet triomfantelijk naar Schaarbeek.
Gedurende den optocht werd Lanck
man overal op de geestdriftigste wijze
begroet.
Aan 't Oud-Roklijf en aan de hofstede
van M. S. Halydt waren twee prachtige
zegebogen opgericht en het spijt ons de
opschriften niet te kunnen melden.
Thuis gekomen, werd onzen held ge
lukgewenscht door den E. Willems
pastoor van St-Joseph, vergezeld van
zijne twee Eerw. heeren Onderpastors,
waarna hem den eerewijn werd aange
boden onder de toejuichingen van alle
de aanwezigen. Nog eenige uurtjes bleef
men feesten om zich dan welgemoed ter
ruste te begeven.
Een vrij talrijke menigte had zich naar
deze wijk van Schaarbeek begeven om
Lanckman te begroeten en aldus eene
openbare hulde te brengen aan den
nederigen maar vlijtigen, werkzamen en
eerlijken werkman die altijd door elkeen
bemind en geeerd wordt Op onze
beurt, sturen wij hem onze beste geluk-
wenschen toe
Zwemkom. Te rekenen
van morgen Donderdag 24 Mei zal het
badseizoen aanvangen. Ook warme baden
kunnen verkregen worden. De plechtige
opening van het badseizoen is vastge
steld op Zondag 3 Juni. Een luisterrijke
muziekfeest Ml alsdan plaatsgrijpen.
Dijnsdag namiddag rond 2 uren,
was de genaamde Constant De Saedeleer
Schaliedekker, oud 45 jaren, geboren en
woonachtig alhier, Beukendreef, Aalst-
Mijlbeke, werkzaam aan de herstelling
van het dak eens gebouws afhangende
van bet huis bewoond door sieurMarinus
De Preier schoenmaker, Nieuwstraat,
toen hij ten gevolge van eene valsche
beweging bij bet uitnemen van eene
slechte pan, van eene hoog e van 12
meters naar benede storte. De ongeluk
kige viel met het hoold op de kasseislee-
nen van den koer des huizes bewoond
door sieur Vandér Biest, wagenmaker.
De hoofdschedel van het slachtoffer was
verbrijzeld. De dood was onmiddelijk. De
ongelukkige De Saedeleer laat eene wedu
we en zes kinderen achter, het jongste
pas 3 maanden oud.
Men heeft het gerucht in de stad ver
spreid, dat het slachtoffer in staat van
dronkenschap verkeerde, doch het is
onwaar.
Koning en tenor. Leopold II, ver
telt Figaro, woonde over eenigen tijd
een koncert bij. door eene brusselsche
maatschappij gegeven.
De soli werden gezongen door eenen
prachtigen tenor, die zeer klein was en
men kon bijna niet gelooven dat hij de
bezitter van zulke kolossale slem was.
De koning ontbood hem, om hem ge
luk te wenschen.
Men zou zulke machtige stem in
zulke kleine gestalte niet zoeken, zegde
Z. M.
Ha, sire, antwoordde de Brusselaar,
'tis niet altijd in de grootste herbergen
dat men den besten faro vindt.
Onbeschaamd. Zondag heeft M.
Bara het gouvernement verweten dat het
voor zijn tegenstrevers den weg naar de
openbare ambten sluit.
Zeker nam die minister van Slaat zijne
aanhoorders voor onnoozelaars.
Immers, zoo iemand die kwestie niet
mag roeren, dan is 'l wel M. Bara.
Denkt hij dat het land zijne schande
lijke partijdigheid heeft vergeten, waar
van hij het bewijs heeft gegeven in zijne
benoemingen, en de welberekende maat
regels welke hij genomen heeft om de
magistratuur te liberaliseeren
Wie heeft, als 't u belieft, M. Bara, den
partijgeest in de rechterlijke benoemin
gen gebracht?
Ha het bewarende gouvernement is
partijdig 't Is zeker daarom dat, op vier
openstaande plaatsen in onze hoven van
cassatie, het er drij toewijst aan libe
ralen. o
M. Bara was zoo flauw niet.
Gedurende zijn eerste ministerie, van
20 November 1865 tot 2 Juli 1870, be
noemde hij 430 liberalen 49 katholieken.
Om *t liberaliseeren der magistra
tuur te bespoedigen deed hij de wet over
het pensioneeren der magistraten stem
men.
Ziedaar voor zijn eerste ministerie- De
eenige katholieken die benoemd werden
waren zonen van magistraten, of wel zij
bekwamen slechts bevordering.
Van 1878 lot 1884 had M. Bara zulke
zwakheden niet meer.
Hij heeft in onze verschillige hoven van
beroep vier nieuwe kamers ingesteld en
er niet dan liberalen benoemd. Zoo een,
of twee katholieken een zetel bekwamen,
was 't dat zij én door het Hof én door
den provincialen Staat waren voorgesteld,
en M. Bara wel verplicht was hen te be
noemen.
En diezelfde man, zegt de Patriote
durft aan de katholieken hunne partijdig
heid verwijten, aan hen, die van 1870 tot
1878, voor de openvallende plaatsen in
de magistratuur, 46 t. h. liberalen heb
ben benoemd, toen het evenwicht reeds
verbroken was ten voordeele onzer te
genstrevers.
't ls waar, dat hangt van omstandighe
den af. En daar het bestuur, volgens M.
Bara. nooit aan de Katholieken mag zijn,
al waren zij de groote meerderheid, is 't
ook billijk dal al de plaatsen gegeven
worden aan de liberalen.
M. Bara en de waarheid. M. Bara
durfde eens, in de volle Kamer aan M.
Dumortier zeggen Gij liegt en gij
weet dat gij liegt. Dit woord zou men
hem kunnen toesturen iedermaal dat hij
van de dominatie der priesters en de
overweldiging der kloosters spreekt. Het
tegenwoordig ministerie, even als al de
katholieke ministeriën welke wij sedert
vijftig jaar gehad hebben, is. in zijne
politiek, maar heel weinig clericaal. Wat
heeft het, sedert vier jaar dat het aan de
regeering is, zoo al clericaal gedaan
Eene wet, de schoolwet, en die wet is
eerder liberaal dan katholiek.
De geestelijken en de kloosters heb
ben nooit de minste gunst van een katho
liek ministerie bekomen. Onze priesters
en kloosterlingen, even als al de bur
gers, hebben geene voorrechten dan die
van het gemeene recht. Wel verre van
in België begunstigd te zijn, herft de
Kerk slechts een onzeker beslaan zonder
ophouden bedreigd, altijd verminderd,
als de liberalen aan 't roer zijn eu zonder
eene enkele herstelling barer rechten,
zelfs als wij in de Kamer 98 stemmen op
136 hebben.
M, Bara weet dat alles, en hij weet dat
zijne wrokkige declamatiën tegen de
pastoors, tegen de kloosterlingen, tegen
de kloosters leugenachtig en lasterend
zijn maar hij weet ook dat hij zich tot
onnoozele liberalen richt.
(Ami de l'Ordre.)
De misdaad van Potles. Over die
misdaad waarvan wij reeds eenige bij
zonderheden gaven, vernemen wij nog
het volgende
De gendarmerie heelt zaterdag mor
gend, met den trein van 7.35, twee
vrouwen naar Doornijk gebracht die men
beschuldigt de moord begaan te hebben
op de ronöleursiers van Sint-Denijs. Die
vrouwen zijn uitgejouwd geweest door
de reizigers die in den trein waren, en zij
zouden aardig gevaren hebben, hadden
zij door de gendarmen niet beschermd
geweest.
Denzelfden dag. 's morgens, had in de
kerk van Potles de lijkdienst plaats van
Natalie Verkleynen, vrouw Pollet van
Sint-Denijs. Een groot getal inwoners
van Potles, Helkijn en Sint-Denijs woon
den de begraving bij.
Achter het lijk kwam de man, onder
steund en geleid door twee vrienden, en
de zes kinders van het slachtoffer. De
versteendste herten waren bewogen door
het zien van die kleinen.
Onder de kinders wees men een meiske
aan van vijf jaar, dat op den dag dat men
't lijk zijner moeder vond, een droom
van 's nachts aan zijn vader verhaalde
en zei Ik heb gedroomd dat moeder
gedood was. Twee uren nadien vernam
de vader het noodlottig nieuws.
't Onderzoek van die zaak zal waar
schijnlijk andere misdaden aan den dag
brengen. De twee beschuldigden hebben
zich zoodanig willen verdedigen, en de
plïchtigheid van hnnne nekke schudden,
dat zij in verdenkiug gekomen zijn tol
zooverre dat er opzoekingen zijn voor
schreven geweest in den hof van de echt-
genooten Vandenbulcke, om de gebeen-
deren van een kind te ontdekken.
Marie D'Haene, vrouw Vandenbulcke,
het schijnt dat het bij haar is dat vrouw
Pollet achter geld, dat zij te goed had,
was gegaan, heeft eenen slechten naam
en zou beschuldigd zijn van kinder
moord. Naar 't voorbeeld van zeker
Brusselsch goedje, zij had den naam van
engelenmaakster.
Hortense Decraene zou een der laatste
personen zijn op wie zij gehandeld heeft,
't Getuig dat in huis was en een somme-
ken geld zijn in eenen hoek gevonden
geweest.
Marie D'Haene tracht die laatste be
schuldigingen met alle middelen van
haar af te weeren. 'i Is eene vrouw van
30 tot 35 jaar, van middelbare gestalte
met levendige oogen en een opschietend
karakter.
De boetstraffelijke rechtbank van Door
nijk heeft haar reeds 18 maanden koste
loos logement gegeven.
Hortense Decraene, meiske van lichte
zeden, 22 jaar oud, bezit een kind. Een
tweede is verdwenen de tijd zal er iets
bij zeggen.
De boschbrand nabij de Gileppe,
waarvan wij de verleden week spraken,
is uitgedoofd maar een nieuwe is ont
staan in de bosschen van MM. de Biolley
en Lejeune, te Chalsene Pepinsler. Het
vuur schijnt dezen keer door eene mis
dadige hand aangestoken te zijn. Met
ongeloofelijke snelheid liep hel voort,
maar toch konden de bewoners, door de
policie geholpen op 5 uren tijds de brand
uitdooven.
Ook te Esneux, is eene hektaar
bosoh de prooi der vlammen geworden.
Hier was de brand ook ontstaan door de
onvoorzichtigheid van reizende manden
makers, die vuur hadden gestookt om
hun eten gereed te maken. Door den
snellen voortgang van het vuur ver
schrikt, zijn de mandenmakers wegge
vlucht, zonder aan eene poging tot blu3-
sching te denken.
Een 60 jarige aannemer van Char
leroi, die zijne vrouw en kinderen verla
ten had, werd dezer dagen hel mikpunt
der jaloerschheid van eene veertigjarige
tooneelspeelster uit eene kermisbarak.
Die oude Borneo had aan zijne dichter
lijke Jidiette, die kop en hals langer was
dan hij, niets minder beloofd dan een
praGhtig chaletmaar het duurde haar
wal te lang en zij zocht ruzie, zoo dat
de man haar verzocht te verhuizen. Dit
ontstak de woede der schoone en een
revolverschot was het einde van de his
torie. De vrouw heeft zichzelven in han
den der justicie geleverd, terwijl haar
slachtoffer in levensgevaar ligt. Het
schijnt dat die vrouw in Rusland ook al
zulke grappen heeft aangevangen, maar
daar het gerecht van dat land baar waar
schijnlijk niet toegevend genoeg voor
kwam, heeft zij daar 't hazenpad gekozen.
De strijd tegen de geneverkwaal.
De Heilige Vader heeft, zijne geheele
goedkeuring gegeven aan den strijd tegen
de geneverkwaal. Hij noemt haar eene
des te schrikkelijkere plaag, daar zij in
de zedelijke en de maatschappelijke orde,
de onvermijdelijke bron is de jammer-
lijksle rampen, en legt bijgevolg aan alle
katholieken den dringenden plicht op,
eene ondeugd te bestrijden welke zoo
wel de ziel als 't lichaam aantast.
De katholieke kringen en patronages
zijn wonderwel ingericht om aan den
strijd deel te nemen. De vakmannen die
er zich mede bezig gehouden hebben,
zullen daar een bereid terrein vinden, en
welgezinde aanhoorders uit de volksklas,
welke op hunne beurt de vooriplanters
der matigheid zullen worden.
Te Luik werden sedert vier maanden
tegen de geneverkwaal vijf voordrachten
gehouden welke voortreffelijke vruchten
hebben voortgebracht.
Al de katholieke kringen en patronages
zouden ook zoo moeten doen en voor
die voordrachten, mannen uitnoodigen
die bekwaam zijn om dit vraagstuk,
onder T oogpunt van godsdienst, gezond
heid en huishouding uit te leggen.
DU1TSCHLAND.
Berlijn, 19 mei.
Keizer Frederik. Het heerlijk lente
weder doet den keizer als herleven
heden kon hij tot rond den avond in het
groene slotpark verblijven, eu voelde
zich zeer wel.
Het avondbezoek der geneesheeren
had oek in de tent plaats.
Wanneer de keizer terug naar het
kasteel ging, beproefde hij de trappen
op te stijgen, hetgeen hem ook, zich
steunende op de leuning, gelukte.
Aldus zal het huwelijksfeest in het
keizerlijk huis, wel altijd, stil maar toch
vroolijk gevierd worden, want sinds
maanden heeft de keizer zich zoo wel
niet bevonden als nu.
In den afgeloopen nacht was de slaap
van Z. M. een weinig onrustiger, en
nog al dikwijls door hoesten onderbro
ken. De morgen echter was hij tamelijk
krachtig, om half tien verliet hij het bed
en ging om half elf in het park.
In den namiddag ontving hij het ver
slag van den staatsminister graaf von
Bismark Schönhausen en werkte met
den overste van het militair kabinet.
In den namiddag reed de keizer in
open rijtuig naar Grunewald in gezel
schap der keizerin.
In een tweede rijtuig volgden de prin
sessen, zijne dochters, en achteraan Dr
Mackenzie en generaal von Winterfeldt.
De keizer beantwoordde vriendelijk
den groet van het publiek hij zag er
zeer goed uit.
Bij zijnen terugkeer werd de keizer
door eene dichte massa volks afgewacht,
die bij zijne verschijning hel duitsche
volkslied aanhief.
De vorst was zeer ontroerd en onder
hei volk heerschte groote geestdrift.
Bismark in 'f buitenland. Een
dokter uit Breslan, die thans als scheeps
dokter werkzaam is op een neerlandsch
vaartuig deelt het volgende mede uit
zijne reisherinneringen
Hoe bekend de naam van Bismark in
het buitenland is, kan men zich bijna
niet voorstellen. Op mijne reizen naar
Afrika eu Azië had ik dikwijls gelegen
heid dit. op te merken. Toen ik mij bij
voorbeeld eens te Batavia ophield, had
ik daar eenige zaken te doen met een
zoon van het Hemelsche Rijk, den eige
naar van een groote porseleinzaak. Hij
sprak in de schoonste woorden over
Bismark 's staatkundig talent en verze
kerde mij dat hij van plan was, eens een
reis naar Berlijn te maken, om den groo-
ten keizer en den machtigen kanselier
te zien.
Voor weinig jaren maakte ik bij een
bezoek aan Colombo, de hoofdstad van
Ceylan, mijn opwachting bij den egyp-
tischen oproerling Arabi-Pacha, die door
de Engelschen is gevangen gezet. Hij
vroeg mij in den loop van 't gesprek
naar mijn geboorteplaats. Daar ik te
recht onderstelde dat Arabi Pnelia de
de stad Breslan niet kende, noemde ik
Berlijn als mijn vaderstad. Daarop ant
woordde hij met een erg diepzinnig ge
laat O, ge komt uit Berlijn, daar
woont Bismark Dit was klaarblijkelijk
alles wal hij van Duitschiand wist.
Op de vermakelijkste manier werd mij
de beroemdheid van von Bismark in 't-
buitenlaud duidelijk te Port-Saïd door
een kleinen arabischen jongen.
V\'y wandelden door de straten van de
ze stad, waar wij werden vervolgd en
lastig gevallen door een zwerm Arabie
ren, die ons hunne ezels wilden verhu
ren. De eerste roemde de voortreffelijke
hoedanigheden van zijn dier in een men
gelmoes van engelsch en liollandsch,
met de woorden Sir, that is a very
good ezel. De tweede voegde er aan
toe That is a better oue, that is a
Gladstone-ezel. De derde, een knaap
van ongeveer twaalf jaren, overtrof zijn
mededingers met de woorden That is
the best one, that is a Bismark ezel
SPANJE.
Ontdekking van Amerika. De kom
missie, die het vierde eeuwfeest der ont
dekking van Amerika voorbereidt, zal
eene prijsvraag van 2000 p. st. uitschrij
ven voor het beste werk, in welke taal
ook geschreven, over de ontdakking, van
af de eerste portugeesche ontdekkers tot
Maggellaan.
Een tweede standbeeld van Columbus
zal door de koningin regentes van Span
je onthuld worden te Palos er bestaat
een prachtig standbeeld van hem te Bar
celona. Een huis voor zeelieden, aan
Columbus gewijd, zal opgericht worden
te Rabida, waar hij dikwijls was.
ENGELAND.
Hevig onweêr. Een verschrikkelijk
onvveêr is zaterdag boven Glasgow losge-
berslen.
In eene der openbare wandelplaatsen
werden drie jongelingen door den blik
sem getroffen twee hunner waren op
den slag dood, de derde werd erg ge
wond.
Op eene andere plaats werden insge
lijks twee mannen getroffen, waarvan de
eene doodelijk de andere hoopt men te
redden.
Te Closburg, bij Dumfries, werden een
hoeveknecht en de twee peerden welke
hij voerde, door den bliksem gedood.
Ook de stoffelijke schaê is aanzienlijk.
VEREENIGDE-STATEN
Oversiroomingeu. Tusselien Illinois
en Jowa is de Missisipi op schrikbarende
wijze buiten zijne oevers getreden, eri
het water litjeft eene hoogte bereikt,
zooals tot hiertoe nog nooit het geval
was.
De overstrooming strekt zich uit op
300 mijlen onder St-Louis tot aan Cairo,
waar de Ohio in de Missisipi stroomt.
Bij Rock Island is de vloed in twee
machtige stroomen verdeeld, die eene
snelheid van 10 mijlen in hel uur bezitten.
Een deel der wallen rond het gouver-
nements arsenaal zijn meêgesleurd ge
worden.
Al de lage landen, en vele ijzeren we
gen staan onder waterbij Quincy in
Illinois is de vloed 10 mijlen breed.
Menschen en dieren vluchten naar de
bergen.
(Nadere bijzonderheden.)
De Missisipi is thans hooger gestegen
dan hij sinds 1851 gestaan heeft, en zijne
golven, uit hunne bedding getreden, rich
ten overal eene overgroote schaê aan.
Het water rijst, rijst immer voort en be
reikt nu reeds 19 voet 9 duim, dus 7
duim hooger dan tijdens de groote over
stroomingen van 1881.
Boven en beneden de stad Quincy, in
Illinois seint de korrespondent der
Daily News sirekken zich dijken uit op
honderden mijlen, ter bescherming van
200,000 acres bouwland, de vruchtbaar
ste landstreek der vallei.
Zondag morgend, 13 mei, had de eerste
dijkbreuk plaats aan den dijk gezegd In
dian Grove Levee twee andere breuken
volgden en op een paar uren stonden
ettelijke duizenden acres land, bebouwd
mei veelbelovende wintertarwe onder,
water.
De farmers hadden nacht en dag ge
werkt aan de versterking van de dijken
en nog overviel de ramp hem zoo plotse
lings, dat zij have en goed achterlatende,
zich met de grootste moeite met hunne
huisgezinnen konden redden.
De stroom stortte met zooveel geweld
door de openingen in den dijk, dat het
gerucht uren in den omtrek werd verno
men en overal schrik en ontzetting ver
spreidde.
Ten allen kanle werden door de over
lieden ruiters uitgestuurd om de pachters
le waarschuwen. Doch het water zat de
ruiters op de hielen en menige pachter
zag zich verplicht te vluchten, toen hij
bezig was met liet inpakken van huisraad
en kostbaarheden.
Verschillige personen hadden zelfs den
tijd niet meer op de hoogten te vluchten
en moesten in bootjes springen om te
omkomen.
Maandag avond werd de Carte Levee
beginnende berieden Quincy, en zieh
zuidwaarts 54 mijlen uitstrekkende, door
spoeld tusscheii Hannibal en Sl Louis
hier ook herhaalden zich de tooneelen
van den vorigen dag.
Later in de week bezweek de Alexandra
Levee, boven Quincy, waardoor deze be-
bedrijvige stad geheel en al onder water
werd gezet donderdag avond waren
honderd mijlen ver overal de dijken in-
gespoeld en was de verwoesting volle
dig.
Geen acre grond is aan de overstroo
ming ontsnapt, en het verlies is, in den
vollen zin des woords, onschatbaar.
Duizenden stuks vee en peerden, door
het water verrast, zijn ten allen kante
verdronken.
Zoo boven als beueden Quincy, strekt
het water zich uit op eene breedte van
tien tot vijftien mijlen, alle hoeven en
gebouwen bedekkende en reikende van
de heuvels in Illinois tol de hoogten van
Missouri.
Het tooneel van verwoesting tusschen
Quincy en Hannibal is inderdaad hartver
scheurend. Wat vroeger eene lachende
vallei was. bedekt met overvloedige oog
sten, is nu eene onafzienbare watervlakte,
verlaten door elk levend wezen.
Op de drooge plaatsen op den dijk zijn
honderden peerden, ossen, verkens ver-
zamald, zonder eten of drinken, met het
eenige vooruitzuchl van door de golven,
die al hooger en hooger stijgen, meege
sleept te worden en te verdrinken.
De bewoners zijn gevlucht op de heu
vels honderden mannen, vrouwen en
kinderen zien van daar, met wanhoop in
't hart, op de verwoesting neêrdie hem
allen tot den bedelstaf heeft gebracht..
Gelukkiger pachters dan zij, die van de
overstrooming gespaard bleven, brengen
hun liefderijke hulp.
Het verkeer per spoorweg mei de stad
Quincy is bijna geheel onderbroken en
nog slechts met moeite langs eene enkele
zijde mogelijk.
Op eene lengte van verschillige mijlen
zijn de spoorriggels en de telegraafpalen
weggespoeld en ook verschillige bruggen
werden door den stroom meegesleept
niets kon weerstaan aan het vernielende
element.
Te Quincy waar dagelijks ganseh
len onder gebrachte families in roeiboo-
ten aankomen werd reeds eene groote
meeting gehouden om hulp te brengen
aan de slachtoffers der overstrooming. Al
de inwoners der stad zenden hulp, naar
de maat van hun vermogen.
Het ergste is echter dat het water nog
altijd rijst en het vreeselijkstevanderamp
dus nog niet bereikt is.
Een bedrogen bandiet. Zekere
Luke Holman van Worcester, die te Bos
ton, in de Wasliinytonstreet zijne buree-
len houdt als meubelkoopman, had be
sloten zijne halfzuster, Mej. Emeline
Holman, te vermoorden, ten einde de
nalatenschap huns vaders, ongeveer
20,000 pond, en waarvan het bestuur bij
testament aan Emeline was toevertrouwd
machtig le worden.
Hij had echter den moed niet haar zelf
te dooden, en zoch daarom naar een of
twee kerels, die zich met die taak, mits
belooning, wilden gelasten.
Hij onderhandelde eindelijk met iemand
die hem beloofde den noodigen man op
te zoeken maar in plaats van naar eenen
moordenaar te zoeken ging hij alles aan
de policie bekend maken.
Men besliste dan dat een agent als
moordenaar zou optreden er werd eene
bijeenkomst belegd en de beide mannen,
goed vermond, sloten de overeenkomst.
Hij moest 's nachts in de woning van
Mej. Emeline Holman binnendringen,