DAGBOEK De zomer vn 1762, schrijft onze dag boekhouder, heeft soo droog geweest dat het sedert den 4f mey by nae niet en heeft geregent, maer op 13 july heelt het gedondert dat schroomelyk was en geregent dat noyt mensch sulkx heeft gesien, ende op de groote kerk van Aelst is eenen dondersteen gevallen maer en heeft niet als wat schallien af gelrokken en rond om rood gemaekt, over welk geluk in de selve kerk is ge- songen eene misse van danksegginge waer in was ontallyk volk, ende met c de selve vlaege is tot wichelen ten v huyse van St Moens eenen dondersteen door een schauw gevallen ende selve schauw is de pyp afgevallen en van binnen geheel geborsten en soo door de keuken ende venster gevlogen en vier peerden die aen de venster gebon- den stonden syn alle vier doodgevallen, synde 4 peerden van eenen waegen die daer was om hollansche asschen te laeden, synde van üeftingen by Gee rardsbergen ende de dochter van Moens die in de keuken stont is in onmagt ge- vallen er. eenigen tyd blind geweest. De oogst van 1762 is uytnemende goet geweest nochtans soo vroeg dat hy suyver in was den 28 july. Dus bijna eene maand vroeger dan naar gewoonte. Op 31 juli van 't zelfde jaar werd in ons land weer eene aardbeving gewaar geworden voorgegaen van een ge- druys gelyk eennen donder. November 1762. In dese maend hebben d'heeren magistraet van Aelst a doen hangen alle ses huysen een lan- terne, om snags ligt in te branden bo- ven nog een aen alle particuliere huy- sen soo van prost, deken, canonink, heeren, advokaeten, procureurs, etc. 't Is dus slechts 125 jaren geleden dat de verlichting des nachts alhier werd in gevoerd. 't jaar 1762 gaf geen fruit, want onze dagboekhouder schrijftDesen somer heeft het venyn olte rispen alle de bloe it men en blaederen van de fruytboomen geheten soo dat wy niet eenen appel en hebben. ALLERHANDE NIEUWS. Feest te Aalst-Sehaar- beek. Maandag 11. was een gedeel te van 't gehucht Aalst Schaarbeek, Gentsche steenweg, Lindestraat, Ouden Aardenweg en St-Apolonia enz. in volle feest. Van vroeg in den morgend hoorde men 't kanon donderen. Alle de huizen waren versierd en bevlagd. En dit alles gebeurde ter eere van eenen nederigen laudbouw-werkman, welke dien dag, ten Stadhuize alhier, de nationale beloo ning van bekwaamheid en zedelijkheid ging ontvangen welke hem bij koninklijk besluit van 30 April E. werd gegund. De held des feests is J.-B. Lanckman, oud 74 jaren, sedert 44 jaren, landbouw- werkraan bij den heer Serafien Halydt landbouwer, Lindestraat. Gedurende deze lange loopbaan deed jMncbnan zich altijd onderscheiden door vlijt, onverpoosde werkzaamheid en ervaren kunde in het landbouwbedrijf. Zijn gedrag heeft altijd eerlijk, deftig en voorbeeldig geweest. Om o ure des namiddags werd de held des feests in het rijtuig van den heer Rochus De Gheest, bierbrouwer, ten Stad huize gevoerd, vergezeld van eene eere- wacht te peerd en eenen triomfwagen, alwaar het eereteeken hem bebandigd werd door den heer Mon/ils Frans, oud- schepen en voorzitter der Landbouw- Vereeniging. Lanckman werd door den heer Monfils hartelijk geluk gewenscht. Na de plechtige ter handstelling trok de stoet triomfantelijk naar Schaarbeek. Gedurende den optocht werd Lanck man overal op de geestdriftigste wijze begroet. Aan 't Oud-Roklijf en aan de hofstede van M. S. Halydt waren twee prachtige zegebogen opgericht en het spijt ons de opschriften niet te kunnen melden. Thuis gekomen, werd onzen held ge lukgewenscht door den E. Willems pastoor van St-Joseph, vergezeld van zijne twee Eerw. heeren Onderpastors, waarna hem den eerewijn werd aange boden onder de toejuichingen van alle de aanwezigen. Nog eenige uurtjes bleef men feesten om zich dan welgemoed ter ruste te begeven. Een vrij talrijke menigte had zich naar deze wijk van Schaarbeek begeven om Lanckman te begroeten en aldus eene openbare hulde te brengen aan den nederigen maar vlijtigen, werkzamen en eerlijken werkman die altijd door elkeen bemind en geeerd wordt Op onze beurt, sturen wij hem onze beste geluk- wenschen toe Zwemkom. Te rekenen van morgen Donderdag 24 Mei zal het badseizoen aanvangen. Ook warme baden kunnen verkregen worden. De plechtige opening van het badseizoen is vastge steld op Zondag 3 Juni. Een luisterrijke muziekfeest Ml alsdan plaatsgrijpen. Dijnsdag namiddag rond 2 uren, was de genaamde Constant De Saedeleer Schaliedekker, oud 45 jaren, geboren en woonachtig alhier, Beukendreef, Aalst- Mijlbeke, werkzaam aan de herstelling van het dak eens gebouws afhangende van bet huis bewoond door sieurMarinus De Preier schoenmaker, Nieuwstraat, toen hij ten gevolge van eene valsche beweging bij bet uitnemen van eene slechte pan, van eene hoog e van 12 meters naar benede storte. De ongeluk kige viel met het hoold op de kasseislee- nen van den koer des huizes bewoond door sieur Vandér Biest, wagenmaker. De hoofdschedel van het slachtoffer was verbrijzeld. De dood was onmiddelijk. De ongelukkige De Saedeleer laat eene wedu we en zes kinderen achter, het jongste pas 3 maanden oud. Men heeft het gerucht in de stad ver spreid, dat het slachtoffer in staat van dronkenschap verkeerde, doch het is onwaar. Koning en tenor. Leopold II, ver telt Figaro, woonde over eenigen tijd een koncert bij. door eene brusselsche maatschappij gegeven. De soli werden gezongen door eenen prachtigen tenor, die zeer klein was en men kon bijna niet gelooven dat hij de bezitter van zulke kolossale slem was. De koning ontbood hem, om hem ge luk te wenschen. Men zou zulke machtige stem in zulke kleine gestalte niet zoeken, zegde Z. M. Ha, sire, antwoordde de Brusselaar, 'tis niet altijd in de grootste herbergen dat men den besten faro vindt. Onbeschaamd. Zondag heeft M. Bara het gouvernement verweten dat het voor zijn tegenstrevers den weg naar de openbare ambten sluit. Zeker nam die minister van Slaat zijne aanhoorders voor onnoozelaars. Immers, zoo iemand die kwestie niet mag roeren, dan is 'l wel M. Bara. Denkt hij dat het land zijne schande lijke partijdigheid heeft vergeten, waar van hij het bewijs heeft gegeven in zijne benoemingen, en de welberekende maat regels welke hij genomen heeft om de magistratuur te liberaliseeren Wie heeft, als 't u belieft, M. Bara, den partijgeest in de rechterlijke benoemin gen gebracht? Ha het bewarende gouvernement is partijdig 't Is zeker daarom dat, op vier openstaande plaatsen in onze hoven van cassatie, het er drij toewijst aan libe ralen. o M. Bara was zoo flauw niet. Gedurende zijn eerste ministerie, van 20 November 1865 tot 2 Juli 1870, be noemde hij 430 liberalen 49 katholieken. Om *t liberaliseeren der magistra tuur te bespoedigen deed hij de wet over het pensioneeren der magistraten stem men. Ziedaar voor zijn eerste ministerie- De eenige katholieken die benoemd werden waren zonen van magistraten, of wel zij bekwamen slechts bevordering. Van 1878 lot 1884 had M. Bara zulke zwakheden niet meer. Hij heeft in onze verschillige hoven van beroep vier nieuwe kamers ingesteld en er niet dan liberalen benoemd. Zoo een, of twee katholieken een zetel bekwamen, was 't dat zij én door het Hof én door den provincialen Staat waren voorgesteld, en M. Bara wel verplicht was hen te be noemen. En diezelfde man, zegt de Patriote durft aan de katholieken hunne partijdig heid verwijten, aan hen, die van 1870 tot 1878, voor de openvallende plaatsen in de magistratuur, 46 t. h. liberalen heb ben benoemd, toen het evenwicht reeds verbroken was ten voordeele onzer te genstrevers. 't ls waar, dat hangt van omstandighe den af. En daar het bestuur, volgens M. Bara. nooit aan de Katholieken mag zijn, al waren zij de groote meerderheid, is 't ook billijk dal al de plaatsen gegeven worden aan de liberalen. M. Bara en de waarheid. M. Bara durfde eens, in de volle Kamer aan M. Dumortier zeggen Gij liegt en gij weet dat gij liegt. Dit woord zou men hem kunnen toesturen iedermaal dat hij van de dominatie der priesters en de overweldiging der kloosters spreekt. Het tegenwoordig ministerie, even als al de katholieke ministeriën welke wij sedert vijftig jaar gehad hebben, is. in zijne politiek, maar heel weinig clericaal. Wat heeft het, sedert vier jaar dat het aan de regeering is, zoo al clericaal gedaan Eene wet, de schoolwet, en die wet is eerder liberaal dan katholiek. De geestelijken en de kloosters heb ben nooit de minste gunst van een katho liek ministerie bekomen. Onze priesters en kloosterlingen, even als al de bur gers, hebben geene voorrechten dan die van het gemeene recht. Wel verre van in België begunstigd te zijn, herft de Kerk slechts een onzeker beslaan zonder ophouden bedreigd, altijd verminderd, als de liberalen aan 't roer zijn eu zonder eene enkele herstelling barer rechten, zelfs als wij in de Kamer 98 stemmen op 136 hebben. M, Bara weet dat alles, en hij weet dat zijne wrokkige declamatiën tegen de pastoors, tegen de kloosterlingen, tegen de kloosters leugenachtig en lasterend zijn maar hij weet ook dat hij zich tot onnoozele liberalen richt. (Ami de l'Ordre.) De misdaad van Potles. Over die misdaad waarvan wij reeds eenige bij zonderheden gaven, vernemen wij nog het volgende De gendarmerie heelt zaterdag mor gend, met den trein van 7.35, twee vrouwen naar Doornijk gebracht die men beschuldigt de moord begaan te hebben op de ronöleursiers van Sint-Denijs. Die vrouwen zijn uitgejouwd geweest door de reizigers die in den trein waren, en zij zouden aardig gevaren hebben, hadden zij door de gendarmen niet beschermd geweest. Denzelfden dag. 's morgens, had in de kerk van Potles de lijkdienst plaats van Natalie Verkleynen, vrouw Pollet van Sint-Denijs. Een groot getal inwoners van Potles, Helkijn en Sint-Denijs woon den de begraving bij. Achter het lijk kwam de man, onder steund en geleid door twee vrienden, en de zes kinders van het slachtoffer. De versteendste herten waren bewogen door het zien van die kleinen. Onder de kinders wees men een meiske aan van vijf jaar, dat op den dag dat men 't lijk zijner moeder vond, een droom van 's nachts aan zijn vader verhaalde en zei Ik heb gedroomd dat moeder gedood was. Twee uren nadien vernam de vader het noodlottig nieuws. 't Onderzoek van die zaak zal waar schijnlijk andere misdaden aan den dag brengen. De twee beschuldigden hebben zich zoodanig willen verdedigen, en de plïchtigheid van hnnne nekke schudden, dat zij in verdenkiug gekomen zijn tol zooverre dat er opzoekingen zijn voor schreven geweest in den hof van de echt- genooten Vandenbulcke, om de gebeen- deren van een kind te ontdekken. Marie D'Haene, vrouw Vandenbulcke, het schijnt dat het bij haar is dat vrouw Pollet achter geld, dat zij te goed had, was gegaan, heeft eenen slechten naam en zou beschuldigd zijn van kinder moord. Naar 't voorbeeld van zeker Brusselsch goedje, zij had den naam van engelenmaakster. Hortense Decraene zou een der laatste personen zijn op wie zij gehandeld heeft, 't Getuig dat in huis was en een somme- ken geld zijn in eenen hoek gevonden geweest. Marie D'Haene tracht die laatste be schuldigingen met alle middelen van haar af te weeren. 'i Is eene vrouw van 30 tot 35 jaar, van middelbare gestalte met levendige oogen en een opschietend karakter. De boetstraffelijke rechtbank van Door nijk heeft haar reeds 18 maanden koste loos logement gegeven. Hortense Decraene, meiske van lichte zeden, 22 jaar oud, bezit een kind. Een tweede is verdwenen de tijd zal er iets bij zeggen. De boschbrand nabij de Gileppe, waarvan wij de verleden week spraken, is uitgedoofd maar een nieuwe is ont staan in de bosschen van MM. de Biolley en Lejeune, te Chalsene Pepinsler. Het vuur schijnt dezen keer door eene mis dadige hand aangestoken te zijn. Met ongeloofelijke snelheid liep hel voort, maar toch konden de bewoners, door de policie geholpen op 5 uren tijds de brand uitdooven. Ook te Esneux, is eene hektaar bosoh de prooi der vlammen geworden. Hier was de brand ook ontstaan door de onvoorzichtigheid van reizende manden makers, die vuur hadden gestookt om hun eten gereed te maken. Door den snellen voortgang van het vuur ver schrikt, zijn de mandenmakers wegge vlucht, zonder aan eene poging tot blu3- sching te denken. Een 60 jarige aannemer van Char leroi, die zijne vrouw en kinderen verla ten had, werd dezer dagen hel mikpunt der jaloerschheid van eene veertigjarige tooneelspeelster uit eene kermisbarak. Die oude Borneo had aan zijne dichter lijke Jidiette, die kop en hals langer was dan hij, niets minder beloofd dan een praGhtig chaletmaar het duurde haar wal te lang en zij zocht ruzie, zoo dat de man haar verzocht te verhuizen. Dit ontstak de woede der schoone en een revolverschot was het einde van de his torie. De vrouw heeft zichzelven in han den der justicie geleverd, terwijl haar slachtoffer in levensgevaar ligt. Het schijnt dat die vrouw in Rusland ook al zulke grappen heeft aangevangen, maar daar het gerecht van dat land baar waar schijnlijk niet toegevend genoeg voor kwam, heeft zij daar 't hazenpad gekozen. De strijd tegen de geneverkwaal. De Heilige Vader heeft, zijne geheele goedkeuring gegeven aan den strijd tegen de geneverkwaal. Hij noemt haar eene des te schrikkelijkere plaag, daar zij in de zedelijke en de maatschappelijke orde, de onvermijdelijke bron is de jammer- lijksle rampen, en legt bijgevolg aan alle katholieken den dringenden plicht op, eene ondeugd te bestrijden welke zoo wel de ziel als 't lichaam aantast. De katholieke kringen en patronages zijn wonderwel ingericht om aan den strijd deel te nemen. De vakmannen die er zich mede bezig gehouden hebben, zullen daar een bereid terrein vinden, en welgezinde aanhoorders uit de volksklas, welke op hunne beurt de vooriplanters der matigheid zullen worden. Te Luik werden sedert vier maanden tegen de geneverkwaal vijf voordrachten gehouden welke voortreffelijke vruchten hebben voortgebracht. Al de katholieke kringen en patronages zouden ook zoo moeten doen en voor die voordrachten, mannen uitnoodigen die bekwaam zijn om dit vraagstuk, onder T oogpunt van godsdienst, gezond heid en huishouding uit te leggen. DU1TSCHLAND. Berlijn, 19 mei. Keizer Frederik. Het heerlijk lente weder doet den keizer als herleven heden kon hij tot rond den avond in het groene slotpark verblijven, eu voelde zich zeer wel. Het avondbezoek der geneesheeren had oek in de tent plaats. Wanneer de keizer terug naar het kasteel ging, beproefde hij de trappen op te stijgen, hetgeen hem ook, zich steunende op de leuning, gelukte. Aldus zal het huwelijksfeest in het keizerlijk huis, wel altijd, stil maar toch vroolijk gevierd worden, want sinds maanden heeft de keizer zich zoo wel niet bevonden als nu. In den afgeloopen nacht was de slaap van Z. M. een weinig onrustiger, en nog al dikwijls door hoesten onderbro ken. De morgen echter was hij tamelijk krachtig, om half tien verliet hij het bed en ging om half elf in het park. In den namiddag ontving hij het ver slag van den staatsminister graaf von Bismark Schönhausen en werkte met den overste van het militair kabinet. In den namiddag reed de keizer in open rijtuig naar Grunewald in gezel schap der keizerin. In een tweede rijtuig volgden de prin sessen, zijne dochters, en achteraan Dr Mackenzie en generaal von Winterfeldt. De keizer beantwoordde vriendelijk den groet van het publiek hij zag er zeer goed uit. Bij zijnen terugkeer werd de keizer door eene dichte massa volks afgewacht, die bij zijne verschijning hel duitsche volkslied aanhief. De vorst was zeer ontroerd en onder hei volk heerschte groote geestdrift. Bismark in 'f buitenland. Een dokter uit Breslan, die thans als scheeps dokter werkzaam is op een neerlandsch vaartuig deelt het volgende mede uit zijne reisherinneringen Hoe bekend de naam van Bismark in het buitenland is, kan men zich bijna niet voorstellen. Op mijne reizen naar Afrika eu Azië had ik dikwijls gelegen heid dit. op te merken. Toen ik mij bij voorbeeld eens te Batavia ophield, had ik daar eenige zaken te doen met een zoon van het Hemelsche Rijk, den eige naar van een groote porseleinzaak. Hij sprak in de schoonste woorden over Bismark 's staatkundig talent en verze kerde mij dat hij van plan was, eens een reis naar Berlijn te maken, om den groo- ten keizer en den machtigen kanselier te zien. Voor weinig jaren maakte ik bij een bezoek aan Colombo, de hoofdstad van Ceylan, mijn opwachting bij den egyp- tischen oproerling Arabi-Pacha, die door de Engelschen is gevangen gezet. Hij vroeg mij in den loop van 't gesprek naar mijn geboorteplaats. Daar ik te recht onderstelde dat Arabi Pnelia de de stad Breslan niet kende, noemde ik Berlijn als mijn vaderstad. Daarop ant woordde hij met een erg diepzinnig ge laat O, ge komt uit Berlijn, daar woont Bismark Dit was klaarblijkelijk alles wal hij van Duitschiand wist. Op de vermakelijkste manier werd mij de beroemdheid van von Bismark in 't- buitenlaud duidelijk te Port-Saïd door een kleinen arabischen jongen. V\'y wandelden door de straten van de ze stad, waar wij werden vervolgd en lastig gevallen door een zwerm Arabie ren, die ons hunne ezels wilden verhu ren. De eerste roemde de voortreffelijke hoedanigheden van zijn dier in een men gelmoes van engelsch en liollandsch, met de woorden Sir, that is a very good ezel. De tweede voegde er aan toe That is a better oue, that is a Gladstone-ezel. De derde, een knaap van ongeveer twaalf jaren, overtrof zijn mededingers met de woorden That is the best one, that is a Bismark ezel SPANJE. Ontdekking van Amerika. De kom missie, die het vierde eeuwfeest der ont dekking van Amerika voorbereidt, zal eene prijsvraag van 2000 p. st. uitschrij ven voor het beste werk, in welke taal ook geschreven, over de ontdakking, van af de eerste portugeesche ontdekkers tot Maggellaan. Een tweede standbeeld van Columbus zal door de koningin regentes van Span je onthuld worden te Palos er bestaat een prachtig standbeeld van hem te Bar celona. Een huis voor zeelieden, aan Columbus gewijd, zal opgericht worden te Rabida, waar hij dikwijls was. ENGELAND. Hevig onweêr. Een verschrikkelijk onvveêr is zaterdag boven Glasgow losge- berslen. In eene der openbare wandelplaatsen werden drie jongelingen door den blik sem getroffen twee hunner waren op den slag dood, de derde werd erg ge wond. Op eene andere plaats werden insge lijks twee mannen getroffen, waarvan de eene doodelijk de andere hoopt men te redden. Te Closburg, bij Dumfries, werden een hoeveknecht en de twee peerden welke hij voerde, door den bliksem gedood. Ook de stoffelijke schaê is aanzienlijk. VEREENIGDE-STATEN Oversiroomingeu. Tusselien Illinois en Jowa is de Missisipi op schrikbarende wijze buiten zijne oevers getreden, eri het water litjeft eene hoogte bereikt, zooals tot hiertoe nog nooit het geval was. De overstrooming strekt zich uit op 300 mijlen onder St-Louis tot aan Cairo, waar de Ohio in de Missisipi stroomt. Bij Rock Island is de vloed in twee machtige stroomen verdeeld, die eene snelheid van 10 mijlen in hel uur bezitten. Een deel der wallen rond het gouver- nements arsenaal zijn meêgesleurd ge worden. Al de lage landen, en vele ijzeren we gen staan onder waterbij Quincy in Illinois is de vloed 10 mijlen breed. Menschen en dieren vluchten naar de bergen. (Nadere bijzonderheden.) De Missisipi is thans hooger gestegen dan hij sinds 1851 gestaan heeft, en zijne golven, uit hunne bedding getreden, rich ten overal eene overgroote schaê aan. Het water rijst, rijst immer voort en be reikt nu reeds 19 voet 9 duim, dus 7 duim hooger dan tijdens de groote over stroomingen van 1881. Boven en beneden de stad Quincy, in Illinois seint de korrespondent der Daily News sirekken zich dijken uit op honderden mijlen, ter bescherming van 200,000 acres bouwland, de vruchtbaar ste landstreek der vallei. Zondag morgend, 13 mei, had de eerste dijkbreuk plaats aan den dijk gezegd In dian Grove Levee twee andere breuken volgden en op een paar uren stonden ettelijke duizenden acres land, bebouwd mei veelbelovende wintertarwe onder, water. De farmers hadden nacht en dag ge werkt aan de versterking van de dijken en nog overviel de ramp hem zoo plotse lings, dat zij have en goed achterlatende, zich met de grootste moeite met hunne huisgezinnen konden redden. De stroom stortte met zooveel geweld door de openingen in den dijk, dat het gerucht uren in den omtrek werd verno men en overal schrik en ontzetting ver spreidde. Ten allen kanle werden door de over lieden ruiters uitgestuurd om de pachters le waarschuwen. Doch het water zat de ruiters op de hielen en menige pachter zag zich verplicht te vluchten, toen hij bezig was met liet inpakken van huisraad en kostbaarheden. Verschillige personen hadden zelfs den tijd niet meer op de hoogten te vluchten en moesten in bootjes springen om te omkomen. Maandag avond werd de Carte Levee beginnende berieden Quincy, en zieh zuidwaarts 54 mijlen uitstrekkende, door spoeld tusscheii Hannibal en Sl Louis hier ook herhaalden zich de tooneelen van den vorigen dag. Later in de week bezweek de Alexandra Levee, boven Quincy, waardoor deze be- bedrijvige stad geheel en al onder water werd gezet donderdag avond waren honderd mijlen ver overal de dijken in- gespoeld en was de verwoesting volle dig. Geen acre grond is aan de overstroo ming ontsnapt, en het verlies is, in den vollen zin des woords, onschatbaar. Duizenden stuks vee en peerden, door het water verrast, zijn ten allen kante verdronken. Zoo boven als beueden Quincy, strekt het water zich uit op eene breedte van tien tot vijftien mijlen, alle hoeven en gebouwen bedekkende en reikende van de heuvels in Illinois tol de hoogten van Missouri. Het tooneel van verwoesting tusschen Quincy en Hannibal is inderdaad hartver scheurend. Wat vroeger eene lachende vallei was. bedekt met overvloedige oog sten, is nu eene onafzienbare watervlakte, verlaten door elk levend wezen. Op de drooge plaatsen op den dijk zijn honderden peerden, ossen, verkens ver- zamald, zonder eten of drinken, met het eenige vooruitzuchl van door de golven, die al hooger en hooger stijgen, meege sleept te worden en te verdrinken. De bewoners zijn gevlucht op de heu vels honderden mannen, vrouwen en kinderen zien van daar, met wanhoop in 't hart, op de verwoesting neêrdie hem allen tot den bedelstaf heeft gebracht.. Gelukkiger pachters dan zij, die van de overstrooming gespaard bleven, brengen hun liefderijke hulp. Het verkeer per spoorweg mei de stad Quincy is bijna geheel onderbroken en nog slechts met moeite langs eene enkele zijde mogelijk. Op eene lengte van verschillige mijlen zijn de spoorriggels en de telegraafpalen weggespoeld en ook verschillige bruggen werden door den stroom meegesleept niets kon weerstaan aan het vernielende element. Te Quincy waar dagelijks ganseh len onder gebrachte families in roeiboo- ten aankomen werd reeds eene groote meeting gehouden om hulp te brengen aan de slachtoffers der overstrooming. Al de inwoners der stad zenden hulp, naar de maat van hun vermogen. Het ergste is echter dat het water nog altijd rijst en het vreeselijkstevanderamp dus nog niet bereikt is. Een bedrogen bandiet. Zekere Luke Holman van Worcester, die te Bos ton, in de Wasliinytonstreet zijne buree- len houdt als meubelkoopman, had be sloten zijne halfzuster, Mej. Emeline Holman, te vermoorden, ten einde de nalatenschap huns vaders, ongeveer 20,000 pond, en waarvan het bestuur bij testament aan Emeline was toevertrouwd machtig le worden. Hij had echter den moed niet haar zelf te dooden, en zoch daarom naar een of twee kerels, die zich met die taak, mits belooning, wilden gelasten. Hij onderhandelde eindelijk met iemand die hem beloofde den noodigen man op te zoeken maar in plaats van naar eenen moordenaar te zoeken ging hij alles aan de policie bekend maken. Men besliste dan dat een agent als moordenaar zou optreden er werd eene bijeenkomst belegd en de beide mannen, goed vermond, sloten de overeenkomst. Hij moest 's nachts in de woning van Mej. Emeline Holman binnendringen,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1888 | | pagina 2