NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN T ARRONDISSEMENT AALST. K ADEL LIÉNART-LEÏRENS, ZEEROOVERS Donderdag 7 Juni 1888, 10 centiemen per nummer. 42ste Jaar, N° 2264. Arrondissement Aalst. ABOWEMENTPRIJS ANNONCENPRIJS Gedeeltelijke Kiezing voor den Senaat van 12 Juni 1888. Kandidaat der Grondwettige en Bewarende VEREEN1GINU den heer eigenaar, te Aalst. Politiek overzicht. Katholiek Ministerie, DE DENDERBODE. Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars fr. 3,2b voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutstraat, N° 10, naDij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands. Per drukregel, Gewone lb centiemen Reklamen, fr. 1,00 Vonnissen op 3C bladzijde bO centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond.De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Culqne Stram. Ai.LSI 6 JUNI 1888. Frankrijk. Woelige meeting. Eene meeting, te Lyon, gehouden door de Sociélé des Droits de V Homme is door de socialisten het onderste boven geslagen. Midden van een algemeen gevecht en een gehuil van Leve Boulanger en Weg Boulanger werd de zitting ge heven. Nieuwe redevoering Tisza. In de hongaarsche kamer heeft M. Tisza. in antwoord op de ondervragingen van MM. Pasmandy, graaf Apponyi en Ugron de volgende verklaring afgelegd. Ik heb nooit het voornemen gehad eene natie te beleedigen, waarmee wij in vriendschap leven, en zooals ik het zelf in mijne leste redevoering zegde, waarmee wij niets anders verlangen dan op vredelievenden voet te blijven om gaan. Ik heb dit voornemen evenmin van daag, ik herhaal het, ik heb dit voorne men nooit gehad. Deze woorden werden op alle banken toegejuicht. Al de ondervragers hebben, midden der toejuichingen, hunne genegenheid jegens de Iransche natie uitgedrukt. Graaf Apponyi deed uitschijnen dat deze zaak onmogelijk met meer kiesch- heid en voorzichtigheid kon behandeld worden, als M. Gobletzulks heeft gedaan in de frar.sche Kamer. Eene groote openbare meeting heeft te Cork plaats gehad onder voorzitter schap van den mayor. De aanwezigen hebben besluitselen gestemd waarin zij al hunne onderwer ping te kennen geven aan den H. Stoel, als trouwe katholieken doch al hunne VM SIAT-MALO. («5 Vervolg.) Na den reus en den muzikant van den Neptunes kwam Milanie, die zoo lang cn zoo mager was dat men zou gezworen hebben dat hij nauwelijks op bet einde van eiken vasten at. God weet echter wat hij verstond en boe hij geweldig dronk. Milanie was de beste gcschutsteller der oorlogs_ vloot van St-Malo. Nooit roemde bij zich echter over zijne trekken van behendigheid of stoutheid. Hij was somber van inborst, men zou gezegd hebben dat hij in zijn binnenste een smartelijk ge heim bewaarde. Jan-la-Grcnadc, lustig als een vogel, grootspre ker, vroolijke makker, vormde met Milanie dc volmaakslc tegenstelling. Zonderlinge zaak, zij waren matroos 't is te zeggen dat op het schip tusschen beiden die broederlijkheid bestond, welke hare weerga niet had en welke door niets kon vervangen worden. Wat aan Jan toebehoorde gehechtheid aan de Parnellistische nati onale begrippen, ais trouwe Ieren. De Paus en Ierland. De aanspraak van den Paus in hetkonsistorie was, zoo als wij reeds gemeld hebben, tegen het italiaansche strafwetboek gericht, name lijk tegen de artikelen, die de zoogezegde misbruiken onder de geestelijken betref fen. Zij zijn, zoo zegde dc Paus, eenen nieuwen aanslag tegen de vrijheid der Kerk en tevens een ongeoorloofd, anti godsdienstig, wegens hunnen geest en hunne opvatting, vloekweerdig werk. De Paus klaagt hevig over die nieuwe aanslagen tegen de Kerk en beschouwt die artikels hoofdzakelijkheid uit weten schappelijk en godsdienstig oogpunt. Generaal Boulanger. In de fran- sche kamer. De groote man is in de Kamer verschenen, zonder gerucht ditmaal en zonder straatbetoogingen. De Kamer was goed gevuld en eene onbeschrijflijke beweging ontstond toen M. de voorzitter de woorden uitsprak Het woord is aan M. den generaal Boulanger. Generaal BOULAx\GER. Ik heb de eer op het bureel der Kamer een grondwette lijk wetsvoorstel neer te leggen. M. HUBBARD. Dat is het zesde. M. BOULANGER vraagt de hoogdrin gendheid en leest het vertoog der be weegredenen van zijn voorstel als volgt De betoogingen, die met zooveel kracht op mijnen naam gebeurden Uitbersting van gelach, onbeschrijfelijk ge rucht, links.) M. CUNEO d'ORNANO. Allons. neeu, het was op den geliefden naam van M. Ferry. (Algemeen gelach, rechts.) M. BOULAGER voortlezendeleggen mij den plicht op de Kamer de wenschen was het goed van Milaniedeze stelde zijne beurs voor ia Grenade open. Geen van beiden zou een volledig vermaak zonder zijnen vriend genoten hebben. Bij de zeelieden zijn zulke- verkleefdheden hei lig. Ilij, die zoo geen matroos bezat, zou met een soort van verachting bejegend worden. En nogtans zag men te midden der vroolijke zeerooversbende een matroos, Poignc-d' Aeier, wiens gelaat de uitdrukking droeg van eene diepe smart. Bij liet laatste gevecht, gedurende dc entering van het cngelschc vaartuig, was zijn gezel gesneu veld. Ivo, de vriend zijner jeugd, ivo, met wien hij twintigmaal aan roemrijke gevechten had deel genomen. Ivo werd door eenen kanonbal in twee gesne den cn Poigne-d' Acier droeg er den rouw over, was het niet op zijne kleedcrcn, dan ten minste toch in liet diepste van zijn hart. Galauban, de bootsman, wiens verkleefdheid aan den kapitein lerigendarisch geworden was, gaf eene niet min luidruchtige vreugde dan zijne ka meraden te kennen. Na den eersten avond dien hij voorstelde bij de weduwe Cachalot, ter herberg den Golden Anker, door te brengen, zou hij niet nalaten zich te spoeden naar diegene welke hij zijn goed mocdcrkcn noemde, een arm, half blind schepsel, dat biddend op hem wachtte cn jaarlijks eene bedevaart naar Sinte-Anna voor hern deed. uit te leggen, in deze betoogingen bevat. (Gerucht in t centrum.) Frankrijk lijdt sedert eenigen tijd aan eene zware ziekte. Het geniet de vrijheid niet waarop het recht heeft. Het heeft eene nieuw regeeringstel- sel noodig. (Hevige onderbreking van M. de Mahy.) Dit stelsel, is de regeering door het land zelve. Het moet het tegenoverge stelde zijn van het regeeringlooze, anti- demokratische, doodende stelsel dat ons op de schouders drukt. (Hevig gewoel.) M. de MAHY. Zulke taal is ongrond wettelijk en mag niet geduld worden op de tribuun. M. LAGUERRE. Spreekt voort, gene raal gij spreekt voor het land. M. BOULANGER. Alle Franschen moeten recht hebben tot de regeering der republiek. M FAURE. Zelfs de Jezuïeten M. BOULANGER. Er mag enkel uit zondering gemaakt worden voor diegenen die in opstand komen tegen 's lands in stellingen. M. GILLET. Zooals gij. M. BOULANGER geeft hier den uitleg van wat hij verstaat, door republiek. Een land, dat open is aan allen, waar ieder vrij zijn gedacht moge zeggen, alle bur gerseven veel recht hebben. De kiezingen in de Aisne, de Dor- dogne en het Noorden, zijn eene prote statie tegen de onuithoudbaren toestand, gemengd met een gevoel van vaderlands liefde waarover ik lier ben. M. ROVIER. Gij had dit moeten zeggen toen ge minister waart. (Eene hevige woordenwisseling ont staat tusschen M. Laisant en Labordère.) M. BOULANGER. o In alle departe menten is de toestand dezelfde en die eensgezinde klacht maakt een pijnlijk kontrast met de schuldige machteloos heid van het Parlement. (Gerucht.) Het land wil hervormingen, het Par- lementarism wil er geen geven. (Uitroe pingen.) Ik ben hier niets anders dan de uit drukking van den volkswil. Ik weet wel dat mijn voorstel even goed onthaal zal vinden als de vorige, doch ik wil doen uitschijnen hoe waar het verzet is van Parlement tegen den volkswil. Wat is de Kamer geworden Niets dan eene plaats waar ieder bejag maakt op eigen belang, waar niets wordt ge daan dan kuiperijen en kliekjespolitiek. (Uitroepingen.) M. DE VOORZITTER. Ik teeken die woorden niet op alleen is het goed dal zij verschijnen in den Officiel. M. BOULANGER. Ik hoop het ook. De ministers zijn meestendeels nede rige dienaars van die groepen, welke hen op de kussens brachten en deze moeten zij betalen door tal van gunsten en be- Achter die zeelieden van den Neptunus, volgden de anderen arm aan arm. Oh de goede cn de ongedwongene volks vreugd De menigte klapte in dc handen bij bet zien dier overwinnaar--. Hunne geestdriftige houding verwierf lmn nieuwe vrienden. Gansch den nacht, zou men in dc zeerooverstad de bekers hooren klinken, wijnkruiken zien vullen en ledigen gansch den nacht zouden dc zeerob ben uit volle keel gelegenheidsliederen zingen door Galaubau in allerhaast opgemaakt cn begeleid door het dwarsfluitje van Yvonnet, Terwijl de matrozen zich naar dc herbergen begaven, dezen te voet, genen in karren met ge bladerte vorsicrd, verlieten de officiers den Nfptu- Ntfs op hunne beurt. M. dc Miloir, luitenant van het schip, en M. Lc Eer, heelmeester, verschenen het eerst. Ieder van hen begaf zich naar de ouderlijke woning cn be spoedigde dc laatste plichtplegingen. De kapitein, Pieter Porcon dc la Barbinais, ver. gczelde hen. Toen zij hen zagen aankomen, maakten twee vrouwen, in rouw gehuld, eene beweging om hen te gemoet te gaan. De eene scheen nauwelijks dertig jaren oud» alhoewel heur haar reeds volkomen was vergrijsd De andere was zeer jorig, maar bleek, ernstig. Men zou gezegd hebben dat die tengere, jonge dochter in eenen luchtkring van droefheid op- treurensweerdige benoemingen in het personeel. M. ANDRIEUX. Zeer juist! M. BOULANGER. En nu, een ander punt. Is het noodig dat Frankrijk een president der republiek hebbe Dit punt zal moeten opgelost worden deor de Con- stiiuante. In alle geval het huidige stelsel deugd niet want de grondwet heeft van den president niets anders gemaakt dan eenen.... balk (Groote ontroering.). M. DE VOORZITTER. Zulke woorden hebben geen len minste belang, daar zij komen uit den mond van den spreker. (Toejuichingen links). M. de CASSAGNAC. Gij hebt het recht niet den spreker te beoordeelen. M. BOULANGER geeft ten slotte wen ken over de vrije republiek, zooals hij die verstaat. Afschaffing van den Senaat, goedkeuring van de grondwet door eene volkstemming. Het plebiscist is voor het volksrecht, wat het goddelijke recht was voor de monarchie. Dan zal Frankrijk een regelmatig gouvernement hebben. Bij die woorden onstaat een oorver- doovend gerucht. De voorzitter dreigt den redenaar met het reglement, heel d8 linkerzij staat recht om te protesteereu. M, BOULANGER legt ten slotte zijn voorstel neer en bereikt langzaam zijne plaats midden van de toejuichingen zijner vrienden. M. de la ROCHEFOUCAULD, hertog de Doudeauville, zegt dat de monarchisten voor de herziening zullen stemmeu, of schoon zij de politiek van generaal Bou langer niet zullen volgen, omdat hij niets anders dan de daktatuur wil. M. Feliy PYAT. Wij, socialisten, willen ook uitleggingen geven. Ik zal mij dus verklaren over het voorstel van den generaal.... ja toch, generaal. Want eens generaal blijft generaal. M. de CASSAGNAC. Ja, eens commu nard blijft communard. M. PYAT. Zeker, en we zullen er ko men, citoyen. M. de CASSAGNAC. Zwijgtwant in plaats van hier in de Kamer, moest ge zitten in de galeien. M. PYAT. Dank u wel. De eitoyen verklaart dat hij de herzie ning zal stemmen, omdat hij hel presi dentschap wil omverwerpen. M. JOLIBOIS springt op de tribuun. Het is eene schande voor het land dat men hier de officiers van 1870 laat belee- digeu, alleen omdat zij hunnen plicht deden tegenover de moordenaars. (Toe juichingen rechts.) M. PYAT. De moordenaars, dat zijn de Versaillanen en gij zijl een der moorde naars. (Hevige ontroering. Heel de rechter zij staat recht.) RECHTS. Men laat het leger beleedi groeide. Hare zwarte oogen schenen van tranen opge zwollen een smartelijke plooi kenmerkte hare blcckc roozenlippen. Slank en groot, boog zij on der het gewicht van een vroegtijdig iced. Sedert de aankomt van den Neptunus in de ha ven, kwamen die twee vrouwen eiken avond op de kaai, alsof zij een nieuws verwachten en eene hoop koesterden. De heelmeester eri de luitenant groetteden zeer eerbiedig, wanneer zij voorbij hen gingen. Pieter dc Ia Barbinais bemerkte hen niet seffens, zijne broeders Bodewijk en Jan hadden zich in zijne armen geworpen. Dc drie jongelingen dachten hunnen weg te ver vorderen, wanneer de vrouw met haar rouwge waad ecnigc stappen nader kwam. Mijnlieercn Mijn heeren vroeg zij, dc han den samenvouwende, brengt gij geen nieuwstij dingen over den Puenix meè V M. Le Eer deed eene diepe buiging. Eilaasneen, mevrouw antwoordde hij. De vrouw met dc rouwkleêrcn drukte harder den arm barer dochter, cn hare hand leunde op eenen hoop balen Mijn God mijn God kermde zij, alles is dus verloren De jonge dochter deed haar zachtjes op eenen zak katoen nederzittcn cn diende heur hare zorgen toe. Maar terwijl zij er zich op toelegde haai- te M. DE VOORZITTER. M. Felix Pyat, ik roep u tot orde. Na eene redevoering van M. FhSquet, geheel en al tegen generaal Boulanger gericht en waarin M. Floquet den gene raal bij Napoleon I vergelijkt, wordt d« hoogdringenheid verworpen met 377 stemmen tegen 186. ^~r-~rr-Tf Bij het naderen der wetgevende kie zing is het noodig eenen blik te werpen op de vier verloopene jaren, gedurende welke het katholiek ministerie het roer van den Staat heeft bestuurd, In plaats van de ongelukswet, die on der het vorig ministerie ons land ver deelde en verscheurde, is vrede en een dracht, op schoolgebied, in bijna alle gemeente teruggekeerd. Slechts een klein getal gemeenten, waar geuzenhaat nog voortkankert, is er iets van den strijd en de tweedracht over gebleven. Doch ook daar zal onder de wijze, gematigde leiding onzer ministers weldra alles tot orde komen. De ouders mogen thans gerust wezen, dat hunne kinderen in de geuzenscho len hun geloof en hunne onschuld niet verliezen zullen. Wat al voordeelen heeft ons ministe rie, in den korten tijd van zijn bestuur, niet aan den landbouw bewezen Wat al instellingen in hel leven geroepen, om de kennis van de nuttige ontdekkingen en verbeteringen in het landbouwbedrijf onder het volk te verspreiden. Door de invoerrechten op het vee heeft het eene nieuwe bron van inkomsten voor de Staatskas geopend, welke gee- nen duit kost aan de burgerij. Onze ministers'hebben ook met kloeke hand hel maatschappelijk vraagstuk aan gevat. Zeer nuttige wetten werden reeds ten voordeele van werkliê en arbeiders gestemd andere zijn gereed om in de Kamer besproken te worden, Boven dit alles zijn de geldmiddelen van den Staat in zeer bloeienden toestand. Onder het vorig liberaal ministerie ging ons Vaderland met groote stappen den weg op naar het bankroet. Ieder jaar had men een nieuw en grooter te-kort aan te teekenen en trot men ons met nieuwe belastingen. Dit alles is veranderd, volkomen ver anderd. In plaats van te-kort hebben wij nu overschotin plaats van nieuwe be lastingen werden er vele, door de libera len geheven, afgeschaft. 's Lands financiën hebben eene zeer gunsiige wending genomen wij hebben het reeds met onbetwistbare cijfers dui delijk bewezen. Het lijdt dan ook geen den minsten twijfel het land zal op 12 Juni aanstaan de een schitterenden blijk van goedkeu ring en dankbaarheid aan onze ministers geven. troosten, liepen dikke tranen over hare wangen zonder dat zij er aan dacht dezelve af te drogen. Wie zijn die twee vrouwen vroeg de kapi tein Ia Barbinais aan zijne broeders. Mevrouw dc Miniac, het edelste en ongeluk kigste schepsel, antwoordde de echtgenoot, uit stekend heelmeester, aan boord ran den Puenix vertrokken, is door dc Turken gevangengenomen, alsook de matroozen cn de olliciers van bet schip. Mevrouw dc Miniac bewoonde oen kleinen eigen dom in de nabijheid van Sint-Servan zij heeft denzelvcn verlaten en zich te Sint-Malo gevestigd om beter in staal te zijn het zeevolk te ondervra gen, dat van groote reizen terugkeert. Zij hoopt altoos hel lot van haren echtgenoot te vernemen. Ongetwijfeld, zij is niet zinneloos, maar hare hevi ge smart verkort haar leven, cn het kind dat gij aan hare zijde ziet zal weldra wees zijn. Zij is wel schoon zegde dc kapitein. En incer dan schoon. Jocelyne is eene heili- ge. Die twee vrouwen zijn hier het voorwerp eener algeniccnc bewondering en deernis. Bezitten zij ten minste eenig fortuin Zij leven van een werk dat slecht bezoldigd wordt, op hetwelk zij echter nog besparingen deen, om er toe te geraken bet losgeld van M. Miniac té betalen. Gij hebt gelijk Jan, het zijn hewonderens- weerdige vrouwen. Wordt Vomitcezbt*

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1888 | | pagina 1