NIEUWS- EN AINiCOIOiGIIGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. wmzm ZE EROOVERS Donderdag 5 Juli 1888, 10 centiemen per nummer. 42ste Jaar, N° 2272. ABONNEMEIVTPRIJS mmSÊ AWOACKAPRIJS Politiek overzicht. De vrijmetselarij ontmaskerd. DE DENDERBODE. Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars tr. 3,25 veor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men sehrijtt in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutslraat, N° 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Fteklamen, fr. 1,00 Vennissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag arend. De onkosten der kwitantiën deor de Post ontvangen, zijn ten laste van den sehaldenaar. Culque Kuurt). AEI.ST, 4 JULI 1888- Nieuwe vredesver zekering. In den Reichs-Anzeiger is vrijdag de volgende dankbetuiging verschenen, door den duitschen keizer aan zijn volk gericht Zware dagen zijn over mij en over mijn huis neergekomen. Opnieuw is mijn nauw gerustgesteld gemoed getroffen geworden. Door het afsterven van Z. M. keizer Frederik, die zoo spoedig mijnen geliefden grootvader in de eeuwigheid volgde, is mij den hesten en liefdevolsten vader, het land dentrouwsten en edelsten heerscher ontvallen. Slechts voor een korten tijd was het hem gegund, tot het heil des volks dat hij zoo lief had, te regeeren. De geheele duitsche natie treurt met nij om dit verlies en vreemde volkeren leelen meê in de smart die ons getroffen, iteft. Van heinde en ver. van steden en orpen uit heel Duitschland, uit gansch iuropa, uit alle werefddeelen zijn blijken an deelneming mij toegekomen. Het is waarlijk roerend en hel is mij en hartelijken troost, mijnen geliefden ^der nog in het graf zoo innig geëerd t zien. Uil het diepste mijns herten zeg ik, \)or al die blijken van ware deelneming de mij in dagen van droefheid zijn toe- gkomen, mijnen diepgevoelden, oprech te dank met de verzekering dat, even as mijne voorvaderen,«mijn voorn aam- S3 streven ook daarheen zal gericht zijn, seeds in ongestoorden vreedzamen ar- béd de welvaart des lands te bevorderen er.te bevestigen. Moge God mij daartoe zijnen zegen geren. WILLEM. lene kiezing in Engeland. De kie zing op het eiland Thanet zooals te voerzien was ten voordeele der ministe rieden uitgevallen. M. Lowlher, konser- vatef, werd gekozen met 3547 stemmen tegm 2886, gegeven aan M. Knatchbull- Hufessen, Gladstoniaan. I)E VAM SIMT-MALO. (9e Vervolg.) Bouche-en-Cceur opende vcrscheide deuren, verzekerde zich of de houtzolder eene veilige schuilplaats voor den nicht aanbood, cn sloot er zich met Corbillaud op. Ongetwijfeld zou de tijd lot handelen hun lang schijnen, maar de gewichtigheid der vangst was der moeite wel waard om zich eenig ongeduld le getroosten. Zij hadden van twee of drie duizend livres hooren spreken ccn fortuin Elk van hen zwoeg stil in de vrees dat hunne stem ogstege en hen verried. Ieder overlegde voor zich zeiven wat hij met zijn aandeel van den buit zou hebben gedaan. Trachten wij tc slapen, sprak Bouche-en- Cccur, dc tijd schijnt mij verduiveld lang. Zonder te rekenen dat wij niet zullen mid dagmalen. Maar welk avondmaal Welnu doch neen, dat niet Een avond maal, eene braspartij, opdat van morgen reeds de De uitslag mag al* zeer bevredigend voor de liberaal-Gladstonianen aanzien worden. Bij de algemeene verkiezingen van 4886 was immers kolonel King-Har- man gekozen met eene meerderheid van 2000 stemmen. En zelfs vergelken bij den uitslag der verkiezingen in 4885 die de liberalen met groote meerderheid in 't Lagerhuis brachten hebben de ierschgezinde ge dachten hier een merkelijken vooruitgang gedaan. Het land wil verzoening met Ierland. Dat blijkt andermaal uit deze kiezing. M. Gladstone heeft zondag op eene garden-party het woord gevoerd over den gunstigen uitslag van al de gedeeltelijke verkiezingen, en verklaard dal het de plicht is van alle politieke mannen zich voor alles met de iersche kwestie bezig te houden. Hij beschuldigde de regeering een ha telijk stelsel van beteugeling te hebben ingevoerd en besloot met de verzekering te geven dat de zaak van Ierland, 't is te zeggen de waarheid, het recht en de vrij heid zouden overwinnen. ...«.«.TP— De lezer zal wel groote oogen op zetten, wanneer hij aan het hoofd van dit opstel den naam ziet van de secte. Ongetwijfeld heeft hij volstrekt geen zinnigheid zich in de een of andere vrijmetselaar-werkplaats als leerjongen te laten opnemen. Herhaaldelijk toch hebben de Pau sen, en niet lang geleden, lieeft de groote Leo XIII nog ten overvloede aan de wereld bekend gemaakt wat er gedacht moet worden van dit ge heim genootschap. Evenwel kan het zijn nut hebben uit de onthullingen van den bekeer den vrijmetselaar Leo Taxil, (wiens werk ook weldra in de Nederland- sche taal gaat verschijnen) eenige by zonderheden over te nemen. Dan heeft men een mondstopper bijdehand, zoodra een herbergpro- feet of zoo iemand zich veroorlooft den Stedehouder van Christus hier over de levieten te lezen. Leo Taxil was vroeger een voor naam en vermaard penvoerder der vermoedens op ons wegen. Wij zullen integendeel van bonding moeten veranderen, en mijn inzicht zou zijn van eene plezierige kleine reis naar Brest te wagen om cr op ons gemak eens lustig tc smullen. Inderdaad, dat zal voorzichtiger zijn. De eerste die ontwaakt zal den anderen wakker schuddenBaat ons wachten lot dat iedereen in slaap zij. Iedereen, er is iemand dan de moeder cn de dochter. Ik hoor de stem van een derden persoon. De meid, zeker. Verduiveldwij zullen werk hebben, Geen bloed, Corbillaud, geen bloed. 't Is verstaan, wij zullen de zaak zachtjes afhandelen, slaap wel. Zij zwegen beiden, en sliepen in alsof hun ge weten hun niets te verwijten haddc. Mevrouw da Miniuc gevoelde zich van den Grand Bé terugkeerende, zoo zwak en zoo be droefd dat zij den moed niet had zich aanstonds aan baar handwerk te zetten. De moedige Jocelyne nam hare saai en hare zijde cn plaatste zich voor het venster, terwijl Ganctte lustig en vlug als een vogel in huis heen en weer ging. Eigenlijk gesproken, was Ganettc geene meid. Dochter van Jocelync's voedster, kwam zij bij de dood harer moeder al weenende tot Mevrouw dc Miniac om te vragen wat er van haai moest ge worden en wat zij zou kunnen doen. Hel weinig land dat zij bezat, was tot het onderhoud baars levens niet voldoende zij was overigens te jeng i®s5eBSK$»jd!Sisseee9B5»fO vrijmetselarij, welke hij echter, uit overtuiging, een jaar of twee gele den, verliet. Wat er in de loge zoo al te koop is, weet hij op zijn duimpje, wat er voor de gewone broeders met zeer veel zorg wordt geheim gehouden, is hem bekend van draad tot naald. Opdat de lezer zich eenig gedacht kunne makeu van het verfoeilijke, menschonteerende, waartoe de vrij metselarij is gekomen, behoeven wij slechts mede te deelen, wat Taxil, in de voorrede van een zyner laatst ver schenen werken, schrijft. Twintig jaren geleden schreef Br/, Charles Fauvety, voorzitter van een der Parijsche loges, de volgende regelen,die niet voor het groot publiek der oningewijden, maar alleenijlk voor zijne medebroeders bestemd waren. De tempel van onze dierbare Fransche vrijmetselarij gelijkt zeer wel op de tempels van het oude Babijlon, die toegewijd waren aan de godin Venus Mylitta... De vrijmet selarij én de ontucht werken dus samengelijk twee galeiboeven, die aan een en dezelfde boei geklonken zijn. Wat Fauvety zich gedwongen ge voelde mede te deelen aan zijne medea vrijmetselaren, zal ik nu luide ver kondigen aan de geheele wereld. Niettegenstaande den geweldigen afkeer, dien ik er voor gevoel, ont sluier ik al de schandelijkheden, waaraan de verfoeilijkste van alle geheime genootschappen zich schul dig maakt. Want men we te het de vrijmet selarij is er niet meê tevreden zich te bemoeien met kuiperijen op staat kundig gebied, zij beoogt ook het meest volslagen zedebederf van het menschdom. Zij isniet alleen eene verzameling van lieden, die het volk misleiden, bedriegen en bestelen, ten einde zei ven aan het bewind te komenzij is tevens het uitvaagsel van het men- schelijk geslacht, een modderpoel van onreinheid, een schandelijkeen ver borgen wonde, een verslindende oat- binding,die door de meest onteerende ontucht wordt onderhouden. en zij had te weinig ondervinding om zich aan 't hoofd eencr hofstede le plaatsen. Al hare bloed verwanten waren gestorven, uitgezonderd een gierige cn ongevoelige oom, bij wicn zij nooit zou toestemmen tc gaan dienen. Mevrouw de Miniac bleef sprakeloos en ont steld, wanneer Ganettc zich plotseling, met de hevigste gemoedsbeweging der droefheid cn dc openhcrtighcid der liefde, voor haar op de kniecn wierp. Laat mij bij u blijven, zegde zij Inat mij bij u blijven..... Gij weet het, Mevrouw, ik bemin op gansch dc wereld niemand dan u en Jocelyne, mijne zoogzuster. Oh ik zal geene plaats aanne men, dan degene welke gij mij zult. gelieven te gevenHebt gij gccne meid noodig Ik zal de uwe worden. Alleenlijk, gij zult mij niet betalen, en gij zult mijne diensten uit vriendschap ont- vangan, cn ik zalu bovendien nog dankbaarheid verschuldigd zijn.... Sedert het vertrek van M. de Miniac zijl gij verplicht al het huiswerk te doen.... Die bezighedun verslinden uwen tijd, zij vermoeien uwe handen.... dat zal mijne taak zijn, dat past beter aan een boerenmeisje. Maar Ganetta, gij denkt cr niet aan riep Mevrouw de Miniac uit, uwe moeder leefde van haar goed, gij zelve bezit een klein fortuin.... Wij kunnen van u geene meid maken. Ik verlang het, Mevrouw, weiger mij niet Wanneer ik met het huiswerk gedaan zal hebben, zult gij mij leeren naaien, borduren, en ik zal u misschien kunnen helpen. Ik zal de boodschappen doen, die u den kostbaren tijd ontnemen indien gij wist hoezeer ik met u heiden gelukkig wezen En dat slijk wil bovendrijven, om te bederven wat nog rein is Dit vuilnis heet zich heilig Die onreinheid maakt aanspraak op den naam van deugd Maar in welken tyd leven wij toch In welk een afgrond zijn wij gevallen En tot welke toestanden gaan wij terug Wat zeg ik De voormalige eere dien st van een Yenus, (de godin der onzuivere liefde) is zedig en kuisch, vergeleken bij dien van den Grooten Bouwmeester der Vrijmetselarij En toch kankert dat ontbindings- werk maar altoos voort, rusteloos voort, even als een vetplek zich dagelijks uitbreidt En overal sluipt de vuile secte in, zij slaagt er in, de huichelaarster overal bescherming le vinden Die mijnheer Taxil, zult ge zeggen, geachte lezer, is het geheel niet malsch,en tast de vrijmetselarij danig op haar zeer maar, kunt ge zeggen, hij zal dat geschreven hebben in een oogenblik van wreveligheid. Volstrekt niet want in zijn voor rede verklaart hij, dat zijn boek in kalmte is geschreven, en niets anders dan waarheid bevat. Overigens geeft hij op het einde van zijn boek eene lijst van niet minder den 60 vrijmetselaars boekwerken, ambtshalve als dusdanig erkend, waaraan hij zijne gegevens ontleent, en zegt in zijne narede Ik daag eiken vrymetselaar uit, die minstens den graad van Rose- Croix bekleedt, de juistheid mijner onthullingen te betwisten, te bewij zen, dat, in hetgeen ik schrijf, eene enkele komma door mij uit den duim is gezogen. Ik spreek niet van de vrijmetse laars der lagere rangen, die onwetend kunnen zijn en zelfs niet eens kunnen vermoeden hoe schandelijk het toe gaat, daar de sluier slechts wordt weggenomen, wanneer ze tot den rang van Rose-Croix worden toegela ten. Begrijpt gij nu, lezer, waarom Paus Leo XIII het noodzakelijk heeft ge acht zijn opperherderlijk schrijven zou! Werp mij niette midden van vreemdelingen, die ik niet zou kunucR beminnen. Mijne plaats is hier tusschen u en uwe dochter.... Ik betreur mijne moeder genoegzaam opdat hel u torgelaten zij in mijne tegenwoordigheid te wecncn. Mevrouw de Miniac aarzelde nog, maar Jocelyne vloog om den hals van Ganettc en riep uit Ik behoud u Ik beboud u Hel aaniicmingscontraet was geteckend. Sedert dien dag had Mevrouw dc Miniac eene hulp van alle uren. Ganctte deed nog meer dan zij had beloofd. Werkzaam, verstandig, met een bewonderenswaardig hart begaafd, verrichtte zij weldra meur werk dan twee meiden hel isoudcu gedaan hebben. Dank aan haar, ademde het huis eene uitstekende zuiverheid, dc keuken ofschoon eenvoudig, was verzorgd. Ganetle voegde bij de gewone uitgaven voor de tafel harer meesteressen dc grondrente welke zij aan hare landbouwers vroeg. Het waren vcrsche eieren, vette kiekens, ge zouten varkensvlecseh, vruchten, eene ton appel wijn, haver- en roggemeel. Het spaargeld dal er voor Mevrovw de Miniac uil volgde, liet haar toe elke maand wat meerder te voegen bij de som welke zij overhield van dc lessen welke zij gaf, en van liet naaldwerk door Jocelyne gemaakt. Ganctte was volkomen geiukkig. 's Zondags icerdc zij lezen, schrijven, vergezelde Mevrouw de Miniac naar de kerken naar de brug, cn scheen nooit op te merken dat de jongelingen, van haar bevallig uiterlijk ingenomen, zich omkeerden om tiaar met het oog tc volgen. Het leven van Ganettc scheen innig aan datgene tegen de vrijmetselarij wereldkundig te maken Gereed el ijk zult gij beseffen, dat hij, aan wien Christus de hoede zijner geloovige kudde heeft toevertrouwd, niet mocht nalaten zijn machtige stem te verheffen tegen een genootschap,op hetwelk van toepassing is het kernige woord van den apostelkerk des dui vels, synagoga diaboli. Wat gij niet zult beseffen, is de ver blindheid der landbesturen, die de kloosterlingen verdrijven uit de vreed zame schuilplaatsen, waar zij zich on ledig houden met de uitoefening der meest verhevene, ja heldhaftige naas tenliefde, en daarentegen de vry met- selarij, naar willekeur en hartelust laten voortwoekeren. Is het niet waar, maar Leo Taxil schrijft, waarom neemt dan de een of andere schootsveldrager den hand schoen niet op, ter verdediging van de hem zoo dierbare orde, waartegen zulke zware beschuldiging is inge bracht Waarom daagt er niemand op, om haar te wreken Waar is de ridder, die voor de zoo schandelijk gebrandmerkte orde in het strijdperk treed Is dit stilzwijgen geen bekentenis van onmacht en bijgevolg geen be vestiging van hetgeen door Taxil te gen haar werd aangevoerd 01 is het wellicht niet de moeite waard, voor den dag te komen met eene wederlegging der-uitgebrachte beschuldiging Bij duizend-duizendtallen worden Taxil's werken in de wereld geslin gerd en weldra zal er een kreet van algrijzen opgaan tegen de wandaden, de gruwelen, de moordenwaaraan de vrijmetselarij zich heeft schuldig gemaakt. Moorden, ja, uit Taxil halen wij de volgende aan Prinses de Lamballe, de vriendin van de ongelukkige Marie Antoinette van Frankrijk. De Rossi, minister van Paus Pius IX Don Gar cia Moreno, president van de repu bliek Equador, en Gambetta, ook hij is gevallen als slachtoffer van het ge heim genootschap, waartoe hij zelf behoorde. Niet de moeite waard Wekker.) van Blanche en Jocelyne verbonden, en de liefde welke zij haar toedroeg, belette haar er eene an' dcre te droomen. Het tijdstip harer meerderjarig heid was no-tans gekomen de pachthoeve der Gcandies biocide, en de zoon van den pachter, die zc tegen huur in gebruik had, scheen de gelegen heden te zoeken om naar Siut-Malo te komen en met de eigenares te spreken. In tegenstelling met andere pachters, vroeg hij nooit herstellingswerken. Hij bood slechts aan er te doen uitvoeren. Zijne reizen waren een voor wendsel om Ganctte duizeud vriendelijke verras sen aan te bieden tamme duiven, groote tuilen veldbloemen, vette ganzen. Ganctte aanvaardde het vriendelijk, zachtjes, zonder op te merken dat dc arme jongen beefde,dat tranen in zijn oog blon ken, wanneer hij zich na een lang gesprek ver wijderde, zonder den moed gehad te hebben bel eenige te zeggen dat hem ter harte ging. Op den morgen der aankomst van den Neptonus was Bruno, als een muilezel geladen, aangeko men droeviger nog dan naar gewoonte was hij vertrokken na zijnen hoed gedurende meer dan een kwaart uurs tusschen zijne vingeren gedraaid te hebben. Zijne tegenwoordigheid had het werk van Ga nctte iets ef wat veraehterd en deze moest zich daarom meer spoeden om gedurende de afwezig- harer meesteressen den verloren tijd in tc haleu. Wanneer zij terugkwamen, begreep de arme doch ter seffens dal er geen niews was zij sprak stiller, rn ging zachter, ten einde die getrouwe smart niet te storen. WeRDT Vooitceket.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1888 | | pagina 1