Pater Damiaan. Landbouw. Goddeloosheid in hel Leger. Beter laat dan nooit. gedeelte van het rijksgebied, gébruik werd gemaakt van het onder artikel 3 vermelde reekt. Art. 43 Voorde boetstraffelijke recht banken, de rechtbanken van policie in het arrondissement Brussel, wordt ge bruik gemaakt van de Fransche en van de Vlaamsche taal, voor onderzoek en uitspraak, naargelang der behoeften van elk geding. Verstaat de betichte allaen de Vlaam sche taal, zoo wordt van die taal gebruik gemaakt, ingevolge de voorgaande be palingen. De voorschriften van artikel 6 zijn van toepassing op de rechtspleging in Bra bant. Art. 44- Het assisenhof van Brabant zal altijd worden voorgezeten docr eenen magistraat welke de Vlaamsche taal m2elitig is. Art.1o.Ifi geval van verzending,door de kamer van inbeschuldigingstelling, voor hel bof van assisen der provinciën Ant werpen of Limburg, voor eene boestafL- lijke rechtbank oT eer.e rechtbank van policie in eene dier provinciën, vtor de boetstraffelijke rechtbank van bet arron dissement Leuven of voor eene reehtbank van policie in dit arrondissement, wordt den betichte, door de zorg van den pro- kureur generaal, te zelfder tijd als het arrest van verzending, en bij voorkomen van de beschuldigingsakte, eene Vlaam sche vertaling van die stukken beteekend. Het zelfde geschiedt, in geval van verzending, door de kamer van inbeschul digingstelling, voor het hof van assisen van Brabant, voor de boetstraffelijke rechtbank van liet arrondissement Brus sel of voor eene rechtbank van politie in dit arrondissement, wanneer bet voorbe reidend onderzoek in de Vlaamsche taal gebeurde. Art. 46. De processen-verbaal betref fende liet opsporen en bet vaststellen van misdaden, wanbedrijven en overtre dingen, om 't even waar zij «pgemaakt werden, gelden in rechte slecht» als eenvoudige inlichtingen, wat aangaat de verklaringen welke zij vermelden zonder aan te slippen dat die vermeld zijn in de taal door de verklaarders gebezigd. Kondigen de tegenwoordige wet af, bevelen dat zij met 's Landszegel bekleed en bij middel van den Moniteur bekend gemaakt worde. Gegeven te Laken, den 5 Mei 4889. LEOPOLD. Namens den Kening De Minister van justicie, Jules Le Jeune, Met 's Lands zegel gezegeld De Minister van justicie, Jules Le Jeune. Latere tijdingen. De engelsclie bladen van zaterdag rnorgend bevallen een bariclit van het overlijden van pater Damiaan, den beroemden belgisehen priester, die zich op de Sandwichs-eilan- den sinds jaren met ongeëvenaarde zelf opoffering, aan het verplegen der lepro zen o( pestzieken toewijdde. Nu reeds omtrent twee jaren geleden ontving men van de familie van den held uitvoerige berichten over zijne dood. Was de familie toon i'.dwaling Wij zouden het niet kunnen zeggen, maar ziehier wat de Daily News van zaterdag schrijft Eene edele opoffering is voltrokken. Pater Damiaan is dood Hij is gevallen als slachtoffer van de vleselijke en onverbiddelijke ziekte, wier talrijke slachtoffers hij hulp en bij stand verleende. Niet van alles wat wij gewoon zijn den martelaarsdag le noe men, kan in edele zelfopoffering met pi- ter Damiaan's kalmen en vastberaden vooruitgang op do baan, van wat hij meende zijnen plicht le zijn, gelijk ge steld worden. Hij werd ter hulp geroepen van de lep rozen te Molokai, een van deSandwichs- eilanden hij ging er: bleef ar tot aan zijne dood. De dood was niet bet gevaar dat er te vreezen viel maar wel de walgelijke ziekte. Bijna iedereen zou de doou trot- seeren, bij liet betrachten vat» er-n be paald doet het kan de zegepraal eener zaak lol gevolg hebben, persoon lijken roem, persoonlijk voordeel, geld of genot opleveren Een dapper, heerschzuchtig soldaat, verhaalt in een van Scott's romans den roem, dien hij hoopt tc winnen hij ver klaart dut hij zou willen weerd zijn er voor te sterven en roept dan eensklaps uit a Er voor sterven 7 O, dat is niet te veel het zou weerd zijn daar alleen voer te leven Voor zulk een man, voor vele anderen heeft de dood op hel slagveld niets schrikwekkends. Maar sterven van de walgeiijkste ziekte die men zich kan inbeelden, die geene beschrijving in staat is, in al hare ijse lijkheid, voor den geest van den marte laar te roepen de dood na eene lang zame an langdurige verrotting en zulke dood vrijwillig verkiezen, dat gaat allen heldenmoed te boven De melaatschheid is eene ziekte, die alle betere gevoelens verlamt en al bel medegevoel eener bevolking, waar zij ontbreekt, verslikt en doodt. Dapperen worden laf, wanneer zij er meê bedreigt worden de vrouwen, gewoonlijk zoo vol liefde, worden met schrik geslagen en worden geheel zelfzuchtig. In het midden van zulke bevolking, be gaf zich pater Damiaan zonder vrees. M. Clifford, zelf een man van buitenge wonen moed eu zelfopoffering, een kun stenaar, een geleerde, vol iever voor alle goede werken en heldendaden, heeft on langs aan de wereld over pater Damiaan's werken in Hel leprozen eiland gespro ken. In zeker oegenblik scheen er eene soort van ernstige hoop te zijn dat de missionaris zou vallen als slachtoffer van de taak, die hij bad op zich genomen, maar velen waren integendeel overtuigd dat het einde komen moest, eu wel spoe dig. Ter wille van hen, die bij hielp en trooste, is het te betreuren dat het einde zoo spoedig gekomen is. Voor pater Damiaan zelf is het echter niet zeo. Eu inderdaad, van wat nul zou het voor hem persoonlijk geweest zijn nog eenige maanden langer aan die vrea- selijke verrotting te lijden. Hij heeft zij ne plicht volbracht en nu i» hij vrij Anderen, wij zijn er zeker van, zullen gereed zijn, zijn veorheel i te volgen. Er is eene besmetting van zeifsopoffering zo» wel als van zelfbehoud. Nog enlangs wilde M. Gladstone de voornaamste karaktertrekken van een lang overleden groot man beschrijven, eu hij deed het met de woorden eene drift van menschenliefde. De drift voor menschenliefde heeft zelfs in onze dagen van stoffelijkheid, kleingeestigheid, dwaze heersehzucht en zucht naar vermaak, hare ieveraars. Een man gelijk pater Damiaan verheft de ellendige measchheid, zoo wal na zijne dood als gedurende zijn leven. Er is, wij zijn gelukkig het te gelooven, veen kristen geloef dat geene missionearissen bezit, bereid zulke edele daden te vol- irekken en naar een zeker en vreeselijk martelaarschap te gaan. Maar het is zeker dat zijn leven en zijne deod een nieuw voorbeeld zullen zijn voor elk kristen geloof. Verschrikkelijk als de proef was, waar aan hij zichzelve toewijdde, zal ar me nigeen in de beschaafde wereld zijn, die hem zijne zending en martelaarschap zal benijden met de zuiverste en verhevenste afgunst. De roem van den oerlog schijnt wel arm en gemeen, in vergelijking met zulk eenen roem. Maar wij mogen zeker zijn dat pater Damiaan ui; het leven geschei den is, zonder eau oogenblik aan roem te denkeu zelfs niet aan den edelen roem van iiet martelaarschap. Hij ging zijne medemenschen helpen en troosten, zijne naasten, alhoewel zij door oceanen van hein gescheiden wa ren. Kon hij ze niet redden, hij kon ze toch bevredigen, den last van hun lijden ver zachten, en hen aansporen om de ver moeide oogen boven de smarten van hun ellendig leven te verheffen. Deze, zijne zending, heeft hij trouw vervuld. Tot daar het protestantsch blad da Daily News Voegen wij er enkel bij dat pater Damiaan niet gedreven was door die soort van menschenliefde, die, even als andere driften, hare... «verslaafden heeft maar dal da drijfveer /.ijner boven menschelijke zelfopoffering te vinden is in de liefde tot God, in bet katholiek ge loof. Een bewijs daarvan is dat men nooit, gelijk in welke eeuw of bij welk volk, huilen het katholiek geloof, mannen ge vonden heeft, die zich zeo volledig, zon der de minste roemsbetrachting, aan de vreeseiijkste do&i hebben blootgesteld, om hunnen evenmensch te helpen. New-York, mei. Esu gevoel van ersnstig spijt wordt hier overal uitgedrukt, bij 'i vernemen van liet overlijden van pater Damiaan, den vermaarden Belgischen priester, die sedert jaren in de leprozen kolonie van Molokai, op de Sandwich» eilanden, werkzaam was, en eindelijk aan de ziekte bezweken is, waaraan hij reeds lang leed. De StachysMen leest in de Tuinbou wer Een nieuw groensel, dat zeer voel van zich doet spreken, is voorzeker de Sta chys. Dat groensel is uit Japan afgezonden door Dr Brelschneider, geneesheer bij het russisch gezantschap in Japan. M. Paillieuv is de eerste, die hot in Europa kweekte, namelijk in zijnen eigendom van Crosnes (Seine en Oise, in Frankrijk). Zoo komt bel dal men zoowel als Stachys ze;,i Crosnes du Japonof Japaansche Crosnes. Dat groensel, schrijft M. G. de Ciier- ville, schijnt nu snel ia de mode te ko men en men vindt het in al de beste ho tels van Parijs eu andere sleden bel is zeer fijn van smaak. Vooraleer u aan te raden de Stachys te planten, zal ik zeggen boe di# plant er uit ziet. l>o knollen of wortels (het ge deelte dat rnen eet, juist gelijk bij de aardappels) gelijken omtrent aan de knobbels in paternoster van zekere soor ten van pemeu of akkermunt, maar zijn veel dikker en grooter, en zoo inalsch als de andere taai en bard zijn. De plant bo ven de aarde gelijkt ook wol op akker- munt. Met beter eu gekapte peterselie gereed gemaakt is de Stachys een zeer aange naam groensel de smaak heeft veel van de salsilis en de Tropinambour, maar zonder de walgelijken naarsmaak van de zen leste te bezitten zijn bijzonderste hoedanigheid beslaat in eene uiterst aangename frischeid in den mond. Een onzer vrienden, de geleerde M. J. Kemigius. die met zooveel kennis-den sciiooneu groenten- en fruilhuf van M. de Maare-Limnander te Aerlrycke be stiert, heeft verleden jaar de Stachys ge plant en er den besten uitslag mcê bekomen. Hij plantte een kilogram knol len op eene uitgestrektheid van zoo wat het zesde van eene are. Hij heeft niet minder dan 20 kilos vruchten bekomen. Een groot deel heelt hij verkocht aan 1,60 fr. den kilo. De Stachys groeit geerne in eenen lichten, wel bewerkten grond. Hij vreest de koü niet, zelfs niet de sterkste vorst. Gansch den winter mag men de knollen in den grond laten om ze uit te nemen als men ze uoodig heeft, Men plant de knol len iu reien op 20 cent. in alle richtingen. De plant van de Stachys is een karig plantje van 50 tot 40 cent. hoogte do bloemen zijn niet merkwaardig. Verschillende geuzenbladen hebben met innig genoegen de verklaringen over genomen van den zeer eerw. hear van Soom, aalmoezenier, omtrent den gods dienstkeu toestand van het garnizoen te Brussel. 't Is wel opmerkelijk, dat zij in alles het katholiek congres hebben trachten hatelijk en belachelijk te maken, en dat zij juist dit enkel punt durven aanhalen. Volgens de verklaring door den krijgs- aalmeezenier op genoemd congres afge legd, zijn er te Brussel op «enduizendtal mannen, die het grariadiersregiment uit maken, slechts 425, die hun Pascheu houden op 4.500 gidsen zijn er slechts 70 op 250 artilleurs geen enkele, on van het gansche regiment karabiniers,slechts 70. De geuzenbladen lachen en spotten natuurlijk hiermee. Wij vinden dien toestand allerellendigst en allerdroevigst. Het is dus wel meer dan tijd, dat men de zedelijkheid en den godsdienst in hét leger op alle mogelijke wijze traeht le beverderen. Is hst daarom niet meer dan tijd, dat er in elke garnizoenstad even als iu hei naburige Holland, ofschoon slechts gedeeltelijk katholiek, katholieke militaire kringen worden opgericht, dia de solda ten tegen zedeloosheid en goddeloosheid moeten bewaren Want wij durven de liberale bladen gerust zeggen, dat al die soldaten, die nu bunnen Paaschplicht iu de kazerne vergeten, dezen altijd getrouw hebben vervuld, toen zij nog thuis waren, 't Is ongelukkig in de kazerne, dat zij door hel omgaan met slechte makkers, eerst zedeloos en vervolgens goddeloos gewor den zijn. Anderen, die nog zoo diep niet vevallen zijn, durven helaas, voor hunnen godsdienst niet uitkomen, uit vrees door anderen bespot eu uitgelachen te worden. Hoe zou dit spoedig veranderen, als de krijgsaalmoezeniers overal werden inge- veerd en in elke garnizoensplaats eene katholieke militaire vereeniging werd opgericht. Het earste vragen wij dringend van onze minister van Oorlog, het tweede hopen wij te verkrijgen, door de zelfop offering van «enige goede katholieken iu de garnizoenssteden. De heer Vanden Peereboom, minister van Speorwegen, Posterijen en Telegra fen komt te hesluiten dat het loon der freiriwachters van 80 frank ier maand lot 90 fr. zal vermeerderd worden. De werklieden van 't bestuur dor spoorwegen zullen 20 centiemen daags meer winnen. Dit bewijs der bezergdheid dee heeren ministers voor de mindere bedienden mishaagt aan zekere liberale organen. i Lei Gazette onder anderen stipt deze ministerieele beslissing met zichtbaar spijt aan en grijnst 't Is beter Uat dan nooit: Dus onder M. Vanden PecreHoont, al hoewel laat is bet beterterwijl het onder de liberalen nooit was. Wij zijn verzekerd dat de mindere bedienden der Spoorwe gen liet liever met laat en beter houden, dan met de mannen van nooit KiESKRONIJK. Men verzekert dat het komiteit der Ligue libérale, le Brussel, de kandidatuur van drn heerGraux heeft aangenomen, voor <!e kiezing van eenen volks vertegenwoor diger. in vervanging van den heer Stroo- bant, overleden. Deze kiezing zal, zooals wij reeds aangekondigd hebben, den o Juni plaats hebben. Yolkiknmer. De lieer Bilaut gaf lezing van zijn wetsvoorstel waardoor wijzigingen zouden gebracht worden aan liet art. 22 der wet op de personneele belasting. Het gouvernement treedt het bedoeld wetsvoorstel niet bij. M. De Smet-De Naeyer, ontwikkelde een wetsvoorstel door hem neêrgelegd en 't welk ten doel heeft alle jaarwedden en bezoldigingen al ie schaffen \oor leden der Kamer die, gedurende hun mandaat, een of ander ambt zouden bekleeden. Dees wetsvoorstel werd door de liberale linkerzijde met gemor onthaald. Doch geen wonder, die heeren zijn immers voor 't trekken en lekken buik sta bij. Het wetsvoorstel werd door de catho- lieken in aanmerking genomen en de liberalen onthielden zich. Hei wetsontwerp betrekkelijk de art. 20 24 der hypoibeekwet is vooreen nieuw onderzoek naar de middensektie verzonden. Verder beeft de vergadering de beraad slaging over de begrooting van landbouw en nijverheid voortgezet. BEGRAFEMfê. Dijnsdag voormiddag hadden alhier, onder den toeloop van talrijke vrienden en kennissen, de Lijkdienst en Begrafenis plaats van den betreurden lieer iöoly- Eoör Minnaert, Voorzitter van den Werkrechtersraad, Bestuurlid van onze Koninklijke Harmonie, des Werk manskring, van de Koormaatschappij St- Cecilia, enz. enz. In naam der KoormaatscliappijSt-Ce- cilia, hield de lieer Julius Goethals, ten kerkbove, de volgende lijkrede Mijn beer en Bij een graf past geen woordenpraal daarom* geene gemaakte of uitgezochte woorden, bier is waarheid en wezen lijkheid, en de taal der waarheid is de taal des harten. Getuigen der wezenlijkheid, ik doe eenen oproep lot U wat zegt uwe ziel, wat gevoelt u gemoed, waarom is uwe borst zoo bang genepen Sprakeloos aanschouwt gij dit doodsgevaarie. omdat gij uitsluitelijk aan de gevoelens uwer ziel gehoorzaamt, die zegtzwijgt, denkt en bidt Ik ook, M. H., ben zoo diep getroffen als gij, en zou volgaarne dit drievoudig gebod volbrengen, ware mij geen plicht opgelegd, :i; n ik als vertegenwoordiger van de zangmaatschappij St Cecilia noch kan noch mag nalaten. Het is dus namens onze maatschappij dal ik de gevoelens van allen op dit graf kom uitdrukken. O dood, onverbiddelijke dood, waarom moest gij een zoo duurbaar offer kiezen, een boom in zijnen vollen wasdom vellen, aan eene troosteloozu familie den besten broeder rooven, aan weerlooze kinderen een lieven vader, aan eene duurbare gade haar teederen echtgenoot, aan de armen en het volk hunnen weldoener en aan ons allen den trouwsten vriend Onze duurbare afgestorvene was een dier stille geesten, die wars van praal en pracht, geen gerucht zoeken te maken, maar toch in den nauweren kring hunner betrekkingen eenen heilzamen en duur- zamen invloed welen uit te oefenen. Oot moedig ijverde bij binnen de palen waarin zijne aangeboren zedigheid hem inge sloten hield, en zijne aanhoudende werk zaamheid was aangenaam en kostelijk in de oogen der menschen en die van God. Geacht om zijne deugd en 'zijnen gods dienstziu, geroemd om zijne zachtaar digheid en open inborst, gezocht om zijn edelmoedig en innemend karakter, geze gend om zijne milde gedienstigheid,kende hij geene vijanden, en ieder wien het gegeven was hem te naderen, was ge lukkig hem verkleefd temogen zijn. Brandend van liefde voor zijnen naaste., lag niet alleenlijk zijn eigen geestelijk heil hem nauw ter harte, bij versmolt het met dat van zijnen evenmensch. Zijne bestemming en zijne neiging waren 'het zendelingschap van liet goede, en met zijne gulle hoedanigheden uitgerust, was hij de man voor die zending, en met innige overtuiging schreef hij op zijn schild woorden wekken, deeh voor beelden trekken. Bijna alle genootschappen welke het goede behartigden, telden hem onder hunne leden, in allen ijverde, werkte en zwoegde hij persoon, geld, alles zou hij ten offer gebracht hebben, en met dal alles werkte bij in het verdoken. Vijand van allen luister, zocht bij op den voorgrond niet te prijken hij was zedig en van hem mocht men zeggen wat men van zeker ooimoedig plantje zegt bet nederig viooltje alhoewel ver scholen, is daarom toch niet te min de pronk van onze tuinen. Die bedrijvigheid en die belangloosheid gingen overigens gepaard met echten vriendschapzin en opgeruimde vroolijk- keid. Dank aan die hoedanigheden zocht men hem aan het hoofd van bonden en kringen, en in allen braebt hij rijkelijk het zijne bij tot hunnen groei en bloei. Immers is de gemoedelijkheid tegenover de werkzaamheid, wat de geur is voor de rozen. Bekend met dit alles en hel oog op zijn verleden, wat mochten wij voor de toekomst van hem niet nog verwachten?.. Helaas niets blijft van hem meer over hier beneden dan dit zielloos overschot Hoop eu toekomst, deugd cn waarde, schranderheid en geest, liefde er. zelfop offering, alles wat hem kenschetste, ver zwind in dezen kuil Voor eeuwig is hij aan de teederheid zijner vrienden ontstolen nooit zullen wij hem op aarde wederzien zijne levensvlam is uitgedoofd, hij is dood Weenen en zuchten wij, maar den blik naar den hemel gericht, blijven wij niet troosteloos Was Polydoor Minnaert een toonbeeld van vader, van broeder, van echtgenoot en van vriend, hij was ook eene deugd zame ziel. Godsdienstig en reehtsehapen heeft hij bet eerste doel van 's menscbens bestemming niet vergelen, on hij heeft schatten vergaderd voor hierna. Hij heeft hetaardsehe met het eeuwige verwisseld, en nu reeds misschien geniet hij in opperst heil de belooning zijner deu :d. Polydoor, vaarwel, zij de aarde u ligt, rust in vrede. Uw aandenken zal ons bij blijven tot op den jongsten dag, waarop wij elkander zullen wederzien in den schoot der Godheid. Iran! lerzc mei ALLERHANDE NIEUW gen'ï Maandag voormiddag, ro|evvyj stortte, de jeugdige heer Moofcr van den heer Livinus, koopmaaas ro materialen, wonende Moorséjlnj eene kar met zavel af aan de ilyroe zijnde huizen van den heer Fra|eide brouwer, op de Damiaan. Wsi Toen de beer Moortgat de trjeppe kar terug op 't liarnassuurbracère» zij 't peerd aan, 't welk liienleng schrikte en aan 'tloopengingbifen vl dat peerd cn kar, ondanks dj de dad i u's te pogingen van dfc tin man, in den Dender, nabij 'l Ij (/en recht over de gróete ingangfooöri nieuwe koopwarenstatie, te rel en Twee uren lang zocht men n* do en kar, doch eindelijk gelukte nfin di ze boven te halen. Naar men o|. kert ondergaat de beer L. MooiLon door een ernstig verlies. Erpc. Een ongemet vigheid heerscht in onze gei ook bij onze naburen. Overal is 't werk voor 't plaatsen van en 'i versieren der huizen, Z. H. Mgr. Lambrecht, onze Bisschop, zoo waardig mogeli] halen. Heden dijnsdag hebben "wijL^ gehad den beer Gouverneur (%e* vincie, welke op bestuurlijk bei./j te onthalen. 1 j)e) Eene stoet samengesteld ufcou haalde den heer Gouverneur ee van Aalst af. De Bim public zegt dat de maal spraak is over bet inricjrai eenen Staaisraad iri Belgie. Mgr Goossens is zondag av >igt Baie en Milaan naar Rome ve alwaar hij dinsdag avond aai is. Hij is vergezeld van Mgr C vicaris generaal, en Mgr Griete ^"ir taris van het aartsbisdom, Het «onsistorie zal plaats be 2d mei. Mgr Goessens zal waarscbiji plechtigs intrede doen in de schoppelijke stad den 11 jun Se Sinxêndag. Een komiteit is te Mecbelen stand gekomen voor de inrief feestelijkheden, welke te dezei beid zullen plaats hebben. Bedriegerij. Wij on tl volgende opmerking aan 't Hat Wij kunnen nogmaals de le genoeg aanraden, hoogst voón zijn, wanneer zich bij tien perst, bieden, met het doel le zetten, loten te koopen van of andere stadsleening of maal en dit bij middel van kleine, lijksche stortingen. Deze personen, of liever deze zijn over 't algemeen uiterst l'°' geweten zij trachten enkel dot '!?1 en door bedrieglijke beloften, jri') schen in hunne netten te vanget Wederom is een uwer ah door een dier maatschappijen in ren gestoken. Dagelijks kwam de agent onze lik bezoeken. Hij bad hem dan ook Jat overgehaald een Antwerpsch loi pen, door de geringe, maand e storting van vijf frank. Schooi waarden Bedrieglijke belolteu Evenwel vergat de makelaar k dat zulk lot niet fr. 95, maar wel gendeel 1^2franlk zou kos verborg de waarheid, toen hi jj" vriend wijsmaakte, dat men de som kon terugeischen, wanneer li gebeuren, dat de inschrijver dooi ol welkdanige reden belet was, betalingen voort te gaan. Wij laten hieronder de afreker|o, gen, gezonden aan onzen vriend, steld terugvroeg, nadat hij ree frank gestort had Aankoop van een Antwerpsch irre1 wee en ïoec "te d vrc hij. nu I ;eli be rgr< ee ven nd te ihte. ord lot. Intrest, hosten, commissie, enz. Fr. Reeds gestort. Fr. 1 Jaar intrest van het lot Verkoop van den titel 30.00 2.50 92.25 Fr. 424.75 Fr, Fr. ru '"c nc5C Blijft. Men bemerkt dus, dat onze geene roode duit terug bekwam deel, zoo hij nog fr. 48.63 meer had zou bij nog niets ontvangen Wat meer is, om een lot te bekoi weerde van fr. 92.25 had hij 110.88 moeten betalen, nadat lij 30/ranken gestort had. En zeggen, dat nochtans deze waarden opgesomd zijn op eei papier, dat den inteekmiaar overt werdl bij de eerste storting 'Lis gen, zoodra liet reeds te laat is deze artikelen zijn opgesteld in vreemde, dubbelzinnige taal, dus' staanbaar voor vele eenvoudige En 't is uitsluitelijk bij deze klar( volk, dat zij hunne netten spannen' Wij vragen ons af, of er vervolgingen dienen ingespannen t|0, den, en tegen de maatschappijen, vsn deze aftruggHarijeu bestaai te^en de agenten, die door hunneU onze spaarzame werklieden misleid e Moord te Wilmarsdonck. eenige inlichtingen, over deze mis-fei Dwii 8 Mei in den namiddag vvs Herrewege, 45 jaar oud, ziekelijk et te bed liggen. Daar zijne kinder au

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1889 | | pagina 2