Pater Damiaan.
Landbouw.
Goddeloosheid in hel Leger.
Beter laat dan nooit.
gedeelte van het rijksgebied, gébruik
werd gemaakt van het onder artikel 3
vermelde reekt.
Art. 43 Voorde boetstraffelijke recht
banken, de rechtbanken van policie in
het arrondissement Brussel, wordt ge
bruik gemaakt van de Fransche en van
de Vlaamsche taal, voor onderzoek en
uitspraak, naargelang der behoeften van
elk geding.
Verstaat de betichte allaen de Vlaam
sche taal, zoo wordt van die taal gebruik
gemaakt, ingevolge de voorgaande be
palingen.
De voorschriften van artikel 6 zijn van
toepassing op de rechtspleging in Bra
bant.
Art. 44- Het assisenhof van Brabant
zal altijd worden voorgezeten docr eenen
magistraat welke de Vlaamsche taal
m2elitig is.
Art.1o.Ifi geval van verzending,door de
kamer van inbeschuldigingstelling, voor
hel bof van assisen der provinciën Ant
werpen of Limburg, voor eene boestafL-
lijke rechtbank oT eer.e rechtbank van
policie in eene dier provinciën, vtor de
boetstraffelijke rechtbank van bet arron
dissement Leuven of voor eene reehtbank
van policie in dit arrondissement, wordt
den betichte, door de zorg van den pro-
kureur generaal, te zelfder tijd als het
arrest van verzending, en bij voorkomen
van de beschuldigingsakte, eene Vlaam
sche vertaling van die stukken beteekend.
Het zelfde geschiedt, in geval van
verzending, door de kamer van inbeschul
digingstelling, voor het hof van assisen
van Brabant, voor de boetstraffelijke
rechtbank van liet arrondissement Brus
sel of voor eene rechtbank van politie in
dit arrondissement, wanneer bet voorbe
reidend onderzoek in de Vlaamsche taal
gebeurde.
Art. 46. De processen-verbaal betref
fende liet opsporen en bet vaststellen
van misdaden, wanbedrijven en overtre
dingen, om 't even waar zij «pgemaakt
werden, gelden in rechte slecht» als
eenvoudige inlichtingen, wat aangaat de
verklaringen welke zij vermelden zonder
aan te slippen dat die vermeld zijn in de
taal door de verklaarders gebezigd.
Kondigen de tegenwoordige wet af,
bevelen dat zij met 's Landszegel bekleed
en bij middel van den Moniteur bekend
gemaakt worde.
Gegeven te Laken, den 5 Mei 4889.
LEOPOLD.
Namens den Kening
De Minister van justicie,
Jules Le Jeune,
Met 's Lands zegel gezegeld
De Minister van justicie,
Jules Le Jeune.
Latere tijdingen. De engelsclie
bladen van zaterdag rnorgend bevallen
een bariclit van het overlijden van pater
Damiaan, den beroemden belgisehen
priester, die zich op de Sandwichs-eilan-
den sinds jaren met ongeëvenaarde zelf
opoffering, aan het verplegen der lepro
zen o( pestzieken toewijdde.
Nu reeds omtrent twee jaren geleden
ontving men van de familie van den
held uitvoerige berichten over zijne
dood. Was de familie toon i'.dwaling
Wij zouden het niet kunnen zeggen,
maar ziehier wat de Daily News van
zaterdag schrijft
Eene edele opoffering is voltrokken.
Pater Damiaan is dood
Hij is gevallen als slachtoffer van de
vleselijke en onverbiddelijke ziekte,
wier talrijke slachtoffers hij hulp en bij
stand verleende. Niet van alles wat wij
gewoon zijn den martelaarsdag le noe
men, kan in edele zelfopoffering met pi-
ter Damiaan's kalmen en vastberaden
vooruitgang op do baan, van wat hij
meende zijnen plicht le zijn, gelijk ge
steld worden.
Hij werd ter hulp geroepen van de lep
rozen te Molokai, een van deSandwichs-
eilanden hij ging er: bleef ar tot aan
zijne dood.
De dood was niet bet gevaar dat er te
vreezen viel maar wel de walgelijke
ziekte. Bijna iedereen zou de doou trot-
seeren, bij liet betrachten vat» er-n be
paald doet het kan de zegepraal
eener zaak lol gevolg hebben, persoon
lijken roem, persoonlijk voordeel, geld
of genot opleveren
Een dapper, heerschzuchtig soldaat,
verhaalt in een van Scott's romans den
roem, dien hij hoopt tc winnen hij ver
klaart dut hij zou willen weerd zijn er
voor te sterven en roept dan eensklaps
uit a Er voor sterven 7 O, dat is niet
te veel het zou weerd zijn daar alleen
voer te leven
Voor zulk een man, voor vele anderen
heeft de dood op hel slagveld niets
schrikwekkends.
Maar sterven van de walgeiijkste ziekte
die men zich kan inbeelden, die geene
beschrijving in staat is, in al hare ijse
lijkheid, voor den geest van den marte
laar te roepen de dood na eene lang
zame an langdurige verrotting en
zulke dood vrijwillig verkiezen, dat gaat
allen heldenmoed te boven
De melaatschheid is eene ziekte, die
alle betere gevoelens verlamt en al bel
medegevoel eener bevolking, waar zij
ontbreekt, verslikt en doodt. Dapperen
worden laf, wanneer zij er meê bedreigt
worden de vrouwen, gewoonlijk zoo vol
liefde, worden met schrik geslagen en
worden geheel zelfzuchtig.
In het midden van zulke bevolking, be
gaf zich pater Damiaan zonder vrees.
M. Clifford, zelf een man van buitenge
wonen moed eu zelfopoffering, een kun
stenaar, een geleerde, vol iever voor alle
goede werken en heldendaden, heeft on
langs aan de wereld over pater Damiaan's
werken in Hel leprozen eiland gespro
ken.
In zeker oegenblik scheen er eene
soort van ernstige hoop te zijn dat de
missionaris zou vallen als slachtoffer van
de taak, die hij bad op zich genomen,
maar velen waren integendeel overtuigd
dat het einde komen moest, eu wel spoe
dig.
Ter wille van hen, die bij hielp en
trooste, is het te betreuren dat het einde
zoo spoedig gekomen is.
Voor pater Damiaan zelf is het echter
niet zeo. Eu inderdaad, van wat nul zou
het voor hem persoonlijk geweest zijn
nog eenige maanden langer aan die vrea-
selijke verrotting te lijden. Hij heeft zij
ne plicht volbracht en nu i» hij vrij
Anderen, wij zijn er zeker van, zullen
gereed zijn, zijn veorheel i te volgen. Er
is eene besmetting van zeifsopoffering
zo» wel als van zelfbehoud.
Nog enlangs wilde M. Gladstone de
voornaamste karaktertrekken van een
lang overleden groot man beschrijven,
eu hij deed het met de woorden eene
drift van menschenliefde.
De drift voor menschenliefde heeft
zelfs in onze dagen van stoffelijkheid,
kleingeestigheid, dwaze heersehzucht en
zucht naar vermaak, hare ieveraars.
Een man gelijk pater Damiaan verheft
de ellendige measchheid, zoo wal na
zijne dood als gedurende zijn leven. Er
is, wij zijn gelukkig het te gelooven, veen
kristen geloef dat geene missionearissen
bezit, bereid zulke edele daden te vol-
irekken en naar een zeker en vreeselijk
martelaarschap te gaan.
Maar het is zeker dat zijn leven en
zijne deod een nieuw voorbeeld zullen
zijn voor elk kristen geloof.
Verschrikkelijk als de proef was, waar
aan hij zichzelve toewijdde, zal ar me
nigeen in de beschaafde wereld zijn, die
hem zijne zending en martelaarschap zal
benijden met de zuiverste en verhevenste
afgunst.
De roem van den oerlog schijnt wel
arm en gemeen, in vergelijking met zulk
eenen roem. Maar wij mogen zeker zijn
dat pater Damiaan ui; het leven geschei
den is, zonder eau oogenblik aan roem te
denkeu zelfs niet aan den edelen roem
van iiet martelaarschap.
Hij ging zijne medemenschen helpen
en troosten, zijne naasten, alhoewel zij
door oceanen van hein gescheiden wa
ren.
Kon hij ze niet redden, hij kon ze toch
bevredigen, den last van hun lijden ver
zachten, en hen aansporen om de ver
moeide oogen boven de smarten van hun
ellendig leven te verheffen.
Deze, zijne zending, heeft hij trouw
vervuld.
Tot daar het protestantsch blad da
Daily News Voegen wij er enkel bij dat
pater Damiaan niet gedreven was door
die soort van menschenliefde, die, even
als andere driften, hare... «verslaafden
heeft maar dal da drijfveer /.ijner boven
menschelijke zelfopoffering te vinden is
in de liefde tot God, in bet katholiek ge
loof.
Een bewijs daarvan is dat men nooit,
gelijk in welke eeuw of bij welk volk,
huilen het katholiek geloof, mannen ge
vonden heeft, die zich zeo volledig, zon
der de minste roemsbetrachting, aan de
vreeseiijkste do&i hebben blootgesteld,
om hunnen evenmensch te helpen.
New-York, mei.
Esu gevoel van ersnstig spijt wordt
hier overal uitgedrukt, bij 'i vernemen
van liet overlijden van pater Damiaan,
den vermaarden Belgischen priester, die
sedert jaren in de leprozen kolonie van
Molokai, op de Sandwich» eilanden,
werkzaam was, en eindelijk aan de ziekte
bezweken is, waaraan hij reeds lang
leed.
De StachysMen leest in de Tuinbou
wer
Een nieuw groensel, dat zeer voel van
zich doet spreken, is voorzeker de Sta
chys.
Dat groensel is uit Japan afgezonden
door Dr Brelschneider, geneesheer bij
het russisch gezantschap in Japan. M.
Paillieuv is de eerste, die hot in Europa
kweekte, namelijk in zijnen eigendom
van Crosnes (Seine en Oise, in Frankrijk).
Zoo komt bel dal men zoowel als Stachys
ze;,i Crosnes du Japonof Japaansche
Crosnes.
Dat groensel, schrijft M. G. de Ciier-
ville, schijnt nu snel ia de mode te ko
men en men vindt het in al de beste ho
tels van Parijs eu andere sleden bel is
zeer fijn van smaak.
Vooraleer u aan te raden de Stachys
te planten, zal ik zeggen boe di# plant er
uit ziet. l>o knollen of wortels (het ge
deelte dat rnen eet, juist gelijk bij de
aardappels) gelijken omtrent aan de
knobbels in paternoster van zekere soor
ten van pemeu of akkermunt, maar zijn
veel dikker en grooter, en zoo inalsch als
de andere taai en bard zijn. De plant bo
ven de aarde gelijkt ook wol op akker-
munt.
Met beter eu gekapte peterselie gereed
gemaakt is de Stachys een zeer aange
naam groensel de smaak heeft veel van
de salsilis en de Tropinambour, maar
zonder de walgelijken naarsmaak van de
zen leste te bezitten zijn bijzonderste
hoedanigheid beslaat in eene uiterst
aangename frischeid in den mond.
Een onzer vrienden, de geleerde M. J.
Kemigius. die met zooveel kennis-den
sciiooneu groenten- en fruilhuf van M.
de Maare-Limnander te Aerlrycke be
stiert, heeft verleden jaar de Stachys ge
plant en er den besten uitslag mcê
bekomen. Hij plantte een kilogram knol
len op eene uitgestrektheid van zoo wat
het zesde van eene are. Hij heeft niet
minder dan 20 kilos vruchten bekomen.
Een groot deel heelt hij verkocht aan
1,60 fr. den kilo.
De Stachys groeit geerne in eenen
lichten, wel bewerkten grond. Hij vreest
de koü niet, zelfs niet de sterkste vorst.
Gansch den winter mag men de knollen
in den grond laten om ze uit te nemen als
men ze uoodig heeft, Men plant de knol
len iu reien op 20 cent. in alle richtingen.
De plant van de Stachys is een karig
plantje van 50 tot 40 cent. hoogte do
bloemen zijn niet merkwaardig.
Verschillende geuzenbladen hebben
met innig genoegen de verklaringen over
genomen van den zeer eerw. hear van
Soom, aalmoezenier, omtrent den gods
dienstkeu toestand van het garnizoen te
Brussel.
't Is wel opmerkelijk, dat zij in alles
het katholiek congres hebben trachten
hatelijk en belachelijk te maken, en dat
zij juist dit enkel punt durven aanhalen.
Volgens de verklaring door den krijgs-
aalmeezenier op genoemd congres afge
legd, zijn er te Brussel op «enduizendtal
mannen, die het grariadiersregiment uit
maken, slechts 425, die hun Pascheu
houden op 4.500 gidsen zijn er slechts
70 op 250 artilleurs geen enkele, on van
het gansche regiment karabiniers,slechts
70.
De geuzenbladen lachen en spotten
natuurlijk hiermee.
Wij vinden dien toestand allerellendigst
en allerdroevigst.
Het is dus wel meer dan tijd, dat men
de zedelijkheid en den godsdienst in hét
leger op alle mogelijke wijze traeht le
beverderen.
Is hst daarom niet meer dan tijd, dat
er in elke garnizoenstad even als iu hei
naburige Holland, ofschoon slechts
gedeeltelijk katholiek, katholieke militaire
kringen worden opgericht, dia de solda
ten tegen zedeloosheid en goddeloosheid
moeten bewaren
Want wij durven de liberale bladen
gerust zeggen, dat al die soldaten, die
nu bunnen Paaschplicht iu de kazerne
vergeten, dezen altijd getrouw hebben
vervuld, toen zij nog thuis waren, 't Is
ongelukkig in de kazerne, dat zij door
hel omgaan met slechte makkers, eerst
zedeloos en vervolgens goddeloos gewor
den zijn. Anderen, die nog zoo diep niet
vevallen zijn, durven helaas, voor hunnen
godsdienst niet uitkomen, uit vrees door
anderen bespot eu uitgelachen te worden.
Hoe zou dit spoedig veranderen, als de
krijgsaalmoezeniers overal werden inge-
veerd en in elke garnizoensplaats eene
katholieke militaire vereeniging werd
opgericht.
Het earste vragen wij dringend van
onze minister van Oorlog, het tweede
hopen wij te verkrijgen, door de zelfop
offering van «enige goede katholieken iu
de garnizoenssteden.
De heer Vanden Peereboom, minister
van Speorwegen, Posterijen en Telegra
fen komt te hesluiten dat het loon
der freiriwachters van 80 frank ier
maand lot 90 fr. zal vermeerderd
worden. De werklieden van 't bestuur
dor spoorwegen zullen 20 centiemen
daags meer winnen.
Dit bewijs der bezergdheid dee heeren
ministers voor de mindere bedienden
mishaagt aan zekere liberale organen.
i Lei Gazette onder anderen stipt deze
ministerieele beslissing met zichtbaar
spijt aan en grijnst 't Is beter Uat dan
nooit:
Dus onder M. Vanden PecreHoont, al
hoewel laat is bet beterterwijl het onder
de liberalen nooit was. Wij zijn verzekerd
dat de mindere bedienden der Spoorwe
gen liet liever met laat en beter houden,
dan met de mannen van nooit
KiESKRONIJK.
Men verzekert dat het komiteit der
Ligue libérale, le Brussel, de kandidatuur
van drn heerGraux heeft aangenomen, voor
<!e kiezing van eenen volks vertegenwoor
diger. in vervanging van den heer Stroo-
bant, overleden. Deze kiezing zal, zooals
wij reeds aangekondigd hebben, den o
Juni plaats hebben.
Yolkiknmer. De lieer Bilaut
gaf lezing van zijn wetsvoorstel waardoor
wijzigingen zouden gebracht worden aan
liet art. 22 der wet op de personneele
belasting.
Het gouvernement treedt het bedoeld
wetsvoorstel niet bij.
M. De Smet-De Naeyer, ontwikkelde
een wetsvoorstel door hem neêrgelegd
en 't welk ten doel heeft alle jaarwedden
en bezoldigingen al ie schaffen \oor leden
der Kamer die, gedurende hun mandaat,
een of ander ambt zouden bekleeden.
Dees wetsvoorstel werd door de liberale
linkerzijde met gemor onthaald. Doch
geen wonder, die heeren zijn immers
voor 't trekken en lekken buik sta bij.
Het wetsvoorstel werd door de catho-
lieken in aanmerking genomen en de
liberalen onthielden zich.
Hei wetsontwerp betrekkelijk de art.
20 24 der hypoibeekwet is vooreen
nieuw onderzoek naar de middensektie
verzonden.
Verder beeft de vergadering de beraad
slaging over de begrooting van landbouw
en nijverheid voortgezet.
BEGRAFEMfê.
Dijnsdag voormiddag hadden alhier,
onder den toeloop van talrijke vrienden
en kennissen, de Lijkdienst en Begrafenis
plaats van den betreurden lieer iöoly-
Eoör Minnaert, Voorzitter van
den Werkrechtersraad, Bestuurlid van
onze Koninklijke Harmonie, des Werk
manskring, van de Koormaatschappij
St- Cecilia, enz. enz.
In naam der KoormaatscliappijSt-Ce-
cilia, hield de lieer Julius Goethals, ten
kerkbove, de volgende lijkrede
Mijn beer en
Bij een graf past geen woordenpraal
daarom* geene gemaakte of uitgezochte
woorden, bier is waarheid en wezen
lijkheid, en de taal der waarheid is de
taal des harten.
Getuigen der wezenlijkheid, ik doe
eenen oproep lot U wat zegt uwe ziel,
wat gevoelt u gemoed, waarom is uwe
borst zoo bang genepen Sprakeloos
aanschouwt gij dit doodsgevaarie. omdat
gij uitsluitelijk aan de gevoelens uwer
ziel gehoorzaamt, die zegtzwijgt, denkt
en bidt
Ik ook, M. H., ben zoo diep getroffen
als gij, en zou volgaarne dit drievoudig
gebod volbrengen, ware mij geen plicht
opgelegd, :i; n ik als vertegenwoordiger
van de zangmaatschappij St Cecilia noch
kan noch mag nalaten.
Het is dus namens onze maatschappij
dal ik de gevoelens van allen op dit graf
kom uitdrukken.
O dood, onverbiddelijke dood, waarom
moest gij een zoo duurbaar offer kiezen,
een boom in zijnen vollen wasdom vellen,
aan eene troosteloozu familie den besten
broeder rooven, aan weerlooze kinderen
een lieven vader, aan eene duurbare
gade haar teederen echtgenoot, aan de
armen en het volk hunnen weldoener en
aan ons allen den trouwsten vriend
Onze duurbare afgestorvene was een
dier stille geesten, die wars van praal en
pracht, geen gerucht zoeken te maken,
maar toch in den nauweren kring hunner
betrekkingen eenen heilzamen en duur-
zamen invloed welen uit te oefenen. Oot
moedig ijverde bij binnen de palen waarin
zijne aangeboren zedigheid hem inge
sloten hield, en zijne aanhoudende werk
zaamheid was aangenaam en kostelijk in
de oogen der menschen en die van God.
Geacht om zijne deugd en 'zijnen gods
dienstziu, geroemd om zijne zachtaar
digheid en open inborst, gezocht om zijn
edelmoedig en innemend karakter, geze
gend om zijne milde gedienstigheid,kende
hij geene vijanden, en ieder wien het
gegeven was hem te naderen, was ge
lukkig hem verkleefd temogen zijn.
Brandend van liefde voor zijnen naaste.,
lag niet alleenlijk zijn eigen geestelijk
heil hem nauw ter harte, bij versmolt het
met dat van zijnen evenmensch. Zijne
bestemming en zijne neiging waren 'het
zendelingschap van liet goede, en met
zijne gulle hoedanigheden uitgerust, was
hij de man voor die zending, en met
innige overtuiging schreef hij op zijn
schild woorden wekken, deeh voor
beelden trekken.
Bijna alle genootschappen welke het
goede behartigden, telden hem onder
hunne leden, in allen ijverde, werkte en
zwoegde hij persoon, geld, alles zou hij
ten offer gebracht hebben, en met dal
alles werkte bij in het verdoken.
Vijand van allen luister, zocht bij op
den voorgrond niet te prijken hij was
zedig en van hem mocht men zeggen wat
men van zeker ooimoedig plantje zegt
bet nederig viooltje alhoewel ver
scholen, is daarom toch niet te min de
pronk van onze tuinen.
Die bedrijvigheid en die belangloosheid
gingen overigens gepaard met echten
vriendschapzin en opgeruimde vroolijk-
keid. Dank aan die hoedanigheden zocht
men hem aan het hoofd van bonden en
kringen, en in allen braebt hij rijkelijk
het zijne bij tot hunnen groei en bloei.
Immers is de gemoedelijkheid tegenover
de werkzaamheid, wat de geur is voor de
rozen. Bekend met dit alles en hel oog op
zijn verleden, wat mochten wij voor de
toekomst van hem niet nog verwachten?..
Helaas niets blijft van hem meer over
hier beneden dan dit zielloos overschot
Hoop eu toekomst, deugd cn waarde,
schranderheid en geest, liefde er. zelfop
offering, alles wat hem kenschetste, ver
zwind in dezen kuil
Voor eeuwig is hij aan de teederheid
zijner vrienden ontstolen nooit zullen
wij hem op aarde wederzien zijne
levensvlam is uitgedoofd, hij is
dood
Weenen en zuchten wij, maar den blik
naar den hemel gericht, blijven wij niet
troosteloos
Was Polydoor Minnaert een toonbeeld
van vader, van broeder, van echtgenoot
en van vriend, hij was ook eene deugd
zame ziel. Godsdienstig en reehtsehapen
heeft hij bet eerste doel van 's menscbens
bestemming niet vergelen, on hij heeft
schatten vergaderd voor hierna. Hij heeft
hetaardsehe met het eeuwige verwisseld,
en nu reeds misschien geniet hij in
opperst heil de belooning zijner deu :d.
Polydoor, vaarwel, zij de aarde u ligt,
rust in vrede. Uw aandenken zal ons bij
blijven tot op den jongsten dag, waarop
wij elkander zullen wederzien in den
schoot der Godheid.
Iran!
lerzc
mei
ALLERHANDE NIEUW gen'ï
Maandag voormiddag, ro|evvyj
stortte, de jeugdige heer Moofcr
van den heer Livinus, koopmaaas ro
materialen, wonende Moorséjlnj
eene kar met zavel af aan de ilyroe
zijnde huizen van den heer Fra|eide
brouwer, op de Damiaan. Wsi
Toen de beer Moortgat de trjeppe
kar terug op 't liarnassuurbracère»
zij 't peerd aan, 't welk liienleng
schrikte en aan 'tloopengingbifen vl
dat peerd cn kar, ondanks dj de
dad i u's te pogingen van dfc tin
man, in den Dender, nabij 'l Ij (/en
recht over de gróete ingangfooöri
nieuwe koopwarenstatie, te rel en
Twee uren lang zocht men n* do
en kar, doch eindelijk gelukte nfin di
ze boven te halen. Naar men o|.
kert ondergaat de beer L. MooiLon
door een ernstig verlies.
Erpc. Een ongemet
vigheid heerscht in onze gei
ook bij onze naburen. Overal is
't werk voor 't plaatsen van
en 'i versieren der huizen,
Z. H. Mgr. Lambrecht, onze
Bisschop, zoo waardig mogeli]
halen.
Heden dijnsdag hebben "wijL^
gehad den beer Gouverneur (%e*
vincie, welke op bestuurlijk bei./j
te onthalen. 1 j)e)
Eene stoet samengesteld ufcou
haalde den heer Gouverneur ee
van Aalst af.
De Bim public zegt dat de
maal spraak is over bet inricjrai
eenen Staaisraad iri Belgie.
Mgr Goossens is zondag av >igt
Baie en Milaan naar Rome ve
alwaar hij dinsdag avond aai
is.
Hij is vergezeld van Mgr C
vicaris generaal, en Mgr Griete ^"ir
taris van het aartsbisdom,
Het «onsistorie zal plaats be
2d mei.
Mgr Goessens zal waarscbiji
plechtigs intrede doen in de
schoppelijke stad den 11 jun
Se Sinxêndag.
Een komiteit is te Mecbelen
stand gekomen voor de inrief
feestelijkheden, welke te dezei
beid zullen plaats hebben.
Bedriegerij. Wij on tl
volgende opmerking aan 't Hat
Wij kunnen nogmaals de le
genoeg aanraden, hoogst voón
zijn, wanneer zich bij tien perst,
bieden, met het doel
le zetten, loten te koopen van
of andere stadsleening of maal
en dit bij middel van kleine,
lijksche stortingen.
Deze personen, of liever deze
zijn over 't algemeen uiterst l'°'
geweten zij trachten enkel dot '!?1
en door bedrieglijke beloften, jri')
schen in hunne netten te vanget
Wederom is een uwer ah
door een dier maatschappijen in
ren gestoken.
Dagelijks kwam de agent onze lik
bezoeken. Hij bad hem dan ook Jat
overgehaald een Antwerpsch loi
pen, door de geringe, maand e
storting van vijf frank. Schooi
waarden Bedrieglijke belolteu
Evenwel vergat de makelaar k
dat zulk lot niet fr. 95, maar wel
gendeel 1^2franlk zou kos
verborg de waarheid, toen hi jj"
vriend wijsmaakte, dat men de
som kon terugeischen, wanneer li
gebeuren, dat de inschrijver dooi
ol welkdanige reden belet was,
betalingen voort te gaan.
Wij laten hieronder de afreker|o,
gen, gezonden aan onzen vriend,
steld terugvroeg, nadat hij ree
frank gestort had
Aankoop van een Antwerpsch
irre1
wee
en
ïoec
"te d
vrc
hij.
nu I
;eli
be
rgr<
ee
ven
nd
te
ihte.
ord
lot.
Intrest, hosten, commissie, enz.
Fr.
Reeds gestort. Fr.
1 Jaar intrest van
het lot
Verkoop van den
titel
30.00
2.50
92.25
Fr. 424.75 Fr,
Fr.
ru
'"c
nc5C
Blijft.
Men bemerkt dus, dat onze
geene roode duit terug bekwam
deel, zoo hij nog fr. 48.63 meer
had zou bij nog niets ontvangen
Wat meer is, om een lot te bekoi
weerde van fr. 92.25 had hij
110.88 moeten betalen, nadat lij
30/ranken gestort had.
En zeggen, dat nochtans deze
waarden opgesomd zijn op eei
papier, dat den inteekmiaar overt
werdl bij de eerste storting 'Lis
gen, zoodra liet reeds te laat is
deze artikelen zijn opgesteld in
vreemde, dubbelzinnige taal, dus'
staanbaar voor vele eenvoudige
En 't is uitsluitelijk bij deze klar(
volk, dat zij hunne netten spannen'
Wij vragen ons af, of er
vervolgingen dienen ingespannen t|0,
den, en tegen de maatschappijen,
vsn deze aftruggHarijeu bestaai
te^en de agenten, die door hunneU
onze spaarzame werklieden misleid e
Moord te Wilmarsdonck.
eenige inlichtingen, over deze mis-fei
Dwii 8 Mei in den namiddag vvs
Herrewege, 45 jaar oud, ziekelijk et
te bed liggen. Daar zijne kinder
au