Zondag 25 Juni 1889,
10 centiemen per nummer.
45ste Jaar 2575.
NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
RIJK EN ARM
Aan de dooven.
ABONUVEMENTPRIJS
ANIVOIVCE1VPRIJS
Politiek overzicht.
Politieke llansworsterij.
De misdaden in Frankrijk.
En toch gestandbeeld
Landbouw.
NDER-BODE
Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagleekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen.
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutstraat,
N° 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr. 1,00 Vonnissen op
3° bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond.—De onkosten der kwitantiën door °de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Calqne Saam.
AELSY. 22 JUNI 1889.
Fransche Kamer, Het geval Trarieux.
-Deinterpellatie Le Hérissè,die woens
dag in de fransche Kamer moest plaats
hebben, werd uitgesteld tot heden zater
dag. Ziehier de feiten welke aanleiding
gaven tot deze interpellatie
Tusschen de aangeslagen papieren, die
door de commissie van onderzoek werden
onderzocht, vond de senateur Trarieux
ookeenevisietkaartvan M.Léon Renault,
zoon, op welke deze zijne hartelijkste
gelukwenschen stuurde aan generaal
Boulanger, na de beruchte kiezing van
l27 januari.
Nu moet men weten dat die jonge heer
Renault de zoon is van den republikein -
schen senateur Léon Renault, die een zoo
hevig anti-boulangist is als zijn zoon
boulangist.
M. Trarieux vond de kaart van den
zoon, stak ze in een omslag en stuurde
haar naar den vader, mei de woorden
Ik wil niet dat uw naam in 't proces
gemengd zijziehier de kaart en zeg aan
uwen 7.0011 dat hij zich stil houde.
De jonge M. Renault deelde dit feit meê
aan de boulangistische dagbladen en
deze maakten de zaak ruchtbaar.
Er is nu wel geen erg in liet feit, door
M. Trarieux gepleegd maar het is in
alle geval eene overtreding, die zelfs door
dwangarbeid wordt gestraft. Een magi
straat en MTrarieux handelde hier
weldegelijk als magistraat heeft het
recht niet een enkel stuk uit een dossier
te verwijderen. De al of niet belangrijk
heid van het dokument blijft buiten de
taak; de overtreding alleen blijlt.
Wij zijn benieuwd den afloop van deze
zaak te vernemen.
Franschen en Italianen. De gedurige
vechtpartijen tusschen Italianen, die in
Frankrijk werken en de fransche werk-
lié, hebben gisteren in de italiaansche
lamer eene interpellatie uitgelokt.
M. Crispi bevestigt de feiten en zegt
dat hij niet nagelaten heeft inlichtingen
te vragen aan het fransche gouvernement.
Dit leste heeft seffens schikkingen geno
den, doch de toestand der Italianen in
Frankrijk is nog altijd gevaarlijk, gezien
de jaloezie der fransche werkliê.
De minister besluit met te zeggen dal
de twee gouvernementen alles in 't werk
stellen om die betreurensweerdige feiten
te doen ophouden, doch hij vreest dat de
oorzaken van die geschillen, nooit ge
heel uil den weg zullen geruimd worden.
Duitschland en Rusland. Men meldt
p Berlijn aan het Wiener Tagblatt dat
graal Waldersee, chef van den generalen
(Een verhaal uit de fransche revolutie.)
(27« Vervolg.)
ftuuutte begon bitterlijk te wecnen. Bonlcmps
*er<^ ongedutdig Maar lieer Andreas, kom toch
™rt, ik bid u 1 i
ka weinig geduld, BontcmpsGij moet welen
1 tc doen heb met eene brave trouwe ziel,
le 'Jk gij er zelf eene zijt, mijn lieve.
"Ja, lieve lieer, in Gods naam, rijdt gij inaar
Indien ik niet bij de zeventig was, zou ik
verhopen van u nog weer te zien. De boozen
en toch niet altijd meester blijven. Vaarwel,
hÜu 'eCr' Vaarwe'» c» weet dat de oude N'aiineltc
voor u bidden zal...
J». Nanette, bid veel voorbij, en beveel mij
«Me heilgen Paulus en Andreas.»
'ilreas steeg te peerd cn reed nevens Bontcmps
e oude Nannetlc weende zij keek de
«Knjdcndon achterna cn mick er een groot kruis
0Ttr, om ze te zegenen.
staf, aan den keizer een volledig opstel
zou gestuurd hebben over de wapeningen
van Rusland en de samentrekking van
russische troepen op de duilsche grenzen.
Graaf Waldersee's besluit was dat
Duitschland uitleggingen vragen moest
aan Rusland, over die vermomde mobi
lisatie.
Het opstel maakte diepen indruk op
den keizer, maar Bismark stelde Wilhelm
gerust door te verzekeren dat geen on
middellijk gevaar dreigde.
Bijgevolg werden geene uitleggingen
gevraagd.
De Porte en de Armeniërs. üit Con-
stantinopel wordt aan den Daily News
gemeld dat een groot aantal Armeniërs
verklaringen van getrouwheid aan den
sultan hebben gezonden. Kaar aanleiding
van deze heeft de sultan de in vrijheid
stelling bevolen van de politieke gevan
genen. De armeniscliepatriark h ;e!i zijne
erkentelijkheid daarover aan den sultan
betuigd. Men gelooft dal aan de uitge
weken Armeniërs zal worden toegestaan
terug te keeren.
Door den korresponden van den Times
te Constautinopel wordt inlusschen ge
zegd dat de telegrammen, waarbij hon
derden Armeniërs hunne getrouwheid
aan den sultan belijden, blijkbaar alle
vertrouwen missen en een knutselwerk
der regeeringsparlij zelve zijn.
Engeland. De Daily Telegraph ver
neemt uit Berlijn, dat eene overeenkomst
gesloten is tusschen den hertog van
Cumberland en de regeering van Bruns-
wijck, aangaande de nalatenschap van
wijlen hertog Wilhelm, die aangeslagen
was door de regeering.
Die sommen zouden reeds gestort zijn
in handen van M. Windhorst, vertegen
woordiger des hertogen van Cumberland.
Italianen en Oostenrijkers. Het ver
bond, gesloten tusschen koning Humbert
van Italië en den keizer van Duitschland,
met den keizer van Oostenrijk tusschen
beide, wordt door de Italianen zoo vrien
delijk niet beschouwd en onthaald, als
de pers van Crispi het wel wijs wil
maken.
Vooral Oostenrijk is een doorn in dexi
voet der Italianen, die allen min ol meer
irredentist zijn, 't is te zeggen,dat zij niet
vergeten kunnen, dat Oostenrijk nog
altijd Trente en Triest van Italië afgeno
men houdt.
Te Milaau werd de afgeveerdigde
Imbriani, die er het woord kwam voeren,
ontbaaid op den roep Leve Trente
Leve Triest Sprekers redevoering
was één protest tegen het denkbeeld, dat
de italiaansche en oostenrijksche solda
ten eens onder èéne vlag zullen strijden.
Juist op dit oogenblik had in zee, aan
de oostenrijksche grens, een incident
plaats dal de vriendschap tusschen
■"■■■■■nijpt
Als zij een eind ver waren, hield Aldreas zijn
peerd in en zei
Ik heb nog aan de oude vergeten te vragen of
zij bet lijk van den burger Bardou heeft doen
wegdragen.
Ik kan u dat zelf zeggen, mijnheer, Ja, Nan-
nette heeft het lijk doen wegdragen.
't Is dan goed. Maar mijn liefste fiontemps,
wat hebt gij toch een lastigen dag gehad
«Wel, 'tis mijn peerd welk hem gehad heeft,
lieer Andreas, 't Heeft zich echter kjoek gehouden.
Van aan pachter Guilbaud's tot hier, heb ik het op
stap laten gaan achter den wagen, 't Is nu omtrent
twee uren dat ik hier sta te wachten. Die rust
heeft het ook veel deugd gedaan, i
En zoo spraken zij van een cn ander, tot dat de
wagen ingehaald was, op omtrent nog twee uren
van Dinan.
XLI.
De wagen.
De vreugde van het weerzien tusschen lieer An
dreas en pachter Guilhaud, tusschen Bontcmps en
Guilbaud's zoon was groot. Welke diepgevoelde
omhelzingen cn handdrukkingen
Als de eerste aandoening wat over was, toonde
pachter Guilhaud met prcuschlieid, hoe hij de
Italianen en Oostenrijkers op een zon
derlinge manier zal doen toenemen.
De iialiaansche boot Ida, van den
reeder Genari, ontmoete nabij Cherso
de oostenrijksche douane-boot en vroeg
om het anker te laten vallen, ten einde
het tolbezoek te krijgen. Daar nu de
douane-boot geen antwoord gaf, zette de
Ida haren weg voort, toen op eens van
hei douane-schip meer dan twintig
revolver- en geweerschoten werden
gelost op de italiaansche boot.
De oostenrijksche tolbeambten kwamen
aan boord, beleedigden Italië en beweer
den dat de Ida het tolbezoek wilde ont
wijken.
De Italianen hebben te Fiume bij den
konsul protest aangeteekend legen deze
schandalige behandeling.
Toen op den dag der kiezing de zooge
zegde verbroedering tusschen de radika-
len en de doctrinairs plaatsgreep, ver
klaarde M. Janson, dat bij aan zijne leer
stelsels wilde getrouw blijven, dat hij
wilde blijven wal bij was, 't is te zeggen
republikein-socialist.
Ik bied mij aan, zegde M. Janson op
3 Juni 1889 tot de doctrinairs, gelijk ik
ben. Ik heb niets verworpen van mijne
gedachten die de gevolgen niet zijn van
den gloed der jongelingsjaren, maar die
het gevolg zijn van mijne lang-
clurige politieke overwe-
gingen.
En inderdaad van in 1869 veropen
baarde M. Janson zijne politieke geloofs
belijdenis. Hij was alsdan candidaat
voor den gemeenteraad en deed de
volgende verklaringen.
Ik ben lid van de internationale, zegde
toen M. Janson, ik denk dal de beste
der koningen altijd een groot ongelijk
heeft, te weten, dat hij van zijnen stiel
is Daarom ben ik republikein-socialist.
De uur is geslagen, schreef hij, óm
de algemeenheid der Belgische burgers
tot het openbaar leven le roepen. Niets
in België kan de aankomst van het
algemeen stemrecht tegenhouden.
Het onderwijs is slechts toegankelijk
voor het kind deswerkmans dan indien
de voorwaarden van zijn stoffelijk be-
slaan verzekerd zijn dooi* eene
verdeeling van den i*ïjli-
dom, billijker en meer gelijk-
vormig aan de regelen der rechtveerdig-
heid.
Dat is het socialismus in practijk 't welk
M. Janson aanpredikte.
En verder zegde hij nog
Hel zal de eeuwige eer van 't socia
lismus wezen deze kwestie voorgesteld
en onderzocht te hebben die men het
vraagstuk der miserie heet. Ik hond
bet dus met de internatio
nale associatie der wer
kers.
hoeilading op zijn kloeken wagen had geschikt en
geregeld. Hij nam eenen der bundels weg, en deed
alzoo als 't ware de deur open die langs een smal
gangje naar binnen voerde. Hier was eene ruime
laats gemaakt, van vijf voeten lang cn drij breed
dc hooibundels rondom, waren, geschoord met
persen en staken. Van boven lag er een lijnwaden
deksel, juist gelijk men gewoon is te doen om bet
hooi teegen den regen te bevrijden op den vloer
den wagen was er hooi gestrooid, dat diende
voor de dames om op te zitten en ook om den
schok te breken.
Juist waren de dames bezig met de pakken te
onderzoeken die zij op hunne kamer te Noirieux
hadden gereed gemaakt cn welke zij voor altijd
verloren meenden, als beer Andreas hunne nieuwe
wooust kwam bcziee. Als zij bunnen redder zagen,
ging er uit beider mond een kreet op van bewon
dering en dankbaarheid.
Wel Andreas zei de gravin, gij hebt een
oprecht tooverlocr uitgerechtcn wat prachtige
palcis hebt gij ons hier op dezen wagen doen bou-
Ja zekerriep Paulineop Noirieux
waren wij zoo gelukkig niet.
Dat geloof ik, injjuc dochtermaar wisten wel
waarvoor ook. Dat alles zult gij op tijd en stond
wel eens aan heer Andreas vertellen, niet waar?
i Ik voel mij hier recht gelukkig moeder. En gij
En wat was die associatie?... Eene
vergadering van Anarchisten, de voorbe
reiders der bloedige Commune van Parijs.
In 1876 zegde M. Janson 't volgende
De strijd altijd, de strijd onverpoosd,
ziedaar tot wat de schepper van alle zaken
de menschen veroordeeld heeft, door
ze ongelijk te scheppen.
Ziedaar zijne misdaad.
De kwaadsprekers van den vooruit-
gang ons God en de valselie
godsdienstige /edeleer,
ziende aan kant werpen,
zullen zeggen, enz.
Ziedaar verklaringenen feiten die klaar
en duidelijk aantoonen dat M. Janson
een verklaarden republikein, socialist,
vijand van onze tegenwoordige samenle
ving, godverioochenaar en godsdienst
hater is.
M. Janson werd dus ook door de doc
trinairs duchtig bestreden, niet omdat hij
God en de godsdienstige zedenleer aan
kant stelde, want hierover zijn ze het met
hem eens, maar omdat hij de republiek
en 't socialismus voorstaai. En zie de
rijke liberale doctrinairs houden niet van
de billijkere en rechtveerdigere verdeeling
van den rijkdom door hem aangepredikt.
De liberale redenaars en vooral de
liberale drukpers vielen den republikein
Janson dan bij iedere gelegenheid aan
soms met eene hevigheid die aati razende
woede grensde.
Menigwerf deden zij uitschijnen dat
zijne leerstelsels naar de republiek en
't socialismus, naar den afgrond zou
den leiden.
In 1877,werd M. Janson, tegen den wil
der doctrinairs lid der Volkskamer geko-
zeu en zijne verkiezing werd door .VI.
Anspach als a een gevaar en door M.
Van Humbeeck, a als eene onherstelbare
faut vanwege 'tliberalismusaangewezen.
Het Journal de Liége het orgaan
van VI. Frère,geesselae den gekozene ge
weldig,omdat hij aanspande met de wan
orde.
La Flandre libérale noemde hem
vroeger een groot kwaad, erbij voegende
a Zijn weg is de onze niet, wij willen met
hem naar den afgrond niet gaan.
In 1888, schreef a Le Précurseur, van
Antwerpen
Indien men in den grond der zaken
gaat wat zijn de radikalen, (Janson is
hun opperhoofd) tenzij republikeinen"'..
Zij zelf zeggen het, zij beroemen er zich
op.
LEloile beige is nog uitdrukkelijker.
Sedert 1885, zegde zij, bevechten wij
de politiek van M. Janson, omdat zij
de grondslagen der huidige samenle-
ving ondermijnt.
Het opperhoofd der doctrinairs, de
aulokraat Frère-Orban, riep in 1884 uit
Wie herinnert zich niet dat ik in de
Volkskamer aan onze vrienden etibond-
genooten (Janson en CBie) gezegd heb
Gij leidt liet laud naai* den
afgrond!
Zeker, ik ook. Ik ben gelukkig voor u, voor
heer Andreas cn voor mij. Maar zeg, goede An
dreas, hebt hij het kistje met den schal gevonden
Eene moeder moet toch aan alles denken,
c< Zeker, zeker, goede mevrouw 't Heeft wel
wat woeile gekost maar zie, hier is het. i
Houd het maar bij u, mijn zoon voortaan
behoort het u toe.
Maar Andreas, i zei Pauline, hoe is het toch
ingevallen van ook mijn lief hondje mcé te nemen?
Wal was het diertje blijde als het mij weder zag
Ja maar kinders, ik zie wel dat Andreas den
moed niet heeft om aan onze praatjes een einde tc
stellen, zei dc gravin Guilbaud, doet gij eens
dc deur van ons rollende paleis weder toe, opdat
heer Andreas de verdere noodwendigheden der
reis kunnen regelen.
Een cn ander werd geschikt, Guilbaud cn zijnen
zoon klommen van vooren op den wagen, en het
gespan reed verder voort. Wie zou eraan eene
vlucht gedacht hebben Een hooiwagen gelijk
men er alle dagen ziet, twee landslieden die hem
geleidden, twee zware en langharige bocropcorden
die hem voerden. Maar evenwel was er nog reden
genoeg om bezorgd en bekommerd te zijn. De
pcerden konden toch niet altijd gaai., er moest
gerust cn geëetcn wonion, cn dc minste tegenslag
kon alles verdraaien. Doch nu I Heer van Milly
En wat zien wij nu heden gebeuren
AI de liberale opperhoofden en dag
bladen die vroeger tegen den republikein -
socialist Janson brulden en tierden en
zijne leerstelsels verwierpen, omdat zij
de huidige samenleving ondermijnen, 't
land naar den afgrond leiden, enz. enz.,
bewierook en hem, hemelen hem nog
dagelijks op, en werkten met handen en
voeten, opdat zijne kiezing zou verzekerd
wezen
Ja, M. Janson is gekozen geworden
maar ten welken prijze voor de doctri
nairs
Zij hebben hunne leerstelsels, hunne
koningsgezindheid moeten verloochenen.
Maar wal is't De liberale hebben
geene andere leerstelsels dan hunnen
godsdiensthaat en hunnen zucht om van
't leven te genieten en, men begrijpt, als
er eenige hoop is van terug aan 't be
wind, 't is te zeggen, aan 't zoo geliefde
geldschotelke, te geraken dan zijn zij tot
alles instaat....
Wij durven wedden dat konden zij
terug aan 't bewind komen met 't ko
ningdom te verraden en T land aan den
vreemde te verschachelen, zij geen oogen
blik zouden aarzelen, zoo zeer zijn zij
door trek, lek- en zuiglust behebt
Zullen de liberalen nu nog durven loO'
chenen dat zij de bondgenoten der soci
alisten zijn, wanneer liet nu heden onbe
twistbaar is dal zonder hunne banswor
sterij de verkiezing van den republikein
socialist Janson, onmogelijk was!....
Wij hopen dat de gebeurtenissen en
de omstandigheden in de welke de repu
blikein-socialist Janson zegepraalde de
oogen aan alle ware minnaars des Vader
lands zullen openen en zij den afgrond
zullen zien waar de liberale politiek ons
geliefde vaderland onvermijdelijk zou
doen in nederstorten
Onder dezen litel heeft M. Fayet een
werk uitgegeven, waarin wij onder andere
de volgende regelen aantreffen, die ook
in Belgie mogen overwogen worden
Men weet wat er sinds 1870, en
vooral gedurende deze laatste jaren, in
het werk is gesteld tegen den Godsdienst
en de onderwijsgevende Christelijke ge
stichten en instellingen, leri einde het
onderricht te verwereldlijken.
De invloed dier betreurensweerdige
handelingen, heeft zich aanstonds doen
gevoelen door eene verschrikkelijke ver
meerdering der misdaden.
Het getal misdadigers en wetover-
treders, welk in den tijd, dat Frankrijk
den Elzas en Lotharingen bevatte, geene
154,000 bereikte, beloopt in 1875, meer
dan 160,000 in 1874, 170,000 in 1881,
178,000 en in 1885, 185,000
Men heeft dezefde uitslagen in Belgie
waargenomen.
betrouwde op Gods genade. Bontcmps reed zoo
wat drij vier honderd meters veoren op, Andreas
kwum cenigc minuten achter. Alzoo was dc wagen
bewaakt cn beschermd van vooren cn van achter.
XLIL
Waar Ie do oom
Wie intusschentijd Bardou den toeziener zou
gezien hebben, zou vast cn zeker in de mcemng
zijn geweest dat bij ecuen dronkaard of eenen
zinncloozc voor zich had. Zjjn gang was wankelend
cn onzeker dikwijls bleef hij staan, leunde met
zijn hoofd tegen dc huizen of zwiereldc met zijne
armen aardig in dc luchtgelijk een kind in dc
stikdonkeren nacht, zoo ook voelde hij hem mach
teloos cn radeloos tc midden der wonderbar# en
vrceselijkc gevaarten die licrn overkwamen bij
twijfelde om zoo tc leggen aan zijn eigen zclven cn
vreesde van zijnen meester gevonden te hebben.
De onuitlegbare ontmoeting op Noirieux, de nooii
geweten stoute daad van dc verlossing der dames,
dc reusachtige kracht van den geheimzinnige»
kerel, zooveel vastberadenheid cn onbeschroomd
heid in een enkelen mcnsch; dat alles deed licrn
schrikken en beven; met moeite dierf hij voort
gaan.
Dwaas die ik ben, murmelde hij ik meende
Het ontijdig onderwijs leven overal
zijne natuurlijke en onvermijdelijke vruch
ten op; het zijn slechts de pekken, die
zich inbeelden dat vooral zij, die niemand
vreezen dan de gendarmen, gewetensvolle
onderhouders zijn der Tien Geboden.
Een persoon genezen van 13 jaren
doofheid en tuitingen der ooren door
eene eenvoudige remedie, zal er de be
schrijving gratis van toezenden aan ui-,vie
er de vraag zal van doen aan M. Nichol
son 4, Drouolslraai Parijs. rue Drouot
Paris.,)
De Tijd geeft het volgende stichtelijk
schilderijijevan personen, die tegenwoor
dig de eer krijgen van gestandbeeld te
worden
Te Rome verrijst het standbeedl van
den afvalligen moriik Giordano Bruno, te
Kreuznaeh wordt het gedenkteeken ont
huld van twee ridders» van Hutten en
Sickingen, die in het brassen, roovcn,
branden en nog ergere dingen meester
waren, die voortdurend tegen den durl-
schen keizer in opstand waren, die zich
door Ruitschlands vijanden geld lieten
geven, die als zij nu leefden, reeds
sedert langs als onluchtigen, moorde
naars, dieven en brandstichters achter de
tralies zouden zitten
Onbegrijpelijk, met waar? VerblindeR
haat en de grootste onwetendheid hebben
elkaar de hand gereikt, om deze mannen
op het voetstuk te zetten het is de geest
van den kullurkampf die dit jammerlijk
gedacht heeft ingegeven het is door hem
dal hel werd uitgevoerd, en men zulke
gemeene kerels op eenen eerezuil plaatst,
en dit alleen omdat ze Rome getrotseerd
hebben. Dat is een bewijs te meer voor
de haatdragende onverzoenlijkheid van
den protestantschen geest.
Het is niet de geest des kristendoms,
niet de geest der liefde, die zich hier doet
gelden, en ook op ander gebied zoekt
men dezen geest tevergeefs.
Denemarken vooral, legt zich toe op
het kweeken van vee. In onze gewesten
zijn zekere streken tot weide bestemd;
nooit ziet men ze dan met groen gelooid.
Zulks is het geval niet in Denemarken
men heeft er geene landerijen, welke
jaren en jaren niets dan gras leveren. De
reden hiervan is dat de lucht aldaar
geene vochtigheid genoeg bevat om de
groeikracht der grassen te blijven onder
houden. In het algemeen legt men slechts
weiden aan, welke men twee, drie of
vier jaren Iaat bestaan. Ziehier boe men
meest te werk gaat
Hel 1° ja3r laat men zijn land braak
liggen.
dal liet ievers een roorer was, omdat bij Kcrmeur^
geld bad meegenomen; maar dat4kan niet zijn,
want iiij zou ons alle twee vermoord bebbcncn
nu ook zou hij mij niet hebben gespaard. Neen,
liet kang een roover zijn. 't Is een en dezelfde
kerel, A. v. M.; maar wat weet ik daar
mee Hij zal toch wel eens in mijne banden
vallen 1
Bardou knarzetande, schuimbekte, cn draaide
dc oogen vervaarlijk in het hoofd, 't Was nu at
naar dc weerlicht, en zijn schoone droomen waren
in rook vergaan. Het kasteel van Noirieux was
hem ontsnapt, cn op slot van rekening was Kcr-
meur nog dc beste, wunt hij ten minste bad ccnig
geld meê. Hoe meer bij daarop dacht, boe razender
bij werd. Hij zwoer hem over allen tc zullen vre-
ken, over dc damen, over Kermcur, over den on
bekenden, over hemel en aarde. Ik zal geheel de
bel in beweging zeilen, i raasde hijik bad
moeten doen gelijk mijn oom, dien ik voor eenen
ezel hield. Maar wacht, vuig gespuis, gij zult
mij lecren kennen I n
'l Sloeg uu drij ure. Bardou was een weinig tot
zijn zclven gekomen. Haastig trok bij naar de
straat der Broederlijkheid, om zijnen oom te ver
zoeken al zijne policichonden uit tc zenden op zoek
naar dc dames.
Verboden nadruk.
Word* Vowvwez;?.