Zondag 25 Juni 1889, 10 centiemen per nummer. 45ste Jaar 2575. NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. RIJK EN ARM Aan de dooven. ABONUVEMENTPRIJS ANIVOIVCE1VPRIJS Politiek overzicht. Politieke llansworsterij. De misdaden in Frankrijk. En toch gestandbeeld Landbouw. NDER-BODE Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagleekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutstraat, N° 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr. 1,00 Vonnissen op 3° bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond.—De onkosten der kwitantiën door °de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Calqne Saam. AELSY. 22 JUNI 1889. Fransche Kamer, Het geval Trarieux. -Deinterpellatie Le Hérissè,die woens dag in de fransche Kamer moest plaats hebben, werd uitgesteld tot heden zater dag. Ziehier de feiten welke aanleiding gaven tot deze interpellatie Tusschen de aangeslagen papieren, die door de commissie van onderzoek werden onderzocht, vond de senateur Trarieux ookeenevisietkaartvan M.Léon Renault, zoon, op welke deze zijne hartelijkste gelukwenschen stuurde aan generaal Boulanger, na de beruchte kiezing van l27 januari. Nu moet men weten dat die jonge heer Renault de zoon is van den republikein - schen senateur Léon Renault, die een zoo hevig anti-boulangist is als zijn zoon boulangist. M. Trarieux vond de kaart van den zoon, stak ze in een omslag en stuurde haar naar den vader, mei de woorden Ik wil niet dat uw naam in 't proces gemengd zijziehier de kaart en zeg aan uwen 7.0011 dat hij zich stil houde. De jonge M. Renault deelde dit feit meê aan de boulangistische dagbladen en deze maakten de zaak ruchtbaar. Er is nu wel geen erg in liet feit, door M. Trarieux gepleegd maar het is in alle geval eene overtreding, die zelfs door dwangarbeid wordt gestraft. Een magi straat en MTrarieux handelde hier weldegelijk als magistraat heeft het recht niet een enkel stuk uit een dossier te verwijderen. De al of niet belangrijk heid van het dokument blijft buiten de taak; de overtreding alleen blijlt. Wij zijn benieuwd den afloop van deze zaak te vernemen. Franschen en Italianen. De gedurige vechtpartijen tusschen Italianen, die in Frankrijk werken en de fransche werk- lié, hebben gisteren in de italiaansche lamer eene interpellatie uitgelokt. M. Crispi bevestigt de feiten en zegt dat hij niet nagelaten heeft inlichtingen te vragen aan het fransche gouvernement. Dit leste heeft seffens schikkingen geno den, doch de toestand der Italianen in Frankrijk is nog altijd gevaarlijk, gezien de jaloezie der fransche werkliê. De minister besluit met te zeggen dal de twee gouvernementen alles in 't werk stellen om die betreurensweerdige feiten te doen ophouden, doch hij vreest dat de oorzaken van die geschillen, nooit ge heel uil den weg zullen geruimd worden. Duitschland en Rusland. Men meldt p Berlijn aan het Wiener Tagblatt dat graal Waldersee, chef van den generalen (Een verhaal uit de fransche revolutie.) (27« Vervolg.) ftuuutte begon bitterlijk te wecnen. Bonlcmps *er<^ ongedutdig Maar lieer Andreas, kom toch ™rt, ik bid u 1 i ka weinig geduld, BontcmpsGij moet welen 1 tc doen heb met eene brave trouwe ziel, le 'Jk gij er zelf eene zijt, mijn lieve. "Ja, lieve lieer, in Gods naam, rijdt gij inaar Indien ik niet bij de zeventig was, zou ik verhopen van u nog weer te zien. De boozen en toch niet altijd meester blijven. Vaarwel, hÜu 'eCr' Vaarwe'» c» weet dat de oude N'aiineltc voor u bidden zal... J». Nanette, bid veel voorbij, en beveel mij «Me heilgen Paulus en Andreas.» 'ilreas steeg te peerd cn reed nevens Bontcmps e oude Nannetlc weende zij keek de «Knjdcndon achterna cn mick er een groot kruis 0Ttr, om ze te zegenen. staf, aan den keizer een volledig opstel zou gestuurd hebben over de wapeningen van Rusland en de samentrekking van russische troepen op de duilsche grenzen. Graaf Waldersee's besluit was dat Duitschland uitleggingen vragen moest aan Rusland, over die vermomde mobi lisatie. Het opstel maakte diepen indruk op den keizer, maar Bismark stelde Wilhelm gerust door te verzekeren dat geen on middellijk gevaar dreigde. Bijgevolg werden geene uitleggingen gevraagd. De Porte en de Armeniërs. üit Con- stantinopel wordt aan den Daily News gemeld dat een groot aantal Armeniërs verklaringen van getrouwheid aan den sultan hebben gezonden. Kaar aanleiding van deze heeft de sultan de in vrijheid stelling bevolen van de politieke gevan genen. De armeniscliepatriark h ;e!i zijne erkentelijkheid daarover aan den sultan betuigd. Men gelooft dal aan de uitge weken Armeniërs zal worden toegestaan terug te keeren. Door den korresponden van den Times te Constautinopel wordt inlusschen ge zegd dat de telegrammen, waarbij hon derden Armeniërs hunne getrouwheid aan den sultan belijden, blijkbaar alle vertrouwen missen en een knutselwerk der regeeringsparlij zelve zijn. Engeland. De Daily Telegraph ver neemt uit Berlijn, dat eene overeenkomst gesloten is tusschen den hertog van Cumberland en de regeering van Bruns- wijck, aangaande de nalatenschap van wijlen hertog Wilhelm, die aangeslagen was door de regeering. Die sommen zouden reeds gestort zijn in handen van M. Windhorst, vertegen woordiger des hertogen van Cumberland. Italianen en Oostenrijkers. Het ver bond, gesloten tusschen koning Humbert van Italië en den keizer van Duitschland, met den keizer van Oostenrijk tusschen beide, wordt door de Italianen zoo vrien delijk niet beschouwd en onthaald, als de pers van Crispi het wel wijs wil maken. Vooral Oostenrijk is een doorn in dexi voet der Italianen, die allen min ol meer irredentist zijn, 't is te zeggen,dat zij niet vergeten kunnen, dat Oostenrijk nog altijd Trente en Triest van Italië afgeno men houdt. Te Milaau werd de afgeveerdigde Imbriani, die er het woord kwam voeren, ontbaaid op den roep Leve Trente Leve Triest Sprekers redevoering was één protest tegen het denkbeeld, dat de italiaansche en oostenrijksche solda ten eens onder èéne vlag zullen strijden. Juist op dit oogenblik had in zee, aan de oostenrijksche grens, een incident plaats dal de vriendschap tusschen ■"■■■■■nijpt Als zij een eind ver waren, hield Aldreas zijn peerd in en zei Ik heb nog aan de oude vergeten te vragen of zij bet lijk van den burger Bardou heeft doen wegdragen. Ik kan u dat zelf zeggen, mijnheer, Ja, Nan- nette heeft het lijk doen wegdragen. 't Is dan goed. Maar mijn liefste fiontemps, wat hebt gij toch een lastigen dag gehad «Wel, 'tis mijn peerd welk hem gehad heeft, lieer Andreas, 't Heeft zich echter kjoek gehouden. Van aan pachter Guilbaud's tot hier, heb ik het op stap laten gaan achter den wagen, 't Is nu omtrent twee uren dat ik hier sta te wachten. Die rust heeft het ook veel deugd gedaan, i En zoo spraken zij van een cn ander, tot dat de wagen ingehaald was, op omtrent nog twee uren van Dinan. XLI. De wagen. De vreugde van het weerzien tusschen lieer An dreas en pachter Guilhaud, tusschen Bontcmps en Guilbaud's zoon was groot. Welke diepgevoelde omhelzingen cn handdrukkingen Als de eerste aandoening wat over was, toonde pachter Guilhaud met prcuschlieid, hoe hij de Italianen en Oostenrijkers op een zon derlinge manier zal doen toenemen. De iialiaansche boot Ida, van den reeder Genari, ontmoete nabij Cherso de oostenrijksche douane-boot en vroeg om het anker te laten vallen, ten einde het tolbezoek te krijgen. Daar nu de douane-boot geen antwoord gaf, zette de Ida haren weg voort, toen op eens van hei douane-schip meer dan twintig revolver- en geweerschoten werden gelost op de italiaansche boot. De oostenrijksche tolbeambten kwamen aan boord, beleedigden Italië en beweer den dat de Ida het tolbezoek wilde ont wijken. De Italianen hebben te Fiume bij den konsul protest aangeteekend legen deze schandalige behandeling. Toen op den dag der kiezing de zooge zegde verbroedering tusschen de radika- len en de doctrinairs plaatsgreep, ver klaarde M. Janson, dat bij aan zijne leer stelsels wilde getrouw blijven, dat hij wilde blijven wal bij was, 't is te zeggen republikein-socialist. Ik bied mij aan, zegde M. Janson op 3 Juni 1889 tot de doctrinairs, gelijk ik ben. Ik heb niets verworpen van mijne gedachten die de gevolgen niet zijn van den gloed der jongelingsjaren, maar die het gevolg zijn van mijne lang- clurige politieke overwe- gingen. En inderdaad van in 1869 veropen baarde M. Janson zijne politieke geloofs belijdenis. Hij was alsdan candidaat voor den gemeenteraad en deed de volgende verklaringen. Ik ben lid van de internationale, zegde toen M. Janson, ik denk dal de beste der koningen altijd een groot ongelijk heeft, te weten, dat hij van zijnen stiel is Daarom ben ik republikein-socialist. De uur is geslagen, schreef hij, óm de algemeenheid der Belgische burgers tot het openbaar leven le roepen. Niets in België kan de aankomst van het algemeen stemrecht tegenhouden. Het onderwijs is slechts toegankelijk voor het kind deswerkmans dan indien de voorwaarden van zijn stoffelijk be- slaan verzekerd zijn dooi* eene verdeeling van den i*ïjli- dom, billijker en meer gelijk- vormig aan de regelen der rechtveerdig- heid. Dat is het socialismus in practijk 't welk M. Janson aanpredikte. En verder zegde hij nog Hel zal de eeuwige eer van 't socia lismus wezen deze kwestie voorgesteld en onderzocht te hebben die men het vraagstuk der miserie heet. Ik hond bet dus met de internatio nale associatie der wer kers. hoeilading op zijn kloeken wagen had geschikt en geregeld. Hij nam eenen der bundels weg, en deed alzoo als 't ware de deur open die langs een smal gangje naar binnen voerde. Hier was eene ruime laats gemaakt, van vijf voeten lang cn drij breed dc hooibundels rondom, waren, geschoord met persen en staken. Van boven lag er een lijnwaden deksel, juist gelijk men gewoon is te doen om bet hooi teegen den regen te bevrijden op den vloer den wagen was er hooi gestrooid, dat diende voor de dames om op te zitten en ook om den schok te breken. Juist waren de dames bezig met de pakken te onderzoeken die zij op hunne kamer te Noirieux hadden gereed gemaakt cn welke zij voor altijd verloren meenden, als beer Andreas hunne nieuwe wooust kwam bcziee. Als zij bunnen redder zagen, ging er uit beider mond een kreet op van bewon dering en dankbaarheid. Wel Andreas zei de gravin, gij hebt een oprecht tooverlocr uitgerechtcn wat prachtige palcis hebt gij ons hier op dezen wagen doen bou- Ja zekerriep Paulineop Noirieux waren wij zoo gelukkig niet. Dat geloof ik, injjuc dochtermaar wisten wel waarvoor ook. Dat alles zult gij op tijd en stond wel eens aan heer Andreas vertellen, niet waar? i Ik voel mij hier recht gelukkig moeder. En gij En wat was die associatie?... Eene vergadering van Anarchisten, de voorbe reiders der bloedige Commune van Parijs. In 1876 zegde M. Janson 't volgende De strijd altijd, de strijd onverpoosd, ziedaar tot wat de schepper van alle zaken de menschen veroordeeld heeft, door ze ongelijk te scheppen. Ziedaar zijne misdaad. De kwaadsprekers van den vooruit- gang ons God en de valselie godsdienstige /edeleer, ziende aan kant werpen, zullen zeggen, enz. Ziedaar verklaringenen feiten die klaar en duidelijk aantoonen dat M. Janson een verklaarden republikein, socialist, vijand van onze tegenwoordige samenle ving, godverioochenaar en godsdienst hater is. M. Janson werd dus ook door de doc trinairs duchtig bestreden, niet omdat hij God en de godsdienstige zedenleer aan kant stelde, want hierover zijn ze het met hem eens, maar omdat hij de republiek en 't socialismus voorstaai. En zie de rijke liberale doctrinairs houden niet van de billijkere en rechtveerdigere verdeeling van den rijkdom door hem aangepredikt. De liberale redenaars en vooral de liberale drukpers vielen den republikein Janson dan bij iedere gelegenheid aan soms met eene hevigheid die aati razende woede grensde. Menigwerf deden zij uitschijnen dat zijne leerstelsels naar de republiek en 't socialismus, naar den afgrond zou den leiden. In 1877,werd M. Janson, tegen den wil der doctrinairs lid der Volkskamer geko- zeu en zijne verkiezing werd door .VI. Anspach als a een gevaar en door M. Van Humbeeck, a als eene onherstelbare faut vanwege 'tliberalismusaangewezen. Het Journal de Liége het orgaan van VI. Frère,geesselae den gekozene ge weldig,omdat hij aanspande met de wan orde. La Flandre libérale noemde hem vroeger een groot kwaad, erbij voegende a Zijn weg is de onze niet, wij willen met hem naar den afgrond niet gaan. In 1888, schreef a Le Précurseur, van Antwerpen Indien men in den grond der zaken gaat wat zijn de radikalen, (Janson is hun opperhoofd) tenzij republikeinen"'.. Zij zelf zeggen het, zij beroemen er zich op. LEloile beige is nog uitdrukkelijker. Sedert 1885, zegde zij, bevechten wij de politiek van M. Janson, omdat zij de grondslagen der huidige samenle- ving ondermijnt. Het opperhoofd der doctrinairs, de aulokraat Frère-Orban, riep in 1884 uit Wie herinnert zich niet dat ik in de Volkskamer aan onze vrienden etibond- genooten (Janson en CBie) gezegd heb Gij leidt liet laud naai* den afgrond! Zeker, ik ook. Ik ben gelukkig voor u, voor heer Andreas cn voor mij. Maar zeg, goede An dreas, hebt hij het kistje met den schal gevonden Eene moeder moet toch aan alles denken, c< Zeker, zeker, goede mevrouw 't Heeft wel wat woeile gekost maar zie, hier is het. i Houd het maar bij u, mijn zoon voortaan behoort het u toe. Maar Andreas, i zei Pauline, hoe is het toch ingevallen van ook mijn lief hondje mcé te nemen? Wal was het diertje blijde als het mij weder zag Ja maar kinders, ik zie wel dat Andreas den moed niet heeft om aan onze praatjes een einde tc stellen, zei dc gravin Guilbaud, doet gij eens dc deur van ons rollende paleis weder toe, opdat heer Andreas de verdere noodwendigheden der reis kunnen regelen. Een cn ander werd geschikt, Guilbaud cn zijnen zoon klommen van vooren op den wagen, en het gespan reed verder voort. Wie zou eraan eene vlucht gedacht hebben Een hooiwagen gelijk men er alle dagen ziet, twee landslieden die hem geleidden, twee zware en langharige bocropcorden die hem voerden. Maar evenwel was er nog reden genoeg om bezorgd en bekommerd te zijn. De pcerden konden toch niet altijd gaai., er moest gerust cn geëetcn wonion, cn dc minste tegenslag kon alles verdraaien. Doch nu I Heer van Milly En wat zien wij nu heden gebeuren AI de liberale opperhoofden en dag bladen die vroeger tegen den republikein - socialist Janson brulden en tierden en zijne leerstelsels verwierpen, omdat zij de huidige samenleving ondermijnen, 't land naar den afgrond leiden, enz. enz., bewierook en hem, hemelen hem nog dagelijks op, en werkten met handen en voeten, opdat zijne kiezing zou verzekerd wezen Ja, M. Janson is gekozen geworden maar ten welken prijze voor de doctri nairs Zij hebben hunne leerstelsels, hunne koningsgezindheid moeten verloochenen. Maar wal is't De liberale hebben geene andere leerstelsels dan hunnen godsdiensthaat en hunnen zucht om van 't leven te genieten en, men begrijpt, als er eenige hoop is van terug aan 't be wind, 't is te zeggen, aan 't zoo geliefde geldschotelke, te geraken dan zijn zij tot alles instaat.... Wij durven wedden dat konden zij terug aan 't bewind komen met 't ko ningdom te verraden en T land aan den vreemde te verschachelen, zij geen oogen blik zouden aarzelen, zoo zeer zijn zij door trek, lek- en zuiglust behebt Zullen de liberalen nu nog durven loO' chenen dat zij de bondgenoten der soci alisten zijn, wanneer liet nu heden onbe twistbaar is dal zonder hunne banswor sterij de verkiezing van den republikein socialist Janson, onmogelijk was!.... Wij hopen dat de gebeurtenissen en de omstandigheden in de welke de repu blikein-socialist Janson zegepraalde de oogen aan alle ware minnaars des Vader lands zullen openen en zij den afgrond zullen zien waar de liberale politiek ons geliefde vaderland onvermijdelijk zou doen in nederstorten Onder dezen litel heeft M. Fayet een werk uitgegeven, waarin wij onder andere de volgende regelen aantreffen, die ook in Belgie mogen overwogen worden Men weet wat er sinds 1870, en vooral gedurende deze laatste jaren, in het werk is gesteld tegen den Godsdienst en de onderwijsgevende Christelijke ge stichten en instellingen, leri einde het onderricht te verwereldlijken. De invloed dier betreurensweerdige handelingen, heeft zich aanstonds doen gevoelen door eene verschrikkelijke ver meerdering der misdaden. Het getal misdadigers en wetover- treders, welk in den tijd, dat Frankrijk den Elzas en Lotharingen bevatte, geene 154,000 bereikte, beloopt in 1875, meer dan 160,000 in 1874, 170,000 in 1881, 178,000 en in 1885, 185,000 Men heeft dezefde uitslagen in Belgie waargenomen. betrouwde op Gods genade. Bontcmps reed zoo wat drij vier honderd meters veoren op, Andreas kwum cenigc minuten achter. Alzoo was dc wagen bewaakt cn beschermd van vooren cn van achter. XLIL Waar Ie do oom Wie intusschentijd Bardou den toeziener zou gezien hebben, zou vast cn zeker in de mcemng zijn geweest dat bij ecuen dronkaard of eenen zinncloozc voor zich had. Zjjn gang was wankelend cn onzeker dikwijls bleef hij staan, leunde met zijn hoofd tegen dc huizen of zwiereldc met zijne armen aardig in dc luchtgelijk een kind in dc stikdonkeren nacht, zoo ook voelde hij hem mach teloos cn radeloos tc midden der wonderbar# en vrceselijkc gevaarten die licrn overkwamen bij twijfelde om zoo tc leggen aan zijn eigen zclven cn vreesde van zijnen meester gevonden te hebben. De onuitlegbare ontmoeting op Noirieux, de nooii geweten stoute daad van dc verlossing der dames, dc reusachtige kracht van den geheimzinnige» kerel, zooveel vastberadenheid cn onbeschroomd heid in een enkelen mcnsch; dat alles deed licrn schrikken en beven; met moeite dierf hij voort gaan. Dwaas die ik ben, murmelde hij ik meende Het ontijdig onderwijs leven overal zijne natuurlijke en onvermijdelijke vruch ten op; het zijn slechts de pekken, die zich inbeelden dat vooral zij, die niemand vreezen dan de gendarmen, gewetensvolle onderhouders zijn der Tien Geboden. Een persoon genezen van 13 jaren doofheid en tuitingen der ooren door eene eenvoudige remedie, zal er de be schrijving gratis van toezenden aan ui-,vie er de vraag zal van doen aan M. Nichol son 4, Drouolslraai Parijs. rue Drouot Paris.,) De Tijd geeft het volgende stichtelijk schilderijijevan personen, die tegenwoor dig de eer krijgen van gestandbeeld te worden Te Rome verrijst het standbeedl van den afvalligen moriik Giordano Bruno, te Kreuznaeh wordt het gedenkteeken ont huld van twee ridders» van Hutten en Sickingen, die in het brassen, roovcn, branden en nog ergere dingen meester waren, die voortdurend tegen den durl- schen keizer in opstand waren, die zich door Ruitschlands vijanden geld lieten geven, die als zij nu leefden, reeds sedert langs als onluchtigen, moorde naars, dieven en brandstichters achter de tralies zouden zitten Onbegrijpelijk, met waar? VerblindeR haat en de grootste onwetendheid hebben elkaar de hand gereikt, om deze mannen op het voetstuk te zetten het is de geest van den kullurkampf die dit jammerlijk gedacht heeft ingegeven het is door hem dal hel werd uitgevoerd, en men zulke gemeene kerels op eenen eerezuil plaatst, en dit alleen omdat ze Rome getrotseerd hebben. Dat is een bewijs te meer voor de haatdragende onverzoenlijkheid van den protestantschen geest. Het is niet de geest des kristendoms, niet de geest der liefde, die zich hier doet gelden, en ook op ander gebied zoekt men dezen geest tevergeefs. Denemarken vooral, legt zich toe op het kweeken van vee. In onze gewesten zijn zekere streken tot weide bestemd; nooit ziet men ze dan met groen gelooid. Zulks is het geval niet in Denemarken men heeft er geene landerijen, welke jaren en jaren niets dan gras leveren. De reden hiervan is dat de lucht aldaar geene vochtigheid genoeg bevat om de groeikracht der grassen te blijven onder houden. In het algemeen legt men slechts weiden aan, welke men twee, drie of vier jaren Iaat bestaan. Ziehier boe men meest te werk gaat Hel 1° ja3r laat men zijn land braak liggen. dal liet ievers een roorer was, omdat bij Kcrmeur^ geld bad meegenomen; maar dat4kan niet zijn, want iiij zou ons alle twee vermoord bebbcncn nu ook zou hij mij niet hebben gespaard. Neen, liet kang een roover zijn. 't Is een en dezelfde kerel, A. v. M.; maar wat weet ik daar mee Hij zal toch wel eens in mijne banden vallen 1 Bardou knarzetande, schuimbekte, cn draaide dc oogen vervaarlijk in het hoofd, 't Was nu at naar dc weerlicht, en zijn schoone droomen waren in rook vergaan. Het kasteel van Noirieux was hem ontsnapt, cn op slot van rekening was Kcr- meur nog dc beste, wunt hij ten minste bad ccnig geld meê. Hoe meer bij daarop dacht, boe razender bij werd. Hij zwoer hem over allen tc zullen vre- ken, over dc damen, over Kermcur, over den on bekenden, over hemel en aarde. Ik zal geheel de bel in beweging zeilen, i raasde hijik bad moeten doen gelijk mijn oom, dien ik voor eenen ezel hield. Maar wacht, vuig gespuis, gij zult mij lecren kennen I n 'l Sloeg uu drij ure. Bardou was een weinig tot zijn zclven gekomen. Haastig trok bij naar de straat der Broederlijkheid, om zijnen oom te ver zoeken al zijne policichonden uit tc zenden op zoek naar dc dames. Verboden nadruk. Word* Vowvwez;?.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1889 | | pagina 1