NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 7 ARRONDISSEMENT AALST. Zondag 7 Juli 1889, 10 centiemen per nummer. 45sle Jaar, IN. 2576. Mgr. LAMBRECHT, Belgische Zending a| ARONNEMENTPRIJS ANNONCENPRIJS J IDOOHD Politiek overzicht. DENDER-BODE. Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagleekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars fr. 3,2b voor zes maanden fr. 1,7b voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijft in hij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutslraat, N° 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands. Per drukregel, Gewone 13 centiemen Reklamen, fr. 1,00 Vonnissen op 3e bladzijde 30 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdagavond.De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Calque Saam. AELST, 6 JULI 1889. VAN Bisschop van Gent. Reeds van maandag avond hadden wij hier te Aalsl vernomen Jat Z. II. Mgr. Lambrecht, te Denderleeuw, door pene ernstige ongesteldheid kwam getroffen te worden,die zijne omgeving verontruste. Den dijnsdag morgend verspreidde zich li onze streek met de snelheid van den bliksem, de lijding dat Z. Hoogweerdig- heid aldaar in den nacht kwam te over lijden. Deze onverwachte treurmare heelt alle catholickc harten met smart vervuld. Elkeen gevoelt den slag die het Bisdom van Gent komt te treffende onverbidde lijke dood ontrukt ons ecnen kerkvoogd welke slechts één jaar, dag op dag, aan 'thooiddes Bisdoms stondi, en reeds door zijne minzaamheid, gemeenzamen omgang en uitstekende wijsheid aller harten had weten te winnen. Vol apostolischeii iever voor de goede werken en bijzonderlijk voor dezen die hel geluk van den werkersstand ten doelo hebben, had de Hoogw. overledene talrijke ontwerpen in den geest die nu met hem verdwenen zijn. Wat hij reeds in een enkel jaar had ontworpen en tot stand gebracht, geeft ons de maat van 't gene wij in de toe- komst vaii Hein van zouden hebben mogen verwachten. Zijne reeds voltrokken goede werken zijn talrijk genoegom zijne nagedachtenis in zegening te bewaren bij de Oost- Vlaamsche Catholieken. Laat ons hopen, dat de schoone ziel van onze, zoo diep betreurden Kerkvoogd reeds rust in den schoot var. haren Schepper. R. I. P. Mgr. Lambrecht was geboren te Wel den den 26 Januari 1848 en had dus pas zijn 41* jaar bereikt. Na goede studiën gedaan te hebben in het klein seminarie te St-Nikolaas en in hel groot seminarie te Gent werd de jonge Lambrecht gezonden naar de Hoogeschool van Leuven, waar hij op schitterende wijze den graad van Doktor inde Godgeleerdheid bekwam. Dan werd hij bestuurder en kort daarna leeraar van dogmatiek in het groot seminarie 't Is daar dat hij van zijne geliefde studiën werd afgetrokken, om den 4 April 1886, |e Mecheien gezalfd te worden als van Gerra, in het vooruitzicht zijner benoeming als hulpbisschop van wijlen Mgr. Bracq, welken Hij, op den zeiel van Gent, opvolgde den 17 Juni 1888. Eenieder herinnert zich nog den geestdrift met welken de nieuwe bisschop, den 2 Juli nadien, te Gent •verd ingehuldigd, 2 Juli, die nu, juist één jaar, de dagteekening is geworden van zijn overwachl overlijden. Monseigneur had den zaterdag zijne plechtige intrede gedaan te Ninove, waar Hij met geestdrift was ontvangen ge weest. Doch in den loop van den dag had men reeds bemerkt dat Z. Hoogw er afgemat uitzag. Niettemin zong Hij des anderdaags de pontifikale mis te «move. Maandag morgend is hij naar Okegem gaan en werd er ingehaald Hij deed erde Vorming en werd er langs om zwakker. Om half elf ure kwam Hij op het grondgebied van Denderleeuw,alwaar Hem een luisterrijke stoet aan de gren zen afwachtte. Aan het huis van den doktor De Clippele werd Hij verwelkomd door de geestelijke en wereldlijke over heden vandaar begaf Men zich naar de erk waar Zijne Hoogwaardigheid nog eene korte aanspraak heeft gedaan en "et H. Vormsel heelt toegediend. Gedurende de H. Ceremonien werd de zwakheid van Monseigneur langsom ■uidelijker voor de personen zijner omgeving en zelfs voor allen die in de kerk aanwezig waren. Men begon te vreezen dat Hij de Vorming niet zou kun nen voltrekken. Toen Hij zich stoetsge wijs van de kerk naar de pastorij begaf, wankelde hij zichtbaar kerk en pastorij liggen nevens elkander. Niettegenstaande zijnen zwakken toe stand richtte de Bisschop, aan de deur der pastorij hel woord nog eens tot het volk om allen en bijzonderlijk den burge meester en de gumeenteoverheden te bedanken voor hun plechtig onthaal. Hij besloot zijne aanspraak met de woorden Leve Denderleeuw waarop het volk in de handen klappend uitriep Leve de Bisschop Het was geschikt dat Monseigneur om drie ure namiddag naar Iddergem zou vertrekken, aldaar zou vormen en ver nachten ora dinsdag naar Denderhautem te gaan. Zelfs zijn de ruiters van Idder gem maandag namiddag tot aan de pastorij van Denderleeuw gekomen maar moesten onverrichter zake weêrkeeren. Immers,in de pastorij van Denderleeuw getreden zijnde heelt zich de Bisschop in eenen zetel gezet en men heeft hem dan op zijn verzoek naar boven op eene kamer gedragen. Twee geneesheeren werden aanstonds hijgeroepen en deze verklaarden dat de toestand van Monseigneur zeer bedenke lijk was en dat Hij volkomene rust moest hebben. Doch de hulp der geneesheeren kwam te laat, Monseigneurwas uitgeput. Hij was aangedaan van eene zware koorts die hem van oogenblik tot oogenhlik verzwakte en Hem onvermijdelijk naar het graf sleepte. Rond twee ure van den nacht zag de eerw. heer pastoor van Denderleeuw, die bij den doorluchtigen zieke waakte, dat er schielijke verandering in zijnen toestand kwam, en hij had nog den tijd om hel H. Oliesel aan Z. Hoogw. toe te dienen, die dan kort daarna zijne schoone ziel aan den Heer overgaf. De geneesheeren die het overlijden bestatigden, hebben verklaard dat de Doorluchtige aflijvige bezweken is ten gevolge van eene hertverlammir.g, ver oorzaakt door uitputting der zenuwen. In de morgendmis te Denderleeuw werd de ziel van Monseigneur in de ge beden der geloovigen aanbevolen. Pachteres Herremans, welke van Wel den is, geboorteplaats van den Bisschop, heeft zich gelast het smartelijk nieuws aan de familie van den Hoogwaarden overledene te gaan overbrengen. Rond den middag zijn de broeder en de zusier van den bisschop in de pastorij aangekomen. Het tooneel was hartverscheurend om zien, toen beiden bij het lijk van hunnen Hoogwaarden broeder kwamen. Vooral de zuster weende bitterlijk en wilde ge durig het lijk omhelzen. Geen der orn- staauders kon zijne tranen bedwingen. Denderleeuw, dat maandag zoo luis terrijk en geestdrijtig den Bisschop ont haalde, wasals verpletterd door de schrik kelijke tijding welke zich dinsdag blik semsnel verspreidde. In de straten, welke daags te voren met sparren waren beplant en met groen versierd, waaide nu de rouwvlag. De gemeente-overheid had bevolen de lantaarns, ten teeken van rouw, te ont steken. Het strooisel lag nog langs de straten, de sparretjes waren op eenen hoop ge legd voor het gemeentehuis, en de mas ten welke gediend hadden tot zegebogen, zagen wij ook nog liggen met groen be kleed. En daar eenige stappen verder, in de pastorij lag ook de Herder, voor wien al die versierselen waren aangebracht Het droevig nieuws liadt zich ook wel haast tot de omliggende gemeenten ver spreid, en van alle kanten kwam het volk om nog eens den beminden en volksge liefden Bisschop te aanschouwen. Hel lijk lag op een praalbed in de groote zaal der pastorij inderhaast tot rouwkapel ingericht. Monseignenr is in bisschoppelijk ge waad, met den mijter op, links ligt de bisschoppelijke staf, in de handen houdt Hij een kruisbeeld. Rond het praalbed branden acht was kaarsen. Het gelaat van den prelaat is met de doodskleur overtogen, de wangen zijn ingevallen en de kin steekt scherp uit in een woord, de Bisschop ziet er zeer verouderd uit. Voor hel praalbed staan eenige stoelen en eene bank daarop knielen de bezoe kers neer en deze welke geene plaats vinden knielen op den vloer. De meesten laten vrijen loop aan hunne tranen, en niemand is er die geen traan wegpinkt bij het gedacht dat die beminde Bisschop zoa onverwachts, in den bloei en in de kracht der jaren werd weggemaaid Te Denderhautem, waar dinsdag de Vorming moest plaats hebben, was de kerk reeds van maandag versierd. Bij het vernemen der droeve tijding heeft men de versierselen weggenomen en de kerk met rouw omhangen. De Vormelingen weenden allen en veel groote menschen met hen. Men had er zulk een prachtig onthaal bereid voor den Bisschop Eerie oude vrouw, welke sedert twee jaren bijna niet meer gaan kon, had alles gedaan wat mogelijk was om toch den Bisschop op zijnen doortocht te zien. En zie, hare moeite is verloren Woensdag, na den koordienst, zijn de kannunnikken in kapittel vergaderd ge weest om den vikaris-kapïtularis te kie zen, aan wien het bestuur van het bis dom wordt opgedragen zoolang de bis schoppelijke zetel niet vervuld is. 't Is de Z. Eerw. heer kaununnik Van den Hende, deken van het kapittel, die geko zen is om dit verheven ambt waar te nemen. AANKOMST VAN HET LIJK. Het lijk van Mgr. Lambrecht is slechts dijnsdag nacht, om i ure 38, ter statie van Gent aangekomen. De eerw. heer Verbeke, onderpastoor van Denderleeuw, doktoor De Clippel en de kamerdienaar zijner hoogwaardigheid vergezelden het lijk. liet lijk is niet blootgesteld geworden omdat het, uit oorzaak der nachtreis, onbekwaam is verklaard door de genees heeren om nog gebalsemd tc worden. Woensdag, om 2 ure namiddag, is niet temin de lijkkist in de poorizaal van hel bisschoppelijk paleis, in rouwkapel ver anderd, aan het godvruchtig bezoek der geloovigen uitgesteld geworden. De Gazette van Gent, een liberaal blad, bespreekt in de volgende bewoordingen de dood van den overleden prelaat «Den 2Juli 4888 heden juist een jaar geleden heerschte er eene buiten gewone beweging in onze stad. In vele straten wapperde, schier aan elk huis de national® vlag; talrijke gevels '.varen ver sierd met bloemen en loof. Hel was de plechtige inhaling van Mgr Henricus- Carolus-Camillus Lambrecht, als drie-en twintigste bisschop van Gent, opvolger van Mgr Bracq. De nieuwe bisschop was een man in den vollen bloeitijd des levens, geboren zijnde den 56 januari 1848 rank van gestalte, kloek gebouwd, kon niets, in het uiterlijke doen vermoeden, dat de dood hem vroegtijdig zou treffen. Heden morgend is in onze stad de tijding van zijn onverwacht overlijden toegekomen. Hij is dezen nacht, rond drie ure, schielijk overleden te Dender leeuw, waar hij het vormsel had toege diend. Misschien heeft Mgr Lambrecht te veel van zijne krachten gevergd: hij heeft inderdaad een zeer vermoeiend bestuur- jaar doorleefd. Na de inhuldiging te Gent ging hij talrijke steden en gemeenten van zijn bisdom, zich uittrekkende over heel onze provincie, bezoeken. Overal ging hij in den stoet die hij de gelegenheid van zijn bezoek werd inge richt, op den doortocht de geloovigen zegenende hij bezocht de kloosters, de katholieke scholen, de gevangenissen hij zat prijsuitreikingen en jubelfeesten voor ontwierp een congres van katho lieke maatschappelijke vraagstukken, dat in augusti aanstaande ie Gent, onder zijne leiding als voorzitter, moest plaats hebben, kortom, was schier altijd op herderlijke reis en steeds met den geest werkzaam. Veel van zijnen arbeid is onbekend voor het publiek, zooals zijne bestuurlijke briefwisseling,enz. Gedurig zijn korttijdig bestuur als bisschop, had hij tusschen te komen in een geschil nopens de onder wijskwestie. Men zal zich den brief herinneren, dien hij schreef aan den burgemeester van Gent, en waarin hij het gedrag goedkeurde van den onder pastoor Bonner. Die brief maakte veel gerucht, zoo wel in den gemeenteraad als in de druk pers. Het was ten gevolge van dien brief dat in den gemeenterad liet voorstel werd neêrgelegd om den priester den toegang tot de gemeentscliolen te ver bieden, welk voorstel werd verworpen. Mgr. Lambrecht had zich de toegene genheid van velen weten te verwerven. Steeds een glimlach op het gelaat, kon men hem naderen met gerustheid. De burgemeester van Gent noemde hem eens in den gemeenteraad een beminlijke bisschop, Mgr Lambrecht was de jongste van de zes bisschoppen van Belgie. De Hijkplectiti^lieden van Mgr Lambrechts hebben vrijdag voormid dag te midden van eene talrijke volks toeloop in St-Baafs plaats gehad. De militaire eer werd den betreurden Bisschop bewezen door de helft van 't garnizoen van Gent onder 't bevel van generaal O'Sulivan de Terbeeck. De Calholieke onderwijsgestichten, talrijke Maatschappij en Vereenigingen van Gent en van andere steden en ge meenten des bisdoms, de kloosterorden en eene talrijke geestelijkheid bewezen eenen laatsten blijk van achting en liefde aan den zoo beweenden Herder. De zes hoeken van het baarkleed wer den gehouden door MM. De Bruyn, mi nister van Landbouw en Openbare wer ken, R. de Kerkhove, gouverneur van Oost-Vlaanderen, Baudoux, Lieutenant- generaal, Baron Jan Casier, Senateur, Libbrecht Voorzitter van den Oost-Vlaam- schen Gouwraad en Hayois, Vertegen woordiger des ministeries van Justicie. Achter het lijk stapten HH. DD. IIH. de Aartsbisschop van Mecheien,de Bisschop pen van Namen en Luik, Mgr Abbeloos, Mgr Bethune, drij Vertegenwoordigers van Z. H. Mgr. den Bisschop van Brugge, twee Generaals die het huis van den Koning vertegenwoordigden, de familie Lambrecht, generaal Michel, generaal Van Loo der Burgerwacht en hunne we- derzijdsche aides-de-Camps, de heeren Arrondissementscommissarissen,de leden van den Oost-Vlaamschen Gouwraad met de Bestendige Deputatie aan 't hoofd, de de Senateurs en Volksvertegenwoordigers van Gent, de heeren Burgemeesters van Aalst, Dendermonde, en St Nicolaas, enz. enz. De Kerk van St-Baafs was prachtig en indrukwekkend met zwart behangen. Mgr. Du Rousseaux Bisschop van Doornijk zong de uitvaart. Onder den dienst, na het Evangelie, sprak den E. H. Kanunnik Stillemans de gebruikelijke lijkrede uit. Z. H. Mgr. Goossens, Aartsbisschop zong de gebeden aan de Lijkbaar, waarna de stoet een weinig na half een de Kerk verliet en zich langs de aangewezen stra ten naar den Hundelgemschen Steenweg begaf. Al de straten waren bevlagd. Aan de St-Lievenspoort nam, de stoet afscheid van het lijk en keerde terug naar Gent. De lijkwagen en het gevolg van rijtuigen namen den weg naar Welden waar de begrafenis heeft plaats gehad. Russen en Duitschcrs. Much ado about nothingDat is hier alweer het geval in de geruchtmakende zaak van het banket des Olga-regimenis, te Stuttgart, waar russiscbe officieren zouden gewei gerd hebben deel t« nemen aan den heil dronk op het duitsche leger. De generaal bevelhebber van het 13de (koninklijke wurtembergsche) armeekorps generaal von Alvensleben, verklaart thans, in eene dagorde aan de troepen, dat zulk een incident niet heeft plaats ge had en het feestmaal op de hartelijkste en bloederlijkste wijze afliep. De Kölnische Zeitung verklaart zich daarmee niet te vreden en beweert dat er, aan eene der tafels, toch een incident plaats had, De Kreuzzeitung, het blad der uiterste konservatieven, en de Vossische Zeitung, dat der linkerzij van de liberalen, behel zen beide een hoofdartikel over het on beschaamde gedrag der russische officie ren te Stuttgart en de toenemende waar schijnlijkheid van eenen oorlog met Rus land. Het artikel der Voss, Zlg. eindigt Duitsehland wil geen oorlog, doch moet er eenmaal een ontstaan dan zal er geen zoozeer in overeenstemming zijn met den algemeenen wensch (volksthüm- lich), als die tegen liet despolieke, aan beschaving en vooruitgang vijandige, hoogmoedige rijk van den czaar. Heel vriendelijk is 't niet Blijft de II. Vader te Rome 1In de dagbladen doet sedert eenigeri tijd het gerucht de ronde als zou de H. Vader voornemens zijn, Rome te verlaten. Ofschoon daaromtrent niets stelligs ge weten is, en alles dus slechts onder het grootste voorbehoud moet worden ont haald, deelen wij de lijdingen meè, voor zooveel zij weerd zijn. Voornamelijk in de engelsche pers zijn de berichten van een mogelijk vertrek van den Paus van Rome in omloop. Leo XIII moet in het voor een paar dagen gehouden consistorie hiervan gesproken hebben, en wel naar aanleiding van het oprichten van een standbeeld van Gior dano Bruno in de Eeuwige Stad, waaro ver hij tot in de ziel getroffen is. Men zegt dat hij het oog geslagen heeft op Spanje en dat hij de spaansche regee ring te dier zake reeds heeft laten polsen. De minister-president Sagasta nu, na zijne ambtgenoten geraadpleegd te heb ben, zou aan de koningin-regentes te kennen hebben gegeven, dat het kabinet het raadzaam achtte den Paus geen alwij- zend antwoord te doen toekomen. Ziehier wat de madridsche briefwisse laar van den Daily News seint aan zijn blad. De spaansche catholiek ?n zijn diep geroerd door het bericht dat de Paus voornemens is Rome te verlaten, en in den herfst een toevluchtsoord te zoeken op spaanschen grond. De Imparcial beweert dat de pau selijke regeering zich rechtstreeks wend de tot M. Sagasta om hem te vragen of het spaansche gouvernement zou toela ten dat de Paus te Valencia kwame wo nen, ingeval de vijandelijkheden van het italiaansche gouver nement tegen den H. Vader bleven voortduren. Het blad voegt er bij dat M. Sagasta onmiddellijk zijne kollegas te rade ging en er besloten werd de koningin aan te raden, hare toestemming te geven aan het verzoek van den H. Vader. Er bestaat geen twijfel ol de regen tes zal zulks doen. Ook de Standard bevatte donderdag telegrammen uit Rome en Madrid, die de juistheid van het gerucht moeten bevesti gen. Wij herhalen het dit alles zijn voor- loopig persberichten. Uil Rome zelf is daarvan niets gekend. Aanspraak van den II. Vader. In eene aanspraak, zondag tot de kardinalen gehouden, herhaalde de Paus krachtig zijn protest tegen de oprichting van het gedenkteeken voor Giordano Bruno. Z. H. verklaart dat hij de kardinalen jf in buitengewone vergadering had bijeen geroepen, om zijne verontweerdiging uit te drukken. De Paus herinnert dat de godsdienst- f haters juist een der groote feestdagen der Kerk hebben gekozen om dit feit te jj begaan. De heiligste zaken, zijn bij deze gele genheid aangerand de regeering heeft openlijk dat alles voorbereid hel i9 een pijnlijk geval, dat men in de stad Gods de ketterij verheerlijkt heelt door een monument aan al wat schandelijk en verfoeilik is, en dat zich verheft aan den ingang van het heiligdom der heiligdom men. De Paus beklaagt zich bij de geheele catholieke wereld dat de voorgewende eerebewijzingen aan het hoofd der kerk plaats maken voor beleedigingen, cn dat men Rome tot hoofdstad van het ongeloof wil maken. Italië wil liet tot eenenoorlog tegen liet pausdom laten komen, maar zoo oud als hij is, zal de Paus, sterk door zijn vertrouwen op God, den strijd vol houden. De H. Vader zet de italiaansche bis schoppen aan verder het geloof te verde digen en het volk klaar den toestand te doen inzien. Hij zet ten slotte dc Romeinen aan zich p te herrinneren, dat Rome zijne grootheid jf aan de Kerk verschuldigd is, en vraagt |1 hun steeds gehecht te blijven aan den H. s Stoel. Deze woorden hebben overal diepen indruk veroorzaakt, wat blijkt uit het volgende telegram Rome, 4 juli. De Beurs toonde zich zeer ongerust over het gerucht dat de Paus voornemens zou zijn eerstdaags zich van hier te ver-1 wijderen van Weet-Bengalen. 2® vervolg. Alle dagen, zoo schrijft de E. P. C. Motet, overste van Ranchi, wordt het getal der bekeeringen grooter, overal komen nieuwe dorpen zich aanbieden Digghia, waar eertijds het geloof geene vordering deed, is sedert een jaar mede- gesleept. Nu schrijft P. Hagher.beek dat hij daar in September 108 personen op drie weken gedoopt heeft; teDorma heelt de moedige P. Huyghe er 130 gehad op drie dagen. P. Lievens komt daar juist terug van eene reis van veertien dagen, gedurende de welke hij 1300 heidenen gedoopt heeft, en wel 650 op éénen dag. Helpt ons God bedanken voor zulke weldaden,en smeekt Hem moeden kracht al voor de zendelingen, want de vijand van alle goed blijft niet rustig en tracht haat in te boezemen in de harten zijner aanhangers. De ketters vervolgen ons voor het gerecht, strooien vlugschriften uit tegen de Katholieke Kerk, en zoeken overal schrik en afkeer aan te jagen voor het Christelijk Geloof. Daarenboven zijn dc thikedars of groote eigenaars, ons zeer vijandig om deze reden wanneer de in boorlingen Christenen zijn,zullen zij bij de missionarissen eene echte en belanglooze bescherming vinden en dan zal de ver drukking dier dwingelanden ook een einde nemen. Die al te beroemde thikedars of zemindars of dikous (er is geen ver schil tusschen) hebben reeds verscheidene kapellen omvergeworpen, en de missio narissen zoowel als hunne onderwijzers en hunne Christenen met de dood be dreigd. Geloolt niet dat de bedreigingen nooit geen gevolg hebben toen P. Lie vens te Noaghar, den 26 September, roi.d de 700 heidenen gedoopt had, schoot de dikou in gramschap tegen hein. Zijne sipoijs begonnen allerlei scheldwoorden te laten hooren en bedreigden de nieuwe kristenen te slaan gij zijt nu pobilre (heiligen) geworden door het Doopsel, zeiden zij, gij zult er ons rekening over geven. Drie dagen later, terwijl een

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1889 | | pagina 1