NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 7 ARRONDISSEMENT AALST.
Zondag 7 Juli 1889,
10 centiemen per nummer.
45sle Jaar, IN. 2576.
Mgr. LAMBRECHT,
Belgische Zending
a|
ARONNEMENTPRIJS
ANNONCENPRIJS J
IDOOHD
Politiek overzicht.
DENDER-BODE.
Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagleekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
fr. 3,2b voor zes maanden fr. 1,7b voor drij maanden, voorop te betalen.
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijft in hij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutslraat,
N° 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands.
Per drukregel, Gewone 13 centiemen Reklamen, fr. 1,00 Vonnissen op
3e bladzijde 30 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdagavond.De onkosten der kwitantiën door de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Calque Saam.
AELST, 6 JULI 1889.
VAN
Bisschop van Gent.
Reeds van maandag avond hadden wij
hier te Aalsl vernomen Jat Z. II. Mgr.
Lambrecht, te Denderleeuw, door pene
ernstige ongesteldheid kwam getroffen
te worden,die zijne omgeving verontruste.
Den dijnsdag morgend verspreidde zich
li onze streek met de snelheid van den
bliksem, de lijding dat Z. Hoogweerdig-
heid aldaar in den nacht kwam te over
lijden.
Deze onverwachte treurmare heelt alle
catholickc harten met smart vervuld.
Elkeen gevoelt den slag die het Bisdom
van Gent komt te treffende onverbidde
lijke dood ontrukt ons ecnen kerkvoogd
welke slechts één jaar, dag op dag, aan
'thooiddes Bisdoms stondi, en reeds
door zijne minzaamheid, gemeenzamen
omgang en uitstekende wijsheid aller
harten had weten te winnen.
Vol apostolischeii iever voor de goede
werken en bijzonderlijk voor dezen die
hel geluk van den werkersstand ten
doelo hebben, had de Hoogw. overledene
talrijke ontwerpen in den geest die nu
met hem verdwenen zijn.
Wat hij reeds in een enkel jaar had
ontworpen en tot stand gebracht, geeft
ons de maat van 't gene wij in de toe-
komst vaii Hein van zouden hebben mogen
verwachten.
Zijne reeds voltrokken goede werken
zijn talrijk genoegom zijne nagedachtenis
in zegening te bewaren bij de Oost-
Vlaamsche Catholieken.
Laat ons hopen, dat de schoone ziel
van onze, zoo diep betreurden Kerkvoogd
reeds rust in den schoot var. haren
Schepper.
R. I. P.
Mgr. Lambrecht was geboren te Wel
den den 26 Januari 1848 en had dus pas
zijn 41* jaar bereikt.
Na goede studiën gedaan te hebben in
het klein seminarie te St-Nikolaas en
in hel groot seminarie te Gent werd de
jonge Lambrecht gezonden naar de
Hoogeschool van Leuven, waar hij op
schitterende wijze den graad van Doktor
inde Godgeleerdheid bekwam. Dan werd
hij bestuurder en kort daarna leeraar van
dogmatiek in het groot seminarie 't Is
daar dat hij van zijne geliefde studiën
werd afgetrokken, om den 4 April 1886,
|e Mecheien gezalfd te worden als
van Gerra, in het vooruitzicht
zijner benoeming als hulpbisschop van
wijlen Mgr. Bracq, welken Hij, op den
zeiel van Gent, opvolgde den 17 Juni
1888. Eenieder herinnert zich nog den
geestdrift met welken de nieuwe
bisschop, den 2 Juli nadien, te Gent
•verd ingehuldigd, 2 Juli, die nu, juist
één jaar, de dagteekening is geworden
van zijn overwachl overlijden.
Monseigneur had den zaterdag zijne
plechtige intrede gedaan te Ninove, waar
Hij met geestdrift was ontvangen ge
weest. Doch in den loop van den dag
had men reeds bemerkt dat Z. Hoogw
er afgemat uitzag. Niettemin zong Hij
des anderdaags de pontifikale mis te
«move.
Maandag morgend is hij naar Okegem
gaan en werd er ingehaald Hij deed
erde Vorming en werd er langs om
zwakker. Om half elf ure kwam Hij op
het grondgebied van Denderleeuw,alwaar
Hem een luisterrijke stoet aan de gren
zen afwachtte. Aan het huis van den
doktor De Clippele werd Hij verwelkomd
door de geestelijke en wereldlijke over
heden vandaar begaf Men zich naar de
erk waar Zijne Hoogwaardigheid nog
eene korte aanspraak heeft gedaan en
"et H. Vormsel heelt toegediend.
Gedurende de H. Ceremonien werd de
zwakheid van Monseigneur langsom
■uidelijker voor de personen zijner
omgeving en zelfs voor allen die in
de kerk aanwezig waren. Men begon te
vreezen dat Hij de Vorming niet zou kun
nen voltrekken. Toen Hij zich stoetsge
wijs van de kerk naar de pastorij begaf,
wankelde hij zichtbaar kerk en pastorij
liggen nevens elkander.
Niettegenstaande zijnen zwakken toe
stand richtte de Bisschop, aan de deur
der pastorij hel woord nog eens tot het
volk om allen en bijzonderlijk den burge
meester en de gumeenteoverheden te
bedanken voor hun plechtig onthaal. Hij
besloot zijne aanspraak met de woorden
Leve Denderleeuw waarop het volk in
de handen klappend uitriep Leve de
Bisschop
Het was geschikt dat Monseigneur om
drie ure namiddag naar Iddergem zou
vertrekken, aldaar zou vormen en ver
nachten ora dinsdag naar Denderhautem
te gaan. Zelfs zijn de ruiters van Idder
gem maandag namiddag tot aan de pastorij
van Denderleeuw gekomen maar moesten
onverrichter zake weêrkeeren.
Immers,in de pastorij van Denderleeuw
getreden zijnde heelt zich de Bisschop
in eenen zetel gezet en men heeft hem
dan op zijn verzoek naar boven op eene
kamer gedragen.
Twee geneesheeren werden aanstonds
hijgeroepen en deze verklaarden dat de
toestand van Monseigneur zeer bedenke
lijk was en dat Hij volkomene rust moest
hebben. Doch de hulp der geneesheeren
kwam te laat, Monseigneurwas uitgeput.
Hij was aangedaan van eene zware koorts
die hem van oogenblik tot oogenhlik
verzwakte en Hem onvermijdelijk naar
het graf sleepte.
Rond twee ure van den nacht zag de
eerw. heer pastoor van Denderleeuw,
die bij den doorluchtigen zieke waakte,
dat er schielijke verandering in zijnen
toestand kwam, en hij had nog den tijd
om hel H. Oliesel aan Z. Hoogw. toe te
dienen, die dan kort daarna zijne schoone
ziel aan den Heer overgaf.
De geneesheeren die het overlijden
bestatigden, hebben verklaard dat de
Doorluchtige aflijvige bezweken is ten
gevolge van eene hertverlammir.g, ver
oorzaakt door uitputting der zenuwen.
In de morgendmis te Denderleeuw
werd de ziel van Monseigneur in de ge
beden der geloovigen aanbevolen.
Pachteres Herremans, welke van Wel
den is, geboorteplaats van den Bisschop,
heeft zich gelast het smartelijk nieuws
aan de familie van den Hoogwaarden
overledene te gaan overbrengen.
Rond den middag zijn de broeder en
de zusier van den bisschop in de pastorij
aangekomen.
Het tooneel was hartverscheurend om
zien, toen beiden bij het lijk van hunnen
Hoogwaarden broeder kwamen. Vooral
de zuster weende bitterlijk en wilde ge
durig het lijk omhelzen. Geen der orn-
staauders kon zijne tranen bedwingen.
Denderleeuw, dat maandag zoo luis
terrijk en geestdrijtig den Bisschop ont
haalde, wasals verpletterd door de schrik
kelijke tijding welke zich dinsdag blik
semsnel verspreidde. In de straten,
welke daags te voren met sparren waren
beplant en met groen versierd, waaide
nu de rouwvlag.
De gemeente-overheid had bevolen de
lantaarns, ten teeken van rouw, te ont
steken.
Het strooisel lag nog langs de straten,
de sparretjes waren op eenen hoop ge
legd voor het gemeentehuis, en de mas
ten welke gediend hadden tot zegebogen,
zagen wij ook nog liggen met groen be
kleed.
En daar eenige stappen verder, in de
pastorij lag ook de Herder, voor wien al
die versierselen waren aangebracht
Het droevig nieuws liadt zich ook wel
haast tot de omliggende gemeenten ver
spreid, en van alle kanten kwam het volk
om nog eens den beminden en volksge
liefden Bisschop te aanschouwen.
Hel lijk lag op een praalbed in de
groote zaal der pastorij inderhaast tot
rouwkapel ingericht.
Monseignenr is in bisschoppelijk ge
waad, met den mijter op, links ligt de
bisschoppelijke staf, in de handen houdt
Hij een kruisbeeld.
Rond het praalbed branden acht was
kaarsen.
Het gelaat van den prelaat is met de
doodskleur overtogen, de wangen zijn
ingevallen en de kin steekt scherp uit
in een woord, de Bisschop ziet er zeer
verouderd uit.
Voor hel praalbed staan eenige stoelen
en eene bank daarop knielen de bezoe
kers neer en deze welke geene plaats
vinden knielen op den vloer. De meesten
laten vrijen loop aan hunne tranen, en
niemand is er die geen traan wegpinkt
bij het gedacht dat die beminde Bisschop
zoa onverwachts, in den bloei en in de
kracht der jaren werd weggemaaid
Te Denderhautem, waar dinsdag de
Vorming moest plaats hebben, was de
kerk reeds van maandag versierd. Bij het
vernemen der droeve tijding heeft men
de versierselen weggenomen en de kerk
met rouw omhangen.
De Vormelingen weenden allen en veel
groote menschen met hen.
Men had er zulk een prachtig onthaal
bereid voor den Bisschop
Eerie oude vrouw, welke sedert twee
jaren bijna niet meer gaan kon, had alles
gedaan wat mogelijk was om toch den
Bisschop op zijnen doortocht te zien. En
zie, hare moeite is verloren
Woensdag, na den koordienst, zijn de
kannunnikken in kapittel vergaderd ge
weest om den vikaris-kapïtularis te kie
zen, aan wien het bestuur van het bis
dom wordt opgedragen zoolang de bis
schoppelijke zetel niet vervuld is. 't Is
de Z. Eerw. heer kaununnik Van den
Hende, deken van het kapittel, die geko
zen is om dit verheven ambt waar te
nemen.
AANKOMST VAN HET LIJK.
Het lijk van Mgr. Lambrecht is slechts
dijnsdag nacht, om i ure 38, ter statie
van Gent aangekomen.
De eerw. heer Verbeke, onderpastoor
van Denderleeuw, doktoor De Clippel en
de kamerdienaar zijner hoogwaardigheid
vergezelden het lijk.
liet lijk is niet blootgesteld geworden
omdat het, uit oorzaak der nachtreis,
onbekwaam is verklaard door de genees
heeren om nog gebalsemd tc worden.
Woensdag, om 2 ure namiddag, is niet
temin de lijkkist in de poorizaal van hel
bisschoppelijk paleis, in rouwkapel ver
anderd, aan het godvruchtig bezoek der
geloovigen uitgesteld geworden.
De Gazette van Gent, een liberaal blad,
bespreekt in de volgende bewoordingen
de dood van den overleden prelaat
«Den 2Juli 4888 heden juist een
jaar geleden heerschte er eene buiten
gewone beweging in onze stad. In vele
straten wapperde, schier aan elk huis de
national® vlag; talrijke gevels '.varen ver
sierd met bloemen en loof. Hel was de
plechtige inhaling van Mgr Henricus-
Carolus-Camillus Lambrecht, als drie-en
twintigste bisschop van Gent, opvolger
van Mgr Bracq.
De nieuwe bisschop was een man in
den vollen bloeitijd des levens, geboren
zijnde den 56 januari 1848 rank van
gestalte, kloek gebouwd, kon niets, in
het uiterlijke doen vermoeden, dat de
dood hem vroegtijdig zou treffen.
Heden morgend is in onze stad
de tijding van zijn onverwacht overlijden
toegekomen. Hij is dezen nacht, rond
drie ure, schielijk overleden te Dender
leeuw, waar hij het vormsel had toege
diend.
Misschien heeft Mgr Lambrecht te
veel van zijne krachten gevergd: hij heeft
inderdaad een zeer vermoeiend bestuur-
jaar doorleefd. Na de inhuldiging te Gent
ging hij talrijke steden en gemeenten van
zijn bisdom, zich uittrekkende over heel
onze provincie, bezoeken.
Overal ging hij in den stoet die hij de
gelegenheid van zijn bezoek werd inge
richt, op den doortocht de geloovigen
zegenende hij bezocht de kloosters, de
katholieke scholen, de gevangenissen
hij zat prijsuitreikingen en jubelfeesten
voor ontwierp een congres van katho
lieke maatschappelijke vraagstukken, dat
in augusti aanstaande ie Gent, onder
zijne leiding als voorzitter, moest plaats
hebben, kortom, was schier altijd op
herderlijke reis en steeds met den geest
werkzaam.
Veel van zijnen arbeid is onbekend
voor het publiek, zooals zijne bestuurlijke
briefwisseling,enz. Gedurig zijn korttijdig
bestuur als bisschop, had hij tusschen te
komen in een geschil nopens de onder
wijskwestie. Men zal zich den brief
herinneren, dien hij schreef aan den
burgemeester van Gent, en waarin hij
het gedrag goedkeurde van den onder
pastoor Bonner.
Die brief maakte veel gerucht, zoo
wel in den gemeenteraad als in de druk
pers. Het was ten gevolge van dien brief
dat in den gemeenterad liet voorstel
werd neêrgelegd om den priester den
toegang tot de gemeentscliolen te ver
bieden, welk voorstel werd verworpen.
Mgr. Lambrecht had zich de toegene
genheid van velen weten te verwerven.
Steeds een glimlach op het gelaat, kon
men hem naderen met gerustheid. De
burgemeester van Gent noemde hem eens
in den gemeenteraad een beminlijke
bisschop,
Mgr Lambrecht was de jongste van de
zes bisschoppen van Belgie.
De Hijkplectiti^lieden van
Mgr Lambrechts hebben vrijdag voormid
dag te midden van eene talrijke volks
toeloop in St-Baafs plaats gehad.
De militaire eer werd den betreurden
Bisschop bewezen door de helft van
't garnizoen van Gent onder 't bevel van
generaal O'Sulivan de Terbeeck.
De Calholieke onderwijsgestichten,
talrijke Maatschappij en Vereenigingen
van Gent en van andere steden en ge
meenten des bisdoms, de kloosterorden
en eene talrijke geestelijkheid bewezen
eenen laatsten blijk van achting en liefde
aan den zoo beweenden Herder.
De zes hoeken van het baarkleed wer
den gehouden door MM. De Bruyn, mi
nister van Landbouw en Openbare wer
ken, R. de Kerkhove, gouverneur van
Oost-Vlaanderen, Baudoux, Lieutenant-
generaal, Baron Jan Casier, Senateur,
Libbrecht Voorzitter van den Oost-Vlaam-
schen Gouwraad en Hayois, Vertegen
woordiger des ministeries van Justicie.
Achter het lijk stapten HH. DD. IIH. de
Aartsbisschop van Mecheien,de Bisschop
pen van Namen en Luik, Mgr Abbeloos,
Mgr Bethune, drij Vertegenwoordigers
van Z. H. Mgr. den Bisschop van Brugge,
twee Generaals die het huis van den
Koning vertegenwoordigden, de familie
Lambrecht, generaal Michel, generaal
Van Loo der Burgerwacht en hunne we-
derzijdsche aides-de-Camps, de heeren
Arrondissementscommissarissen,de leden
van den Oost-Vlaamschen Gouwraad met
de Bestendige Deputatie aan 't hoofd, de
de Senateurs en Volksvertegenwoordigers
van Gent, de heeren Burgemeesters van
Aalst, Dendermonde, en St Nicolaas, enz.
enz.
De Kerk van St-Baafs was prachtig en
indrukwekkend met zwart behangen.
Mgr. Du Rousseaux Bisschop van
Doornijk zong de uitvaart.
Onder den dienst, na het Evangelie,
sprak den E. H. Kanunnik Stillemans de
gebruikelijke lijkrede uit.
Z. H. Mgr. Goossens, Aartsbisschop
zong de gebeden aan de Lijkbaar, waarna
de stoet een weinig na half een de Kerk
verliet en zich langs de aangewezen stra
ten naar den Hundelgemschen Steenweg
begaf.
Al de straten waren bevlagd. Aan de
St-Lievenspoort nam, de stoet afscheid
van het lijk en keerde terug naar Gent.
De lijkwagen en het gevolg van rijtuigen
namen den weg naar Welden waar de
begrafenis heeft plaats gehad.
Russen en Duitschcrs. Much ado
about nothingDat is hier alweer het
geval in de geruchtmakende zaak van het
banket des Olga-regimenis, te Stuttgart,
waar russiscbe officieren zouden gewei
gerd hebben deel t« nemen aan den heil
dronk op het duitsche leger.
De generaal bevelhebber van het 13de
(koninklijke wurtembergsche) armeekorps
generaal von Alvensleben, verklaart
thans, in eene dagorde aan de troepen,
dat zulk een incident niet heeft plaats ge
had en het feestmaal op de hartelijkste en
bloederlijkste wijze afliep.
De Kölnische Zeitung verklaart zich
daarmee niet te vreden en beweert dat
er, aan eene der tafels, toch een incident
plaats had,
De Kreuzzeitung, het blad der uiterste
konservatieven, en de Vossische Zeitung,
dat der linkerzij van de liberalen, behel
zen beide een hoofdartikel over het on
beschaamde gedrag der russische officie
ren te Stuttgart en de toenemende waar
schijnlijkheid van eenen oorlog met Rus
land.
Het artikel der Voss, Zlg. eindigt
Duitsehland wil geen oorlog, doch
moet er eenmaal een ontstaan dan zal er
geen zoozeer in overeenstemming zijn
met den algemeenen wensch (volksthüm-
lich), als die tegen liet despolieke, aan
beschaving en vooruitgang vijandige,
hoogmoedige rijk van den czaar.
Heel vriendelijk is 't niet
Blijft de II. Vader te Rome 1In de
dagbladen doet sedert eenigeri tijd het
gerucht de ronde als zou de H. Vader
voornemens zijn, Rome te verlaten.
Ofschoon daaromtrent niets stelligs ge
weten is, en alles dus slechts onder het
grootste voorbehoud moet worden ont
haald, deelen wij de lijdingen meè, voor
zooveel zij weerd zijn.
Voornamelijk in de engelsche pers zijn
de berichten van een mogelijk vertrek
van den Paus van Rome in omloop. Leo
XIII moet in het voor een paar dagen
gehouden consistorie hiervan gesproken
hebben, en wel naar aanleiding van het
oprichten van een standbeeld van Gior
dano Bruno in de Eeuwige Stad, waaro
ver hij tot in de ziel getroffen is.
Men zegt dat hij het oog geslagen heeft
op Spanje en dat hij de spaansche regee
ring te dier zake reeds heeft laten polsen.
De minister-president Sagasta nu, na
zijne ambtgenoten geraadpleegd te heb
ben, zou aan de koningin-regentes te
kennen hebben gegeven, dat het kabinet
het raadzaam achtte den Paus geen alwij-
zend antwoord te doen toekomen.
Ziehier wat de madridsche briefwisse
laar van den Daily News seint aan zijn
blad.
De spaansche catholiek ?n zijn diep
geroerd door het bericht dat de Paus
voornemens is Rome te verlaten, en in
den herfst een toevluchtsoord te zoeken
op spaanschen grond.
De Imparcial beweert dat de pau
selijke regeering zich rechtstreeks wend
de tot M. Sagasta om hem te vragen of
het spaansche gouvernement zou toela
ten dat de Paus te Valencia kwame wo
nen, ingeval de vijandelijkheden van het
italiaansche gouver nement tegen den H.
Vader bleven voortduren.
Het blad voegt er bij dat M. Sagasta
onmiddellijk zijne kollegas te rade ging
en er besloten werd de koningin aan te
raden, hare toestemming te geven aan
het verzoek van den H. Vader.
Er bestaat geen twijfel ol de regen
tes zal zulks doen.
Ook de Standard bevatte donderdag
telegrammen uit Rome en Madrid, die de
juistheid van het gerucht moeten bevesti
gen.
Wij herhalen het dit alles zijn voor-
loopig persberichten. Uil Rome zelf is
daarvan niets gekend.
Aanspraak van den II. Vader. In
eene aanspraak, zondag tot de kardinalen
gehouden, herhaalde de Paus krachtig
zijn protest tegen de oprichting van het
gedenkteeken voor Giordano Bruno.
Z. H. verklaart dat hij de kardinalen jf
in buitengewone vergadering had bijeen
geroepen, om zijne verontweerdiging uit
te drukken.
De Paus herinnert dat de godsdienst- f
haters juist een der groote feestdagen
der Kerk hebben gekozen om dit feit te jj
begaan.
De heiligste zaken, zijn bij deze gele
genheid aangerand de regeering heeft
openlijk dat alles voorbereid hel i9 een
pijnlijk geval, dat men in de stad Gods
de ketterij verheerlijkt heelt door een
monument aan al wat schandelijk en
verfoeilik is, en dat zich verheft aan den
ingang van het heiligdom der heiligdom
men.
De Paus beklaagt zich bij de geheele
catholieke wereld dat de voorgewende
eerebewijzingen aan het hoofd der kerk
plaats maken voor beleedigingen, cn dat
men Rome tot hoofdstad van het ongeloof
wil maken. Italië wil liet tot eenenoorlog
tegen liet pausdom laten komen, maar
zoo oud als hij is, zal de Paus, sterk door
zijn vertrouwen op God, den strijd vol
houden.
De H. Vader zet de italiaansche bis
schoppen aan verder het geloof te verde
digen en het volk klaar den toestand te
doen inzien.
Hij zet ten slotte dc Romeinen aan zich p
te herrinneren, dat Rome zijne grootheid jf
aan de Kerk verschuldigd is, en vraagt |1
hun steeds gehecht te blijven aan den H. s
Stoel.
Deze woorden hebben overal diepen
indruk veroorzaakt, wat blijkt uit het
volgende telegram
Rome, 4 juli.
De Beurs toonde zich zeer ongerust
over het gerucht dat de Paus voornemens
zou zijn eerstdaags zich van hier te ver-1
wijderen
van Weet-Bengalen.
2® vervolg.
Alle dagen, zoo schrijft de E. P. C.
Motet, overste van Ranchi, wordt het
getal der bekeeringen grooter, overal
komen nieuwe dorpen zich aanbieden
Digghia, waar eertijds het geloof geene
vordering deed, is sedert een jaar mede-
gesleept. Nu schrijft P. Hagher.beek dat
hij daar in September 108 personen op
drie weken gedoopt heeft; teDorma heelt
de moedige P. Huyghe er 130 gehad op
drie dagen. P. Lievens komt daar juist
terug van eene reis van veertien dagen,
gedurende de welke hij 1300 heidenen
gedoopt heeft, en wel 650 op éénen dag.
Helpt ons God bedanken voor zulke
weldaden,en smeekt Hem moeden kracht
al voor de zendelingen, want de vijand
van alle goed blijft niet rustig en tracht
haat in te boezemen in de harten zijner
aanhangers. De ketters vervolgen ons
voor het gerecht, strooien vlugschriften
uit tegen de Katholieke Kerk, en zoeken
overal schrik en afkeer aan te jagen voor
het Christelijk Geloof. Daarenboven zijn
dc thikedars of groote eigenaars, ons zeer
vijandig om deze reden wanneer de in
boorlingen Christenen zijn,zullen zij bij de
missionarissen eene echte en belanglooze
bescherming vinden en dan zal de ver
drukking dier dwingelanden ook een
einde nemen. Die al te beroemde thikedars
of zemindars of dikous (er is geen ver
schil tusschen) hebben reeds verscheidene
kapellen omvergeworpen, en de missio
narissen zoowel als hunne onderwijzers
en hunne Christenen met de dood be
dreigd. Geloolt niet dat de bedreigingen
nooit geen gevolg hebben toen P. Lie
vens te Noaghar, den 26 September, roi.d
de 700 heidenen gedoopt had, schoot de
dikou in gramschap tegen hein. Zijne
sipoijs begonnen allerlei scheldwoorden
te laten hooren en bedreigden de nieuwe
kristenen te slaan gij zijt nu pobilre
(heiligen) geworden door het Doopsel,
zeiden zij, gij zult er ons rekening over
geven. Drie dagen later, terwijl een