Hij volgde regelmatig al de zittingen
der verscliillige rechtbanken en had zich
dus in de gehoorzaal eene menigte recti
terlijke uitdrukkingen en doenwijzen
eigen gemaakt. Daarenboven bezat hij
eenige geleerdheid.
Hoorde hij nu eene zaak pleiten, waar
van een der kliènten afwezig was, dan
trachtte hij diens naam en adres te on
derscheppen, schreef eeneu brief en
zond er een jongen meé naartoe.
De brief was van den volgenden in
houd
Mijnheer,
Alles gaat naar wensch. Ik heb uwe
zaak gepleit en zie mij verplicht de ge
tuigen op te roepen tegen....
Gelief aari den brenger dezes eene
som te overhandigen van frvoor
huissier* en zegelkosten, die vaudaaj
moeten betaald worden.
Aanvaard, enz.
(Handteeken van den advokaat.)
Een persoon, die hij beproefde op deze
wijze in de doeken ie leggen, ontdekte
in den brief taalfouten, die voor eenen
advokaat onvergeeflijk waren. Hij onder
vroeg den brenger en vernam van dezen
dal hij die om het geld gezonden had....
hem op den hoek der straat afwachtte.
Niet alleen kliëiilen vanadvokaten maar
tooneeldirekteurs werden op dezemanier
door hem bestolen. Hij wist hen faveur-
kaarten te doen afleveren, welke hij dan
verkocht.
Eindelijk geraakte hij in handen der
politie en de rechtbank veroordeelde
hem tot 9 maanden gevangenis.
Almanak-horlogie.
Naklank uit Laeken.
Onder duizendsoorlige uitvindingen
waar onze eeuw van licht de XIXe,
rechi op roemen mag, is voorzeker nog
de geringste niet, een eenvoudig uur
weik, dat uiet gelijk eene gewone uur
plaat, enkel drie, maar wel drie-en-
twintig verschillende dingen aanwijst.
Het werk, waarvan hier spraak is, is
eene hangklok, die een sprekenden alma
nak gelijkt, en door haren vernufligen
uitvinder met den gepasten naam van
Almanak-horlogie gedoopt wierd.
Buiten de gewone uur-, minuut en
secondwijzefs, duidt hel uurwerk aan
den tijd met verhouding van de plaats
tot verschillende steden van Belgenland
en de hoofdplaatsen van andere wereld-
deelen de schijnbare op-en afgaande
zonwenteling om de aarde in 24 uren
de ware op-en afgaande maanwente-
ing om de aarde in 23 uren en 12 minu
ten, en aldus, bij verschil van beide be
wegingen, den gang en betrekkelijke
plaats beider hemellichamen met de
opvolgende maangestalten, aangewezen,
door een koperen bol, die, naar gelang
geheel of gedeeltelijk zichtbaar ofonzichi-
baar wordt.
Eene andere naald toont hoeveel uren
de maan oud is met betrek lot 't hoog-
watergetij, en ebbe en vloed worden
zichtbaar bij middel van schijnbaar op
en afgaande water in een glazen buis.
Een derde wijzer duMtaan welke dag
var» de week het is, terwijl zijn gebuur
den datum toont der maand. Nog een
ander priemken wijst aan in welke maand
van hei jaar wij zijn, terwijl zijn makker
in dezelfde ronde lusschen 21 en 22 van
elke maand verspringt, om aan te toonen
dat de zon onder een nieuw gesternte
komt of om de zonueteekens aan te
wijzen. Weer eene naald duidt aan onder
welk sterreteeken van haren diergordel
de maan beweegt. Op een andere ronde
draait een wijzer die, op vier jaar eens
rond zijnde, gedurig aanwijst in welk
jaargetij wij zijn, en meteen op het laat
ste vierendeel het schrikkeljaar aantoont.
Blijven nog drie ronden de eerste met
een wijzer, eens rond gaande op 19 jaar
en toonende liet Guldengetal en den
Epacta - - dn tweede met eene naald die
rond is op 28 jaar, en voor altijd de Zon -
dagletter aanwijst, vermits, na 28 jaar,
de kring der dagen in dezelfde orde
weerkeert ue derde met eenen
wijzer, rond kruipende eens in eene
eeuw, en toonende in welk jaar wij zijn.
Een bijgevoegde tafel duidt voor altijd
aan wanneer liet Paascheu is.
Is dal niet een hoogst wonder uur
werk En hadden wij ongelijk, als wij
zegden dat het niet de geringste uitvin
ding is onzer verlichte eeuw
't Is mogelijk het eerste dat gij over
die Almanak-horlogie te lezen krijgt en
nochtans 't is van gisteren niet dat hare
wieltjes kruipen, gaan of springen Tien
jaar reeds deden zij onafgebroken hun
werk in volkomen orde en ongestoorde
regelmatigheid
Deze Almanak-horlogie heeft dertien
aantooningen meer dan de meest gepre
zen die tot nog toe in de vak bestaan.
tiet treffendste is nog de maandwijzer.
Deze gaat nooit geheel rond telkens
de maand ten einde is, spring hij teru
op den eerste. En hel schoonste van al
is, de maand mag nu 28, 29, 30 of 31
dagen hebben, gij moet niet denken dat
hij zal missen Neen.dat gaat altijd stipt,
Heeft dc maand maar 30 dagen, hij zal op
31 niet komen staan, en is hel schrikkel
jaar, hij zal den 29 februari niet vergeten.
Wie toch den uilvinder mag zijn Dat
moet voorwaar eeu vernuftig en hoogge
studeerd man zijn.
Vernuftig Ja wel. Maar gestudeerd
neen
Hei niemand anders dan een eenvou
dig mensch van onzen Vlaamschen bui
ten een brave man van het stille Maldt. ren
Gusiaal de Bruyn.
Figaro kondigt een langen brief af over
den rampvollen brand te Laeken. Zooals
wij gezegd hebben, is de brand voortge
komen door de instellingen, waar men
water kookte voor de zieke peerdeu.
Deze peerden stonden uiet te Laeken,
maar in de Naamscliestraal, achter het
jaleis van Mgrden graaf van Vlaanderen,
iteeds waren twaalf peerden gestorven,
Oh op den avond voor den brand stierf
konings lieflingspeerd, Roland. Te Lae
ken stonden enkel de peerden van
dienst.
Daar echter het water in de stad niet
gezond geoordeeld werd, gebruikte men
water van Laeken, dat eerst op zekeren
grand ge.koo' t weid. Om dit te doen had
inen bijzondere ketels ingericht, in den
vleugel va.i het kasteel, vroeger door
prinses Charlotte en hare gouvernante
bewoond.
De schooljar;n van prinses Clementina
waren voorbij en Mej. Josephine De Ran-
court was op den 31 december gepetisi
onneerd zij had dertien jaar in hel
paleis gewoond.
's Morgens van 1 januari, hal zij hare
koffers gepakt en zou 's avonds naar tiaar
land naar Frankrijk vertrekken.
Voor den lesten keer had zij met hare
leerlingen het ontbijt genomen. Dc prin
ses zal aan de piano, en Mej. De Ban
court bladerde de muziek om, toen een
bediende kwam binnen gestormd en
riep Hoogheid, liet kasteel brandt
De prinses en hare gouvernante liepen
onthutst buiten de kamer de eerste
snelde den hof in, de andere wilde naar
hare kamer, om daar eenige weerden te
redden.
In hare kamer nam Mej. De Rancourt
eenige gouden en zilveren voorwerpen en
moet daarna naar de kamer der prinses
geloopeu zijn. De vloer stortte in en liet
is op die plaats, dat men den klomp, die
naar lichaam geweest was, heeft terug
gevonden ook daar lagen de voorwer
pen van weerde.
Mej. De Rancourt, aanbevolen door
en hertog van Aumale, had eene duit-
sche dame vervangen, Mej. Broessel, die
gouvernante van prinses Stephanie was
geweest, maar die eens de hand tegen
hare leerlinge had durven opheffen, en
daarom was doorgezonden. Verwonder
lijk, twee vreemden waren met de op
voeding onzer prinsessen gelast
Mej. De Rancourt had eenen toenaam
in het kasteel; men noemde haar Louise
Michel hetgeen haar dikwijls zeer
lastig maakte. Toen de dienstmeiden het
ongeluk vernamen, dat haar was over
komen, zegden zij ook De arme Louise
Michel.
In den brand zijn zooveel kunststuk
keu niet vernield als men gedacht had,
De Hobbema en de Leys (Instelling van
'i Gulden Vlies) zijn gered. Heel de biblio
theek, met de boeken, die van Napole
onstijd dagteekenden, zijn in de afban
gen.Ie gebouwen terug-gevonden, waar
zij door de grenadiers zoigvuldig werden
gebracht.
De Koning gaat het ongeschonden deel
van Laeken andermaal bewonen Brus
sel mist de wandelingen, waaraan Z. M
sterk houdt.
Het kasteel was niet, zooals reeds ge
zegd is, per telefoon verbonden met
Brussel maar er was wel eene verbii -
ding met den Muntschouwburg, op dat
men te Laeken de muziek zou kunnen
hooren.
De maand januari is, zegt de brief niet
gunstig voor de koninklijke familie het
is in januari dat de graaf van Henegauw
stierf, het is in januari dat de prinses
Stephanie Weduwe werd....
CORRESPONDENTIE.
Ontv. van de.u lieer A. D. B. te St. N
fr. 6,00 over 1889. Tol binnen weinige
weken.
STERFGEVAL.
Uit Namen kondigt men het overlijden
aan van den lieer de Bruges de Gerpinnes
senateur voor liet arrondissement Namen
De achtbare senateur overleed den 8
dezer aan de ziekte die zijne gezondheid
sedert lang ondermijnde.
DAGBOEK.
/■Is eene merkweerdigheid heeft onze
daglioi'khouder aangestipt dat Pieter Van
den Stok te Aalst in 't jaar 1800 syuen
ajuijn met droogte heelt gesaeyt en opge-
daen zonder regen en veikogt 6 guld.
den sak.
November 1800. Den 9e deser we
gende Zondag is'er omtrent den noen
eenen geweldigen wind op gekomen uyt
het westen die onbesehryvelyke schaede
heeft gedaen en geduerd tot tegen den
avond, waer door dal'erveel gebauwen
syn in stuken gevlogen. Emmers dat er
niemand vry en is van schaede d'een
meer d'ander min, zoo wel in de stechn
als buylen. Kerkenlhorens afgevlogen,
windmolens zonder getal. Men zegt dat'er
van Au'lenaerde tol Doornyk wel 60 lig
gen ofte beschaedigt. Alhier syn gevallen
den molen van Borsbeke, Vleckem, Eron-
degem, Affligem, Wiese, den snuyfmolen
op den Sisegem d' as met de kap afgevlo
gen, den stampmolen op 'l Lokerenveld
d'as met de kap afgevlogen. Emmers
men ze jt dat er omtrent Ryssel 90 lig
gen. Aengaende de hoornen die uytgevlo
gen en in stukken geslagen syn dat is
ontelbaar. Onder den molen van Vleckem
syn 2 persoonen dood gevallen. Appel
en peeren hoornen synder met menichte
uytgevlogen en vele byuaeom verre, daer
en waeren den dag daer uaer geen pan
nen in Aelsl meer te krygen.
December 1800. Den prys der
graenen is altyd den selven, de tarwe 12
guld. 't koren 7 guld. de witte boonen tot
27 guld. den sak de boter van 40 lot 44
st. den steen. En zeggen dat de boter
dan duur was
Van den tyd is wynige veranderiuge
de diefle by nachten en by daege is gioot,
de moorderye is schroomelyk.
Meert 1801. In dese raaend is door
de fransche verkocht de koren wimmolen
van d' abdye van Afflgem en is gestelt
op Sisegem kauter en Schaerbeke.
Augusti 1801 Den 9 deser ijn in
onze kerke (Nieuwerkerken) d' eerste
misse gelesen sedert den 17 September
1797 en dat nog bedektelijk in de Sacris-
tey.
September 1801. Op den dag van O.
Vrouwe gehorte heeft het sterk ge-
dondert, tot Moorsel is er vuer door den
kerk Ihoren gevallen en in de kerk veel
volk synde heeft dat vuer daer 3raen-
scheu' geJood ende 4e in syn een oir ge-
quesl waer door hij eenigen tyd daer
uaer ook is gestorven en ook v ;ele ziek
an alteratie. Aen den ihoren is wynige
•chade. De tarwe geld tot 16 guld,
t koren 9 guld. 't zaet tot 19 guld, de bo-
I0l44a48, ttój vette verkens buyteu
.s, de koeybeesten duer en de peerde-
beësteu goeden koop.
December 1802. - Den 9e deser syn de
merkt daegen gestelt als voorgaende, zoo
nochtans den lecadi vallende op den za-
taterdag sal den merkt dag syn des vry
daegs maer op den decadi en wort niet
meer geleth.
Ontrent Aelst en daer binnen ster
ven veele menschen van een felle korse
form van palissen. Op St. Jobs synder
verscheyde huysen uyigestorven maer en
heeft niet lang gedeurt.
Mei 1802. Den 16 deser synde den
4° zondag uaer Paessen zyn in alle ker
ken die uiet ontweyd en waeren d' eerste
missen gelesen, in d' onse (Nieuwerker
ken) ook 't sedert 17 september 1797,
ook met dese occasie 't eerste lyk publiek
en solemneel door den pastor Berlengee
begraeven, te weten Carolus Van den
Berge.
Allerhande nieuws.
NJotarieële annon
een op de 4e bladzijde.
Botermarkt. Heden zaterJag
werden 1003 klonten boter ter merkt ge
bracht, wegende te samen ongeveer
8030 kilogr. Prijs 66 a 77.
Aan ons nummer van heden be
hoort een bijvoegsel, namelijk, den uit
slag der lottrekking van de Tombola der
St-Jozefskerk.
Almanak vanDenDen-
derbode. Onze geëerde ahonnen-
ten der stad ontvangen gelijktijdig met
dees nummer een exemplaar van onzen
Plak-Almanak.
Aan onze geachte ahonnenten van den
builen, zal een exemplaar in de eerste
dagen der volgende week toegestuurd
worden.
De Bond dei* Katho
lieke Bekwaamheidskie
zers van Aalst zal, op Zondag 19
Januari 1«90. om 5 1/2 ure 's avonds ter
Stedelijke Schouwburgzaal, aan zijne
leden on hunne familie een Luister
rijk Avondfeest aanbieden.
Twee Blijspelen, zullen opgevoerd
worden, namelijk, t°« 24 uren fabrikant
en 2° liet verloren schaap Verdei
orkest, tweczang en alleenzang.
De katholieke kiezers vreemd aan den
Bond worden tot hel feest uitgenoodigd
doch zullen een inkomgeld van 30 cei
tiemen te betalen hebben.
Ongeluk te Teralphene,
lie/e nacht is een belreurlijk ongeluk
aan T Sas te Teralphene gebeurd. Twee
schippers en de kapitein van een der
sleepbooien op den Dender waren dezen
nacht aan 'l visschen met de werpnet,
Twee balken waren van 't sas afgeirok
ken en uitdien hoofde was de stroom de
waters geweldiger dan gewoonlijk. Op
zekeren oogenblik werd de boot waarop
onze visscliers gezeten waren, meêge-
sleept en dreef door 't springsas. Boot en
visscliers vielen geweldig in't beneden-
d.-el van 't sas. Een schipper en de kapi
tein van den sle- pboot zijn verdronken
het lijk van den kapiien werd dezen mor
gend alhier aan de Zeebergsche brug op-
gevischt. De derde visscher heeft zich
kunnen redden. Nadere bijzonderheden
ontbreken.
Sleepboot en schip waren hier vrijda;
aamiddag doorgevaren.
Er wordt thans stellig verzekerd,
dat op verlangen des konings, liet afge
brande kasteel van Laeken zal heropge
richt worden, volgens de plans van liet
oorspronkelijk gobouw, met dit onder
scheid dat al de balken in ijzer zullen zijn
Uit hel policierapport, opzichtens
den brand van den Beursschouwburg,
blijkt dal de post der Graanmarkt bet
eerst van al verwittigd werd, door de
vrouw van eeneu patale frite verkooper.
Zij kwam het bureel binnen gesneld, en
kon niets anders zeggen dan Mijnheer,
hel brand in den Beursschouwburg daarna
viel zij in bezwijming. Het verslag zegt
ook dat in een kwart uurs tijd, geheel
het gebouw in volle vlam stond.
De leergangen van Gentsche Athe-
npuin zijn tot den 13 januari gesloten uit
hoofde her heerscgende influenza. Alleen
de hoogescliool blijft open. Aide stads
scholen zijn gesloten. Het krijgshospitaal
is stampvol mei influ-mzalijders de eet
zaal is in ziekenzaal herschapen. Tot
heden levert de ziekte echter geen gevaar
op.
Een dezer leste nachten hebben
vier soldaten van bet 10° linie, te Leu
ven in garnizoen, wanorders veroorzaakt
welke erge gevolgen hadden kunnen heb
ben. Zij waren over den muur der kazer
ne geklommen, langs den Katholieken
Kring, een geweer en kardoezen met
kogels meênemende. Onder hen bevon
den zich, zoo liet schijnt, twee oud-ver
oordeelden. Di kerels gingen in de her
bergen, eiscbteii drank en betaalden
slechts met bedreigingen. De patrouille,
door do plaatselijk policie verwittigd,
heeft hen naar de kazerne teruggebracht.
Het is slechts na een tamelijk langdurig
gevecht, del die woestaards zich hebben
overggeven.
Ongeluk op de Schelde te Antwerpen.
Twee (londen. Donderdag avond
rond 3 ure, maakte een tamelijk onstui
mig weêr het manceuvreeren der schepen
zeer moeielijk.
De engelsche stoomboot Cardiganshire
werd uit de nieuwe dokken gehaald en
moest aan de Ortcliuskaai vastgemeerd
wo.rden.
11 een bootje waren twee bootjesroeiers
de genaamde Frans Collard en Edward
Estercamp, die vóór en rond het schip
vaarden om de trosseu van boord naar
wal te brengen.
De lievige wind en de sterke stroom
slingerden hunne boot tegen de voorste
en van de Cardiganshire, zoodat zij met
den bi'dem tegen net anker sloeg, welk
half in 'l water hing.
Hel vaartuigje kapsijsde en verdween
in de diepte met de twee mannen. Door
liet zuigen van hel schip en tevens door
de snelle vaart van hetzelve kwamen
boot noch mannen meer boven, en vrij
dag morgend had men de roeiers no;
niet opgevischi.
Me had gezien dat beiden elkander bij
het omslaan va.i den boot vasthielden.
Collard was herbergier en booijes-
roeier, woonde in de Schipperskapel
straal en laat eene weduwe met zes
minderjarige kinderen van 10 jaar tot
maanden achter.
Estercamp was geen eigenlijke boot
jesroeier, maar een kaskensmiker, die
sedert eenige weken zonder werk was.
Oin iets te verdienen hielp hij deuboven-
genoemden roeier. Hij woonde op een
bovenkwartier der herberg de Loodschuit
St Paulusplaats, waar eene inschrijving*-
lijst ten voordeele zijner wen uwe open
ligt. Deze ook blijft met vijf kinderen
achter, waarvan liet oudste 11 jaren ei:
het jongste 4 maanden oud is.
Men zegt dat Collard eene som
300 fr. in zijnen porie monuaie droeg op
liet oogenolik dal liet ongeluk hem trof,
Een zonderling ongeval hu 1 te Luik
dijnsdag plaats. Een aannemer had voor
het verrichten van stadswerken de groote
kraan aangekocht, die gediend heelt voor
het bouwen van het posihotel Ie Brussel
en eene draagkracht heelt van 10.000 kil
Ten einde eene proef te nemen had de
aannemer zich voorgenomen het stand
hee.ld van André Dumont van zijn voet
stuk te lichten. Dit beeld weegt, slechts
5000 kilos. Toen het opgelicht was, gin
gen de kabels los en André Dumont
kwam op den grond te rechtgelukki;
werd de man niet zeer erg beschadigd
Een huisgezin verslikt. Ziehiêr
wat de Luiksche dagtiaden over de ver
siikking van een huisgezin te Herstal
melden
Het huisgezin Levaux bewoonde een
klein kamerken, waarin niets stond da
eene sloof, eene kas, een bed en eene
wieg.
In hel bed lag Levaux met zijne vrouw
en de oudste kinderen een zuigeling,
nog maar eenige uren oud, lag in de
wieg.
Rond 3 ure was de echtgenootc Le
vaux, eene moedige, sterke vrouw, op
gestaan oin de stoof aan te steken, maar
was daarna weer le bed gekomen.
Ten 5 ure, kwam de bewoner van de
naalsliggende kamer den man roepen
om naar de koolmijn tc gaan.
Ik werk vandaag nietwerd er ge
antwoord en de gebuur ging zijnen weg
door.
Maar rond 9 ure, vond de vrouw van
den gebuur het verwonderlijk dat zij het
kind niet hoorde schreeuwen, en dat er
niet de minste beweging in de kamer der
buren te bespeuren was.
Zij klopte op de deur, maar bekwam
geen antwoord. Toen riep zij nog gebu-
reu en deze, na nogmaals geklopt te heb
ben, braken de deur open en kregen een
ijselijk schouwspel te zien.
Levaux lag op den grond. Hij had, uit
het bed vallende, de wieg omvergewor
pen en was op het kind te recht geko
men. Dit leste was dood en Levaux la
te zieltogen.
In bet bed lag eveneens ie vrouw le
gen de dood le worstelen. Naast haar
lag hel oudste kind insgelijks dood, ter
wijl een ander, op de borst der moedei
liggende, de eersie uitwerking der ver
stikking begon te gevoelen.
Al die arme lieden waren vergifti
door kolendamp. De gendarmerie en de
policie, die aanstonds verwittigd werden,
snelden toe en geneeskundige hulp wer
uadelijk aangebracht, doch Levaux stier
zonder het bewustzijn terug bekomen
hebben.
De toestand der vrouw is zeer zorg
wekkend.
Werkstakingen. i)e toestand
niet veranderd. De gendarmerie wor*
verstrekt en de burgers en handelaars
vragen de tusschenkomst der overheden
De mijnwerkers blijven beweeren d;
hel linn onmogelijk is, 11 uren per dag
te werken.
De bestuurders en patroons houden
an hunnen kant staande, dat het hen
onmogelijk is eene toegeving te doen. Er
is een uur noodig voor het net rdalen en
een uur voor het boven komen en al de
ndere voorbereidende bezigheden nemen
nog zoo veel lijd weg dat men dagen
dooreen genomen slechts op 7 tot 8 uren
kan rekenen.
Die vraag om vermindering van uren
is slechts een voorwendsel om de werk
staking te doen voortduren, wanneer de
opstokers zagen dat de vraag om loons-
verhooging schier algemeen werd toege
staan.
Er is van niets kwestie dan van een
ordewoord.
Wat er van zij, de gevolgen van de
werkstaking worden alle dagen gevoeli
ger en alle groote nijveraar bevoorraden
zich met vreemde kolen.
Uit Gilly meldt men dat de karate der
werkstakers slechts schijnbaar is. Wan
neer zij echter de kans klaar zien, randen
zij de werkliê aan, die van de mijnen
komen of er naar toe gaan.
Gelukkig houden de gendarmen de
wacht.
In den Borinage is liet getal werksta
kers van 6000 op 4000 gedaald. In ver-
scheideue putten is hel werk hervat. De
werkstaking zal hier waarschijnlijk niei
oortduren.
De Association Charbonnière heeft eenen
brief naar den gouverneur der provincie
geschreven, waarin zij verklaart, hare
beslissing in openbare vergadering geno
men, staande te houden.
Zij verklaart zich o.'bevoegd om te be
slissen in zake van werkloonen en dag-
uren, en bevestigt dat elke mijnmaat-
scnappij of eigenaar volkomen vrij te
handelen zoo als de omstandigheden hen
ulks voorschrijven, daar de wijze
exploileering en ontginning in schier alle
mijnen verschillend is en er geen eenvor
mig besluit kan genomen worden.
Een geneesmiddel tegen de razernij.
DeE. P. je/uiel Hagenbeek, missionnaris
bij de Traons, verhaalt liet volgende in
eenen brief aan de Missions Calholiques
Over eenige maanden, tijdens mijne
rondreis ten noorden van Dighia, was ik
te Barambai aangekomen en gehuisvest
onder de veranda van eenen rijker, buny-
ari dien ik in Januari had gedoopt. Daar
werden nu zeven personen, waaronder
twee mijner dragers, door eenen razen-
den hond gebeten. Aanstonds beval ik
stukken ijzer witgloeiend te maken, o n
hunne diepe wonden uit to branden,
maar die lieden aanzagen mij lachende
en zegden
Ei, Saheb, 't is niemendal wi
hebben een uitmuntend geneesmidde
legen de razernij.... Dat gaat gij zien.
De hond kwam weer aanloopen een
der mannen sloeg hem dood, een andere
deed hem open, haalde er de trillende
lever uit, en sneed er stukken van, welke
de gekwetsten rauw en bloedend opalen
Nu is er geen gevaar meer, zegden
zij.
Daar ik ongeloovig bleef en nog aan
Inetd voor 't uitbranden, bracht inen
eenen man bij mij, die wijde lidteekens
aan de beenen had.
Die man was over vijf jaar door eenen
grooten razenden hond gebeten, bad een
bloedend stuk der lever van bet dier
geëien en nooit eenig gevolg van zijne
wonden gevoeld.
Het huidig feit had plaals op 't einde
van Meert wij zijn nu den 3 October
de wonden zijn genezen en de gebeten
blijven voortdurend gezond.
Wat moet men gelooven van dat spe
ciliiek middel en wat zou M. Pasteur er
van zeggen
Onze inlanders beweren zelfs dat dit
middel, toegediend aan eenen mensch
reeds door de razernij aangedaan, hem
onfeilbaar zou genezen.
De Boer en de Pest. Door
eenen bosoh rijdend, op weg naar ziji
dorp, wordt een boe?' door eene oude
vrouw staande gehouden, die hein ver
zoekt haar mede te nemen.
Wie zijt gij vraagt de boer.
Ik oen de Pest, antwoordt de oude
vrouw.
Verschrikt geeft de boer zijn peerd de
zweep, zoo dat het met geweld vooruit
schiet.
De vrouw grijpt het bij de teugels.
Waarom zoudt gij vluchten, vraa;
zij den man. Gelooft gij dat ik niet zon
der u in uw dorp zal kooien Ik zal er
alleen wat later komen, dat is alles. Wee.-
dus verstandig en neem mij mede in
ruil, zal ik noch u noch eenen der uwen
besmetten.
Stijg op mijne kar, zegt de hoer.
Zij rijden voort. Honderd stappen ver
der doet de boer zijn peerd stil staan.
Indien ge mij een gitioegen wilt
doen, zegt hij tol do oude vrouw,
spaar dan ook die,ten die, en die.
Ik zal hen sparep, antwoordt zij.
Nog een einde verder hetzelfde verzoek
en dezelfde belofte. Dit duurt zoo voort
lot aan den ingang van hei dorp hier
aangekomen, heeft de oude zich reels
verbonden niet meer dan tien personen
aan te tasten.
Nog tienzelfden dag zijn dertig perso
nen aangetast en sterven.
De boer haast zich tot bij de Pest
Gij zijt eene ondankbare, zegt hij.
gij debt uw woord niet gehouden
dertig personen zijn reeds gestorven,
Ik heb mijn woord gehouden, ant
woordt de oude vrouw dertig perso
nen zijn gestorven, dat is waai maar
tien zijn van de pest overleden en twintig
van angst.
Dus Vreest maar liever de influenza
niet.
FRANKRIJK.
De Influenza. En de toestand te
Parijs Ver van gunstig,, ge moogt het
gelooven. Maandag waren er 363 en
dinsdag 349 overlijdens.
In de departementen ziet het er niet
eel beter uit.
Te Marseille zij de zieken zeer talrijk;
men schat dat een derde der bevolking
is aangetast. De koffiehuizen zijn ver
laten.
Te Gap doen zich vele gevallen van
longontsteking voor.
Te Embruu en te Avignon doet de
influenza grooten vooruitgang en neemt
het sterftecijfer toe.
Te B istia zijn er met honderden lijders
en op twee dagen zijn er 60 soldaten in
het gasthuis gekomen.
Te, Brest neemt de zit kte in hevigheid
toe. De werkliê van het arsenaal zijn er
vooral aan onderhevig.
Te Poitiers is de postdienst geheelont-
redderd.
Te Le Mans zijn er vele huizen, die het
opschrift dragen a Gesloten wegens
influenza.
De prefekt der Isère is aan de ziekte
gestorven.
Verders zijn er nog beriehten ingeko
men van Nevars, Figeal, Aries, Valen
ciennes, Duinkerken, Rijssel, enz.
In Nederland is het al niet veel beter
gestaan.
Te Naarden heersclit de influenza in
die mate onder het garnizoen, dat het
hospitaal geen lijders meer kan bergen
en eene der bomvrije kazernen tot lijde
lijk zieken verblijf is ingericht. Daar
ouder de ziekenoppassers ook influenza-
lijders voorkomen, moet door infante-
risien in hunnen dienst worden voor
zien.
Ii: het rijks-opvoedingsgesticht te
Montfoort lijden van de 93 geïnterneer
den 48 aan de griep.
Het rijks-mililair hospitaal te Utrecht
is zoo overbevolkt, dat er handen te kort
komen voor de oppassing van alle lijders.
Tor beschikkingj/an den overste der in
richting, zijn 15 geniesoldaten gesteld
om de noodige hulp te verleenen.
In het marine-hospitaal te Helder zijn
80 lijders aan griep opgenomen, en dage
lijks komen er nog bij, Ook onder de
adelborsten en militairen der landmacht
komen vele gevallen voor.
Lord Salisbury om tot Engeland
over te gaan geraakt langzamerhand
hersteld, maar nu is zijn sekretaris, M.
Barringion, door de influenza aangetast.
Sir Do-iald Curria, het gekende Parle
mentslid, is eveneens ziek.
In den Londoner postdienst zijn er nu
in't geheel 2086 bedienden ziek, waar-
lusschen 300 telegrafisten.
Het hospitaal der Guards is overkropt
met lijders.
Te Londen zijn er verschillende
sterfgevallen, ten gevolge der heerschen-
ziekte, aangeteekend.
Tussclien de aangetasten telt men nog
de volksgeliefde zangeres Miss Marharet
Mac Intyre.
Te Weenen wordt de czeeksch-duit-
sche Conferencie door de influenza on
derbroken, daar twee voorname Czecken,
M. Matiush en graaf Clam Marlimcs er
door aangetast zijn.
De hulpkassen en ziekbussen van
maatschappijen worden, wegens de
influenza-, op een harde proef gesteld,
tengevolge der talrijke zieken, die onder
steuning vragen.
Te Mannheim zijn de scholen op hoo-
ger bevel gesloten.
Te Erfurt zijn er in de wapenfabrief
1600 werkliê ziek op 2500-
Te Keulen is liet aantal sterfgevallen,
dat in gewone tijden 60 bedraagt, tot
130 gestegen.
Te Metz zijn de leerlingen der semina
ries naar huis gezonden er zijn in de
stad zoo wat 8000 zieken,
SPANJE.
Een telegrafisch bericht uit Madrid
meldt de dood van den kleinen koning.
ZWITSERLAND.
Vreeselijke oogenblikken. Een be
ambte van een goederentrein, die zich in
de nabijheid van de spoorhalle van
Eclepetis, bevond, wilde van eenen met
schapen beladen wagen op een anderen
wagen overstappen hij viel en kwam
onder de wagens terecht.
Ongelukkiglijk haakte de kap van zijn
overjas vast en hij werd, met het gelaat
naarden grond gekeerd, meegesleurd.
Niemand had iets van het ongeluk gezien
en de arme man zag een zekeren dood
voor oogeti, Met inspanning van alle
krachten gelukte hij er echter in uit zijn
overjas ie komen, waarop de trein over
hem reed.
De man moest veertien dagen le bed
blijven, alvorens hij geheel van de gevol
gen der doorgestane verschrikkelijke
oogenblikken genezen was.