Hij volgde regelmatig al de zittingen der verscliillige rechtbanken en had zich dus in de gehoorzaal eene menigte recti terlijke uitdrukkingen en doenwijzen eigen gemaakt. Daarenboven bezat hij eenige geleerdheid. Hoorde hij nu eene zaak pleiten, waar van een der kliènten afwezig was, dan trachtte hij diens naam en adres te on derscheppen, schreef eeneu brief en zond er een jongen meé naartoe. De brief was van den volgenden in houd Mijnheer, Alles gaat naar wensch. Ik heb uwe zaak gepleit en zie mij verplicht de ge tuigen op te roepen tegen.... Gelief aari den brenger dezes eene som te overhandigen van frvoor huissier* en zegelkosten, die vaudaaj moeten betaald worden. Aanvaard, enz. (Handteeken van den advokaat.) Een persoon, die hij beproefde op deze wijze in de doeken ie leggen, ontdekte in den brief taalfouten, die voor eenen advokaat onvergeeflijk waren. Hij onder vroeg den brenger en vernam van dezen dal hij die om het geld gezonden had.... hem op den hoek der straat afwachtte. Niet alleen kliëiilen vanadvokaten maar tooneeldirekteurs werden op dezemanier door hem bestolen. Hij wist hen faveur- kaarten te doen afleveren, welke hij dan verkocht. Eindelijk geraakte hij in handen der politie en de rechtbank veroordeelde hem tot 9 maanden gevangenis. Almanak-horlogie. Naklank uit Laeken. Onder duizendsoorlige uitvindingen waar onze eeuw van licht de XIXe, rechi op roemen mag, is voorzeker nog de geringste niet, een eenvoudig uur weik, dat uiet gelijk eene gewone uur plaat, enkel drie, maar wel drie-en- twintig verschillende dingen aanwijst. Het werk, waarvan hier spraak is, is eene hangklok, die een sprekenden alma nak gelijkt, en door haren vernufligen uitvinder met den gepasten naam van Almanak-horlogie gedoopt wierd. Buiten de gewone uur-, minuut en secondwijzefs, duidt hel uurwerk aan den tijd met verhouding van de plaats tot verschillende steden van Belgenland en de hoofdplaatsen van andere wereld- deelen de schijnbare op-en afgaande zonwenteling om de aarde in 24 uren de ware op-en afgaande maanwente- ing om de aarde in 23 uren en 12 minu ten, en aldus, bij verschil van beide be wegingen, den gang en betrekkelijke plaats beider hemellichamen met de opvolgende maangestalten, aangewezen, door een koperen bol, die, naar gelang geheel of gedeeltelijk zichtbaar ofonzichi- baar wordt. Eene andere naald toont hoeveel uren de maan oud is met betrek lot 't hoog- watergetij, en ebbe en vloed worden zichtbaar bij middel van schijnbaar op en afgaande water in een glazen buis. Een derde wijzer duMtaan welke dag var» de week het is, terwijl zijn gebuur den datum toont der maand. Nog een ander priemken wijst aan in welke maand van hei jaar wij zijn, terwijl zijn makker in dezelfde ronde lusschen 21 en 22 van elke maand verspringt, om aan te toonen dat de zon onder een nieuw gesternte komt of om de zonueteekens aan te wijzen. Weer eene naald duidt aan onder welk sterreteeken van haren diergordel de maan beweegt. Op een andere ronde draait een wijzer die, op vier jaar eens rond zijnde, gedurig aanwijst in welk jaargetij wij zijn, en meteen op het laat ste vierendeel het schrikkeljaar aantoont. Blijven nog drie ronden de eerste met een wijzer, eens rond gaande op 19 jaar en toonende liet Guldengetal en den Epacta - - dn tweede met eene naald die rond is op 28 jaar, en voor altijd de Zon - dagletter aanwijst, vermits, na 28 jaar, de kring der dagen in dezelfde orde weerkeert ue derde met eenen wijzer, rond kruipende eens in eene eeuw, en toonende in welk jaar wij zijn. Een bijgevoegde tafel duidt voor altijd aan wanneer liet Paascheu is. Is dal niet een hoogst wonder uur werk En hadden wij ongelijk, als wij zegden dat het niet de geringste uitvin ding is onzer verlichte eeuw 't Is mogelijk het eerste dat gij over die Almanak-horlogie te lezen krijgt en nochtans 't is van gisteren niet dat hare wieltjes kruipen, gaan of springen Tien jaar reeds deden zij onafgebroken hun werk in volkomen orde en ongestoorde regelmatigheid Deze Almanak-horlogie heeft dertien aantooningen meer dan de meest gepre zen die tot nog toe in de vak bestaan. tiet treffendste is nog de maandwijzer. Deze gaat nooit geheel rond telkens de maand ten einde is, spring hij teru op den eerste. En hel schoonste van al is, de maand mag nu 28, 29, 30 of 31 dagen hebben, gij moet niet denken dat hij zal missen Neen.dat gaat altijd stipt, Heeft dc maand maar 30 dagen, hij zal op 31 niet komen staan, en is hel schrikkel jaar, hij zal den 29 februari niet vergeten. Wie toch den uilvinder mag zijn Dat moet voorwaar eeu vernuftig en hoogge studeerd man zijn. Vernuftig Ja wel. Maar gestudeerd neen Hei niemand anders dan een eenvou dig mensch van onzen Vlaamschen bui ten een brave man van het stille Maldt. ren Gusiaal de Bruyn. Figaro kondigt een langen brief af over den rampvollen brand te Laeken. Zooals wij gezegd hebben, is de brand voortge komen door de instellingen, waar men water kookte voor de zieke peerdeu. Deze peerden stonden uiet te Laeken, maar in de Naamscliestraal, achter het jaleis van Mgrden graaf van Vlaanderen, iteeds waren twaalf peerden gestorven, Oh op den avond voor den brand stierf konings lieflingspeerd, Roland. Te Lae ken stonden enkel de peerden van dienst. Daar echter het water in de stad niet gezond geoordeeld werd, gebruikte men water van Laeken, dat eerst op zekeren grand ge.koo' t weid. Om dit te doen had inen bijzondere ketels ingericht, in den vleugel va.i het kasteel, vroeger door prinses Charlotte en hare gouvernante bewoond. De schooljar;n van prinses Clementina waren voorbij en Mej. Josephine De Ran- court was op den 31 december gepetisi onneerd zij had dertien jaar in hel paleis gewoond. 's Morgens van 1 januari, hal zij hare koffers gepakt en zou 's avonds naar tiaar land naar Frankrijk vertrekken. Voor den lesten keer had zij met hare leerlingen het ontbijt genomen. Dc prin ses zal aan de piano, en Mej. De Ban court bladerde de muziek om, toen een bediende kwam binnen gestormd en riep Hoogheid, liet kasteel brandt De prinses en hare gouvernante liepen onthutst buiten de kamer de eerste snelde den hof in, de andere wilde naar hare kamer, om daar eenige weerden te redden. In hare kamer nam Mej. De Rancourt eenige gouden en zilveren voorwerpen en moet daarna naar de kamer der prinses geloopeu zijn. De vloer stortte in en liet is op die plaats, dat men den klomp, die naar lichaam geweest was, heeft terug gevonden ook daar lagen de voorwer pen van weerde. Mej. De Rancourt, aanbevolen door en hertog van Aumale, had eene duit- sche dame vervangen, Mej. Broessel, die gouvernante van prinses Stephanie was geweest, maar die eens de hand tegen hare leerlinge had durven opheffen, en daarom was doorgezonden. Verwonder lijk, twee vreemden waren met de op voeding onzer prinsessen gelast Mej. De Rancourt had eenen toenaam in het kasteel; men noemde haar Louise Michel hetgeen haar dikwijls zeer lastig maakte. Toen de dienstmeiden het ongeluk vernamen, dat haar was over komen, zegden zij ook De arme Louise Michel. In den brand zijn zooveel kunststuk keu niet vernield als men gedacht had, De Hobbema en de Leys (Instelling van 'i Gulden Vlies) zijn gered. Heel de biblio theek, met de boeken, die van Napole onstijd dagteekenden, zijn in de afban gen.Ie gebouwen terug-gevonden, waar zij door de grenadiers zoigvuldig werden gebracht. De Koning gaat het ongeschonden deel van Laeken andermaal bewonen Brus sel mist de wandelingen, waaraan Z. M sterk houdt. Het kasteel was niet, zooals reeds ge zegd is, per telefoon verbonden met Brussel maar er was wel eene verbii - ding met den Muntschouwburg, op dat men te Laeken de muziek zou kunnen hooren. De maand januari is, zegt de brief niet gunstig voor de koninklijke familie het is in januari dat de graaf van Henegauw stierf, het is in januari dat de prinses Stephanie Weduwe werd.... CORRESPONDENTIE. Ontv. van de.u lieer A. D. B. te St. N fr. 6,00 over 1889. Tol binnen weinige weken. STERFGEVAL. Uit Namen kondigt men het overlijden aan van den lieer de Bruges de Gerpinnes senateur voor liet arrondissement Namen De achtbare senateur overleed den 8 dezer aan de ziekte die zijne gezondheid sedert lang ondermijnde. DAGBOEK. /■Is eene merkweerdigheid heeft onze daglioi'khouder aangestipt dat Pieter Van den Stok te Aalst in 't jaar 1800 syuen ajuijn met droogte heelt gesaeyt en opge- daen zonder regen en veikogt 6 guld. den sak. November 1800. Den 9e deser we gende Zondag is'er omtrent den noen eenen geweldigen wind op gekomen uyt het westen die onbesehryvelyke schaede heeft gedaen en geduerd tot tegen den avond, waer door dal'erveel gebauwen syn in stuken gevlogen. Emmers dat er niemand vry en is van schaede d'een meer d'ander min, zoo wel in de stechn als buylen. Kerkenlhorens afgevlogen, windmolens zonder getal. Men zegt dat'er van Au'lenaerde tol Doornyk wel 60 lig gen ofte beschaedigt. Alhier syn gevallen den molen van Borsbeke, Vleckem, Eron- degem, Affligem, Wiese, den snuyfmolen op den Sisegem d' as met de kap afgevlo gen, den stampmolen op 'l Lokerenveld d'as met de kap afgevlogen. Emmers men ze jt dat er omtrent Ryssel 90 lig gen. Aengaende de hoornen die uytgevlo gen en in stukken geslagen syn dat is ontelbaar. Onder den molen van Vleckem syn 2 persoonen dood gevallen. Appel en peeren hoornen synder met menichte uytgevlogen en vele byuaeom verre, daer en waeren den dag daer uaer geen pan nen in Aelsl meer te krygen. December 1800. Den prys der graenen is altyd den selven, de tarwe 12 guld. 't koren 7 guld. de witte boonen tot 27 guld. den sak de boter van 40 lot 44 st. den steen. En zeggen dat de boter dan duur was Van den tyd is wynige veranderiuge de diefle by nachten en by daege is gioot, de moorderye is schroomelyk. Meert 1801. In dese raaend is door de fransche verkocht de koren wimmolen van d' abdye van Afflgem en is gestelt op Sisegem kauter en Schaerbeke. Augusti 1801 Den 9 deser ijn in onze kerke (Nieuwerkerken) d' eerste misse gelesen sedert den 17 September 1797 en dat nog bedektelijk in de Sacris- tey. September 1801. Op den dag van O. Vrouwe gehorte heeft het sterk ge- dondert, tot Moorsel is er vuer door den kerk Ihoren gevallen en in de kerk veel volk synde heeft dat vuer daer 3raen- scheu' geJood ende 4e in syn een oir ge- quesl waer door hij eenigen tyd daer uaer ook is gestorven en ook v ;ele ziek an alteratie. Aen den ihoren is wynige •chade. De tarwe geld tot 16 guld, t koren 9 guld. 't zaet tot 19 guld, de bo- I0l44a48, ttój vette verkens buyteu .s, de koeybeesten duer en de peerde- beësteu goeden koop. December 1802. - Den 9e deser syn de merkt daegen gestelt als voorgaende, zoo nochtans den lecadi vallende op den za- taterdag sal den merkt dag syn des vry daegs maer op den decadi en wort niet meer geleth. Ontrent Aelst en daer binnen ster ven veele menschen van een felle korse form van palissen. Op St. Jobs synder verscheyde huysen uyigestorven maer en heeft niet lang gedeurt. Mei 1802. Den 16 deser synde den 4° zondag uaer Paessen zyn in alle ker ken die uiet ontweyd en waeren d' eerste missen gelesen, in d' onse (Nieuwerker ken) ook 't sedert 17 september 1797, ook met dese occasie 't eerste lyk publiek en solemneel door den pastor Berlengee begraeven, te weten Carolus Van den Berge. Allerhande nieuws. NJotarieële annon een op de 4e bladzijde. Botermarkt. Heden zaterJag werden 1003 klonten boter ter merkt ge bracht, wegende te samen ongeveer 8030 kilogr. Prijs 66 a 77. Aan ons nummer van heden be hoort een bijvoegsel, namelijk, den uit slag der lottrekking van de Tombola der St-Jozefskerk. Almanak vanDenDen- derbode. Onze geëerde ahonnen- ten der stad ontvangen gelijktijdig met dees nummer een exemplaar van onzen Plak-Almanak. Aan onze geachte ahonnenten van den builen, zal een exemplaar in de eerste dagen der volgende week toegestuurd worden. De Bond dei* Katho lieke Bekwaamheidskie zers van Aalst zal, op Zondag 19 Januari 1«90. om 5 1/2 ure 's avonds ter Stedelijke Schouwburgzaal, aan zijne leden on hunne familie een Luister rijk Avondfeest aanbieden. Twee Blijspelen, zullen opgevoerd worden, namelijk, t°« 24 uren fabrikant en 2° liet verloren schaap Verdei orkest, tweczang en alleenzang. De katholieke kiezers vreemd aan den Bond worden tot hel feest uitgenoodigd doch zullen een inkomgeld van 30 cei tiemen te betalen hebben. Ongeluk te Teralphene, lie/e nacht is een belreurlijk ongeluk aan T Sas te Teralphene gebeurd. Twee schippers en de kapitein van een der sleepbooien op den Dender waren dezen nacht aan 'l visschen met de werpnet, Twee balken waren van 't sas afgeirok ken en uitdien hoofde was de stroom de waters geweldiger dan gewoonlijk. Op zekeren oogenblik werd de boot waarop onze visscliers gezeten waren, meêge- sleept en dreef door 't springsas. Boot en visscliers vielen geweldig in't beneden- d.-el van 't sas. Een schipper en de kapi tein van den sle- pboot zijn verdronken het lijk van den kapiien werd dezen mor gend alhier aan de Zeebergsche brug op- gevischt. De derde visscher heeft zich kunnen redden. Nadere bijzonderheden ontbreken. Sleepboot en schip waren hier vrijda; aamiddag doorgevaren. Er wordt thans stellig verzekerd, dat op verlangen des konings, liet afge brande kasteel van Laeken zal heropge richt worden, volgens de plans van liet oorspronkelijk gobouw, met dit onder scheid dat al de balken in ijzer zullen zijn Uit hel policierapport, opzichtens den brand van den Beursschouwburg, blijkt dal de post der Graanmarkt bet eerst van al verwittigd werd, door de vrouw van eeneu patale frite verkooper. Zij kwam het bureel binnen gesneld, en kon niets anders zeggen dan Mijnheer, hel brand in den Beursschouwburg daarna viel zij in bezwijming. Het verslag zegt ook dat in een kwart uurs tijd, geheel het gebouw in volle vlam stond. De leergangen van Gentsche Athe- npuin zijn tot den 13 januari gesloten uit hoofde her heerscgende influenza. Alleen de hoogescliool blijft open. Aide stads scholen zijn gesloten. Het krijgshospitaal is stampvol mei influ-mzalijders de eet zaal is in ziekenzaal herschapen. Tot heden levert de ziekte echter geen gevaar op. Een dezer leste nachten hebben vier soldaten van bet 10° linie, te Leu ven in garnizoen, wanorders veroorzaakt welke erge gevolgen hadden kunnen heb ben. Zij waren over den muur der kazer ne geklommen, langs den Katholieken Kring, een geweer en kardoezen met kogels meênemende. Onder hen bevon den zich, zoo liet schijnt, twee oud-ver oordeelden. Di kerels gingen in de her bergen, eiscbteii drank en betaalden slechts met bedreigingen. De patrouille, door do plaatselijk policie verwittigd, heeft hen naar de kazerne teruggebracht. Het is slechts na een tamelijk langdurig gevecht, del die woestaards zich hebben overggeven. Ongeluk op de Schelde te Antwerpen. Twee (londen. Donderdag avond rond 3 ure, maakte een tamelijk onstui mig weêr het manceuvreeren der schepen zeer moeielijk. De engelsche stoomboot Cardiganshire werd uit de nieuwe dokken gehaald en moest aan de Ortcliuskaai vastgemeerd wo.rden. 11 een bootje waren twee bootjesroeiers de genaamde Frans Collard en Edward Estercamp, die vóór en rond het schip vaarden om de trosseu van boord naar wal te brengen. De lievige wind en de sterke stroom slingerden hunne boot tegen de voorste en van de Cardiganshire, zoodat zij met den bi'dem tegen net anker sloeg, welk half in 'l water hing. Hel vaartuigje kapsijsde en verdween in de diepte met de twee mannen. Door liet zuigen van hel schip en tevens door de snelle vaart van hetzelve kwamen boot noch mannen meer boven, en vrij dag morgend had men de roeiers no; niet opgevischi. Me had gezien dat beiden elkander bij het omslaan va.i den boot vasthielden. Collard was herbergier en booijes- roeier, woonde in de Schipperskapel straal en laat eene weduwe met zes minderjarige kinderen van 10 jaar tot maanden achter. Estercamp was geen eigenlijke boot jesroeier, maar een kaskensmiker, die sedert eenige weken zonder werk was. Oin iets te verdienen hielp hij deuboven- genoemden roeier. Hij woonde op een bovenkwartier der herberg de Loodschuit St Paulusplaats, waar eene inschrijving*- lijst ten voordeele zijner wen uwe open ligt. Deze ook blijft met vijf kinderen achter, waarvan liet oudste 11 jaren ei: het jongste 4 maanden oud is. Men zegt dat Collard eene som 300 fr. in zijnen porie monuaie droeg op liet oogenolik dal liet ongeluk hem trof, Een zonderling ongeval hu 1 te Luik dijnsdag plaats. Een aannemer had voor het verrichten van stadswerken de groote kraan aangekocht, die gediend heelt voor het bouwen van het posihotel Ie Brussel en eene draagkracht heelt van 10.000 kil Ten einde eene proef te nemen had de aannemer zich voorgenomen het stand hee.ld van André Dumont van zijn voet stuk te lichten. Dit beeld weegt, slechts 5000 kilos. Toen het opgelicht was, gin gen de kabels los en André Dumont kwam op den grond te rechtgelukki; werd de man niet zeer erg beschadigd Een huisgezin verslikt. Ziehiêr wat de Luiksche dagtiaden over de ver siikking van een huisgezin te Herstal melden Het huisgezin Levaux bewoonde een klein kamerken, waarin niets stond da eene sloof, eene kas, een bed en eene wieg. In hel bed lag Levaux met zijne vrouw en de oudste kinderen een zuigeling, nog maar eenige uren oud, lag in de wieg. Rond 3 ure was de echtgenootc Le vaux, eene moedige, sterke vrouw, op gestaan oin de stoof aan te steken, maar was daarna weer le bed gekomen. Ten 5 ure, kwam de bewoner van de naalsliggende kamer den man roepen om naar de koolmijn tc gaan. Ik werk vandaag nietwerd er ge antwoord en de gebuur ging zijnen weg door. Maar rond 9 ure, vond de vrouw van den gebuur het verwonderlijk dat zij het kind niet hoorde schreeuwen, en dat er niet de minste beweging in de kamer der buren te bespeuren was. Zij klopte op de deur, maar bekwam geen antwoord. Toen riep zij nog gebu- reu en deze, na nogmaals geklopt te heb ben, braken de deur open en kregen een ijselijk schouwspel te zien. Levaux lag op den grond. Hij had, uit het bed vallende, de wieg omvergewor pen en was op het kind te recht geko men. Dit leste was dood en Levaux la te zieltogen. In bet bed lag eveneens ie vrouw le gen de dood le worstelen. Naast haar lag hel oudste kind insgelijks dood, ter wijl een ander, op de borst der moedei liggende, de eersie uitwerking der ver stikking begon te gevoelen. Al die arme lieden waren vergifti door kolendamp. De gendarmerie en de policie, die aanstonds verwittigd werden, snelden toe en geneeskundige hulp wer uadelijk aangebracht, doch Levaux stier zonder het bewustzijn terug bekomen hebben. De toestand der vrouw is zeer zorg wekkend. Werkstakingen. i)e toestand niet veranderd. De gendarmerie wor* verstrekt en de burgers en handelaars vragen de tusschenkomst der overheden De mijnwerkers blijven beweeren d; hel linn onmogelijk is, 11 uren per dag te werken. De bestuurders en patroons houden an hunnen kant staande, dat het hen onmogelijk is eene toegeving te doen. Er is een uur noodig voor het net rdalen en een uur voor het boven komen en al de ndere voorbereidende bezigheden nemen nog zoo veel lijd weg dat men dagen dooreen genomen slechts op 7 tot 8 uren kan rekenen. Die vraag om vermindering van uren is slechts een voorwendsel om de werk staking te doen voortduren, wanneer de opstokers zagen dat de vraag om loons- verhooging schier algemeen werd toege staan. Er is van niets kwestie dan van een ordewoord. Wat er van zij, de gevolgen van de werkstaking worden alle dagen gevoeli ger en alle groote nijveraar bevoorraden zich met vreemde kolen. Uit Gilly meldt men dat de karate der werkstakers slechts schijnbaar is. Wan neer zij echter de kans klaar zien, randen zij de werkliê aan, die van de mijnen komen of er naar toe gaan. Gelukkig houden de gendarmen de wacht. In den Borinage is liet getal werksta kers van 6000 op 4000 gedaald. In ver- scheideue putten is hel werk hervat. De werkstaking zal hier waarschijnlijk niei oortduren. De Association Charbonnière heeft eenen brief naar den gouverneur der provincie geschreven, waarin zij verklaart, hare beslissing in openbare vergadering geno men, staande te houden. Zij verklaart zich o.'bevoegd om te be slissen in zake van werkloonen en dag- uren, en bevestigt dat elke mijnmaat- scnappij of eigenaar volkomen vrij te handelen zoo als de omstandigheden hen ulks voorschrijven, daar de wijze exploileering en ontginning in schier alle mijnen verschillend is en er geen eenvor mig besluit kan genomen worden. Een geneesmiddel tegen de razernij. DeE. P. je/uiel Hagenbeek, missionnaris bij de Traons, verhaalt liet volgende in eenen brief aan de Missions Calholiques Over eenige maanden, tijdens mijne rondreis ten noorden van Dighia, was ik te Barambai aangekomen en gehuisvest onder de veranda van eenen rijker, buny- ari dien ik in Januari had gedoopt. Daar werden nu zeven personen, waaronder twee mijner dragers, door eenen razen- den hond gebeten. Aanstonds beval ik stukken ijzer witgloeiend te maken, o n hunne diepe wonden uit to branden, maar die lieden aanzagen mij lachende en zegden Ei, Saheb, 't is niemendal wi hebben een uitmuntend geneesmidde legen de razernij.... Dat gaat gij zien. De hond kwam weer aanloopen een der mannen sloeg hem dood, een andere deed hem open, haalde er de trillende lever uit, en sneed er stukken van, welke de gekwetsten rauw en bloedend opalen Nu is er geen gevaar meer, zegden zij. Daar ik ongeloovig bleef en nog aan Inetd voor 't uitbranden, bracht inen eenen man bij mij, die wijde lidteekens aan de beenen had. Die man was over vijf jaar door eenen grooten razenden hond gebeten, bad een bloedend stuk der lever van bet dier geëien en nooit eenig gevolg van zijne wonden gevoeld. Het huidig feit had plaals op 't einde van Meert wij zijn nu den 3 October de wonden zijn genezen en de gebeten blijven voortdurend gezond. Wat moet men gelooven van dat spe ciliiek middel en wat zou M. Pasteur er van zeggen Onze inlanders beweren zelfs dat dit middel, toegediend aan eenen mensch reeds door de razernij aangedaan, hem onfeilbaar zou genezen. De Boer en de Pest. Door eenen bosoh rijdend, op weg naar ziji dorp, wordt een boe?' door eene oude vrouw staande gehouden, die hein ver zoekt haar mede te nemen. Wie zijt gij vraagt de boer. Ik oen de Pest, antwoordt de oude vrouw. Verschrikt geeft de boer zijn peerd de zweep, zoo dat het met geweld vooruit schiet. De vrouw grijpt het bij de teugels. Waarom zoudt gij vluchten, vraa; zij den man. Gelooft gij dat ik niet zon der u in uw dorp zal kooien Ik zal er alleen wat later komen, dat is alles. Wee.- dus verstandig en neem mij mede in ruil, zal ik noch u noch eenen der uwen besmetten. Stijg op mijne kar, zegt de hoer. Zij rijden voort. Honderd stappen ver der doet de boer zijn peerd stil staan. Indien ge mij een gitioegen wilt doen, zegt hij tol do oude vrouw, spaar dan ook die,ten die, en die. Ik zal hen sparep, antwoordt zij. Nog een einde verder hetzelfde verzoek en dezelfde belofte. Dit duurt zoo voort lot aan den ingang van hei dorp hier aangekomen, heeft de oude zich reels verbonden niet meer dan tien personen aan te tasten. Nog tienzelfden dag zijn dertig perso nen aangetast en sterven. De boer haast zich tot bij de Pest Gij zijt eene ondankbare, zegt hij. gij debt uw woord niet gehouden dertig personen zijn reeds gestorven, Ik heb mijn woord gehouden, ant woordt de oude vrouw dertig perso nen zijn gestorven, dat is waai maar tien zijn van de pest overleden en twintig van angst. Dus Vreest maar liever de influenza niet. FRANKRIJK. De Influenza. En de toestand te Parijs Ver van gunstig,, ge moogt het gelooven. Maandag waren er 363 en dinsdag 349 overlijdens. In de departementen ziet het er niet eel beter uit. Te Marseille zij de zieken zeer talrijk; men schat dat een derde der bevolking is aangetast. De koffiehuizen zijn ver laten. Te Gap doen zich vele gevallen van longontsteking voor. Te Embruu en te Avignon doet de influenza grooten vooruitgang en neemt het sterftecijfer toe. Te B istia zijn er met honderden lijders en op twee dagen zijn er 60 soldaten in het gasthuis gekomen. Te, Brest neemt de zit kte in hevigheid toe. De werkliê van het arsenaal zijn er vooral aan onderhevig. Te Poitiers is de postdienst geheelont- redderd. Te Le Mans zijn er vele huizen, die het opschrift dragen a Gesloten wegens influenza. De prefekt der Isère is aan de ziekte gestorven. Verders zijn er nog beriehten ingeko men van Nevars, Figeal, Aries, Valen ciennes, Duinkerken, Rijssel, enz. In Nederland is het al niet veel beter gestaan. Te Naarden heersclit de influenza in die mate onder het garnizoen, dat het hospitaal geen lijders meer kan bergen en eene der bomvrije kazernen tot lijde lijk zieken verblijf is ingericht. Daar ouder de ziekenoppassers ook influenza- lijders voorkomen, moet door infante- risien in hunnen dienst worden voor zien. Ii: het rijks-opvoedingsgesticht te Montfoort lijden van de 93 geïnterneer den 48 aan de griep. Het rijks-mililair hospitaal te Utrecht is zoo overbevolkt, dat er handen te kort komen voor de oppassing van alle lijders. Tor beschikkingj/an den overste der in richting, zijn 15 geniesoldaten gesteld om de noodige hulp te verleenen. In het marine-hospitaal te Helder zijn 80 lijders aan griep opgenomen, en dage lijks komen er nog bij, Ook onder de adelborsten en militairen der landmacht komen vele gevallen voor. Lord Salisbury om tot Engeland over te gaan geraakt langzamerhand hersteld, maar nu is zijn sekretaris, M. Barringion, door de influenza aangetast. Sir Do-iald Curria, het gekende Parle mentslid, is eveneens ziek. In den Londoner postdienst zijn er nu in't geheel 2086 bedienden ziek, waar- lusschen 300 telegrafisten. Het hospitaal der Guards is overkropt met lijders. Te Londen zijn er verschillende sterfgevallen, ten gevolge der heerschen- ziekte, aangeteekend. Tussclien de aangetasten telt men nog de volksgeliefde zangeres Miss Marharet Mac Intyre. Te Weenen wordt de czeeksch-duit- sche Conferencie door de influenza on derbroken, daar twee voorname Czecken, M. Matiush en graaf Clam Marlimcs er door aangetast zijn. De hulpkassen en ziekbussen van maatschappijen worden, wegens de influenza-, op een harde proef gesteld, tengevolge der talrijke zieken, die onder steuning vragen. Te Mannheim zijn de scholen op hoo- ger bevel gesloten. Te Erfurt zijn er in de wapenfabrief 1600 werkliê ziek op 2500- Te Keulen is liet aantal sterfgevallen, dat in gewone tijden 60 bedraagt, tot 130 gestegen. Te Metz zijn de leerlingen der semina ries naar huis gezonden er zijn in de stad zoo wat 8000 zieken, SPANJE. Een telegrafisch bericht uit Madrid meldt de dood van den kleinen koning. ZWITSERLAND. Vreeselijke oogenblikken. Een be ambte van een goederentrein, die zich in de nabijheid van de spoorhalle van Eclepetis, bevond, wilde van eenen met schapen beladen wagen op een anderen wagen overstappen hij viel en kwam onder de wagens terecht. Ongelukkiglijk haakte de kap van zijn overjas vast en hij werd, met het gelaat naarden grond gekeerd, meegesleurd. Niemand had iets van het ongeluk gezien en de arme man zag een zekeren dood voor oogeti, Met inspanning van alle krachten gelukte hij er echter in uit zijn overjas ie komen, waarop de trein over hem reed. De man moest veertien dagen le bed blijven, alvorens hij geheel van de gevol gen der doorgestane verschrikkelijke oogenblikken genezen was.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1890 | | pagina 2