Medeburgers, leest en oordeelt Pastoor en rabbi.Alt me» de geuzen- bladen wilde gelooven zouden er geene heviger budgetslikkers zijn dan de pastoors. Het katholiek blad le Luxembourg ant woordt met de winsten op te geven van den joodschen rabbi te Arlon. Die heer trekt 1300 frank jaarwedde van den Staatdan volgen zijne bijwin sten als offeraar, zijne vergelding voor het leeren van hebreeuwsch aan de kin deren,zijne honorariën voor de diensten, totaaldrie tot vier duizend frank, voor ongeveer 200 Joden, terwijl een pastoor die 950 fr. jaarwedde trekt, met zijne bijwinsten nauwelijks tot 1500 of ten hoogste 1800 fr. komt, voor eene bevol king van duizend tot twee duizend zielen. Ave rabbi Het tweegevecht. Indien er een gebruik is, waarvan in Duitschland misbruik wordt gemaakt in het leger, dan is het wel het tweege vecht. In Duitschland vecht men letterlijk voor een rotten appel of eene doode musch, en, hoe hevig de reklamen ook waren, men moedigde veeleer die zotte vechterijen aan, dan ze te verbieden. Keizer Wilhelm heeft aan dit ingewor teld gebruik, de hand geslagen, en of schoon het eervoller ware geweest het tweegevecht in eens te verbieden, moe ten wij toch zijnen iever prijzen, om er paal en perk aan te stellen. Voortaan mag er geen tweegevecht meer plaats hebben vöor dat twee kolo nels de zaak onderzocht hebben, en dan nog slechts in twee gevallen 1. slagen in het publiek, voor welke men weigerde zich te verontschuldigen 2. beleediging aan eene vrouw, familie of verloofde van den officier, die het cartel gezonden heeft. Eene toelating tot tweegevecht wordt niet gegeven als de twist ontstaat in een gezelschap, koffijhuis of herberg, als een der vechters reeds driemaal op het ter rein is geweest, of als een der twistzoe kers getrouwd of vader van familie is. Wij zeggen er is eenige verbetering doch 't is niet genoeg. In Engeland wordt het tweegevecht in het leger als eene oneer aangezien en wij zouden het tweegevecht, onder het artikel van moord willen geplaatst zien. Landbouw. Uit Assen, in Nederland In deze pro vincie zijn de plannen tot oprichting van boter-fabrieken aan de orde van den dag. Van eene boterfabriek te daelen is de eerste steen gelegd die te Smilde is aanbesteed. Plannen tot oprichting van dergelijke fabrieken, zijn meer of min tot rijpheid gekomen in de gemeente Havelte, Hooge- veen en Nijeveen. Tot nu toe zijn het enkel de vrucht baarste streken, waar eene zuivelfabriek reden van bestaan heeft. Oud-Drente dingt nog niet mede naar den prijs voor uitstekende boter. Later misschien wel. Navolgensweerdiy. Buitengewoon veel bouwland is in het westen van Fries land, Holland, bestemd om dit jaar groene erwten voort te brengen. De hooge prijzen voor dit artikel het vorige jaar in Engeland betaald, en de verwach ting, dat die prijzen niet zullen dalen, hebben de landbouwersals uitgenoodigd. Van half augusti verleden jaar tot voor korten tijd zijn door twee graankoopers in Harlingen alleen wel 45,000 hectoli ters groene erwten naar Engeland ver zonden. Die erwten werden eerst uitge zocht, voor welk werk 60 cents per hec toliter is betaald, zoodat de arme ge meente aldaar daaraan ruim 9000 gl. heeft verdiend, Brusselsche geleerdheid. Opgevangen op den doortocht van den lijkstoet van Mgr de Haerne. Wie is 't die men daar begraaft Een kanonnik. En maakt men daar al die parade voor? Och ja, met het klerikaal goeverne- ment moet men zich aan alles verwachten. Een andere vroeg Wie is dat, die er dood is Een lid van het congres. 't Is wat schoons met dat congres ze komen nu al maanden bijeen en de slavenhandel in blanken is nog zoo ver als vroeger, 't Eenigste is dat er eenige duitsche vrouwen over de grenzen zijn gebracht. Een derde, op den doortocht van de oud-strijders van 1830. Och armeEn zeggen dat die nog met Napoleon hebben gevochten In Den Dendergalm van zondag jl. lezen wij 't volgende Denderbode hoopt dat die eerste ci viele indelving de laatste wezen zal. Wij koesteren er eene andere namelijk, dat personen, welke gedurende hun leven met de kerk afgebruken hebben het tot hun laatste levensstond blijven zullen. Alle begin is moeilijk en de eerste stap is in Geerardsbergeu gedaan de macht en de verwaandheid der geestelijkheid zal maar verdwijnen naarmate hunne geldelijke inkomsten zullen verminde ren. De Dendergalm koestert dus de hoop dat alle de personen die, door de hel sche liberale leering misleid, met de Kerk hebben afgebroken, T is te zeggen, die 's zondags geen mis hooren, God vervloeken en zweren en hunnen paaschen niet houden, hierin tot op hun doodsbed zullen blijven volherden, in andere woorden, verstokt zullen blij ven in hunne boosheid en sterven zon der tot God terug te keeren, om bij gevolg, zonder kruis noch gebed begra ven te worden. De Dendergalm verklaart dus dat hij de vrijdenkerij voorstaat en, even als alle vrijdenkers, de HH. Sacramenten der Kerk verstoot van de geboorte tot de dood Dus, geen H. Doopsel, geen eerste Communie,geen kerkelijk Huwelijk,geene Biecht, geene HH. Sacramenten meer leven en sterven gelijk een redeloos dier Ziedaar volgens Den Dendergalm, de liberale volmaaktheid Aan zooveel openhertigheid hadden wij ons inderdaad niet verwaeht Meer dan eens hebben wij er de aandacht op ingeroepen dat De Dender galm zichtbaar naar de vrijdenkerij, overhelde, maar nu is er geen twijfel meer. Ja, nu bekent hij klaar en onbe twistbaar dat hij het orgaan is der vrij denkers onzer stad en gesticht werd tot de verspreiding hunner helsehe leer stelsels. En wie is de stichter van Den Dender- De liberale associatie 't Is dus voor rekening onzer liberalen dat De Dendergalm werkt en handelt 'tis voor hunne rekening dat hij weke lijks den Godsdienst belasterd, de kerke lijke ceremonien bespot, de priesters en kloosterlingen begekt en de eer van me- nigen deftigen katholiek zoekt te roo- veu Ziedaar, geachte medeburgers, de lie den die over onze zoo katholieke en godsdienstige bevolking zouden willen heerschen. Laat er ons, voor 't oogenblik over zwijgen, weldra zal het kiezing zijn en dan, wanneer de liberalen met eene scheinheilige tronie zullen komen verkla ren dat zij den H. Godsdienst onzer vaderen, verre van vijandig, zelfs zeer genegen zijn, zullen wij den wensch van Den Dendergalm, van hun orgaan, weten te herinneren. Ons proces. Wij zouden over deze zaak nimmer zijn teruggekomen, doch De Dendergalm dwingt er ons toe. Slimmeken beweert dat onze veroor- deeling ons hart heeft geraakt, in andere woorden, ons diep getroffen heeft, daar wij er gedurig op terugkomen. Wij begrijpenliefst had men in zekere kringen gezien dat wij het vonnis afkon digden zonder eenige bemerking. Wij zouden dus aan onze geachte lezers die de fransche taal niet machtig zijn, niet mogen uitleggen hebben waar om en hoe wij veroordeeld zijn gewor den? Ja, wij zouden de uitdrukkingen in ma rollen (ransch onzer Aalstersche Madame de Sévignée, niet meer mogen herhalen hebben en toonen dat wij berouw had den En waarom zouden wij aldus moeten handelen Waarom mochten onze geachte lezers de oorzaak onzer veroordeeling niet kennen Wij hoeven er niet over fe blozen gelijk Den Dendergalm over de zijne. Ook hebben wij ons achter geenen strooiman trachten te verschuilen zooals hij, maar te vergeefs, deed Het arrest van 't Beroepshof bestatigt dat een groot getal personen te Aalst en elders met de omstandigheden der zaak bekend waren en dat deze aan onze woorden de beleekenis niet hebben gege ven die heerschap Leclercq er aan geeft. Maar dat het iu tegendeel onbetwist baar is dat die omstandigheden voor een zeker deel onzer lezers zijn moeten on bekend blijven en dat deze personen onze woorden niet hebben kunnen uitleggen dan in de zin van eene hoogst beleedi- gende zinspeling op onzedelijke gewoon ten, enz. Dus zijn wij veroordeeld op de loutere veronderstelling, 2onder cenig bewijs, dat zekere personen aan onze uitdruk kingen de beteekenis hebben kunnen geven die zij volgens heerschap Leclercq zouden hebben iets waartegen wij uit alle onze krachten protesteeren En dat zouden wij niet mogen bekend maken Slimmeken schrijft verder dat wij niet hebben meêgedeeld dat het vonnis van Dendermonde zegt dat onze uitdrukkin gen plomp, vuil en onwaardig zijn van eene achtingswaardige pers. Als men dat aanneemt dan geeft men aan onze uitdrukkingen den zin dien zij niet hebben. En men denke-niet dat het publiek zich de volgende vraag niet hebbe gesteld Maar als de uitdrukkingen van Den Denderbodeplomp vuil en onwaardig van eene achtingswaardige pers zijn, dan beteekenen zijdatgene wat heerschap Le clercq beweert en nochtans de Rechtbank van Dendermonde verklaart dat ze niet eerschendend zijn, en dus bijgevolg niet beteekenen wat heerschap Leclercq be» weert?.... Waarom zouden wij dat uu moeten verzwijgen, wanneer de Rechtbank vau Dendermonde er geene eerschending inziet en het Hof van beroep ons slechts veroordeelt in de bovengemelde omstan digheden Onze houding jegens onze lezers is onbetamelijk en tevens oneerbiedig jegens het gerecht beweert Slimmeken nog. De Dendergalm die ons lessen geeft van betamelijkheid er. eerbied jegens het gerecht, hij, die terwijl zijn proces wegens laster en eerroof hangen de was, de uitspraak dorst voorzeg gen Waar gaat de dwaze pretentie zich dan toch nestelen Zie in eenen spiegel, jongen, en bekijk u eens goed Maar zie, 't is van ouds gekend de vuilste verkens willen altijd 't schoonste strooi. Wat wij uit deze lusschenkomst van Den Dendergalm mogen besluiten, 't is dat het zou schijnen, dat men in zekere kringen door 't arrest van Gent meer en dieper getroffen is dan Den Denderbode. Is het onze schuld dat ter gelegenheid der afkondiging van 't arrest meer dan eene vermaarde uitdrukking in marollen franscl) aan Mraetfe Sévignée toegeschre ven, zijn herinnerd geworden en er dan ook eens hartelijk gelachen werd met Nos deux derrières se louchent en meer andere uitdrukkingen die haar de ver maardheid geven en haar eindelijk een standbeeld zullen doen oprichten RECHTERLIJKE KRONIJK. De heer Allard welke op eene jacht partij in de Ardennen zijn gezel den heer Ber^mann, raadsheer aan 't Beroepshof van Brussel, bij ongeval, neêr^choot, komt door de Rechtbank van Marche veroordeeld te worden tot duizend franks boete of drij maanden gevangenis en 150 duizend franks schadeloosstelling aan de weduwe en kinderen. Volkskamer. De Vergadering heeft de begrooting van Landbouw, Nij verheid en Openbare Werken bij eenpa righeid der 7-5 aanwezige leden aangeno men. Na de beraadslaging over een ver zoekschrift betrekkelijk den millitaren dienstplicht der Belgen in Frankrijk gebo ren,ging de Kamer over tolde algemeene bespreking der begrooting van binnen- landsche zaken. Men weet dat, ter gele genheid van de 25e verjaring der troons beklimming van Z.M. onzen Koning,eene som van 2 millioen zal worden bestemd tot stichling eener hulpkas voor de slacht offers van het werk. Deze som is zeer aanzienlijk en het gouvernement stelt voor slechts 150 duizend franks te be steramen voor de feesten. De liberalen stelden voor dit krediet tot een millioen te brengen. M. Woeste stelde voor te wachtentot dal't programma is opgesteld. M. Coremans \roeg of, in geval van ver meerdering van 't krediet, de provinciën er haar aandeel zouden in gehad hebben. De heer minister antwoordde vlakaf neen. In dit geval, wedervoerde M. Coremans, is 150,000 franks voldoende. Op 'loogen blik der stemming, rond 5 1/2 ure,was de Kamer nimmer in getal. STAD AALST. Bond der Katholieke Bekwaamheidskiezers. Plechtige uitreiking der diplomas van het kiesexaam, op Zondag 30 Maart 1890, om 6 1/2 ure 's avonds, ter Stadschouw burgzaal. LUISTERRIJK AVONDFEEST. Opvoering van Ouive blijspel met zang, Eene Misgreep, Het dorp In rep en roer J klucht spel, enz. De katholieke kiezers, vreemd aan den Bond, hebben toegang, mits een inkom geld van fr. 0,50 per persoon. Men zal een streng toezicht houden. Allerhande nieuws. Zie IVotarieele annoncen 4dc bladzijde. Botermarkt. Heden zaterdag werden 955 klonten boter ter merkt ge bracht, wegende te samen ongeveer 7650 kilogr. Landbouvv-eereteeken. In zilling des Gemeenteraads van gister vrijdag, werd het eereteeken van 2® klas behandigd aan den heer Petrus Podevyn- Coppens, hovenier, Bergestraat, te Aalst- Mijlbeke, hem door Z. M. den Koning verleend in belooning zijner menigvul dige diensten aan delandbouw-nijverheid bewezen. DE VLAAMSCHE PATRIOT. 30 MAART 1890. ÏO centiemen de nummer. INHOUD. Tgekeningen Generaal van Caprivi. Mgr de Haer e op zijn sterfbed. Ten tijde dat de beesten spraken Slecht nieuws dal is er een' goei hoogmoed en ootmoedigheid rijk dom en armoede. Een Aprilvisch. De kleine Boquet. De beschroomde Engelschman. Tekst Kronijk der week. Antonia (vervolg.) Fortunatus' beurs en zijn wenschhoedeken (vervolg). Een April visch. - De kleine Boquet. —De be schroomde Engelschman (vervolg en einde) Huishoudelijke raadgevingen. Dit jes en datjes. Door het overlijden van Mgr de Haerne,is het ouderdomsdekenschap van de rechter- naar de linkerzij overgegaan. Het is M. Frère-Orban, welke ihans het oudste lid der Kamer is. Het parket van Brussel heeft ver volgingen ingespannen legen eenen En gelschman, die bij middel vau aankondi gingen in dagbladen, kapitalen te plaat sen vroeg. Hij woonde in eene villa te Elscne en hield een hall bataillon dienst boden. Met den trein, welke hij voerde, was hij er in gelukt eene gansche me nigte raenschen te verblinden en geld los te maken. Het schepenkollegie van Sl-Joost- ten Noode zal in de eerstvolgende ge meenteraadszitting voorstellen den naam van Mgr de Haerne te geven aan de straat waar de doorluchtigen priester woonde. Zoo het schijnt zijn de plaatsen op de Genlsche foor dit jaar fel betwist ge worden en zullen zij aan de gemeentekas zoo hard beproefd door de goochel toeren van Flup Eugelbeen eene som van 50,000 opbrengen. Een vermaard wafelhuis heeft zijne gewone plaats 1582 fr. moeten betalen, in plaats van 800 fr., welke het verleden jaar betaalde de cirk-'.atti b.'taald een plaatsgeld van 3,400 fr. En dat alles voor veertien da gen. Mcr; kan oordeelen welke verliezen de fooremannen ondergaan bij ongunstig weer. Meer dan eens hebben zij groote moeite om deze te herstellen, gedurende het geheele seizoen, dat met de gentsche foor wordt geopend. In den nacht van 26 tot 27 Maart, is te Lokeren eene nogal aanzienlijke lijnwaaddiefte gepleegd. Op den meersch toebehoorende aan den heer C. Cruyt, gaan de burgers hun linnen bleeken. Daar lag nu het waschgoed van den heer R. Verhofstadt, weezen De Poorter, de heer A. Nimmegeers, jufvrouw J. Maes en anderen, welnu, 't is al verdwenen, uitgenomen eenige katoenen beddelakens al het linnengoed is gestolen. Dit doet veronderstellen dat de dader of daders bekend waren met de ligging. Men ver onderstelt ook dat de kwaaddoeners met eenen boot langs de Durme gekomen zijn, daar de vracht anders te zwaar zoude geweest zijn om te dragen. De policie denkt op het spoor der plegers te zijn. Verslikt al eten. In strijd met een brusselsch dagblad, verhalende _dat de genaamde Allard De M...,van Wareghem, aan de gevolgen van hel overmatig ge bruik van den genever zou bezweken zijn, zijn wij in state te melden dat het verhaal onnauwkeurig is. De arme drommel is in zonderlinge omstandigheden aan zijne dood gekomen. Hij was bezig met verkensvleesch le eien in eene herbergc van Zulle, toen hij plotseling van zijnen stoel zakte en een lijk was, voor dat men hem hulpe had kunnen verleenen. Men dacht dat de genever de oorzaak zijner dood was, maar de wetsdoctors, die de lijkschou wing hebben gedaan, hebben bestatigd dat een stuk vleesch van een vierendeel (100 grammen) in zijne keel was blijven steken en den ongelukkige verstikt had. Eene moordpoging is in den nacht van maandag lot dinsdag te St-Andries gepleegd op den jachtwachter Hendrik D'hondt. Deze wachter deed zijne ronde, wanneer hij op eenen afstand van 35 meters eenen lichtbak oniwaarde. Gena derd zijnde om de wildstroopers te ver rassen, werd hij opgemerkt door een hunner, die twee geweerschoten naar hem loste. Gelukkig kon de wachter zich verschuilen achter een boomen en ont ving slechts een loodkorrel in een vin ger. Hendrik D'hondt antwoordde weldra door geschot en zag een der wildstroo pers vallen, maar geholpen door zijne kameraden zal hij met de anderen heb ben kunnen ontsnappen De jachtwachter heeft zijne aanvallers niet kunnen erkennen. Uit Adinkerke wordt de volgende zeldzaamheid gemeld Er is aldaar geboren eene dochter Rooryck, zij heeft voor vader Jules Roo- ryck, schepen van de gemeente en voor moeder Eugenie Rooryck is ontvangen geweest door M. Emile Rooryck, doctor te Wulveringliem gedoopt door den E. H. llemy Rooryck, onderpastoor te Oostende, en heeft voor peter, den E. H. Rooryck, onderpaster le Rousselaere, en voor meter Eulodie Rooryck. Waren nog tegenwoordig bij '1 doop sel de twee grootvaders Rooryck en nog twee oomen Rooryck. Dus elf Roorycken Wij vernemen uit goede bron, dat de cerw. paters Picpussen, van Leuven, het Klein Withuis, te Aarschot, hebben aangekocht, om er, ter gedachtenis van den apostel der melaatschen, pater Damianus De Veuster, een zendelingen huis in te richten, en het grootsch werk van den heldhaftigen kloosterling voort te zetten. De kop van 't zwjinlje. Ie,mand uil Deurne komt een zwijntje leveren bij den slachter te llelmont. Het is al zoo'n oud beestje, zegt de kooper. 1 Neen,zegt ons boertje, het is een jong kuuske, maar het heeft eenen groo- ten kop. «Die kop is geen bezwaar, dien geef ik je voor nfets, antwoordt de koop man. Zoo gezegd, zoo gedaan. Dn kop wordt er afgesneden, en dezen krijgt ons boertjen in zijnen korf, gratis voor niet. Vervolgens wordt het verken gewogen, en de verkooper ontvangt treffelijk zijn geld. Nu, beste vriend, lol een volgend, aldus groet de slager onzen snuggere» Janbaas dan krijgt ge de pootjes nog bovendien Buiten gekomen, kon de boer zijn ge luk niet verzwijgen tegen iedereen die ooreri heeft, zegt hij Een goeie kerel, die K,... Ik heb mijn kuus verkocht, den kop voor niks gekregen, en het ander jaar krijg ik de pootjes ook nog I erbij. De onnoozele, hij begreep niet dat de kop nu ook buiten het wegen was geble ven, wat niet des koopers, maar zijn eigen nadeel was (Maasbode.) Verken ter dood veroordeeld. Dik wijls lezen wij in de gazetten dat een kind door een verken ten deele opgeëten, wierd 't gebeurde nog onlangs in Frankrijk. Dat is ten allen lijde gebeurd en zal niemand verwonderen, maar 't gene aardiger zal schijnen 't is dat een verken om die reden ter dood veroordeeld wierd. Inderdaad dat is tot Belle in Fransch- Vlaandereu gebeurd, zoo als wij lezen in eene oude oorkonde die luidt als volgt Wij Lyon Benne en Omaer Maes, leenmannen van onze zeer geduchte tiee- ren den Koning der Romeynen, en Philips zijnen zone, in hunnen leenhove te Belle in Vlaenderen. Doen te weten aan een iegelijk dat Pieter de Vos, onder-baillu van het voor- zeyde Belle, op den 10 dag van Juny 1486, door den beul van Ypre, een ver ken heeft doen ter executie brengen, aan hetzelve het leven benemende het geene verricht zijnde, door den zeiven beul, aan eenen pael op het schavot tot Opper-Belle in geplaetst, en dit omme dieswille hel voormelde verken het kind van Matthys Cies, wonende binnen de prochie van Meieren, gebeten en gedeel telijk opgevreten hadde. enz. WAAROM DE MENSCHEN DRINKEN. A drinkt, omdat het hem deugd doet. B drinkt omdat hem dat versterkt. C drinkt om de influenza niet te krijgen. D drinkt om zijn verdriet neêr tespoelen. E drinkt omdat hij de teering heeft. F drinkt omdat hij vreest de teering te krijgen. G neemt er een koppel omdat hij pijn in den rug heeft. II drinkt om de pijn in zijne maag te stillen. I drinkt omdat hij ziek is in geheel zijn lijf. J pakt eenen borrel tegen de koude. K stekt er eenen omdat hijzijpendenaiis. L zet er eenen grooten op om warm te krijgen, want hij heeft eene koude rilling over gansch zijn lijf. M drinkt omdat hij zoo bezweet is, en hij moet wat hebben om op te droogen. N neemt een bittertje voor het noenmaal om wel te kunnen eten. O neemt eentje na den noen, om zijn eten te teeren. P moet zoo bard werken,dathij volstrekt wat hebben moet om het vol te houden. Q drinkt omdat hij anders niets te doen heeft. R drinkt omdat hij goede zaken heeft gedaan. S drinkt omdat geheel de boel hem is tegen geslegen. T drinkt van vreugde, over een groot geluk. U drinkt ora wat op te knappen, in zijnen ouden dag. V drinkt omdat zijn vader ook dronk. W drinkt omdat hij een fortuinje gedeeld heeft. X drinkt omdat hij in 't testament is uit gesloten. Y drinkt omdat den wereld een miserie is. Z drinkt omdat er velen drinken. FRANKRIJK. Een Amerikaan te Parijs. Een Ame rikaan, Ridd genaamd, over eenige dagen afgestapt in een hotel van het Quartier de la Paix, te Parijs, bevond zich dijnsdag op de wedrennen van Auteuil. Zeer vertrouwend van natuur zijnde, sprak hij een kerel aan, die zieiruitgaf als de bediende van een der voornaamste bookmakers. Aan de raadgevingen van zijnen nieuwen vriend gehoor gevende, overhandigde hij hem 400 fr." om op Boule Dog te wedden, en groot was zijne vreugde, toen hij hel peerd van M.Tirard zag winnen. Hij begaf zich naar de plaats waar hij den bediende van den bookmaker had rendez-vous gegeven, maar hij wachtte vruchteloos tot op heteinde der koersen. Hij zocht den dief in het volk en meende hem daar aan deri arm eener dame te zien wandelen. Zonder iets te zeggen volgde hij hem. en nam, evenals hij, een rijtuig. Op de Place de la Concorde geko men riep M. Ridd twee agenten, daar zijn vermeende dief uit het rijtuig stapte, en zegde hen wat er van de kwestie was. Deze hielden den man aan, die echter oogenblikkehjk zijne onschuld kon be wijzen. De Yankee moest bekennen dat bij zich bedrogen had, en om zijne dwa ling te herstellen sleurde hij den vreem deling tegen wil en dank meê in een restaurant en deed hem bij zijne tafel aanzitten. Zij dronken eene goedefiesch en namen een fijn eetmaal 's avonds was de Ame rikaan geheel dronken en zijn gezel deed een huurrijtuig voorkomen om hem thuis te brengen. Iu zijn hotel aangekomen, wilde de Amerikaan betalen, maar jawel, zijne portefeuille, inhoudende 2580 fr. en familiepapieren was verdwenen. Voorde tweede maal was hij slachtoffer geworden van een behendige» dief. Hij heeft eene klacht neêrgelegd. DUITSCHLAND. Groote betooging ter eere van Bismark. Woensdag morgend, rond half elf, heeft Bismark zich naar liet keizerlijk paleis begeven, om persoonlijk afscheid van den keizer te nemen. Zoowel voor zijn paleis in de Wilhelm- strasse als op den weg Unter den Linden tot aan het keizerlijk paleis, stond eene talrijke menigte, die den voorbijrijdendeu kanselier begroette met blijken van eer- biedweerdige hoogachting. Bismark droeg de historische witte- kurassiers uniform met den breeden ge len band der orde van den Zwarten Adelaar. Hij zag er zeer opgewekt uit, en beant woordde. door het geopende portel, allegroeten ten vriendelijkste. Verschei dene dames wierpen met bloemen toe. Eenige minuten na den kanselier kwam de keizer, die een wandelrit gemaakt had, in het paleis aan. Keizer en kan selier hadden daarop een onderhoud dat ongeveer een uur duurde, waarna Bismark ook van de keizerin afscheid nam. Intusschen had zich, bij hel schoonste voorjaarsweêr, eeno groote menschen- massa verzameld voor het paleis, die met de grootste spanning het terugkee- ren van den kanselier afwachtte. Toen Bismark tegen 12 ure weêr ver scheen, weerklonk een daverend hoera geroep. Het eenvoudig rijtuig van den kanselier werd letterlijk bestormd de menigte wierp zich haast tusschen de peerden, zwaaiend met hoeden en zak doeken, en tot op de treden van het rij tuig klimmend. Voor het zoogenaamde nederlandsche paleis, waar thans de groothertog van Baden woont, hrtld Bismark's rijtuig plotseling stil. Bismark stapte er uit, om den groothertog een afscheidsbezoek te brengen. Op dat zelfde oogenblik stond hij door de gansche menigte om ringd. De policieagenten, alles wat maar in den weg stond, werd op zij gedrongen, en midden in den onophoudelijk Doch Hoch jubelenden drom, moest Bismark stap voor stap zich vooruit dringen. Ten slotte kon hij do hand ternauwernood meer aan de militaire muts brengen om te kunnen groeten. Dames wierpen hem hare bloemrui- ruikers toe, of trachten hem hare rozen op te dringen. Uil de menigte werd ge roepen de peerden uitspannen, waarop de bedienden van den prins zoo gauw mogelijk zorgden het rijtuig in de naburige toegangspoort van het paleis van Keizerin Friedrich te trekken, en de ijzeren deuren te sluiten. De ovaties waren van buitengemeen hartelijke» aard. Het sprong in het oog hoe frisch en gezond Bismark was. Hij sprong vlug uit het rijtuig, en was in alle zijne bewegingen zoo wel te pas als hij in de leste jaren zelden gezien werd. ENGELAND. Koning Leopold II. Zooals wij reeds meldden is koning Leopold II van Belgie woensdag in Londnii aangekomen. Z. M. heeft bijna aanstonds een bezoek ge bracht aan de Stanley and African ten toonstelling. Hij was vergezeld van graaf d'Oultremont en sir William Maokinnon. De koning der Belgen drukte zijn ge noegen en zijne verwondering uit over de uitgebreidheid en de verscheidenheid der tentoonstelling, en toonde bijzonder veel belang voor alles wat de slavernij betrof. Hij nam de slavenzweep iu han den, welke door Wilberforce in het la gerhuis getoond werd, gedurende de be spreking over den slavenhandel. De gedenkenissen van Lingslone en dezes portretten trokken zijne aandacht alsook de verzamelingen 'van Stanley, luitenant Stairs en kapiiein Nelson. Verder toonde hij nog veel belang te stellen in M. Ravensteins kaart van Mo- nomotapa en in de groote kaart van Congo, waarop Stanley's weg was aan- geteekend, enz. Kolonel Grant en M. de Pinna verge zelden Z. M. door de tentoonstelling en gaven hem al de gewenschte inlichtin gen. Koning Leopold bracht in den loop van den dag ook een bezoek aan de prin ses van Wallis. Z. M. zal ook de Forthbrug bezoeken. OOSTENRIJK. De Nona. Volgens de beste genees- heeren te Weenen, is de nona geene nieuwe ziekte, doch slechts een anderen naam voor den slaperigen of sufferigen toestand, waarin menschen vervallen, als zij door influenza geheel uitgeput zijn en niet voldoende kracht hebben om ge heel te herstellen. De verlengde slape righeid tast voornamelijk personen aan, die hard beginnen te werken eer zij vol komen van de influenza z\\r\ hersteld, In elk geval van influenza hebben do doktors aangeraden, 11a de genezing min stens eene week of 14 dagen zich van alle bezigheden te onthouden. Wanneer dit niet mogelijk was, is dikwijls eene ge- heele verwarring van het gestel het ge volg geweest. Gemiddeld echter is tot dusverre slechts één van de drie geval len van nona noodlottig geweest. In de andere gevallen wordt de lijder door den langen slaap versterkt, ofschoon hij zich bij hel eerste ontwaken afgemat voelt. Er bestaat dus geen grond voor de uiterst geheimzinnige en schrikverwek kende geruchten, welke over deze ziekte verhaald zijn. Toch maken de menschen zich ongerust en te Belucbany, waar drie personen aangetast worden en een stierf, heerscht er een ware paniek.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1890 | | pagina 2