Medeburgers, leest en oordeelt
Pastoor en rabbi.Alt me» de geuzen-
bladen wilde gelooven zouden er geene
heviger budgetslikkers zijn dan de
pastoors.
Het katholiek blad le Luxembourg ant
woordt met de winsten op te geven van
den joodschen rabbi te Arlon.
Die heer trekt 1300 frank jaarwedde
van den Staatdan volgen zijne bijwin
sten als offeraar, zijne vergelding voor
het leeren van hebreeuwsch aan de kin
deren,zijne honorariën voor de diensten,
totaaldrie tot vier duizend frank, voor
ongeveer 200 Joden, terwijl een pastoor
die 950 fr. jaarwedde trekt, met zijne
bijwinsten nauwelijks tot 1500 of ten
hoogste 1800 fr. komt, voor eene bevol
king van duizend tot twee duizend zielen.
Ave rabbi
Het tweegevecht.
Indien er een gebruik is, waarvan in
Duitschland misbruik wordt gemaakt in
het leger, dan is het wel het tweege
vecht.
In Duitschland vecht men letterlijk
voor een rotten appel of eene doode
musch, en, hoe hevig de reklamen ook
waren, men moedigde veeleer die zotte
vechterijen aan, dan ze te verbieden.
Keizer Wilhelm heeft aan dit ingewor
teld gebruik, de hand geslagen, en of
schoon het eervoller ware geweest het
tweegevecht in eens te verbieden, moe
ten wij toch zijnen iever prijzen, om er
paal en perk aan te stellen.
Voortaan mag er geen tweegevecht
meer plaats hebben vöor dat twee kolo
nels de zaak onderzocht hebben, en dan
nog slechts in twee gevallen
1. slagen in het publiek, voor welke
men weigerde zich te verontschuldigen
2. beleediging aan eene vrouw, familie
of verloofde van den officier, die het
cartel gezonden heeft.
Eene toelating tot tweegevecht wordt
niet gegeven als de twist ontstaat in een
gezelschap, koffijhuis of herberg, als een
der vechters reeds driemaal op het ter
rein is geweest, of als een der twistzoe
kers getrouwd of vader van familie
is.
Wij zeggen er is eenige verbetering
doch 't is niet genoeg. In Engeland wordt
het tweegevecht in het leger als eene
oneer aangezien en wij zouden het
tweegevecht, onder het artikel van
moord willen geplaatst zien.
Landbouw.
Uit Assen, in Nederland In deze pro
vincie zijn de plannen tot oprichting van
boter-fabrieken aan de orde van den
dag.
Van eene boterfabriek te daelen is de
eerste steen gelegd die te Smilde is
aanbesteed.
Plannen tot oprichting van dergelijke
fabrieken, zijn meer of min tot rijpheid
gekomen in de gemeente Havelte, Hooge-
veen en Nijeveen.
Tot nu toe zijn het enkel de vrucht
baarste streken, waar eene zuivelfabriek
reden van bestaan heeft.
Oud-Drente dingt nog niet mede naar
den prijs voor uitstekende boter. Later
misschien wel.
Navolgensweerdiy. Buitengewoon
veel bouwland is in het westen van Fries
land, Holland, bestemd om dit jaar
groene erwten voort te brengen. De
hooge prijzen voor dit artikel het vorige
jaar in Engeland betaald, en de verwach
ting, dat die prijzen niet zullen dalen,
hebben de landbouwersals uitgenoodigd.
Van half augusti verleden jaar tot voor
korten tijd zijn door twee graankoopers
in Harlingen alleen wel 45,000 hectoli
ters groene erwten naar Engeland ver
zonden. Die erwten werden eerst uitge
zocht, voor welk werk 60 cents per hec
toliter is betaald, zoodat de arme ge
meente aldaar daaraan ruim 9000 gl.
heeft verdiend,
Brusselsche geleerdheid.
Opgevangen op den doortocht van den
lijkstoet van Mgr de Haerne.
Wie is 't die men daar begraaft
Een kanonnik.
En maakt men daar al die parade
voor?
Och ja, met het klerikaal goeverne-
ment moet men zich aan alles verwachten.
Een andere vroeg
Wie is dat, die er dood is
Een lid van het congres.
't Is wat schoons met dat congres
ze komen nu al maanden bijeen en de
slavenhandel in blanken is nog zoo ver
als vroeger, 't Eenigste is dat er eenige
duitsche vrouwen over de grenzen zijn
gebracht.
Een derde, op den doortocht van de
oud-strijders van 1830.
Och armeEn zeggen dat die nog
met Napoleon hebben gevochten
In Den Dendergalm van zondag jl. lezen
wij 't volgende
Denderbode hoopt dat die eerste ci
viele indelving de laatste wezen zal. Wij
koesteren er eene andere namelijk, dat
personen, welke gedurende hun leven
met de kerk afgebruken hebben het tot
hun laatste levensstond blijven zullen.
Alle begin is moeilijk en de eerste stap
is in Geerardsbergeu gedaan de macht
en de verwaandheid der geestelijkheid
zal maar verdwijnen naarmate hunne
geldelijke inkomsten zullen verminde
ren.
De Dendergalm koestert dus de hoop
dat alle de personen die, door de hel
sche liberale leering misleid, met de
Kerk hebben afgebroken, T is te zeggen,
die 's zondags geen mis hooren, God
vervloeken en zweren en hunnen
paaschen niet houden, hierin tot op
hun doodsbed zullen blijven volherden,
in andere woorden, verstokt zullen blij
ven in hunne boosheid en sterven zon
der tot God terug te keeren, om bij
gevolg, zonder kruis noch gebed begra
ven te worden.
De Dendergalm verklaart dus dat hij
de vrijdenkerij voorstaat en, even als
alle vrijdenkers, de HH. Sacramenten
der Kerk verstoot van de geboorte tot
de dood
Dus, geen H. Doopsel, geen eerste
Communie,geen kerkelijk Huwelijk,geene
Biecht, geene HH. Sacramenten meer
leven en sterven gelijk een redeloos
dier Ziedaar volgens Den Dendergalm,
de liberale volmaaktheid
Aan zooveel openhertigheid hadden
wij ons inderdaad niet verwaeht
Meer dan eens hebben wij er de
aandacht op ingeroepen dat De Dender
galm zichtbaar naar de vrijdenkerij,
overhelde, maar nu is er geen twijfel
meer. Ja, nu bekent hij klaar en onbe
twistbaar dat hij het orgaan is der vrij
denkers onzer stad en gesticht werd tot
de verspreiding hunner helsehe leer
stelsels.
En wie is de stichter van Den Dender-
De liberale associatie
't Is dus voor rekening onzer liberalen
dat De Dendergalm werkt en handelt
'tis voor hunne rekening dat hij weke
lijks den Godsdienst belasterd, de kerke
lijke ceremonien bespot, de priesters en
kloosterlingen begekt en de eer van me-
nigen deftigen katholiek zoekt te roo-
veu
Ziedaar, geachte medeburgers, de lie
den die over onze zoo katholieke en
godsdienstige bevolking zouden willen
heerschen.
Laat er ons, voor 't oogenblik over
zwijgen, weldra zal het kiezing zijn en
dan, wanneer de liberalen met eene
scheinheilige tronie zullen komen verkla
ren dat zij den H. Godsdienst onzer
vaderen, verre van vijandig, zelfs
zeer genegen zijn, zullen wij den
wensch van Den Dendergalm, van hun
orgaan, weten te herinneren.
Ons proces. Wij zouden over
deze zaak nimmer zijn teruggekomen,
doch De Dendergalm dwingt er ons toe.
Slimmeken beweert dat onze veroor-
deeling ons hart heeft geraakt, in andere
woorden, ons diep getroffen heeft, daar
wij er gedurig op terugkomen.
Wij begrijpenliefst had men in zekere
kringen gezien dat wij het vonnis afkon
digden zonder eenige bemerking.
Wij zouden dus aan onze geachte
lezers die de fransche taal niet machtig
zijn, niet mogen uitleggen hebben waar
om en hoe wij veroordeeld zijn gewor
den?
Ja, wij zouden de uitdrukkingen in ma
rollen (ransch onzer Aalstersche Madame
de Sévignée, niet meer mogen herhalen
hebben en toonen dat wij berouw had
den
En waarom zouden wij aldus moeten
handelen
Waarom mochten onze geachte lezers
de oorzaak onzer veroordeeling niet
kennen Wij hoeven er niet over fe
blozen gelijk Den Dendergalm over de
zijne. Ook hebben wij ons achter geenen
strooiman trachten te verschuilen zooals
hij, maar te vergeefs, deed
Het arrest van 't Beroepshof bestatigt
dat een groot getal personen te Aalst en
elders met de omstandigheden der zaak
bekend waren en dat deze aan onze
woorden de beleekenis niet hebben gege
ven die heerschap Leclercq er aan geeft.
Maar dat het iu tegendeel onbetwist
baar is dat die omstandigheden voor een
zeker deel onzer lezers zijn moeten on
bekend blijven en dat deze personen onze
woorden niet hebben kunnen uitleggen
dan in de zin van eene hoogst beleedi-
gende zinspeling op onzedelijke gewoon
ten, enz.
Dus zijn wij veroordeeld op de loutere
veronderstelling, 2onder cenig bewijs,
dat zekere personen aan onze uitdruk
kingen de beteekenis hebben kunnen
geven die zij volgens heerschap Leclercq
zouden hebben iets waartegen wij uit
alle onze krachten protesteeren
En dat zouden wij niet mogen bekend
maken
Slimmeken schrijft verder dat wij niet
hebben meêgedeeld dat het vonnis van
Dendermonde zegt dat onze uitdrukkin
gen plomp, vuil en onwaardig zijn van
eene achtingswaardige pers.
Als men dat aanneemt dan geeft men
aan onze uitdrukkingen den zin dien zij
niet hebben.
En men denke-niet dat het publiek zich
de volgende vraag niet hebbe gesteld
Maar als de uitdrukkingen van Den
Denderbodeplomp vuil en onwaardig van
eene achtingswaardige pers zijn, dan
beteekenen zijdatgene wat heerschap Le
clercq beweert en nochtans de Rechtbank
van Dendermonde verklaart dat ze niet
eerschendend zijn, en dus bijgevolg niet
beteekenen wat heerschap Leclercq be»
weert?....
Waarom zouden wij dat uu moeten
verzwijgen, wanneer de Rechtbank vau
Dendermonde er geene eerschending
inziet en het Hof van beroep ons slechts
veroordeelt in de bovengemelde omstan
digheden
Onze houding jegens onze lezers is
onbetamelijk en tevens oneerbiedig jegens
het gerecht beweert Slimmeken nog.
De Dendergalm die ons lessen geeft van
betamelijkheid er. eerbied jegens het
gerecht, hij, die terwijl zijn proces
wegens laster en eerroof hangen
de was, de uitspraak dorst voorzeg
gen Waar gaat de dwaze pretentie
zich dan toch nestelen
Zie in eenen spiegel, jongen, en bekijk
u eens goed Maar zie, 't is van ouds
gekend de vuilste verkens willen altijd
't schoonste strooi.
Wat wij uit deze lusschenkomst van
Den Dendergalm mogen besluiten, 't is
dat het zou schijnen, dat men in zekere
kringen door 't arrest van Gent meer en
dieper getroffen is dan Den Denderbode.
Is het onze schuld dat ter gelegenheid
der afkondiging van 't arrest meer dan
eene vermaarde uitdrukking in marollen
franscl) aan Mraetfe Sévignée toegeschre
ven, zijn herinnerd geworden en er dan
ook eens hartelijk gelachen werd met
Nos deux derrières se louchent en meer
andere uitdrukkingen die haar de ver
maardheid geven en haar eindelijk een
standbeeld zullen doen oprichten
RECHTERLIJKE KRONIJK.
De heer Allard welke op eene jacht
partij in de Ardennen zijn gezel den heer
Ber^mann, raadsheer aan 't Beroepshof
van Brussel, bij ongeval, neêr^choot,
komt door de Rechtbank van Marche
veroordeeld te worden tot duizend franks
boete of drij maanden gevangenis en 150
duizend franks schadeloosstelling aan de
weduwe en kinderen.
Volkskamer. De Vergadering
heeft de begrooting van Landbouw, Nij
verheid en Openbare Werken bij eenpa
righeid der 7-5 aanwezige leden aangeno
men. Na de beraadslaging over een ver
zoekschrift betrekkelijk den millitaren
dienstplicht der Belgen in Frankrijk gebo
ren,ging de Kamer over tolde algemeene
bespreking der begrooting van binnen-
landsche zaken. Men weet dat, ter gele
genheid van de 25e verjaring der troons
beklimming van Z.M. onzen Koning,eene
som van 2 millioen zal worden bestemd
tot stichling eener hulpkas voor de slacht
offers van het werk. Deze som is zeer
aanzienlijk en het gouvernement stelt
voor slechts 150 duizend franks te be
steramen voor de feesten. De liberalen
stelden voor dit krediet tot een millioen
te brengen. M. Woeste stelde voor te
wachtentot dal't programma is opgesteld.
M. Coremans \roeg of, in geval van ver
meerdering van 't krediet, de provinciën
er haar aandeel zouden in gehad hebben.
De heer minister antwoordde vlakaf neen.
In dit geval, wedervoerde M. Coremans,
is 150,000 franks voldoende. Op 'loogen
blik der stemming, rond 5 1/2 ure,was de
Kamer nimmer in getal.
STAD AALST.
Bond der Katholieke Bekwaamheidskiezers.
Plechtige uitreiking
der diplomas van het kiesexaam,
op Zondag 30 Maart 1890,
om 6 1/2 ure 's avonds, ter Stadschouw
burgzaal.
LUISTERRIJK AVONDFEEST.
Opvoering van Ouive blijspel met
zang, Eene Misgreep, Het
dorp In rep en roer J klucht
spel, enz.
De katholieke kiezers, vreemd aan den
Bond, hebben toegang, mits een inkom
geld van fr. 0,50 per persoon.
Men zal een streng toezicht houden.
Allerhande nieuws.
Zie IVotarieele annoncen
4dc bladzijde.
Botermarkt. Heden zaterdag
werden 955 klonten boter ter merkt ge
bracht, wegende te samen ongeveer
7650 kilogr.
Landbouvv-eereteeken.
In zilling des Gemeenteraads van gister
vrijdag, werd het eereteeken van 2® klas
behandigd aan den heer Petrus Podevyn-
Coppens, hovenier, Bergestraat, te Aalst-
Mijlbeke, hem door Z. M. den Koning
verleend in belooning zijner menigvul
dige diensten aan delandbouw-nijverheid
bewezen.
DE VLAAMSCHE PATRIOT.
30 MAART 1890.
ÏO centiemen de nummer.
INHOUD. Tgekeningen Generaal
van Caprivi. Mgr de Haer e op zijn
sterfbed. Ten tijde dat de beesten
spraken Slecht nieuws dal is er een'
goei hoogmoed en ootmoedigheid rijk
dom en armoede. Een Aprilvisch.
De kleine Boquet. De beschroomde
Engelschman.
Tekst Kronijk der week. Antonia
(vervolg.) Fortunatus' beurs en zijn
wenschhoedeken (vervolg). Een April
visch. - De kleine Boquet. —De be
schroomde Engelschman (vervolg en einde)
Huishoudelijke raadgevingen. Dit
jes en datjes.
Door het overlijden van Mgr de
Haerne,is het ouderdomsdekenschap van
de rechter- naar de linkerzij overgegaan.
Het is M. Frère-Orban, welke ihans het
oudste lid der Kamer is.
Het parket van Brussel heeft ver
volgingen ingespannen legen eenen En
gelschman, die bij middel vau aankondi
gingen in dagbladen, kapitalen te plaat
sen vroeg. Hij woonde in eene villa te
Elscne en hield een hall bataillon dienst
boden. Met den trein, welke hij voerde,
was hij er in gelukt eene gansche me
nigte raenschen te verblinden en geld los
te maken.
Het schepenkollegie van Sl-Joost-
ten Noode zal in de eerstvolgende ge
meenteraadszitting voorstellen den naam
van Mgr de Haerne te geven aan de
straat waar de doorluchtigen priester
woonde.
Zoo het schijnt zijn de plaatsen op
de Genlsche foor dit jaar fel betwist ge
worden en zullen zij aan de gemeentekas
zoo hard beproefd door de goochel
toeren van Flup Eugelbeen eene som
van 50,000 opbrengen. Een vermaard
wafelhuis heeft zijne gewone plaats 1582
fr. moeten betalen, in plaats van 800 fr.,
welke het verleden jaar betaalde de
cirk-'.atti b.'taald een plaatsgeld van
3,400 fr. En dat alles voor veertien da
gen. Mcr; kan oordeelen welke verliezen
de fooremannen ondergaan bij ongunstig
weer. Meer dan eens hebben zij groote
moeite om deze te herstellen, gedurende
het geheele seizoen, dat met de gentsche
foor wordt geopend.
In den nacht van 26 tot 27 Maart,
is te Lokeren eene nogal aanzienlijke
lijnwaaddiefte gepleegd. Op den meersch
toebehoorende aan den heer C. Cruyt,
gaan de burgers hun linnen bleeken.
Daar lag nu het waschgoed van den heer
R. Verhofstadt, weezen De Poorter, de
heer A. Nimmegeers, jufvrouw J. Maes
en anderen, welnu, 't is al verdwenen,
uitgenomen eenige katoenen beddelakens
al het linnengoed is gestolen. Dit doet
veronderstellen dat de dader of daders
bekend waren met de ligging. Men ver
onderstelt ook dat de kwaaddoeners met
eenen boot langs de Durme gekomen
zijn, daar de vracht anders te zwaar
zoude geweest zijn om te dragen. De
policie denkt op het spoor der plegers
te zijn.
Verslikt al eten. In strijd met een
brusselsch dagblad, verhalende _dat de
genaamde Allard De M...,van Wareghem,
aan de gevolgen van hel overmatig ge
bruik van den genever zou bezweken
zijn, zijn wij in state te melden dat het
verhaal onnauwkeurig is.
De arme drommel is in zonderlinge
omstandigheden aan zijne dood gekomen.
Hij was bezig met verkensvleesch le eien
in eene herbergc van Zulle, toen hij
plotseling van zijnen stoel zakte en een
lijk was, voor dat men hem hulpe had
kunnen verleenen. Men dacht dat de
genever de oorzaak zijner dood was,
maar de wetsdoctors, die de lijkschou
wing hebben gedaan, hebben bestatigd
dat een stuk vleesch van een vierendeel
(100 grammen) in zijne keel was blijven
steken en den ongelukkige verstikt had.
Eene moordpoging is in den nacht
van maandag lot dinsdag te St-Andries
gepleegd op den jachtwachter Hendrik
D'hondt. Deze wachter deed zijne ronde,
wanneer hij op eenen afstand van 35
meters eenen lichtbak oniwaarde. Gena
derd zijnde om de wildstroopers te ver
rassen, werd hij opgemerkt door een
hunner, die twee geweerschoten naar
hem loste. Gelukkig kon de wachter zich
verschuilen achter een boomen en ont
ving slechts een loodkorrel in een vin
ger.
Hendrik D'hondt antwoordde weldra
door geschot en zag een der wildstroo
pers vallen, maar geholpen door zijne
kameraden zal hij met de anderen heb
ben kunnen ontsnappen
De jachtwachter heeft zijne aanvallers
niet kunnen erkennen.
Uit Adinkerke wordt de volgende
zeldzaamheid gemeld
Er is aldaar geboren eene dochter
Rooryck, zij heeft voor vader Jules Roo-
ryck, schepen van de gemeente en voor
moeder Eugenie Rooryck is ontvangen
geweest door M. Emile Rooryck, doctor
te Wulveringliem gedoopt door den
E. H. llemy Rooryck, onderpastoor te
Oostende, en heeft voor peter, den E. H.
Rooryck, onderpaster le Rousselaere, en
voor meter Eulodie Rooryck.
Waren nog tegenwoordig bij '1 doop
sel de twee grootvaders Rooryck en
nog twee oomen Rooryck.
Dus elf Roorycken
Wij vernemen uit goede bron, dat
de cerw. paters Picpussen, van Leuven,
het Klein Withuis, te Aarschot, hebben
aangekocht, om er, ter gedachtenis van
den apostel der melaatschen, pater
Damianus De Veuster, een zendelingen
huis in te richten, en het grootsch werk
van den heldhaftigen kloosterling voort
te zetten.
De kop van 't zwjinlje. Ie,mand uil
Deurne komt een zwijntje leveren bij den
slachter te llelmont.
Het is al zoo'n oud beestje, zegt de
kooper.
1 Neen,zegt ons boertje, het is een
jong kuuske, maar het heeft eenen groo-
ten kop.
«Die kop is geen bezwaar, dien geef
ik je voor nfets, antwoordt de koop
man.
Zoo gezegd, zoo gedaan.
Dn kop wordt er afgesneden, en dezen
krijgt ons boertjen in zijnen korf, gratis
voor niet.
Vervolgens wordt het verken gewogen,
en de verkooper ontvangt treffelijk zijn
geld.
Nu, beste vriend, lol een volgend,
aldus groet de slager onzen snuggere»
Janbaas dan krijgt ge de pootjes nog
bovendien
Buiten gekomen, kon de boer zijn ge
luk niet verzwijgen tegen iedereen die
ooreri heeft, zegt hij Een goeie kerel,
die K,... Ik heb mijn kuus verkocht,
den kop voor niks gekregen, en het
ander jaar krijg ik de pootjes ook nog
I erbij.
De onnoozele, hij begreep niet dat de
kop nu ook buiten het wegen was geble
ven, wat niet des koopers, maar zijn
eigen nadeel was (Maasbode.)
Verken ter dood veroordeeld. Dik
wijls lezen wij in de gazetten dat een
kind door een verken ten deele opgeëten,
wierd 't gebeurde nog onlangs in
Frankrijk.
Dat is ten allen lijde gebeurd en zal
niemand verwonderen, maar 't gene
aardiger zal schijnen 't is dat een verken
om die reden ter dood veroordeeld
wierd.
Inderdaad dat is tot Belle in Fransch-
Vlaandereu gebeurd, zoo als wij lezen in
eene oude oorkonde die luidt als volgt
Wij Lyon Benne en Omaer Maes,
leenmannen van onze zeer geduchte tiee-
ren den Koning der Romeynen, en
Philips zijnen zone, in hunnen leenhove
te Belle in Vlaenderen.
Doen te weten aan een iegelijk dat
Pieter de Vos, onder-baillu van het voor-
zeyde Belle, op den 10 dag van Juny
1486, door den beul van Ypre, een ver
ken heeft doen ter executie brengen, aan
hetzelve het leven benemende het geene
verricht zijnde, door den zeiven beul,
aan eenen pael op het schavot tot
Opper-Belle in geplaetst, en dit omme
dieswille hel voormelde verken het kind
van Matthys Cies, wonende binnen de
prochie van Meieren, gebeten en gedeel
telijk opgevreten hadde. enz.
WAAROM DE MENSCHEN DRINKEN.
A drinkt, omdat het hem deugd doet.
B drinkt omdat hem dat versterkt.
C drinkt om de influenza niet te krijgen.
D drinkt om zijn verdriet neêr tespoelen.
E drinkt omdat hij de teering heeft.
F drinkt omdat hij vreest de teering te
krijgen.
G neemt er een koppel omdat hij pijn in
den rug heeft.
II drinkt om de pijn in zijne maag te
stillen.
I drinkt omdat hij ziek is in geheel zijn
lijf.
J pakt eenen borrel tegen de koude.
K stekt er eenen omdat hijzijpendenaiis.
L zet er eenen grooten op om warm te
krijgen, want hij heeft eene koude
rilling over gansch zijn lijf.
M drinkt omdat hij zoo bezweet is, en hij
moet wat hebben om op te droogen.
N neemt een bittertje voor het noenmaal
om wel te kunnen eten.
O neemt eentje na den noen, om zijn
eten te teeren.
P moet zoo bard werken,dathij volstrekt
wat hebben moet om het vol te
houden.
Q drinkt omdat hij anders niets te doen
heeft.
R drinkt omdat hij goede zaken heeft
gedaan.
S drinkt omdat geheel de boel hem is
tegen geslegen.
T drinkt van vreugde, over een groot
geluk.
U drinkt ora wat op te knappen, in zijnen
ouden dag.
V drinkt omdat zijn vader ook dronk.
W drinkt omdat hij een fortuinje gedeeld
heeft.
X drinkt omdat hij in 't testament is uit
gesloten.
Y drinkt omdat den wereld een miserie is.
Z drinkt omdat er velen drinken.
FRANKRIJK.
Een Amerikaan te Parijs. Een Ame
rikaan, Ridd genaamd, over eenige dagen
afgestapt in een hotel van het Quartier de
la Paix, te Parijs, bevond zich dijnsdag
op de wedrennen van Auteuil.
Zeer vertrouwend van natuur zijnde,
sprak hij een kerel aan, die zieiruitgaf
als de bediende van een der voornaamste
bookmakers. Aan de raadgevingen van
zijnen nieuwen vriend gehoor gevende,
overhandigde hij hem 400 fr." om op
Boule Dog te wedden, en groot was zijne
vreugde, toen hij hel peerd van M.Tirard
zag winnen.
Hij begaf zich naar de plaats waar hij
den bediende van den bookmaker had
rendez-vous gegeven, maar hij wachtte
vruchteloos tot op heteinde der koersen.
Hij zocht den dief in het volk en meende
hem daar aan deri arm eener dame te
zien wandelen. Zonder iets te zeggen
volgde hij hem. en nam, evenals hij, een
rijtuig. Op de Place de la Concorde geko
men riep M. Ridd twee agenten, daar zijn
vermeende dief uit het rijtuig stapte, en
zegde hen wat er van de kwestie was.
Deze hielden den man aan, die echter
oogenblikkehjk zijne onschuld kon be
wijzen. De Yankee moest bekennen dat
bij zich bedrogen had, en om zijne dwa
ling te herstellen sleurde hij den vreem
deling tegen wil en dank meê in een
restaurant en deed hem bij zijne tafel
aanzitten.
Zij dronken eene goedefiesch en namen
een fijn eetmaal 's avonds was de Ame
rikaan geheel dronken en zijn gezel deed
een huurrijtuig voorkomen om hem thuis
te brengen. Iu zijn hotel aangekomen,
wilde de Amerikaan betalen, maar jawel,
zijne portefeuille, inhoudende 2580 fr. en
familiepapieren was verdwenen. Voorde
tweede maal was hij slachtoffer geworden
van een behendige» dief. Hij heeft eene
klacht neêrgelegd.
DUITSCHLAND.
Groote betooging ter eere van Bismark.
Woensdag morgend, rond half elf, heeft
Bismark zich naar liet keizerlijk paleis
begeven, om persoonlijk afscheid van
den keizer te nemen.
Zoowel voor zijn paleis in de Wilhelm-
strasse als op den weg Unter den Linden
tot aan het keizerlijk paleis, stond eene
talrijke menigte, die den voorbijrijdendeu
kanselier begroette met blijken van eer-
biedweerdige hoogachting.
Bismark droeg de historische witte-
kurassiers uniform met den breeden ge
len band der orde van den Zwarten
Adelaar.
Hij zag er zeer opgewekt uit, en beant
woordde. door het geopende portel,
allegroeten ten vriendelijkste. Verschei
dene dames wierpen met bloemen
toe.
Eenige minuten na den kanselier kwam
de keizer, die een wandelrit gemaakt
had, in het paleis aan. Keizer en kan
selier hadden daarop een onderhoud
dat ongeveer een uur duurde, waarna
Bismark ook van de keizerin afscheid
nam.
Intusschen had zich, bij hel schoonste
voorjaarsweêr, eeno groote menschen-
massa verzameld voor het paleis, die
met de grootste spanning het terugkee-
ren van den kanselier afwachtte.
Toen Bismark tegen 12 ure weêr ver
scheen, weerklonk een daverend hoera
geroep. Het eenvoudig rijtuig van den
kanselier werd letterlijk bestormd
de menigte wierp zich haast tusschen de
peerden, zwaaiend met hoeden en zak
doeken, en tot op de treden van het rij
tuig klimmend.
Voor het zoogenaamde nederlandsche
paleis, waar thans de groothertog van
Baden woont, hrtld Bismark's rijtuig
plotseling stil. Bismark stapte er uit,
om den groothertog een afscheidsbezoek
te brengen. Op dat zelfde oogenblik
stond hij door de gansche menigte om
ringd.
De policieagenten, alles wat maar in
den weg stond, werd op zij gedrongen,
en midden in den onophoudelijk Doch
Hoch jubelenden drom, moest Bismark
stap voor stap zich vooruit dringen. Ten
slotte kon hij do hand ternauwernood
meer aan de militaire muts brengen om
te kunnen groeten.
Dames wierpen hem hare bloemrui-
ruikers toe, of trachten hem hare rozen
op te dringen. Uil de menigte werd ge
roepen de peerden uitspannen,
waarop de bedienden van den prins zoo
gauw mogelijk zorgden het rijtuig in de
naburige toegangspoort van het paleis
van Keizerin Friedrich te trekken, en
de ijzeren deuren te sluiten.
De ovaties waren van buitengemeen
hartelijke» aard. Het sprong in het oog
hoe frisch en gezond Bismark was. Hij
sprong vlug uit het rijtuig, en was in
alle zijne bewegingen zoo wel te pas
als hij in de leste jaren zelden gezien
werd.
ENGELAND.
Koning Leopold II. Zooals wij reeds
meldden is koning Leopold II van Belgie
woensdag in Londnii aangekomen. Z. M.
heeft bijna aanstonds een bezoek ge
bracht aan de Stanley and African ten
toonstelling. Hij was vergezeld van graaf
d'Oultremont en sir William Maokinnon.
De koning der Belgen drukte zijn ge
noegen en zijne verwondering uit over
de uitgebreidheid en de verscheidenheid
der tentoonstelling, en toonde bijzonder
veel belang voor alles wat de slavernij
betrof. Hij nam de slavenzweep iu han
den, welke door Wilberforce in het la
gerhuis getoond werd, gedurende de be
spreking over den slavenhandel.
De gedenkenissen van Lingslone en
dezes portretten trokken zijne aandacht
alsook de verzamelingen 'van Stanley,
luitenant Stairs en kapiiein Nelson.
Verder toonde hij nog veel belang te
stellen in M. Ravensteins kaart van Mo-
nomotapa en in de groote kaart van
Congo, waarop Stanley's weg was aan-
geteekend, enz.
Kolonel Grant en M. de Pinna verge
zelden Z. M. door de tentoonstelling en
gaven hem al de gewenschte inlichtin
gen.
Koning Leopold bracht in den loop
van den dag ook een bezoek aan de prin
ses van Wallis.
Z. M. zal ook de Forthbrug bezoeken.
OOSTENRIJK.
De Nona. Volgens de beste genees-
heeren te Weenen, is de nona geene
nieuwe ziekte, doch slechts een anderen
naam voor den slaperigen of sufferigen
toestand, waarin menschen vervallen,
als zij door influenza geheel uitgeput zijn
en niet voldoende kracht hebben om ge
heel te herstellen. De verlengde slape
righeid tast voornamelijk personen aan,
die hard beginnen te werken eer zij vol
komen van de influenza z\\r\ hersteld,
In elk geval van influenza hebben do
doktors aangeraden, 11a de genezing min
stens eene week of 14 dagen zich van alle
bezigheden te onthouden. Wanneer dit
niet mogelijk was, is dikwijls eene ge-
heele verwarring van het gestel het ge
volg geweest. Gemiddeld echter is tot
dusverre slechts één van de drie geval
len van nona noodlottig geweest. In de
andere gevallen wordt de lijder door den
langen slaap versterkt, ofschoon hij zich
bij hel eerste ontwaken afgemat voelt.
Er bestaat dus geen grond voor de
uiterst geheimzinnige en schrikverwek
kende geruchten, welke over deze ziekte
verhaald zijn. Toch maken de menschen
zich ongerust en te Belucbany, waar drie
personen aangetast worden en een stierf,
heerscht er een ware paniek.