DER GEVANGENEN. Kaatsspel Houtmarkt Allerhande nieuws. was het bij elf ure, haastig sprongen wij door de dichte menigte en stapten door debevlagde straten naar 0. L. V. Kerk, waar eene Wis van daakhaarheid werd opgedragen en den gemoedelijken dich ter, den begaafden gewijden redenaar, Guido Gezelle eene aanspraak zou hou den. De prachtige tempel was opgepropt van volk in het koor prijkten de vlag gen en standaarden der gilden en maat schappijen, waar ook hunne afgevaardig den hadden plaats genomen. Even als onze dappere voorouders, die koene verdedigers van recht en waarheid, wilden onze Korlrijksohe broeders ook met God beginnen, aan Hem lof en dank zeggen, voor die grootsche overwinning, voor dien heugel ij ken zege, door onze Vaderen behaald. Statig en indrukwekkend werd het de Profondis door honderden mannenstem men gezongen krachtig en plechtig galmde bij het einde der Mis, door d<3 ruime tempelbogen het onovertroffen danklied de Magnificat Hoe gaarne zouden wij hier deschoone aanspraak van den gevierden kanselrede naar herhalen, maar daartoe schieten onze krachten te kort immers hij sprak bier waar zijn harte van overvloeit, van zijn volk, van zijn Vlaanderen, van zijn heerlijk verleden, over de bestemming der Vlamingen en de zending die zij, in de wereld moeten vervullen. Hoe boeiend en roerend, krachtvol en indrukwekkend, zalvend en teeder was zijn woord,hij wist de gevoeligste snaren der harten van zijne aanhoorders te doen trillen, hen aan te moedigen, op te beu ren, ja, te begeesteren Hoe schoon, hoe zacht en vloeiend was zijne tale, hoe eigenaardig zijne onge- kuslelde voordracht? Gij zijl hier gekomen, zegde de Vlaam- sche redenaar, om Gode te verheerlijken, om Hem te danken voor dien grooten zege, die Hij onze Vaderen schonk, ja kristenen, Vlaamsche mannen, dankt God, Hem zij eer en lof Hij sprak van de bestemming der Vol ken, en toonde hoe de Heer sommigen voorbeschikt tot eene verhevene zen dingen het volvoeren van groote daden, hoe Hij deze zienlijk beschermt en met weldaden en zegeningen overlaadt. Zulk een volk waren de Israëlieten toen zij in Egyptenland van eene familie tot millioenen waren vermenigvuldigd, wilde de koning Pharao hen verdelgen. Hij legde hen zware en lastige werken op, en deed al de eerstgeboren knechts kinderen ter dood brengen. In zijne verdrukking wende hel jood- sche volk zich tot God, die het eenen raadsman, leidsman en aanvoerder zond, om ze uil 's konings handen te verlossen. Mozes trok met de Israëlieten droog voets door de roode zee, gevolgd van Pharao, met geheel zijn leger. Aan den oever stond Mozes met zijne zuster Maria, die haren broeder smeekte voor het behoud van het volk. Op het bevel van den aanvoerder der Israëlieten, vereenigden zich de geschei den wateren en koning Pharao werd met zijne wapenlieden, ruiters en wagens door de zee verzwolgen. Hier ook bestond een volk, dat God een verhevene zending had toevertrouwd, de Vlamingen had Hij tot groote daden voorbeschikt, immers zij ook hadden hunne hoop op den Heer gesteld. De Vlaming is koppig, zelf stijfhoofdig, maar wanneer hij overtuigd is van zijn recht en de heiligheid zijner zaak, ver dedigt hij die met zijn bloed en zijn leven De fransche koning opgehitst door zijne gemalin, wilde het schoone Vlaander- land aan zijne kroon hechten en bel Vlaamsche volk uitroeien de koningin vol haal en algunst sprak het vonnis uit, in zulke hatelijke en wreede woorden dat de heiligheid dezer plaats mij niet toelaat van ze hier te herhalen. Onze voorouders wenden zich tot den God der heirkrachten en hadden de Isra ëlieten eene voorspreekster in de zuster van Mozes, zij lmdden eene beschermster onder de aanroeping van O. L. V. van Groeninghe. De Vlamingen togen ten strijde, om hunne rechten en vrijheden hun goed en leven te verdedigen, en sloegen met hun ne stokken, die zij hunne goedendags noemden, liet uitgelezen ridderheir des konings; zij behaalden een der schoonste zegepralen waarvan onze jaarboeken ge- DE DOCHTER Eene geschiedenis uit de XIVC eeuw DOOR P. VAN DELEN. 2e Vervolg. Onder geleide van den ridder, die als een be schermgeest neven hunne zijde reed, was het den jood gelukt met zijn kind hel gastvrije oord te genaken, eer dat nog zijne vervolgers hem hadden kunnen bereiken. Ter plaatse komende en bare prooi ontsnapt ziende, bleef er aan de menigte om bare woede te koelen niets anders over dan zich in scheldwoorden uit te laten, en de ridder, hoezeer ook anders gevreesd en ge waardeerd, werd, daar bijoorzaak harerteleur stelling was, insgelijks het voorwerp van hare schimp en hare bedreigingen. Doch onvatbaar en doof voer Inge bclccdigingen, bleef van 'wagen, en keerden zegevierend terug met Ge bannieren en gulden sporen der fransche ridders, die zij voor het won derbeeld van O. L. v. van Groeninghe nederlegden. Wij zijn hier niet gekomen om den oorlog te verheerlijken en de klove te verbreeden die de twee volken scheidt, maar wel om God te danken voor den zegen welke Hij onze aderen schonk, en om ons de heldhaftige daden onzer vaderen te herinneren. Onze dappere vaderen begrepen de verhevenheid hunner zending en volgden trouw de besteraming, ben door God aangewezen bij elke openbare plechtig heid, bij eiken bevochten zege. loofden en dankten zij luide den Heer, en putte- den in bunnen diepen godsdienstzin, den leeuwenmoed, die ons op het Groe- ningheveld onze vrijheid en zelfbestaan verzekerde. Noemt men Frankrijk de oudste doch ter der kerk, wij Vlamingen mogen roe men op dien van de braafste en de ge- trouwste. Omtrent in dier voege sprak de kris ten redenaar, de gevoelvolle dichter, de overmoeibare taalvorscher zijne in grijpend en machtig woord, ontvlamde in de harten zijner aanhoorders, de von ken van godsdienstzin en vaderlands liefde, welke onze Vaderen onverwin baar, groot en machtig maakten Omtrent 3 1/2 ure begon de plechtige optocht, door Kortrijk's bevlagde straten, naar den Groeninghekouter. De stoet waaraan een dertigtal maat schappijen en gilden waaronder ver scheidene van muziek en zang, uit de Leiestad en omstreken deel namen, werd geopend door een piket gendarmen, ge volgd van de stadsharmonie. Een twintigtal standaarden en leeu wenvlaggen, wiens breede plooien in den wind wapperden, gaven den stoet een prachtig en aangenaam uitzicht. Algemeen schatte men liet getal der betoogers op 2500. De stoet werd gesloten door een rijk versierden wagen met vier paarden be spannen, langs achter waren er twee pijlers aangebracht, waaraan een doek gehecht was,die de breedte der straat be sloeg, waarop men las Een leeuw in Groeninghe. Te midden van den wagen was een verheven voetstuk geplaatst op welkers voorwand men las Aan Vlaanderens helden. Op de zijkanten Gij zult uw vaderland beminnen,zijne taal en roem, en De laai is de ziel der natie langs achter stonden de jaarcijfers 1302-1890. Op dit keurig gemaakt en met planten, bloemen en vanen gesierd voetstuk stond een leeuw van natuurlijke grootte, nog met een deel der verbrijzelde keten aan den poot, met den klauw gereed, om de lelievaan aan flarden te scheuren. Deze prachtige wagen, zoo smaakvol versierd en getooid en zoo beteekenisvol werd in vele straten en vooral op den Groeninghekouter geestdriftig toegejuicht. Al spelend en zingend,onder het luiden der klokken van kerken en bidplaatsen, en het bulderen van het geschut, kwam de stoet aan het kapelleken van Groe ninghe waar hij stil hield. De heer bestierder der stadsharmonie beklom eene kleine stelling en de deelne mers aan de betooging rond hem ge schaard, zongen met begeleiding der Harmonie, twee liederen een gelegen heidszang door Sevens, op de gekende melody van Hol, en het lied der Vlamin gen van Hiel en Benoit. Daar stonden zij nu op den grond, waar het pleit van Vlaanderen werd be slist. waar de aarde het bloed onzer vaderen drenkte en den overweldiger zijn graf vond, en daar vroegen zij een leeuw, om aan hel volk Vlaanderens macht en grootheid te herinneren,om het te leeren hoe het de slavenketens verbrak door vreemden gesmeed, en hoe het streed en weer kon keeren met spoor eu vaan I Vandaar trok de stoet naar de groote feestzale van hel stadhuis. Haastig werd deze door meer dan 1300 betoogers ingenomen, in de eerste reien bemerkten wij een groot getal vrouwen uit de voornaamste gezinnen der stad. Op liet einde der zaal was een verhoog getimmerd waarop de standaarden en va nen der gilden en genootschappen prijk ten, welke aan de betooging hadden deel genomen. Ue beelden van hunne majesteiten,den koning en de koningin, smaakvol met driekleurige behangsels versierd stonden Huyshrouck onbeweegbaar, met den blik mede lijdend op de twee verschillende volkshoopcn ge richt. Het lot der joden was wel ongelukkig doch als vrome christen beklaagde hij uit ter harte deze verblinden, die, wederspannig aan rede en waarheid, alle overtuiging bleven verstooten, en de vervolging waar de afstammelingen van Israël gestadig nu bijzonderlijk hel voorwerp van wa ren, mankte hunnen slaat hoogst deerniswaardig voor hem. Maar waren zij minder te beklagen* waren zij minder medelijden waard, welke tot zulk eene laagte verblind en misleid, in den waan verkeerden dat hunne laffe moorden wet tige verdedigingen waren, en hun als verdiensten moesten toegerekend worden En echter, indien men hij tijd en omstandigheid er zich op toegelegd hadde de onbeschaafde, volksmenigte op betere wegen te leiden cn edele denkbeelden in haar hart te storten, hoe vele van die wantooneden zou men niet hebben voorkomen, welke zoo me nige bladzijde in de wereldgeschiedenis besmeu ren Tot dusverre zijne taak voltrokken achtende, zou Van Ruysbrouck de plaats hebben verlaten, maar merkende dat er eene steeds klimmende gis ting onder het volk ontstond, begon hij met rede langs beide zijden van den achtergrond en te midden de gele vlag met den zwart klimmenden leeuw. Uc eerw. heer deken De Gryze mei de heeren Verriest, schepenc en Berlaimont zat de vergadering voor. De muziekmaatschappij ■- De Vrijheid speelde op meesterlijke wijze het voor spel der Artevelde's cantate, door Ge- vaart. Daarna beklom de heer Verriest, het verhoog, zijn verschijnen werd door luid ruchtig handgeklap en toejuichingen be groet. Hier moeien wii opnieuw ons spijt uit drukken, deze schoone redevoering niet in zijn geheel te kunnen mededeeleu. De gevierde redenaar begon met ziclt te verontschuldigen omdat hij in deze plechtigheid het woord moest nemen, daar de heer Coremans, door ongesteld - beid verhinderd was naar Kortrijk te ko men. Spreker heette ons altemaal welkom en dankte ons in zijnen naam en in dien van Vlaanderen. Hij sprak van die vrees- achtigen die alle openbare betoogingen zouden willen beletten, en slechts hunne voorouders vieren en herdenken met ge sloten deur. Gij zijt gekomen ging spreker voort om voor onze voorvaderen te bidden, en eens opnieuw hunne heldenfeiten te gedenken immers aan hunnen leeuwenmoed hebben wij alles te danken eigen bestaan, vrij heid, eigen taal, stam en volk Dit hebt gij luide gedaan, met muziek en gezang, trommelgeroffel, kanonge- schut en klokkengeluid, het leest dat wij vieren, is een landleest, waar geen het minste gedacht van wrok of haat in steekt, wat wij verheerlijken behoort aan de geschiedenis, aan Vlaanderens glans rijk verleden De redenaar sprak over Vlaanderens welvaart en rijkdom, hij wees op die middeneeuwen, door vele bestweters gesmaad, en echter zoo roemrijk zijn geweest voor de schoone kunsten,handel en nijverheid, getuigen hiervan nog die prachtige hallen, kerken, die onze lieden daagsche bouwmeesters niet kunnen evennaren. Even als onze voorouders willen wij vrij zijn in ons eigen land, vrij van allen inwendigen dwang. Na die prachtige rede werd er door den Snellaertskring twee vaderlandsche koo- ren uitgevoerd, waarna het volk de zale verliet, om in de St-Michielskerke nog eens, alsvorens te scheiden, den Heerc te danken. Deze indrukwekkende plechtigheid met het gebed begonnen, werd gesloten met een solemneel lof en het blijde zegelied het, Te Deum, door twee groote kerk vaders, in begeestering en brandende lielde tot God uitgegalmd. Onnoodig te herhalen dat de kerk schoon versierd was eu er hei eeuwen oude beeld van O. L. V. van Groeninghe prijkte, te midden van licht en bloemen. Kortrijk haalt eere van zijne wel inge richte betooging, en wij moeten, in den naam van Vlaanderen, de ecrw. heer De Gryze bedanken, die de ontwerper en de ziel is geweest van die schoone vader landsche plechtigheid. F. D. C. STERFGEVAL. De Alma Mater van Leuven, komt weer een niew verlies te ondergaan door liet afsterven van den heer Craninkx, dok toer in geneeskunde en leeraaraan de katholieke hoogescbool. Lange jaren was hij een der vermaardste leeraars in de geneeskunde. Over eenige jaren werd hij door eene geraaktheid getroffen. Dit had hem genoodzaakt zijn ontslag van leeraar te geven. Een nieuwe aanval heeft hem neergeveld. Zondag 24 Augusti. 2de ronde. Om 10 1/2 ure voormiddag All. Van der Heyden (Holstade) tegen Cl. Van de Velde, (Herdersem.) Om 2 ure namiddag Petrus Ringoir (Aalst) tegen J. De Coninck. Om 3 ure namiddag Georges Rob- brechis (Aalst) tegen Cam. Van der Meerssche. Om 4 ure namiddag Pierre De Maar- schalck (Buggenhoul) tegen Alf. V'ermeire (Baasrode.) Botermarkt. Heden zaterdag werden 938 klonten boter ter merkt ge bracht, wegende te samen ongeveer 7600 kilogr. de voltrekking van eene, tot dan ongehoorde daad, namelijk dc schending van het heiligdom te vreczen. Een zonderling man, die door zijne klecding aan liet volk scheen te hefiooren, en door zijne hevige gebaren cn luide toespraken gan- schc kringen om zich verrenigd had, liet genoeg merken wie hier de raddraaier der gansclie be weging was. Doch de ridder, angstig wordende voor de vrccselijke gevolgen der verleiding, be sloot ook zijne stem le beproeven, hoe zwak hij deze twist le zijn mogelijk toch zou de loon der onmiskenbare, innige inecning, ccnigc harten kunnen treffen cn, dc handen samenvouwende, sprak hij, schier srocekeud, tot hen die hem omringden Lieve vrienden ach, het is aan mij niet, die u bemin en uw stadsgenoot ben, dat gij eene bede weigeren zultlaat u door ongegronde beschul digingen niet misleiden laat uw medelijden niet aflrekken van ongclukkigen, die, dit onder alle op zichten verdienen. O weesl toch niet wreed en onmenscliclijk I Morgen misschien zijn wij reeds daar, voor God Dat Hij dan toch niet zeggen kunne, wat Hij eens aan l.aïn heeft gezegd wat hebt gij met uwen broeder gedaan Wij hebben geen medelijden met laffe vergif tigere, riep een bejaard man den spreker toe. Programma van 't Con e.ei'l 't welk zal gegeven worden, ter Groote Merkt,op Zondag 24 Augusti 1890, om 11 t/2 ure voormiddag, door de Koninklijke Maatschappij van Harmonie, onder het bestuur van den heer F. VAN DEN BOGAERDE. 1. Stanley Marchc Militaire De Brandt. Loichte Cavalerie. Ouverture Sippe 3. Lara Valse Ch. Beiirygkr 4. Lucrèce Borgia fanlaisic Donizetti 5. Marche Persane Strauss Het Postbesluur deelt ons het vol gende bericht mede De correspondentiën bestemd voor de troepen die deel moeten nemen aan de toekomende krijgsoefeningen moeten ge zonden worden 1. Van 23 tot 29 oogst naar Beverloo voor de le nfdeeling, en naar Antwerpen voor de 2e afdeeling. 2. Te beginnen van 50 oogst tot den 10 September naarArdoye (statie) voor al de troepen. Moorgel. Zondag 31 Oogst aanst. zal door de sociëteit Vooruit, op Kruisabeel,een luisterrijk Zangfeest geven worden. Schoone eermetalen zullen aan de deelnemende sociëteiten gegund wor den. Reeds hebben 9 zangmaatschap pijen hare deelneming aangemeld. In geval van schoon weder zal er op Kruis- aheel 1 oei volk samenstroomen want het zal er hoogst vermakelijk wezen. Gijsegem. Tentoonstel ling. Donderdag aanst. zal er te Gijsegem eene tentoonstelling plaats heb ben van landbouwvoorlbrengsels en huis dieren. Toegang gratis. Het zanggenootschap zal de opening, om 2 ure des namiddags, met eenige keu rige gehangen verluisterrijken. Om vijf ure, Voordracht door eenen afgevaardigde des gouverne- raents. Om 6 ure Concert gegeven door het Zanggenootschap en de Fanfaar der gemeente. Een valsche neger. Zondag avond was het volk op de foor aan deZuidslatie te Brussel, niet weinig verwonderd, daar een neger te zien wandelen, barre voets en enkel gekleed met eene broek. Wel twee duizend personen volgden hem en de straatjongens vermaakten zich met den neger op het lichaam te wrijven. Tot hunne groote verbazing ging liet zwart af en de vermeende neger droeg weldra allerhande teekeningen op zijnen rug- De politie, die kwam zien wat die op- oploop heteekende, hield den kerel aan en bracht hem naar het bureel, waar hij erkend werd voor een soldaat der gidsen. Hij is dadelijk ter beschikking der krijgsoverheden gesteld. Bloedig huiselijk drama. Dinsdag rond den middag, ging een indrukwek kende stoet voorbij de Hofbouwlaan, te Brussel. Eene doodenkar, bedekt met bloedvlekken, voortgestooteu door twee landlieden, richtte zich langzaam naar liet St- Jansgasthuis. Verscheidene hou- derJen nieuwsgierigen volgden het rijtuig, Een bloedig drama had plaats gehad en ziehier in welke omstandigheden De echlgenooten D.,woonachtig Woou- we-St-Steven, leefden sinds eenigen tijd in aneenigheid. De echtgenoot was een onverbeterlijke dronkaard. Om zijnen drift te voldoen, had hij niet geaarzeld al zijne meubelen te verkoopen, zijne vrouw en zijne vier minderjarige kinde ren zonder hulpmiddelen latende, ja zelfs somtijds zonder eten, De arme vrouw had zich verplicht gezien, om niet vrn honger om te komen, haren intrek te nemen bij hare onders, landbouwers te Grainhem. Met hel inzicht zich eenige levens middelen le verschaffen, was de onge lukkige eenig geld op,het loon van ha ren man gaan afhalen, D., was door eenen zijner vrienden daarvan onderricht. Dinsdag van den vroegen morgen, begaf hij zich naar Grainhem, naar de woning van zijnen schoonvader. Om te beginnen, sloeg hij met eenen overgrooten stok al de meu belen aan slukken. Dan, een overgroot broodmes van onder zijne kleederen ha lende, liep hij naar zijne vrouw en bracht haar aan de keel eene overgroote wonde toe. De arme vrouw werd, door den slag te willen afweren, drie vingeren van het rechter hand afgesneden, D. nam dadelijk de vlucht naar het bosch van Zoningen. De genaamde Van Saventhem, achtervolgde den moordenaar tot hier toe is nij nog niet aangehouden. Wat vrouw D. betreft, na ter plaats de eerste zorgen ontvangen te hebben, heeft men haar naar liet hierboven ge- Zij die hen aldus rerdedigen, moeten weten waarom merkte een denker aan. Ha, zegde een andere, ecu jood doet alles voor geld, cn er zijn rijken genoeg die er hunne reke ning bij vinden dat de arme menschen zoo wal uitsterven. Doch, niet mecncndc voor zich zelvcn iets te moeten vrcczen, sloeg dc ridder ook niet de min ste acht, up de belccdigingcn die hem persoonlijk betroffen, te meer daar zijne aandacht afgetrokken werd door den bijval dien dc hem onbekende op. ruicr tusschcn eenen anderen volkshoop scheen c verkrijgen. Wanhopende iets met dc stem des gevoel op versteende harten te winnen, en dewijl liet gevaar steeds dringender werd, vermeende hij nog eens de rede te moeten beproeven, vooraleer met geweld het geweld tc bevechten, cn, dieper dc menigte indringende riep hij luid, de stemme van zijnen tegenstrever onderdrukkende Maar, menschen, hoe kunt gij u door ccncn vreemdeling laten misleiden, die u tot werktuigen zijner bedekte inzichten gebruikt Weinig scheelt het, of gij zoudt u laten gezeggen een heiligschcn- ding tc begaan en onschuldigen van eenen grond tc rukken, waarop dc goedertieren God zelf hen uilgeDoodigd heeft.... Ja, onschuldigen, want hoe kunt gij veronderstellen dal zjj eenige plicht zou meld gasthuis overgebracht. Haar toe stand is zeei bedenkelijk, niettemin gevpn de geneesheeren alle hoop tot redding niet op. Nadere bijzonderheden. Een der kin deren vanden moordenaar. 3 jaar oud, was weenend tusschen vader en moeder geloopen om liet ongeluk te vermijden, is door den onmensch, met geweld in den hoek der kamer geworpen. Het kirid heeft insgelijks eene erge wonde aan hoold hekomen, doch op verre na zoo gevaarlijk niet, als die der moeder. De brusselsche dieven hebben een zwak om rijtuigen te stelen. Geene week gaat er om of er zijn heerkens, die hij de huurhouders rijtuigen met peerden ko men huren en die vergeten teiug te bren gen. De politie heelt eergisteren zoo eenen heer bij den kraag gevat. Schuwt de honden. Woensdag morgend is een droevig ongeluk gebeurd te St. Pieters-Jette. Een inwoner dezer gemeente, wonende op den hoek der La. kensche en Statiestraat, was bezig zijnen hond uit te spannen, toen een kind, on geveer 2 jaar oud, het dier begon te streeleri. Het dier, kwaad wordende, sprong eensklaps naar het kind en alvo rens den eigenaar tijd had den hond tc verwijderen, was het arm kind een deel der rechter kaak uitgebeten. De heer Vanderschrick heeft hot kind de noodige zorgen toegediend. Proces-verbaal is opgemaakt. Bloedig gevecht. Men schrijfi uit Mechelen Maandag avond rond 9 1/2 uren, werd onze stad door een schrikke lijk gevecht in opschudding gebracht De herberg la Bouieilled'Or in de Stas- saitsiraat, had het bezoek gekregen van eenige soldaten van hel 2e regiment artillerie, waarbij zich ook een grenadier bevond. Deze verlustigden zich eenigen tijd met het kegelspel, doch weldra steeg een twist op, die in vechtpartij, veran derde. Als echte wilde dieren overvielen de kanoniers den grenadier. Niet tevreden, handen en voeten te gebruiken, namen zij de kegelbóllen om hun slachtoffer te mishandelen. De deuren zelf werden ge sloten om te beletten dat men den onge- lukkigen soldaat zou ter hulp snellen. Gansch zijn lichaam was um zoo te zeggen slechts eene wondehet bloed stroomde eu het slachtoffer gaf geen teeken van leven meer. De kanoniers namen het lichaam op en plaatsten het op straat tegen den muur. Het was alsdan dat men onmid- delijk de militaire overheid iri de kazerne kon gaan verwittigen, liet piket kwam welhaast toegesneld en de ongelukkige grenadier werd naar'iel militair hospi taal gebracht waar de geneesheer van dienst hem de eerste zorgen toediende. Zijn toestand is wanhopend ook werd hij van de laatste HH. Sacramenten bediend. Ernstig ongeval De veertienjarige Hortense Istas, werkte op de eersie ver dieping van hare woning, Beggijnens- straat, te Antwerpen, terwijl zij op eene leer stond. Dc leer schoof uit op den versch geschuurden vloer en bet meisje wilde zich aan hel kruishout van het raam vasthouden Zij greep echter mis en kwam met hoold builen de venster te recht, en wel zoo ongelukkig, dat zij met de borst op het gebroken glas viel, waardoor zij eeue wonde van de eene zij tot de andere bekwam. Weenend en bloedend kwam de arme Hortense naar beneden in de armen haurs vaders gevlucht. Doctor Grijspeerdt bracht haar de eerste zorgen en de H. Olie werd haar toegediend. De duivel in 't water Ue jongens van den waterkant te Antwerpen weten wat dit wil zeggen.'t Is datmetdespring- tijd het water boven de plaat komende daar eeue soort van draaikolk vormt, die soms zoo sterk is dat hij voor akner lig gende schepen meesleept. Dit was woensdag het geval. De duitsche stoomer Mercur, met erts van Bilbao en de engelsche stoomboot Dalton van St Petersburg lagen op de reede, de eersie aan de zaat van Brug germans en Herinckx, de andere aan de Belvedère. De kracht van den duivel sleepte den Mercur mee in de richting van den Dalton en wat de moeite de laatste ook deed om uit den weg te komen, het lukte niet. De beide schepen waren met elkander in aanraking. De Mecur botste niet de stuurboordzij op den voorsteven van den Dalton, dat de platen van het eersie schip den hebben aan den gcesel die ons slaat Vallen zij ook dagelijks niet onder den zelvcn geesel ncêr Wie toch met de meest booze bedoelingen der wereld, zou de bornputten vergiftigen, indien bij voor zieh zeiven gcene andere bron kende om zijnen nooddruft te laven. Met genoegen kon dc ridder merken dat zijne slem niet tc vergeefs onder de menigte klonk duidelijk won het natuurlijke op bet opgewondene veld, maar zijn tegenstrever, voor wien zulks ook niet verloren ging, wierp zich boonend voor uit en riepf Ridder, is bet aan u of wel aan mij, dat God zijne raadbesluitcn veropenbaren zal Gij, die (e midden van 's werelds genot, kommerloos voort leeft alsof er geen hemel te verzoenen was «al doet gij om den arm tc wederhouden die ons kas tijdt Gij deelt hulp en geneesmiddel uit, in den bclachclijkcn waan dat mcnsclicnkunst cn kruiden der aarde bet werk der Godheid kunnen verijdc. len. Neen, menschen, zoo bezwecrc men den gee sel nietboeting cn gebed zijn de ccnigc wapens om hem tc keer tc gaan. Aanziet mijn lichaam ging bij voort, den mantel die zijne naakte schou deren bedekte, afrukkende, geven dc menigvul dige wonden der roede, waarmede ik mijn vlecsch doorhak, u geene getuigenis dat ik mij als een I bersten lot onder de waterlijn, Het lek werd voorloopig gestopt eu 't schip in de kleine dok gehaald waar het spoedig gelost werd. De Dalton heelt niets geleden. Maandag nacht,tijdens li' t onweder, zijn stoutmoedige dieven ingebroken bij den koster, te Gontrodedie ook winkelier is. Zij hadden alles wat in den ellengoed- winkel is ingepakt en waren dan naar boven gegaan. Op de slaapkamer der meid hadden zij ook al de kleeren meege nomen, lot zelfs de schoeneu. De meid meende dal het de kosterin was, die op de kamer was gekomen. Geburen, die ter oorzaak van liet on weer waren opgestaan, bemerkten dat er iets ongewoons bij den koster gegaan was. Zij gingen naderbij en daarop na men de dieven de vlucht. Men heeft meestal de goederen op de baan naar Gent teruggevonden, slechts twee stukken kleergoed ontbreken, /egt men. De geburen zeggen dat zij een zes tal mannen de vlucht hebben zien nemen. De dieven hebben nog eenen geladen revolver achtergelaten, hetgeen doet ver onderstellen dat zij desnoods geschikt waren lot hei uiterste te gaan. Op hel einde van verleden week werd in de sparrenbosschen van Sint- Jansgoed te Eekloo eeri kofferken geb on den. Aanstonds gaf men aan de politie kennis van dien vond. Deze hield een oog in 't /.eil om te zien of niemand het zou kommi halen, doch men werd nie mand gewaar. Men heeft dan het kofferken naar het politiehureel gebracht en opengebroken. Het bevatte werktuigen dienstig tot het openbreken van sloten. Men denkt dat het door dieven in de bosschen verbor gen was. Dieven op den buiten In de wo ning van Frans Pelgrims, werkman te Zoersel, braken in den nacht van 18 op 19 dezer vier dieven binnen. Zij stolen 10 of 11 franks uit zijnen vestzak, alsook twee blauwe lijnwaden kielen. De brigade van Oostmale hield daags nadiet: drie personen aan, welke kielen droegen, die door Pelgrims als de zijne herkend werden. De schoenen van eenen der aangehou den passen in de sporen, door de dieven nagelaten bij den diefstal in de kerk van Zoersel. Ook te Oostmale zijn de dieven in de kerk gebroken. De offerbloken waren leeg geledigd, zoo dat de dieven geenen buit hebben gevonden. Alleen hebben zij voor 20 fr. schaê aangericht. Zondag laatst, tusschen 11 en 12 ure, is te Maria-Oudet hove, op den wijk Honger, een hevige brand uitgebor sten, op de hoeve van Petrus Van Dycke. Hij is, zoo het schijnt, begonnen in eene poort, palende aan de straat in die poort stond een wagen, geladen met graan, want gansch den dag was men vlijtig aan het inhalen geweest, en ter oorzake van dat voertuig was men verplicht die poort te laten open staan. Aangaande de oorzaak van den brand dat is weeral duister men heeft ver moedens, men is in gissingen, maar daarbij blijft het. Het vuur verspreidde zich snel, zoo dat in korten tijd gansch de hoeve aan getast was. Aan hlusschen viel niet te denken, te meer daar er gebrek aan wa ter was. Redden was het ordewoord der moedige buren, Eene nabijgelegen tweewoonst, met stroo gedekt, verkeer de in het dringendste gevaar, en niette genstaande alle mogelijke en uiterste pogingen, sloeg het vuur, door den Nooi'd-Westerwind gedreven, toch op de huizen der gebroeders De Vuyst over, en in weinig tijd, was daarop de plaats van dit droevig tooneel, een woedende en steeds toenemende vuurpoel te zien. Goddank, er zijn geene mensclien- levens te betreuren, alles bepaalt zich bij stoffelijke schade slechts eenige kie kens, konijnen en viggens werden door den rook verstikt en door de vlammen verslonden. Alles is verzekerd. Landbouwers, op de pijpen en stekjes geletals 't u belieft. Dinsdag is te Thienen een (eit ge beurd, dat zeer erge gevolgen zou kun nen gehad hebben. Een os was uit de handen van zijnen geleider gesprongen en liep verwilderd de stad door, naar de Marktplaats. Het woeste dier sprong in eenen geleierwin kel. Een genaamde Emiel Fenoust, vleeschhouwer, trad bijna op hetzelfde zoenoffer tusschen u en den hemel heb geplaatst maar, voorwaar, ik zeg het u, ik die mijne inspra ken van den Hoogc ontvang, dat dc pest niet zal verdwijnen, zoo lang 't Godmoordend geslacht niet gansch en al van dc aarde weggevaagd zij I Het is eene gekende waarheid, dat een ongeluk er eene reeks andere na zich sleept. Dc thans hcerscheiulc besmetting, aan zoo vele vooroor- dGelen en verkeerde begrippen de hand hebbende gegeven, had aan liet bijgeloof niet eene geringe mate voedsel verleend. Namelijk had de overdre- vene godsdienstoefening een broederschap lot stand gebracht dat niet toefde zijne vertakkingen in gansch Europa tc verspreiden. Dc ledematen er van droegen haren klccdcren «n leefden eene strenge tucht na, zich onthoudende van al wat het bestaan veraangenamen of vergemakkelijken kon. Tweemaal daags gccscldcn zij zich aan de hoeken der strulen met roeden cn scorpiocnen cn verkre gen hierdoor den naam van gccselaron of geesel- broeders. Doch machtig wordende cn daar dc eene overdrevenheid steeds tot de andere leidt, ontken den zij weldra alle geestelijk gezag om het zich zelve aan te matigen. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1890 | | pagina 2