DER GEVANGENEN.
Kaatsspel Houtmarkt
Allerhande nieuws.
was het bij elf ure, haastig sprongen wij
door de dichte menigte en stapten door
debevlagde straten naar 0. L. V. Kerk,
waar eene Wis van daakhaarheid werd
opgedragen en den gemoedelijken dich
ter, den begaafden gewijden redenaar,
Guido Gezelle eene aanspraak zou hou
den.
De prachtige tempel was opgepropt
van volk in het koor prijkten de vlag
gen en standaarden der gilden en maat
schappijen, waar ook hunne afgevaardig
den hadden plaats genomen.
Even als onze dappere voorouders, die
koene verdedigers van recht en waarheid,
wilden onze Korlrijksohe broeders ook
met God beginnen, aan Hem lof en dank
zeggen, voor die grootsche overwinning,
voor dien heugel ij ken zege, door onze
Vaderen behaald.
Statig en indrukwekkend werd het de
Profondis door honderden mannenstem
men gezongen krachtig en plechtig
galmde bij het einde der Mis, door d<3
ruime tempelbogen het onovertroffen
danklied de Magnificat
Hoe gaarne zouden wij hier deschoone
aanspraak van den gevierden kanselrede
naar herhalen, maar daartoe schieten
onze krachten te kort immers hij sprak
bier waar zijn harte van overvloeit, van
zijn volk, van zijn Vlaanderen, van zijn
heerlijk verleden, over de bestemming
der Vlamingen en de zending die zij, in
de wereld moeten vervullen.
Hoe boeiend en roerend, krachtvol en
indrukwekkend, zalvend en teeder was
zijn woord,hij wist de gevoeligste snaren
der harten van zijne aanhoorders te doen
trillen, hen aan te moedigen, op te beu
ren, ja, te begeesteren
Hoe schoon, hoe zacht en vloeiend was
zijne tale, hoe eigenaardig zijne onge-
kuslelde voordracht?
Gij zijl hier gekomen, zegde de Vlaam-
sche redenaar, om Gode te verheerlijken,
om Hem te danken voor dien grooten
zege, die Hij onze Vaderen schonk, ja
kristenen, Vlaamsche mannen, dankt
God, Hem zij eer en lof
Hij sprak van de bestemming der Vol
ken, en toonde hoe de Heer sommigen
voorbeschikt tot eene verhevene zen
dingen het volvoeren van groote daden,
hoe Hij deze zienlijk beschermt en met
weldaden en zegeningen overlaadt.
Zulk een volk waren de Israëlieten
toen zij in Egyptenland van eene familie
tot millioenen waren vermenigvuldigd,
wilde de koning Pharao hen verdelgen.
Hij legde hen zware en lastige werken
op, en deed al de eerstgeboren knechts
kinderen ter dood brengen.
In zijne verdrukking wende hel jood-
sche volk zich tot God, die het eenen
raadsman, leidsman en aanvoerder zond,
om ze uil 's konings handen te verlossen.
Mozes trok met de Israëlieten droog
voets door de roode zee, gevolgd van
Pharao, met geheel zijn leger.
Aan den oever stond Mozes met zijne
zuster Maria, die haren broeder smeekte
voor het behoud van het volk.
Op het bevel van den aanvoerder der
Israëlieten, vereenigden zich de geschei
den wateren en koning Pharao werd met
zijne wapenlieden, ruiters en wagens
door de zee verzwolgen.
Hier ook bestond een volk, dat God
een verhevene zending had toevertrouwd,
de Vlamingen had Hij tot groote daden
voorbeschikt, immers zij ook hadden
hunne hoop op den Heer gesteld.
De Vlaming is koppig, zelf stijfhoofdig,
maar wanneer hij overtuigd is van zijn
recht en de heiligheid zijner zaak, ver
dedigt hij die met zijn bloed en zijn
leven
De fransche koning opgehitst door zijne
gemalin, wilde het schoone Vlaander-
land aan zijne kroon hechten en bel
Vlaamsche volk uitroeien de koningin
vol haal en algunst sprak het vonnis uit,
in zulke hatelijke en wreede woorden
dat de heiligheid dezer plaats mij niet
toelaat van ze hier te herhalen.
Onze voorouders wenden zich tot den
God der heirkrachten en hadden de Isra
ëlieten eene voorspreekster in de zuster
van Mozes, zij lmdden eene beschermster
onder de aanroeping van O. L. V. van
Groeninghe.
De Vlamingen togen ten strijde, om
hunne rechten en vrijheden hun goed en
leven te verdedigen, en sloegen met hun
ne stokken, die zij hunne goedendags
noemden, liet uitgelezen ridderheir des
konings; zij behaalden een der schoonste
zegepralen waarvan onze jaarboeken ge-
DE DOCHTER
Eene geschiedenis uit de XIVC eeuw
DOOR
P. VAN DELEN.
2e Vervolg.
Onder geleide van den ridder, die als een be
schermgeest neven hunne zijde reed, was het
den jood gelukt met zijn kind hel gastvrije oord
te genaken, eer dat nog zijne vervolgers hem
hadden kunnen bereiken. Ter plaatse komende
en bare prooi ontsnapt ziende, bleef er aan de
menigte om bare woede te koelen niets anders
over dan zich in scheldwoorden uit te laten, en
de ridder, hoezeer ook anders gevreesd en ge
waardeerd, werd, daar bijoorzaak harerteleur
stelling was, insgelijks het voorwerp van hare
schimp en hare bedreigingen. Doch onvatbaar
en doof voer Inge bclccdigingen, bleef van
'wagen, en keerden zegevierend terug
met Ge bannieren en gulden sporen der
fransche ridders, die zij voor het won
derbeeld van O. L. v. van Groeninghe
nederlegden.
Wij zijn hier niet gekomen om den
oorlog te verheerlijken en de klove te
verbreeden die de twee volken scheidt,
maar wel om God te danken voor den
zegen welke Hij onze aderen schonk,
en om ons de heldhaftige daden onzer
vaderen te herinneren.
Onze dappere vaderen begrepen de
verhevenheid hunner zending en volgden
trouw de besteraming, ben door God
aangewezen bij elke openbare plechtig
heid, bij eiken bevochten zege. loofden
en dankten zij luide den Heer, en putte-
den in bunnen diepen godsdienstzin,
den leeuwenmoed, die ons op het Groe-
ningheveld onze vrijheid en zelfbestaan
verzekerde.
Noemt men Frankrijk de oudste doch
ter der kerk, wij Vlamingen mogen roe
men op dien van de braafste en de ge-
trouwste.
Omtrent in dier voege sprak de kris
ten redenaar, de gevoelvolle dichter, de
overmoeibare taalvorscher zijne in
grijpend en machtig woord, ontvlamde
in de harten zijner aanhoorders, de von
ken van godsdienstzin en vaderlands
liefde, welke onze Vaderen onverwin
baar, groot en machtig maakten
Omtrent 3 1/2 ure begon de plechtige
optocht, door Kortrijk's bevlagde straten,
naar den Groeninghekouter.
De stoet waaraan een dertigtal maat
schappijen en gilden waaronder ver
scheidene van muziek en zang, uit de
Leiestad en omstreken deel namen, werd
geopend door een piket gendarmen, ge
volgd van de stadsharmonie.
Een twintigtal standaarden en leeu
wenvlaggen, wiens breede plooien in den
wind wapperden, gaven den stoet een
prachtig en aangenaam uitzicht.
Algemeen schatte men liet getal der
betoogers op 2500.
De stoet werd gesloten door een rijk
versierden wagen met vier paarden be
spannen, langs achter waren er twee
pijlers aangebracht, waaraan een doek
gehecht was,die de breedte der straat be
sloeg, waarop men las Een leeuw in
Groeninghe.
Te midden van den wagen was een
verheven voetstuk geplaatst op welkers
voorwand men las Aan Vlaanderens
helden. Op de zijkanten Gij zult uw
vaderland beminnen,zijne taal en roem,
en De laai is de ziel der natie langs
achter stonden de jaarcijfers 1302-1890.
Op dit keurig gemaakt en met planten,
bloemen en vanen gesierd voetstuk stond
een leeuw van natuurlijke grootte, nog
met een deel der verbrijzelde keten aan
den poot, met den klauw gereed, om de
lelievaan aan flarden te scheuren.
Deze prachtige wagen, zoo smaakvol
versierd en getooid en zoo beteekenisvol
werd in vele straten en vooral op den
Groeninghekouter geestdriftig toegejuicht.
Al spelend en zingend,onder het luiden
der klokken van kerken en bidplaatsen,
en het bulderen van het geschut, kwam
de stoet aan het kapelleken van Groe
ninghe waar hij stil hield.
De heer bestierder der stadsharmonie
beklom eene kleine stelling en de deelne
mers aan de betooging rond hem ge
schaard, zongen met begeleiding der
Harmonie, twee liederen een gelegen
heidszang door Sevens, op de gekende
melody van Hol, en het lied der Vlamin
gen van Hiel en Benoit.
Daar stonden zij nu op den grond,
waar het pleit van Vlaanderen werd be
slist. waar de aarde het bloed onzer
vaderen drenkte en den overweldiger
zijn graf vond, en daar vroegen zij een
leeuw, om aan hel volk Vlaanderens
macht en grootheid te herinneren,om het
te leeren hoe het de slavenketens verbrak
door vreemden gesmeed, en hoe het
streed en weer kon keeren met spoor eu
vaan I
Vandaar trok de stoet naar de groote
feestzale van hel stadhuis.
Haastig werd deze door meer dan 1300
betoogers ingenomen, in de eerste reien
bemerkten wij een groot getal vrouwen
uit de voornaamste gezinnen der stad.
Op liet einde der zaal was een verhoog
getimmerd waarop de standaarden en va
nen der gilden en genootschappen prijk
ten, welke aan de betooging hadden deel
genomen.
Ue beelden van hunne majesteiten,den
koning en de koningin, smaakvol met
driekleurige behangsels versierd stonden
Huyshrouck onbeweegbaar, met den blik mede
lijdend op de twee verschillende volkshoopcn ge
richt.
Het lot der joden was wel ongelukkig doch
als vrome christen beklaagde hij uit ter harte
deze verblinden, die, wederspannig aan rede en
waarheid, alle overtuiging bleven verstooten, en
de vervolging waar de afstammelingen van Israël
gestadig nu bijzonderlijk hel voorwerp van wa
ren, mankte hunnen slaat hoogst deerniswaardig
voor hem. Maar waren zij minder te beklagen*
waren zij minder medelijden waard, welke tot
zulk eene laagte verblind en misleid, in den
waan verkeerden dat hunne laffe moorden wet
tige verdedigingen waren, en hun als verdiensten
moesten toegerekend worden En echter, indien
men hij tijd en omstandigheid er zich op toegelegd
hadde de onbeschaafde, volksmenigte op betere
wegen te leiden cn edele denkbeelden in haar
hart te storten, hoe vele van die wantooneden zou
men niet hebben voorkomen, welke zoo me
nige bladzijde in de wereldgeschiedenis besmeu
ren
Tot dusverre zijne taak voltrokken achtende,
zou Van Ruysbrouck de plaats hebben verlaten,
maar merkende dat er eene steeds klimmende gis
ting onder het volk ontstond, begon hij met rede
langs beide zijden van den achtergrond
en te midden de gele vlag met den zwart
klimmenden leeuw.
Uc eerw. heer deken De Gryze mei de
heeren Verriest, schepenc en Berlaimont
zat de vergadering voor.
De muziekmaatschappij ■- De Vrijheid
speelde op meesterlijke wijze het voor
spel der Artevelde's cantate, door Ge-
vaart.
Daarna beklom de heer Verriest, het
verhoog, zijn verschijnen werd door luid
ruchtig handgeklap en toejuichingen be
groet. Hier moeien wii opnieuw ons spijt
uit drukken, deze schoone redevoering
niet in zijn geheel te kunnen mededeeleu.
De gevierde redenaar begon met ziclt
te verontschuldigen omdat hij in deze
plechtigheid het woord moest nemen,
daar de heer Coremans, door ongesteld -
beid verhinderd was naar Kortrijk te ko
men.
Spreker heette ons altemaal welkom
en dankte ons in zijnen naam en in dien
van Vlaanderen. Hij sprak van die vrees-
achtigen die alle openbare betoogingen
zouden willen beletten, en slechts hunne
voorouders vieren en herdenken met ge
sloten deur.
Gij zijt gekomen ging spreker voort om
voor onze voorvaderen te bidden, en eens
opnieuw hunne heldenfeiten te gedenken
immers aan hunnen leeuwenmoed hebben
wij alles te danken eigen bestaan, vrij
heid, eigen taal, stam en volk
Dit hebt gij luide gedaan, met muziek
en gezang, trommelgeroffel, kanonge-
schut en klokkengeluid, het leest dat wij
vieren, is een landleest, waar geen het
minste gedacht van wrok of haat in
steekt, wat wij verheerlijken behoort aan
de geschiedenis, aan Vlaanderens glans
rijk verleden
De redenaar sprak over Vlaanderens
welvaart en rijkdom, hij wees op die
middeneeuwen, door vele bestweters
gesmaad, en echter zoo roemrijk zijn
geweest voor de schoone kunsten,handel
en nijverheid, getuigen hiervan nog die
prachtige hallen, kerken, die onze lieden
daagsche bouwmeesters niet kunnen
evennaren.
Even als onze voorouders willen wij
vrij zijn in ons eigen land, vrij van allen
inwendigen dwang.
Na die prachtige rede werd er door den
Snellaertskring twee vaderlandsche koo-
ren uitgevoerd, waarna het volk de zale
verliet, om in de St-Michielskerke nog
eens, alsvorens te scheiden, den Heerc
te danken.
Deze indrukwekkende plechtigheid met
het gebed begonnen, werd gesloten met
een solemneel lof en het blijde zegelied
het, Te Deum, door twee groote kerk
vaders, in begeestering en brandende
lielde tot God uitgegalmd.
Onnoodig te herhalen dat de kerk
schoon versierd was eu er hei eeuwen
oude beeld van O. L. V. van Groeninghe
prijkte, te midden van licht en bloemen.
Kortrijk haalt eere van zijne wel inge
richte betooging, en wij moeten, in den
naam van Vlaanderen, de ecrw. heer De
Gryze bedanken, die de ontwerper en de
ziel is geweest van die schoone vader
landsche plechtigheid. F. D. C.
STERFGEVAL.
De Alma Mater van Leuven, komt weer
een niew verlies te ondergaan door liet
afsterven van den heer Craninkx, dok
toer in geneeskunde en leeraaraan de
katholieke hoogescbool. Lange jaren was
hij een der vermaardste leeraars in de
geneeskunde. Over eenige jaren werd hij
door eene geraaktheid getroffen. Dit had
hem genoodzaakt zijn ontslag van leeraar
te geven. Een nieuwe aanval heeft hem
neergeveld.
Zondag 24 Augusti.
2de ronde.
Om 10 1/2 ure voormiddag All. Van
der Heyden (Holstade) tegen Cl. Van de
Velde, (Herdersem.)
Om 2 ure namiddag Petrus Ringoir
(Aalst) tegen J. De Coninck.
Om 3 ure namiddag Georges Rob-
brechis (Aalst) tegen Cam. Van der
Meerssche.
Om 4 ure namiddag Pierre De Maar-
schalck (Buggenhoul) tegen Alf. V'ermeire
(Baasrode.)
Botermarkt. Heden zaterdag
werden 938 klonten boter ter merkt ge
bracht, wegende te samen ongeveer
7600 kilogr.
de voltrekking van eene, tot dan ongehoorde
daad, namelijk dc schending van het heiligdom
te vreczen. Een zonderling man, die door zijne
klecding aan liet volk scheen te hefiooren, en door
zijne hevige gebaren cn luide toespraken gan-
schc kringen om zich verrenigd had, liet genoeg
merken wie hier de raddraaier der gansclie be
weging was. Doch de ridder, angstig wordende
voor de vrccselijke gevolgen der verleiding, be
sloot ook zijne stem le beproeven, hoe zwak hij
deze twist le zijn mogelijk toch zou de loon
der onmiskenbare, innige inecning, ccnigc harten
kunnen treffen cn, dc handen samenvouwende,
sprak hij, schier srocekeud, tot hen die hem
omringden
Lieve vrienden ach, het is aan mij niet, die
u bemin en uw stadsgenoot ben, dat gij eene bede
weigeren zultlaat u door ongegronde beschul
digingen niet misleiden laat uw medelijden niet
aflrekken van ongclukkigen, die, dit onder alle op
zichten verdienen. O weesl toch niet wreed en
onmenscliclijk I Morgen misschien zijn wij reeds
daar, voor God Dat Hij dan toch niet zeggen
kunne, wat Hij eens aan l.aïn heeft gezegd wat
hebt gij met uwen broeder gedaan
Wij hebben geen medelijden met laffe vergif
tigere, riep een bejaard man den spreker toe.
Programma van 't Con
e.ei'l 't welk zal gegeven worden, ter
Groote Merkt,op Zondag 24 Augusti 1890,
om 11 t/2 ure voormiddag, door de
Koninklijke Maatschappij van Harmonie,
onder het bestuur van den heer F. VAN
DEN BOGAERDE.
1. Stanley Marchc Militaire De Brandt.
Loichte Cavalerie. Ouverture Sippe
3. Lara Valse Ch. Beiirygkr
4. Lucrèce Borgia fanlaisic Donizetti
5. Marche Persane Strauss
Het Postbesluur deelt ons het vol
gende bericht mede
De correspondentiën bestemd voor de
troepen die deel moeten nemen aan de
toekomende krijgsoefeningen moeten ge
zonden worden
1. Van 23 tot 29 oogst naar Beverloo
voor de le nfdeeling, en naar Antwerpen
voor de 2e afdeeling.
2. Te beginnen van 50 oogst tot den
10 September naarArdoye (statie) voor
al de troepen.
Moorgel. Zondag 31 Oogst
aanst. zal door de sociëteit Vooruit, op
Kruisabeel,een luisterrijk Zangfeest geven
worden. Schoone eermetalen zullen aan
de deelnemende sociëteiten gegund wor
den. Reeds hebben 9 zangmaatschap
pijen hare deelneming aangemeld. In
geval van schoon weder zal er op Kruis-
aheel 1 oei volk samenstroomen want het
zal er hoogst vermakelijk wezen.
Gijsegem. Tentoonstel
ling. Donderdag aanst. zal er te
Gijsegem eene tentoonstelling plaats heb
ben van landbouwvoorlbrengsels en huis
dieren. Toegang gratis.
Het zanggenootschap zal de opening,
om 2 ure des namiddags, met eenige keu
rige gehangen verluisterrijken.
Om vijf ure, Voordracht door
eenen afgevaardigde des gouverne-
raents.
Om 6 ure Concert gegeven door
het Zanggenootschap en de Fanfaar der
gemeente.
Een valsche neger. Zondag avond
was het volk op de foor aan deZuidslatie
te Brussel, niet weinig verwonderd,
daar een neger te zien wandelen, barre
voets en enkel gekleed met eene broek.
Wel twee duizend personen volgden hem
en de straatjongens vermaakten zich met
den neger op het lichaam te wrijven.
Tot hunne groote verbazing ging liet
zwart af en de vermeende neger droeg
weldra allerhande teekeningen op zijnen
rug-
De politie, die kwam zien wat die op-
oploop heteekende, hield den kerel aan
en bracht hem naar het bureel, waar hij
erkend werd voor een soldaat der gidsen.
Hij is dadelijk ter beschikking der
krijgsoverheden gesteld.
Bloedig huiselijk drama. Dinsdag
rond den middag, ging een indrukwek
kende stoet voorbij de Hofbouwlaan, te
Brussel. Eene doodenkar, bedekt met
bloedvlekken, voortgestooteu door twee
landlieden, richtte zich langzaam naar
liet St- Jansgasthuis. Verscheidene hou-
derJen nieuwsgierigen volgden het rijtuig,
Een bloedig drama had plaats gehad en
ziehier in welke omstandigheden
De echlgenooten D.,woonachtig Woou-
we-St-Steven, leefden sinds eenigen tijd
in aneenigheid. De echtgenoot was een
onverbeterlijke dronkaard. Om zijnen
drift te voldoen, had hij niet geaarzeld
al zijne meubelen te verkoopen, zijne
vrouw en zijne vier minderjarige kinde
ren zonder hulpmiddelen latende, ja
zelfs somtijds zonder eten, De arme
vrouw had zich verplicht gezien, om niet
vrn honger om te komen, haren intrek
te nemen bij hare onders, landbouwers
te Grainhem.
Met hel inzicht zich eenige levens
middelen le verschaffen, was de onge
lukkige eenig geld op,het loon van ha
ren man gaan afhalen,
D., was door eenen zijner vrienden
daarvan onderricht. Dinsdag van den
vroegen morgen, begaf hij zich naar
Grainhem, naar de woning van zijnen
schoonvader. Om te beginnen, sloeg hij
met eenen overgrooten stok al de meu
belen aan slukken. Dan, een overgroot
broodmes van onder zijne kleederen ha
lende, liep hij naar zijne vrouw en bracht
haar aan de keel eene overgroote wonde
toe. De arme vrouw werd, door den
slag te willen afweren, drie vingeren van
het rechter hand afgesneden, D. nam
dadelijk de vlucht naar het bosch van
Zoningen. De genaamde Van Saventhem,
achtervolgde den moordenaar tot hier
toe is nij nog niet aangehouden.
Wat vrouw D. betreft, na ter plaats de
eerste zorgen ontvangen te hebben,
heeft men haar naar liet hierboven ge-
Zij die hen aldus rerdedigen, moeten weten
waarom merkte een denker aan.
Ha, zegde een andere, ecu jood doet alles voor
geld, cn er zijn rijken genoeg die er hunne reke
ning bij vinden dat de arme menschen zoo wal
uitsterven.
Doch, niet mecncndc voor zich zelvcn iets te
moeten vrcczen, sloeg dc ridder ook niet de min
ste acht, up de belccdigingcn die hem persoonlijk
betroffen, te meer daar zijne aandacht afgetrokken
werd door den bijval dien dc hem onbekende op.
ruicr tusschcn eenen anderen volkshoop scheen
c verkrijgen. Wanhopende iets met dc stem des
gevoel op versteende harten te winnen, en dewijl
liet gevaar steeds dringender werd, vermeende hij
nog eens de rede te moeten beproeven, vooraleer
met geweld het geweld tc bevechten, cn, dieper
dc menigte indringende riep hij luid, de stemme
van zijnen tegenstrever onderdrukkende
Maar, menschen, hoe kunt gij u door ccncn
vreemdeling laten misleiden, die u tot werktuigen
zijner bedekte inzichten gebruikt Weinig scheelt
het, of gij zoudt u laten gezeggen een heiligschcn-
ding tc begaan en onschuldigen van eenen grond
tc rukken, waarop dc goedertieren God zelf hen
uilgeDoodigd heeft.... Ja, onschuldigen, want hoe
kunt gij veronderstellen dal zjj eenige plicht zou
meld gasthuis overgebracht. Haar toe
stand is zeei bedenkelijk, niettemin
gevpn de geneesheeren alle hoop tot
redding niet op.
Nadere bijzonderheden. Een der kin
deren vanden moordenaar. 3 jaar oud,
was weenend tusschen vader en moeder
geloopen om liet ongeluk te vermijden,
is door den onmensch, met geweld in
den hoek der kamer geworpen. Het kirid
heeft insgelijks eene erge wonde aan
hoold hekomen, doch op verre na zoo
gevaarlijk niet, als die der moeder.
De brusselsche dieven hebben een
zwak om rijtuigen te stelen. Geene week
gaat er om of er zijn heerkens, die hij de
huurhouders rijtuigen met peerden ko
men huren en die vergeten teiug te bren
gen. De politie heelt eergisteren zoo
eenen heer bij den kraag gevat.
Schuwt de honden. Woensdag
morgend is een droevig ongeluk gebeurd
te St. Pieters-Jette. Een inwoner dezer
gemeente, wonende op den hoek der La.
kensche en Statiestraat, was bezig zijnen
hond uit te spannen, toen een kind, on
geveer 2 jaar oud, het dier begon te
streeleri. Het dier, kwaad wordende,
sprong eensklaps naar het kind en alvo
rens den eigenaar tijd had den hond tc
verwijderen, was het arm kind een deel
der rechter kaak uitgebeten. De heer
Vanderschrick heeft hot kind de noodige
zorgen toegediend.
Proces-verbaal is opgemaakt.
Bloedig gevecht. Men schrijfi uit
Mechelen Maandag avond rond 9 1/2
uren, werd onze stad door een schrikke
lijk gevecht in opschudding gebracht
De herberg la Bouieilled'Or in de Stas-
saitsiraat, had het bezoek gekregen van
eenige soldaten van hel 2e regiment
artillerie, waarbij zich ook een grenadier
bevond. Deze verlustigden zich eenigen
tijd met het kegelspel, doch weldra steeg
een twist op, die in vechtpartij, veran
derde.
Als echte wilde dieren overvielen de
kanoniers den grenadier. Niet tevreden,
handen en voeten te gebruiken, namen
zij de kegelbóllen om hun slachtoffer te
mishandelen. De deuren zelf werden ge
sloten om te beletten dat men den onge-
lukkigen soldaat zou ter hulp snellen.
Gansch zijn lichaam was um zoo te
zeggen slechts eene wondehet bloed
stroomde eu het slachtoffer gaf geen
teeken van leven meer.
De kanoniers namen het lichaam op
en plaatsten het op straat tegen den
muur. Het was alsdan dat men onmid-
delijk de militaire overheid iri de kazerne
kon gaan verwittigen, liet piket kwam
welhaast toegesneld en de ongelukkige
grenadier werd naar'iel militair hospi
taal gebracht waar de geneesheer van
dienst hem de eerste zorgen toediende.
Zijn toestand is wanhopend ook
werd hij van de laatste HH. Sacramenten
bediend.
Ernstig ongeval De veertienjarige
Hortense Istas, werkte op de eersie ver
dieping van hare woning, Beggijnens-
straat, te Antwerpen, terwijl zij op eene
leer stond. Dc leer schoof uit op den
versch geschuurden vloer en bet meisje
wilde zich aan hel kruishout van het
raam vasthouden Zij greep echter mis
en kwam met hoold builen de venster te
recht, en wel zoo ongelukkig, dat zij met
de borst op het gebroken glas viel,
waardoor zij eeue wonde van de eene zij
tot de andere bekwam.
Weenend en bloedend kwam de arme
Hortense naar beneden in de armen
haurs vaders gevlucht.
Doctor Grijspeerdt bracht haar de
eerste zorgen en de H. Olie werd haar
toegediend.
De duivel in 't water Ue jongens
van den waterkant te Antwerpen weten
wat dit wil zeggen.'t Is datmetdespring-
tijd het water boven de plaat komende
daar eeue soort van draaikolk vormt, die
soms zoo sterk is dat hij voor akner lig
gende schepen meesleept.
Dit was woensdag het geval.
De duitsche stoomer Mercur, met erts
van Bilbao en de engelsche stoomboot
Dalton van St Petersburg lagen op de
reede, de eersie aan de zaat van Brug
germans en Herinckx, de andere aan de
Belvedère.
De kracht van den duivel sleepte den
Mercur mee in de richting van
den Dalton en wat de moeite de laatste
ook deed om uit den weg te komen, het
lukte niet.
De beide schepen waren met elkander
in aanraking. De Mecur botste niet de
stuurboordzij op den voorsteven van den
Dalton, dat de platen van het eersie schip
den hebben aan den gcesel die ons slaat Vallen
zij ook dagelijks niet onder den zelvcn geesel
ncêr Wie toch met de meest booze bedoelingen
der wereld, zou de bornputten vergiftigen, indien
bij voor zieh zeiven gcene andere bron kende om
zijnen nooddruft te laven.
Met genoegen kon dc ridder merken dat zijne
slem niet tc vergeefs onder de menigte klonk
duidelijk won het natuurlijke op bet opgewondene
veld, maar zijn tegenstrever, voor wien zulks
ook niet verloren ging, wierp zich boonend voor
uit en riepf
Ridder, is bet aan u of wel aan mij, dat God
zijne raadbesluitcn veropenbaren zal Gij, die (e
midden van 's werelds genot, kommerloos voort
leeft alsof er geen hemel te verzoenen was «al
doet gij om den arm tc wederhouden die ons kas
tijdt Gij deelt hulp en geneesmiddel uit, in den
bclachclijkcn waan dat mcnsclicnkunst cn kruiden
der aarde bet werk der Godheid kunnen verijdc.
len. Neen, menschen, zoo bezwecrc men den gee
sel nietboeting cn gebed zijn de ccnigc wapens
om hem tc keer tc gaan. Aanziet mijn lichaam
ging bij voort, den mantel die zijne naakte schou
deren bedekte, afrukkende, geven dc menigvul
dige wonden der roede, waarmede ik mijn vlecsch
doorhak, u geene getuigenis dat ik mij als een
I bersten lot onder de waterlijn,
Het lek werd voorloopig gestopt eu
't schip in de kleine dok gehaald waar
het spoedig gelost werd.
De Dalton heelt niets geleden.
Maandag nacht,tijdens li' t onweder,
zijn stoutmoedige dieven ingebroken bij
den koster, te Gontrodedie ook winkelier
is. Zij hadden alles wat in den ellengoed-
winkel is ingepakt en waren dan naar
boven gegaan. Op de slaapkamer der
meid hadden zij ook al de kleeren meege
nomen, lot zelfs de schoeneu. De meid
meende dal het de kosterin was, die op
de kamer was gekomen.
Geburen, die ter oorzaak van liet on
weer waren opgestaan, bemerkten dat er
iets ongewoons bij den koster gegaan
was. Zij gingen naderbij en daarop na
men de dieven de vlucht.
Men heeft meestal de goederen op de
baan naar Gent teruggevonden, slechts
twee stukken kleergoed ontbreken, /egt
men. De geburen zeggen dat zij een zes
tal mannen de vlucht hebben zien nemen.
De dieven hebben nog eenen geladen
revolver achtergelaten, hetgeen doet ver
onderstellen dat zij desnoods geschikt
waren lot hei uiterste te gaan.
Op hel einde van verleden week
werd in de sparrenbosschen van Sint-
Jansgoed te Eekloo eeri kofferken geb on
den. Aanstonds gaf men aan de politie
kennis van dien vond. Deze hield een
oog in 't /.eil om te zien of niemand het
zou kommi halen, doch men werd nie
mand gewaar.
Men heeft dan het kofferken naar het
politiehureel gebracht en opengebroken.
Het bevatte werktuigen dienstig tot het
openbreken van sloten. Men denkt dat
het door dieven in de bosschen verbor
gen was.
Dieven op den buiten In de wo
ning van Frans Pelgrims, werkman te
Zoersel, braken in den nacht van 18 op
19 dezer vier dieven binnen. Zij stolen
10 of 11 franks uit zijnen vestzak, alsook
twee blauwe lijnwaden kielen.
De brigade van Oostmale hield daags
nadiet: drie personen aan, welke kielen
droegen, die door Pelgrims als de zijne
herkend werden.
De schoenen van eenen der aangehou
den passen in de sporen, door de dieven
nagelaten bij den diefstal in de kerk van
Zoersel.
Ook te Oostmale zijn de dieven in de
kerk gebroken. De offerbloken waren
leeg geledigd, zoo dat de dieven geenen
buit hebben gevonden. Alleen hebben zij
voor 20 fr. schaê aangericht.
Zondag laatst, tusschen 11 en 12
ure, is te Maria-Oudet hove, op den wijk
Honger, een hevige brand uitgebor
sten, op de hoeve van Petrus Van Dycke.
Hij is, zoo het schijnt, begonnen in eene
poort, palende aan de straat in die
poort stond een wagen, geladen met
graan, want gansch den dag was men
vlijtig aan het inhalen geweest, en ter
oorzake van dat voertuig was men
verplicht die poort te laten open
staan.
Aangaande de oorzaak van den brand
dat is weeral duister men heeft ver
moedens, men is in gissingen, maar
daarbij blijft het.
Het vuur verspreidde zich snel, zoo
dat in korten tijd gansch de hoeve aan
getast was. Aan hlusschen viel niet te
denken, te meer daar er gebrek aan wa
ter was. Redden was het ordewoord der
moedige buren, Eene nabijgelegen
tweewoonst, met stroo gedekt, verkeer
de in het dringendste gevaar, en niette
genstaande alle mogelijke en uiterste
pogingen, sloeg het vuur, door den
Nooi'd-Westerwind gedreven, toch op
de huizen der gebroeders De Vuyst over,
en in weinig tijd, was daarop de plaats
van dit droevig tooneel, een woedende
en steeds toenemende vuurpoel te
zien.
Goddank, er zijn geene mensclien-
levens te betreuren, alles bepaalt zich bij
stoffelijke schade slechts eenige kie
kens, konijnen en viggens werden door
den rook verstikt en door de vlammen
verslonden. Alles is verzekerd.
Landbouwers, op de pijpen en stekjes
geletals 't u belieft.
Dinsdag is te Thienen een (eit ge
beurd, dat zeer erge gevolgen zou kun
nen gehad hebben.
Een os was uit de handen van zijnen
geleider gesprongen en liep verwilderd
de stad door, naar de Marktplaats. Het
woeste dier sprong in eenen geleierwin
kel. Een genaamde Emiel Fenoust,
vleeschhouwer, trad bijna op hetzelfde
zoenoffer tusschen u en den hemel heb geplaatst
maar, voorwaar, ik zeg het u, ik die mijne inspra
ken van den Hoogc ontvang, dat dc pest niet zal
verdwijnen, zoo lang 't Godmoordend geslacht
niet gansch en al van dc aarde weggevaagd
zij I
Het is eene gekende waarheid, dat een ongeluk
er eene reeks andere na zich sleept. Dc thans
hcerscheiulc besmetting, aan zoo vele vooroor-
dGelen en verkeerde begrippen de hand hebbende
gegeven, had aan liet bijgeloof niet eene geringe
mate voedsel verleend. Namelijk had de overdre-
vene godsdienstoefening een broederschap lot
stand gebracht dat niet toefde zijne vertakkingen
in gansch Europa tc verspreiden. Dc ledematen
er van droegen haren klccdcren «n leefden eene
strenge tucht na, zich onthoudende van al wat het
bestaan veraangenamen of vergemakkelijken kon.
Tweemaal daags gccscldcn zij zich aan de hoeken
der strulen met roeden cn scorpiocnen cn verkre
gen hierdoor den naam van gccselaron of geesel-
broeders. Doch machtig wordende cn daar dc eene
overdrevenheid steeds tot de andere leidt, ontken
den zij weldra alle geestelijk gezag om het zich zelve
aan te matigen.
(Wordt voortgezet.)