NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 7 ARRONDISSEMENT AALST.
Donderdag 18 September 1890. 10 centiemen per nummer 44ste Jaar N° 2497
ABONNEMENTPRIJS
ANNONCENPRIJS
Poliliek overzicht.
Het tweegevecht.
DER GEVANGENEN.
Zedenleer en Vrijmetselarij.
Werknianscongres te Brossel,
DE DENDERBODE.
i)it blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag, De prijs ervan is 6 frank 's jaars
fr. 3,2b voor zes maanden fr. 1,7b voor drij maanden, voorop te betalen.
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutslraat,
N° 10 nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands.
Per drukregel, Gewone lb centiemen Reklamen, fr. 1,00 Vonnissen op
3" bladzijde bO centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond.De onkosten der kwitantiën door de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
CuSque «num.
AELST, 17 SEPTEMBER 1890.
JMinisterieel? crisis in Italië. Volgens
de Capitan Fracassa heeft M. Seismit-
Doda, minister van financiën, zijn ont
slag aan den koning gezonden. 'I geen
eene volledige oneenigheid met Crispi
bewijst.
l)e vrienden van den eersten minister
die duidelijk aan een ordewoord gehoor
zamen, maken nu van den ex-financien-
minister den zondebok M. Seismit-Doda
heeft het allemaal alleen gedaan. Hij is
de schuld der moeilijkheden, welke de
regeering heeft gehad met bijna al de
gemeenteraden des lands, wegens de
octrooi-verhooging. Aan hem is de her
ziening der belasting op de gebouwen te
danken, waar tegen zooveel geprotesteerd
wordt, enz.
Dat pakt echter niet, men weet waar
aan men zich te houden heeft en wie
voor dit alles verantwoordelijk is. Men
verliest de kolonisatie in Afrika niet uit
het oog, die stukken van menschen
kost en niets opbrengt. Indien de toe
stand niet verandert, zal een nieuwe
minister niet meer kunnen uitrichten,
dan M. Seismit-Doda.
Overigens, men is overtuigd dat dit ont
slag eene voldoening is voor Oostenrijk,
vnor de irredentische redevoeringen, ge
houden op het banket te Udine, waar de
minister aanwezig was.
De ontslaggevende minister keurde het
drievoudig verbond niet goed.
Het drievoudig verbond. Volgens
stellige berichten uit Weenen, zijn de
tijdingen der engelsche bladen over de
vernieuwing van het drievoudig verbond
op zijn minst voorbarig.
Alhoewel men daar vast overtuigd is
dal de vernieuwing zal gebeuren, aanziet
men als hoogst onwaarschijnlijk dat men
nu reeds daaraan zou denken, eene over
eenkomst te vernieuwen, die slechts bin
nen twee jaar eindigt.
Men is meer geneigd te gelooven dat,
naar hetgeen vroeger gebeurd is, de ka
binetten van Berlijn, Weenen en Rome
zich slechts op het laatste oogenblik met
de zaak zullen bezig houden, ten einde in
staal te zijn aan het verbor.d de wijzigin
gen te brengen door de omstandigheden
noodzakelijk gemaakt.
Eene plaag onzer liedendaagschfi be
schaving, die ons uit de oude germaan-
sche barbaarschheid is overgewaaid, is
het dwaze tweegevecht.
Om de onnoozelslc redens, onder de
belachelijkste voorwendsels, met de
lichtzinnigste uitvluchtsels wordt de
tegenstrever uilgedaagd en met dolle
DE DOCHTER
Eene geschiedenis uit de XIV« eeuw
DOOR
P. VAN DELEN.
8e ervolg.
Maria, snikte ik, ach vergeef aan
eenen zinneloozc dc enbcdaclitc woorden, dia hij
tot u spreektmaar, lieve, gij verstaat wel dat het
toch wreed zou zijn mij te verlaten op een oogen
blik dat, gelijk gij zelve zegt, mij alles den rug
keert. Ik zou zc kunnen vergelen dc gunsten
des vorsten ik kan zc missen cn verachten
de liefde en de toejuichingen des volks ik
zou mij kunnen troosten in liet verlies mijner
moeder, zou ik slechts met u, haar eene eer
biedige herinnering toedragen kon I... Meent gij,
wanneer, op het oogenblik van onder dc gric-
vendsto pijnen tc bezwijken, mijne moeder u
uitnoodigde uwe dwaalleer te verlaten, dat zij
dan ook niet dacht aan mij, aan dc toekomst
vermetelheid het gevaarlijk spel aan
't snijdend punt van den degen gehangen.
Deze ziekte, deze ongelukkige geesten
krankheid heeft bijzonder de officieren
der Europeesche legers aangetast, maar
onze parlementariërs, zij die uitmunten
door verstand, rijkdom en ervaring, zijn
zelfs van hare woede niet gansch bevrijd
gebleven, lijk de menigvuldige te zameu-
komsten der leden van de fransche
kamers getuigen,
Voor hem die door de duelwoede is
bezeten zijn de onbeduidenste dingen
oorzaken en voldoende redens om mal
kander uit te dagen, voor hen is een
eenvoudige oogslag, een gansch onver
schillig en onnoozel woord, een ongeluk
kig op den voet treden beleedigingen die
alleen door bloed kunnen uitgewischt
worden, en verschooningen kunnen er
niet keipen. Dat men mij niet van over
drijving beschuldige de onverbiddelijke
geschiedenis van het huidig tweegevecht
zal hel op ieder bladzijde barer met bloed
beschrevene bladen klaar bewijzen, bij
zonder in Duitschlaud waar de duelziekte
lot eene wezenlijke dolheid onder offi
cieren en studenten is gestegen. Bijna
iederen dag brengen de gazetten ons het
verhaal, het treurig verhaal,van het eene
of andere tweegevecht welk zonneklaar
doet uitschijnen om welke beuzelachtig
heden men er naar de wapens grijpt die
dikwijls de ijselijkste gevolgen na zich
slepeu.
Op zekeren avond was een officier
die eertijds in Strasbourg in garnisoen
had gelegen, in eene Kneipe bierhuis
binnengetreden. Onder de menigvuldige
studenten die hij er aantrof meende hij
in eenen hoek ecuen ouden makker te
herkennen met wien hij in goede kennis
was. Door de gelijkenis bedrogen stak
hij zijn zooeven ontvangen glas in de
hoogte naar de iuitsche wijze met de
woorden Prosit, Bursche Strasburg
Op 't welvaren vanStrasburg,Makker—
De student antwoordde niet maar voelde
zich door de woorden van den officier
belecdigd.
Deze bad om verschooning, legde
hem zijne worden uit en deed hem zien
dat hij geenszins het inzicht had hem
eenige beleediging toe te brengen. De
student wilde bet niet begrijpen stopte
zijne ooren voor de verzoening waarop
zelfs zijne gezellen aandrongen. Niets
baatte. Hei tweegevecht heeft plaats en
de student betaalt zijne vermetelheid met
den dood. Een ander tweegevecht dal»
in den loop van dees jaar te Fribourg
plaats heeft gehad, heelt gansch Duitsch-
land in opschudding gebracht en in
gansch Europa een droeven weerklang
gevonden. Een evangelische student had
aan een joodscbe het smaadwoord Ju-
denjung «naar het hoofd geworpen.Deze
wilt hem en zijnen godsdienst wreken,
vliegt in 't harnas een tweegevecht
beeft plaats met de pistool op drij passen
afstand. De beleedigde zelf valt ter plaatse
doodelijk getroffen, de andere is op
vlucht onder de aanklaging van moord
met voorbedachtheid.
van haren zoon I... Bij hebt het evenwel be
loofd, zoete vriendin dc vurige, gevaarvolle
omhelzing, dc kus op haren stervenden mond
waarmede gij hare woorden beantwoordde, was
die geen bewijs van toestemming, die ons dc
hoop moest geven u christen te zien worden
En nu, nogtans, weigert gij hulp aaneen vriend,
om dat geloofsbegrippen u zeggen dat gij hem
haten moet
Aymon, sprak zij zoo kalm cn gelaten, na
dat ik, aan haren wcnsch gehoorzaamd hebbende,
van den grond was opgestaan, waarom zijn
uwe woorden in edelmoedigheid niet aan uwe
daden gelijk waarom beschuldigt gij ons zoo
lichtzinnig van ontocgeeflijkheid cn wat gij mij
zegt aangaande de belofte van uwe moeder gedaan
ik acht mij niet verbonden aan een besluit, in een
oogenblik van ziclcnvervoering genomen haar lij
den was ook zoo bitter, zoo hevig!.... Ach 1 weet
gij wel dat liet mjjne schande is die gij vraagt f Ik
ook, indien mijn geluk mij meer dan uwe waar
digheid aan het harte lag, zon van u iets derge
lijks kunnen cisdien
Hoe tceder mij het meisje ook sprak hoe ook
hare handen in de mijne beefden, bij eene beken
tcnis in den loop barer woorden zoo onberaden
aan haar hart ontrukt, lag er evenwel iets kwet
send iets vernederend voor mij maar verre van
Het iweegevecht is gedoemd door de
goddelijke wet, vervolgd en gestraft door
het menschelijic recht,veroordeeld en ge
schandvlekt door 't gezond verstand en
het natuurlijk recht. Het is een aanslag,
een eerlooze aanslag, een moordpoging
op het leven van den evenmensch, met
gevaar ze met het onze uit te boelen,
eene schrikkelijke misdaad tegen de sa
menleving want het strekt rechtstreeks
om ze ten gronde te richten, met den
grondsteen waarop zij gansch steunt,te
ondermijnen. De eerste voorwaarde der
mogelijkheid der maatschappij is het
waarborgen van het bestaan en der rech
ten van eenieder door de Wet en open
bare macht. En nochtans tweepersonen
die elkander uitdagen om een verschil te
ledigen of, om eene beleediging te wre
ken zetten zich met eigen wil en daad
boven de wet; grijpen de weerdigheid
der samenleving aan, nemen hunne na
tuurlijke onafhankelijkheid terug en kee-
ren tot den wilden en on beschaafden
staat terug waar ieder maar op eigen
kracht en macht rekenen mag en waar
men immer van kop tot teen voor zijne
zelfverdediging gewapend zijn moet.
't Recht is eene zedelijke macht waar
door iemand veroorloofd is iets te doen
of zich iels aan te eigenen. Voor den
tweevechter integendeel wordt 't recht
eene lichamelijke kracht, eene stoffelijke
macht; en tot daar strekt zijn recht tot
waar zijne macht niet te kort schiet; hij
moet met den dichter zeggen
De rede des sterksten is immer de
beste.
Maar het tweegevecht is een middel
om recht te bekomen.
Schoon, maar de openbare macht, die
voor de veiligheid, der burgers zorgen
moet, is daarmede gelast en bij be
schaafde volkeren, kan het, zonder ge
vaar voor "t bestaan der samenleving,
aan bijzonderen niet vergund zijn, zich
door eigen macht rechl te verschaffen;
want indien 't recht van eenieders vrijen
wil afhing, van eenieders vrij goeddun
ken, wie zou er ooit ongelijk hebben
Wat zou er paal en perk te stellen aan de
begeerlijkheden van den evenmensch,
indien 't recht zijne objective weerde
verloor
Hoe dwaas ten anderen, liet duel is
toonen zijne uitslagen, zijne barbaarsch
heid duiden zijne gevolgen.
Welk betrek is er tusschen de waar
heid, do wezenlijke eer, het recht en de
macht van het lichaam, de behendigheid
in 't schermen, de toeval der scheut
van een vuurwapen Is degene die valt
die gekwetst wordt altijd plichtig? de
winnaar altijd onschuldig Zoo dc belee
digde zelf verwond wordt, wilt bet zeg
gen dat zijn tegenstrever gelijk had bet te
doen? De uitslag van een tweegevecht
bewijst niets, hoegenaamd niets, daar
beiden even gemakkelijk winnen kunnen,
't Is dus eene dwaasheid,eene vermetelde
uitzinnigheid, een opstand tegen alle
recht en reden.
mij cr iu tc ergeren, bewonderde ik dc maagdT
die zoo zeer boven mijne zwakheden verheven
was. Hare vrome wijsheid kon mij evenmin van
de heilloozc verlangens genezen die hare bekoor
lijkheden in mijn hart hadden doen ontstaan. Het
denkbeeld haar tc verliezen bracht mij waarlijk
als tot wanhoop cn scheen op dezen stond het ge
voel van plicht cn deugd in mijn gemoed te willen
vcrdoovcn.
Docli het grootmoedig meisje wist baar hart tc
bclieerschcn cn over alles tc zegepralen bare
deugd moest ons beiden behouden. O, gezegend
zij dc maagd, die in dien gevaarlijken stond mij
zoo wel mijne plichten herinneren deed dat zij
gezegend zij voorde harde woorden, door welke
zij mijne ziel met schaamte cn schande over
laadde
Met lievig geweld zicli uit mijne armen losgerukt
hebbende, plaatste zij zicli op eenen afstand en
riep mij toe
Aymon, nu is het gedaan gij zelfs hebt het
beslist. Van stonde aan moet ik uwe woning verla
ten. Wrecde vriend, waartoe noodig dan dat gij
mij uit dc moorddadige handen der volksmenigte
hebt gered Is eene eerlijke dood niet wcnscheiij
ker dan een bestaan gcl|jk gij 't mij voorbereidt
Waarom, ridder, vergeet gij uwe plichten zoo zeer
dat gij, die anders zoo grootmoedig waart, u thans
God heeft den mensch het bestaan ver
leend en hem tevens de plicht opgelegd
het te bewaren en te bezorgen, en aan
geene gevaren moedwillig bloot te stel
len. Ons leven hoort ons niet toe, wij
hebben dus het recht niet het door onze
schuld, door onze dolle vermetelheid te
verliezen. Dat van onzen evenmensch
moeten wij eerbiedigen, wij mogen het
hem, zonder wettige en gegronde reden
niet ontnemen, daar het zoowel als ons
eigen, ons heilig zijn moet als 't werk
van Hem, die alles door zijne Almacht
uit den niet heeft getrokken.
R....
Reeds sedert lang is 't bekend, dat het
huisgezin met zijn zedenbeschavenden
invloed een hinderpaal is voorde ontwer
pen der secte daarom moet het huisge
zin vernietigd worden.
Ziehier, hoe een vrijmetselaar van
hoogen rang sprak, die onder den pseu
doniem van Piccolo Figre teekent
Het voornaamste is den man van zijn
gezin te scheiden en hem zijne goede
zeden te doen verliezen. Hij houdt van
lange praatpartijtjes in het koffiehuis, van
het ledigzitten inden schouwburg sleep
hem mede, trek hem aan, leer hem in
het geheim zijn dagelijksch werk te ver
afschuwen. Door dit middel, na hem van
vrouw en kinderen gescheiden, en hem
te hebben aangetoond, hoe moeielijk al
zijne plichten zijn, stort hem hel verlan
gen in naar een ander bestaan.
Wanneer gij in sommige zielen een
afkeer van huis, gezin en godsdienst zult
opgewekt hebben, laat dan enkele woor
den los, die in hem het verlangen moe
ten opwekken van eene naburige Loge
lid te worden....
De vrouw is de bewaarengel van het
huisgezin zij bewaart de zuiverheid en
eenheid van den huiselijken haard de
vrouw moet dus bedorven worden.
Ik hoorde laatstschrijft de macon-
nieke schrijver nog, dien wij aanhaalden,
een onzer vrienden lachen over de
wijsgeerige manier onzer ontwerpen en
ons zeggen Om den katholieken eere-
dienst te vernietigen, moet men beginnen
met de vrouw te verwijderen. Het woord
is waar in een' zin, maar, daar wij de
vrouw niet kunnen verwijderen, laten
wij haar bederven.... De beste dolk om de
Kerk in het hart te treffen, is het zede-
bederf. Aan het werk dus tot aan het
einde
Do duivelsche wapenroep heeft weer
klank gevonden onze vrijmetselaars
zijn aan het werk. en geen middel is
haar te verfoeilijk om in deze eerlooze
onderneming te slagen.
Reeds in I8ill sprak Z. H. Paus Pius
VII in een document, waarin hij de zede
loosheid der Vrijmetselarij aan het licht
brengt
Het is door documenten bewezen,
tot verleider vernedert 1
O, zij bad zoo wel mijn hart geraakthet leed
wezen. dat bare woorden in mij verwekte, was
zoo diep gevoeld 1 lmc gaarne zou ik hebben wc
dcrgckcerd tot dc schuchtere vriendschap, tot die
zedige achting waarnit, cenige dagen geleden, wij
nog zoo veel troost badden geput. Ik had Maria
het verlcdene tc vergeten maar zij hield er bij
dat na zulk cene verklaring er niet meer weder
tc keeren was. Echter, om mijne zichtbare wan
hoop op te beuren, trachtte zij mij totsterkmoedig-
heid op te wekken cn, hare eigene gelatenheid ten
voorbedde stellende, maande zij mij ook tot gela
tenheid in hel doorstaan der wreedste beproevin
gen aan. Maar toch lijn hare trootlcnde woorden
onmachtig gebleven om aan mijn hart dien zielen-
vredc weder te geven dien ze mij zoo onvrij
willig bad ontroofd....
En nu, weet gij niet waar zij hare schuil
plaats gevonden heeft vroeg Walter met be
langstelling.
Ach neen Ik weet het nietvruchteloos
bleven al mijne aangerichte pogingen, om iets des
aangaande te vernemen. O, mochl ik, in dc onze
kerheid baars verblijf*, slechts in dc overtuiging
berusten dat baar lot niet tc bitter geworden
is
Terwijl nu dc gevangene al zijne welsprcken-
dat de voorschriften der zedenleer gege
ven door de maatschappij der Carbonari
misdadig zijn.... Ja, zij begunstigen met
de grootste schaamteloosheid de schan
delijkste driften
Halen wij ten slotte nog een vrijmet
selaar aan
De Katholieke godsdienst vreest zoo
min een welgeslepen dolk als de monar
chie maar deze twee basissen van de
maatschappelijke orde kunnen in elkaar
storten onder het zedebederf laten wij
dus niet ophouden te bedervèn, laten wij
geene martelaren maken, maar laten wij
de ondeugd onder hel vdjt verspreiden. Dat
de menigte ze inzuige door hare vijf zin
nen, dat zij ze drinke, dat zij er van ver
zadigd worde. Maakt bedorven harten en
er zullen geene katholieken meer zijn.
Rrutale goddeloosheid. Op het Kon-
gres van Luik heeft Z. Em. kardinaal
Goossens, onder andere, deze vraag
uitgesproken Ik vraag het U, Mijn-
heeren, eens God afgeschaft, wie zal
zijne plaats nemen
Daarop antwoordt een Gentsth liberaal
blad
Indien de wetenschap er ooitin slaagt
het merischdom van de cholera te bevrij
den, zal er ongetwijfeld ergens een gek,
in den aard van kardinaal Goossens.
opstaan om te vragen door wat men die
ziekte hoopt te vervangen.
God gelijk gesteld met den cholera Is
t walgelijk genoeg
En dat wordt geschreven door dezelfde
mannen die, eenige weken vóór de kie
zing, boekskens naar den buiten zonden,
waarin zij zeggen dat zij den godsdienst
eerbiedigen
De partijgangers van het algemeen
stemrecht hebben te Brussel een Congres
ingesteld door de werkerspartij, en
waarvan geheel de roode kliek deel
maakt.
Ook is de tafel, waaraan het bureel ze
telt, niet met het gewone groene tapijt,
maar met een vuurrood laken overdekt,
en men leest er op
Liberté Egalité Frater nité
Onder de sterren van eerste grootte
schitteren Leon üefuisseau, Anseele,
Volders, de Sélys-Longcbamps Calle-
waert. Van den Oorpe, Cosla, de geban
nen italiaansche gedeputeerde, enz.
Janson is niet te zien.
DEFUISSEAUX wordt tot voorztlter
gekozen.
Het eerste punt aan bet dagorde is het
houden van manifestation in al de arron-
dissementshoofdplaatsen des lands, op
denzelfden dag en hetzelfde uur.
beid gebruikte om de maagd voor hare vrome
wijsheid tc roemen cn Aymon's plichtvergcten met
slrengc woorden tc laken terwijl hij tevens met
vaderlijke goedheid den zoon van zijnen ouden
wapenmakkcraanspoorde zieli de beproevingen ten
nutte maken cn hem hoop in de toekomst gaf
werd in eens dc deur des kerkers geopend. Een
bediende des rechts trad binnen en plaatste zich op
eenen afstand der verbaasde rampgenootcn cn ver.
zocht Van Mocrkcrke eerbiedig hem Yoor den
schoot tc willen volgen.
Walter ontstelde, zichtbaar bij eene hem zoo on
gewone boodschap als een gewoon menseh die
voor den rechter geroepen wordt, beefde nu die
dappere ridder van weleer bijeen onbegrepen
angstgevoel. De band van zijnen jongen vriend
vastgrijpende, wrong bij ze cn sprak met ontroer
de stem
Vaarwel, mijn zoon, wees steeds voorzichtig
en braaf. Wie weet of het niet voor dc laatste maal
is dat wij ons hier beneden zien.
Dij het hoofd van St- Jan zegde de be
diende tot zich zclven, terwijl hij den gevangent
gc.vocgelijkerc kleedcrcn bood. Alles wel nage -
zien zou ik durven wedden dat die heer zich ia
dcu uitslag der zaak bedriegt
(Wordt voortgezet.