NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. Zondag 21 September 1890, 10 centiemen per nummer. 44sle Jaar N. 2498- ABONNEMENTPRLiS ANNONGENPRIJS Politiek overzicht. DER GEVANGENEN. Onderwijs. Nog de tabak. Hookers. DENDER-BODE. Jil blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag De prijs ervan is 6 frank s jaars fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voer drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutstraat, N° 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands. Per. drukregel, Gewone 15 centiemen Ueklamen, fr. 1,00 ,- Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Calqne saam. AELST, 20 SEPTEMBER 1890 Beis van M. Carnot. Woensdag mor- gend heeft te Kamerrijk de slotrevue plaats gehad, waarmee de groote troe penbewegingen in het Noorderdeparte ment ten einde liepen. 38,000 man troe pen namen er deel aan. M. Carnot reed in open rijtuig er heen, gevolgd door den schitterenden stoet der vreemde officieren. Mgr de aartsbisschop van Kamerrijk was door M. den President uitgenoodigd en woonde de revue bij. Graaf d'Oultremont was in het aarts bisschoppelijk paleis afgestapt, en het is daar dat colonel Kornprobst den gezant van Leopold II met de presidentieele rij tuigen is komen afhalen. M. Carnot ontving graaf d'Oultremont in de salons der onder-prefectuur. Een bataillon voetvolk bewees de militaire eer. De graaf verklaarde dat de Koning der Belgen hem had opgedragen, den presi dent te begroeten en hem de verzekering over te brengen van de beste wenschen van Koning Leopold voor het geluk en den voorspoed van Frankrijk. President Carnot antwoordde, door dezen stap van den koning zeer geroerd te zijn, en verzocht M. d.Oultremont bij den koning den tolk te zijn van zijne op rechte erkentelijkheid. Wilhelm en Frans-Jozef. Eene his torische gebeurtenis heeft dus andermaal plaats gehad Keizer Wilhelm en Frans Jozef zijn bijeen, om het bewijs te geven dat eene nauwe vriendschap nog altijd de beide duitsche Staten verbindt. Wilhelm II en zijne hooge genoodigden woonden de manceuvers bij op den Spits berg, ten noorden van Striegau. Buiten de vorsten waren nog aanwe zig prins Ludwig van Beieren, prins Georges van Saksen en prins Albrecht van Pruisen, regent van Brunswijk. Terwijl de keizers hunne samenkomst hebben, zijn ook de kanseliers niet onle dig gebleven. Zij hadden woensdag mor- gend eene langdurige bijeenkomst te Hansdorf. Kiezingen in Brazilië.' Het brazili- aansche gezantschap te Berlijn, zegt de Kolnische Zeitung deelt het volgende be richt meê aan de dagbladen De algemeene kiezingen ter samen stelling van Constituante, die den 13 november aanstaande te Rio de Janeiro bijeenkomen zal, hebben in al de Staten der nieuwe republiek Brazilië in volledige de dochter Eene geschiedenis uit de XIV# eeuw DOOR P. VAN DELEN. 98 ervolg. ill. Eren als dc bange reiziger, dooreen vervaar lijk orkaan op de baan overvallen, geheel zijnen moed herleven voelt, wen er eene enkele licht straal door den zwart bewolkten hemel dringt, zoo ook is de ongelukkige, boven wiens hoofd het onweecr des rampspoeds samengetrokken is hij hoopt en vertrouwt, wanneer de minste schijn, do minste schaduwc van zachter lot zich aan den gezichteinder zijns geestes ver toont. Wat in den kerker de samenspraak des ge vangenen met den jongen Aymon Van Ruys. brouck zoo plotseling afgebroken had, deed dan ook in dezes gemoed eene zoete hope ontstaan. rust plaats gehad, op maandag 15 septem ber laastleden zooals aangekondigd was. De volkstemming heeft volledig den republiekeinschen regeeringsvorm be krachtigd. Deze gunstige uilsal der kiezingen heeft eene stijging in de braziliaansche fondsen ,en gevolge gehad en overal neemt ook het vertrouwen toe in de toe komst van de republiek. Dit zijn nu de officieele tijdingen. Laat ons nu afwachten wat de bijzon dere telegrammen ons zoo al meêdeelen zullen. Slavenjacht. Uit Zanzibar wordt aan Times gemeld, dat woensdag rond mid dernacht. de booten van de engelsche stoomboot Konak jacht gemaakt hebben op eene dhow, die een verdacht uitzicht had de lange vervolging was zeer be wogen. De Dhow werd eindelijk bereikt en de arabische kapitein werd gedood, terwijl hij zich verdedigde, De overige leden der bemanning sprongen in zee, en konden zich, dank aan de duisternis, redden. Men heeft 500 slaven op de dhow ge vonden. De liberalen werken om gansch het menschdom geleerd te maken, om hun nen geest te doen ophelderen; de kleri- kalen integendeel vragen niet beter dan 't volk dom en ongeletterd te houden; de eersten zaaien het zaad der verlichting, de tweeden dat der duisternis. Geleerd heid en vooruitgang, ziedaar de leus der liberalen Onwetendheid en domheid zijn de ketens der geestelijkheid. Zoo schrijft zeker schooUosken van de Graanmarkt, dat wellicht zijne geleerd heid aan Geestelijken te danken heeft. Arme sul 1 Acht dagen nadien doet 't ventje zijn beklag dat in prijskampen, letterkun dige en andere, de godgeloovige kampi oenen al de prijzen behalen ten nadeele der liberale mededingers. Zou men niet zeggen dat dit manneken 't poer uitgevonden heeft en dat onze eeuw hem 't elektriek licht verschuldigd is. Och arme 'l venlje vergeet zeker dat T groote deel der liberale Aalslenaars hunne studiën in de Jesuïten of in pries- terscbolen gedaan hebben. En waar zijn al de scholen die zoo eigenlijk door de liberalen uit hunne eigene beurs lot ver lichting van 't menschdom zijn opge bouwd. 't Is droef om bestatigen, wel is waar, dat, sedert eenige jaren, de logie- bazen zich hebben weten meester te ma ken van 't Openbaar Onderwijs, 't welk met onze stuivers onderhouden wordt; 't is droef, dat de officieele scholen, met ons geld gebouwd en ondersteund, libe rale of geuzescholen moeten heeten, en dat de bedieningen er grootendeels in handen zijn gevallen van kerels, die met Goden zijn gebod spotten en aan de welke een weldenkende burger zijne kinders noch kan, noch mag toevertrouwen. Jammer dat veel menschen niet beter uil hunne oogen zien en niet beter on derricht zijn van sommige professorkes Verleden jaar nog, dierf men klaar en duidelijk schrijven in Dendergalm Door onze middelbare scholen zal langzamerhand het gansche leugenkraam der Kerk vernield worden. Er zal een scheuring door komen grooter dan de scheuring der 1* eeuw. Gaat, Heerkeus, zegt dat eens ten huize aan de ouders die lichtzinnig en onbe dacht U hunne kinderen toevertrouwen. Verkoopt dit eens op den buiten; en uw kraam, met uwen alval in't groot en uwe valsche marchandisen, zal gauw met de pikkels omhoog liggen.—- Maar ze zijn slimmer dan dal, om menschen te fop pen. Schijnheilige Circulairkens melden dat de leer van 0. L. H. Jesus- Christus daar ook wordt aangeleerd. Doch er staat niet bij te lezen hoeveel professors hunnen paschen houden; hoe veel er hunne christene plichten kwij ten welke gazetten en boeken zij lezen en aan hunne leerlingen aanbevelen, in één woord, of die heerkens hun leven schikken naar do leering van Christus; dat wordt onverlet gelaten De kleine uitverkooper van geuzengazetten telt on der de leerlingen van den Ecolè Moyenne een groot getal klanten. Vele ouders weten niets van wat er ter school gebeurd, omdat de kinders er over zwijgen; maar zeker en vast wordi er aldaar eene generatie gekweekt zonder geloof, en bijgevolg zonder ze den. Er loopen op sommige omliggende dorpen reeds staalkens buffels, die noch naar kerk noch naar kluis meer omme zien, maar die zeer wel den weg weten naar slechte kapellekens en reeds op den ouderdom van 18 tot 20 jaren hunne ou ders veel verdriet aandoen. Dat de ouders maar eens goed rondzien waar men naartoe wil met dit goddeloos onderwijs; met die scholen waar men, in naam van vrijheid en vooruitgang, niet meer bidt vóór en na de klas. Dit alles is geen mode meerDe Catechis mus of de leer van Christus wordt er aangeleerd in theorie, doch verders maakt men er in 'l pratijk zooveel kas van als van de fables de Lafontaine. ♦c De boeren zijn dom, zegt ons schrijverken, en dat is de schuld der Geestelijken, terwijl het door 't licht der beschaving is dat wij de groote steden aan de klauwen der geestelijkheid ont rukt hebben. Zoodan, Vriendjes, 't licht der bescha ving in de groote steden dit hebben wij U te danken Hewel, g'hebt er de kom- plimenten van... van die helsche bescha ving der groote steden, waarvan wij da gelijks staaltjes lezen in de dagbladen: Als het die beschaving en die zeden zijn die ge ons brengt, zoudt ge wel doen dit ten uwen koste te verwezentlijken, even als de Katholieken en de Geestelijken, hunne scholen en collegiën hebben opge richt,.tot behoud van geloof en goede ze den maar, dit met ons geld, met het geld van den Staat, doen, dat noemen wij een wraakroepend misbruik !..De ou ders die hunne kinders U toevertrouwen deelen voorzeker in uwe inzichten niet mede. Toen over eenige jaren oud-minister Graux de wet op den tabak deed stem men, had hij nooit gemeend, denk ik, dat zes jaren nadat hij onder de kiezin- gen der misachting gevallen was, ik zegge niet hij, het genoegen nog zoude gehad hebben zijn werk te zien voort leven maar zelf in die streken die hij hel meest strafte, aanhangers en verdedi gers zijner belasting zou hebben gevon den. Het schijnt mij vreemd en onver staanbaar hoe drukkende lasten op eene vrucht de culture dezer kan bevoor- deren 'T is mij even onbegrijpelijk als een dijk, te midden der rivier geplaalst de loop van het water zou kunnen verge makkelijken. En gij lieve lezer 1 Onder de tabakkweekers kan men twee klassen onderscheiden de eerste, verre vooruit de talrijkste begrijpt onze lande lijke werklieden deze kweeken den tabak'slechts tot eigen verbruik. Volgens de voorschriften der wet en de bepalin- lingen der ministerieele omzendbrieven is het hun toegelaten 80 struikel gratis te planten onder de voorwaarde deze aan de bedienden over te geven en onder het nazicht van hel gouvernement te stellen. Zijn die 80 struiken immer toereikend Zeker, zeker neen, in het meest getal der huishoudens waar verscbillige tabak- smoorders voorhanden zijn. Zelfs een rooker, die regelmatig zijn pijpje doet, is dikwijls gedwongen zijn verbruik te regelen op het einde van het jaar, dus moet hij koopen,iels wat hem altijd zeer duur valt en dan, daar zijne beurs klein is moet hij zich te vreden houden met den goedkoopsten die meest schade lijk is aan zijne gezondheid of te wel is hij gedwongen er meer als 80 te- planten en dan moet hij alles betalen, heeft nog ten andere gevaar te loopen zijnen koste- lijken tabak te zien mislukken of door den hagel te verliezen. Nochtans het pijpje is de werkman zoo aangenaam 't Is de verdrijfster der kommervolle zorgen, de troosteres in de treurige stemmingen van het gemoed. Vandaar het pijnlijk morren wanneer hij telken jare genoodzaakt is zijn strui ken te lellen die hij zuchtend plant maar ten anderen ook met de koesterende hoop, die hatelijke belastingwet, over blijfsel van 't ongelukkig beheer der libe ralen, welhaast te zien verdwijnen in den afgrond waar zij nooit hel daglicht meer zal zien. Hatelijk is liet voor het vrij en onaf hankelijk karakter van den Belg iederen zomer de heeren van den tabak cp denhof te zien verschijnen, met eenhoop Daar hij meer vertrouwen dan zijn vriend bezat, had hij dezes duister voorgevoel niet ge deeld, maar had zelfs in eene zoo ongewone zaak, liet voortcokcn cencr naderende lotverwisseling mecnen te ontdekken. Evenwel scheen wederom die schoone hoop zich niet tc zullen verwezenlij ken, want reeds waren cr ccnigc dagen vcrloo- pen die niets hadden teweeggebracht de ge vangene verbleef nog altijd in den keikcr. Dus moest het aan alle kanten in den geest des jon- gelings zoo duister uls voorheen blijven, daar hij ook van de maagd, van zijne beminde Maria, niets had kunnen vernemen. Noglans hoe onverpoosd het ook ongunstig bleef, ver. kreeg lijj evenwel meer kalmte en gerustheid in het hart, en ofschoon uit liet paradijs das on- verglanstcn voorspoeds gedaald, had hij, na veej moeite, wei is waar, toch eindelijk zich aan liet ellendige aardsche leeren gewennen. Eenen dag dal het schoon en helder weder was, had hij dc stadsmuren verlaten, en, onverschillig, voortstappend in dc baan die hij op zijne wan delingen dc gewoonte had te volgen, was hij al - lengskens tot voor liet slot van Van Mocrkerkc gekomen. Telkens had hij deze plaats betrad, leed hij wel hij het gezicht van den ontroof den eigendom eens waarden vriends, maar toch kleefden er duurbare herinneringen aan dezen grond. Zijn vader, die in den huiseiijken kring zoe dikwijls zijne ridderbedrijven vergat, had zoo veel van zijne kindsheid verhaald, die hij grootendeels met Walter hier had doorgebracht Schier elk voorwerp riep Aymon eene geschiede nis te binnen, die hem bij winteravonden hij den warmen haard verteld was, en die hij des ie beter onthouden had, daar zij hem steeds de zoete jaren van kinderwccldc en ongestoorde vreugde voor het oog had geschilderd. Peinzend was hij alzoodoor gras en heesters heen aan den achterkant des kastccls gekomen' waar een oude toren, als een bolwerk, zich tus- schcn dc vestingmuren verhief. Dit gebouw.dat steeds tot gevangenis had gediend cn dat, uit hoofde zijner eerste bestemming, een angstwek kend voorkomen aan dc naburige landbewoners opleverde, boeide door een onbegrepen gevoel zoodanig zijne aandacht, dat hij op den grond ging zitten, met de hope van zich door dc overwegiu- gen, liet raadsel van zulke zonderlinge belangslcl- ing te verklaren. Was het dan waar, gelijk men liet in den om trek algemeen beweerde, dut dit gebouw thans aan bovenaardschc machten overgeleverd was Luisterend, naderend en nog luisterend hoorde hij klaar en klaarder de klanken eencr ilagoudc papieren onder den arm, met 't potlood achter het oor, de borst vooruit het hoofd achterover, met een zoo majes- tueuse gang alsof de grond ging bersten onder het gewicht hunner geleerdheid, verstand en belangrijkheid hatelijk en overdraagzaam is hem het gebiedend loont uwen tabak en uw aangevings- biljet d, 't Is wel wanneer er geene schip woorden volgen. Is nu alles niet winkelhaak, ah een proces aanstonds... of te wel moet men ze paaien dat ze zwijgen Eene tweede klas van labakplanters is deze die uit den tabak hunnen oogst trekken, hen iu groote hoeveelheid plan ten en ter merkt voeren. Is voor dezen de belasting en heilmid del om hen voor de concurentie te be schermen Ja,zegt de Werviscbe tabakplanter.Die accijnsrechten ontnemen aan den boer van andere streken de lust tabak te planten, wat hij anders zou doen ware de belasting daar niet om het hem te be letten overal inderdaad wordt de grond geschikt tot 't kweeken van tabak door de nieuwe verbeteringen (O verbeterin gen in den landbouw. Meer.t gij het, beste vriend Of te wel vindt een boer uit andere streken zijne winst in 't kweeken van den tabak of niet. Vindt hij er geen profijt aan dan behoeft gij hoegenaamd niet hem als mededinger te vreezen, vindt hij er in tegendeel zijne winst dan kan hij even als gij die belastingen betalen. Waarom zou een boer van Aygem of Burst, die zich met de labakteell bezig houdt, die 3 fr. per honderd struiken zoowel niet kunnen betalen als die van Appelterre, Harlebeke, Wervick Zijn wij'niet kortzichtig, beste vriend, uw vijand is niet de inlandsche teelt maar wel de vreemde invoer.Denationale planterijen moeten zich ontwikkelen vrij van alle drukkende aankleefsels en rechten, uw belang is het dat inkomrech- ten vermeerderd worden om den stee man, die tegenwoordig meest vreemde tabak verbruikt, inlandschen te doen smooren, daar deze even zoo goed en aangenaam is als gene en daarbij veel gezonder. Hebt gij het zoo verre gebracht zoo zult gij voor uwe teelt eene nieuwen en rijken uitweg hebben gevonden, de tabak zal duurder worden zonder den ongelukkigen werkman te schaden, die heden zoowel als gij onder die Graux-wet lijdt de nultelooze franken die gij nu in de accijnsrechten moet steken, kunt gij verbruiken tot het verbeteren van alles wat u eene bron van welstand is. HF. R. stemme die, door ccnc machtigere onderdrukt, licm een slachtoffer cn cencn heul voor oogen bracht. Maar hoe zal hij anders dan iu dc begrip pen des volks, zich zulke zaak verklaren. D<-' tegenwoordige heer had zelf de moordtuigen zijner voorzaten door liet volk doen verbranden hij was het toch niet die zijn behagen in iemand te mar telen vinden kon. Uit een ingeboren gevoel in verontwaardiging opspringend, stapte Aymon niet zonder levens; vaar door lisch cn onkruid, waarmede dc hrccde vestinggracht bewassen was, cn zonder iets tc duchten, wilde hij gaan zien wie hier de ver drukker, wie hier liet slachtoffer kou zijn Tussclicn de gewassen die den grond bedekten, waren cr eenige door den tijd stevig tot hoornen opgegroeid. Dc jongeling, dc plaatsen nader he zichligd hebbende, nain het aan eenen linde tc beklimmen, die dicht bij den toren 2icli verhief en waarvan de kruin niet verre van een getra lied luchtgat verwijderd bleef. Uit dc opening scheen hem dat dc klagende stemme geklonken had. Hij beklom den boom cn slechts eeni; oogcnblikkcn zat hij er, of hij hoorde eenen spottenden lach. Ha zoo is het dat ik het verlang. sprak I nu cenc nijdige stem, uw lijden is mij een balsem I aan het liartIndien ik u, na u verscheurd cn i. Wie geen pijpje heeft ontstoken Wie niet een cigaar gesmoord, Nimmer zal bij kunnen zeggen Hoe de tabak 'i hert bekoort. 't Is een lust, een heil, een vreugd Een genot en lijdgezel 't Doet en pijn en smert vergeten, 't Troost in kommer en gekwel. 3. Jongen does wat ouden deden Zonen doen hun vader na Allen roemen, prijzen 't rooken 't Een vreugd 't heeft geen weerga. 4. Zelfs de grijsaard rookt nog bibrend, Uit de pijp van zijne jeugd, Weemlend klimt de rook in d'hoogte Die zijn oog nog volgt met vreugd. 5. Rooken moet gij altijd kunnen, Zijt gij burger of soldaat, Jagor, doctor, apotheker, Onderwijzer, advokaat 6. Overal in alle standen, Smaakt het rooken evenwel, 't Licht verstand en 't scherpt de (zinnen 't Is een aangenaam gezel. 7. Bij de heeren en studenten Bij de burgers van de stad? Bij de boeren van de dorpen Wordt de tabak hoog geschat. 3. 'I Is voor tabak dat ze zorgen Waaraan z'allen zijn verkleefd 't Is de pijp die zij beminnen Die hen zooveel vreugde geeft. 9. Smooren, 't is zoo lustig smooren 't Is een vreugde hier op aard 't Is een heil genot des levens Schatten is de tabak waard. R. Beschermende rechten in het daglicht der romeinsche historie. Zondag laatst las ik in uw geëerd blad een overigens wel geschreven artikel over Landbouw- en Graanrechten. De eenvoudige, vloeiende stijl boeide mijne aandacht en ik zou misschien geheel en gansch de reden van den schrijver zijn bijgetreden, had hij tegen de bescher mende graanrechten geen argument inge roepen dat mij geheel en al in mijne overtuiging kwam kwetsen. Zie, zegt de schrijver die in de oude wereld schijnt te huis te zijn, wat de romeinen deden twee of drij honderd jaar voor onze jaar telling. Hunne granen lieten zij komen uil Siciliën, uit Egypieo, uit Tunis en andere deelen van Africa of Klein Aziën. Zij zeil vervormden hunne kuituur en in plaats van die kleine boerderijen waat kloeke en moedige Cincimiatusscn hun eigen ploeg voerden wanneer de slem van 't vaderland hen niet te wapen riep. zag men welhaast niets meer in het schoone llaliën als weiden en boomgaar den. De graankweek kon den strijd niet hel hoofd verbrijzeld te hebben, tot liet leven weder roepen kon, ja dan zoudt gij duizend mar telingen ondergaan En toch, vermaledijde i zouden duizend dooden mij niet weder geren wat gij mij licht ontroofd Ha Ij gij hadt mij-het geluk kunnen wedergeven, zoo uw hatelijke hoogmoed u niet verdorven had. Gij iicbt gewild dat mijn leven eene marteling ware, welnu, lie1 uwe zij ccnc vcrdocmnis I O, mocht zij slechts langdurig zijn Na eene poozc stilte hernam dc stem Edelvrouw Van Mocrkerkc dit is immers dc naam dien gij verlangt Weet gij nog wel wal scliandigc dood uw echtgenoot onderging Ik lach nog hij de schrik kei ijkc folteringen die ik hem zag lijden Gij, gü ook zijt moeder geweest edelvrouw I uw kind heeft smart op smart ge proefd dit ook is gemarteld, gepijnigd, dooi de volkswoede verscheurd geworden I... ha I ha lm Toch eindelijk brak er wederom eene gevoelige snaar in het van een gereten hart der gevangc ne want ccnc bittere weeklacht ging met dit akelig gelach gepaaid Nu, vrouwe, laat ik u alleen. Gebruik dc spijzen die ik u breng om uw hatelijk leven te verlengen ik heb ze met inzicht sterk en krach- lig bereid en zoo mijne woorden u hat hart hebben kunnen bezcercn, dat dan de duivel ge vloekt zij die mij ingesproken heeft. En na deze woorden hoorde Aymon ccnc zware deur lievig toeslaan cn het geluid somher en dom pig in den hollen kerker weergalmen. O, liet was hem te veelIn zijne woede zou dc jonge Van Ituysbrouck den onmcusch, die reeds dc grendels der gevangenis toeschoof den dood toegeroepen cn oogcnblikkelijk aan zijne oogen zich gaan vertoond hebben, zoo dc voorzichtigheid dit niet in eens beteugeld haddc. Zachtjensliel hij zich nedcrglijdcn achter den hofmuur. Eindelijk was zij dan gevonden, de geliefde cchtgcnoote zijns vriends, die oorzaak van zoo veel lijden en verdriet. Na twintig jaren navor- sching cn hooploos zoeken was dan de kerker ontdekt waar zij, dcnkciijk al dien tijd, ton prooi gegeven was geweest aan den onmenschelijkcn barbaar Aymon dacht, terwijl dc traucn van medegevoel- hem in dc oogen glinsterden nu ze ker heeft ccnc zoo ijsciijkc marteling haar niot alleen van alle gezondheid beroofd maar dc angel der sinarte zal haar evenveel den geest hebben getroffen denkelijk is zij thans reeds zinne loos, dc arme goede vnciulionc van mijnen braven Walter (Wordt voortg«et.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1890 | | pagina 1