NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
Zondag 21 September 1890,
10 centiemen per nummer.
44sle Jaar N. 2498-
ABONNEMENTPRLiS
ANNONGENPRIJS
Politiek overzicht.
DER GEVANGENEN.
Onderwijs.
Nog de tabak.
Hookers.
DENDER-BODE.
Jil blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag De prijs ervan is 6 frank s jaars
fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voer drij maanden, voorop te betalen.
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Lange-Zoutstraat,
N° 10, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands.
Per. drukregel, Gewone 15 centiemen Ueklamen, fr. 1,00 ,- Vonnissen op
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Calqne saam.
AELST, 20 SEPTEMBER 1890
Beis van M. Carnot. Woensdag mor-
gend heeft te Kamerrijk de slotrevue
plaats gehad, waarmee de groote troe
penbewegingen in het Noorderdeparte
ment ten einde liepen. 38,000 man troe
pen namen er deel aan.
M. Carnot reed in open rijtuig er heen,
gevolgd door den schitterenden stoet der
vreemde officieren.
Mgr de aartsbisschop van Kamerrijk
was door M. den President uitgenoodigd
en woonde de revue bij.
Graaf d'Oultremont was in het aarts
bisschoppelijk paleis afgestapt, en het is
daar dat colonel Kornprobst den gezant
van Leopold II met de presidentieele rij
tuigen is komen afhalen.
M. Carnot ontving graaf d'Oultremont
in de salons der onder-prefectuur. Een
bataillon voetvolk bewees de militaire
eer.
De graaf verklaarde dat de Koning der
Belgen hem had opgedragen, den presi
dent te begroeten en hem de verzekering
over te brengen van de beste wenschen
van Koning Leopold voor het geluk en
den voorspoed van Frankrijk.
President Carnot antwoordde, door
dezen stap van den koning zeer geroerd
te zijn, en verzocht M. d.Oultremont bij
den koning den tolk te zijn van zijne op
rechte erkentelijkheid.
Wilhelm en Frans-Jozef. Eene his
torische gebeurtenis heeft dus andermaal
plaats gehad Keizer Wilhelm en Frans
Jozef zijn bijeen, om het bewijs te geven
dat eene nauwe vriendschap nog altijd
de beide duitsche Staten verbindt.
Wilhelm II en zijne hooge genoodigden
woonden de manceuvers bij op den Spits
berg, ten noorden van Striegau.
Buiten de vorsten waren nog aanwe
zig prins Ludwig van Beieren, prins
Georges van Saksen en prins Albrecht
van Pruisen, regent van Brunswijk.
Terwijl de keizers hunne samenkomst
hebben, zijn ook de kanseliers niet onle
dig gebleven. Zij hadden woensdag mor-
gend eene langdurige bijeenkomst te
Hansdorf.
Kiezingen in Brazilië.' Het brazili-
aansche gezantschap te Berlijn, zegt de
Kolnische Zeitung deelt het volgende be
richt meê aan de dagbladen
De algemeene kiezingen ter samen
stelling van Constituante, die den 13
november aanstaande te Rio de Janeiro
bijeenkomen zal, hebben in al de Staten
der nieuwe republiek Brazilië in volledige
de dochter
Eene geschiedenis uit de XIV# eeuw
DOOR
P. VAN DELEN.
98 ervolg.
ill.
Eren als dc bange reiziger, dooreen vervaar
lijk orkaan op de baan overvallen, geheel zijnen
moed herleven voelt, wen er eene enkele licht
straal door den zwart bewolkten hemel dringt, zoo
ook is de ongelukkige, boven wiens hoofd het
onweecr des rampspoeds samengetrokken is
hij hoopt en vertrouwt, wanneer de minste
schijn, do minste schaduwc van zachter lot
zich aan den gezichteinder zijns geestes ver
toont.
Wat in den kerker de samenspraak des ge
vangenen met den jongen Aymon Van Ruys.
brouck zoo plotseling afgebroken had, deed
dan ook in dezes gemoed eene zoete hope
ontstaan.
rust plaats gehad, op maandag 15 septem
ber laastleden zooals aangekondigd was.
De volkstemming heeft volledig den
republiekeinschen regeeringsvorm be
krachtigd.
Deze gunstige uilsal der kiezingen
heeft eene stijging in de braziliaansche
fondsen ,en gevolge gehad en overal
neemt ook het vertrouwen toe in de toe
komst van de republiek.
Dit zijn nu de officieele tijdingen.
Laat ons nu afwachten wat de bijzon
dere telegrammen ons zoo al meêdeelen
zullen.
Slavenjacht. Uit Zanzibar wordt aan
Times gemeld, dat woensdag rond mid
dernacht. de booten van de engelsche
stoomboot Konak jacht gemaakt hebben
op eene dhow, die een verdacht uitzicht
had de lange vervolging was zeer be
wogen.
De Dhow werd eindelijk bereikt en de
arabische kapitein werd gedood, terwijl
hij zich verdedigde, De overige leden der
bemanning sprongen in zee, en konden
zich, dank aan de duisternis, redden.
Men heeft 500 slaven op de dhow ge
vonden.
De liberalen werken om gansch het
menschdom geleerd te maken, om hun
nen geest te doen ophelderen; de kleri-
kalen integendeel vragen niet beter dan
't volk dom en ongeletterd te houden; de
eersten zaaien het zaad der verlichting,
de tweeden dat der duisternis. Geleerd
heid en vooruitgang, ziedaar de leus der
liberalen Onwetendheid en domheid
zijn de ketens der geestelijkheid.
Zoo schrijft zeker schooUosken van de
Graanmarkt, dat wellicht zijne geleerd
heid aan Geestelijken te danken heeft.
Arme sul 1
Acht dagen nadien doet 't ventje zijn
beklag dat in prijskampen, letterkun
dige en andere, de godgeloovige kampi
oenen al de prijzen behalen ten nadeele
der liberale mededingers.
Zou men niet zeggen dat dit manneken
't poer uitgevonden heeft en dat onze
eeuw hem 't elektriek licht verschuldigd
is. Och arme 'l venlje vergeet zeker dat
T groote deel der liberale Aalslenaars
hunne studiën in de Jesuïten of in pries-
terscbolen gedaan hebben. En waar zijn
al de scholen die zoo eigenlijk door de
liberalen uit hunne eigene beurs lot ver
lichting van 't menschdom zijn opge
bouwd.
't Is droef om bestatigen, wel is
waar, dat, sedert eenige jaren, de logie-
bazen zich hebben weten meester te ma
ken van 't Openbaar Onderwijs, 't welk
met onze stuivers onderhouden wordt;
't is droef, dat de officieele scholen, met
ons geld gebouwd en ondersteund, libe
rale of geuzescholen moeten heeten, en
dat de bedieningen er grootendeels in
handen zijn gevallen van kerels, die met
Goden zijn gebod spotten en aan de welke
een weldenkende burger zijne kinders
noch kan, noch mag toevertrouwen.
Jammer dat veel menschen niet beter
uil hunne oogen zien en niet beter on
derricht zijn van sommige professorkes
Verleden jaar nog, dierf men klaar en
duidelijk schrijven in Dendergalm Door
onze middelbare scholen zal langzamerhand
het gansche leugenkraam der Kerk vernield
worden. Er zal een scheuring door komen
grooter dan de scheuring der 1* eeuw.
Gaat, Heerkeus, zegt dat eens ten huize
aan de ouders die lichtzinnig en onbe
dacht U hunne kinderen toevertrouwen.
Verkoopt dit eens op den buiten; en uw
kraam, met uwen alval in't groot en uwe
valsche marchandisen, zal gauw met de
pikkels omhoog liggen.—- Maar ze zijn
slimmer dan dal, om menschen te fop
pen. Schijnheilige Circulairkens
melden dat de leer van 0. L. H. Jesus-
Christus daar ook wordt aangeleerd.
Doch er staat niet bij te lezen hoeveel
professors hunnen paschen houden; hoe
veel er hunne christene plichten kwij
ten welke gazetten en boeken zij lezen
en aan hunne leerlingen aanbevelen, in
één woord, of die heerkens hun leven
schikken naar do leering van Christus;
dat wordt onverlet gelaten De kleine
uitverkooper van geuzengazetten telt on
der de leerlingen van den Ecolè Moyenne
een groot getal klanten.
Vele ouders weten niets van wat er ter
school gebeurd, omdat de kinders er
over zwijgen; maar zeker en vast wordi
er aldaar eene generatie gekweekt
zonder geloof, en bijgevolg zonder ze
den. Er loopen op sommige omliggende
dorpen reeds staalkens buffels, die noch
naar kerk noch naar kluis meer omme
zien, maar die zeer wel den weg weten
naar slechte kapellekens en reeds op den
ouderdom van 18 tot 20 jaren hunne ou
ders veel verdriet aandoen.
Dat de ouders maar eens goed rondzien
waar men naartoe wil met dit goddeloos
onderwijs; met die scholen waar men,
in naam van vrijheid en vooruitgang,
niet meer bidt vóór en na de klas. Dit
alles is geen mode meerDe Catechis
mus of de leer van Christus wordt er
aangeleerd in theorie, doch verders
maakt men er in 'l pratijk zooveel kas
van als van de fables de Lafontaine.
♦c De boeren zijn dom, zegt ons
schrijverken, en dat is de schuld der
Geestelijken, terwijl het door 't licht der
beschaving is dat wij de groote steden
aan de klauwen der geestelijkheid ont
rukt hebben.
Zoodan, Vriendjes, 't licht der bescha
ving in de groote steden dit hebben wij
U te danken Hewel, g'hebt er de kom-
plimenten van... van die helsche bescha
ving der groote steden, waarvan wij da
gelijks staaltjes lezen in de dagbladen:
Als het die beschaving en die zeden zijn
die ge ons brengt, zoudt ge wel doen dit
ten uwen koste te verwezentlijken, even
als de Katholieken en de Geestelijken,
hunne scholen en collegiën hebben opge
richt,.tot behoud van geloof en goede ze
den maar, dit met ons geld, met het
geld van den Staat, doen, dat noemen
wij een wraakroepend misbruik !..De ou
ders die hunne kinders U toevertrouwen
deelen voorzeker in uwe inzichten niet
mede.
Toen over eenige jaren oud-minister
Graux de wet op den tabak deed stem
men, had hij nooit gemeend, denk ik,
dat zes jaren nadat hij onder de kiezin-
gen der misachting gevallen was, ik
zegge niet hij, het genoegen nog zoude
gehad hebben zijn werk te zien voort
leven maar zelf in die streken die hij hel
meest strafte, aanhangers en verdedi
gers zijner belasting zou hebben gevon
den. Het schijnt mij vreemd en onver
staanbaar hoe drukkende lasten op
eene vrucht de culture dezer kan bevoor-
deren 'T is mij even onbegrijpelijk als
een dijk, te midden der rivier geplaalst
de loop van het water zou kunnen verge
makkelijken. En gij lieve lezer 1
Onder de tabakkweekers kan men twee
klassen onderscheiden de eerste, verre
vooruit de talrijkste begrijpt onze lande
lijke werklieden deze kweeken den
tabak'slechts tot eigen verbruik. Volgens
de voorschriften der wet en de bepalin-
lingen der ministerieele omzendbrieven
is het hun toegelaten 80 struikel gratis
te planten onder de voorwaarde deze aan
de bedienden over te geven en onder het
nazicht van hel gouvernement te stellen.
Zijn die 80 struiken immer toereikend
Zeker, zeker neen, in het meest getal der
huishoudens waar verscbillige tabak-
smoorders voorhanden zijn. Zelfs een
rooker, die regelmatig zijn pijpje doet,
is dikwijls gedwongen zijn verbruik te
regelen op het einde van het jaar, dus
moet hij koopen,iels wat hem altijd zeer
duur valt en dan, daar zijne beurs
klein is moet hij zich te vreden houden
met den goedkoopsten die meest schade
lijk is aan zijne gezondheid of te wel is
hij gedwongen er meer als 80 te- planten
en dan moet hij alles betalen, heeft nog
ten andere gevaar te loopen zijnen koste-
lijken tabak te zien mislukken of door
den hagel te verliezen. Nochtans het
pijpje is de werkman zoo aangenaam
't Is de verdrijfster der kommervolle
zorgen, de troosteres in de treurige
stemmingen van het gemoed.
Vandaar het pijnlijk morren wanneer
hij telken jare genoodzaakt is zijn strui
ken te lellen die hij zuchtend plant maar
ten anderen ook met de koesterende
hoop, die hatelijke belastingwet, over
blijfsel van 't ongelukkig beheer der libe
ralen, welhaast te zien verdwijnen in den
afgrond waar zij nooit hel daglicht meer
zal zien.
Hatelijk is liet voor het vrij en onaf
hankelijk karakter van den Belg iederen
zomer de heeren van den tabak cp
denhof te zien verschijnen, met eenhoop
Daar hij meer vertrouwen dan zijn vriend
bezat, had hij dezes duister voorgevoel niet ge
deeld, maar had zelfs in eene zoo ongewone zaak,
liet voortcokcn cencr naderende lotverwisseling
mecnen te ontdekken. Evenwel scheen wederom
die schoone hoop zich niet tc zullen verwezenlij
ken, want reeds waren cr ccnigc dagen vcrloo-
pen die niets hadden teweeggebracht de ge
vangene verbleef nog altijd in den keikcr. Dus
moest het aan alle kanten in den geest des jon-
gelings zoo duister uls voorheen blijven, daar
hij ook van de maagd, van zijne beminde
Maria, niets had kunnen vernemen. Noglans
hoe onverpoosd het ook ongunstig bleef, ver.
kreeg lijj evenwel meer kalmte en gerustheid
in het hart, en ofschoon uit liet paradijs das on-
verglanstcn voorspoeds gedaald, had hij, na veej
moeite, wei is waar, toch eindelijk zich aan liet
ellendige aardsche leeren gewennen.
Eenen dag dal het schoon en helder weder was,
had hij dc stadsmuren verlaten, en, onverschillig,
voortstappend in dc baan die hij op zijne wan
delingen dc gewoonte had te volgen, was hij al -
lengskens tot voor liet slot van Van Mocrkerkc
gekomen. Telkens had hij deze plaats betrad,
leed hij wel hij het gezicht van den ontroof
den eigendom eens waarden vriends, maar toch
kleefden er duurbare herinneringen aan dezen
grond.
Zijn vader, die in den huiseiijken kring zoe
dikwijls zijne ridderbedrijven vergat, had zoo
veel van zijne kindsheid verhaald, die hij
grootendeels met Walter hier had doorgebracht
Schier elk voorwerp riep Aymon eene geschiede
nis te binnen, die hem bij winteravonden hij
den warmen haard verteld was, en die hij des
ie beter onthouden had, daar zij hem steeds de
zoete jaren van kinderwccldc en ongestoorde
vreugde voor het oog had geschilderd.
Peinzend was hij alzoodoor gras en heesters
heen aan den achterkant des kastccls gekomen'
waar een oude toren, als een bolwerk, zich tus-
schcn dc vestingmuren verhief. Dit gebouw.dat
steeds tot gevangenis had gediend cn dat, uit
hoofde zijner eerste bestemming, een angstwek
kend voorkomen aan dc naburige landbewoners
opleverde, boeide door een onbegrepen gevoel
zoodanig zijne aandacht, dat hij op den grond ging
zitten, met de hope van zich door dc overwegiu-
gen, liet raadsel van zulke zonderlinge belangslcl-
ing te verklaren.
Was het dan waar, gelijk men liet in den om
trek algemeen beweerde, dut dit gebouw thans
aan bovenaardschc machten overgeleverd was
Luisterend, naderend en nog luisterend hoorde
hij klaar en klaarder de klanken eencr ilagoudc
papieren onder den arm, met 't potlood
achter het oor, de borst vooruit het
hoofd achterover, met een zoo majes-
tueuse gang alsof de grond ging bersten
onder het gewicht hunner geleerdheid,
verstand en belangrijkheid hatelijk en
overdraagzaam is hem het gebiedend
loont uwen tabak en uw aangevings-
biljet d, 't Is wel wanneer er geene
schip woorden volgen. Is nu alles niet
winkelhaak, ah een proces aanstonds...
of te wel moet men ze paaien dat ze
zwijgen
Eene tweede klas van labakplanters is
deze die uit den tabak hunnen oogst
trekken, hen iu groote hoeveelheid plan
ten en ter merkt voeren.
Is voor dezen de belasting en heilmid
del om hen voor de concurentie te be
schermen
Ja,zegt de Werviscbe tabakplanter.Die
accijnsrechten ontnemen aan den boer
van andere streken de lust tabak te
planten, wat hij anders zou doen ware
de belasting daar niet om het hem te be
letten overal inderdaad wordt de grond
geschikt tot 't kweeken van tabak door
de nieuwe verbeteringen (O verbeterin
gen in den landbouw.
Meer.t gij het, beste vriend Of te
wel vindt een boer uit andere streken
zijne winst in 't kweeken van den tabak
of niet. Vindt hij er geen profijt aan dan
behoeft gij hoegenaamd niet hem als
mededinger te vreezen, vindt hij er in
tegendeel zijne winst dan kan hij even
als gij die belastingen betalen. Waarom
zou een boer van Aygem of Burst, die
zich met de labakteell bezig houdt, die
3 fr. per honderd struiken zoowel niet
kunnen betalen als die van Appelterre,
Harlebeke, Wervick
Zijn wij'niet kortzichtig, beste vriend,
uw vijand is niet de inlandsche teelt
maar wel de vreemde invoer.Denationale
planterijen moeten zich ontwikkelen vrij
van alle drukkende aankleefsels en
rechten, uw belang is het dat inkomrech-
ten vermeerderd worden om den stee
man, die tegenwoordig meest vreemde
tabak verbruikt, inlandschen te doen
smooren, daar deze even zoo goed en
aangenaam is als gene en daarbij veel
gezonder. Hebt gij het zoo verre gebracht
zoo zult gij voor uwe teelt eene nieuwen
en rijken uitweg hebben gevonden, de
tabak zal duurder worden zonder den
ongelukkigen werkman te schaden, die
heden zoowel als gij onder die Graux-wet
lijdt de nultelooze franken die gij nu
in de accijnsrechten moet steken, kunt
gij verbruiken tot het verbeteren van
alles wat u eene bron van welstand is.
HF. R.
stemme die, door ccnc machtigere onderdrukt,
licm een slachtoffer cn cencn heul voor oogen
bracht. Maar hoe zal hij anders dan iu dc begrip
pen des volks, zich zulke zaak verklaren. D<-'
tegenwoordige heer had zelf de moordtuigen zijner
voorzaten door liet volk doen verbranden hij was
het toch niet die zijn behagen in iemand te mar
telen vinden kon.
Uit een ingeboren gevoel in verontwaardiging
opspringend, stapte Aymon niet zonder levens;
vaar door lisch cn onkruid, waarmede dc hrccde
vestinggracht bewassen was, cn zonder iets tc
duchten, wilde hij gaan zien wie hier de ver
drukker, wie hier liet slachtoffer kou zijn
Tussclicn de gewassen die den grond bedekten,
waren cr eenige door den tijd stevig tot hoornen
opgegroeid. Dc jongeling, dc plaatsen nader he
zichligd hebbende, nain het aan eenen linde tc
beklimmen, die dicht bij den toren 2icli verhief
en waarvan de kruin niet verre van een getra
lied luchtgat verwijderd bleef. Uit dc opening
scheen hem dat dc klagende stemme geklonken
had. Hij beklom den boom cn slechts eeni;
oogcnblikkcn zat hij er, of hij hoorde eenen
spottenden lach.
Ha zoo is het dat ik het verlang. sprak
I nu cenc nijdige stem, uw lijden is mij een balsem
I aan het liartIndien ik u, na u verscheurd cn
i.
Wie geen pijpje heeft ontstoken
Wie niet een cigaar gesmoord,
Nimmer zal bij kunnen zeggen
Hoe de tabak 'i hert bekoort.
't Is een lust, een heil, een vreugd
Een genot en lijdgezel
't Doet en pijn en smert vergeten,
't Troost in kommer en gekwel.
3.
Jongen does wat ouden deden
Zonen doen hun vader na
Allen roemen, prijzen 't rooken
't Een vreugd 't heeft geen weerga.
4.
Zelfs de grijsaard rookt nog bibrend,
Uit de pijp van zijne jeugd,
Weemlend klimt de rook in d'hoogte
Die zijn oog nog volgt met vreugd.
5.
Rooken moet gij altijd kunnen,
Zijt gij burger of soldaat,
Jagor, doctor, apotheker,
Onderwijzer, advokaat
6.
Overal in alle standen,
Smaakt het rooken evenwel,
't Licht verstand en 't scherpt de
(zinnen
't Is een aangenaam gezel.
7.
Bij de heeren en studenten
Bij de burgers van de stad?
Bij de boeren van de dorpen
Wordt de tabak hoog geschat.
3.
'I Is voor tabak dat ze zorgen
Waaraan z'allen zijn verkleefd
't Is de pijp die zij beminnen
Die hen zooveel vreugde geeft.
9.
Smooren, 't is zoo lustig smooren
't Is een vreugde hier op aard
't Is een heil genot des levens
Schatten is de tabak waard.
R.
Beschermende rechten in het
daglicht der romeinsche historie.
Zondag laatst las ik in uw geëerd blad
een overigens wel geschreven artikel
over Landbouw- en Graanrechten. De
eenvoudige, vloeiende stijl boeide mijne
aandacht en ik zou misschien geheel en
gansch de reden van den schrijver zijn
bijgetreden, had hij tegen de bescher
mende graanrechten geen argument inge
roepen dat mij geheel en al in mijne
overtuiging kwam kwetsen. Zie, zegt de
schrijver die in de oude wereld schijnt
te huis te zijn, wat de romeinen deden
twee of drij honderd jaar voor onze jaar
telling. Hunne granen lieten zij komen
uil Siciliën, uit Egypieo, uit Tunis en
andere deelen van Africa of Klein Aziën.
Zij zeil vervormden hunne kuituur en
in plaats van die kleine boerderijen waat
kloeke en moedige Cincimiatusscn hun
eigen ploeg voerden wanneer de slem
van 't vaderland hen niet te wapen riep.
zag men welhaast niets meer in het
schoone llaliën als weiden en boomgaar
den. De graankweek kon den strijd niet
hel hoofd verbrijzeld te hebben, tot liet leven
weder roepen kon, ja dan zoudt gij duizend mar
telingen ondergaan En toch, vermaledijde i
zouden duizend dooden mij niet weder geren wat
gij mij licht ontroofd Ha Ij gij hadt mij-het
geluk kunnen wedergeven, zoo uw hatelijke
hoogmoed u niet verdorven had. Gij iicbt gewild
dat mijn leven eene marteling ware, welnu, lie1
uwe zij ccnc vcrdocmnis I O, mocht zij slechts
langdurig zijn
Na eene poozc stilte hernam dc stem
Edelvrouw Van Mocrkerkc dit is immers dc
naam dien gij verlangt Weet gij nog wel wal
scliandigc dood uw echtgenoot onderging Ik
lach nog hij de schrik kei ijkc folteringen die ik
hem zag lijden Gij, gü ook zijt moeder geweest
edelvrouw I uw kind heeft smart op smart ge
proefd dit ook is gemarteld, gepijnigd, dooi
de volkswoede verscheurd geworden I... ha I ha
lm
Toch eindelijk brak er wederom eene gevoelige
snaar in het van een gereten hart der gevangc ne
want ccnc bittere weeklacht ging met dit akelig
gelach gepaaid
Nu, vrouwe, laat ik u alleen. Gebruik dc
spijzen die ik u breng om uw hatelijk leven te
verlengen ik heb ze met inzicht sterk en krach-
lig bereid en zoo mijne woorden u hat hart
hebben kunnen bezcercn, dat dan de duivel ge
vloekt zij die mij ingesproken heeft.
En na deze woorden hoorde Aymon ccnc zware
deur lievig toeslaan cn het geluid somher en dom
pig in den hollen kerker weergalmen.
O, liet was hem te veelIn zijne woede zou dc
jonge Van Ituysbrouck den onmcusch, die reeds
dc grendels der gevangenis toeschoof den dood
toegeroepen cn oogcnblikkelijk aan zijne oogen
zich gaan vertoond hebben, zoo dc voorzichtigheid
dit niet in eens beteugeld haddc. Zachtjensliel hij
zich nedcrglijdcn achter den hofmuur.
Eindelijk was zij dan gevonden, de geliefde
cchtgcnoote zijns vriends, die oorzaak van zoo
veel lijden en verdriet. Na twintig jaren navor-
sching cn hooploos zoeken was dan de kerker
ontdekt waar zij, dcnkciijk al dien tijd, ton prooi
gegeven was geweest aan den onmenschelijkcn
barbaar Aymon dacht, terwijl dc traucn van
medegevoel- hem in dc oogen glinsterden nu ze
ker heeft ccnc zoo ijsciijkc marteling haar niot
alleen van alle gezondheid beroofd maar dc angel
der sinarte zal haar evenveel den geest hebben
getroffen denkelijk is zij thans reeds zinne
loos, dc arme goede vnciulionc van mijnen braven
Walter
(Wordt voortg«et.)