NIEU WS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
Donderdag 13 November 1890. 10 centiemen per nummer
158h Jaar N* 2513
ABONNEMENTPRIJS
ANNONCENPRIJS
Politiek overzicht.
DE ALBIGENZER
De Vereeniging in den
Landbouw.
God is ware troost.
DE DENDERBODE.
Jil blad verschijn! den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag De prijs ervan is 6 frank 's jaars
fr. 3,2g voor zes maanden fr. 4,78 voer drij maanden, voorop te betalen
De inschrijving eindigt met 34 December.
Men schrijlt in bij C. VAN DE PUTTË-GOOSSENS, Korte-Zontstraat,
No 34, nabij de Groote Markt, en m alle Postkantoren des lands.
Per drukregel, Gewone 43 centiemen Reklamen, fr. 4,00 Vonnissen op
3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Cniqne suam.
A1ÏLST, 42 NOVEMBER 1890
Frausche Kamer. Een goede noot
aan de Frarische Kamer. Sedert eenige
dagen hebben wij geen enkel geruchtma
kende zitting gehad en werkt men er dat
het een voorbeeld van alle parlementen
mag genoemd worden.
Gisteren heeft men op een paar uren
de begrooting van eerediensten afgehan
deld en daarna is men begonnen aan die
van binnenlandsche zaken. De begrootin
gen van oorlog en van buitenlandsche
zaken werden reeds de verledene week
j De katholieke candidaat werd gekozen
met 5755 stemmen tegen 2792, aan den
socialist. Deze laatsten hadden in febru
ari 4615 stemmen behaald.
M. Constans heeft stellig geweigerd
eenige onderprefekturen af te schaffen,
en de Kamer heeft hem gelijk gegeven.
Londen, 10 nov.
Lord Mayor's day. De nieuwe lord-
mayor van Londen, alderman Savory, is
vandaag met de gebruikelijke plechtigheid
ingehuldigd.
's Avonds had een banket plaats in
Mansion lloüse.
De zaal was zeer schitterend versierd,
Lord Salisbury en M. Goschen werden
geestdriftig ontvangen.
De lord-mayor dronk op de gezondheid
der koningin, van den prins van Wallis,
van de koninklijke familie, van het leger
en van de vloot.
De eerste lord der admiraliteit ant
woordde voor de vloot en M. Stanhope,
minister van oorlog, voor het leger.
De lord-mayor dronk vervolgens aan
de ministers en gezanten van den vreem
den, deze boden van vrede, wier te
genwoordigheid op dit banket een bewijs
der liefde is, welke de volkeren ver
bindt, i
De gezant van Perzië antwoordde,
In antwoord aan den heildronk aan
barer Majesteits ministers, zegde lord
Salisbury dat alles ten gunste scheen van
den vrede.
De reis van den czarewitsch naar In-
dië kan enkel de goede betrekkingen tus
schen Rusland en Engeland bevoordee-
ligen.
Holland alleen, zegt de eerste minis
ter dreigt de anti-slavernij conferentie
van Brussel te doen mislukken.
Lord Salisbury bevestigt dat met Por
tugal een modus-vivendi geleekend is.
Hij betreurt de Mac Kinleywet, doch
zegt dat Engeland geer.e weerwraaks
maatregelen zal voorstellen.
Socialistische neerlaag. De socialis
ten hebben te Wurzburg, in Beieren,
eene gevoelige klopping gekregen, bij
de kiezing van den Rijksdag aldaar,
ofschoon al hunne groote mannen
Volmarr, Grillenberger, Auer, enz., er
heen waren gegaan om zelf den strijd
te voeren.
Verhaal uit de XIII* eeuw,
door H. W. FRANK.
4e vervolg.
Amaury hoorde den ouden dienaar stil snik
ken.
Goede Roger, zeide hij hem zacht verwijtend,
gij weent
Amaury, antwoordde de oude dienaar op
tenen toon dien hij niet bedwingen kon, ik
heb alles gehoord. Gij hebt uw bloed niet ver
loochend, uw vader mag fier zijn eencn zoon te
bezitten, welke zoo onbeschaamd den dood te
gemoet zien. Maar ging uwe uitdaging niet te
ver Wat zal uwe doorluchtige moeder, uw
edele vader zeggen, wanneer zij zullen vernemen
dat gij, de laatste afstammeling van uw roemrijk
geslacht, hun ontnomen zijt
Roger, indien wij sterven, sterven wij uit
hut tegen de ketterij. Het graf van den martelaar
Sedert eenigen lijd is er in de kolom
men van Den Denderbode een penne-
twist ontstaan over de zoo bedilde vraag
der inkomende graanrechten.
De geleerde schrijvers, niet tevreden
de gewone beweegreden uit een te zet
ten, hebben noodig geacht de Romein -
sche historie ter hulp te roepen, om
voedsel aan hunnen strijd te geven. Ik
zal mij wel wachten in de bespreking
dier twee oudheidkundigen, die tusschen
de bestovene handschriften schijnen ver
grijsd te zijn, stand te nemen. Daarvoor
ontbreekt mij bevoegdheid en lust. Be
voegdheid niet alleen is de groote
Momsen voor mij een gesloten boek,lijk
voor eenen der twee hooggeleerde schrij
vers, maar nog Cicero. Cabo, Ennuis en
dergelijken, waarmede hij dan toch zoo
aardig weet om te gaan. zijn des illus-
tres inconnus Aan lust mangelt het
mij ook, want met mijn gewoon boeren
verstand is het mij onmogelijk te besef
fen wat groot nut die hoogdravende
schoolvosserij bijbrengt aan onzen diep
gevallen landbouw.
De schrijver, die het vraagpunt op
wierp, door zijnen onbarmhariigen te
genstrever duchtig vervolgd, bekent nu
zelf dat de toestand bij ons gansch
verschillij» is "Waarom dan al die
geleerdheid ten toon gespreid Wij zul
len dus die wetenschappelijke tentoon
stelling ter zijde laten en... vergeten. De
zoo netelachtige vraag der inkomende
rechten wil ik ook daarlaten en slechts
eenige overwegingen neerschrijven, door
eene zinsnede van het artikel Oud
Roomen en hedendaagsch Europa in
mij opgewekt.
Schrijver, die met zwartzichtigheid
schijnt geslagen, laat in eene vlaag van
diepe zwaarmoedigheid, hem de volgen
de woorden ontvallen Omdat uw arti
kel (hij antwoordt aan zijnen tegenstre
ver) mij den tijd heeft doen vooruitzien,
waar ook onze kleine landbouwer zal
verdwenen zijn en onze grond, vervormd
en latifundias zal bestuurd worden door
eenige landbouwingenieurs, die slechts
bediende zullen zijn van eenige machtige
Compagnie's of rijke huizen.
Wie weet, beoogt de schrijver, voor
hem of eenen der zijnen, niet reeds een
dier vetbetaalde postjes, waarin hij te
paard, lijk in de Amerikaansche gewes
ten, zijne onderhoorige latifundia zou
doof loupen Wees gerust, hooggeleerde
Heer, wij zijn daar nog niet
En alhouwel de tooverroede die zou
doen weelde en voorspoed ontstaan nog
niet omdekt is op onzen bedrukten bui
len, toch ligt er een gemakkelijk middel
voor handen en, tusschen velen, maar
is roemrijk genoeg om de hoop van het schitte
rendste geslacht te begraven. De liefde van
mijnen vader, de liefde van mijne moeder
(de stem van den jongeling beefde ondanks
hem), zij zal getroost worden door hun ge
loof.
Met ontroering bezag Roger zijnen mees
ter.
Gij zijt de weerdige spruit van uwen edelen
stam, zeide hij na ecu oogenblik stilte, sterk
en fier in uwen moed, sterk en fier in uw geloof en
vertrouwen
Maar, mijn oude Roger, bernam Amaury
zacht, dut ik u in mijn verderf medesleep, dat
ik uwe grijze haren
O Amaury, spreek van mij niet, onderbrak
bcm snikkend de dienaar, wat ben ik, arme
versleten grijsaard...
Stilte gebood barsch eene van de wakende
krijgsknechten. Stilte, of ik zal onmiddellijk
een ander middel aanwenden om u den mond
te sloppen.
Amaury, bij het hooren van deze grove toe
spraak, wierp eenen verachtenden blik op den
Albiger, wcnschtc Roger eene goede rust, en
strekte zich zoo goed hij kon op zijne legerstede
uit. Hij sliep weldra in. De grijsaard had nog
lang zijne weenende oogen op dqn jeugdigen
deze schijnt voor 't oogenblik, -t meest
praktisch, om dat akelig vooruizichi zoo
wat te verschuiven, ja zelfs misschien
te verijdelen.
En dat middel is de boeren-vereeni-
niging.
Wanneer wij, in plaats van de lijvige
infolios der ouden, onze nationale ge
schiedenis doorloopen, dan zien wij dat
in elke moeielijke toestanden, vereeni-
gingen, bonden tot stand kwamen. Ge
tuigen daarvan de handeldrijvende gil
den, die in onze gouwen den kiem wier
pen onzer bloeiende gemeenten. Getui
gen daarvan de ambachten en neringen,
die in de XIV eeuw de volksvrijlieden
tegen de overheerschende hoogere stan
den wisten le verdedigen en te handha
ven.
En waarom zoo ver gaan Hoe is op
onze dagen de socialistische partij om
slechts een geval ter loops te noemen
zoo dreigend sterk geworden En waar
om wil men de neringen, door de fran-
sche omwenteling afgeschaft, weder in
het leven roepen
't Is eene alledaagsclie waarheid
Niets gewichtigs, niets duurzaams kan
groeien, opwassen, zich behouden zon
der de vereeniging.
De mededinging, die op onzen tijd
zulke verbazende ontwikkelingen heeft
gekregen, vomi den landsman in de een
zaamheid. Weldra ondervond de boer
het nadeelige van dien staat en toch stak
hij de hand niet uit tot zijnen buurman,
om met vereenigde krachten den strijd
des levens aan te gaan.
Wat ontbreekt aan den landbouw, is
kapitaal. Maar veel druppels maken ee
nen grooten plas en de vereeniging, zoo
sprak een geestige schrijver, is eene
schikking waarin van den eersten dag
een en een vier maken. Hetgeen de be
krompen middelen van den afgezonder
den landbouwer te boven gaat, ligt in
het bereik der Vereeniging.
Waarom zouden de landbouwers zich
niet verstaan om, op gesamentlijke kos
ten, goede graansoorten aan te koopen,
scheikendige vetten, landbouwmachie-
nen en meer andere verbeteringsmidde
len, door deskundigen aangeprezen
Waarom zich niet verslaan om te samen
vee aan te koopen (De toepassingen
van het grondbeginsel zijn te talrijk om
aangeduid te worden.)
Wat gebeurt er in den handel De
groote handel wordt langs om meer
overheerschend De bazaren, de samen
werkende maatschappijen, tusschen ver
bruikers gesticht, bedreigen het bestaan
van den middelstand. Ook zien wij in
vele steden, kleine handelaars, winke
liers en dergelijken te samen spannen tot
verdediging van zelfbehoud.
Kan men zoo niet te werk gaan op
landbouwgebied, in plaats van alle oo-
genblikken de hulp in te roepen van den
Staat, die toch niet bestemd is aan al
zijne burgers rijkdom ie schenken
Doen wij een kijkje in den vreemde
daar vinden wij het hier aangeduidde
jongeling gevestigd, eindelijk] overmeesterde de
vermoeienis hem ook.
Een ander tooneel had intussclicntijd plaats
in de tent van den meester, welke recht tegen
over den ingang van het heiligdom gelegen was.
In het midden van een klein vertrek, waarvan
de Iccmcn muren met kostbare tapijten van
rood lluweel behangen waren, zat de meester
op eenen met kunst gemaakten vouwzctcl, met
elpenbeen ingelegd, over dcnwclken eene han
gende lamp in gedreven zilver een twijfelachtig
licht verspreidde. Voor de tafel stond de hoofd
man van de bende, welke Amaury gevangen
genomen had. Zijne krijgsrusting had hij ver
vangen door liet lange en wijde kleedsel van de
manicheesche geestelijken.
Meester, vroeg hij, is de dochter vun den
baron van Roqucmar in't kamp
Neen, Aymard. Waai'om die zonderlinge
vraag.
Meester, ik bemin Elvira van Roquc
mar.
De meester richtte eenen verwonderden, via-
genden blik op den 'spreker.
Gijbemint, mijn zoon Weet ge dan niet
dat onze lccringen aan de zuiveren het huwelijk
verbieden
Ik weet het, antwoordde Aymard metonge-
middel reeds lang toegepast. In Duitsch-
land en Denemarken namentlijk, bestaan
tusschen landbouwers, vereenigingen,
't zij tot het aankoopen van vetten, zaden,
't zij tot het gebruiken van stoomtuigen,
enz. Die bonden leveren den besten uit
slag.
Waarom onze Gerinaansche broeders
niet nagevolgd Hel ware toch voordee-
liger zoo te handelen, dan armgekruist
blijven te zitten, en te wachten dat de
redding, of heter, eilaas, de ellende op
het hoofd valt.
Zonder twijfel is daardoor alles niet
ingewounen en gaat na het tijdstip der
meer dan zeven magere jaren, dat der
vette niet aanstonds aanbreken. Daarvoor
is de landbouw le diep beproefd en hoeft
meer dan een redmiddel.
Maar wat in andere vakken en landen
met welslagen wordt aangewend, dat
kunnen wij ook toepassen. Het zal onzen
toestand verzachten, verbeteren en in
onzen toestand helpen alle baten.
Ik beperk mij hier ter loops het mid
del aan te duiden. Dat andere, die het
goed met ons willen, met meer bevoegd
heid er de heilzame gevolgen en de beste
wijze van toepasing er van nagaan.
Ja wil de zeer geleerde schrijver,
die mijn artikel uitlokte, het punt be
schouwen in het daglicht der Romein-
sche of zelfs der Cliineesche Beschaving,
zijne wetenschappelijke bijdrage is ook
wel gekomen.
J. R.
Graaf de Looz van Luik was sedert
geruimen tijd een hooge Dignitaris der
Vrijmelselaarslogie. Hij had ook een tes
tament gemaakt waarbij hij verklaarde
dat hij als vrijdenker, zonder priester,
zonder biecht, zonder God wilde sterven.
Hij ook verklaarde en hield slaan dat er
noch hel, noch hemel bestond, dat na dit
leven alles gedaan was...
Doch zie, een dag breekt aan waarbij
Graaf de Looz te bedde blijft en hij zich
niet meer kan oprechten. Hij werd ge
vaarlijk ziek.
O, dan, in die lange nachten, in pijn
en smart overgebracht, beselte hij den
toestand, dan overdacht hij rijpelijk wat
er zoo al waar zou kunnen zijn in het
bestaan des Allerhoogsten, dien hij zoo
lang verloochend had. En ondanks hem
richtte hij zijne blikken hemelwaarts,
murmelde een gebed en weinigen tijd
daarna drukte hij het verlangen uit een
priester te spreken opdat de/.e hem met
den Oppersten Rechter zou verzoenen.
De kinderen van graaf de Looz gaven ge
hoor aan de bede van hunnen stervenden
vader. De priester kwam. De vrijmetse
laar sprak zijne biecht, ontving de God-
mensch, teekonde een schrift waarbij hij
verklaarde als katholiek te willen sterven
en alle testament, door hem vroeger ge
maakt, introk. Zelfs zou hij zijne magon-
meke teekens hebben ter |hand gesteld
duld, maar wal scheelt me dat? Ik wil, ik her
haal het, ik wil dat de jonkvrouw de mijne
worde....
Aymard, vervolgde de grijsaard, ik heb u
tot mijnen diaak en plaatsvervanger gekozen.
Het opperbeheer van de onzen is na mijnen
dood het uwe. Gij zult, gij kunt de dwaasheid
niet begaan aan uw en mijn gezag den doodsteek
te geven.
Meester, ik weet, ik ben dwaas, maar mijn
drift moet voldaan worden. Mijn gezag zal niets
ontzien en wat de leeringen betreft, waarover gij
spreekt, dat weefsel van ongerijmde dweeperijen
en onmogelijke zcdelcssen....
Vermetele, nog een woord I
Gocne bedreigingen, meester. Gij weet, dat
gij die noch durft, noch kunt uitvoeren. Ben ik
zinneloos, zoo vrees eenen zinnelooze ten uiterste
te drijven. Maar, meester, en dc driftige stem van
den diuak werd smeekend, wilt gij mij helpen
en ondersteunen, ik zal uw dienaar, uw slaaf we
zen.
De grijsaard had Aymard in liet begin met
kwade blikken aanschouwd, de driftige uitbarsting
ontstelde hem. Toen de diaak eenen smeekenden
toon aangeslagen had, verzonk de grijsaard in een
diep nadenken. Een somher stilzwijgen hecrschtc
ccnigen tijd. Eindelijk beurde de meester het
aan zijnen biechtvader indien hij die in
zijn bezit hadde gehad.
De zieke had voortreffelijk zijne tegen
woordigheid van geest verscheidene
weken verliepen tusschen zijne bediening
en zijnen dood.
Het liberalismus spande ongehoorde
middelen in om graaf de L002 tot hunnen
kant weer te krijgen, de logie braakte
haren gal los om hem tot zijne vroegere
denkwijze doen terug te komen, maar de
zieke bleef standvastig in zijne gevoelens:
God was zijn troost, zijne hoopkorts
nadien, verledene week, ontsliep hij
zachtjes in den Heer.
Doch nu kent de razernij der geuzen
geene palen meer. Zij zijn voor de vrij
heid en hel gaat hun met dat de graaf
zijne vrijmetselarij verloochende om zich
tot het ware Geloof te bekeeren.
Welk schoon voorbeeld heeft graaf de
Looz gegeven aan hen die zich in hunne
jonkheid verleiden lieten en die de denk
beelden en de overtuiging hunner jeugd
en hunner familie niet meer durven aan
nemen
Doch God is troost, God is hoop ver
dwaalden, keert u tot Hem voor allen is
er redding.
De Difesa van Venetië verhaalde dal
dezer dagen de Italiaausche staatsman
Alfred Baccarini overleed. Hij werd op
magonnieke wijze begraven, doch in
zijnen langen, smartelijken doodstrijd,
had hij tot driemaal om een priester ge
vraagd, ten einde zich met God te verzoe
nen en de genademiddelen der H. Kerk
le ontvangen. In het bijzonder vroeg hij
nog den eerweerden heer Jozef Calderini,
met wien hij bevriend was geweest.
Doch al zijn smeeken wastevergeefsch:
de vrijmetselaars, de lijkratten klemden
zich als hongerige raven om hem heen,
zij hielden de wacht, gedoogden geen
priester en wilden zelfs de boven zijn bed
hangende afbeelding der H. Maagd ver
wijderen, hetgeen echter zijne vrouw op
zijn aandringen belette.
O de ongelukkige Baccarini bad zoo
vurig om troost en hulp, hij wendde zoo
hopeloos zijne oogen rond hem, maar
toen hij niets ontwaarde dan de helsche,
grimmende blikken der rond hem ge
schaarde vrijdenkers, dan sloot hij driftig
zijiie oogleden en bad God inwendig dat
Hij hem toch vergiffenis zou schenken.
Hij overleed zonder zijne biecht ge
sproken te hebben.
De Loge die hij gediend had,wilde hare
prooi niet laten ontsnappen en gebruikte
zijn lijk tot hoon der Kerk, voor eene
burgerlijke begrafenis.
Ziedaar eene daad. te meer, in de an
nalen der vrijdenkersschandalen aan te
teekenen, eene wandaad le meer die de
walg en afkeer voor hen nog moet doen
stijgen, indien dit mogelijk is.
Moge intusschen de ziel van den be-
rouwhebbenden Alfred Baccarini genade
gevonden hebben bij Hem die op het be
rouw des harten ziet.
lioofil op, en zeide, terwijl een vluchtige glimlach
zijne dunne lippen omspeelde
Miju zoon, een huwelijk tusschen u en de
dochter van den baron van Roqucmar is onmo
gelijk.
Meester
Laat mij eindigen. Ik geloof niet dat
uw onbezonnen drift een wettig huwelijk rer-
eischt.
De diaak schudde liet hoofd.
Ewel, er zal aan uw verlang voldaan worden,
maar wij moeten voorzichtig handelen. De lieer
van Roqucmar,welken ik door het verhaal van den
dood zijns broeden gewonnen heb, is voor ons
«en machtige steun, wij kunnen hem niet missen.
Eerst cn vooral moeten wij zien zijn kasteel
en zijne macht in onze handen te hebben, en
dan, wanneer wij den vader hinderloos zullen
gemaakt hebben, is dc dochter de uwe.
Dit schandelijk voorstel beviel Aymard.
Het is goed, meester, zegde hij koel.
Nog een woord, Aymard. De baron ver
trekt morgen naar zijn kasteel. Wilt gij hem ver
gezellen
Dat is mijn vurigste wenscb, meester, ant
woordde de diaak, en daarmede verliet de
leerling hem.
(Wordt voortgezet.)