NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN OE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. Zondag 16 November 1890, 10 centiemen per nummer 15s,e Jaar N. 251A ABONNEMENTPR!JS ANNONCENPRIJS Politiek overzicht. DE ALBIGENZER Inkomrechten. Kunstvetten. I ikiisclieneti'ii in den Congo. DE DENDER-BODE. Jit nlad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag De prijs ervan is 6 frank 's jaars ir. 3,25 voor zes maanden fr. f,75 votr drij maanden, voorop te betalen De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijit in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutslraat, N° 31, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, tr. 1,00Vonnissen op 3» bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Calque snaai Al LST, 15 NOVEMBER IS90 Fransche Kamer. In de fransche stond de begrooting van marine aan de Bijna heel de zitting werd ingenomen door eene redevoering van admiraal Vallon. De admiraal heelt,onder andere, als het ideaal van den torpedo boot de onder- zeesche boot aanbevolen. Hei is tot de Nautilus,van Jules Verne.dat men komen moet, om de wezenlijking te hebben van liet voortreffelijke. Berlijn, 12 nov. Bedreiging tegen Nederland. Volgens de Hamb. Corr. zouden keizer Wilhelm en koning Leopold, te Potsdam beslo ten hebben dat, indien Nederland bleef weigeren zicli aan te sluiten bij het Congo-protocol, Duitschland zich hierop wreken zou, door de duitsche stoom vaartlijnen te Antwerpen te doen aanleg gen en niet meer in hollandsche havens. Frankrijk zou Holland tot verzet aan wakkeren. Legerbegrooting in Duitschland. Op de legerbegrooting voor het volgende dienstjaar, die thans bij den Bondsraad is ingediend, zijn de uitgaven geraamd op 371 millioen mark, waarvan 320 millioen voor blijvende uilgaven, benevens 31 millioen voor gewone uitgaven, die, evenals 21 millioen voor buitengewone uitgaven, slechts voor dat ééne jaar wor den aangevraagd. Hel cijfer der blijvende uitgaven is 20 en dat der andere 2 millioen hooger dan op de begrooting voor het loopende jaar. Tot de kosten, waarop eene verhooging wordt voorgesteld, behooren, onder an der, stichting van groote gebouwen en verdere uitbreiding van het cadetten- korps, als gevolg van de uitbreiding des legers en daarmee toenemende behoefte aan officieren. De kleinigheid van bijna een half mil liard wordt, zooats uit bovenstaande blijkt, jaarlijks door het militarismus verslonden, 't Is een schrikkelijk harde noot om kraken, weet ge nieuwe leerplannen, en van de school boeken voor het onderwijs in den gods dienst. Gedelegeerden der kerkgenootschap pen zijn bevoegd in het godsdienstonder wijs bij te wonen, vragen te stellen, en aan de onderwijzers na 'i einde van liet onderwijs zakelijkemeêdeelingen te doen. Voor het evangelisch en hel katholiek godsdienst-onderwijs geldt deze opdracht den predikant of den pastoor. De eerstvolgende zitting is bepaald op 20 dezer. Kiesbankct. Woensdag avond beeft ie Milaan een banket plaats gehad,aange boden aan vier ex-afgeveerdigden van Milaan. M. Cavallotti beeft eene zeer welspre kende redevoering gehouden, die een overgrooten indruk heeft gemaakt. Met cijfers heeft spreker bewezen., dat de economische toestand van Italië sedert de regeering van Crispi en het drievoudig verbond, steeds verslecht is. De openbare rijkdom is in drie jaren met een milliard verminderd. Het drievoudig verbond dient belan gen, welke niet die van Italië zijn. Eindigende leest Cavaloiti eenen brief voor van M. Cernuschi, die eindigt met de woorden Leve Italië Leve Frank rijk Langdurige toejuichingen volgen. Het godsdienstonderwijs in Pruisen. Hel ontwerp betreffende de volksschool bepaalt, dat de overheid, belast met bet toezicht op het leerplan en de inwendige inrichting van de volksschool, met con- lessioneele verhoudingen zooveel moge lijk rekening te houden heeft bij de in richting der school. Als beginsel staat vast, dat geen kind zonder onderwijs in den godsdienst zijner belijdenis zal blijven. Het onderwijs in den godsdienst wordt geleid door de betreffende kerkgenoot schappen, aan wier organen meewerking wordt ^toegestaan bij de invoering van Verhaal uit de XIII® eeuw, door H. W. FRANK. 5e vervolg, ui. HET KASTEEL VAN ROQUEMAR. Het was nog vroeg in den morgen, toen een luidruchtige opschudding dc rust der gevangenen kwam stooren. Amuury beurde het hoofd op cn luisterde met aandacht naar het vervaard ge- gerucht, dat men buiten hoorde. Haal dc gevangenen, gebood ccnc barschc •tem, plaatst ze op paarden. Spoedig want de heer van Requcmar heeft geenen lijd te liezen. Waar gaan ze ons heenvoeren mompelde Roger, Yoorloopig niet ter dood, antwoordde Araaury, moed 1 mijn goede Roger, moed wij Met veel genoegen heb ik in den Den- derbode van 1 November een lang ant woord gelezen aan mijn schrijven, tegen de inkomrechten op het graan, waartoe de artikelen van den Vlaming en de Stad Ninove mij hadden aangespoord. Mijn ;eachte tegenstrever, schrijver van Oud loomeri en hedendaagsch Europa, schijnt de ware knoop der zaken verlo ren te hebben, de wezentlijke kwestie vergelen te hebben, want van de belas tingen op 't inkomen van graan, is hij tot een pennetwist over de Romeinsctie geschiedenis gekomen. Mijn eenig doel wit is hem een handje toe te steken om hem op het rechte spoor te helpen. n mijn eerste artikel had ik de getui genis ingeroepen der Romeinsche ge schiedenis om te bewijzen dat de vervor mingen der bebouwing geenszins on bekend waren in het verledene en ik nam mijn voorbeeld uit de historie van het oude Roomen. Nochtans, moest men mijn geachte tegenstrever gelooven, daar toe had ik bet reeht daar de omstandigheden waar in, volgens mijne meening, de landbouw crisis voorkwam, dezelfde als bij ons niet waren. Hij meent integendeel te mogen gelooven dat de toestand omtrent dezelfde was. Mijn geachte tegenkamper is een fijne pennentwister om mij de wapens uit de handen te rukken, voegt hij bij zijne mee ning het woordje omtrent Doe ik hem zien dal de omstandigheden in het verleden niet gelijk waren dan bij ons dan zal hij mij zeggen Ik heb het tegen deel niet gemeend, en hij is zoo slim ge weest zijn aeiilerpoorije open te laten om zijne terugtocht te kunnen bereiden. In Italië had de kleine landman twee vijanden de invoer van vreemde gra nen en de opslokkingen, de onrechtveer- dige inpalmingen van zijnen rijken ge- buur. Tegen den eersten vijand had hij zich gemakkelijk kunnen verdedigen door de vervorming der cultuur. Wat kan hij legen de tweede in eene streek waar de macht en het geweld het recht uitmaakt Die de romeinsche ge schiedenis, van den val van het konink- dom tot aan de Licinische wetten in 367 V. J. Gh. heelt gelezen, kent het karak ter van den ïomeinschen adel van dien tijd zij kennen de spreuk van een der grootste familien Malum dabunt MetelliNaeviopoctae. Ten anderen de. gebeurtenissen in het beproefde cn ongelukkige Ierland kun nen een klein gedacht geven van den on gelukkiger! toestand in Roomen. En bij ons, zult gij vragen, lieve lezer Wel bij ons mag iedereen zeggen Er zijn nog rechters te Berlijn de inpal- iningen die bij de Romeinen gemeen wa ren, zijn bij ons hoegenaamd niet mo gelijk. Ziet gij nu, lieve lezer, dat de toestand dezelfde niet is De gevolgen ook zijn gansch verschil lig om het te begrijpen moet men slechts een kijkje werpen over hetgeen op onze boerendorpen geschiedt. Ik heb het overigens in mijn artikel van 3 Octo ber breedvoerig besproken en behoef er niet meer op terug te komen. Een andere moeielijkheid, die mijn ge- eerden bekamper mij doet opmerken, is de geldopoffering waarmede eene ver vorming der bebouwing gepaard gaat. Mijn geleerde tegenstrever zal niet verwonderd zijn wanneer ik zeg dat de moeielijkheden voor den grooten eige naar, natuurlijk hij die boert, dezelfde zijn. Brengtde vervorming voorden klei nen boer onkosten mede, die voor de grooteren zijn in evenredigheid, want de werken en arbeid die zij veroorzaakt, zijn er grooter. Zij staan dus op gelijken voet. Ik moet mijn achtbaren polemieker nog heninneren dat een crisis nog zoo plot selings niet voorkomt, als bij het wel denkt. Als bewijs daarvan moet men slechts de marktprijzen naarzien der ja ren 81 en 82, wanneer de tarwe nog 27 lr de 400 kilos gold, nu is zij er 20 fr. en dit schijnt mij de prijs waaraan ztj voort durend zal blijven. Men mag dan nooit ook niet gansch op eens zijne boerderij vervormen maar met zekere deden, men moet trapsgewijze te werk gaan men moet trachten zich nooit daarvoor in schulden te steken, want in ons België en gaat het niet lijk een Fransche Pa- zijn onder dc bescherming van God. Talrijke ruiters hielden voor dc hut stil. Hunne blanke wapenrusting glom in dc mor- gendzon men kon ze goed onderscheiden van dc andere Aibigers. Op dc borst droegen zij hel blazoen van Roquemar, een roodblauw griffoen in een zilveren veld, met dc zinspreuk Nee aspera terrent. Amaury en Roger werden in bun midden ge plaatst, cn terwijl dc aauleider der krijgslieden zijne onderhoorigen in orde bracht, had de jon geling den tijd om de toegeloopen menigte aan dachtig tc overzien. Weinigen waren cr wier kleedcrcn niet "uit vuile lompen bestonden, weinigen wier gelaat niet den stempel van ge brek cn ontberingen droeg, maar in die uitge mergelde gezichten, in die holle oogen, groeide liet vuur van dweepzucht cn haat. De bloedige oorlog, door hunne misdaden baldadig ontstoken, had schrikkelijk onder hen gewoed, cn van a| die Aibigers, welke met wanhopigen moed rond dc bannier van hunnen laatsten meester volg den, waren er weinige, die niet den dood van vader, broeder of bloedverwanten te wreken hadden. Dc verslindende drift, zoo gloeiend bij de licetblocdige zuiderzonen, aangehitst door een doortrapt en heerschzuchtig priesterschap, om rijsche schrijver van Oostenrijk zegde die geld ontleent wordt er rijk, De lust en heb ik niet om in de pri- vaatzaken der financien te snuffelen, om te zien hoe het met hunne kas gesteld is, ik moet dus de lezer zelf laten oordeelen over mijn geërden bekamper als hij zegt dat juist het kapitaal is dat ontbreekt. In 't algemeen gesproken kan hij gelijk beb- ben maar toch heeft men, denk ik, in 't land van Aalst kapitaal genoeg gehad om de bebouwing te vervormen in dien zin die ik in mijn vorig artikel heb aange haald ik meen te mogen beslatigen dat de zaak zonder groote schokken is ge beuld. Ejn punt nog wil ik aanraken. Mijn geeerde tegenstrever schijnt te willen beweren dat de bevolking der sle den ten riadeele van die van den buiten is aangegroeid en tot bewijs roept hij de vergrooting der bevolking van Aalst in, van Brussel en andere steden en de ver mindering van sommige dorpen. In sommige dorpen is het getal bewo ners gezonken, zegt hij Waar is het bewijs Quod gratis asseretur gratis negatur. En moest men bijvoorbeeld zulk een dorp vinden, moogt gij u daarop steunen om te zeggen dat de buitenbe volking naar de steden trekt T Dat ware de la logique Jt rebours Hebben de jemeenten overal niet aangewonnen s het getal der buitenbewoners zoowel als dat der steden niet gestegen Als besluitsel mijner artikels zeg ik dus nog geene inkomrechten op het graan, maar wel op hel vee om aan boe ren het gunstig ter rein te geven om de harde strijd van T leven te kunnen leve ren. L. W. Rik. zijnen rampzaligen invloed tc behouden, ziedaar het gevoelen, welk d.; laatste gensters van den lan gen strijd blakend hield. De baron van Roquemar cn dc diaak zaten reisvaardig te paard, toen hun gevolg met dc gevangenon dc middcDplaals va-i het kamp t reikte. Dc meester stond met een lienlal gc< telijkcn aan den ingang van bet heiligdom, riep den vertrekkenden een vriendelijk vaarwel toe. De baron beantwoordde eerbiedig dor groei, on na-n dan met Aymard en zijn pennoen drager aan liet hoofd d'-r krijgsbande plaats. De stoet trok langzaam door het kamp, overal met geestdriftige toejuichingen voor den heer van Roquemar onthaald, terwijl Amuury en Roger nog eens eene reeks van woedende vcrwenschin- gen moesten hooien. Wanneer zij dc enge berg passen doorgetrokken waren, welke alleen eenen moeilijken ingang tot dc ontzaggelijke, natuur lijke vesting van de ketters toelieten, ademde Amaury niet volle longen. De zou straalde met vollen luister over dc spitse graiiietloppcn van dc Monts Noirs, de morgendlucht was frisch, zoo zuiver, dat Amaury zijne gchccle vrijheid van geest voelde terugkeeren, cn schert send aon eenen ruiter, die nevens hem reed, vroeg Wanneer men aan onze boeren over kunstvetten spreekt, hebben zij dikwijls bet voorkomen u als eenen Cicero pro domo pleitend te aanzien en u -te zeggen Vous êtes orfèvre, monsieur Josse Allen, bijna zonder onderscheid, hebben tegen de kunstvetten een voor oordeel die het gezond verstand moei lijk begrijpen kan. De haat voor che- mieke vetten komt voort, meen ik, uit eene ongelukkige verwisseling en uit de talrijke vervalschingen, die men aan de kunstvetten zoo gemakkelijk kan doen ondergaan en die altijd ten nadeele van deti boer uitloopen aan de menigvuldige bedriegerijen die zijne goede trouw in dit opzicht te beurt valt. Daar onze boeren de chemieke vetten in 't algemeen met die stof vermengelen die zij zout noemen en daar deze stof al te dikwijis slechte gevolgen heeft voor de lalere vruchten zoo heb ben zij van de kunstvetten een grooten afschrik gekregen. Men moet zich herinneren dat het zoogezegd zout gewoonlijk dient om eene achterstellige vrucht op te jagen, haar om zoo te zeggen een zweepslag te geven met al de middelen tot 't voe den der plant in beweging te zetten, Het veronderstelt een grond rijk aan potassium en pbosplioorzuur, en daar de grond die stoffen ontbeert, gelijk het gewoonlijk gaat, zoo wordt het land uitgehongerd en tot het dragen van eene andere vrucht onbekwaam. Alhoewel voorstaander der kunstvet ten, en wil ik toch ons boerenmest en aal niet afkeuren: ik zegge meer, die vetten zijn zeer geschikt voor onzen kleemgrond die zij in hunnen normalen slaat herstellen moeten maar ongeluk kiglijk liter wederom, 't zij door gebrek aan kennissen, 't zij door mangel aan goede inrichtingen vervliegt een groot deel der voedstoffen van het mest en is voor onze boeren verloren. In hoeveel hoven is de mestput ge dekt, in hoevele wordt hij besproeid, en nochtans door 't nalaten dezer twee dingen ondergaal de landbouwer jaar lijks een aanzienlijk verlies. Het is doodeenvoudig en de gezonde rede zegt klaar dal om den rijkdom van den grond te behouden men hem ten minste weêrgeven moet wat de vrucht hem heeft onttrokken. Iedere plant haalt uit het land, buiten vele andere stoffen die in den grond in toereikende hoeveelheid liggen, bijzonder vier hoofd stoffen stikstof, potassium, phosphoor- zuur en kalk na den oogst moet men dus om den grond in zijnen natuurlij ken slaat te herstellen die sloffen terug geven die de vrucht er heeft uitgehaald en hem weêr in staat stellen eene andere te dragen zonder 't land uil te pullen of uil te hongeren. Bij voorbeeld om de zaak wat klaarder uit te leggen Een boer heeft op een stuk land tarwe ge zaaid de tarwe trekt uit den grond per duizend kilos die zij voortbrengts stikstof 31, potassium 20, phosphoorzuur 14, kalk 5. Die stoffen moeten dus aan 't land in de zelfde hoeveelheid terug ge schonken worden zelfs moet de azote in meerdere quantiteit gegeven worden om de andere verliezen te keer te gaan. Ik laat een klein tafereel volgen die van deze zaak een gedacht kan geven. Stikstof Potassium Phosphoorzuur Kalk Tarwe 3t 20 14 5 Rogge 25 18 16 7 Haver 30 18 19 9 Patatten 3 6 2 0,2 Tabak 48 30 5 63 Men ziet hieruit dat bijna al de vruch ten, die onze boeren het meest planten, de aardappelen uitgezonderd, meest stik stof aan den grond vragen, men moet dus zorgen dat hel mest waarmede de rond weder gevet wordt, meest azote bevat. Daarvoor en is dus boerenmest en bijzonder het stalmest van koeien zeer ;eschikt. maar ongelukkiglijk aan de utte der zon gedurende gansch den zo mer blootgesteld, is veel azote van het mest in de lucht gevlogen. Men mag ook niet vergeten dat eene te givote hoeveelheid stikstof aan de vrucht schadelijk is en het rijpen doet vertragen. Wil men met chemiek vetten zoo moet men een vet kiezen, dat stik- Is het de gewoonte van uwen lieer, aan zijne gevangen zulke prachtige morgcndwandolingcn te gunnen Dc aangesprokene bezag den jongeling norsch, i antwoordde op barschen toon. De kerkers van Roquemar zuilen u weldra het schertsen wel doen vergeten. Dns wij gaan naar Roquemar, hernam Amaury onbekommerd. Eu het doodvonnis van den meester Hoop niet dat gij cr aan zult ontsnappen. Eene noodzakelijke afwezigheid van den meester redt u voor vandaag, maar binnen drie dagen zal het feest op liet kastrel plaats hebben. Na deze w oorden keerde de krijgsknecht zich misnoegd naar ccnen makker, en Amaury was verplicht het onderhoud te slaken. Roger draafde zwijgend Devens zijnen jongen meester. Het gelaat van den trouwen dienaar was droevig. Hij kende sedert lang den haat, die dc lieer van Roquemar ten opzichte van den vader van Amaury, den markies van La- vaur koesterde, liaat, waarvan de gebeurtenissen van Albi een zoo onverwacht bewijs gegeven hadden, en men moest bekennen dat Amaury in gccnc slechtere handen had kunneii val len. stof, potassium, phosphoorzuur en kalk in de vereischte verhouding bevat en dan zal de grond weêr tot zijne ge wone samenstelling gekomen zijn en geschikt om eene nieuwe vrucht te dra gen. Ik weet wel, veel onzer boeren zeggen met chemiekvet ga ik mijn land, hard als de straat maken en op drij jaar is het gansch versteend, en koe noch paard zullen er nog doorkunnen. Verschooning, beste vriend, men ge bruikt de chimieke vetten om het land in goeden slaat, in zijnen gewonen en normalen rijkdom te houden is uw land gelijk de slraat 't is dat het anders ook niet deugt en dan zult gij met uw ontoereikend boerenmest er geenen lust hof van maken. Gij verwisselt weêr wat ik in 't begin zegde, uw zoogezegd zout met het eigentlijk kunstvet. Het ware hoogst loffelijk dat onze boeren met bun eigen mest wat che miek vet mengelden en zij zouden gauw zien dat hunne vooroordeelen op niets zijn gesteund. Dreas. Een vermaarde aardrijkskundige schrijft het volgende over Afrika In de helft van dit zwart vasteland, is 't niet alleenelijk de slavernij die men moet bestrijden, maar ook het menschen- eten. 't Schijnt dat raettschenvleesch fijn goed is. Toch is er eene iiitieming het vleesch der groote smoorders en deugt niet. Zoo, als een van ons kennissen wilt aldaar een wandelingsken doen, alonder 't lustig groen, 't zal'voorzichtig zijn van eerst wel bruin gesmoord te zijn, om de wilde wijs te maken!... Om verder over de zake te spreken laat ons booren wat een missionaris van den Congo,pater Augouard,over de zeden van het land vertelt Men eet er gcwonelijk maar gemeene kost, schrijft hij. en de koks van aldaar verschieten er niet in van slangen, vleermuizen, krekels,ratten en ander wild met eene gepeperde sauce gereed te ma ken. De foursetten worden alleenelijk ge bruikt om...."t hair der vrouwen te om strengelen. Als ge de zwarten wilt gelooven het vleesch van alle dieren is onedelmen- schenvleesch alleen is edel voedsel! Dat is vleesch dat zijnen namen verdietitl zeg gen zij, en ze eten ervan met peper en zout, buikske-sla-mij bij! De ongelukkige slaven die moeten ge slacht worden, maken daar weinig lawijt in en men vertelt dat zulk een die reeds gebonden was en gereed om te sterven, niet min nieuwsgierig was als T overige van 't volk van een witten man te zien voorden eersten keer van zijn leven. In de streek Oubanghi, zijn er weinig slaven, omdat men ze, zoohaast gekocht, opeet. Er is maar uitstel voor de mage- ren! In oorlogstijd worden de gevangenen Dc weg, welken men volgde, slingerde door groene velden, vruchtbaar gemaakt door kristal heldere bergwateren, terwijl dc kruinen list gebergte, met hunne sombere, naakte rot sen, den naam van Monts Noirs volkomen recht- veerdigden. Hier cn daar, half verdoken tusschcn eclderige olijfplanten en muilpccrboomen, rees ofwel een boerenhof, ofwel de dikke met schiet gaten doorboorde muren der woning van eenen landedelman op, die den lieer van Roquemar voor hunnen meester of leenheer erkenden, talrijk den stoel te gemoet liepen, om den heer hunne hulde te hrciigco. De blikken, die zij op dc gevangenen wierpen, bctcekcndcn niets vrien delijks, maar toonden ten minste den wilden haat niet, welke in de oogen der Aibigers van liet kamp flikkerde. Eindelijk, drie uren na het vertrek, rezen de tinnen cn wallen van het kasteel van Roqucmai op de kruin van eenen alleenstaanden heuvel, wiens rotsachtige hellingen langs alle kanten steil afvielen. De vesting vormde een lang, uil- gestrekt, onregelmatig vierkant, waarvan dc ge kantccldc muren cn dc wijduitgestrekte gehouwen aan de door hoogc, en in liet midden van de lange zijden, door leegcrc vooruitspringende torens versterkt waren. Ken hooge wachttoren rees in het midden van dc burcht, de groelc ingangpoor was insgelijks door twee zware lorens beschermd- Slechts cenc enkele rotsgraat bood eenen steilen naar liet kasteel, en dien had dc uitgezoehtc krijgskunst van het tijdvak aan weerskanten n.et stevige wallen voorzien. Dwars over den weg op afstand van omtrent twaalf voeten van malkan der, waren vijfvocldikke muren met kanteclen ge bouwd tot in het midden van zijne breedte en beurtelings rechts en links geplaatst, zoodat de pcerden slechts moeilijk tot het kasteel konden opstijgen. Had de vijand nu dien weg, in geval van aauvai nog overal met ijzeren traliën afge4 sloten, overmeesterd, zoo kon eene valbrug voor de groote poorten opgetrokken worden, en eene diepte van vijftien voet cn even zoo breed gaapte voor de aanvallers tusschen dc twee muren van den veroverden weg, cn dan eerst kon het be leg goed beginnen tegen de hoogc torens en wallen van het kasteel. Amaury kon ccn gevoel van ontsteltenis niet be dwingen, toen zijn paard met moeite den steilen weg opklom, want burchten gelijk dio, welke voor hem lag, waren tc dien tijde oninneemhaar, indien zij van voorraad voorzien, en door een voldoende garnizoen verdedigd waren. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1890 | | pagina 1