NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN OE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
Zondag 16 November 1890,
10 centiemen per nummer
15s,e Jaar N. 251A
ABONNEMENTPR!JS
ANNONCENPRIJS
Politiek overzicht.
DE ALBIGENZER
Inkomrechten.
Kunstvetten.
I ikiisclieneti'ii in den Congo.
DE DENDER-BODE.
Jit nlad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag De prijs ervan is 6 frank 's jaars
ir. 3,25 voor zes maanden fr. f,75 votr drij maanden, voorop te betalen
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijit in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutslraat,
N° 31, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, tr. 1,00Vonnissen op
3» bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Calque snaai
Al LST, 15 NOVEMBER IS90
Fransche Kamer. In de fransche
stond de begrooting van marine aan de
Bijna heel de zitting werd ingenomen
door eene redevoering van admiraal
Vallon.
De admiraal heelt,onder andere, als het
ideaal van den torpedo boot de onder-
zeesche boot aanbevolen. Hei is tot de
Nautilus,van Jules Verne.dat men komen
moet, om de wezenlijking te hebben van
liet voortreffelijke.
Berlijn, 12 nov.
Bedreiging tegen Nederland. Volgens
de Hamb. Corr. zouden keizer Wilhelm
en koning Leopold, te Potsdam beslo
ten hebben dat, indien Nederland bleef
weigeren zicli aan te sluiten bij het
Congo-protocol, Duitschland zich hierop
wreken zou, door de duitsche stoom
vaartlijnen te Antwerpen te doen aanleg
gen en niet meer in hollandsche havens.
Frankrijk zou Holland tot verzet aan
wakkeren.
Legerbegrooting in Duitschland. Op
de legerbegrooting voor het volgende
dienstjaar, die thans bij den Bondsraad is
ingediend, zijn de uitgaven geraamd op
371 millioen mark, waarvan 320 millioen
voor blijvende uilgaven, benevens 31
millioen voor gewone uitgaven, die,
evenals 21 millioen voor buitengewone
uitgaven, slechts voor dat ééne jaar wor
den aangevraagd.
Hel cijfer der blijvende uitgaven is 20
en dat der andere 2 millioen hooger dan
op de begrooting voor het loopende jaar.
Tot de kosten, waarop eene verhooging
wordt voorgesteld, behooren, onder an
der, stichting van groote gebouwen en
verdere uitbreiding van het cadetten-
korps, als gevolg van de uitbreiding des
legers en daarmee toenemende behoefte
aan officieren.
De kleinigheid van bijna een half mil
liard wordt, zooats uit bovenstaande
blijkt, jaarlijks door het militarismus
verslonden, 't Is een schrikkelijk harde
noot om kraken, weet ge
nieuwe leerplannen, en van de school
boeken voor het onderwijs in den gods
dienst.
Gedelegeerden der kerkgenootschap
pen zijn bevoegd in het godsdienstonder
wijs bij te wonen, vragen te stellen, en
aan de onderwijzers na 'i einde van liet
onderwijs zakelijkemeêdeelingen te doen.
Voor het evangelisch en hel katholiek
godsdienst-onderwijs geldt deze opdracht
den predikant of den pastoor.
De eerstvolgende zitting is bepaald op
20 dezer.
Kiesbankct. Woensdag avond beeft
ie Milaan een banket plaats gehad,aange
boden aan vier ex-afgeveerdigden van
Milaan.
M. Cavallotti beeft eene zeer welspre
kende redevoering gehouden, die een
overgrooten indruk heeft gemaakt.
Met cijfers heeft spreker bewezen.,
dat de economische toestand van Italië
sedert de regeering van Crispi en het
drievoudig verbond, steeds verslecht
is.
De openbare rijkdom is in drie
jaren met een milliard verminderd.
Het drievoudig verbond dient belan
gen, welke niet die van Italië zijn.
Eindigende leest Cavaloiti eenen brief
voor van M. Cernuschi, die eindigt met
de woorden Leve Italië Leve Frank
rijk
Langdurige toejuichingen volgen.
Het godsdienstonderwijs in Pruisen.
Hel ontwerp betreffende de volksschool
bepaalt, dat de overheid, belast met bet
toezicht op het leerplan en de inwendige
inrichting van de volksschool, met con-
lessioneele verhoudingen zooveel moge
lijk rekening te houden heeft bij de in
richting der school. Als beginsel staat
vast, dat geen kind zonder onderwijs in
den godsdienst zijner belijdenis zal blijven.
Het onderwijs in den godsdienst wordt
geleid door de betreffende kerkgenoot
schappen, aan wier organen meewerking
wordt ^toegestaan bij de invoering van
Verhaal uit de XIII® eeuw,
door H. W. FRANK.
5e vervolg,
ui.
HET KASTEEL VAN ROQUEMAR.
Het was nog vroeg in den morgen, toen een
luidruchtige opschudding dc rust der gevangenen
kwam stooren. Amuury beurde het hoofd op cn
luisterde met aandacht naar het vervaard ge-
gerucht, dat men buiten hoorde.
Haal dc gevangenen, gebood ccnc barschc
•tem, plaatst ze op paarden. Spoedig want de
heer van Requcmar heeft geenen lijd te
liezen.
Waar gaan ze ons heenvoeren mompelde
Roger,
Yoorloopig niet ter dood, antwoordde
Araaury, moed 1 mijn goede Roger, moed wij
Met veel genoegen heb ik in den Den-
derbode van 1 November een lang ant
woord gelezen aan mijn schrijven, tegen
de inkomrechten op het graan, waartoe
de artikelen van den Vlaming en de Stad
Ninove mij hadden aangespoord. Mijn
;eachte tegenstrever, schrijver van Oud
loomeri en hedendaagsch Europa,
schijnt de ware knoop der zaken verlo
ren te hebben, de wezentlijke kwestie
vergelen te hebben, want van de belas
tingen op 't inkomen van graan, is hij
tot een pennetwist over de Romeinsctie
geschiedenis gekomen. Mijn eenig doel
wit is hem een handje toe te steken om
hem op het rechte spoor te helpen.
n mijn eerste artikel had ik de getui
genis ingeroepen der Romeinsche ge
schiedenis om te bewijzen dat de vervor
mingen der bebouwing geenszins on
bekend waren in het verledene en ik nam
mijn voorbeeld uit de historie van het
oude Roomen.
Nochtans, moest men mijn geachte
tegenstrever gelooven, daar toe had ik
bet reeht daar de omstandigheden waar
in, volgens mijne meening, de landbouw
crisis voorkwam, dezelfde als bij ons
niet waren. Hij meent integendeel te
mogen gelooven dat de toestand omtrent
dezelfde was.
Mijn geachte tegenkamper is een fijne
pennentwister om mij de wapens uit de
handen te rukken, voegt hij bij zijne mee
ning het woordje omtrent Doe ik
hem zien dal de omstandigheden in het
verleden niet gelijk waren dan bij ons
dan zal hij mij zeggen Ik heb het tegen
deel niet gemeend, en hij is zoo slim ge
weest zijn aeiilerpoorije open te laten om
zijne terugtocht te kunnen bereiden.
In Italië had de kleine landman twee
vijanden de invoer van vreemde gra
nen en de opslokkingen, de onrechtveer-
dige inpalmingen van zijnen rijken ge-
buur. Tegen den eersten vijand had hij
zich gemakkelijk kunnen verdedigen
door de vervorming der cultuur.
Wat kan hij legen de tweede in eene
streek waar de macht en het geweld het
recht uitmaakt Die de romeinsche ge
schiedenis, van den val van het konink-
dom tot aan de Licinische wetten in 367
V. J. Gh. heelt gelezen, kent het karak
ter van den ïomeinschen adel van dien
tijd zij kennen de spreuk van een der
grootste familien
Malum dabunt MetelliNaeviopoctae.
Ten anderen de. gebeurtenissen in het
beproefde cn ongelukkige Ierland kun
nen een klein gedacht geven van den on
gelukkiger! toestand in Roomen.
En bij ons, zult gij vragen, lieve lezer
Wel bij ons mag iedereen zeggen Er
zijn nog rechters te Berlijn de inpal-
iningen die bij de Romeinen gemeen wa
ren, zijn bij ons hoegenaamd niet mo
gelijk.
Ziet gij nu, lieve lezer, dat de toestand
dezelfde niet is
De gevolgen ook zijn gansch verschil
lig om het te begrijpen moet men
slechts een kijkje werpen over hetgeen
op onze boerendorpen geschiedt. Ik heb
het overigens in mijn artikel van 3 Octo
ber breedvoerig besproken en behoef er
niet meer op terug te komen.
Een andere moeielijkheid, die mijn ge-
eerden bekamper mij doet opmerken, is
de geldopoffering waarmede eene ver
vorming der bebouwing gepaard gaat.
Mijn geleerde tegenstrever zal niet
verwonderd zijn wanneer ik zeg dat de
moeielijkheden voor den grooten eige
naar, natuurlijk hij die boert, dezelfde
zijn. Brengtde vervorming voorden klei
nen boer onkosten mede, die voor de
grooteren zijn in evenredigheid, want
de werken en arbeid die zij veroorzaakt,
zijn er grooter. Zij staan dus op gelijken
voet.
Ik moet mijn achtbaren polemieker nog
heninneren dat een crisis nog zoo plot
selings niet voorkomt, als bij het wel
denkt. Als bewijs daarvan moet men
slechts de marktprijzen naarzien der ja
ren 81 en 82, wanneer de tarwe nog 27 lr
de 400 kilos gold, nu is zij er 20 fr. en
dit schijnt mij de prijs waaraan ztj voort
durend zal blijven. Men mag dan nooit
ook niet gansch op eens zijne boerderij
vervormen maar met zekere deden, men
moet trapsgewijze te werk gaan men
moet trachten zich nooit daarvoor in
schulden te steken, want in ons België
en gaat het niet lijk een Fransche Pa-
zijn onder dc bescherming van God.
Talrijke ruiters hielden voor dc hut stil.
Hunne blanke wapenrusting glom in dc mor-
gendzon men kon ze goed onderscheiden
van dc andere Aibigers. Op dc borst droegen
zij hel blazoen van Roquemar, een roodblauw
griffoen in een zilveren veld, met dc zinspreuk
Nee aspera terrent.
Amaury en Roger werden in bun midden ge
plaatst, cn terwijl dc aauleider der krijgslieden
zijne onderhoorigen in orde bracht, had de jon
geling den tijd om de toegeloopen menigte aan
dachtig tc overzien. Weinigen waren cr wier
kleedcrcn niet "uit vuile lompen bestonden,
weinigen wier gelaat niet den stempel van ge
brek cn ontberingen droeg, maar in die uitge
mergelde gezichten, in die holle oogen, groeide
liet vuur van dweepzucht cn haat. De bloedige
oorlog, door hunne misdaden baldadig ontstoken,
had schrikkelijk onder hen gewoed, cn van a|
die Aibigers, welke met wanhopigen moed rond
dc bannier van hunnen laatsten meester volg
den, waren er weinige, die niet den dood van
vader, broeder of bloedverwanten te wreken
hadden. Dc verslindende drift, zoo gloeiend bij
de licetblocdige zuiderzonen, aangehitst door een
doortrapt en heerschzuchtig priesterschap, om
rijsche schrijver van Oostenrijk zegde
die geld ontleent wordt er rijk,
De lust en heb ik niet om in de pri-
vaatzaken der financien te snuffelen, om
te zien hoe het met hunne kas gesteld is,
ik moet dus de lezer zelf laten oordeelen
over mijn geërden bekamper als hij zegt
dat juist het kapitaal is dat ontbreekt. In
't algemeen gesproken kan hij gelijk beb-
ben maar toch heeft men, denk ik, in
't land van Aalst kapitaal genoeg gehad om
de bebouwing te vervormen in dien zin
die ik in mijn vorig artikel heb aange
haald ik meen te mogen beslatigen dat
de zaak zonder groote schokken is ge
beuld.
Ejn punt nog wil ik aanraken.
Mijn geeerde tegenstrever schijnt te
willen beweren dat de bevolking der sle
den ten riadeele van die van den buiten
is aangegroeid en tot bewijs roept hij de
vergrooting der bevolking van Aalst in,
van Brussel en andere steden en de ver
mindering van sommige dorpen.
In sommige dorpen is het getal bewo
ners gezonken, zegt hij Waar is het
bewijs Quod gratis asseretur gratis
negatur. En moest men bijvoorbeeld zulk
een dorp vinden, moogt gij u daarop
steunen om te zeggen dat de buitenbe
volking naar de steden trekt T Dat ware
de la logique Jt rebours Hebben de
jemeenten overal niet aangewonnen
s het getal der buitenbewoners zoowel
als dat der steden niet gestegen
Als besluitsel mijner artikels zeg ik
dus nog geene inkomrechten op het
graan, maar wel op hel vee om aan boe
ren het gunstig ter rein te geven om de
harde strijd van T leven te kunnen leve
ren.
L. W. Rik.
zijnen rampzaligen invloed tc behouden, ziedaar
het gevoelen, welk d.; laatste gensters van den lan
gen strijd blakend hield.
De baron van Roquemar cn dc diaak zaten
reisvaardig te paard, toen hun gevolg met dc
gevangenon dc middcDplaals va-i het kamp t
reikte. Dc meester stond met een lienlal gc<
telijkcn aan den ingang van bet heiligdom,
riep den vertrekkenden een vriendelijk vaarwel
toe. De baron beantwoordde eerbiedig dor
groei, on na-n dan met Aymard en zijn pennoen
drager aan liet hoofd d'-r krijgsbande plaats. De
stoet trok langzaam door het kamp, overal met
geestdriftige toejuichingen voor den heer van
Roquemar onthaald, terwijl Amuury en Roger
nog eens eene reeks van woedende vcrwenschin-
gen moesten hooien. Wanneer zij dc enge berg
passen doorgetrokken waren, welke alleen eenen
moeilijken ingang tot dc ontzaggelijke, natuur
lijke vesting van de ketters toelieten, ademde
Amaury niet volle longen. De zou straalde met
vollen luister over dc spitse graiiietloppcn van
dc Monts Noirs, de morgendlucht was
frisch, zoo zuiver, dat Amaury zijne gchccle
vrijheid van geest voelde terugkeeren, cn schert
send aon eenen ruiter, die nevens hem reed,
vroeg
Wanneer men aan onze boeren over
kunstvetten spreekt, hebben zij dikwijls
bet voorkomen u als eenen Cicero
pro domo pleitend te aanzien en u -te
zeggen Vous êtes orfèvre, monsieur
Josse Allen, bijna zonder onderscheid,
hebben tegen de kunstvetten een voor
oordeel die het gezond verstand moei
lijk begrijpen kan. De haat voor che-
mieke vetten komt voort, meen ik,
uit eene ongelukkige verwisseling en
uit de talrijke vervalschingen, die men
aan de kunstvetten zoo gemakkelijk
kan doen ondergaan en die altijd ten
nadeele van deti boer uitloopen aan
de menigvuldige bedriegerijen die zijne
goede trouw in dit opzicht te beurt
valt.
Daar onze boeren de chemieke vetten
in 't algemeen met die stof vermengelen
die zij zout noemen en daar deze
stof al te dikwijis slechte gevolgen
heeft voor de lalere vruchten zoo heb
ben zij van de kunstvetten een grooten
afschrik gekregen.
Men moet zich herinneren dat het
zoogezegd zout gewoonlijk dient om
eene achterstellige vrucht op te jagen,
haar om zoo te zeggen een zweepslag
te geven met al de middelen tot 't voe
den der plant in beweging te zetten,
Het veronderstelt een grond rijk aan
potassium en pbosplioorzuur, en daar de
grond die stoffen ontbeert, gelijk het
gewoonlijk gaat, zoo wordt het land
uitgehongerd en tot het dragen van
eene andere vrucht onbekwaam.
Alhoewel voorstaander der kunstvet
ten, en wil ik toch ons boerenmest en
aal niet afkeuren: ik zegge meer, die
vetten zijn zeer geschikt voor onzen
kleemgrond die zij in hunnen normalen
slaat herstellen moeten maar ongeluk
kiglijk liter wederom, 't zij door gebrek
aan kennissen, 't zij door mangel aan
goede inrichtingen vervliegt een groot
deel der voedstoffen van het mest en
is voor onze boeren verloren.
In hoeveel hoven is de mestput ge
dekt, in hoevele wordt hij besproeid,
en nochtans door 't nalaten dezer twee
dingen ondergaal de landbouwer jaar
lijks een aanzienlijk verlies.
Het is doodeenvoudig en de gezonde
rede zegt klaar dal om den rijkdom
van den grond te behouden men hem
ten minste weêrgeven moet wat de vrucht
hem heeft onttrokken. Iedere plant
haalt uit het land, buiten vele andere
stoffen die in den grond in toereikende
hoeveelheid liggen, bijzonder vier hoofd
stoffen stikstof, potassium, phosphoor-
zuur en kalk na den oogst moet men
dus om den grond in zijnen natuurlij
ken slaat te herstellen die sloffen terug
geven die de vrucht er heeft uitgehaald
en hem weêr in staat stellen eene andere
te dragen zonder 't land uil te pullen of
uil te hongeren. Bij voorbeeld om de
zaak wat klaarder uit te leggen Een
boer heeft op een stuk land tarwe ge
zaaid de tarwe trekt uit den grond per
duizend kilos die zij voortbrengts stikstof
31, potassium 20, phosphoorzuur 14,
kalk 5. Die stoffen moeten dus aan
't land in de zelfde hoeveelheid terug ge
schonken worden zelfs moet de azote
in meerdere quantiteit gegeven worden
om de andere verliezen te keer te gaan.
Ik laat een klein tafereel volgen die
van deze zaak een gedacht kan geven.
Stikstof Potassium Phosphoorzuur Kalk
Tarwe 3t 20 14 5
Rogge 25 18 16 7
Haver 30 18 19 9
Patatten 3 6 2 0,2
Tabak 48 30 5 63
Men ziet hieruit dat bijna al de vruch
ten, die onze boeren het meest planten,
de aardappelen uitgezonderd, meest stik
stof aan den grond vragen, men moet
dus zorgen dat hel mest waarmede de
rond weder gevet wordt, meest azote
bevat.
Daarvoor en is dus boerenmest en
bijzonder het stalmest van koeien zeer
;eschikt. maar ongelukkiglijk aan de
utte der zon gedurende gansch den zo
mer blootgesteld, is veel azote van het
mest in de lucht gevlogen.
Men mag ook niet vergeten dat eene
te givote hoeveelheid stikstof aan de
vrucht schadelijk is en het rijpen doet
vertragen. Wil men met chemiek vetten
zoo moet men een vet kiezen, dat stik-
Is het de gewoonte van uwen lieer, aan zijne
gevangen zulke prachtige morgcndwandolingcn te
gunnen
Dc aangesprokene bezag den jongeling norsch,
i antwoordde op barschen toon.
De kerkers van Roquemar zuilen u weldra
het schertsen wel doen vergeten.
Dns wij gaan naar Roquemar, hernam
Amaury onbekommerd. Eu het doodvonnis van
den meester
Hoop niet dat gij cr aan zult ontsnappen.
Eene noodzakelijke afwezigheid van den meester
redt u voor vandaag, maar binnen drie dagen zal
het feest op liet kastrel plaats hebben.
Na deze w oorden keerde de krijgsknecht zich
misnoegd naar ccnen makker, en Amaury was
verplicht het onderhoud te slaken.
Roger draafde zwijgend Devens zijnen jongen
meester. Het gelaat van den trouwen dienaar
was droevig. Hij kende sedert lang den haat,
die dc lieer van Roquemar ten opzichte van
den vader van Amaury, den markies van La-
vaur koesterde, liaat, waarvan de gebeurtenissen
van Albi een zoo onverwacht bewijs gegeven
hadden, en men moest bekennen dat Amaury in
gccnc slechtere handen had kunneii val
len.
stof, potassium, phosphoorzuur en kalk
in de vereischte verhouding bevat en
dan zal de grond weêr tot zijne ge
wone samenstelling gekomen zijn en
geschikt om eene nieuwe vrucht te dra
gen.
Ik weet wel, veel onzer boeren zeggen
met chemiekvet ga ik mijn land, hard
als de straat maken en op drij jaar is
het gansch versteend, en koe noch paard
zullen er nog doorkunnen.
Verschooning, beste vriend, men ge
bruikt de chimieke vetten om het land
in goeden slaat, in zijnen gewonen en
normalen rijkdom te houden is uw
land gelijk de slraat 't is dat het anders
ook niet deugt en dan zult gij met uw
ontoereikend boerenmest er geenen lust
hof van maken. Gij verwisselt weêr wat
ik in 't begin zegde, uw zoogezegd zout
met het eigentlijk kunstvet.
Het ware hoogst loffelijk dat onze
boeren met bun eigen mest wat che
miek vet mengelden en zij zouden gauw
zien dat hunne vooroordeelen op niets
zijn gesteund.
Dreas.
Een vermaarde aardrijkskundige schrijft
het volgende over Afrika
In de helft van dit zwart vasteland,
is 't niet alleenelijk de slavernij die men
moet bestrijden, maar ook het menschen-
eten. 't Schijnt dat raettschenvleesch fijn
goed is. Toch is er eene iiitieming het
vleesch der groote smoorders en deugt
niet. Zoo, als een van ons kennissen wilt
aldaar een wandelingsken doen, alonder
't lustig groen, 't zal'voorzichtig zijn van
eerst wel bruin gesmoord te zijn, om de
wilde wijs te maken!...
Om verder over de zake te spreken laat
ons booren wat een missionaris van den
Congo,pater Augouard,over de zeden van
het land vertelt
Men eet er gcwonelijk maar gemeene
kost, schrijft hij. en de koks van aldaar
verschieten er niet in van slangen,
vleermuizen, krekels,ratten en ander wild
met eene gepeperde sauce gereed te ma
ken. De foursetten worden alleenelijk ge
bruikt om...."t hair der vrouwen te om
strengelen.
Als ge de zwarten wilt gelooven het
vleesch van alle dieren is onedelmen-
schenvleesch alleen is edel voedsel! Dat
is vleesch dat zijnen namen verdietitl zeg
gen zij, en ze eten ervan met peper en
zout, buikske-sla-mij bij!
De ongelukkige slaven die moeten ge
slacht worden, maken daar weinig lawijt
in en men vertelt dat zulk een die reeds
gebonden was en gereed om te sterven,
niet min nieuwsgierig was als T overige
van 't volk van een witten man te zien
voorden eersten keer van zijn leven.
In de streek Oubanghi, zijn er weinig
slaven, omdat men ze, zoohaast gekocht,
opeet. Er is maar uitstel voor de mage-
ren!
In oorlogstijd worden de gevangenen
Dc weg, welken men volgde, slingerde door
groene velden, vruchtbaar gemaakt door kristal
heldere bergwateren, terwijl dc kruinen
list gebergte, met hunne sombere, naakte rot
sen, den naam van Monts Noirs volkomen recht-
veerdigden. Hier cn daar, half verdoken tusschcn
eclderige olijfplanten en muilpccrboomen, rees
ofwel een boerenhof, ofwel de dikke met schiet
gaten doorboorde muren der woning van eenen
landedelman op, die den lieer van Roquemar
voor hunnen meester of leenheer erkenden,
talrijk den stoel te gemoet liepen, om den heer
hunne hulde te hrciigco. De blikken, die zij op
dc gevangenen wierpen, bctcekcndcn niets vrien
delijks, maar toonden ten minste den wilden haat
niet, welke in de oogen der Aibigers van liet kamp
flikkerde.
Eindelijk, drie uren na het vertrek, rezen de
tinnen cn wallen van het kasteel van Roqucmai
op de kruin van eenen alleenstaanden heuvel,
wiens rotsachtige hellingen langs alle kanten
steil afvielen. De vesting vormde een lang, uil-
gestrekt, onregelmatig vierkant, waarvan dc ge
kantccldc muren cn dc wijduitgestrekte gehouwen
aan de door hoogc, en in liet midden van de
lange zijden, door leegcrc vooruitspringende torens
versterkt waren. Ken hooge wachttoren rees in het
midden van dc burcht, de groelc ingangpoor
was insgelijks door twee zware lorens beschermd-
Slechts cenc enkele rotsgraat bood eenen steilen
naar liet kasteel, en dien had dc uitgezoehtc
krijgskunst van het tijdvak aan weerskanten
n.et stevige wallen voorzien. Dwars over den weg
op afstand van omtrent twaalf voeten van malkan
der, waren vijfvocldikke muren met kanteclen ge
bouwd tot in het midden van zijne breedte en
beurtelings rechts en links geplaatst, zoodat de
pcerden slechts moeilijk tot het kasteel konden
opstijgen. Had de vijand nu dien weg, in geval
van aauvai nog overal met ijzeren traliën afge4
sloten, overmeesterd, zoo kon eene valbrug voor
de groote poorten opgetrokken worden, en eene
diepte van vijftien voet cn even zoo breed gaapte
voor de aanvallers tusschen dc twee muren van
den veroverden weg, cn dan eerst kon het be
leg goed beginnen tegen de hoogc torens en wallen
van het kasteel.
Amaury kon ccn gevoel van ontsteltenis niet be
dwingen, toen zijn paard met moeite den steilen
weg opklom, want burchten gelijk dio, welke voor
hem lag, waren tc dien tijde oninneemhaar, indien
zij van voorraad voorzien, en door een voldoende
garnizoen verdedigd waren.
(Wordt voortgezet.)