NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
Zondag 30 November 1890,
10 centiemen per nummer
43s# Jaar N. 2318.
ABONNEMENTPRIJS
A VYOATE.YPUIJS
Politiek overzicht.
Na honderd jaren.
DE ALBIGENZER
De Tabak.
Redevoei'iiig van M. Woesle.
DE DENDER-BODE.
Jil nlad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag De prijs ervan is 6 frank 's jaars
tr. 3,28 voor res maanden fr. f,75 vos..' drij maanden, voorop te betalen.
De inschrijving eindigt met 3f December.
Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTË-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat,
N"3f, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr. f,00 Vonnissen op
3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Calque Haam.
AELST, 29 NOVEMBER 1890
Conferentie der pruisische bisschoppen
Te Keulen wordt heden eene confe
rentie van pruisische bisschoppen ge
houden. Volgens de Germania schijnt
dit in verband te s'.aan met het regee-
ringsontwerp der schoolwet.
Het ontwerp komt bij het huis van af-
geveerdigden spoedig in behandeling.
Nadat er dinsdag was besloten, het ont
werp betreffende de succesiersrechten
evenais het plan voor eene inkomstenbe
lasting aan eene kommissie te verzenden
heeft de voorzitter meêgedeeld, dat de
opening van het debat over de school
wet zal worden voorafgegaan door een
vrijeo dat;, ten einde voor de partijen
gelegenheid ie laten lot nadere voorloo-
pige overwegingen.
Ierland. Gladstone contra Parnell.
De groote politieke gebeurtenis van
den dag is wel zonder twijfel de weige
ring van M. Parnell om af zien van de
leiding der iersche partij en het be
sluit, door M. Gladstone genomen om
met de Ieren af te breken, indien M. Par
nell zich niet verwijdert
De scheuring tusschen lerer. en Glads-
tonianen is dus om zoo te zeggen, een
voltrokken feit.
Zoolang Parnell besluiteloos bleef, of
hij de leiding der iersche partij in het
parlement ?ou behouden of neerleggen,
kon de breuk vermeden worden, maar
nude nationalisten Parnell als hunnen
aanvoerder herkozen en Parnell het lea
derschap aanveerdde, maken de bladen
eenen brief van M. Gladstorme aan
M. John Morley openbaar, waarin de
eerstgenoemde verklaart te moeten spre
ken nu zijne dubbele verwachting, dat
Parnell de zaak zou ophelderen ol zich
terugtrekken, niet beantwoord is.
Gladstone zet onverborgen uiteen dat
het aanblijven van Parnell voor de iersche
zaak de verderfelijkste gevolgen hebben kan,
ondanks de uitnemende diensten door
Parnell den lande bewezen.
Diens aanblijven zou vele warme en-
gelsche vrienden van Ierland in verle
genheid brengen en Gladstone's leiding
der liberale partij, gegrond op de bevor
dering van Ierland's zelfstandigheid bij
kans verijdelen.
In een niet openbaar gemaakt post
scriptum voegde Gladstone hieraan toe
dat, mocht Parnell aanblijven, hij (Glad
stone) zich genoopt zou zien zijne eigene
positie te overwegen alsdan immers
ware het Home-Rule-propramma onuit
voerbaar.
Men ziet het, het is een sia quia non
Blijlt Parnell aan het roer, dan treedt
Gladstone af. Tusschen wie zullen de
Ieren kiezen
Onnoodig er bij te voegen dat in de li
berale rangen de grootste opgewonden
heid heerscht tegen M. Parnell, die door
zijn hardnekkig besluit het Home-Rule in
gevaar brengt, indien het niet reeds red
deloos is verloren.
Men zag het aan de ministerieelen in
het Lagerhuis, dinsdag bij de opening
van den zittijd. Zij drukten luid hunne
vreugde uit over den toestand. De scheu
ring tusschen Gladstonianen en Ieren is
immers voor hen bijna eene zekerheid
dat zij aan hei bewind zullen blijven
De Home-Rule gezinde en gelsche dag
bladen vallen Parnell hevig aan. De
Chronicle noemt hem eenen eerloozen
ikzuchtige en hei hoofdartikel van de
Pall Mall Gazette is getiteld Is hij
zinneloos
De Dailly News is ten zeerste neerge
slagen door de verblinding der Ieren, die
niet zien dat zij al het gewonnen terrein
verliezen, door Parnell te behouden. De
dankbaarheid moet niet gaan tot d-f zelf
moord, want het is de zelfmoord vaneen
geheel volk dal gepleegd wordt.
Het katholiek kongres heeft te Nantes
zijne eerste algemeene vergadering ge
houden onder voorzitterschap van Mgr
den bisschop van Nantes.
Mgr de Hulst kondigde aan dat 't ka
tholiek wetenschappelijk congres, voor
doel hebbende te bewijzen dat de weten
schap, verre van ongunstig te zijn aan
de godsdienstige denkbeelden dez.e
integendeel voorthelpt, zal gehouden
worden op 1 April 1891.
Talrijke geleerden uit Oostenrijk,
Duitschland en Amerika hebben hunne
bijtreding beloofd.
Het katholiek Kongres heeft later in
den dag over de werkmanskwestie ge
handeld. Op de a'gemeene vergadering
waren 1800 personen.
Op T einde der vorige eeuw zuchtte ons
land onder de dwinglandij der Fransche
Sansculotten; deze hadden al de beslaan
de gebruiken en overleveringen door ge
weld pogen omver te werpen de taal,
de godsdienst, de oude tijdrekening, alles
werd verboden, onder bedreiging met
zware straffen.
De Walen van Luik hadden ootmoedig
verzocht dat hun land aan Frankrijk zou
gehecht worden en zij hadden de woeste
jenden der Republiek als verlossers ont
haald en toegejuicht. Doch in het
Vlaamsch gedeelte onzes lands was het
anders gesteld. Zulks werd onder ande
ren bewezen door het verhaal van eenen
fransehman, den lieer Harbault-Royer,
die in 1799 de departementen van hel
Noorden, de Schelde en de Leie, of de
henendaagsche provinciën Henegouw en
de beide Vlaanderen doorliep zijne
getuigenis is voorzeker wel onpartijdig.
In deze stad (Meenen) schreef hij
begint men niets anders dan Vlaamsch
meer te spreken, of eerder men praalt er
Verhaal uit de XIII* eeuw,
door H. W. FRANK.
9e vervolg.
Roger 1
Laat mij eindigen. Gij kent de beweeglijke
en hertstochtige inborst van de Provencalcn niet.
ik leef nu veertig jaren in hun midden en weet
er van te spreken. De baron handelt in oen
oogenblik van epwelling van dankbaarheid. Laat
dit gevoelen vcrkoeh n, en rijn haat, zijne wraak
zal hem weer in het geheugen komen. Gij hebt
vijanden. Aymard heeft u eenen dreigenden blik
toegeworpen, toen bij nevens u Elvira zitten zag.
Den meester hebt gij bloedig beleedigd, en vergeet
niet dat gij de gevangene van dezen rijt. Moest
de baron uw geslacht kennen, voorzeker zou er
niets u tegen zijne woede beschutten. Hier is de
geslachtshaat tc groot, hij heeft den dood van zij
nen broeder te wreken, en zijn woedende eed op
de marktplaats U Albi toont door zijue onbezou-
meê dat men geen Franschmeer spreekt
het Vlaamsch is de taal des volks, en 't
in het Vlaamsch dat al de opschriften
vermeld staan.
De Vlamingen zijn nog al openhartig
onder hen, maar zeer terughoudend in 't
openbaar. De Vlaming is herken nel ijk
aan zijn stilzwijgen, achierhoudend, on
verschillig voorkomen. Bij een ernstig
volk, en wiens ernst hel zinnebeeld der
wijsheid en der overweging schijnt te
zijn, maakt de levendigheid van den
fransehman tegenstellig uit,di" aanstonds
zijne onbekwaamheid en
zijne L»elaclieli jUliecIen
bloot legt het is zeer gemakkelijk
met den eersten oogslag op te merken dat
de Fransche jonkheid onwetend en slecht
opgevoed is, niettegenstaande haren laat
dunkenden en stout beslissenden toon....
De oproeren die in BeLië plaats
hebben, hebben bewezen dat de Belgen
zich slechts met moeite plooiden naar de
wetten van eon volk (het Fransche) zoo
veranderlijk en wispelturig in zijne wet
geving en kleederdrachten.
Het volk van IJper is zeer godvruch -
tig; zijne gevoelens zijn onder dit opzicht
niet veranderd. Men hoorde niets dan
verwenschingen tegen de Franschen, die
in alle plaatsen de aulaars verbrijzeld, de
schilderijen weggenomen en zich op zoo
goddelooze en gewelddadige wijze gedra
gen hadden..,
Wat stof lol overdenking geven ons
nu, bijna eene eeuw laier, de gezegden
van dien Franschen schrijver? De karak
ters van den Vlaming en van den franseh
man, zoo juist door den heer Barbault
afgeschilderd, zijn dezelfde gebleven
doch het valt ook ook niet te ontkennen
iiat een groot getal Vlamingen, door de
Vlamingen, door de taal en de zeden der
Franschen aan te nemen, zich ook hoo-
?eraangeduide gebreken dezer laatste»
lebben eigen gemaakt. Hoevele van die
verbasterde Vlamingen, die de Fransche
manieren willen nabootsen, leggen daar
door hunne onbekwaamheid en belachelijk
heden bloot En de verfranschte jonkheid,
kan men van haar, even als in 1799, niet
zeggen dat zij onwetend en slechi opgevoed
is, dat zij eenen laatdunkenden en stout
beslissenden toon aanslaat, om onder dit
oppervlakkig glimmend vernis haar ge
mis aan dergelijke kennissen te verber
gen
Nog eene andere toenadering van den
huidigen toestand met die van 1799 is
deze onder de Fransche overheersching
werden de onafhankelijkheid en de gods
dienstvrijheid onzes lands door het
Vlaamsche volk,door deboeren verdedigd.
Geen adelijke naam klonk in den
Boerenkrijg, geen man van aanzien streed
in de gelederen dezer dapperen. En geen
wonder S Immers de hooge adel, als de
hertonen van Arenberg en van Ursel, de
prinsen de Ligne, en zoovele anderen,
werden door fransche leermeesters opge-
g voed de geletterde standen, vooral de
jonge rechtsgeleerden vergaapten zich in
de winderige sociale en politieke stelsels
ncniieid zelfs, hoe verterend de haat is, welke hem
verslindt, en hoe schrikkelijk de uitbarsting ervan
zal zijn.
Amaury antwoordde niets en staarde onbeweeg
lijk door het venster.
Ik zoude u moeten laken, ging Roger voort,
dat gij uw ridderwoord verpand hebt. Nu zijt gij
strenger gevangen gehouden dan m den diepstcn
kerker van den toren. Doch, dol is nu te laat.
Peis wel na, en sla alle onbezonnen grillen uit he*
hoofd. Ik gu in den hof aan mijne verstijfde lede
maten wat beweging geven.
Roger verliet de kamer met zware stappen, en
de jongeling bleef alleen. De gedachtenis van dezen
vlogen nu naar het vaderlijke huis terug, naar
rijnen grijzen vader, zijne tccdere moeder, welke
hem roet sidderende hand de wapens toegereikt
had, toen hij voor zijne noodlottige jacht vertrok
Hij dacht op hun g' jammer, en zijne oogen, welke
voor den dood niet geschroomd hadden, glansden
vochtig en weemoedig staarde hij in de blauwe
lucht, waar juist een arend in statice vlucht over
de kruinen van de bergen zweefde. Zijn peest riep
hem altijd Elvira in aandenkeu. Onrustig sprong
hij op en opende eene sierlijke wandkas. Een
nuscript in goudversierden inband lag voor hem.
liet waren sir ven ten van provencaalsche trouha
I dours. Amaury greep den bock gretig vast en was
der fransche philosophische school, en
wisten niets te vertellen dan van J. J.
Rousseau, Voltaire, d'Alembert en
Diderot.
Aan het hof der aartshertogelijke
landvoogden te Brussel was alles fransch
in taal, loon en hofhouding Gelukkig
bleef de massa der natie bevrijd voor de
besmetting. In Vlaanderen en Brabant
(waarvan Antwerpen deelmaakie) was de
moedertaal een ondoordringbare dam.
In het land van Luik echter, een at
hankelijk gewest,onder het bestuur zijner
bisschoppen, was het anders gesteld de
partij van Frankrijk behield er de over
hand. Men stak reik hal'.end de hoofden
over de grenzen naar Frankrijk uit men
hijgde naar den oogenblik om den prins
bisschop te verjagen en de stad, met het
land van Luik, den vreemdeling aan te
bieden
Ook in het fransche leger dat, kort
na de oorlogsverklaring, naar België
afzakte, was het Belgische legioen, strij
dende in voorste gelederen, vooral sa
mengesteld uit Luikerwalen. Zie De
Troebele Tijd, door Lod. Mathot).
Thans hebben wij het geluk, niet meer
onder het dwangjuk van het vrijheidha
tende Frankrijk te liggen maar dit land
heeft in België eenen zedelijken invloed
bekomen, gelijk het dien vroegertijds
door hel geweld der wapenen nooit heelt
kunnen verkrijgen. Niet alleen zijn ons
hol, de hooge adel, een groot gedeelte
onzer geletterde standen en vooral onze
rechtsgeleerden fransch in taal toon en
zeden, maat'wal erger is, hun voorbeeld
heeft nadeelig gewerkt op de bemiddelde
klassen en de burgerij, waarvan vele
lieden uil praal- en navolgingszucht de
besmettelijke doenwijze van de hoogere
standen hebben aangenomen.
Doch nog meer onbegrijpelijk is het,
dat er nog zoovele leden der geestelijk
heid gevonden worden, welke vergetende
dat de Vlamingen, onder het fransch
schrikbewind, hun bloed voor het behoud
van den godsdienst vergoten hebben, er
nu nog de trouwste voorstanders van
zijn, de verfranschiiig van ons onderwijs
en dus ook van bet familieleven in de
hand werken welke de Vlamingen, nu
deze ook verongelijkt ei. miskend wor
den in 's lands besturen, aan hun lol
overlaten en met de verfranschte grooten
en machtige heulen. Voor dezen heb
ben de lessen der geschiedenis geene be-
teekenen. Doch, zullen zij het zich niet
beklagen als het te laat zal zijn. als de
Fransche zeden en het Franschgezind so
cialism bij het volk het nodsdieustgevoel
zullen uitgedoofd hebben 1
Het Recht.
Andermaal heeft de geleerde tegenstre
ver op den tabak de pen in de hand ge
nomen en naar zijn gedacht triomfante
lijk geantwoord op alles wat vroeger
over den tabak gezegd was.
weldra verslonden in de avonturen der varende
ridders en de lofspraken hunner minne.
De avond begon reeds tc vallen en Roger wan
delde nog altijd in den kleinen, maar kunstig be
werkten hof. Moede zat hij eindelijk neder op
eene bank, verdoken door hooge lauwrierstrunken
toen zijne aandacht opgewekt werd door een zacht
gefluister. Dit gerucht scheen uit eenen hoek
van den hof voort te komen. Roger had weinig
neiging om den rol van bespieder tc spelen,
dit belette nochtans niet dat liet zijne nieuwsgie
righeid levendig prikkelde. Eenigcn tijd bood Idj
tegenstand. Hij stond op, richtte zich tol een
klein vensterke en hoorde een gesprek in de
volkstaal van Piëmont, welke Roger op zijne krijgs
tochten aangeleerd had. Ongelukkig scheen het
gesprek reeds ver gevorderd.
Dus, Martha, ik mag op nwc medewer
king rekfnen, vroeg eene onderdrukte mannen
stem.
Ten volle, eerwecrdighcid. Aan den dood
van mijne kinderen en hun vader, meen ik ieder
vijandig leven verschuldigd te zijn,
Morgen zal steeds uw werk beginnen.
Morgen 1
Wat vergt ge voor uwe belooning
Niets, de wraak is zoet.
Roger luisterde met ingehouden adem, toen
In het nummer van 23 October laatsle-
den had ik mij zoo wat tusschen voor
staander en tegenstrever gehouden en
dit ga ik nog doen.
Ik zal geen van beide hunne woorden
aanhalen alleenlijk ga ik voort over
mijn gezegde van dan, te weten dat de
wet hatelijk is omdat zij bijzonderlijk den
armen werkman treft ten tweede, dat
ik kan gelooven dat de planter in het
groot voordeel uit de belastingen trekt.
Ziehier waarom de wet is hatelijk om
dat zij bijzonderlijk den armen werkman
treft. Een planter in het groot kan de
belasting betalen die op den tabak drukt
als zijne vrucht niet mislukt, daar de wet
toelaat die belasting te betalen in de len
te daaropvolgende zoo kan hij gemakke
lijk zijnen tabak reeds verkocht hebben
en met het tabaksgeld zijne lasten betalen.
Een gegoede boer kan wel uit zijne kas
een vijffrankstuk of twee nemen om zijn
pijpken naar welbehagen tekunnen doen.
Maar voor den armen werkman voorna
melijk is zij hatelijk verbeeld u een
huisgezin van vader, moeder, twee, drij
zoons van 16, IS, 14jarenensoms nog jon
gere kinderen, welke zelfs hun huisje
moeien huren, zoo zijn er veel op den
builen verbeeld u dien werkman, die
eenen ganschen dag, eene gansche week
geslaald heeft van 's morgends tot 's
avonds, die den zondag bij zijne vrouw
overbrengt, zonder een glas bier of een
drupp' Iken te drinken, daar er zelfs nog
tekort is voor vrouw en kinderen heeft
die werkman geld voor belastingen
Heeft dien werkman geld om, na zijnen
opbrengst opgesmoord le hebben pakjes
tabak te koopen in den winkel, die dan
nog nadeelig is voor zijne gezondheid
want,weet het wel,er is meer vervalschte
waar in dan echte.
Gij kunt gemakkelijk begrijpen, lieve
lezer, dat dezen werkman wiens oudste
zoon reeds rooker is, niet genoeg hééft
om een jaar te rooken. Is het lot van den
wer kman niet al droef genoeg, dat men
hem zijn geliefkoosd pijpje nog moet ont
trekken en zulke huizen treft men
overal aan.
Wat dunkt u lieve lezer is de wet hate
lijk of niet. Gij achtbare tegenstrever der
belastingen vraagt mij u te willen toonen
hoe de planter in het groot voordeel uit
de belastingen trekken zulks is naar
mijn gedacht niet moeielijk. Ter oorzake
der belastingen zijn er vele huisgezinnen,
die maar voor de helft van het jaar tabak
hebbendaar een weldenkende man
die ongezonde papieren pakjes niet koo
pen wil, zoo is hij verplicht zich bij den
grooten tabakplanter te begeven om
zijnen aankoop te doen waardoor de
prijs spoedig stijgt. Hoevelen zijn er niet
die, vooraleer de winter is verstreken,
verplicht zijn naar Geeraardsbergen of
Appelterre te gaan om daar wal voor
raad te koopen,
Is het dus te verwonderen dat de
tabak daardoor in waarde stijgt? Ik ge
loof dat ge mij zeer licht zult begrijpen
achtbare schrijver.
eene deur plotselings nevens hem openging. Tot
zijn geluk verborg zij hem. Roger herkende den
diaak, die aldus mompelde
Wee u, jongeling, het is gevaarlijk de vriend
van Elvira te zijn.
De dienaar, welke den drift van den diaak
voor de jonkvrouw niet kende, noch veronder
stellen kon, zocht le vergeefs den uitleg van deze
woorden. Dat Aymard Amaury haatte, wist hij.
Maar waarom kwam de oude vrouw Martha zich
met deze wraak bemoeien f Dit verontrustte
Roger.
Het zal misschien de voedstermoeder van
den baron zijn, dacht bij, cn de oude kettersrhe
zal het godvruchtig peinzen van zooveel kriste
nen mogelijk op te offeren aan de wraak voor
hare gesneuvelde kinderen.
Beide veronderstellingen waren juist.
IV.
DE HERAUT.
Des anderendaags had er een aangenaam
schouwspel op den hurchlkocr plaats. De baron
wilde een ridderlijk feest aan zijne gasten bieden,
en de zorgvuldig met zand elfen gemaakte
plaats moest voor een steekspel dienen. De baron
Ziehier een klein cijferbewijs. Voor de
wet was den prijs van den tabak op de
markt te Geeraardsbergen van 40 tot
SO fr. de 100 pond en nu, raad eens
van 60 tot 70 fr. Zoudt gij mij nu kun
nen bewijzen dat de tabakswet daarvan
de oorzaak niet is, trekt daarvan nu het
geld af dat zij aan de lasten moeten ge
ven hun voordeel zal klein zijn, doch de
winst zal altijd het cijfer van het lastgeld
overtreffen.
De wet is dus een profijt voor Jden
planter in 't groot maar nadeelig voor
den planter in 't klein en voornamelijk
voor den armen werkman.
K..., A. V. D.S.
Herziening der art. 47,53 en55
der Grondwet.
Zitting van 17 November.
Dë heer Woeste. De Kamer heeft
de verklaringen gehoord, die mijn acht
baren vriend de heer Nothomb heeft af-
3gd. Zij komen overeen met zijne
vroegere houding in zake van kieshervor-
ming, houding welke wij altijd geërbie-
digd hebben. Wij eerbiedigen ze nog,
maar duen tevens uitschijnen dat zijne
denkbeelden daarover altijd eene uitzon
dering zijn gebleven op onze banken.
De heer Nothomb. Ja, maar niet ia
'tland
De heer Woeste. Het land heeft
over die zaak verschillende keeren uit
spraak gedaan, en altijd ondersteunde
het de meerderheid in den zin van 't be
houd onzer grondwet.
De reden van beslaan der behoudende
partij steunt volgens mij op de gehecht
heid aan den Koning, aan 't beslaande
parlementair stelsel, aan de openbare
provinciale en gemeentevrijheden, aan de
onafhankf -jkheid der machten.
Dat pr >?amma bevat ook het bestu-
deeren ;r maatschappelijke vraagstuk
ken, waarin de behoudende partij steeds
eene groote belangstelling heeft getoond,
't Is dat programma hetwelk hare kracht
heelt uitgemaakt 1 Altijd, na de stormen
die nu en dan de liberale partij hebben
aan -t bewind gebracht, is het land tot
ons teruggekomen.
Terecht beschouwt het land ons als
eene par tij van orde en stevigheid, tevens
gehecht aan de uitbreiding der openbare
vrijheden.
Door lot hiertoe de in-overweging-ne
ming te verwerpen, heeft de rechter
zijde willen aantoonen dat zij niet wilde
dat men aan hel palladium, het heiligdom
der openbare vrijheden raakte,
't Zou kunnen schijnen dat die houding
der rechterzijde in 't verledene, nog
heden hare houding zou moeten wezen
doch men zegt ons dut er in 't land eene
beweging ten voordeele der herziening
van de Grondwet bestaat.
met Elvira waren op den eersten rang geplaatst,
achter hen bevond zich Amaury, die van tijd
tot tjjd een vertrouwelijk woord met de jonk
vrouw wisselde. Aandachtig volgden alle oogen
het belangrijk tooneel. De strijd had plaats me'
hcusche wapens, het was verboden anders dan
het schild of het borstpantscr van den vjjand te
raken.
De eer van den dag was gnnsch voor een der
magen van den baron, een sterkgespierden rid
der op een prachtig sliigros gezeten en met be-
wonderenswecrtlige behendigheid en koenheid
peerd cn lans bestierende. Zijne makkers, cn
twee ridders welke nog in den avond naar
het kasteel gekomen waren, hadden voor hem
moeten zwichten. De baron zocht vruchteloos
iemand, die den overwinnaar zou kunnen be
vechten. Hg bemerkte Amaury.
Mijn jonge vriend, zegde hij hem, lust het u
niet eene lans te breken
Amaury bezag Elvira. De oogslag van de jonk
vrouw deed hem verstaan dat zij wcnschte dat hij
in het strijdperk trad.
Mcssire, antwoordde Amaury, ik ben zonder
wapens naar hier gekomen.
Goed, men zal u eene rusting bren
gen.
Het gevraagde was onmiddellijk ter plaatse.
Een schoon, geharnast peerd werd uit de stallin
gen gebracht, cn weldra zat Amaury gewapend
in den zadel. Een gemurmel van goedkeuring iiep
door de rijen der aanwezige krijgslieden, bij het
zien der slanke gestalte van den jongeling. Met
alle gemak deed hij zijn paard keeren. Hij groette
het paviljoen waar de baron zich bevond, en
hield zich gereed tot den aanval. Met een woe
dend geweld stieten de ridders op malkander,
Amaury bad naar het wapenschild van zijnen
tegenstrever gemikt, en trof den ruiter zoo sterk
dat deze den linker steibeugel verloor, pgzelfhad
de stompe lans vol in dc borst ontvangen. Luid
handgeklop beloonde de treffende daad, maar de
zege was niet beslist, cn dc ridders, de omsiaau-
ders met gezonken lans groetende, redan terug
naar dc palen, waar dc scbildkna|«n hun nieuwe
lansen mocsteD overhandigen.
Nog eens klonken de trompetten, nadat men
van paard verwisseld had. De eene ridder was
niet gelukkig geweest in den keus van zijn paard.
Het ontembare beest steigerde in hel begin, zoo
dat de macht vau zijnen loop gebroken was. De
jongeling wilde van deze omstandigheid geen ge
bruik maken en ontving den stoot van z(jnen te
genstrever met opgeheven lans. Deze hoffelijkheid
verwierf hem nogmaals begeeilerende toejuiehin-
(tn,
i (Wordt voortgezat.