NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. Zondag 30 November 1890, 10 centiemen per nummer 43s# Jaar N. 2318. ABONNEMENTPRIJS A VYOATE.YPUIJS Politiek overzicht. Na honderd jaren. DE ALBIGENZER De Tabak. Redevoei'iiig van M. Woesle. DE DENDER-BODE. Jil nlad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag De prijs ervan is 6 frank 's jaars tr. 3,28 voor res maanden fr. f,75 vos..' drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 3f December. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTË-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat, N"3f, nabij de Groote Markt, en in alle Postkantoren des lands. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr. f,00 Vonnissen op 3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Calque Haam. AELST, 29 NOVEMBER 1890 Conferentie der pruisische bisschoppen Te Keulen wordt heden eene confe rentie van pruisische bisschoppen ge houden. Volgens de Germania schijnt dit in verband te s'.aan met het regee- ringsontwerp der schoolwet. Het ontwerp komt bij het huis van af- geveerdigden spoedig in behandeling. Nadat er dinsdag was besloten, het ont werp betreffende de succesiersrechten evenais het plan voor eene inkomstenbe lasting aan eene kommissie te verzenden heeft de voorzitter meêgedeeld, dat de opening van het debat over de school wet zal worden voorafgegaan door een vrijeo dat;, ten einde voor de partijen gelegenheid ie laten lot nadere voorloo- pige overwegingen. Ierland. Gladstone contra Parnell. De groote politieke gebeurtenis van den dag is wel zonder twijfel de weige ring van M. Parnell om af zien van de leiding der iersche partij en het be sluit, door M. Gladstone genomen om met de Ieren af te breken, indien M. Par nell zich niet verwijdert De scheuring tusschen lerer. en Glads- tonianen is dus om zoo te zeggen, een voltrokken feit. Zoolang Parnell besluiteloos bleef, of hij de leiding der iersche partij in het parlement ?ou behouden of neerleggen, kon de breuk vermeden worden, maar nude nationalisten Parnell als hunnen aanvoerder herkozen en Parnell het lea derschap aanveerdde, maken de bladen eenen brief van M. Gladstorme aan M. John Morley openbaar, waarin de eerstgenoemde verklaart te moeten spre ken nu zijne dubbele verwachting, dat Parnell de zaak zou ophelderen ol zich terugtrekken, niet beantwoord is. Gladstone zet onverborgen uiteen dat het aanblijven van Parnell voor de iersche zaak de verderfelijkste gevolgen hebben kan, ondanks de uitnemende diensten door Parnell den lande bewezen. Diens aanblijven zou vele warme en- gelsche vrienden van Ierland in verle genheid brengen en Gladstone's leiding der liberale partij, gegrond op de bevor dering van Ierland's zelfstandigheid bij kans verijdelen. In een niet openbaar gemaakt post scriptum voegde Gladstone hieraan toe dat, mocht Parnell aanblijven, hij (Glad stone) zich genoopt zou zien zijne eigene positie te overwegen alsdan immers ware het Home-Rule-propramma onuit voerbaar. Men ziet het, het is een sia quia non Blijlt Parnell aan het roer, dan treedt Gladstone af. Tusschen wie zullen de Ieren kiezen Onnoodig er bij te voegen dat in de li berale rangen de grootste opgewonden heid heerscht tegen M. Parnell, die door zijn hardnekkig besluit het Home-Rule in gevaar brengt, indien het niet reeds red deloos is verloren. Men zag het aan de ministerieelen in het Lagerhuis, dinsdag bij de opening van den zittijd. Zij drukten luid hunne vreugde uit over den toestand. De scheu ring tusschen Gladstonianen en Ieren is immers voor hen bijna eene zekerheid dat zij aan hei bewind zullen blijven De Home-Rule gezinde en gelsche dag bladen vallen Parnell hevig aan. De Chronicle noemt hem eenen eerloozen ikzuchtige en hei hoofdartikel van de Pall Mall Gazette is getiteld Is hij zinneloos De Dailly News is ten zeerste neerge slagen door de verblinding der Ieren, die niet zien dat zij al het gewonnen terrein verliezen, door Parnell te behouden. De dankbaarheid moet niet gaan tot d-f zelf moord, want het is de zelfmoord vaneen geheel volk dal gepleegd wordt. Het katholiek kongres heeft te Nantes zijne eerste algemeene vergadering ge houden onder voorzitterschap van Mgr den bisschop van Nantes. Mgr de Hulst kondigde aan dat 't ka tholiek wetenschappelijk congres, voor doel hebbende te bewijzen dat de weten schap, verre van ongunstig te zijn aan de godsdienstige denkbeelden dez.e integendeel voorthelpt, zal gehouden worden op 1 April 1891. Talrijke geleerden uit Oostenrijk, Duitschland en Amerika hebben hunne bijtreding beloofd. Het katholiek Kongres heeft later in den dag over de werkmanskwestie ge handeld. Op de a'gemeene vergadering waren 1800 personen. Op T einde der vorige eeuw zuchtte ons land onder de dwinglandij der Fransche Sansculotten; deze hadden al de beslaan de gebruiken en overleveringen door ge weld pogen omver te werpen de taal, de godsdienst, de oude tijdrekening, alles werd verboden, onder bedreiging met zware straffen. De Walen van Luik hadden ootmoedig verzocht dat hun land aan Frankrijk zou gehecht worden en zij hadden de woeste jenden der Republiek als verlossers ont haald en toegejuicht. Doch in het Vlaamsch gedeelte onzes lands was het anders gesteld. Zulks werd onder ande ren bewezen door het verhaal van eenen fransehman, den lieer Harbault-Royer, die in 1799 de departementen van hel Noorden, de Schelde en de Leie, of de henendaagsche provinciën Henegouw en de beide Vlaanderen doorliep zijne getuigenis is voorzeker wel onpartijdig. In deze stad (Meenen) schreef hij begint men niets anders dan Vlaamsch meer te spreken, of eerder men praalt er Verhaal uit de XIII* eeuw, door H. W. FRANK. 9e vervolg. Roger 1 Laat mij eindigen. Gij kent de beweeglijke en hertstochtige inborst van de Provencalcn niet. ik leef nu veertig jaren in hun midden en weet er van te spreken. De baron handelt in oen oogenblik van epwelling van dankbaarheid. Laat dit gevoelen vcrkoeh n, en rijn haat, zijne wraak zal hem weer in het geheugen komen. Gij hebt vijanden. Aymard heeft u eenen dreigenden blik toegeworpen, toen bij nevens u Elvira zitten zag. Den meester hebt gij bloedig beleedigd, en vergeet niet dat gij de gevangene van dezen rijt. Moest de baron uw geslacht kennen, voorzeker zou er niets u tegen zijne woede beschutten. Hier is de geslachtshaat tc groot, hij heeft den dood van zij nen broeder te wreken, en zijn woedende eed op de marktplaats U Albi toont door zijue onbezou- meê dat men geen Franschmeer spreekt het Vlaamsch is de taal des volks, en 't in het Vlaamsch dat al de opschriften vermeld staan. De Vlamingen zijn nog al openhartig onder hen, maar zeer terughoudend in 't openbaar. De Vlaming is herken nel ijk aan zijn stilzwijgen, achierhoudend, on verschillig voorkomen. Bij een ernstig volk, en wiens ernst hel zinnebeeld der wijsheid en der overweging schijnt te zijn, maakt de levendigheid van den fransehman tegenstellig uit,di" aanstonds zijne onbekwaamheid en zijne L»elaclieli jUliecIen bloot legt het is zeer gemakkelijk met den eersten oogslag op te merken dat de Fransche jonkheid onwetend en slecht opgevoed is, niettegenstaande haren laat dunkenden en stout beslissenden toon.... De oproeren die in BeLië plaats hebben, hebben bewezen dat de Belgen zich slechts met moeite plooiden naar de wetten van eon volk (het Fransche) zoo veranderlijk en wispelturig in zijne wet geving en kleederdrachten. Het volk van IJper is zeer godvruch - tig; zijne gevoelens zijn onder dit opzicht niet veranderd. Men hoorde niets dan verwenschingen tegen de Franschen, die in alle plaatsen de aulaars verbrijzeld, de schilderijen weggenomen en zich op zoo goddelooze en gewelddadige wijze gedra gen hadden.., Wat stof lol overdenking geven ons nu, bijna eene eeuw laier, de gezegden van dien Franschen schrijver? De karak ters van den Vlaming en van den franseh man, zoo juist door den heer Barbault afgeschilderd, zijn dezelfde gebleven doch het valt ook ook niet te ontkennen iiat een groot getal Vlamingen, door de Vlamingen, door de taal en de zeden der Franschen aan te nemen, zich ook hoo- ?eraangeduide gebreken dezer laatste» lebben eigen gemaakt. Hoevele van die verbasterde Vlamingen, die de Fransche manieren willen nabootsen, leggen daar door hunne onbekwaamheid en belachelijk heden bloot En de verfranschte jonkheid, kan men van haar, even als in 1799, niet zeggen dat zij onwetend en slechi opgevoed is, dat zij eenen laatdunkenden en stout beslissenden toon aanslaat, om onder dit oppervlakkig glimmend vernis haar ge mis aan dergelijke kennissen te verber gen Nog eene andere toenadering van den huidigen toestand met die van 1799 is deze onder de Fransche overheersching werden de onafhankelijkheid en de gods dienstvrijheid onzes lands door het Vlaamsche volk,door deboeren verdedigd. Geen adelijke naam klonk in den Boerenkrijg, geen man van aanzien streed in de gelederen dezer dapperen. En geen wonder S Immers de hooge adel, als de hertonen van Arenberg en van Ursel, de prinsen de Ligne, en zoovele anderen, werden door fransche leermeesters opge- g voed de geletterde standen, vooral de jonge rechtsgeleerden vergaapten zich in de winderige sociale en politieke stelsels ncniieid zelfs, hoe verterend de haat is, welke hem verslindt, en hoe schrikkelijk de uitbarsting ervan zal zijn. Amaury antwoordde niets en staarde onbeweeg lijk door het venster. Ik zoude u moeten laken, ging Roger voort, dat gij uw ridderwoord verpand hebt. Nu zijt gij strenger gevangen gehouden dan m den diepstcn kerker van den toren. Doch, dol is nu te laat. Peis wel na, en sla alle onbezonnen grillen uit he* hoofd. Ik gu in den hof aan mijne verstijfde lede maten wat beweging geven. Roger verliet de kamer met zware stappen, en de jongeling bleef alleen. De gedachtenis van dezen vlogen nu naar het vaderlijke huis terug, naar rijnen grijzen vader, zijne tccdere moeder, welke hem roet sidderende hand de wapens toegereikt had, toen hij voor zijne noodlottige jacht vertrok Hij dacht op hun g' jammer, en zijne oogen, welke voor den dood niet geschroomd hadden, glansden vochtig en weemoedig staarde hij in de blauwe lucht, waar juist een arend in statice vlucht over de kruinen van de bergen zweefde. Zijn peest riep hem altijd Elvira in aandenkeu. Onrustig sprong hij op en opende eene sierlijke wandkas. Een nuscript in goudversierden inband lag voor hem. liet waren sir ven ten van provencaalsche trouha I dours. Amaury greep den bock gretig vast en was der fransche philosophische school, en wisten niets te vertellen dan van J. J. Rousseau, Voltaire, d'Alembert en Diderot. Aan het hof der aartshertogelijke landvoogden te Brussel was alles fransch in taal, loon en hofhouding Gelukkig bleef de massa der natie bevrijd voor de besmetting. In Vlaanderen en Brabant (waarvan Antwerpen deelmaakie) was de moedertaal een ondoordringbare dam. In het land van Luik echter, een at hankelijk gewest,onder het bestuur zijner bisschoppen, was het anders gesteld de partij van Frankrijk behield er de over hand. Men stak reik hal'.end de hoofden over de grenzen naar Frankrijk uit men hijgde naar den oogenblik om den prins bisschop te verjagen en de stad, met het land van Luik, den vreemdeling aan te bieden Ook in het fransche leger dat, kort na de oorlogsverklaring, naar België afzakte, was het Belgische legioen, strij dende in voorste gelederen, vooral sa mengesteld uit Luikerwalen. Zie De Troebele Tijd, door Lod. Mathot). Thans hebben wij het geluk, niet meer onder het dwangjuk van het vrijheidha tende Frankrijk te liggen maar dit land heeft in België eenen zedelijken invloed bekomen, gelijk het dien vroegertijds door hel geweld der wapenen nooit heelt kunnen verkrijgen. Niet alleen zijn ons hol, de hooge adel, een groot gedeelte onzer geletterde standen en vooral onze rechtsgeleerden fransch in taal toon en zeden, maat'wal erger is, hun voorbeeld heeft nadeelig gewerkt op de bemiddelde klassen en de burgerij, waarvan vele lieden uil praal- en navolgingszucht de besmettelijke doenwijze van de hoogere standen hebben aangenomen. Doch nog meer onbegrijpelijk is het, dat er nog zoovele leden der geestelijk heid gevonden worden, welke vergetende dat de Vlamingen, onder het fransch schrikbewind, hun bloed voor het behoud van den godsdienst vergoten hebben, er nu nog de trouwste voorstanders van zijn, de verfranschiiig van ons onderwijs en dus ook van bet familieleven in de hand werken welke de Vlamingen, nu deze ook verongelijkt ei. miskend wor den in 's lands besturen, aan hun lol overlaten en met de verfranschte grooten en machtige heulen. Voor dezen heb ben de lessen der geschiedenis geene be- teekenen. Doch, zullen zij het zich niet beklagen als het te laat zal zijn. als de Fransche zeden en het Franschgezind so cialism bij het volk het nodsdieustgevoel zullen uitgedoofd hebben 1 Het Recht. Andermaal heeft de geleerde tegenstre ver op den tabak de pen in de hand ge nomen en naar zijn gedacht triomfante lijk geantwoord op alles wat vroeger over den tabak gezegd was. weldra verslonden in de avonturen der varende ridders en de lofspraken hunner minne. De avond begon reeds tc vallen en Roger wan delde nog altijd in den kleinen, maar kunstig be werkten hof. Moede zat hij eindelijk neder op eene bank, verdoken door hooge lauwrierstrunken toen zijne aandacht opgewekt werd door een zacht gefluister. Dit gerucht scheen uit eenen hoek van den hof voort te komen. Roger had weinig neiging om den rol van bespieder tc spelen, dit belette nochtans niet dat liet zijne nieuwsgie righeid levendig prikkelde. Eenigcn tijd bood Idj tegenstand. Hij stond op, richtte zich tol een klein vensterke en hoorde een gesprek in de volkstaal van Piëmont, welke Roger op zijne krijgs tochten aangeleerd had. Ongelukkig scheen het gesprek reeds ver gevorderd. Dus, Martha, ik mag op nwc medewer king rekfnen, vroeg eene onderdrukte mannen stem. Ten volle, eerwecrdighcid. Aan den dood van mijne kinderen en hun vader, meen ik ieder vijandig leven verschuldigd te zijn, Morgen zal steeds uw werk beginnen. Morgen 1 Wat vergt ge voor uwe belooning Niets, de wraak is zoet. Roger luisterde met ingehouden adem, toen In het nummer van 23 October laatsle- den had ik mij zoo wat tusschen voor staander en tegenstrever gehouden en dit ga ik nog doen. Ik zal geen van beide hunne woorden aanhalen alleenlijk ga ik voort over mijn gezegde van dan, te weten dat de wet hatelijk is omdat zij bijzonderlijk den armen werkman treft ten tweede, dat ik kan gelooven dat de planter in het groot voordeel uit de belastingen trekt. Ziehier waarom de wet is hatelijk om dat zij bijzonderlijk den armen werkman treft. Een planter in het groot kan de belasting betalen die op den tabak drukt als zijne vrucht niet mislukt, daar de wet toelaat die belasting te betalen in de len te daaropvolgende zoo kan hij gemakke lijk zijnen tabak reeds verkocht hebben en met het tabaksgeld zijne lasten betalen. Een gegoede boer kan wel uit zijne kas een vijffrankstuk of twee nemen om zijn pijpken naar welbehagen tekunnen doen. Maar voor den armen werkman voorna melijk is zij hatelijk verbeeld u een huisgezin van vader, moeder, twee, drij zoons van 16, IS, 14jarenensoms nog jon gere kinderen, welke zelfs hun huisje moeien huren, zoo zijn er veel op den builen verbeeld u dien werkman, die eenen ganschen dag, eene gansche week geslaald heeft van 's morgends tot 's avonds, die den zondag bij zijne vrouw overbrengt, zonder een glas bier of een drupp' Iken te drinken, daar er zelfs nog tekort is voor vrouw en kinderen heeft die werkman geld voor belastingen Heeft dien werkman geld om, na zijnen opbrengst opgesmoord le hebben pakjes tabak te koopen in den winkel, die dan nog nadeelig is voor zijne gezondheid want,weet het wel,er is meer vervalschte waar in dan echte. Gij kunt gemakkelijk begrijpen, lieve lezer, dat dezen werkman wiens oudste zoon reeds rooker is, niet genoeg hééft om een jaar te rooken. Is het lot van den wer kman niet al droef genoeg, dat men hem zijn geliefkoosd pijpje nog moet ont trekken en zulke huizen treft men overal aan. Wat dunkt u lieve lezer is de wet hate lijk of niet. Gij achtbare tegenstrever der belastingen vraagt mij u te willen toonen hoe de planter in het groot voordeel uit de belastingen trekken zulks is naar mijn gedacht niet moeielijk. Ter oorzake der belastingen zijn er vele huisgezinnen, die maar voor de helft van het jaar tabak hebbendaar een weldenkende man die ongezonde papieren pakjes niet koo pen wil, zoo is hij verplicht zich bij den grooten tabakplanter te begeven om zijnen aankoop te doen waardoor de prijs spoedig stijgt. Hoevelen zijn er niet die, vooraleer de winter is verstreken, verplicht zijn naar Geeraardsbergen of Appelterre te gaan om daar wal voor raad te koopen, Is het dus te verwonderen dat de tabak daardoor in waarde stijgt? Ik ge loof dat ge mij zeer licht zult begrijpen achtbare schrijver. eene deur plotselings nevens hem openging. Tot zijn geluk verborg zij hem. Roger herkende den diaak, die aldus mompelde Wee u, jongeling, het is gevaarlijk de vriend van Elvira te zijn. De dienaar, welke den drift van den diaak voor de jonkvrouw niet kende, noch veronder stellen kon, zocht le vergeefs den uitleg van deze woorden. Dat Aymard Amaury haatte, wist hij. Maar waarom kwam de oude vrouw Martha zich met deze wraak bemoeien f Dit verontrustte Roger. Het zal misschien de voedstermoeder van den baron zijn, dacht bij, cn de oude kettersrhe zal het godvruchtig peinzen van zooveel kriste nen mogelijk op te offeren aan de wraak voor hare gesneuvelde kinderen. Beide veronderstellingen waren juist. IV. DE HERAUT. Des anderendaags had er een aangenaam schouwspel op den hurchlkocr plaats. De baron wilde een ridderlijk feest aan zijne gasten bieden, en de zorgvuldig met zand elfen gemaakte plaats moest voor een steekspel dienen. De baron Ziehier een klein cijferbewijs. Voor de wet was den prijs van den tabak op de markt te Geeraardsbergen van 40 tot SO fr. de 100 pond en nu, raad eens van 60 tot 70 fr. Zoudt gij mij nu kun nen bewijzen dat de tabakswet daarvan de oorzaak niet is, trekt daarvan nu het geld af dat zij aan de lasten moeten ge ven hun voordeel zal klein zijn, doch de winst zal altijd het cijfer van het lastgeld overtreffen. De wet is dus een profijt voor Jden planter in 't groot maar nadeelig voor den planter in 't klein en voornamelijk voor den armen werkman. K..., A. V. D.S. Herziening der art. 47,53 en55 der Grondwet. Zitting van 17 November. Dë heer Woeste. De Kamer heeft de verklaringen gehoord, die mijn acht baren vriend de heer Nothomb heeft af- 3gd. Zij komen overeen met zijne vroegere houding in zake van kieshervor- ming, houding welke wij altijd geërbie- digd hebben. Wij eerbiedigen ze nog, maar duen tevens uitschijnen dat zijne denkbeelden daarover altijd eene uitzon dering zijn gebleven op onze banken. De heer Nothomb. Ja, maar niet ia 'tland De heer Woeste. Het land heeft over die zaak verschillende keeren uit spraak gedaan, en altijd ondersteunde het de meerderheid in den zin van 't be houd onzer grondwet. De reden van beslaan der behoudende partij steunt volgens mij op de gehecht heid aan den Koning, aan 't beslaande parlementair stelsel, aan de openbare provinciale en gemeentevrijheden, aan de onafhankf -jkheid der machten. Dat pr >?amma bevat ook het bestu- deeren ;r maatschappelijke vraagstuk ken, waarin de behoudende partij steeds eene groote belangstelling heeft getoond, 't Is dat programma hetwelk hare kracht heelt uitgemaakt 1 Altijd, na de stormen die nu en dan de liberale partij hebben aan -t bewind gebracht, is het land tot ons teruggekomen. Terecht beschouwt het land ons als eene par tij van orde en stevigheid, tevens gehecht aan de uitbreiding der openbare vrijheden. Door lot hiertoe de in-overweging-ne ming te verwerpen, heeft de rechter zijde willen aantoonen dat zij niet wilde dat men aan hel palladium, het heiligdom der openbare vrijheden raakte, 't Zou kunnen schijnen dat die houding der rechterzijde in 't verledene, nog heden hare houding zou moeten wezen doch men zegt ons dut er in 't land eene beweging ten voordeele der herziening van de Grondwet bestaat. met Elvira waren op den eersten rang geplaatst, achter hen bevond zich Amaury, die van tijd tot tjjd een vertrouwelijk woord met de jonk vrouw wisselde. Aandachtig volgden alle oogen het belangrijk tooneel. De strijd had plaats me' hcusche wapens, het was verboden anders dan het schild of het borstpantscr van den vjjand te raken. De eer van den dag was gnnsch voor een der magen van den baron, een sterkgespierden rid der op een prachtig sliigros gezeten en met be- wonderenswecrtlige behendigheid en koenheid peerd cn lans bestierende. Zijne makkers, cn twee ridders welke nog in den avond naar het kasteel gekomen waren, hadden voor hem moeten zwichten. De baron zocht vruchteloos iemand, die den overwinnaar zou kunnen be vechten. Hg bemerkte Amaury. Mijn jonge vriend, zegde hij hem, lust het u niet eene lans te breken Amaury bezag Elvira. De oogslag van de jonk vrouw deed hem verstaan dat zij wcnschte dat hij in het strijdperk trad. Mcssire, antwoordde Amaury, ik ben zonder wapens naar hier gekomen. Goed, men zal u eene rusting bren gen. Het gevraagde was onmiddellijk ter plaatse. Een schoon, geharnast peerd werd uit de stallin gen gebracht, cn weldra zat Amaury gewapend in den zadel. Een gemurmel van goedkeuring iiep door de rijen der aanwezige krijgslieden, bij het zien der slanke gestalte van den jongeling. Met alle gemak deed hij zijn paard keeren. Hij groette het paviljoen waar de baron zich bevond, en hield zich gereed tot den aanval. Met een woe dend geweld stieten de ridders op malkander, Amaury bad naar het wapenschild van zijnen tegenstrever gemikt, en trof den ruiter zoo sterk dat deze den linker steibeugel verloor, pgzelfhad de stompe lans vol in dc borst ontvangen. Luid handgeklop beloonde de treffende daad, maar de zege was niet beslist, cn dc ridders, de omsiaau- ders met gezonken lans groetende, redan terug naar dc palen, waar dc scbildkna|«n hun nieuwe lansen mocsteD overhandigen. Nog eens klonken de trompetten, nadat men van paard verwisseld had. De eene ridder was niet gelukkig geweest in den keus van zijn paard. Het ontembare beest steigerde in hel begin, zoo dat de macht vau zijnen loop gebroken was. De jongeling wilde van deze omstandigheid geen ge bruik maken en ontving den stoot van z(jnen te genstrever met opgeheven lans. Deze hoffelijkheid verwierf hem nogmaals begeeilerende toejuiehin- (tn, i (Wordt voortgezat.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1890 | | pagina 1