NIEUVI/S- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
Donderdag I Deeember 1890. 10 centiemen per nummer 45s,e Jaar N° 2519
ABONNEMEIVrPRUS
ANNONt ENPRIJS
Politiek overzicht.
DE ALBIGENZER
Liberaal liedje.
Herziening der Grondwet
DE DENDERBODE.
Jit blad verschijnt den Woensdig en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag De prijs ervan is 6 trank 's jaars
fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen.
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijlt in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat,
N° 31, en in alle Postkantoren des lands.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, Ir. 1,00 Vonnissen op
3« bladzijde 50 centiemen. - Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. -
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond.—De onkosten der kwitantiën door de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Cntqne sunn,
AELST, 5 DECEMBER 1S90
Begrafenis van Koning Willem.
Maandag heefi de overbrenging der stof
felijke overblijfsels van Koning Willem,
van Het Loo naar den Haag plaats ge
had.
De lijkdienst begon zondag avond te
half acht. Nikolaas Beets, Hollands ver
maarde predikant en schitterende star
aan den letterhemel, was uitgenoodigd
om eene korte toespraak te houden bij
het lijk van deti overleden vorst, dat in
de groote audiencezaal van het paleis
geplaatst was.
Op verlangen van H. M. de Koningin-
regentes moest deze plechtigheid een
geheel huiselijk karakter dragen. Daar
om waren van bij zonderen alleen de bur
gemeester van Apeldoorn, de beide
predikanten, de kantonrechter, de be
stuurder van bet post- en lelegraalkan-
toor en de koninklijke notaris uitgenoo
digd daarbij tegenwoordig te zijn. De
andere aanwezigen waren grootwaardig-
heidsbekleeders, heeren van het gevolg
van HH. MM., en van het personeel van
het Loo de oud-gedienden, de vier
oudsten uit den tuin, de stallen het
park, enz.
De lijkdienst was de plechtigheid die
de overbrenging moest voorafgaan.
's Anderendags, den maandag, van in
den vroegen morgend, was het een heen
en weergeloop, een onophoudend ge
wemel van rijke koslumen en krijgsuni-
formen in de straten en dreven van
Apeldoorn cn in den omtrek van Het
Loo.
De huearen in hunne donkerblauwe
uniformen met hunne rooden pluimen
versierde mutsen, schaarden zich ter
wijl de sabels in de zon schitterden, op
hel voorplein. Rond 11 ure dreunde het
eerste kanonschot en begon de muziek
de Marche funèbre van Chopin tempelen.
Eene kompagnie van het 8e regiment
voetvolk was inmiddels opgerukt.
Dan volgde een tweede kompagnie en
daarna weder een eskadron huzaren, die
allen zich op het plein in de ronde scha
ren. Toen begon de uitvaart. Terwijl het
muziek spelen blijft en kanonschoten
gelost worden, rijden de huzaren het
hek uit door het breede pad dat tusschen
de rijen van het hofpersoneel is openge
laten.
Langzaam blazen zij het marchsignaal,
dat in de heldere lucht schettert en boven
het dof getrappel der paarden uitklinkt.
Achtereenvolgens komen nu het voet
volk iu gesloten gelederen, langzaam
voortschrijdend het hek uit. Voor dea
trein gekomen, scharen de huzaren zich
in gelid. Voor hen maakt hel voetvolk
front, eenige oogenblikken later verschij
nen de beveerde grijze hoeden der 12
jachtopzieners en de chako's der 42
onder-officieren die de lijkbaar dragen.
Zij maken halt,het voetvolk presenteert
het geweer en onder hel treurmuziek en
het bijna geluidloos roffelen dei' om-
floersde trommen,zet de stoet zich weder
langzaam in beweging. Achter de baar
volgt de jachtopzieners gedragen tafel, de
met kransen en groen bedekt is.
Vooral trokken aandacht de groote
krans Vereeniging «Nederland en Oranje»
te Berlijn met breede oranjelinten, een
krans uit Bad Wildungen met witte linten
een met zwart zijden linten met bet op
schrift Afstand noch lijd vermindert
liefde en trouw voor Oranje en Neder
land van den hees-- Van Santen en
Frankfurt, en die vari Arii et Amiciim te
Amsterdam met blauwe en witte linten.
Verder liggen op de tafel kransen van
witt<- en rose rozen, witte hyacinten,
immortellen en kb'ine witte chrysanthe
men, groote palmtakken. De krans van de
gemeente Apeldoorn bestaat uil palmen
en rozen. De scherm- en gymnasliekver-
eeniging te Luxemburg zond eenen meta
len krans met porseleinen rozeri.
Met ontbloot hoofd een halven kring
vormend, wachten allen tot dat de baar,
vervolgens de tafel met kransen, in den
wagen gezet is. Het muziek zwijgt. Allen
begaven zich in den trein en deze zet zich
om half twaalf zeer langzaam in bewe
ging.Eene dichte menigte menschen staat
aan weerszijden van den weg geschaard.
Om 3 ure 58 minuten kwam de trein
toe te 's ilage, na aan elke tusschenstaiie
een weinig te hebben stilgehouden om de
overheden der op den weg liggende ge
meenten den tijd te gunnen het lijk huns
vorsten te groeten.
Op het perrou in de statie te 's Hage
bevonden zich de heeren maarschalk van
het Hof en al de personen in dienst der
koningin-regenies.
Voorafgegaan door de van dienst zijnde
kamerheeren en de opper-officieren, als
ook door de voorzitters der rechtbanken,
trok de lijkstoet de statie uit en begaf
zich traagzaam, onder het doffe tromge
roffel en hel geblaas der hoornen naar het
residenciepaleis.
De kist werd gedragen door vier en
twintig onderofficieren van liet leger.
De kist is op eene groote katafalk ge
plaatst geworden die men opgericht heeft
in eene der groote zalen van het paleis.
Het lijk zal er tot donderdag tentoon
gesteld blijven. Eene eerewacht waakt
dag en nacht bij het lijk.
Gedurende de overbrenging van het
lijk van Het Loo, naar 's Hage, hebben de
klokken van alle tempels en kerken niet
•pgehouden te luiden.
De koningin-regentes heeft een bevel
doen aanplakken waarbij zij het volk de
toelating geef', van dijnsdag morgend tot
donderdag avond de rouwkapel te bezoe
ken en zijnen vorst te komen groeten.
De toeloop van het volk naar het resi
denciepaleis is ontzaglijk. Dijnsdag mor
gend beeft men de eerewachten, aan den
ingang a an hel paleis geplaatst, moeten
verdubbelen.
Verhaal uit de XIIIe eeuw.
door H. W. FRANK.
40e vervolg.
Eindelijk, in den derden aanval IrnfAmaury
zijnen vijand, in volle borst. De stoot was met
zulke behendigheid cn met zooveel kracht gege
ven, dat de buikriemen van het paard aan stuk
ken vlopen, en de ruiter achterover in het zand
i 1de. Onmiddellijk snelden de schildknapen toe
en brachten den overwonnene hulp toe. Dezen
brak bloed mond cn neus uit.
Elvira's gelaat straalde van tevredenheid de
baron, zijnen zetel verlatende, ging Amaury
gemoet, wanneer dedinakhem met vlammende
oogeu in den weg trad.
Heer van Roquemar, riep hij met hcesche
stem, gij zijl meester op uw kasteel en mijne taai
mag u wel koen schijnen. Ik zeg dat het schande
is, aan gevangenen, welke de uwe niet zijn, de
wapens in de handen tc geven, bijzonder als deze
gevangenen de bloedige vijanden van ons allen
zijn, dat het schande is, eenen dapperen en ede-
Ik bezit daar in mijne oude papieren
eenen heelen bundel liberale liedjes, die
over jaren het licht zagen. Zij dienden
meestal in den kiestijd ten einde de goede
menschen om den tuin, te leiden. Zij
stonden dan op alle draaiorgels ik
wil zeggen in liberale gazetten en
werden tot vervelens toe op alle tonen
gemalen en hermalen. Het waren honig
zoete deuntjes, engelachtige refreinen,
wonderselioone stroofjes en dies meer
Onze goede menschen luisterden met al
hunne ooren, dansten op de liberale wijs
en stemden voor de orgeldraaiers. Nu,
daarvoor was 't ook te doen
En, nog zijn er kiezers, die de liberale
liedjes niet schijnen vergden te hebben
en wat erger is, op de liberale wijs blij
ven voortdansen.
Een afgezaagd liedje der liberalen was
dit Wij, liberalen, wij zijn niet tegen den
Godsdienstwij eerbiedigen den Gods
dienst onzer vaderen Dat zongen de libe
ralen, dat zingen zij nog, als het er op
aan komt, en nog altijd vindt men men
schen die luisteren en gelooven dat het
zoo is.
geldmiddelen ondersteunen en aldus het
hunne bijdragen om het duivelsch doel
der liberale partij de omverwerping
der Kerk te bereiken? Neemt dat
weg dat de liberalen de echte ditmaal
zullen zegepralen om de kiezing van
mannen die de hunnen zijn, alhoewel zij
nog uitwendig tot de Kerk behooren
Neen, driemaal neen a brave nien-
schen met uwe stem te geven aani de li
berale lijst stemt gij voor de liberale
princiepen, die voorgestaan ziju door ae
kandidaten die den naam van liberaal
aannemen.
Opgepast voor bet vervolg, opgepast
voor de liberale liedjes Laat u niet om
den tuin leiden door eenen of anderen
orgelman, die u het liberaal deuntje voor
maal!, zegt u wel als ik stem voor de
liberalen (wie ze ook zijn) stem ik tegen
de dierbaarste belangen van miju G?'00'
en dat mag ik nietKLnfcL..
{De Onafhankelijke.)
Wanneer toch zullen die verblinden de
oogeu openen Wanneer zullen zij zien
dat de liberalen huichelaars en leuge
naars zijn
De liberalen zijn niet tegen den Gods
diens! 1 Maar is 't dan waar of niet dat
alle godsdiensthaters, alle goddeloozen,
alle logiemar.nen tot de liberale partij
behooren Is 't dan waar of niet dat de
liberale gazetten, groot en klein, dage
lijks volstaan van godslasteringen, van
hatelijke aanvallen tegen Kerk, priesters
en kloosterlingen Is 't waar of niet dat
de Paus en de Bisschoppen het liberalis-
mus veroordeelen, juist omdat het den
Godsdienst vijandig is
Een liberaal, die zich als waar liberaal
wil gedragen, is een godsdiensthater,
leeft en sterlt builen de Kerk hij is
vrijdenker, die noch aan God nog aan
zijn gebod gelooft.
Om dit te bewijzen, zou men honderd
voorbeelden, honderd aanhalingen van
liberale schrijvers of redenaars kunnen
opteekenen.
Niettegenstaande dal alles zijn er men
schen van de goeden die voor die
jarlij, die mannen stemmen. Zij willen
jraaf zijn, den Godsdienst genegen en
toch kiezen zij slecht. Dit geschiedt meest
al in de gemeeutekiezingen.
Die brave menschen zeggen nog al
eens maar op de liberale lijst slaan
mannen die ik goed ken. die hunne gods
dienstige plichten volbrengen zoo goed
als ik en die iedereen in 'l zijne laten.
T Zij zoo maar neemt dit weg dat die
mannen eene godsdiensthatende partij
aankleven, door hunnen invloed, hunne
leu ridder openlijk tc laten vernederen door een
die vervloekte aanhangers van Montfort,
welke niets verdienen dan den brandstapel, aan
welken zij de onzen overleveren. Gij zelf, baron
Roquemar, hebt gij vergeten welken dood
uw broeder Urbaan gestorven is t
Een dof gemor volgde deze aanspraak. De
eindelijke zegepraal van den katholiek was den
aanwezigen onaangenaam. De baron, vcrontwaar
digd in het begin, werd in eens somber en napei-
zend bij hel lioorcn van den naam zijns broe
ders. Elvira was doodbleek, cn hare ontroering
ontsnapte niet aan de blikken van Aymard. Amau
ry bleef koelbloedig. Zwijgend sleeg hij van zijn
paard, ontgespte zijuc rusting met behulp van
de schildknapen, aan wie Raynald een stom be
vel gegeven had. Ontlast van de zware wapens
wilde Amaury tot bij den baron gaan, doch deze
duidde hem met den vinger het hccrcnhuis aan.
Amaury verstoud het tccken, maakte ccnc
ging cn trok door de rijen aanwezigen, die
slechts met tegenzin plaats maakten. Roger volgd
hem.
De ervaren dienaar had misnoegd Amaury
aan den strijd zien deelnemen, maar het kwaad
was gedaan, en hij dacht er niet aan, van nu
zijnen meester verwijlingen te doen. Amaury
eens met Roger alleen in de kamer, verloor de
De Journal ie Bruxelles doet uitschij
nen dal er onder de partijgangers der
herziening geen het minste akkoord be
staat aangaande het stelsel waardoor
men het tegenwoordig kiesstelsel zou
vervangen.
Neemt, bij voorbeeld, zegt hij, de drie
liberale volksvertegenwoordigers van
Brussel, welke bijzonder gelast zijn de
herziening tc eischen in de Kamer. MM.
Buis, Janson en Graux Er bestaat tus
schen hen geene de minste eensgezind
heid.
M. Janson verwerpt het zuiver alge
meen stemrecht, om de voorwaarde van
lezen en schrijven aan te kleven.
M. Buis is voor de vertegenwoordi-
diging der belangen.
M, Graux heeft voor de kiezing. zijn
gevoelen niet doen kennen. In 1883 ver
wierp hij het kunnen lezen en schrijven
en met de andere ministers lieelt hij
het bekwaamheidexaam voorgesteld. Men
mag dus gelooven dat hij niet verder zou
gaan dan de bekwaamheidskiezers dij de
cijnskiezers te voegen.
De Etoile beige heeft met een aantal
politieke mannen der liberale partij ge
sproken en deelt hunne denkwijze over
de herziening mede, in een arukel van
IS kolommen
De opsomming hunner verklaringen
komt neer op hel volgende
M. Janson verwerpt, zooals wij hooger
zeggen, het algemeen stemrecht hij
eisclit het kunnen lezen en schrijven.
M. Guillery ingelijks.
M. Van der Kindere vraagt hetzelfde
en daarenboven de vertegenwoordiging
der belangen.
M. Houzeau zou hel kunnen lezen en
schrijven verbinden met de evenredige
vertegenwoordiging.
licre koelheid, welke hij voor zijne vijanden ge
toond had. Met rasschc, onrustige slappen en dc
armen op de borst gekruist, doorschreed hij het
vertrek. Zelfs meende Roger een doffen zucht
uit zijne borst te hooren opstijgen. Deze buiten
gewone toestand van den jongeling boezemde hem
eene zekere beangstheid in.
Amaury, zeide tyij, ik vind u zoo ontsteld
Gisteren waren dc vreesclijkste gevaren niet in
staat u tc ontroeren.
Gisteren 1 Gisteren 1 murmelde Amaury on
geduldigmaar heden. De jongeling zag ten
gronde en zijne stem sidderde, wanneer bij
hernam Och, Roger, nu zou ik willen ster
ven 1
Maar, mijn meester, waarom die plotse
linge vreest Eene kortstondige ontroering van
den baron....
Amaury bezag Roger met verwonde
ring.
Mijn oude vriend, zegde hij met beraden
stem, waarom mij bedriegen, gij, die m(j zelf de
oogen geopend hebt over het gevaar, dat
bedreigt? Gij hebt mij van de hartslochliglicïd
van den baron gesproken, en gij badt gelijk.
Hebt gij den vlanimenden blik bemerkt, welken
hij mij toewierp, wanneer dc naam van zijnen
broeder over de lippen van den diaak kwam. Die
Een liberaal kopstuk van Gent, die niet
wil genoemd worden, verwerpt de her
ziening en denkt dat zij onmogelijk is.
Het lezen en schrijven is volgens hem,
een onzin en geeft geene waarborg van
bekwaamheid,
M. Giroul bestrijdt ook het lezen en
schrijven. Het algemeen stemrecht be
schouwd hij als een kwaad, doch een
kwaad dat niet meer kan vermeden
worden. Hij zou het willen temperen
door de vertegenwoordiging der belagen.
M. Jan Van Ryswyek schepetie van
Antwerpen, zou het stemrecht doen af
hangen van een zeker getal jaren school-
bijwoning. Hij zou onmiddellijk het ver-
Dichtend onderwijs invoeren en na 43
aren verplichtend onderwijs, het alge
meen stemrecht.
Men ziet van hier dat M. Van Ryswyek
de voorzorg zou nemen de bijwoning
van ofpcieele scholen alleen te laten gelden
voor het stemrecht en alzoo het algemeen
stemrecht der geuzen in te voeren.
Wat het zuiver algemeen stemrecht
betreft, dat bestrijdt hij uit al zijne krach
ten omdat het aan de klerikalen eene
overgroote meerderheid zou geven.
MM. Fléchet, Thiriar. Grofils en Durieu
nemen de voorwaarde van lezen en
schrijven aan.
MM. d'Adrimont en de Selys-Long-
champs zijn voor de bijvoeging der be
kwaamheidskiezers bij de cijnskiezers.
MM. Henricot de Fagnart zijn voor de
herziening zonder eigenlijk te weten wat
zij willen.
De slotsom van de 45 kolommen der
Etoile is dat er in de liberale partij, over
de herziening, zooveel hoofden zooveel
zinnen zijn en dat het bijgevolg zeer ge
vaarlijk zou zijn, op haar aandringen, ge
steund door dat der socialisten zulken
hoogst géwichtigen maatregel te nemeu.
Zooals men verder zal zien, heeft de
rechterzij van de Kamer donderdag de
inaanmerkingneming van het voorstel-
Janson Ier herziening van de Grondwet,
gestemd.
Dat was precies de hoop niet van de
linkerzijde; dezer wensch was dat het
voorstel zou verworpen worden door de
meerderheid.
In dit geval ware de straatbeweging
onmiddellijk begonnen.
Heel de beweging, die aan het werk
volk geenen centiem voordeel kon geven,
is enkel gemaakt om het land in troebels
te brengen, tot nieuwe kiezingen te gera
ken, en te probeeren of men er, met de
hulp der socialisten, niet bovenop komen
kan.
Wat het herzien der grondwet aangaat,
dat is het minste der liberale bezorgheid.
M. Woeste heeft het heel te recht: men
leze zijne redevoering, zoo flink en recht
uit gesproken.
De rechterzijde is echter loyaal ge
weest zij wil het licht niet onder den
domper steken. Men zal het vraagpunt
onderzoeken en zien of alles wat Janson
blik zegde mij alles.
Amaury, gij gaat te ver. Wat beeft u
zoo aanstonds zoo schrander gemaakt om mo
gelijke gevaren tc raden, gij, die pas eenige oogen
blikken geleden, de tegenwoordige niet berchen-
det, noch vreesdet I
Dc jongeling werd rood. Zijne verlegenheid
is ccnc lichtstraal voor Roger.
Ha I nu weet ik, riep Roger uit, wat u het
leven dierbaar maakt. Gij bemint, Amaury Tot
hiertoe had niets invloed op u kunnen maken,
maar de jonkvrouw Elviru heeft uw hart be
koord. Zij maakt u laf in uwe ridderlijke ge
voelens.
Mij laf maken, Roger, mij doen wanke
len in mijne gevoelens Neen, zelfs Elvira zal
mij van mijne plichten geen haar breed doen af
wijken. Ik ontken niet dat ik Elvira bemin, tot
nu toe heb ik het voor mij zeiven niet willen ver
bergen, maar nu een oogslag van haar rader
dc schrikkelijkstc voorgevoelens in mij gewekt
heeft nu word ik gewaar dal een nieuwe kluis
ter mij aan het leven vasthecht.
Dc jongeling zweeg. Eene pijnlijke stilte heer-
sclic in het vertrek. Roger hernam
Mijn meester, zcidc hij, vergeef mij mijne
woorden.
A maury reikte hem de hand.
Men klopte zachtjes op de deur. Raynald trad
binnen.
Het gelaat van den krijgsman was bekommerd
en niet zonder aarzelen deed hij zijne boodschap.
De baron vroeg de belofte van Ainaury, dat noch
hij, noch zijn dienaar de vertrekken zouden ver
laten. De gevangenen wisselden eenen veelzeg-
genden oogslag. Raynald bemerkte het cn zeide
levendig
Messire, ik geloof niet dat deze tijding u
verontrusten mag. De baron is nu in eene gewel
dige opschudding, in de welke hij telkens valt, als
hij den naam van zijnen eenigen cn teerbeminden
broeder. Vroeger nam hij weinig of geen deel in de
tegenwoordige oorlogen, totdal dc Meester he1
vuur der wraak in hem deed ontvlammen raef,
den dood van Urbaan aan dc Katholieken toe
schrijven en bijzonder aan den markies van La-
vaur. Door liet schouwspel van den dood van Ray
nald door Epinousse cn zijne makkers, heeft hy
dat gevoelen tot uitzinnigheid doen klimmen, en
in zijne oogenblikken van opwelling, gelijk nu,
is het genoeg den naam van den markies of van
katholiek voor den baron uit te spreken, om hem
de onbillijksle maatregelen te zien nemen. Maar
reus zijne kalmte hernomen, zal hij zieh herden.
ken wat hjj u schuldig is.
(Wordt voortgezet.