NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. de albigenzer Donderdag 11 Peeetnber 1890. 10 centiemen per nummer 15 Jaar annoncenprijs Politiek overzicht. De geëvenredigde vertegenwoordiging. XKste foor 1V# 2521 DE DENDERBODE BONNEM ENTI' HIJS Jit blad verschijnt den Woenadag en Zaterdag van tedere week onder dagteekening van den volgenden dag - De pry. ervan ts 6 frank 's jaars fr 3 25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijlt in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat, No 31, en in alle Postkantoren des lands. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr. 1,00 Vonniwen op 3-bladzijde 50 centiemen. - Dikwijls te herhalen bekendmakingen btj Loord - Niet opgenomen handschriften worden met ternggestnurd - Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond.-De onkosten der kwitantien door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Calque saam. AELST, 10 DECEMBER 1890 Holland. - Aflegging van den eed door H M. de koningin Regentes. L)e zaal dp'r Tweede hamer, waarin de. vereentg- de vergadering werd gehoude.., bestemd voorde eed aflegging door H. M. de koningin-weduwe als regentes en voog des bood maandag middag den zelfden aanblik aan als de vorige maal Ook nu waren de tribunen der diplomatie zoowel als de andere tribunen,geheel gevuld met de vertegenwoordigers van de vreemde hoven, waarbij thans genoodigd waren, ministers van Staat, leden van den Hoo- gen Raad, leden van do Algemeene Re kenkamer en de sekretarissen generaal der verschillende departementen met hunne dames, allen in rouwgewaad. In de /aal kwamen de leden der beide Kamers bijeen en later de leden van den Raad van Siate en de ministers. M. Van Naemen van Eemnes, die den voorzitiersstoel bekleedt, opent, nadat de leden zich in de vergaderzaal van de Tweede Kamer van Staten-Generaal ver- eenigd hebben, ten half een uur de ver gadering en laat door den griffier van de Eerste Kamer een koninklijk besluit voorlezen van den 3 december 1890, be treffende de vereenigde vergadering, waarin de koningin-weduwe de bij art. 43 en 34 der grondwet omschreven eenen als Regentes van bel koninkrijk en als voogdes van H. M. koningin Wilhelmma der Nederlanden zal afleggen. M. de Voorzitter benoemt tot leden der commissie, die H. M. de koningin-regen tes in bet gebouw zal ontvangen en uit geleiden. Om tien minuten over een, werden onder doodsche stilte de middendeuren van het trapgebouw opengeworpen en kondigde de kamerheer-ceremoniemees ter baron de Constant Robccqe met luider stem aan de koningin-regen tes. Alle oogen waren naar den toegang ge richt. De tonen van liet Wilhelmus dron gen van buiten tot de zaal. Weldra verscheen H. M. op den drem pel der zaal, voorafgegaan door de ka- merheeren en de groot officieren van het koninklijk huis, die zich met de overhe den links en rechts van den troon plaat sen. H. M. werd naar hare plaats geleid door den voorzitter der commissie, jonk heer Beelaertsvan Blokland. Nadat H. M. plaats had genomen op een zetel ter zijde van den troon en de begeleide dames zich achter haar hadd-n geplaatst, schoof zij den dichten sluier weg en werd de witte rand van haar weduwenhoedje zichtbaar. M. De Voorzitter zegt het volgende Mevrouw Met diepen weemoed heet ik Uwe Majesieit opnieuw welkom. Nauwelijks toch was Uwe Majesieit uit deze vergade ring teruggekeerd aan het ziekbed van uwen gemaal, of de treurmare weerklonk Zijne Majesteit Koning Willem 111 is ae eeuwige rust ingegaan. a Ik zal thans niet herhalen wat onze zoo betreurde koning voor Nederland ge weest is, dat ons Nederland in hem ver loren heeft. Liever wil ik wijzen op den kostbaren schat, dien Z. M. aan Neder land heeft nagelaten in onze beminde ko ningin Wilhelmina met Uwe Majesteit als leidsvrouw. Het nederlandsclte volk ziet in zijne jeugdige koningin bei beeld eener schoo- ne toekomst omdat bet overtuigd is dat Hare vorming en opvoeding bij Uwe Ma jesteit als regentes en voogdes volkomen veilig en in de beste handen zijn. De Volksvertegenwoordiging deelt ten volle die overtuiging welke zij reeds vn-eger in wettolijken vorm heeft uitge sproken. Als haar voorzitter neem ik de vrijheid Uwe Majesteit eerbiedig te ver zoeken den in de grondwet voorgeschre ven eed als koningin regentes gedurende de minderjarigheid van koningin Wnhel- mina in mijna handen te willen afleggen.» Hare Majesteit de koningin-regentes staat op var. haren zetel en legt eerst vol gens art. 43 der grondwet den eed al bij het aanveerden van het regentschap Ik zweer trouw aan de koningin; ik zweer dat ik de waarneming van hel koninklijk gezag, zoolang de koningin minderjarig is, de grondwet steeds zal onderhouden en handhaven. Ik zweer, dat ik de onafhankelijkheid er. bet grondgebied des rijks met al mijn vermogen zal verdedigen en bewa- ren, dat ik de algemeene en bijzondere vrijheid, en de rechten van alle der ko- ningin onderdanen en van elk hunner b zal beschermen, en tot instandhouding en bevordering van de algemeene en bijzondere welvaart alle middelen aan- wenden, welke de wellen te mijner be- schikking stellen, gelijk eene goede en getrouwe regent schuldig is te doen. Zoo waarlijk helpe mij God almach tig M. De Voorzitter Het behage thans Uwe Majesteit den door de grondwet ge vorderde eed als voogdes in mijne han den te willen afleggen. Ik zweer trouw aan de koningin ik zweer al de plichten, welke de voogdij mij oplegt., heilig te vervullen, en er b mij bijzonder op te zullen toeleggen, om b de koningin gehechtheid aan de grond- wet en liefde voor haar volk in te boe- n zemen. Zoo waarlijk helpe mij God almach tig M. De Voorzitter. Moge de Almachtige God Uwe Majesteit gezondheid, krachten wijsheid geven om de dankbare, maar moeilijke taak vau regentes en voogdes le vervullen lot geluk van onze beminde koningin Wilhelmina, en tot heil van ons dierbaar vaderland. Ook nu was het ietwat duïtsche accent van koningin Emma merkbaar, maar toch klonk de siem zacht en mtlodieus, vooral toen H. M. nadruk legde op de liefde, die zij der jonge koningin voor hel volk zou inboezemen. Na de slotwoorden van den president, bereidde de koningin-regentes zich tot het vertrek. De dames van baar gevolg lieten den sluier over haar gelaat vallen de en met een welwillende buiging voor de verzamelde kamerleden en den presi dent verliet Hare Majesieit op even stati ge wijze de zaal, begeleid door de com missie. De plechtigheid duurde zeer kon maar maakte op alle aanVvezigen een weemoedigen indruk. v Noch bij het instijgen noch gedurende den rit kon men he'. gelaat van de Konin gin-weduwe onderscheiden, daar dit met den zwaren weduwsluier bedekt bleef, terwijl H. M. achter in het rijtuig bleef weggedoken. Het volk, ditmaal niet zoo talrijk als anders, groette zonder hoor bare leekeuen. Zoowel bij het in- en uitstijgen aan het Paleis, als bij het gebouw der Tweede Kamer deden muziekkorpsen hel Wilhel mus hooren en bewezen de troepen, de verschuldigde eer. Ten half vier legden de leden van den raad van voogdij in de Staten Generaal den eed af. Verhaal uit de XIII" eeuw. door H. W. FRANK. lle vervolg. De diaak beschouw de den heraut. Gij zult weldra de oplossing van het raadsel weten, ging de meester op lichten toon voort spoeden wij ons nu. Omtrent eene uur later was er eene tamelijk tal rijke vergadering in de groote zaai aanwezig. Tusschen de vier pilaren, welke het gewelf steun den, was eene groote tafel, met een rood tapijt overdekt, geplaatst. In het midden zat de Meester in eencn hoogen leunstoel, nevens hem dc diaak en andere geestelijken op leegere zetels. De Meester had nog ecnige ridders uitgenoodigd om aau dc tafel plaats te nemen, welke zoo aan eene rechtbank geleek. Simon van Roquemar was ook aa nwezig, en eenigo krijgsknechten bevonden Herziening van artikel 47 van de Grondwet, uitbreiding van bet stemrecht is de groote kwestie aan de orde van den dag. Het vraagstuk is belangrijk en daarom ieders aandacht waardig. Daarin ligt volgens sommigen de oplossing vau hel groole sociale vraagstuk, het schijnt aan menigeer het reddingsmiddel in onze zoo zeer bewogene tijden. Het ongegronde, het overdrevene van deze oppervlakkige meening valt gemakkelijk in bet oog, wanneer wij onzen ziekelijken toestand ernstig nagaan, alsook de ware oorzaak van onze kwaal. Wij lijden aan een gebrekkig kiesstel sel, aan eene ongelukkige wijze van kiezen. Voor die kwaal moet gezorgd, die kwaal moet hersteld worden, voor dat er sprake zijn kan van uitbreiding van stemrecht. Wat is stemreeht in ons tegenwoordig kiesstelsel Stemrecht in ons tegenwoordig kies stelsel is het recht om in gegeven om standigheden, bij middel vau een stem- briefke, eenen persoon aan te duiden ot voor te stellen, die uwe meening, uwe belangens zal moeten voorslaan in den gemeenteraad, den provincialen raad, in de Kamers of in den Senaat. Is uw recht eene macht Kunt gij met iemand aan te duiden en voor te stellen, dien persoon ook werkelijk noemen en daar- stellen als den vertegenwoordiger van uwe meening en uwe belangens? Dat zou moeten zijn ongelukkigerwijze is dat op het oogenblik niet.Het tegeuwoor- dih stemrecht is m vele getallen een ijdel recht zonder macht, en daarin ligt de kwaal, het gebrek.de °°™^Snaen ziekelijken toestand waaraan wij Ujaen. Velen meenen dat de uitslag van de kiezing afhangt van een grooter getal stemmers. Het getal kiezers kan er iets toe bijbrengen, kan over het algemee genomen, den uilslag eener kjjzing wij- ziaen maar niet veranderen. Nemen wij de laatste kiezing van Brussel tot y°oj" beeld. Van de 25,100 kiesgerechtigden hebben er f5,580 bun recht uitgeoefend. M. Graux bekwam 8,532 stemmen en M. Théodoi 6,947. Veronderstelt nu dal het aantal kiezers met 2,000 stemmers ver meerderd was, welke zou de uiistag der kiezing geweest zijn M. Graux ware gekozen met 1000 siemtnen meer en M. Théodor met 1000 stemmen minder min derheid gevallen. Het gebrekkige van ons kiesstelsel kan niet verbeterd worden door uitbreiding van stemrechtmaar wel door verande ring of verbetering van ons kiesstelsel zelf of door de wijze van kiezing. Met onze tegenwoordige wijze van kiezen verdrukt de eene partij de andere. De eene heerscht, de andere is niet ver tegenwoordigd en kan bijgevolg hare rechten, hare belangens niet verdedigen no» minder doen gelden. Hoe komt net dat" de leden van onze gemeenteraden bijna allen van de/.elfde politieke kleur zijn Waar twee partijen beslaan,hebben beide, bij gelegenheid der kiezing, hunne krachten beproefd en gestieden op leven en dood. Maar de minderheid is overwel digd door de meerderheid, de zwakkere partij is overstemd door de sterkere en eenvoudig buiten gesloten.De minderheid heeft baar stemrecht we! doen gelden, maar dat stemrecht vermocht met eenen vertegenwoordiger te doen kiezen, het had geene werkelijke waarde, geene werkdadig scheppende kracht. Het arrondissemeut Brussel alleen kiest li6 leden voor de Kamers. Er zijn 21,000 kiezers. Twee partijen bestrijden elkan der De liberalen en de socialisten, wat toch een en dezelfde partij is, een en het zelfde doel heeft, kiezen met 10,000 stem' men zestien leden van hunne partij, en de onafhankelijken, vereenigd met de katholieken, vereenigen slechts 9,U0t) stemmen op hunne voorgestelde verte genwoordigers. Ziedaar 9,000 stemmen vernietigd, die niet worden aanhoord,die niet in aanmerking komen. Die 9.0UU stemmers hadden toch ook hunne mee ning, hunne denkwijze, hunne stoflelijke en geestelijke rechten. Maar wat hebben die duizenden kiezers verdiend met hun stemrecht, wat hebben zij kunnen doen gelden? Niets. Het is uilsluitend de meer derheid die vertegenwoordigers bekomt, de minderheid blijft onveregenvvoordigd. Hoe gering overigens het verschil in ge tal stemmen tusschen twee partijen ook zijn moge, al bedraagt het slechts twee stemmen, van die twee stemmen kan het afnangen dat eene partij die duizende aan hangers teltgedurende jaren allen invloed op wetgeving en bestuur missen moet, en dat de belangen van stad en land vol gens eigen inzicht eener partij, willekeu rig, zou men dikwijls zeggen, worden waargenomen. Wij hebben nog niet ver geten dat de ongelukswet van 1879 met ééne stem meerderheid in de Kamer, met ééne stem meerderheid in den Senaat gestemd werd. En die eene senator, die den doorslag gaf, was zelf gekozen met ééne stem meerderheid. En welke wet Eene wet door partijgeest ingegeven, waardoor de heiligste rechten, de verhe- vendste belangens van bijna het gansche volk werden miskend en onder de voeten getreden. Wie dit ernstig nagaat, zal moeten be kennen dat de schuld hiervan niet ligt in de min of meer beperkte uitoefening van kiesrecht, maar wel in het gebrekkige van ons kiesstelsel, dat wij terecht een meerderheidsstelsel mogen noemen, en daarom ook een onrechtvaardig stelsel. Zoo dikwijls er maar een persoon moet gekozen worden, moeten noodzakelijk de meeste stemmen gelden er is geen mid delweg tusschen ja en neen. Waar inte gendeel verschillende partijen recht heb ben op denzelfden schat, moet die schat ook onder die partijen worden verdeeld. Of is tiet geene onrechtvaardigheid om de sterkere partij, alleen op grond van hare kracht alles, en de zwakkere, alleen we zens hare machteloosheid niets te geven? Iet recht is eene zedelijke macht, die door niemand mag worden miskend, maar moet worden gehuldigd en be schermd tegen allen aanval, tegen elke schending. Indien nu het stemrecht al leen dient om zich te overtuigen van zijne minderheid of meerderheid, verkondigt dan eenvoudig het beginselMacht is recht want deze is de noodzakelijke ge volgtrekking hoe vreeselijk ook in hare toepassing. Men spreekt van volksvertegenwoor digers Met ons tegenwoordig stelsel zou men onze patres conscriptivoor een groot gedeelte ten minste, partij-verte genwoordigers moeten noemen.Vertegen woordigt M, Graux de meening, de ge voelens, de rechten van die zooveel dui zenden die voor M. Théodor gestemd hebben? Nogmaals daarom wat beteekent het recht van allen, die met hun recht niets kunnen bekomen. Neen,er kan geene ware vertegenwoor diging zijn, die niet in de uitdrukking,het evenredig afbeeldsel is van hel kiezeude volk. Er moet gelijkenis bestaan tusschen den afgevaardigde en zijne kiezersdc volksmeeaing, de wensch van het volk moei worden uitgedrukt. Er kunnen ge breken bestaan in de meening, in de keus van het volk zelf. Het slechte gedeelte des volks zal slechte vertegenwoodigers kiezen maar zoolang er nog goeden zijn, is toch hunne vertegenwoordiging ook gewaarborgd, zij kunnen ten minste hun ne rechten en belangens nog doen gelden en strijden met hoop op overwinning. Onder ons meerderheidsstelsel bestaat dat uiterste redmiddel niet. Zoodra het kwaad de overhand verkrijgt, wordt hel minder machtige goede niet eens meer geteld, eu de billijkste klachten worden menigmaal versmoord door het over schreeuwen der meerderheid. Iedere partij, voor zooverre zij name lijk vatbaar is om vertegenwoordigd te ach aan ilc dcU«\ Dc heraut word binnengebracht Dc Meester verzocht hem het doel zijner zending bloot te leggen. Mijne zending was alleen voor iemand, dien men den Meester noemt. Ik zou moeten wei ceren hier in het openbaar te spreken. Maar, vol gens ik zie, heb ik geencu keos. Ziehier dus wat heer Gwijde, markies van Lavaur..... De markies van Lavaur, riep dc baron wild uit ha lik had uwe kleuren wel herkend. L- De heraut ging voortde markies van Lavaur mij geboden heeft te kondigen aan u, onnerhoofd der Albigeniers. Uwe onderhoortgen hebben zijnen zoon met valschen overval en verraad gevangen genomen. Ihj vergt «au u zijne onmiddellijke loslating, alsmede die van zijnen dienaar. Voldoet gij aan zijne vraag. Zwijg, bulderde de baron, onnoodig uwe voorwaarden uwe voorwaarden uit te kramen. Dc zoon van den markies van Lavaur in mijne machtO 1 mijn broeder, gij zult gewroken wor den "Men hale de gevangenen. De heraut was stom van verrassing bij die woc- dooit. toespraak, en besehon.de den spreker „et ontsteltenis. Dele .as nu schijnbaar kaiat, cn niets dar, ecu kort hijgen aan rijne borst en de aderen, welka als koorden op arjn aoorhootd lagen, getuigden van de gisting, die zich meester maakten. Amaury en Roger verschenen weldra. Toen zij den heraut bemerkten, verbleekten zij on willekeurig, maar de jongeling was onmiddellijk zijne aandoening meester. Met vasten stap na derde hij tot den baron. - Messire, zeide hij, gij hebt mij ontbo- Amaury van Lavaur, ziedaar uwe rechters, antwoordde de baron kortweg. De jongeling liet geene verwondering blijken wanneer men hem bij zijnen naam noemde. Hij overzag vluchtig dc vergadering. Zijne koele blik. ken bejegenden die van den meester. Men binde hem, beval deze. Amaury veranderde van kleur en trok onwille keurig den degen. Een reusachtige krijgsknecht bemerkte zijne beweging en droog met gelieven kling op hem aan om hem te ontwapenen, maar do degen van den ridder Leschrcef eencn flikke renden kreits door de lucht, en het wapen van den krijgsknecht vloog met geweld tegen den muur, terwijl de aanvaller zelf, do,.r eenen duebtigen slag van den degenknop getroffen, duizelend op deu grond stortte. Een kort. maar hevig oproer, volgde dit voor val. Alle ridders, de baron voorop, grepen hunne zweerden. Wanneer Amaury den baron tusschen zijne .invallers bemerkte, liet hij sijn ««pen «at- ken. I|ccr van Roquemar, zcide hij. een wanho pige verkoopt gewoonlijk duur zijn tevendank het aan uwe dochter, dat ik het vermijd. Hoort gij hetriep Aymard, hij bemint dc jonkvrouw. De diaak spreekt waarheid, hernam Amaury ik zal het vrij eu vrank bekennen, Messire, ik bemin uwe dochter. De algemeene opgewondenheid liet aan dc de aanwezigen niet toe een besluit te trekken uit de driftige uitroeping van den diaak, doch de Meesier, wiens gelaat ongeduldig verdonkerde, beval hem met onderdrukte stem, op zijne woor den te letten. Dan keerde hij zich koud lot den bode en zegde Heraut, gij hebt het gehoord. Wij willen naar de voorwaarden van den markies van La vaur zelfs niet luisteren. Het bloed van de onzen cischt een slachtoffer, en het ware eene misdaad voor ons, zich niet te wreken. Uwe zen ding is volbracht, ga De heraut had hel schouwspel stom gade- gcslaau en met ontsteltenis bemerkt dat zijne noodlottige woorden het doodvonnis van Amaury bezegeld hadden. Hij viel op zijne knieën voor den jongeling. Messire, kunt gij mij vergeven, riep hij uit, de oorzaak van uw verderf te zijn. Mijn goede vriend, antwoordde de ridder niet zachte stem, het is uwe schuld niet. God heeft liet alzoo gewild. Keer terug naar mijne ouders, en breng hun de laatste groetemssen van hunnen zoon. Dc jongeling hield stil en doorzocht zijne kleederen, maar het verlangde niet vindende, ontgespte hij inet kort besluit zijnen degen, cn handigdc hem den heraut over. Breug hun dit zwaard als eene herinnering. Toen ik voor deu eersten keer ten velde trok, omgordde mijn vader mij er mede. Gij zult hem zeggen da» ik hel nooit onweerdig gedragen heb. Vaarwel De aandoening versmoorde zijne laatste woorden, en slechts met de grootste krachtinspanning hield hij zijne opwellende tranen tegen. Genoeg van dit spel, riep de diaak toornig. Meester, ik vraag dat men zonder vertoeven de gevangenen naar den kerker lerugbrengc, welken zij uooit hadden moeten verlaten. (Wordt voortgecel.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1890 | | pagina 1