NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. Zondag 14 December 1890, 10 centiemen per nummer 45ste Jaar N. 2522. ABONNEMEIVTPRfTS AMOM EIVPRIJS Politiek overzicht. De Vlaamsche taal voor 't beroepshof, ZAAK JOSSON. DE ALBIGENZER Een en ander. DE DENDER-BODE. Jit nlad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagleekening van den volgenden dag De prijs ervan is 6 frank 's jaars fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTË-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat, N° 31en in alle Postkantoren des lands. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr. 1,00 Vonnissen op 3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdagavond. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Calque AELST, 15 DECEMBER IS90 De moeilijkheden, die opgerezen waren lusschen Holland en de verschillende mogendheden, die deel namen aan de Brusselsche konferenlie, tot bestrijding der slavernij, schijnen thans, zooniet geheel, dan toch bijna allen uit den weg geruimd, want, naar men oi s verzekert, heelt de Nederlandsche regeering offi ciéél doen welen, dat zij het algemeen protokool der anti slavernijkonferencte te Brussel zal onderleekenen en hare toe stemming geeft tot hel heffen der invoer rechten in den Congoslaat, volgens den tariel, dien de konferencie heeft vastge steld. Indien dit besluit is genomen op inge ving der koningin regentes, dan is ons het optreden van koningin Emma, als regentes van Nederland, dubbel welkom^ Luxemburg. De groothertog heeft verleden dinsdag den eed afgelegd m de Kamer van Algeveerdigden en vooral aangedrongen op de zelfstandigheid van Luxemburg. Frankrijk en Duitschland hebben reeds hunne gezanten genoemd: Graafvon Wal- witz en M. Raindre. Re erfgrootherlog zal de troonbeklim ming zijns vaders gaan aanmelden te Berlijn, Londen eii Weenen. De groothertog heeft het ontslag ge weigerd dat de ministers, w>gens de troonverwisseling, hem aanboden. Donderdag ontving hij in verhoor eer.en buitengewone» gezant van keizer Frans- Jozef. Parnell in Ierland. Verschillige af- veerdigingen zijn Parnell tot Kingston te gemoet' gegaan. Adressen van veiwelko- ming en bijtreding worden hem aangebo- den. Bij zijne aankomst le Duhlijn werd hij door eenige honderden personen luid ruchtig toegejuicht. Twee of drie uren later legde Parnell beslag op het kantoor en de drukkerij van het dagblad United Irelandin zijne hoe danigheid van lid van den raad van admi nistratie. Hij verbood de verdere uitgifte van het blad, en dwong den hoofdredac teur heen te gaan. Hij belet aldus dat de United Ireland, een werktuig worde van de partij Mac Carlhy, welke dit blad wilde stellen tegen het parnellistische Freeman's Journal. Het tooneel in de bureelen van United Ireland moet alle beschrijving overtreffen. Parnell had aan niemand zijn voorne men te kennen gegeven, dat hij van zijn recht van aandeelhebber zou gebruik ma ken om het blad tot twijgen te brengen. Terwijl het vólk buiten stond, gaf Par nell aan de opstellers bevel op staaiiden voet te vertrekken. De hoofdredacteur Bodkin weigerde en Parnell gebruikte alsdan het middel, dat hij zoo zeer be strijdt bij de landlords hij dreef hen buiten, tl ij deed zijnen vriend Clancy, sheriH der stad, met twee baljuws ontbieden en gaf hen bevel gewapenderhand al de op stellers aan de straat te zetten. M. Bodkin en zijne opstellers weigerden nog altijd te gaan, en verdedigden zich metal wat hun onder de hand viel. Parnell zelf nam deel aan het gevecht en toen de redacteurs overwonnen wa ren, steeg uil de menigte een geestdriftig hoera op. Toen Tim Healy, bij zijne aankomst in de statie te Duhlijn door het volk werd herkend, werd hij uitgejouwd en uitge floten. Men weet dal Heaiy een der voor naamste leiders is der ni uwe partij Mac Carthy. Dijnsdag avond had eene groote volks- meeiing in de Roiunda plaats. Parnell reed er heen in hel rijtuig van den lord- mayor, doch liet volk, dat zich in de stra ten verdrong, spande de peerden uit en t> ok zelf liet rijtuig. De geestdrift was onbeschrijflijk. In de Rotunda kon men niet meer bin nen; men versmachtte er letterlijk. Toen Parnell op de tribuun verscheen, stegen eindelooze toejuichingen op. Hij zegde dat, indien de vijandelijke houding zijner collegas, thans in meer derheid, eerlijk en openhartig was, hij zich er aan onderwerpen zou; maar men beschuldigt hem op eenzijdige getuigenis sen. Eens zal hij zijne verdediging doen kennen. VAM BRUSSEL. Donderdag teil 9 ure slipt wordt de zitting geopend. M. Prayon van Zuylen heeft het woord, en drukt zich nagenoeg volgender wijze uit Het Hof heeft mij verboden Vlaamsch te spreken,en mij het gebod opgelegd de Fiansche taal te bezigen, liet al den eerbied dien ik het Hof als ad- vokaai en als burger schuldig ben, onder werp ik mij aan zijne uitspraak. Uit al de krachten mijner ziel teeken ik echter verzet aan tegen zijne houding, die in gansch hel land eenen droeven weer klank vinden zal. Ook houd ik er aan te verklaren dat wij al de middelen zullen aanwenden die de wet ter onzer besc likking stelt, teneinde ons reclit wedervare. En moest ook het verbrekingshof onze billijke vordering niet inzien, dan zouden wij de zaak aan 't Belgische volk ter beoordeeling voorleggen, de eenige ware souverein die in Beigie lieerscht. M. Prayon van Zuylen leest vervolgens Verhaal uit de XIII* eeuw, door H. W. FRANK. 12e vervolg. De Meester zag naar den baron, welke zw ijgend knikte. De krijgslieden omringden Ainaury cn Roger, welke, zonder tegenstand te bicden, volg den. De herant, van ontroering onmachtig Ie spreken, nam zwijgend zijn afscheid, en verliet weldra het kasteel, zonder dat iemand hem het zwaard van Amaury dierf afnemen. Eens de Albi genzers alleen, stelde Aymard voor, onmiddellijk over den aard en de omstandigheden van den dood der gevangenen te beraadslagen. Niet zoo haastig, mijn zoon, onderbrak he de Meester, ik heb nog eene goede lijding voor den heer van Roqurmar. Indien ik cr in loc slcmde dc voorwaarden van den markies niet Ic aanvaarden, deed ik zulks eenvoudig, omdat ik zeker ben dat de markies zelf binnen eenige onderstaande besluiten, die hij daarna op de rechtbank neerlegt Gezien de beslissing van den tucht raad der Brussr Ische balie, gedagteekend 8 November 1889, waarbij aan M. Josson wordt bevolen de laire ses rapports en francais dans touies les affaires qui lui sout confiées, et ce la prochaiue séance <le la 4e section du bureau de consultation graiuite. Oil q'a défaut par lui de ce faire it la séance qui se tiendra le 23 Novembre prochain, son nom sera omis de la liste des stagiaires Gezien de beslissing van den tuchtraad der Brusselsche balie, gedaagd 8 Januari, waarbij de naam van Mr M. Jossun, uit de lijst der stagedoeners wordt gelaten Gezien art. 23 der Grondwet, luidende als volgt (de Franscho tekst); Overwegende dat hieruit blijkt Ten eersie, dat het recht der burgers om, altijd en overal, degene der in Belgie bestaande talen, welke zij verkiezen te bezigen, nooit kan betwist noch beperkt worden Ten tweede, dat ambtenaars in grond* begin hct/elfde recht bezitten, doch dat de uitoefening er van door de wet, en door de wet alleen, kan geregeld, dus beperkt worden Overwegende dat er geene wet bestaat, die aan de advofraten verbiedt de Neder landsche taal te gebruiken, hetzij bij hun ne pleitreden, of bij andere verrichtingen met het uitoefenen van hun beroep ver bonden Overwegende dat men te vergeefs het arrest van liet Hof van vei breking van 12 Mei 1873 (in zake Schoep,) zou inroepen, arrest waarbij aan ad^okaten bevolen werd in het fransch te pleiten onder voor wendsel dat zij een hulpministerie van het gerecht uitoefenen en overigens wet telijk verplicht zijn de fransche taal te kennen Overwegende immers dat voormeld arrest klaarblijkelijk de letter en den geest van art. 23 der Grondwet miskent, want Ten eerste, verliest het Hof uit hel oog dat de advocaat de kliënt is, dat wat hij /.egt, 't is de kliënt die het /.egtdat den advokaat te dwingen zekere taal te spreken, 't is den kliënt dwingen die taal te spreken dat zoo iets in strijd is met art. 23 der Grondwet...» fwoordeu van M. Bara, kaïnerzitting van 15 Juli 1873) Ten tweede regelt het Hof bij arrest een punt dat, gesteld /elfs de advokaat een ambtenaar is, slechts door de wet kan worden geregeld Overwegende dus dal. nog als burger, noch als hulpdienaar van bet gerucht, de advokaat kan beroofd worden van het recht door art. 23 der Grondwet aan alle Belgen toegekend; dat bijgevolg do aan gehaalde beslissingen van den Brussel- sclien tuchtraad als wezenlijke vei krach- tingen van eene uitdrukkelijke bepaling d r Grondwet dienen veroordeeld te wor den. Om die redenen, en alle andere, welke op tijd en plaats, hetzij door de partijen dagen in onze handen zal zijn. l)e aanwezigen braken uit in kreten van ver wondering en blijdschap. De oude vos, ging de Meesier voort, heeft alle voorzichtigheid verloren, sedert dal zijne trrugkeerende knechten van Engeurraad, dc dienstman van den graaf van Leicester, hem de kondc brachten van de waarschijnlijke gevangen neming van zijnen zoon door de onzen. Met eenige lansen, in der haast bijeengeraapt, legert hij nu in 't gebergte, welk hem onbekend is, om ringd van onze boodschappers, indien de baron van Roquemar met twee honderd krijgslieden vooruit wil stootcn, sta ik cr voor in, dat wij hem met al zijne mannen zullen vangen. Met geheel het garnizoen van 't kasteel, als hel noodig is I De Meester bezag aandachtig den baron. Zijn onderzoek moest hem tevreden stellen, want hij hernam seffens op opgeruimdrn toon. Uw kas'cel gansch ontblooten is gevaarlijk, en toch ware het gcheelc garnizoen niet overho dig om zeker te spelen. Daar koint mij een goed gedacht. Gij laat eenige van uwe wapenlieden op liet kasteel. Ik wil u twee honderd van mijne voetknechten geven, welke in het open veld liet of door het Hof zeiven zouden worden ingeroepen Gelieve het Hof, rechtdoende, het von nis waartegen beroep als onregelmatig in den vorm en ongegrond in zij wezen, te vernietigen en dus te bevelen dat M. Jos- son's naam op de lijst der stagedoeners zal worden behouden en dat hij het recht heeft, des verkiezende, zijne verslatten aan het bureel van knstelooze raadgevin gen in de Nederlandsche taal te doen. Gedaan te Brussel, den 9 Dec. 4890. M. Prayon van Zuylen vraagt vervol gens dat men het woord aan M. Edmond Picard. vetleene, die de taak aanvaard heelt het geding voor den grond der zaak te bepleiten, Rleïtrede van Mijnheer Edmond PICARD. Hoe jammer dat wij de zoo welspreken de, zoo meesterlijke redevoering van den talentvollen redenaar niet in haar geheel kunnen weergeven! Welk warm pleidooi ten voordeeie onzer verdrukte moeder taal welke meesterlijke verdediging on zer duurbare taalrechten, en welke harde les voor de vet drukkers dier rechten De magistraten spreken van onwelvoe glijkheden, doch zij verdraaien daarbij den toestand geheel en al. Zij zijn de dienaars, de betaalde man datarissen des volks; zij zijn het die eer bied verschuldigd zijn aan hunnen meester aan hem die hen betaalt, het volk Zij zijn verplicht zich in staat te stellen op behoorlijke wijze de bediening te vervul len waarvoor zij betaald worden, 't is te zeggen dat zij verplicht zijn de taal des volks machtig ie wezen. In vroeger tijden ja, dan was het volk slechts eene handvol slaven, een werk tuig dat naar goeddunken der heerschen- de standen mocht verplet worden. Doch, andere tijden andere zeden thans zijn de rechters de afgevaardigden, de dienaars der natie; aan deze zijn zij in eerste plaats en ontzag verschuldigd; aan de natie die hun betaalt. De dienaars moeten de taal des meesters leeren M. Picard bewijst vervolgens dat het gebruik der moedertaal niet als een ge brek van eerbied kan aanzien worden. Het is een recht dat uil de natuur zelve voortvloeit, een recht door onze Grond wet bekrachtigd. En hoe kan er sprake zijn van onwelvoegelijkheid wanneer een vrije burger zijn recht doet gelden Nu vraag ik mij af of de tuchtraad mijn ambtgenoot Josson van de lijst der sta- gisten deed schrabben om reden van on welvoeglijkheid. De tuchtraad immers is eene instelling die i.iets met de eigenlijke rechlkanken gemeens beeft. Het bureel der koslelooze raadgevingen evenmin; dit laatste wordt samengesteld zooals men wil, en telt een willekeurig getal leden. Thans is het in vier afdeelingen verdeeld. Waarom zou men die samenstelling niet derwijze kunnen schikken dat op deze vier afdeelingen er eene, of zelfs twee. uit Vlaamsch sprekende advokaten zouden bestaan Men verlieze niet uit het oog dat, te Brussel, de gewone bezoekers van het moeilijk tegen de ruiters kunnen bestaan, maar ter verdediging cener sterkte zoo goed als uwe ge. harnaste knechten zijn. Zoo doende kunt gij al uwe macht U-gcn den markies keeren, cn Roque mar is in veiligheid. De baron bad gcenc achterdocht cn nam liet voorstel aan. Ray na ld, voegde hij er bij, zal het bevel voeren over het kasteel. Messirc, vroeg de diaak, zult gij mij eene gunst toestaan Gecrne. Eliwcl, vertrouw aan mij dc hoede van de gevangenen. Het zijn de mijne, en ik beloof het u, zij zullen goed bewaakt worden. Ook deze vraag stond dc baron toe. Dc zitting was dan gelieven. De baron leidde dan de ridders naar dc w apenkamers om alles voor liet vertrek gereed te maken, en op een teeken van d> meester verwijderden de geestelijken zich, den diaak alleen latende met den Meester. Aymard. sprak d' grijsaard op ernstige toon, ik heb met uwen dwazen drift nu meer me de gewerkt, dan ik had moeten doen. Gij zult hier Imet twee honderd van de onzen meester zijn op het kasteel, en de barou zal voor eeuc volle week Bureel der kostelooze raadplegingen uit sluitend Vlaamsch spreken, en dat de hoofdstad 70,00u inwoners telt,-die enkel de Vlaamsche taal machtig zijn. Het woord is vervolgens aan het Open baar Ministerie, dat verlangt de zaak in beraadslaging te houden lot op Woensdag 17 December aanslaande. Dii verzoek wordt door de rechtbank ingewilligd. Gevolgenlijk zullen wij de uitspraak in deze voor de Vlamingen zoo belangrijke zaak, binneu acht dagen ken baar maken. Goed nieuws Wij lezen in Het Land a Wij vernemen uit goede bron een verheugend nieuws. Binnen kort zal er eene wijziging aan 't koninklijk besluit van 3 Mei 1889 gebracht worden. De meeste tweetalige plaatsen, thans als Waalsohe geboekt, zullen Vlaamsche gemeenten verklaard worden. Waarschijnlijk zal de oude tealgrens als grondslag aangenomen worden, op eenige uitzonderingen na. Vlamingen, te werk en opgepast, op dat die uitzonderingen niet al te talrijk worden. Examen. Over eenigert lijd hebben te Brussel examen plaats gehad voor treinwachters; 130 plaatsen zijn te be geven voor Vlamingen en 70 voor Wa len. Er boden zich 1209 Walen en 600 Vlamingen aan. Naar men zegt. zijn slechts 170 Vlaamsche kandidaten en 37 Waalsche in het schriftelijk exaam gelukt en tol hel momlelingbch exaam toegelaten. Wij weten echter niet ot zulks juist is. Doch ware het zoo, die uitslag zou be wijzen dat de Vlaamsche kandidaten veel bekwamer waren dan de Waalsche im mers van deze laatsten zouden maac 5 ten honderd gelukt zijn. terwijl er onb (rent 30 ten honderd Vlamingen door kwamen. Wij moeten hierbij nog doen aanmer ken dat het exaam voor de Vlamingen veel moeielijker was dan voor de Walen; immers de Vlamingen moesten ook vol doen op liet Frausch, de Walen op het Vlaamsch echter niet. Dit zal echter niet beletten dat de franskiljonsbladen de Vlamingen voor domkoppen zullen blijven uitschelden. Koning Leopold in den vreemde. De Nordel. Allgem. Ztg. van Berlijn bevat, ter gelegenheid van de 25e verjaring der troonbeklimming van den Koning der Belgen, een artikel, waarin zij de een voudige zeden van den Koning doet uit schijnen, evenals de getrouwheid, met welke hij steeds zijne plichten vervul de. Het artikel steunt opdehooge wijs heid en liet politiek doorzicht van den vorst, hetwelk hij steeds heeft bewezen werk hebben. Gebruik uwen tijd wel, en wacht u van elke overijling. Niet dan op mijn uitdruk, kelijk bevel, zult gij gewold mogen gebruiken cn het kasteel overmeesteren. De baron, als vijand, is dc schrikkclijkste voor ons, dus list en voor zichtigheid. De diaak kuste zwijgend de hand van den Mees ter. Zijn gelaat gloeide van blijdschap, en half. dronken van vreugde, mompelde hij Elvira V. DE ABDIJ VAN LARZAC. Mijn Raymond, moet ik u nog eens met norsch gelaat cn ongeduldige hand het snoeimes zien gebruiken. Die zoo sprak met zacht verwijtende stem, was een Cisterciei sermonnik, wiens open gelaat met eenen weemoed igcn glimlach op de edel- govormde trekken n volle overeenkomst was mei liet liefelijk landschap, welk hem omringdeeen weelderige, maar nauwkeurig ingedeelde Lof, aan den cencn kant omgeven van houge muren, cn aan den anderen van de uitgestrekte gebouwen van een klooster, met groene heuvels van het tegenover de politieke partijen, die im mer in hevigen strijd zijn, het blad maakt daarna melding van de economi sche moeilijkheden in welke het land zich bevindt. Verder wijst het op 't groote Congo- werk, dat Z. M. ten prijze van groote persoonlijke opofferingen heeft tot stand gebracht inrichting, die het uitgangs punt was van de verovering van midden Afrika, dal hij aldus voor de beschaving open stelde. De Allg. Ztg. eindigt met te zeggen, dal de regeering van koning Leopold overal den aanstoot bewijst, welke hij aan de politieke iurichting heeft weten te geven. Deze regeering bewijst duide lijk dat een land zich gelukkig mag ach ten, dat zijn lot aan zulke handen is toe vertrouwd, Prins Hendrik van Orleans, zoon van M. den hertog van Chartres, onlangs van zijne reis iu Midden-Azia teruggekeerd, is, naar men meldt, voornemens naar Belgie over te komen met het inzicht de eerw. paters van Scheut-bij-Brussel te bédanken, wier tusschenkomst hem zoo nuttig is geweest op zijne reize, voorna melijk om hem uit de klauwen van zeke re Chineesche en Mougoolsche mandarij nen te trekken. De bladen hebben ons werkelijk de diensten verhaald door den eerw. pater De Deken, belgische zendeling in Mon golen, aan den franschen prins bewezen, en met welke zellopofiëring hij zich aan geboden heeft om hem als gids door de wildernissen, woestijnen en bergvlak ten van Midden-Azie te vergezellen. Men weet dat, te Scheut bijBrussel, de generale overste der religieuzen ver blijft aan wier iever de zendingen van Mongolië en Congo zijn toevertrouwd. Sneeuw voor den 40. Vele lezers zullen reeds heimelijk lachen met de voorspellingen van majoor Waelput, en zeggen 't Is reeds den tienden en 't heeft nog niet gesneeuwd Welnu, ziehier wat men uit Limburg schrijft 'i Is nog al aardig dat het nergens zooveel gesneeuwd beeft als in onze om streken. Buiten de provintie Limburg is er bijna geen of ten hoogste zeer weinig sneeuw gevallen. De reizigers, die van Brussel en zelfs van dichtbij kwamen, waren verwonderd hier alles zoo wit te vinden. Integendeel heeft het op andere plaatsen nog harder gevrozen. zoodat men lot 45 graden onder het vriespnnt telde, terwijl de thermometer hier, bij de hevigste koude slechts 12 graden toe kende. In 't eind der vorige week heeft men een aantal wilde zwanen in de Kempen gezien, welke vogels zich in deze stre ken uiterst zeldzaam vertoonen. Men brengt hunne komst steeds in verband met een langdurigen feilen win ter, zooals dan ook oude menschen hebben bevestigd gezien. Officieren, die uit het kamp vau Be- oraligg<'nd kalkgcbergtc als achtergrond. Ecrwccrdc vader, antwoordde de werkende broeder, de oogen opheffend, wanneer ik u zie herinner ik mij altijd den tijd dat gij te paard ten velde trok 1. Ik zie u noa in uw vaderlijk kasteel. Het ware schoone tijden Dc broeder sloeg zijn snoeimes in de weelderige scheuten. De oogen van den monnik rustten medelijdend op den spreker. Raymond, zeide hij, wij hebben veel te boelen uit dien tijd, wanneer wy, het zweerd en de toorts in de liand, dood en verwoesting droegen bij diegenen, welke geen ander ongelijk in onze oogen hadden, dan bnnne verkleefdheid aan het waar geloof. Nochtans, mijn vriend, indien uw hart terug verlangt naar dc wereld... U verlaten, mijn meester, onderbrak hem dc broeder, nooitO spreek er mij niet van. Maar waarom niet eens tcrugkeero naar uwe burgt, maar uwe bloedverwanten Zij dolen op dezelfde wegen welke wij bewandeld hebben. Ik versta u, mijn goede Raymond, ant woordde de monik treurig, ik heb t'liuis nog een werk van bekecring en verzoening te doen. O 1 ik heb er dikwijls op gepcisd, dikwijls wilde ik vertrekken, en telkens werd ik tegengehoudeu door hoop en vrees. Ik wilde cenc schikking van de Voorzienigheid afwachten..., Droo-ncnd keek de monnik naar kerk en klooster, wier daken cn torens iu dc zon glinsterden. Maar gij hebt gelijk Raymond, ik mag niet racer vertoeven om myne familie te gaan opzoeken, Overmorgen vertrekken wij, ik ga onmiddellijk de noodigc maatregelen ne men voor de bestiering van de abdij, gedurende mijne afwezigheid. De broeder sprong van vreugde op en kuste de uitgemergelde hand van den abt. Deze onttrok zich zacht aan die dankbetuiging, na hem aange" spoord te liehbcn zijn werk voort tc zetten. Hij be gaf zicli vervolgens naar het klooster. De gebouwen, eenige in golhische, maar meerendeels nog van zwaren Romaanschen bouwtrant, en zonder vensters tot op de hoogte van hel eerste verdiep, rezen rond eene groote vierkante plaats, ingesloten omheining, welke tegen eenen aanval verdedigd konden worden. De kerk was buitengewoon prachtig. Wapengekletter en trompetsgeschaf deden zich m de verte hoorco. Op hetzelfde oogen- blik kwam dc broeder-portier buiten adem toege- Oopen. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1890 | | pagina 1