NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
Zondag 14 December 1890,
10 centiemen per nummer
45ste Jaar N. 2522.
ABONNEMEIVTPRfTS
AMOM EIVPRIJS
Politiek overzicht.
De Vlaamsche taal voor
't beroepshof,
ZAAK JOSSON.
DE ALBIGENZER
Een en ander.
DE DENDER-BODE.
Jit nlad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagleekening van den volgenden dag De prijs ervan is 6 frank 's jaars
fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen.
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTË-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat,
N° 31en in alle Postkantoren des lands.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr. 1,00 Vonnissen op
3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdagavond. De onkosten der kwitantiën door de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Calque
AELST, 15 DECEMBER IS90
De moeilijkheden, die opgerezen waren
lusschen Holland en de verschillende
mogendheden, die deel namen aan de
Brusselsche konferenlie, tot bestrijding
der slavernij, schijnen thans, zooniet
geheel, dan toch bijna allen uit den weg
geruimd, want, naar men oi s verzekert,
heelt de Nederlandsche regeering offi
ciéél doen welen, dat zij het algemeen
protokool der anti slavernijkonferencte te
Brussel zal onderleekenen en hare toe
stemming geeft tot hel heffen der invoer
rechten in den Congoslaat, volgens den
tariel, dien de konferencie heeft vastge
steld.
Indien dit besluit is genomen op inge
ving der koningin regentes, dan is ons
het optreden van koningin Emma, als
regentes van Nederland, dubbel welkom^
Luxemburg. De groothertog heeft
verleden dinsdag den eed afgelegd m de
Kamer van Algeveerdigden en vooral
aangedrongen op de zelfstandigheid van
Luxemburg.
Frankrijk en Duitschland hebben reeds
hunne gezanten genoemd: Graafvon Wal-
witz en M. Raindre.
Re erfgrootherlog zal de troonbeklim
ming zijns vaders gaan aanmelden te
Berlijn, Londen eii Weenen.
De groothertog heeft het ontslag ge
weigerd dat de ministers, w>gens de
troonverwisseling, hem aanboden.
Donderdag ontving hij in verhoor eer.en
buitengewone» gezant van keizer Frans-
Jozef.
Parnell in Ierland. Verschillige af-
veerdigingen zijn Parnell tot Kingston te
gemoet' gegaan. Adressen van veiwelko-
ming en bijtreding worden hem aangebo-
den.
Bij zijne aankomst le Duhlijn werd hij
door eenige honderden personen luid
ruchtig toegejuicht.
Twee of drie uren later legde Parnell
beslag op het kantoor en de drukkerij van
het dagblad United Irelandin zijne hoe
danigheid van lid van den raad van admi
nistratie. Hij verbood de verdere uitgifte
van het blad, en dwong den hoofdredac
teur heen te gaan.
Hij belet aldus dat de United Ireland,
een werktuig worde van de partij Mac
Carlhy, welke dit blad wilde stellen tegen
het parnellistische Freeman's Journal.
Het tooneel in de bureelen van United
Ireland moet alle beschrijving overtreffen.
Parnell had aan niemand zijn voorne
men te kennen gegeven, dat hij van zijn
recht van aandeelhebber zou gebruik ma
ken om het blad tot twijgen te brengen.
Terwijl het vólk buiten stond, gaf Par
nell aan de opstellers bevel op staaiiden
voet te vertrekken. De hoofdredacteur
Bodkin weigerde en Parnell gebruikte
alsdan het middel, dat hij zoo zeer be
strijdt bij de landlords hij dreef hen
buiten,
tl ij deed zijnen vriend Clancy, sheriH
der stad, met twee baljuws ontbieden en
gaf hen bevel gewapenderhand al de op
stellers aan de straat te zetten. M. Bodkin
en zijne opstellers weigerden nog altijd
te gaan, en verdedigden zich metal wat
hun onder de hand viel.
Parnell zelf nam deel aan het gevecht
en toen de redacteurs overwonnen wa
ren, steeg uil de menigte een geestdriftig
hoera op.
Toen Tim Healy, bij zijne aankomst in
de statie te Duhlijn door het volk werd
herkend, werd hij uitgejouwd en uitge
floten. Men weet dal Heaiy een der voor
naamste leiders is der ni uwe partij Mac
Carthy.
Dijnsdag avond had eene groote volks-
meeiing in de Roiunda plaats. Parnell
reed er heen in hel rijtuig van den lord-
mayor, doch liet volk, dat zich in de stra
ten verdrong, spande de peerden uit en
t> ok zelf liet rijtuig.
De geestdrift was onbeschrijflijk.
In de Rotunda kon men niet meer bin
nen; men versmachtte er letterlijk.
Toen Parnell op de tribuun verscheen,
stegen eindelooze toejuichingen op.
Hij zegde dat, indien de vijandelijke
houding zijner collegas, thans in meer
derheid, eerlijk en openhartig was, hij
zich er aan onderwerpen zou; maar men
beschuldigt hem op eenzijdige getuigenis
sen. Eens zal hij zijne verdediging doen
kennen.
VAM BRUSSEL.
Donderdag teil 9 ure slipt wordt de
zitting geopend.
M. Prayon van Zuylen heeft het woord,
en drukt zich nagenoeg volgender wijze
uit
Het Hof heeft mij verboden
Vlaamsch te spreken,en mij het gebod
opgelegd de Fiansche taal te bezigen,
liet al den eerbied dien ik het Hof als ad-
vokaai en als burger schuldig ben, onder
werp ik mij aan zijne uitspraak. Uit al de
krachten mijner ziel teeken ik echter
verzet aan tegen zijne houding, die in
gansch hel land eenen droeven weer
klank vinden zal.
Ook houd ik er aan te verklaren dat wij
al de middelen zullen aanwenden die de
wet ter onzer besc likking stelt, teneinde
ons reclit wedervare.
En moest ook het verbrekingshof onze
billijke vordering niet inzien, dan zouden
wij de zaak aan 't Belgische volk ter
beoordeeling voorleggen, de eenige ware
souverein die in Beigie lieerscht.
M. Prayon van Zuylen leest vervolgens
Verhaal uit de XIII* eeuw,
door H. W. FRANK.
12e vervolg.
De Meester zag naar den baron, welke zw ijgend
knikte. De krijgslieden omringden Ainaury cn
Roger, welke, zonder tegenstand te bicden, volg
den. De herant, van ontroering onmachtig Ie
spreken, nam zwijgend zijn afscheid, en verliet
weldra het kasteel, zonder dat iemand hem het
zwaard van Amaury dierf afnemen. Eens de Albi
genzers alleen, stelde Aymard voor, onmiddellijk
over den aard en de omstandigheden van den
dood der gevangenen te beraadslagen.
Niet zoo haastig, mijn zoon, onderbrak he
de Meester, ik heb nog eene goede lijding voor
den heer van Roqurmar. Indien ik cr in loc
slcmde dc voorwaarden van den markies niet Ic
aanvaarden, deed ik zulks eenvoudig, omdat ik
zeker ben dat de markies zelf binnen eenige
onderstaande besluiten, die hij daarna op
de rechtbank neerlegt
Gezien de beslissing van den tucht
raad der Brussr Ische balie, gedagteekend
8 November 1889, waarbij aan M. Josson
wordt bevolen de laire ses rapports en
francais dans touies les affaires qui lui
sout confiées, et ce la prochaiue séance
<le la 4e section du bureau de consultation
graiuite.
Oil q'a défaut par lui de ce faire it la
séance qui se tiendra le 23 Novembre
prochain, son nom sera omis de la liste
des stagiaires
Gezien de beslissing van den tuchtraad
der Brusselsche balie, gedaagd 8 Januari,
waarbij de naam van Mr M. Jossun, uit
de lijst der stagedoeners wordt gelaten
Gezien art. 23 der Grondwet, luidende
als volgt (de Franscho tekst);
Overwegende dat hieruit blijkt
Ten eersie, dat het recht der burgers
om, altijd en overal, degene der in Belgie
bestaande talen, welke zij verkiezen te
bezigen, nooit kan betwist noch beperkt
worden
Ten tweede, dat ambtenaars in grond*
begin hct/elfde recht bezitten, doch dat
de uitoefening er van door de wet, en
door de wet alleen, kan geregeld, dus
beperkt worden
Overwegende dat er geene wet bestaat,
die aan de advofraten verbiedt de Neder
landsche taal te gebruiken, hetzij bij hun
ne pleitreden, of bij andere verrichtingen
met het uitoefenen van hun beroep ver
bonden
Overwegende dat men te vergeefs het
arrest van liet Hof van vei breking van 12
Mei 1873 (in zake Schoep,) zou inroepen,
arrest waarbij aan ad^okaten bevolen
werd in het fransch te pleiten onder voor
wendsel dat zij een hulpministerie van
het gerecht uitoefenen en overigens wet
telijk verplicht zijn de fransche taal te
kennen
Overwegende immers dat voormeld
arrest klaarblijkelijk de letter en den
geest van art. 23 der Grondwet miskent,
want
Ten eerste, verliest het Hof uit hel oog
dat de advocaat de kliënt is, dat wat
hij /.egt, 't is de kliënt die het /.egtdat
den advokaat te dwingen zekere taal te
spreken, 't is den kliënt dwingen die taal
te spreken dat zoo iets in strijd is met
art. 23 der Grondwet...» fwoordeu van
M. Bara, kaïnerzitting van 15 Juli 1873)
Ten tweede regelt het Hof bij arrest een
punt dat, gesteld /elfs de advokaat een
ambtenaar is, slechts door de wet kan
worden geregeld
Overwegende dus dal. nog als burger,
noch als hulpdienaar van bet gerucht, de
advokaat kan beroofd worden van het
recht door art. 23 der Grondwet aan alle
Belgen toegekend; dat bijgevolg do aan
gehaalde beslissingen van den Brussel-
sclien tuchtraad als wezenlijke vei krach-
tingen van eene uitdrukkelijke bepaling
d r Grondwet dienen veroordeeld te wor
den.
Om die redenen, en alle andere, welke
op tijd en plaats, hetzij door de partijen
dagen in onze handen zal zijn.
l)e aanwezigen braken uit in kreten van ver
wondering en blijdschap.
De oude vos, ging de Meesier voort, heeft
alle voorzichtigheid verloren, sedert dal zijne
trrugkeerende knechten van Engeurraad, dc
dienstman van den graaf van Leicester, hem de
kondc brachten van de waarschijnlijke gevangen
neming van zijnen zoon door de onzen. Met
eenige lansen, in der haast bijeengeraapt, legert
hij nu in 't gebergte, welk hem onbekend is, om
ringd van onze boodschappers, indien de baron
van Roquemar met twee honderd krijgslieden
vooruit wil stootcn, sta ik cr voor in, dat wij hem
met al zijne mannen zullen vangen.
Met geheel het garnizoen van 't kasteel,
als hel noodig is I
De Meester bezag aandachtig den baron. Zijn
onderzoek moest hem tevreden stellen, want hij
hernam seffens op opgeruimdrn toon.
Uw kas'cel gansch ontblooten is gevaarlijk,
en toch ware het gcheelc garnizoen niet overho
dig om zeker te spelen. Daar koint mij een goed
gedacht. Gij laat eenige van uwe wapenlieden
op liet kasteel. Ik wil u twee honderd van mijne
voetknechten geven, welke in het open veld liet
of door het Hof zeiven zouden worden
ingeroepen
Gelieve het Hof, rechtdoende, het von
nis waartegen beroep als onregelmatig in
den vorm en ongegrond in zij wezen, te
vernietigen en dus te bevelen dat M. Jos-
son's naam op de lijst der stagedoeners
zal worden behouden en dat hij het recht
heeft, des verkiezende, zijne verslatten
aan het bureel van knstelooze raadgevin
gen in de Nederlandsche taal te doen.
Gedaan te Brussel, den 9 Dec. 4890.
M. Prayon van Zuylen vraagt vervol
gens dat men het woord aan M. Edmond
Picard. vetleene, die de taak aanvaard
heelt het geding voor den grond der zaak
te bepleiten,
Rleïtrede van Mijnheer
Edmond PICARD.
Hoe jammer dat wij de zoo welspreken
de, zoo meesterlijke redevoering van den
talentvollen redenaar niet in haar geheel
kunnen weergeven! Welk warm pleidooi
ten voordeeie onzer verdrukte moeder
taal welke meesterlijke verdediging on
zer duurbare taalrechten, en welke harde
les voor de vet drukkers dier rechten
De magistraten spreken van onwelvoe
glijkheden, doch zij verdraaien daarbij
den toestand geheel en al.
Zij zijn de dienaars, de betaalde man
datarissen des volks; zij zijn het die eer
bied verschuldigd zijn aan hunnen meester
aan hem die hen betaalt, het volk Zij
zijn verplicht zich in staat te stellen op
behoorlijke wijze de bediening te vervul
len waarvoor zij betaald worden, 't is te
zeggen dat zij verplicht zijn de
taal des volks machtig ie wezen.
In vroeger tijden ja, dan was het volk
slechts eene handvol slaven, een werk
tuig dat naar goeddunken der heerschen-
de standen mocht verplet worden.
Doch, andere tijden andere zeden
thans zijn de rechters de afgevaardigden,
de dienaars der natie; aan deze zijn zij
in eerste plaats en ontzag verschuldigd;
aan de natie die hun betaalt. De dienaars
moeten de taal des meesters leeren
M. Picard bewijst vervolgens dat het
gebruik der moedertaal niet als een ge
brek van eerbied kan aanzien worden.
Het is een recht dat uil de natuur zelve
voortvloeit, een recht door onze Grond
wet bekrachtigd. En hoe kan er sprake
zijn van onwelvoegelijkheid wanneer een
vrije burger zijn recht doet gelden
Nu vraag ik mij af of de tuchtraad mijn
ambtgenoot Josson van de lijst der sta-
gisten deed schrabben om reden van on
welvoeglijkheid. De tuchtraad immers is
eene instelling die i.iets met de eigenlijke
rechlkanken gemeens beeft. Het bureel
der koslelooze raadgevingen evenmin; dit
laatste wordt samengesteld zooals men
wil, en telt een willekeurig getal leden.
Thans is het in vier afdeelingen verdeeld.
Waarom zou men die samenstelling niet
derwijze kunnen schikken dat op deze vier
afdeelingen er eene, of zelfs twee. uit
Vlaamsch sprekende advokaten zouden
bestaan
Men verlieze niet uit het oog dat, te
Brussel, de gewone bezoekers van het
moeilijk tegen de ruiters kunnen bestaan, maar
ter verdediging cener sterkte zoo goed als uwe ge.
harnaste knechten zijn. Zoo doende kunt gij al
uwe macht U-gcn den markies keeren, cn Roque
mar is in veiligheid.
De baron bad gcenc achterdocht cn nam liet
voorstel aan.
Ray na ld, voegde hij er bij, zal het bevel
voeren over het kasteel.
Messirc, vroeg de diaak, zult gij mij eene
gunst toestaan
Gecrne.
Eliwcl, vertrouw aan mij dc hoede van de
gevangenen. Het zijn de mijne, en ik beloof het
u, zij zullen goed bewaakt worden.
Ook deze vraag stond dc baron toe. Dc zitting
was dan gelieven. De baron leidde dan de ridders
naar dc w apenkamers om alles voor liet vertrek
gereed te maken, en op een teeken van d>
meester verwijderden de geestelijken zich, den
diaak alleen latende met den Meester.
Aymard. sprak d' grijsaard op ernstige
toon, ik heb met uwen dwazen drift nu meer me
de gewerkt, dan ik had moeten doen. Gij zult hier
Imet twee honderd van de onzen meester zijn op
het kasteel, en de barou zal voor eeuc volle week
Bureel der kostelooze raadplegingen uit
sluitend Vlaamsch spreken, en dat de
hoofdstad 70,00u inwoners telt,-die enkel
de Vlaamsche taal machtig zijn.
Het woord is vervolgens aan het Open
baar Ministerie, dat verlangt de zaak in
beraadslaging te houden lot op Woensdag
17 December aanslaande.
Dii verzoek wordt door de rechtbank
ingewilligd. Gevolgenlijk zullen wij de
uitspraak in deze voor de Vlamingen zoo
belangrijke zaak, binneu acht dagen ken
baar maken.
Goed nieuws Wij lezen in Het
Land
a Wij vernemen uit goede bron een
verheugend nieuws. Binnen kort zal er
eene wijziging aan 't koninklijk besluit
van 3 Mei 1889 gebracht worden.
De meeste tweetalige plaatsen, thans
als Waalsohe geboekt, zullen Vlaamsche
gemeenten verklaard worden.
Waarschijnlijk zal de oude tealgrens
als grondslag aangenomen worden, op
eenige uitzonderingen na.
Vlamingen, te werk en opgepast, op
dat die uitzonderingen niet al te talrijk
worden.
Examen. Over eenigert lijd hebben
te Brussel examen plaats gehad voor
treinwachters; 130 plaatsen zijn te be
geven voor Vlamingen en 70 voor Wa
len. Er boden zich 1209 Walen en 600
Vlamingen aan.
Naar men zegt. zijn slechts 170
Vlaamsche kandidaten en 37 Waalsche
in het schriftelijk exaam gelukt en tol
hel momlelingbch exaam toegelaten.
Wij weten echter niet ot zulks juist is.
Doch ware het zoo, die uitslag zou be
wijzen dat de Vlaamsche kandidaten veel
bekwamer waren dan de Waalsche im
mers van deze laatsten zouden maac 5
ten honderd gelukt zijn. terwijl er onb
(rent 30 ten honderd Vlamingen door
kwamen.
Wij moeten hierbij nog doen aanmer
ken dat het exaam voor de Vlamingen
veel moeielijker was dan voor de Walen;
immers de Vlamingen moesten ook vol
doen op liet Frausch, de Walen op het
Vlaamsch echter niet.
Dit zal echter niet beletten dat de
franskiljonsbladen de Vlamingen voor
domkoppen zullen blijven uitschelden.
Koning Leopold in den vreemde. De
Nordel. Allgem. Ztg. van Berlijn bevat,
ter gelegenheid van de 25e verjaring
der troonbeklimming van den Koning der
Belgen, een artikel, waarin zij de een
voudige zeden van den Koning doet uit
schijnen, evenals de getrouwheid, met
welke hij steeds zijne plichten vervul
de.
Het artikel steunt opdehooge wijs
heid en liet politiek doorzicht van den
vorst, hetwelk hij steeds heeft bewezen
werk hebben. Gebruik uwen tijd wel, en wacht
u van elke overijling. Niet dan op mijn uitdruk,
kelijk bevel, zult gij gewold mogen gebruiken cn
het kasteel overmeesteren. De baron, als vijand,
is dc schrikkclijkste voor ons, dus list en voor
zichtigheid.
De diaak kuste zwijgend de hand van den Mees
ter. Zijn gelaat gloeide van blijdschap, en half.
dronken van vreugde, mompelde hij Elvira
V.
DE ABDIJ VAN LARZAC.
Mijn Raymond, moet ik u nog eens met
norsch gelaat cn ongeduldige hand het snoeimes
zien gebruiken.
Die zoo sprak met zacht verwijtende stem,
was een Cisterciei sermonnik, wiens open gelaat
met eenen weemoed igcn glimlach op de edel-
govormde trekken n volle overeenkomst was mei
liet liefelijk landschap, welk hem omringdeeen
weelderige, maar nauwkeurig ingedeelde Lof, aan
den cencn kant omgeven van houge muren, cn
aan den anderen van de uitgestrekte gebouwen
van een klooster, met groene heuvels van het
tegenover de politieke partijen, die im
mer in hevigen strijd zijn, het blad
maakt daarna melding van de economi
sche moeilijkheden in welke het land
zich bevindt.
Verder wijst het op 't groote Congo-
werk, dat Z. M. ten prijze van groote
persoonlijke opofferingen heeft tot stand
gebracht inrichting, die het uitgangs
punt was van de verovering van midden
Afrika, dal hij aldus voor de beschaving
open stelde.
De Allg. Ztg. eindigt met te zeggen,
dal de regeering van koning Leopold
overal den aanstoot bewijst, welke hij
aan de politieke iurichting heeft weten
te geven. Deze regeering bewijst duide
lijk dat een land zich gelukkig mag ach
ten, dat zijn lot aan zulke handen is toe
vertrouwd,
Prins Hendrik van Orleans, zoon van
M. den hertog van Chartres, onlangs van
zijne reis iu Midden-Azia teruggekeerd,
is, naar men meldt, voornemens naar
Belgie over te komen met het inzicht de
eerw. paters van Scheut-bij-Brussel te
bédanken, wier tusschenkomst hem zoo
nuttig is geweest op zijne reize, voorna
melijk om hem uit de klauwen van zeke
re Chineesche en Mougoolsche mandarij
nen te trekken.
De bladen hebben ons werkelijk de
diensten verhaald door den eerw. pater
De Deken, belgische zendeling in Mon
golen, aan den franschen prins bewezen,
en met welke zellopofiëring hij zich aan
geboden heeft om hem als gids door de
wildernissen, woestijnen en bergvlak
ten van Midden-Azie te vergezellen.
Men weet dat, te Scheut bijBrussel,
de generale overste der religieuzen ver
blijft aan wier iever de zendingen van
Mongolië en Congo zijn toevertrouwd.
Sneeuw voor den 40. Vele lezers
zullen reeds heimelijk lachen met de
voorspellingen van majoor Waelput, en
zeggen 't Is reeds den tienden en
't heeft nog niet gesneeuwd
Welnu, ziehier wat men uit Limburg
schrijft
'i Is nog al aardig dat het nergens
zooveel gesneeuwd beeft als in onze om
streken. Buiten de provintie Limburg is
er bijna geen of ten hoogste zeer weinig
sneeuw gevallen. De reizigers, die van
Brussel en zelfs van dichtbij kwamen,
waren verwonderd hier alles zoo wit te
vinden. Integendeel heeft het op andere
plaatsen nog harder gevrozen. zoodat
men lot 45 graden onder het vriespnnt
telde, terwijl de thermometer hier, bij
de hevigste koude slechts 12 graden toe
kende.
In 't eind der vorige week heeft men
een aantal wilde zwanen in de Kempen
gezien, welke vogels zich in deze stre
ken uiterst zeldzaam vertoonen.
Men brengt hunne komst steeds in
verband met een langdurigen feilen win
ter, zooals dan ook oude menschen
hebben bevestigd gezien.
Officieren, die uit het kamp vau Be-
oraligg<'nd kalkgcbergtc als achtergrond.
Ecrwccrdc vader, antwoordde de werkende
broeder, de oogen opheffend, wanneer ik u zie
herinner ik mij altijd den tijd dat gij te paard ten
velde trok 1. Ik zie u noa in uw vaderlijk kasteel.
Het ware schoone tijden Dc broeder sloeg
zijn snoeimes in de weelderige scheuten.
De oogen van den monnik rustten medelijdend
op den spreker.
Raymond, zeide hij, wij hebben veel te
boelen uit dien tijd, wanneer wy, het zweerd en
de toorts in de liand, dood en verwoesting droegen
bij diegenen, welke geen ander ongelijk in onze
oogen hadden, dan bnnne verkleefdheid aan het
waar geloof. Nochtans, mijn vriend, indien uw
hart terug verlangt naar dc wereld...
U verlaten, mijn meester, onderbrak hem
dc broeder, nooitO spreek er mij niet van.
Maar waarom niet eens tcrugkeero naar uwe
burgt, maar uwe bloedverwanten Zij dolen op
dezelfde wegen welke wij bewandeld hebben.
Ik versta u, mijn goede Raymond, ant
woordde de monik treurig, ik heb t'liuis nog
een werk van bekecring en verzoening te doen.
O 1 ik heb er dikwijls op gepcisd, dikwijls wilde ik
vertrekken, en telkens werd ik tegengehoudeu door
hoop en vrees. Ik wilde cenc schikking van de
Voorzienigheid afwachten..., Droo-ncnd keek de
monnik naar kerk en klooster, wier daken cn
torens iu dc zon glinsterden. Maar gij hebt gelijk
Raymond, ik mag niet racer vertoeven om myne
familie te gaan opzoeken, Overmorgen vertrekken
wij, ik ga onmiddellijk de noodigc maatregelen ne
men voor de bestiering van de abdij, gedurende
mijne afwezigheid.
De broeder sprong van vreugde op en kuste de
uitgemergelde hand van den abt. Deze onttrok
zich zacht aan die dankbetuiging, na hem aange"
spoord te liehbcn zijn werk voort tc zetten. Hij be
gaf zicli vervolgens naar het klooster.
De gebouwen, eenige in golhische, maar
meerendeels nog van zwaren Romaanschen
bouwtrant, en zonder vensters tot op de hoogte
van hel eerste verdiep, rezen rond eene groote
vierkante plaats, ingesloten omheining, welke
tegen eenen aanval verdedigd konden worden. De
kerk was buitengewoon prachtig.
Wapengekletter en trompetsgeschaf deden
zich m de verte hoorco. Op hetzelfde oogen-
blik kwam dc broeder-portier buiten adem toege-
Oopen.
(Wordt voortgezet.)