Een en ander. Allerhande nieuws. De saharabroeders. Men is begon nen met het opiichien van het gesticht bestemd voor de Saharabroeders. Kardinaal Lavigerie heelt te Biskra een stuk dorren grond gekocht, op hetwelke hij een nederig gebouw heeft opgetrok ken, liet is daar dat nu de Sahara-broe- ders.doorde inlanders Klonans genoemd gevestigd zijn. Het is daar dat 2ij de verschillende Araabsche gewestspraken zullen aanlee- ren, dal zij zich aan de luchtgesteltenis zouden gewennen en zich toeleggen op het bewerken van de woestijn. Van Biskra zullen zij zich te Tougourt, dan te Ouargla vestigen en zoo verder en verder van oasis lot oasis. In die kloosters of Bit Allah zullen de genen die de woestijn doorreizen, ge herbergd worden en gevoed de zieken zullen er de noodige zorgen ontvangen en de ontvluchte slaven, die met de vrij heid ook willen zoeken, zullen er eene schuilplaats vinden na hunne ontsnap ping aan de siavenkaravaan. Welke grootsche en edele bestemming voor de Sahara-broeders. Moet men niet zeggen, waarde lezers, dat die duivelschc katholieke Broeders tot alles in staat zijn Zij steken nu in het hoofd de Sahara- woestijn, duizend uren lang en vijf hon derd breed, te veroveren. Be machtigste koningen hebben dat niet durven beginnen, zij hebben er zelfs nooit durven aan denken. De Sahara broeders beginnen, met weinig of niets, maar houden stand. En waarom gaan ze dat doen Om eer en roem in te oogsten Wel neen, allen zullen onbekend le ven, werken en sterven, in eene doode luchtstreek. Hunne stichtingen zullen wellicht eens de richtingspunten zijn van eene groote haven, van ijzeren wegen misschien die tot in het hart van Afrika zullen door dringen. Misschien zullen hunne stich tingen den oorsprong zijn van dorpen en steden en misschien binnen twee, drie, vier honderd jaar, zal spot, hoon, vervolging het aandeel zijn der Sahara broeders en wellicht worden zij verban nen uit die woestijn, die zij toegankelijk hebben gemaakt en geopend voor de be schaving Gent in nood. Een rouwplakkaat aan de muren der stad bevat bovenstaan de woorden. Het zijn de rooden, die het plakkaat doen uithangen hebben. En waarlijk Gent is in nood. Maar ook iede reen verhaast zich de beurs te openen voor de noodlijdenden. De burgemeester gaf kolen, de gouverneur gaf 300 frank, de Bien Public heeft eene inschrijvjngs lijst geopei.d de maatschappijen Zon der naam, niet zonder hart, Mncentius a Paulo, wedijveren om in geld en in wa ren onderstand te verschaffen. De gees telijkheid, de kloosterlingen, de burgers, de werklieden, alleman is bereid zijnen evehmensch te helpen. Het is bijzonder aangenaam vanwege de werklieden, die zeiven op de teenen moeten slaan om toe ie komen. Zoo meldden wij in 't laatste nummer de gift van den Vrijen Katoenbewerkers, thans vernemen wij dat de Vrije Bond der Zie- kenbeurzen, 13 sargien besteld heeft aan het Genootschap van Vincentius a Paulo en 13 aan de maatschappij Zonder naam, niet zonder Hart. En wat geven de rooden, die beweeren 40,000 fr. overschot te hebben op hun nen laatsten deel Zij trekken de menschen 8 brooden af. Het is voor de algemeene werkstaking, zeggen zij en de deugenieten weten in hun gemoed, dat dit nooit zal plaats grij pen. De leider der Genlsclie socialisten heeft de algemeene werkstaking altijd te gengesproken, en zou hij nu veranderd zijn van gedacht Hij zegt zulks wel, maar hij meent dit niet. Zij geven 100 fr. voor een gedenktee- ken, 200 fr. voor eene schoone begra ving, 300, 300 lol 1000 fr. voor allerlei politieke zaken. Zij spreken van paleizen en volle ma gazijnen terwijl de menschen van honger st'-rven Inderdaad, de rooden hebben welgevulde brood-en koolmagazijnen. Zij hebben in huis kruidenierswaren, schoe nen, kleeren, deksel zoo voor groot als voor klein en aan geen der werkeloozen wordt er iets gejond Edoch, iets geven zij Een groot plakkaat, dal minstens 30 fr kost en aan de muren geplamasterd is, 't spreekt van stemrecht en algemeene werkstaking. De noodlijdenden van Gent zullen daar warm mede gedekt zijn. (De Lichtstraal.) De Winter. Behalve de winter van 1879 is deze van 1890-91 voorzeker een der strengste, welke wij in de twintig laatste jaren gehad hebben. Het is belangrijk eenen oogslag te werpen op de weerkundige statistieken. Ziehier volgens de inlichtingen, die dwars door de eeuwen bewaard zijn ge bleven, de strengste winters. De winter van 859 tijdens dewelke de Adriatische zee is vervrozen deze van 1179, inwelk jaar men tot ongeveer in de maand April acht voet sneeuw had. De kronijken zeg gen dal in 1279 de sleden in de mode waren gekomen, ln 1339 waren de boeren van Schot land genoodzaakt gras te eten. In 1409 vervroos de Donau. In 1600 vond bet bof van Frankrijk stukken ijs in het brood in 1639 vi ozen de schepen vast in de haven van Marseille in 1659 ver vrozen al de rivieren van Italië in 1709 heerschte de strenge winter die de leste dagen der regeering van Lodewijk XIV vergalde in 1729, 49 en 69 vervrozen al de rivieren in 1789 de groote winter, die de omwenteling voorafging in 1809 vroos de Seine toe in 1829 sneeuwde bel in Frankrijk gedurende vier en vijf tig dagen eindelijk hadden wij de win ters van 1839 en 1879 die de hevigste waren van allen. Wat wonder mag geheeten worden, 't is dal de jaren der strengste winters op eene O eindigen. Wij willen hier ook eene lijst geven der warmste winters. In 1172 was de winter zoo zacht dal de bladereu uitschoten op de boomen in 1389 had men om zoo ie zeggen geen winter in 1421 bloeiden de boomen m de maand Maart en de wijngaarden in April de kersen waren rijp in April en de druiven in Mei in 1538 stonden in de hoven de bloemen open in Januari in 1572 stond het koren ie Pascben in aren in 1605, 9, 13 en 17 hadden wij zeer zachte winters in 1 95 noch vorst noch sneeuw in 1792 aanstak men in Buitschland geene kachels in 1781, 1807 en 1822 zeer zachte winters in 1866. het jaar der groote overstroomin- gen van de Seine was de winter zeer zacht eindelijk de jaren 1881, 82, 83 en 84 was de luchtgesteltenis ook zeer zacht. Wat eene misdaad kost. Het is niet zonder belang eens te wete wat aan de Fransche schatkist eene misdaad zooals die van Eyraud kosten kan. Zooals men zien zal is de rekening tamelijk zout Onderzoek te Parijs door de agenten der veiligheid, 4000 fr.. reis van den opzichter Jaorae naar Millery, 400 fr., reis naar Lyon van Goron en Jaume, her opmaking van het reiskoffer, 1100 fr., reis der a 'en Soudais en Uoulier in Engeland, bij de echtgenoten Ctieron, 550 fr.; reis van Goron, Jaume en Guil laume in Engeland, 2000 fr.reis van den onderzoeksrechter, zijnen griffier en agenten, vergezeld van Gabrielle Bom- pard naar Lyon, 700 Ir. reis van Sou dais en Houlier in Amerika, 8900 fr. reis van Soudais en Guillard naar Havana om Eyraud te gaan halen, 6000 fr. On derzoekskosten 2850 fr. verscheidene vergoedingen, 2500 fr. daarbij 5500 fr. voor proceskosten. Zoodat de bestraffing van den moord op Gouffé omtrent 37 duizend frank zal gekost hebben Een ondeizeesch kanon. De Gazette de Turin meldt de uitvinding van een on- derzeesch kanon, dat men in het water van het meer van Come voor de eerste maal zou gebruikt hebbenHet kanon, zegt de Gazette, werd honderd meters diep in het water gelaten en op een ge- gevcn oogenblik heeft de kogel in tien se- konden tijd, de waterkolom doorboort, niettegenstaande den wederstand van hel vocht. Deze kanonnen kunnen op elke diepte nedergelaten worden en blijven onzicht baar voor het oog des vjjands. Deze schietingen zullen vreeselijke uitwerkse len hebben, ter oorzake hunner aanzien lijke lading. De houwitsers hebben het groote voor deel dat zij ontploffen op de diepte welke men verlangt. De uitvinder van dit nieuwe kanon is de zoon van den inget ieurToseli. Naar de Noordpool. Sedert eenigen tijd bereidt doktor Frid/of Nansen, van Upsal, met behulp van het Norweegsch Staatsbestuur, eene nieuwe verzending naar de Noordpool. Doktor Fridjof Nansen is nog een jong man, ongeveer 28 jaar oud, maar wiens naam sinds eenige jaren gerucht gemaakt heeft in de geleerde wereld. Reeds in 1888 heeft hij opsneeuwschaatsen Groen land doorreisd. Ziehier waarop zijn plan berust. Kor- tijd voor dat bij Groenland doortrok, hadden eenige Eskimo's aan de Deen- sctie bewoners der Groenlandsche kust, overblijfsels van de Jeannette gebracht. Dit schip had in Juli 1884, op ver scheidene duizende Kilometers afstand van de houding der Lena rivier, schip breuk geleden. Deze gestrande goederen bestonden uit eene Matrozen vest en eenige papie ren van kapitein De Long. Deze stukken werden zonder twijlel lol daar gebracht op eenen ijsblok, voort gedreven door eenen sterken oceani- sohen stroom. Ook vond men op het dagboek van den kapitein, nolas die de den uitkomen dat, gedurende de zes maanden die de vernieling van het schip vooralgingen, de afdrijving naar de Noord-Westelijke richting niet meer dan 2 mijlen per dag beliep. Zich op deze punten steunende, zegt de doktor dat indien de Jeannette sterk genoeg ware geweest nm aldus, aan de drukking der ijsbanken te weerstaan, zij op twee jaar tijd, op de oostelijke kust van Groenland moest komen stranden na, dank aan gezegden stroom, dichter nabij de Noordpool te zijn geweest dan hetzij ook welke and peditie. Het schip waarv. beschrijving volgt, zal weldra op aepstimmer- werf begonnen worden Het zal een kleine ner zijn, van hoogst 200 ton en van deren vorm, opdat bet gem-!' boven op bet ijs te schuiven, de drukking der ijsbat - ken zou kunnen vermijden. De kiel zal op zulke wijze gesteld zijn, dat zij van het schip, zonder er schade aan te veroor zaken, zal kunnen gescheiden worden. Twaalf dappere Noorvveegsche vis- schers zullen de bemanning uitmaken met levensmiddelen voor 5 jaar en met een aldus aan alles wederstandbiedend schip, hoopt doktor Nansen, zoo niet juist door de Noordpool, toch op min stens een of twee graden afstand van den magnetischen kricg te komen. Indien deze reis mag gelukken, is er een grooten st ip gedaan in het nog altijd onopgeloste vraagpunt waar reeds zoo vele heldhaftige en geleerde mannen hun leven voor offerden. Wonderen in de natuur. In eene rups zijn 4,041 spieren, IJook heeft 14 duizend spiegels in het oog van eenen hommel ontdekt. Voor de ademhaling van eenen karpel zijn 13,300 slagaders, bloedvaten, aderen, beenderen, enz., noodig. Het lijf van eene spin bestaat uit vier kleine massa's, doorboord met een aan tal gaatjes (onzichtbaar voor het bloote oog), en elk gaatje laat eenen enkelen draal door al de draden, ten bedrage van 1.000 voor elke massa, sluiten aan elkander als zij er uit komen en vormen den enkelen draad waarmede de spin hare web spint, zoodat, wal wij eenen spinnedraad noemen, uil meer dan 4,000 tot één vereenigde draden bestaat. Door middel van eenen microscoop beeft Leeuwenhoek ontdekt dat spinnen, niet grooter dan een zandkorrel, draden sponnen, zoo fijn, dat er 4000 van noode waren om één haar in dikte te evenaren. STERFGEVAL. Zondagavond is te Brussel overleden, de heer Pieier De Decker, gewezen mi nister van binnenlandsche zaken, hoofd van het katholiek kabinet van 30 Maart 1855. Hij werd te Zele geboren den 25 Janu ari 1812. In 1839 werd hij als kamerlid voor Dendermonde naar de Kamer ge zonden. lp 1837 stichtte hij met den heer Adolf Dechamps de Revue de tlruxelles. De heer De Decker was partijganger der gemengde ministerien. In 1855, wan neer het kabinet H. De Brouckere-Pierest na het eerste ministerie Rogier-Frère viel, werd De Decker aan het hoofd van het gemengd kabinet geplaatst, dat echter maar tot in 1857 aan 't bewind bleef. De heer De Decker moest aftreden ten gevolge der liefdadigheidswet welke hij voordroeg en die zooals men weet den beruchten kasseioproer verwekte. Men heeft hem verweten dat hij mis daan heeft door af te treden, omdat in meest al de groote steden, de kiezingen ten gunste der liberalen waren uitgeval len en bij en zijne kollegas, bang voor een handvol schoelies die de katholieke Kamerleden bij het uitkomen der Karner kasseisteenen en modder naar hel hoofd wierpen, al te gewillig aftrad en de libe ralen aan 't bewind bracht. De heer De Decker had schitterende studiën gedaan in het kollege der Jezuie- ten te St. Acheul, te Freiburg en te Pa rijs, alwaar hij met de grootste onder scheiding het diploma van doktoor in de rechten verwierf'. Hij was een aanbidder, een hartstochelijke bewonderaar en vol geling van Lacordaire. Als dagbladschrijver en dichter, ver wierf hij eenen zekeren naam. In 1866 verliet hij de Kamer van Volks vertegenwoordigers. alwaar hij 27 jaar eene der eervolste plaatsen bekleed had. In 1871 werd hij gouverneur der provin cie Limburg benoemd, doch deze benoe ming verwekte eene soort van oproer vanwege de liberalen, omdat de goede m; n een der beheerders van de bank Langrand-Dumoneeau was geweest. De val van dit huis veroorzaakte ook den zijne. De heer De Decker trad echter vrijwillig af. Sinds dien leefde De Decker in de af zondering, studeerend,schrijvend en bid dend. Zijn laatste werk schreef hij ter verdediging van de H. Kerk. Ik heb, zegde bij, dit werk geschreven opdat God mijne kleinkinderen zou zege nen. De heer De Decker was een fijn diplo maat, een goed schrijver, een gemoede lijke dichter die ontzaglijk veel bijdragen leverde in tal van gewaardeerde tijd schriften. Hij was ook Vlaamschgezind tot in liet diepste zijner ziel en godsdienstig gelijk alle Vlamingen van den ouden stempel. Te verkrijgen ten bureele van Den Denderbode, Korte Zoutstraat, N. 31, Almanak der algem. Aartsbroeder schap van O. L. V. van het II. Hert voor 'l jaar 1891. Prijs fr. 0,30. Heden woensdag, um 3 uren des namiddags, heeft ter groote feestzaal van het Stadhuis, de plechtige aanstellingder nieuwe gekozene Gemeenteraadsleden en de verkiezing van drij Schepenen plaats gehad, waarna 't banket ten huize van den heer Burgemeester den Gemeente raadsleden, Geestelijke, Burgerlijke en Militaire Overheden aangeboden. Eene zonderlinge wedding Wij zijn de beste kameraden Wij zullen malkander niet verlaten Wij zijn, enz., en?. Zoo gingen zondag avond een paar jooge snaken, de genaamde D. en V. welke pot en pint te gewetensvol hadden uitgedronken en welke eindelijk in de Wille Kal der Rollebeekstraat waren aangeland. Wiel meer wetende wat uitzet ten, kreeg een hunner een dier gedach ten, welke enkel in het broin van eenen genevelist kunnen ontstaan. Ik verwed vijf frank, zoo zegde D, tot zijnen gezel, dat gij dezen nacht in het hotel Pletinckx, alias Amigo, zult lo geeree. Aangenomen, was het kort ant woord van V. Van de wedding werd verder niet meer gesproken en nog menig pintje ledigde men tot op den bodem. Op een gegeven oogenblik wist D., den geldbeugel van zijnen gezel te ontfutse len. Dan ging hij naar achter, doch kwam niet meer terug en poetste de plaat langs den bijzonderen ingang. D., en V., hadden goed geëlen en ge dronken, en het wachten moede, wilde V., betalen en heen gaan. Helaas! zijne beurs was om zeep. Hij gaf het den baas te kennen, doch deze denkende dat V.. het enkel deed om er zonder betalen te kunnen van onder trekken, riep de hulp d;r politie in en V.. werd kort en goed naar den amigo geleid. Daar mocht hij zijnen roest uitslapen en proces-verbaal werd tegen hem opge maakt voor overtreding der Loi-Wel. Toen V., maandag morgend uil den Amigo kwam, stond D., hem aan. de poort af te wachten met den geldbeugel in de hand. V., was verloren, hij had in den Amigo geslapen eri beide kameraden gingen te zamen naar de Rollebeekstraat om den baas uit de Witte Kat te betalen. Gevolgen der werkstaking. Een arme drommel, zoo verhaalt een oogge tuige in den Courrier de Bruxelles, stond nabij de Zuiderstatie te rillen en te beven onder eenige dunne vodden die zijn li chaam bedekten. Hij vertelde ons: Ik bewoon Oisquercq.bij Tweebrug- gen en ben gisteren te voel vandaar ver trokken om hier M. Olin op te zoeken.in- wiens papierfabriek ik sedert 15 jaren werkte. Maar zekeren dag bracht een werk man jenever in de fabriek, iets wat zeer streng verboden is. .Men legde hem eene boete op. Hij weigerde die aan te nemen en werd doorgezonden. De andere vverkliê staakten ook den arbeid, en ik moest hen tegen wil en dank volgen. Ik ware liever aan 't werk gebleven, want mijne bejaarde vrouw kon ons nauwelijks nog eene fatsoenlijke keuken maken met het weinige, dat ik in de fabriek won. Mijne werkgezellen gaven na veer tien dagen toe, maar daar het werk niet overliep, kon de patroon die hen enkel uit meêlijden opnam, ons missen en ik werd met tweeen.deriig kameraden doorgezonden. Ons klein spaarpotje is uitgeput. Mijne vrouw is ziek en wij zijn zonder hulpmiddelen. Nu ben ik te voet vijf uren ver gekomen om M. Olin te vinden en in zijn huis der Stoofstraat verneem ik dat hij naar Virginal vertrokken is, om er verscheidene dagen te blijven. Wanhopig heb ik toen mijne zuster opgezocht, die eenige mijlen van hier woont. Zij ook is arm maar toch gaf zij mij wat vleesch en eenig geld voor mijne reiskaart en nu ga ik andermaal M. Olin opzoeken om hem te smeeken, mij werk te geven. Terwijl de man dit verhaal deed, kwa men er tranen in zijne oogen en meer dan een toehoorder liet een woord onl vallen, dat de volksverleiders niet vrien delijk in de ooren zou geklonken hebben. Diefstal en aanranding te Etterbeek. Zaterdag avond begaf zich de genaam de Denayer, landbouwersknecht te Etter beek naar de woning van zijnen meester, die aan hel uileinde van eenen hof gele gen is. Met verwondering zag hij dat de deur openstond. Nauwelijks had hij den voet binnengezet, of hij ontdekte onder nan den trap twee personen, die een nacht- lampke ontstaken. Denayer keerde terug om hulp te halen maar hij werd achtervolgd en door een revolverschot in het schoudersblad ge troffen. Hij gelukte er niettemin in, de woning van eenen gebuur te bereiken, die met een geweer gewapend, toesnelde en een schot loste; maar de dieven waren ver dwenen. De policie kwam insgelijks ter plaatse, docli het was te laat. Een der dieven moet zich ernstig ge kwetst hebben, want overal vond men bloedsporen op den tiap. Drama te Ciney. Vijf menschen verstikt. Een vreeselijk drama heeft de kleine stad Ciney in ontroering ge bracht. De weduwe van den veldwachter be woonde met hi re drie kinderen eene kleine kamer, waar met nieuwejaars- avond haar schoonbroeder ingsgelijks Je nacht zou komen doorbrengen. Daar een der kinderen ziek was had men de kleine kachel laten branden, doch die laten open slaan. Nu had zich gedurende den nacht een sterke kolen damp in het vertrek ontwikkeld, zoodat men 's morgends twee lijken vond. Deze familie schijnt voor hel ongeluk geboren, want juist eene maand geleden viel de man der vrouw, de veldwachter, dood van de trappen van het gemeente huis. Een woedende zinnelooze. Men meldt uit Wervik Een ongeluk, dat zeer erge gevolgen kon hebben, heeft zondag te Wervik plaats gehad. De genaarde C. D.. 33 jaar oud, werd 's nachts schielijk woedend zinneloos. Alles wat zich in het huis bevond, dat hij bewoont, heeft hij in gruis geslagen. De geneesheer Bevernage, wiens hulp werd ingeroepen, en een ander persoon werden door den krankzinnige op den grond geworpen. C. nam vervolgens de vlucht in de richting van de kerk des hospitaals, waar hij binnendrong. Hij sprong op twee kloosterlingen, welke hij mishandelde. De bestuurder van het hospitaal riep de policie ter hulp, die er eindelijk in slaagde den armen zinnelooze te over meesteren. Deze was van hoofd tot de voelen met bloed bedekt. Ei waren zeven mannen noodig om hem weg te brengen. FRANKRIJK Luchtvaart. Maandag laatstleden deed de heer Cassoura, te Pau, met zij nen luchtbal eene opsteiging. De lucht bal had zich zonder het minste ongeval verheven en alles voorspelde een schoon reis, wanneer al met eens, op ongeveer 400 meters hoogte, eene scheur in den luchtbal kwam en deze, met eene aan zienlijke snelheid ronddraaiende, nader den grond zakte. Eenige minuten later viel hij op een ■lak der kapel van het lyceum, waardoor Cassoura uil de mand geworpen werd. Hij kon zich gelukkiglijk vasthaken aan het touwwerk, terwijl dat de luchtbal we derom een weinig opsteeg en vervolgens op een ander dak nederviel. De luchtreiziger, die eene buitenge wone koelbloedigheid aan den dag legde vond daar een steunpunt, kon zich los maken en uit de mand stappen en, op het oogenblik dal elkeen hem verloren waande, sprong hij langs een venster in eenen gang der tweede verdieping van een huis. Hij zal er gelukkiglijk van af zijn met eenige kneuzingen. Moordenaar door zijne vrouw aange klaagd. Den 23 Maart trok men uit het water van de vaart van Robaais, het lijk van eenen man, dat herkend werd voor den genaamden Leo Debrun, 52 ja ren oud, vertegenwoordiger der brou werij Leclercq-Taffiii, sinds den 2 der zelfde maand spoorloos verdwenen. Zijn lijk droeg geen de minste teekens van geweld en men wist niet indien men hier eene misdaad of een eenvoudig toeval voor handen had, toen donderdag laatst zekere vrouw Dekens, welke gescheiden van haren man leeft, aangehouden werd op heeierdaad van diefstal betrapt. Op het politiebureel gebracht, verklaarde vrouw Dekens, dat haar echtgenoot, Le brun in de volgende omstandigheden vermoord had. De echtgenoten Dekens hielden te dien tijde eene herberg, waar Lebrun de ge woonte had te gaan. Zekeren dag ver klaarde Lebrun dat hij aanzienlijke som men geld te Rijsel gedaan had. Dekens achtervolgde hem dien avond en plun derde hem uit. Rond 3 ure 's morgends keerde hij naar huis terug en verklaarde aan zijne vrouw dat hij Lebrun aange rand had, roeenende dat hij in bezit was van veel geld, doch, dat hij bedrogen was en woedend over zijnen tegenslag had hij Lebrun in het water geworpen. Dekens is aangehouden en in de ge vangenis van Rijsel opgesloten. Be belegering van een kasteel. Het kasteel van Beyssac l>ij Sarlat werd ee nigen tijd gehden gedurende twee op eenvolgende nachten in regel belegerd. Dit kasteel is midden de bosschen gele gen en ver van elke woning verwijderd. Niet ver van daar zijn voorhistorische rotsen of hollen, waar vagabonden en misdadigers zich schuilhouden. Eenifce dagen geleden, rond 7 ure 's avonds, kwamen drie kerels, wier ge baren en houding er zeer verdacht uitza gen, aan de deur van liet kasteel kloppen en vraagden aan den knecht een verblijf voor den nacht. Hun aanmatigende toon verblufte den knecht, die hen in de keu ken hel komen en zich bereidde om hun eten op te dienen, wanneer hij, onder de vest van eenen der mannen, het lemmer van eenen langen ponjaard zag blinken Hij bedacht zich alsdan en zegde hun, dat hij, alvorens hun eten op te dienen, zich naar de kapel ging begeven om zijne meesters te verwittigen, die overigens, voorzeker zouden toestemmen en vroeg hun een weinig te willen wachten, De drie kerels die zich zeker achtten een goeden slag te doen, boden niet den min sten weerstand. De dienstknecht sloot stevig de deur en ging zijnen meester, den heer Perry, vei willigen, die op dit oogenblik alleen te huis was. De kasteelheer ging naar de bovenkamer, gevolgd van zijnen knecht en zegde langs het venster tot de drie mannen dat hij hen niet kon ontvangen ter oorzake van het gevorderd uur. Zij poogden alsdan de deur te verbrij zelen met ijzeren werktuigen, welke zij bij zich droegen en slaakten luide kreten van wraak, Dit tooneel duurde tamelijk lang, daar zij in hunne pogingen niet gelukten, trachtten zij den omheiningsmuur te over schreiden en zouden hier waarschijn lijk in geslaagd zijn, indien de knecht, die zich met een geweer had gewapend, hen niet op de vlucht hadde gedreven. Rond middernacht kwamen de schur ken, die waarschijnlijk om versterking waren gegaan, terug en poogden ander maal over den muur te klimmen. Een hunner had reeds het bovenste deel van den muur bereikt, wanneer een schot

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1891 | | pagina 2