Een en ander.
Allerhande nieuws.
De saharabroeders. Men is begon
nen met het opiichien van het gesticht
bestemd voor de Saharabroeders.
Kardinaal Lavigerie heelt te Biskra een
stuk dorren grond gekocht, op hetwelke
hij een nederig gebouw heeft opgetrok
ken, liet is daar dat nu de Sahara-broe-
ders.doorde inlanders Klonans genoemd
gevestigd zijn.
Het is daar dat 2ij de verschillende
Araabsche gewestspraken zullen aanlee-
ren, dal zij zich aan de luchtgesteltenis
zouden gewennen en zich toeleggen op
het bewerken van de woestijn.
Van Biskra zullen zij zich te Tougourt,
dan te Ouargla vestigen en zoo verder en
verder van oasis lot oasis.
In die kloosters of Bit Allah zullen de
genen die de woestijn doorreizen, ge
herbergd worden en gevoed de zieken
zullen er de noodige zorgen ontvangen
en de ontvluchte slaven, die met de vrij
heid ook willen zoeken, zullen er eene
schuilplaats vinden na hunne ontsnap
ping aan de siavenkaravaan.
Welke grootsche en edele bestemming
voor de Sahara-broeders.
Moet men niet zeggen, waarde lezers,
dat die duivelschc katholieke Broeders
tot alles in staat zijn
Zij steken nu in het hoofd de Sahara-
woestijn, duizend uren lang en vijf hon
derd breed, te veroveren.
Be machtigste koningen hebben dat
niet durven beginnen, zij hebben er zelfs
nooit durven aan denken. De Sahara
broeders beginnen, met weinig of niets,
maar houden stand.
En waarom gaan ze dat doen
Om eer en roem in te oogsten
Wel neen, allen zullen onbekend le
ven, werken en sterven, in eene doode
luchtstreek.
Hunne stichtingen zullen wellicht
eens de richtingspunten zijn van eene
groote haven, van ijzeren wegen misschien
die tot in het hart van Afrika zullen door
dringen. Misschien zullen hunne stich
tingen den oorsprong zijn van dorpen
en steden en misschien binnen twee,
drie, vier honderd jaar, zal spot, hoon,
vervolging het aandeel zijn der Sahara
broeders en wellicht worden zij verban
nen uit die woestijn, die zij toegankelijk
hebben gemaakt en geopend voor de be
schaving
Gent in nood. Een rouwplakkaat
aan de muren der stad bevat bovenstaan
de woorden. Het zijn de rooden, die het
plakkaat doen uithangen hebben. En
waarlijk Gent is in nood. Maar ook iede
reen verhaast zich de beurs te openen
voor de noodlijdenden. De burgemeester
gaf kolen, de gouverneur gaf 300 frank,
de Bien Public heeft eene inschrijvjngs
lijst geopei.d de maatschappijen Zon
der naam, niet zonder hart, Mncentius a
Paulo, wedijveren om in geld en in wa
ren onderstand te verschaffen. De gees
telijkheid, de kloosterlingen, de burgers,
de werklieden, alleman is bereid zijnen
evehmensch te helpen.
Het is bijzonder aangenaam vanwege
de werklieden, die zeiven op de teenen
moeten slaan om toe ie komen. Zoo
meldden wij in 't laatste nummer de gift
van den Vrijen Katoenbewerkers, thans
vernemen wij dat de Vrije Bond der Zie-
kenbeurzen, 13 sargien besteld heeft aan
het Genootschap van Vincentius a Paulo
en 13 aan de maatschappij Zonder naam,
niet zonder Hart.
En wat geven de rooden, die beweeren
40,000 fr. overschot te hebben op hun
nen laatsten deel
Zij trekken de menschen 8 brooden af.
Het is voor de algemeene werkstaking,
zeggen zij en de deugenieten weten in
hun gemoed, dat dit nooit zal plaats grij
pen. De leider der Genlsclie socialisten
heeft de algemeene werkstaking altijd te
gengesproken, en zou hij nu veranderd
zijn van gedacht Hij zegt zulks wel,
maar hij meent dit niet.
Zij geven 100 fr. voor een gedenktee-
ken, 200 fr. voor eene schoone begra
ving, 300, 300 lol 1000 fr. voor allerlei
politieke zaken.
Zij spreken van paleizen en volle ma
gazijnen terwijl de menschen van honger
st'-rven Inderdaad, de rooden hebben
welgevulde brood-en koolmagazijnen. Zij
hebben in huis kruidenierswaren, schoe
nen, kleeren, deksel zoo voor groot als
voor klein en aan geen der werkeloozen
wordt er iets gejond
Edoch, iets geven zij
Een groot plakkaat, dal minstens 30 fr
kost en aan de muren geplamasterd is,
't spreekt van stemrecht en algemeene
werkstaking.
De noodlijdenden van Gent zullen
daar warm mede gedekt zijn.
(De Lichtstraal.)
De Winter. Behalve de winter van
1879 is deze van 1890-91 voorzeker een
der strengste, welke wij in de twintig
laatste jaren gehad hebben.
Het is belangrijk eenen oogslag te
werpen op de weerkundige statistieken.
Ziehier volgens de inlichtingen, die
dwars door de eeuwen bewaard zijn ge
bleven, de strengste winters. De winter
van 859 tijdens dewelke de Adriatische
zee is vervrozen deze van 1179, inwelk
jaar men tot ongeveer in de maand April
acht voet sneeuw had. De kronijken zeg
gen dal in 1279 de sleden in de mode
waren gekomen,
ln 1339 waren de boeren van Schot
land genoodzaakt gras te eten. In 1409
vervroos de Donau. In 1600 vond bet
bof van Frankrijk stukken ijs in het
brood in 1639 vi ozen de schepen vast
in de haven van Marseille in 1659 ver
vrozen al de rivieren van Italië in 1709
heerschte de strenge winter die de leste
dagen der regeering van Lodewijk XIV
vergalde in 1729, 49 en 69 vervrozen
al de rivieren in 1789 de groote winter,
die de omwenteling voorafging in 1809
vroos de Seine toe in 1829 sneeuwde
bel in Frankrijk gedurende vier en vijf
tig dagen eindelijk hadden wij de win
ters van 1839 en 1879 die de hevigste
waren van allen.
Wat wonder mag geheeten worden,
't is dal de jaren der strengste winters
op eene O eindigen.
Wij willen hier ook eene lijst geven
der warmste winters.
In 1172 was de winter zoo zacht dal
de bladereu uitschoten op de boomen
in 1389 had men om zoo ie zeggen geen
winter in 1421 bloeiden de boomen m
de maand Maart en de wijngaarden in
April de kersen waren rijp in April en
de druiven in Mei in 1538 stonden in
de hoven de bloemen open in Januari
in 1572 stond het koren ie Pascben in
aren in 1605, 9, 13 en 17 hadden wij
zeer zachte winters in 1 95 noch vorst
noch sneeuw in 1792 aanstak men in
Buitschland geene kachels in 1781,
1807 en 1822 zeer zachte winters in
1866. het jaar der groote overstroomin-
gen van de Seine was de winter zeer
zacht eindelijk de jaren 1881, 82, 83
en 84 was de luchtgesteltenis ook zeer
zacht.
Wat eene misdaad kost. Het is niet
zonder belang eens te wete wat aan de
Fransche schatkist eene misdaad zooals
die van Eyraud kosten kan.
Zooals men zien zal is de rekening
tamelijk zout
Onderzoek te Parijs door de agenten
der veiligheid, 4000 fr.. reis van den
opzichter Jaorae naar Millery, 400 fr.,
reis naar Lyon van Goron en Jaume, her
opmaking van het reiskoffer, 1100 fr.,
reis der a 'en Soudais en Uoulier in
Engeland, bij de echtgenoten Ctieron,
550 fr.; reis van Goron, Jaume en Guil
laume in Engeland, 2000 fr.reis van
den onderzoeksrechter, zijnen griffier en
agenten, vergezeld van Gabrielle Bom-
pard naar Lyon, 700 Ir. reis van Sou
dais en Houlier in Amerika, 8900 fr.
reis van Soudais en Guillard naar Havana
om Eyraud te gaan halen, 6000 fr. On
derzoekskosten 2850 fr. verscheidene
vergoedingen, 2500 fr. daarbij 5500 fr.
voor proceskosten.
Zoodat de bestraffing van den moord
op Gouffé omtrent 37 duizend frank zal
gekost hebben
Een ondeizeesch kanon. De Gazette
de Turin meldt de uitvinding van een on-
derzeesch kanon, dat men in het water
van het meer van Come voor de eerste
maal zou gebruikt hebbenHet kanon,
zegt de Gazette, werd honderd meters
diep in het water gelaten en op een ge-
gevcn oogenblik heeft de kogel in tien se-
konden tijd, de waterkolom doorboort,
niettegenstaande den wederstand van
hel vocht.
Deze kanonnen kunnen op elke diepte
nedergelaten worden en blijven onzicht
baar voor het oog des vjjands. Deze
schietingen zullen vreeselijke uitwerkse
len hebben, ter oorzake hunner aanzien
lijke lading.
De houwitsers hebben het groote voor
deel dat zij ontploffen op de diepte welke
men verlangt.
De uitvinder van dit nieuwe kanon is
de zoon van den inget ieurToseli.
Naar de Noordpool. Sedert eenigen
tijd bereidt doktor Frid/of Nansen, van
Upsal, met behulp van het Norweegsch
Staatsbestuur, eene nieuwe verzending
naar de Noordpool.
Doktor Fridjof Nansen is nog een jong
man, ongeveer 28 jaar oud, maar wiens
naam sinds eenige jaren gerucht gemaakt
heeft in de geleerde wereld. Reeds in
1888 heeft hij opsneeuwschaatsen Groen
land doorreisd.
Ziehier waarop zijn plan berust. Kor-
tijd voor dat bij Groenland doortrok,
hadden eenige Eskimo's aan de Deen-
sctie bewoners der Groenlandsche kust,
overblijfsels van de Jeannette gebracht.
Dit schip had in Juli 1884, op ver
scheidene duizende Kilometers afstand
van de houding der Lena rivier, schip
breuk geleden.
Deze gestrande goederen bestonden
uit eene Matrozen vest en eenige papie
ren van kapitein De Long.
Deze stukken werden zonder twijlel
lol daar gebracht op eenen ijsblok, voort
gedreven door eenen sterken oceani-
sohen stroom. Ook vond men op het
dagboek van den kapitein, nolas die de
den uitkomen dat, gedurende de zes
maanden die de vernieling van het schip
vooralgingen, de afdrijving naar de
Noord-Westelijke richting niet meer dan
2 mijlen per dag beliep.
Zich op deze punten steunende, zegt
de doktor dat indien de Jeannette sterk
genoeg ware geweest nm aldus, aan de
drukking der ijsbanken te weerstaan,
zij op twee jaar tijd, op de oostelijke kust
van Groenland moest komen stranden
na, dank aan gezegden stroom, dichter
nabij de Noordpool te zijn geweest dan
hetzij ook welke and peditie.
Het schip waarv. beschrijving
volgt, zal weldra op aepstimmer-
werf begonnen worden
Het zal een kleine ner zijn, van
hoogst 200 ton en van deren vorm,
opdat bet gem-!' boven op bet
ijs te schuiven, de drukking der ijsbat -
ken zou kunnen vermijden. De kiel zal op
zulke wijze gesteld zijn, dat zij van het
schip, zonder er schade aan te veroor
zaken, zal kunnen gescheiden worden.
Twaalf dappere Noorvveegsche vis-
schers zullen de bemanning uitmaken
met levensmiddelen voor 5 jaar en met
een aldus aan alles wederstandbiedend
schip, hoopt doktor Nansen, zoo niet
juist door de Noordpool, toch op min
stens een of twee graden afstand van
den magnetischen kricg te komen.
Indien deze reis mag gelukken, is er
een grooten st ip gedaan in het nog altijd
onopgeloste vraagpunt waar reeds zoo
vele heldhaftige en geleerde mannen hun
leven voor offerden.
Wonderen in de natuur. In eene
rups zijn 4,041 spieren, IJook heeft 14
duizend spiegels in het oog van eenen
hommel ontdekt. Voor de ademhaling
van eenen karpel zijn 13,300 slagaders,
bloedvaten, aderen, beenderen, enz.,
noodig.
Het lijf van eene spin bestaat uit vier
kleine massa's, doorboord met een aan
tal gaatjes (onzichtbaar voor het bloote
oog), en elk gaatje laat eenen enkelen
draal door al de draden, ten bedrage
van 1.000 voor elke massa, sluiten aan
elkander als zij er uit komen en vormen
den enkelen draad waarmede de spin
hare web spint, zoodat, wal wij eenen
spinnedraad noemen, uil meer dan 4,000
tot één vereenigde draden bestaat.
Door middel van eenen microscoop
beeft Leeuwenhoek ontdekt dat spinnen,
niet grooter dan een zandkorrel, draden
sponnen, zoo fijn, dat er 4000 van noode
waren om één haar in dikte te evenaren.
STERFGEVAL.
Zondagavond is te Brussel overleden,
de heer Pieier De Decker, gewezen mi
nister van binnenlandsche zaken, hoofd
van het katholiek kabinet van 30 Maart
1855.
Hij werd te Zele geboren den 25 Janu
ari 1812. In 1839 werd hij als kamerlid
voor Dendermonde naar de Kamer ge
zonden. lp 1837 stichtte hij met den heer
Adolf Dechamps de Revue de tlruxelles.
De heer De Decker was partijganger
der gemengde ministerien. In 1855, wan
neer het kabinet H. De Brouckere-Pierest
na het eerste ministerie Rogier-Frère
viel, werd De Decker aan het hoofd van
het gemengd kabinet geplaatst, dat echter
maar tot in 1857 aan 't bewind bleef.
De heer De Decker moest aftreden ten
gevolge der liefdadigheidswet welke hij
voordroeg en die zooals men weet den
beruchten kasseioproer verwekte.
Men heeft hem verweten dat hij mis
daan heeft door af te treden, omdat in
meest al de groote steden, de kiezingen
ten gunste der liberalen waren uitgeval
len en bij en zijne kollegas, bang voor
een handvol schoelies die de katholieke
Kamerleden bij het uitkomen der Karner
kasseisteenen en modder naar hel hoofd
wierpen, al te gewillig aftrad en de libe
ralen aan 't bewind bracht.
De heer De Decker had schitterende
studiën gedaan in het kollege der Jezuie-
ten te St. Acheul, te Freiburg en te Pa
rijs, alwaar hij met de grootste onder
scheiding het diploma van doktoor in de
rechten verwierf'. Hij was een aanbidder,
een hartstochelijke bewonderaar en vol
geling van Lacordaire.
Als dagbladschrijver en dichter, ver
wierf hij eenen zekeren naam.
In 1866 verliet hij de Kamer van Volks
vertegenwoordigers. alwaar hij 27 jaar
eene der eervolste plaatsen bekleed had.
In 1871 werd hij gouverneur der provin
cie Limburg benoemd, doch deze benoe
ming verwekte eene soort van oproer
vanwege de liberalen, omdat de goede
m; n een der beheerders van de bank
Langrand-Dumoneeau was geweest.
De val van dit huis veroorzaakte ook
den zijne. De heer De Decker trad echter
vrijwillig af.
Sinds dien leefde De Decker in de af
zondering, studeerend,schrijvend en bid
dend. Zijn laatste werk schreef hij ter
verdediging van de H. Kerk.
Ik heb, zegde bij, dit werk geschreven
opdat God mijne kleinkinderen zou zege
nen.
De heer De Decker was een fijn diplo
maat, een goed schrijver, een gemoede
lijke dichter die ontzaglijk veel bijdragen
leverde in tal van gewaardeerde tijd
schriften.
Hij was ook Vlaamschgezind tot in liet
diepste zijner ziel en godsdienstig gelijk
alle Vlamingen van den ouden stempel.
Te verkrijgen ten bureele van Den
Denderbode, Korte Zoutstraat, N. 31,
Almanak der algem. Aartsbroeder
schap van O. L. V. van het
II. Hert voor 'l jaar 1891.
Prijs fr. 0,30.
Heden woensdag, um 3 uren des
namiddags, heeft ter groote feestzaal van
het Stadhuis, de plechtige aanstellingder
nieuwe gekozene Gemeenteraadsleden en
de verkiezing van drij Schepenen plaats
gehad, waarna 't banket ten huize van
den heer Burgemeester den Gemeente
raadsleden, Geestelijke, Burgerlijke en
Militaire Overheden aangeboden.
Eene zonderlinge wedding
Wij zijn de beste kameraden
Wij zullen malkander niet verlaten
Wij zijn, enz., en?.
Zoo gingen zondag avond een paar
jooge snaken, de genaamde D. en V.
welke pot en pint te gewetensvol hadden
uitgedronken en welke eindelijk in de
Wille Kal der Rollebeekstraat waren
aangeland. Wiel meer wetende wat uitzet
ten, kreeg een hunner een dier gedach
ten, welke enkel in het broin van eenen
genevelist kunnen ontstaan.
Ik verwed vijf frank, zoo zegde D,
tot zijnen gezel, dat gij dezen nacht in
het hotel Pletinckx, alias Amigo, zult lo
geeree.
Aangenomen, was het kort ant
woord van V.
Van de wedding werd verder niet meer
gesproken en nog menig pintje ledigde
men tot op den bodem.
Op een gegeven oogenblik wist D., den
geldbeugel van zijnen gezel te ontfutse
len. Dan ging hij naar achter, doch kwam
niet meer terug en poetste de plaat langs
den bijzonderen ingang.
D., en V., hadden goed geëlen en ge
dronken, en het wachten moede, wilde
V., betalen en heen gaan. Helaas! zijne
beurs was om zeep.
Hij gaf het den baas te kennen, doch
deze denkende dat V.. het enkel deed om
er zonder betalen te kunnen van onder
trekken, riep de hulp d;r politie in en
V.. werd kort en goed naar den amigo
geleid.
Daar mocht hij zijnen roest uitslapen
en proces-verbaal werd tegen hem opge
maakt voor overtreding der Loi-Wel.
Toen V., maandag morgend uil den
Amigo kwam, stond D., hem aan. de
poort af te wachten met den geldbeugel
in de hand. V., was verloren, hij had in
den Amigo geslapen eri beide kameraden
gingen te zamen naar de Rollebeekstraat
om den baas uit de Witte Kat te betalen.
Gevolgen der werkstaking. Een
arme drommel, zoo verhaalt een oogge
tuige in den Courrier de Bruxelles, stond
nabij de Zuiderstatie te rillen en te beven
onder eenige dunne vodden die zijn li
chaam bedekten. Hij vertelde ons:
Ik bewoon Oisquercq.bij Tweebrug-
gen en ben gisteren te voel vandaar ver
trokken om hier M. Olin op te zoeken.in-
wiens papierfabriek ik sedert 15 jaren
werkte.
Maar zekeren dag bracht een werk
man jenever in de fabriek, iets wat zeer
streng verboden is. .Men legde hem eene
boete op. Hij weigerde die aan te nemen
en werd doorgezonden.
De andere vverkliê staakten ook den
arbeid, en ik moest hen tegen wil en
dank volgen. Ik ware liever aan 't werk
gebleven, want mijne bejaarde vrouw
kon ons nauwelijks nog eene fatsoenlijke
keuken maken met het weinige, dat ik in
de fabriek won.
Mijne werkgezellen gaven na veer
tien dagen toe, maar daar het werk niet
overliep, kon de patroon die hen enkel
uit meêlijden opnam, ons missen en ik
werd met tweeen.deriig kameraden
doorgezonden.
Ons klein spaarpotje is uitgeput.
Mijne vrouw is ziek en wij zijn zonder
hulpmiddelen. Nu ben ik te voet vijf uren
ver gekomen om M. Olin te vinden en in
zijn huis der Stoofstraat verneem ik dat
hij naar Virginal vertrokken is, om er
verscheidene dagen te blijven.
Wanhopig heb ik toen mijne zuster
opgezocht, die eenige mijlen van hier
woont. Zij ook is arm maar toch gaf
zij mij wat vleesch en eenig geld voor
mijne reiskaart en nu ga ik andermaal
M. Olin opzoeken om hem te smeeken,
mij werk te geven.
Terwijl de man dit verhaal deed, kwa
men er tranen in zijne oogen en meer
dan een toehoorder liet een woord onl
vallen, dat de volksverleiders niet vrien
delijk in de ooren zou geklonken hebben.
Diefstal en aanranding te Etterbeek.
Zaterdag avond begaf zich de genaam
de Denayer, landbouwersknecht te Etter
beek naar de woning van zijnen meester,
die aan hel uileinde van eenen hof gele
gen is.
Met verwondering zag hij dat de deur
openstond. Nauwelijks had hij den voet
binnengezet, of hij ontdekte onder nan
den trap twee personen, die een nacht-
lampke ontstaken.
Denayer keerde terug om hulp te halen
maar hij werd achtervolgd en door een
revolverschot in het schoudersblad ge
troffen.
Hij gelukte er niettemin in, de woning
van eenen gebuur te bereiken, die met
een geweer gewapend, toesnelde en een
schot loste; maar de dieven waren ver
dwenen. De policie kwam insgelijks ter
plaatse, docli het was te laat.
Een der dieven moet zich ernstig ge
kwetst hebben, want overal vond men
bloedsporen op den tiap.
Drama te Ciney. Vijf menschen
verstikt. Een vreeselijk drama heeft
de kleine stad Ciney in ontroering ge
bracht.
De weduwe van den veldwachter be
woonde met hi re drie kinderen eene
kleine kamer, waar met nieuwejaars-
avond haar schoonbroeder ingsgelijks Je
nacht zou komen doorbrengen.
Daar een der kinderen ziek was had
men de kleine kachel laten branden,
doch die laten open slaan. Nu had zich
gedurende den nacht een sterke kolen
damp in het vertrek ontwikkeld, zoodat
men 's morgends twee lijken vond.
Deze familie schijnt voor hel ongeluk
geboren, want juist eene maand geleden
viel de man der vrouw, de veldwachter,
dood van de trappen van het gemeente
huis.
Een woedende zinnelooze. Men
meldt uit Wervik Een ongeluk, dat zeer
erge gevolgen kon hebben, heeft zondag
te Wervik plaats gehad.
De genaarde C. D.. 33 jaar oud, werd
's nachts schielijk woedend zinneloos.
Alles wat zich in het huis bevond, dat
hij bewoont, heeft hij in gruis geslagen.
De geneesheer Bevernage, wiens hulp
werd ingeroepen, en een ander persoon
werden door den krankzinnige op den
grond geworpen.
C. nam vervolgens de vlucht in de
richting van de kerk des hospitaals, waar
hij binnendrong. Hij sprong op twee
kloosterlingen, welke hij mishandelde.
De bestuurder van het hospitaal riep
de policie ter hulp, die er eindelijk in
slaagde den armen zinnelooze te over
meesteren. Deze was van hoofd tot de
voelen met bloed bedekt.
Ei waren zeven mannen noodig om
hem weg te brengen.
FRANKRIJK
Luchtvaart. Maandag laatstleden
deed de heer Cassoura, te Pau, met zij
nen luchtbal eene opsteiging. De lucht
bal had zich zonder het minste ongeval
verheven en alles voorspelde een schoon
reis, wanneer al met eens, op ongeveer
400 meters hoogte, eene scheur in den
luchtbal kwam en deze, met eene aan
zienlijke snelheid ronddraaiende, nader
den grond zakte.
Eenige minuten later viel hij op een
■lak der kapel van het lyceum, waardoor
Cassoura uil de mand geworpen werd. Hij
kon zich gelukkiglijk vasthaken aan het
touwwerk, terwijl dat de luchtbal we
derom een weinig opsteeg en vervolgens
op een ander dak nederviel.
De luchtreiziger, die eene buitenge
wone koelbloedigheid aan den dag legde
vond daar een steunpunt, kon zich los
maken en uit de mand stappen en, op
het oogenblik dal elkeen hem verloren
waande, sprong hij langs een venster in
eenen gang der tweede verdieping van
een huis.
Hij zal er gelukkiglijk van af zijn met
eenige kneuzingen.
Moordenaar door zijne vrouw aange
klaagd. Den 23 Maart trok men uit
het water van de vaart van Robaais, het
lijk van eenen man, dat herkend werd
voor den genaamden Leo Debrun, 52 ja
ren oud, vertegenwoordiger der brou
werij Leclercq-Taffiii, sinds den 2 der
zelfde maand spoorloos verdwenen. Zijn
lijk droeg geen de minste teekens van
geweld en men wist niet indien men hier
eene misdaad of een eenvoudig toeval
voor handen had, toen donderdag laatst
zekere vrouw Dekens, welke gescheiden
van haren man leeft, aangehouden werd
op heeierdaad van diefstal betrapt. Op
het politiebureel gebracht, verklaarde
vrouw Dekens, dat haar echtgenoot, Le
brun in de volgende omstandigheden
vermoord had.
De echtgenoten Dekens hielden te dien
tijde eene herberg, waar Lebrun de ge
woonte had te gaan. Zekeren dag ver
klaarde Lebrun dat hij aanzienlijke som
men geld te Rijsel gedaan had. Dekens
achtervolgde hem dien avond en plun
derde hem uit. Rond 3 ure 's morgends
keerde hij naar huis terug en verklaarde
aan zijne vrouw dat hij Lebrun aange
rand had, roeenende dat hij in bezit was
van veel geld, doch, dat hij bedrogen
was en woedend over zijnen tegenslag
had hij Lebrun in het water geworpen.
Dekens is aangehouden en in de ge
vangenis van Rijsel opgesloten.
Be belegering van een kasteel. Het
kasteel van Beyssac l>ij Sarlat werd ee
nigen tijd gehden gedurende twee op
eenvolgende nachten in regel belegerd.
Dit kasteel is midden de bosschen gele
gen en ver van elke woning verwijderd.
Niet ver van daar zijn voorhistorische
rotsen of hollen, waar vagabonden en
misdadigers zich schuilhouden.
Eenifce dagen geleden, rond 7 ure
's avonds, kwamen drie kerels, wier ge
baren en houding er zeer verdacht uitza
gen, aan de deur van liet kasteel kloppen
en vraagden aan den knecht een verblijf
voor den nacht. Hun aanmatigende toon
verblufte den knecht, die hen in de keu
ken hel komen en zich bereidde om hun
eten op te dienen, wanneer hij, onder de
vest van eenen der mannen, het lemmer
van eenen langen ponjaard zag blinken
Hij bedacht zich alsdan en zegde hun,
dat hij, alvorens hun eten op te dienen,
zich naar de kapel ging begeven om zijne
meesters te verwittigen, die overigens,
voorzeker zouden toestemmen en vroeg
hun een weinig te willen wachten, De
drie kerels die zich zeker achtten een
goeden slag te doen, boden niet den min
sten weerstand.
De dienstknecht sloot stevig de deur
en ging zijnen meester, den heer Perry,
vei willigen, die op dit oogenblik alleen
te huis was. De kasteelheer ging naar de
bovenkamer, gevolgd van zijnen knecht
en zegde langs het venster tot de drie
mannen dat hij hen niet kon ontvangen
ter oorzake van het gevorderd uur.
Zij poogden alsdan de deur te verbrij
zelen met ijzeren werktuigen, welke zij
bij zich droegen en slaakten luide kreten
van wraak,
Dit tooneel duurde tamelijk lang, daar
zij in hunne pogingen niet gelukten,
trachtten zij den omheiningsmuur te
over schreiden en zouden hier waarschijn
lijk in geslaagd zijn, indien de knecht,
die zich met een geweer had gewapend,
hen niet op de vlucht hadde gedreven.
Rond middernacht kwamen de schur
ken, die waarschijnlijk om versterking
waren gegaan, terug en poogden ander
maal over den muur te klimmen. Een
hunner had reeds het bovenste deel van
den muur bereikt, wanneer een schot