NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. Zondag 25 Januari 1891 10 centiemen per nummer 15lte Jaar lM° 255-4 ABONNEMENTPRIJS ANNONCENPRIJS DOQB Prins BOUDEWIJN Prins Boudewijn is dood! MEDEBURGERS Te Huis. DE DENDERBODE. Jil t)iad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag De prijs ervan is 6 frank 's jaars fr. 3,25 voor ses maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat, N« 31, en in alle Postkantoren des lands. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr 1,00 Vonnissen op 3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. AELST, 24 JANUARI IS9I VAN Een verschrikkelijk nieuws verspreide vrijdag morgen bliksemsnel in onze stad Nooit, wij mogen het zeggen, heeft ee- nige doodstyding een zoo verplettenden indruk teweeg gebracht als deze. Niemand wist een woord van zijne ziekte; slechts donderdag avond berichtte de Moniteur dat prins Boudewijn ziek was en dezen morgen meldt ons de telegraaf dat de levensdraad is doorge knipt, de ademtocht is afgesneden, dat alle hoop voorby is Sterven op zijn 21 jaar, vol levenslust en met eene bloeiende toekomst voor zich dat is voorzeker smartelijk maar des te pijnlijker is |het te sterven met eene toekomst die reeds, hoe jong de prins ook ware, door eene hartelijke populari teit was omringd. En wat schooner toekomst was er dan die van prins Boudewijn Bemind was hij door het volk, om zijm ronden en loyalen aard bemind vooral door al de Vlamingen, die in hem een vlaamschen prins begroetten en dus ook een vlaamschsprekenden Koning, den eerste die over hen regeeren zou. Wie gedenkt zyn triomfantelijk optre den niet te Brugge, waar hij, de jonge vorst, het volk toesprak in de taal van Breydel en de JConinck Wat berstte de geestdrift los in heel het land,toen de dag bladen verkondigden - de prins spreekt de taal des volks Overal zocht het oog des Vlamings, in de feestelijkhedeu, den prins en begroette hem met hand, stem en hart. Ons prinske noemde men hem en voor waar, met hart en ziel was men hem ge negen en tot der dood was men hem ver kleefd Ja, hij was de lieveling van ons volk in hem zagen de Vlamingen het einde van een tijdvak van rechtsmiskenning, tot welker herstel onze tegenwoordige Koning, Leopold II, lof en eer zij hem I zooveel en zoo doorzichtig heeft bijge dragen. Prins Boudewijn was een veelbeloo- vende geest hij had goede studiën ge daan, toonde daarin een zeer open en hel der verstand had een vroom gemoed en leidde een stil en ordelijk leven de lessen zijner moeder hadden vruchten ge dragen. Hij was de liefde, de oogappel zijner ouders, HH. MM. de Koning en de Ko ningin hadden op hem hunne hoop ge vestigd, zooals ook het vaderland. Be- grijpe wie kan wat slag de vorstelijke fa milie, reeds zoo zwaar beproefd, is ge vallen God moge den graaf en de gravin van Vlaanderen, den vader en de moeder, troost geven in de verschrikkelijke ramp die hun treft. Het vlaamsche volk deelt in het lijden dat hunne vorsten ondergaan en het va derland bidt met hen meê, opdat de sla gen eindelijk van ons stamhuis en van het land, mogen worden afgewend Bijzondere Harastelegrammen Brussel, 23 Januari. Z. K. H. prins Boudewijn, zoon van den graaf van Vlaanderen, is dezen nacht ten 2 ure overleden, ten gevolge eener slechte spijsverteering. Brussel, 9 ure. De Moniteur heeft inden morgend een bijzonder bulletijn medegedeeld. Hierin wordt gezegd dat de prins, ten gevolge eener verkoudheid sedert eenige dagen te bed lag. Gisteren werd zijn toestand erger,maar niets deed de verschrikkelijke ramp voor zien. Oisteren avond, rond kwaart na 11 ure werd de toestand echter wanhopig en, kwart voor 2 ure deze morgend, gaf de prins den geest. De stad is in verslagenheid gedompeld. Overal staan groepen bijeen en bespre ken het ongeluk, dat het land betreft. Heel de belgische bevolking zal eerbie dig deelnemen in den rouw der konink lijke familie en des Konings. Deze dood sleept eenen prins ten grave, die schitterend was begaafd en op wien het land met recht mocht hopen. De omstreken van het paleis zijn een zaam en verlaten. De politie-agenten houden de wacht om alle gerucht te voorkomen, want men houdt het verschrikkelijke nieuws ver borgen voor de zieke prinses Hendrika. Het nieuws verspreide zich dezen nacht als een loopend vuur door de stad. Brussel, 23 jan. Prins Boudewijn is overleden tengevol ge eenen bloedopdrang naar de longen. Men denkt dat hij de ziekte heeft opge daan, door bij zijne zuster, prinses Hen drika, die thans genezen is,blijven te wa ken. De prins ligt op zijn doodsbed in groot uniform van kapitein der carabiniers. In zijne eene hand houdt hij den degen en in zijne andere eenen paternoster. Zijne trekken zijn niet veranderd. Eene massa personen van aanzien, vooral vele hoogere officieren, defileeren voor het pa leis om zich te laten inschrijven. De Koning was rond middernacht den prins gaan bezoeken en was er gebleven tot rond 1 uur. Naar het schynt was prins Boudewijn reeds sedert eenige dagen ongesteld doch men had zijne ziekte zeer geheim gehou- Prins IfoudewiJn-Leojwld-Phi- lippe-Maria-Antoon-Jozef-Lodewijk, her tog van Saksen,prins van Saksen-Coburg- Gotta, grootlint der Leopoldsorde, groot- lint der orde van den Eruestijnschen tak van Saksen, groot commandeur van de koninklijke orde van het huis van Hohen- zollern, grootlint van de orde van den Toren en het Zwaard van Portugal .werd geboren te Brussel, den 3 juni 1869. Hij kwam dus ter wereld, eenige maanden na den dood van den kroon prins, hertog van Brabant, wiens plaats hy zou innemen, Zijn vader, de graaf van Vlaanderen en zijne moeder, ene uitstekend begaafde vrouw, gaven hem eene welverzorgde opvoeding weinig werd echter over het leven en de jeugd des prinsen bekend ge maakt en |het was eerst toen deze in het leger trad, dat de aandacht des voIks op hem getrokken werd. Als onder-luitenant trad hij, op 18jari gen ouderdom,in dienst bij de grenadiers later ging hij over ais luitenant bij de ca rabiniers, waar hij nu lot kapitein bevor derd werd. Door zijn innemend karakter, door zijn vriendelijken omgang met de soldaten, wist hij de liefde te winnen, zoo van zyne oversten als van zyne ondergeschikten. Het was een jongeling van ernstigen aard, kalm en leerzaam, die zijnen dienst in het leger gewetensvol vervulde. Nog onlangs gaf hij voor de officiers eene voordracht, die van veel studie en veel kennis getuigde. De eenige overblijvende zoon van den graaf van Vlaanderen, de prins welke nu zijnen broeder opvolgt als vermoedelijke troonopvolger, is prins AIl»e«*t-Leo- pold-Clemens-JMaria- Menraad, geboren te Brussel den 8 april 1875. Deze trad onlangs in de militaire school Hij is, naar men zegt, veel levendiger en woeliger van aard dan de afgestorven prins. Builen dezen zoon hebben de graaf en de gravin van Vlaanderen, nog twee dochters princes Hendrika, geboren den 30 november 1870 en princes Josephina, geboren den 18 november 1872. Prins Boudewijn te Brugge Wij herinneren ons nog de vlaamsch- gezinde betooging, welke te Brugge plaats had, toen Z. K. H. prins Boudewijn de Breydelfeesten in deze stad bijwoonde, op 21 angusti 1887. Zelden voelden wij het vlaamsche hart met meer trotschheid kloppen als op dezen gedenkweerdigen dag. Het was op de vertooning van het va- derlandsche stuk 1302, van Camile Mari- chal. Nooit, wij herhalen het, nooit gaat de indruk uit ons gemoed, welke deze ver tooning op ons naliet. Toen prins Boudewijn zijne loge bin nentrad, vergezeld door baron Ruzette, gouverneur, greep er eene onbeschrijf lijke betooging plaats. De Brabangonne weergalmde, hoeden en zakdoeken wer den gezwaaid en daarboven steeg, mach tig en reusachtig één kreet omhoog, één vlaamsche kreet, die aan de ooren van den prins zal weerklonken hebben, als de tolk van de gevoelens van gansch een volk Leve prins Boudewijn. De geestdrift grensde aan vervoering, toen hy eindelijk rechtstaande, de zaal als één man met de muziek instemde en de Vlaamsche Leeuwmannelijk, krachtig onstuimig weêrgalmde. Het was alsof een nieuwe zonne ons vlaamsch leven be scheen, alsof een nieuw bloed ons door de aderen vloeide in de tegenwoordig heid van hem, dien wij als onzen toeko menden vorst begroetten, werd daar onze taal geëerd, erkend, gewroken van alle miskenning, haar tot daartoe aangedaan! Neen, dit oogenblik wordt door geen enkel der aanwezigen vergeten. Wij zien ze daar nog allen rechtspringen als jonge lingen Van Steenkiste, De Beucker, De Potter, Obrie en al de oude strijders. En de jongeren dan Toen de jonge prins, bleek van ontroering, verrast door zooveel liefde en genegenheid rechtstond, dan zal hij begrepen hebben dat, indien het vlaamsche volk onverschillig is voor hem die zijne taal verachten, het boven alles diegenen bemint, als het in zijne taal vereeren. Tot het laatste oogenblik woonde prins Boudewijn de vertooning bij. Toen het doek neerviel op de hulde aan den Leeuw van Vlaanderen, werd de betooging van daar straks, zoo mogelijk nog met meer kracht herhaald. Bij het uitgaan had een van die toonee- len plaats, die eene gebeurtenis vormen in het leven van een man. Prins Boudewijn had, in de vlaamsche taal, de leden der commissie bedankt voor het onthaal. Pas was één wooid in onze moedertaal uit zijnen mond gevloeid, of er rees eene eindelooze toejuiching op. Iedereen was vervoerd en opgetogen het nieuws verspreidde zich als een loopend vuur door de dicht met volk bezette straten en uit duizende monden weerklonk het, van heinde en ver Leve de prins. Stapvoets reed het rijtuig door Brugge's aloude straten en eensklaps ging daar, als uit éénen mond, het echte vlaamsche lied omhoog Leve ons prins, En hij mag er wezen Leve onze prins En hij mag er zijn. En de studenten, die met ontblooten hoofde de eere-wacht rond de koninklijke koets vormden, ontstaken het bengaalsche vuur in alle kleuren en riepen uit volle borst HipHipHoera Arme, jonge prins God heeft gewild dat ge er niet zoudt wezen maar in de gedachtenis der Vla mingen die op u zulke ernstige hoop koesterden, zal er eeuwig eene plaats overblijven voor den eersten vlaamschen prins Prins Boudewijn op de krijgsbewegingen. Indien er eene streek is, waar het overlyden van den bij uitstek vlaamschen prins met ware droefheid zal vernomen worden, is het stellig wel in de provin cie West-Vlaanderen, welke hij tijdens de krijgsbewegingen van het verleden jaar schier geheel te voet doorreisde. Wij zien hem nog in het gevecht te Pitthem, waar hy met de witte broek aan en den ransel op den rug gelijk de minste zijner karabiniers zijne compagnie aanvoerde, door het slijk plonsend, over grachten springend, de vermoeide solda ten aanmoedigend door voor hen nu en dan een glas bier te betalen. Wij hooren hem nog schertsen met de boeren die hem toch azue 'nen braven jongen vonden en azue nikske fier. Wij zien hem handdrukken wisselen met de andere officieren van zijn regiment en herrinneren ons hoe hij, na den grooten g, te Passchendaele en Roozenbeke bij wapenschouwing, vermoeid maar fier, 3 het hoofd zijner compagnie den Ko ning zijnen oom voorbij stapte. Wij hooren nog de geestdriftige hoeras in 't hotel aan de statie te Passchendaele toen twee of drie antwerpsche jongens, den prins daar bemerkende, eenen heil dronk ter zijner eer instelden. Ja, men zal hem daar meer dan elders in het land betreuren. De eerste kroonprins. Het is bijna dag voor dag 22 jaar gele den dat de eenige zoon van Leopold II, te Brussel den geest gaf. Den 22" januari 1869 stierf de jonge hertog van Brabant een paar uren na den 22 januari 1891, stierf prins Boudewijn, Leopold's tweeden erfgenaam. Ziehier wat wij schreven op dien droe gen dag Leopold-Ferdinand-Elias-Victor-Ma- ria-Albert, hertog van Brabant, was den 12 juni 1859 op het kasteel van Laeken geboren en was nog niet ten volle 10 jaar; in hem sterft de rechtstreeksche erfge naam van den belgischen troon. Wij hebben nog niets uit het leven van dit kind op te teekenen het heeft nog geene geschiedenis zooals zijne voor zaten het heefl enkel eene geschiedenis van buiselyk leven, zooals het kind van den geringsten burger heefl, en op dit oogpunt is zij alleen wezenlijk belangrijk voor de koninklijke familie zelve. Dit afsterven kan echter voor Belgie belangrijke gevolgen hebben want in dien er van den kant des konings geen mannalijke kinderen meer zouden gebo ren worden.zou de kroon aan den tak van zijnen broeder, den graaf van Vlaande ren, te beurt vallen. Zwaar werd de koninklijke familie, in vader en moederhart beproefd. De ko ningin heeft voor het behoud van haar kind alles opgeofferd wat eene moeder doen kan en men weel tot welke opof feringen een moederhart in staat is. Inderdaad, wanneer men nagaat wat al nachtwaken, wat al zorg en kommer de koninklijke moeder in die langdurige ziekte heeft onderstaan wat al hoop zij had op de genezing kwam deze niet van de mannen der kunst, dan toch van God dan begrijpt men dat gansch Bel gie met haar het behoud van dit kind af smeekte. Het was echter in liooger wil besloten; God ontnam aan Belgie den opvolger der kroon en tevens de lieveling aan 't hart van vader en van moeder. Die wil is hei lig en men bukke het hoofd. De volgende proclamatie werd heden Zaterdag morgend op de muren onzer Stad aangeplakt Aan de inwoners der Stad Aalst. Een onafmeetbaar onheil dompelt gansch België in den rouw. De Koninklij ke Prins Boudewijn 4s niet meer.... Deze onvoorziene dood ontrukt ons den Erfgenaam der Kroon, den jeugdigen Prins welke de liefde en genegenheid van alle Belgen had weten te verwerven. Scharen wij ons allen rond den troon, rond het grondwettelijke Koningdom en bewijzen wij aan den Koning dat de on eindige droefheid die de Koninklijke Fa milie overlaadt door de gansche bevolking gedeeld wordt. Leve de Koning Leve de Koninklijke Familie. De Burgemeester van Aalst, V. VAN WAMBEKE. Provinciaal Bestuur van Oost- Vlaanderen. KABINET. Gent, den 23 Januari 1891. Aan de plaatselijke Besturen der steden en gemeenten der Provincie. Mijnheeren, Ik volbreng eene pynlijke zending met u het afsterven aan te kondigen van Z. K. H. den Prins Boudewijn, die onverwachts dezen nacht bezweken is aan de ziekte waarmede hij sedert eenige dagen was aangedaan. Gy zult gelieven dit smartelijk voorval ter kennis uwer bestuurden te brengen. De Gouverneur, R. DE KERCHOVE. De borst zwelt op, het oog glanst, als, wij dat woord hooren. Als met een too- verslag zien wij ons terug in die zaiige dagen der jeugd op die dierbare plek, waar wij op moeders schoot, het eersie woordje stamelden, waar onze teere voet jes de eerste waggelende slapjes deden. Op die veel beminde plaats, waar wij ge speeld, gezongen, gesprongen hebben waar onze eerste traantjes vloeiden, als een houten paardje eeu poot ol den kop afging. De liefde voor onze geboorteplaats vindt niet alleen haren grondslag in den mach tigen band der gewoonte, die den mensch anders gedurende heel zijn leven gekluis terd houdt, neen, duizend zoete banden der gelukkigste herinnering houden ons geboeid aan het oord, waar onze wieg stond, waar wij jeugd en eersie jonge lingsjaren sleten. Hoogere, edeler gevoelens zijn het, die ons met onzichtbare draden trekken naar ons tehuis, waar de lente onzes levens in al hare schoonheid en weergalooze zalig heid voorbijvloog. En hoe gevoelloos de mensch ook wordt in de stormen des levens, in den worstel strijd om liet bes aan, hoever liet lol hem ook slingeren moge van bet middel eii uitgangspunt zijner dagen, het zoete woord geboorteplaais roept toch steeds een glimlach op zijn gelaal, een smachtend verlangen in zijn hart. Want zelfs in het gevoellooste hart, waarin alle snaren ontspannen, gebroken zijn, klinkt nog een aandoenlijke toon, aLs een zucht uit het verloren Paradijs het woord Te huis Dat gevoel, dat verlangen, de liefde hebben alle menschen, alle volkeren ge meen. Wel is bij den eenen mensch, bij het eene volk die liefde sterker ontwikkeld dan bij anderen, De bewoners der bergen beminnen hunnen geboortegrond boven alles maar er is toch geen volk, dat dien trek niet kent, behalve de Nomaden, die van af hunne jeugd een zwervend leven leiden. Niets is dus meer onwaar dan het gezegde ubi bene, ubi palria, (waar het ons goed gaat, daar is ons tehuis). Neen, het ware geluk is enkel te vinden op onze geboorteplaats Er is een woord in onze taal, dat het verlangen naar huis krachtig, schoon uitdrukt, namelijk Heimwee. Ja het is een wee, een diepe, onbe schrijfelijke ziekte, dat verlangen, die zucht, die 's menschen hart bijna even hevig bewegen kan als de innigste lielde. Vraag het den krijgsman, als de don der van den slag hem legenbrull, als duizenden kanonnen hunne vreeselijke lading uitwerpen vraag het den zeeman als de elementen om hem heen loeien, de

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1891 | | pagina 1