NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN T ARRONDISSEMENT AALST.
Donderdag 16 April 1891
10 centiemen per nummer
■45ste Jaar, N° 21557
ABONNEMENTPRMS
AMOM EIVPRUS I
HET GEHEIM.
Rijkdom der kerken eu kloosters
De Werkstaking.
Keizers en koningen
DE DENDERBODE.
Jit blad verschijnl den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag De prijs ervan is 6 frank 's jaars
Ir. 3,25 voor ses maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen.
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat,
\o 31 en in alle Postkantoren des lands.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, tr i,00 Vonnissen op
3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Calqae nw.
AELST, 15 APRIL 1891-
Politiek overzicht.
1 Mei te Parijs. Nog altijd verstaan
de socialisten te Parijs malkaar gelijk kat
en hond.
Weêr is op de Arbeidsbeurs eene ver
gadering gehouden om te handelen over
de groote manifestatie van 1 mei. Aan
anarchisten geen gebrek in de zaal. De
ctot/en-afgeveerdigde Dumay stelde voor
om zich niet te bepalen tot de manifesta
tie. Den 2 mei moeten de arbeiders de
werkplaatsen verlaten, als zij hunne acht
uren achter den rug hebben.
Er is ten slotte eene motie aangeno
men, waarin verklaard wordt, dat de
sociale hervormingen moeten komen
door de revolutie.
En dat alles ter gelegenheid van i mei,
die men vredelievendnoemt.
Het viervoudig verbond. De Kreuz-
zeitung stuurt eene sensatie-nieuws in de
wereld. Het duitsche blad zegt uit goede
bron te weten, dat MM. di Rudini en Ni-
cotera er in gelukt zijn, lord Salisbury te
overtuigen van het vredelievende karak
ter van het drievoudig verbond, sedert
het aftreden van Crispi.
Lord Salisbury zou deze politieke sa
menwerking zijn bijgetreden.
Wat meer is, ten einde Italie's gelde-
lijken toestand op te beuren, zou men
eene leening sluiten, met de medewer
king van M. Alph. de Rothschild en ande
re Parijzer bankiers.
De Kreuzzeitung voegt er bij, dat dezer
dagen M di Rudini en lord Dufferin de
acte hebben geteekend, waardoor het
drievoudig in viervoudig verbond wordt
veranderd.
Parnell naar onder. De actiën van
Parnell dalen dal men het ziet.
De twee kaakslagen van Kelkenny en
Sligo waren zoo geducht, dat hij zich
voor eenen derden wacht en de uitdaging
Yan Maurits Healy niet durft aannemen.
En men rekent dat hij, bij de algemecne
kiezingen, opde86 iersche zetels er geen
6 zou verkrijgen.
Mij dacht in Amerika uog wat meer
bijval te vinden dan in zijn vaderland.
Maar, eilauie 't en beleekent ook niet
veel
De parnellistische afgeveerdigden, te
New-York geland, zijn daar heel koel
ontvangen. De welkomst-vergadering
werd door nauwelijks 300 personen bij
gewoond, en geen der hoofden van de
iersche partij was tegenwoordig.
En zeggen dat die man nog met eer
had kunnen vertrekken en hij, ondanks
zijne schande, toch den grooten Parnell
had kunnen blijven. Nu graaft hij zijn
eigen graf en ligt er reeds half in
Troonrede. De politieke toestand in
Oostenrijk. Keizer Frans-Jozef heeft
6e vervolg.
O mijn God I zij is dood dood om mij
nentwille I was het eerste gedacht, dat hem trof
en hem voor een oogenblik onbeweegbaar maakte.
Maar neen 1 zij leefde nog.
Het openen der deur had zy wel niet gehoord,
maar het instioomen eener frisschc lucht, had
haar weder bezield de schijn der lamp, die in
eeDs de duisternis van dit hol deed verdwijnen,
trof ook hare oogen. Haastig sloeg zij die nu naar
boven en zag daar haar bevrijder. Aldus mogen
wel de bewoners der graven te moede zijn, wan
neer in den dag des oordeels de bazuin lien zal
wekken uit hunne lange sluimering wanneer
eene straal van het eeuwig leven weder in de
duistere woning des doods zal lichten.
Hij vloog de trappen af, en greep het
vreugde en schrik weder bezwijmend meisje in
zijne armen. Hij besproeide haar koud en bleek
aangezicht met eenige druppelt uit ijjne veldflesch
zaterdag met eene troonrede den nieuwen
Rijksdag geopend.
De keizer bestatigde dat alle europee-
sche mogendheden den levendigen wensch
aan den dag leggen, om met hare nabu-
in vrede te leven.
Alle regeeringen hebben aan het Weener
kabinet de verzekering gegeven, dat zij
het handhaven van den vrede als het
hoofddoel van haar streven beschouwen.
Deze verzekeringen en goede verstand
houding (zegde de keizer) mogen ons
doen hopen op eene reeks van vreedzame
jaren, gedurende welke de wetgevende
■nacht ongestoord hare taak zal kunnen
verrichten.
De regeering zal trachten naar eene
nieuwe regeling der politieke en han
dels betrekkingen met het buiten
land, in het belang van landbouw en nij
verheid,
Voorts wees de keizer op den verkre
gen uitslag door het vergelijken tusschen
de Czecken en de Duitschers. De regee
ring zal op dien weg zoeken voort ie
gaan.
De keizer bepleitte de noodzakelijkheid
der handhaving van het evenwicht in de
begrooting, en kondigde ten slotte eene
hervorming van het stelsel der recht-
streeksche belastingen aan.
De zinsneden betreffende het vreedzame
karakter van den europeeschen toestand,
werd levendig toegejuicht, evenals ook
's keizers aanspoedig tot eendrachtige
samenwerking om do geschillen tusschen
de partijen uit den weg te ruimen.
De keizer werd bij zijn binnentreden
en heengaan zeer toegejuicht.
Bijna al de bladen drukken hunne
hoogste voldoening uit over de keizerlijke
rede; eenigen klagen enkel over het wei
nige dat gezegd is over den financieelen
toestand.
De Standard deelt den volgenden brief
meê, met den post aan prins Ferdinand
gezonden.
Aan Ferdinand den laatste.
Gij die 3 maal gedoemd zijt, verlaat
ons, wilt gij geen nieuwe ramp zien.
Als gij tot april blijft, zullen wij u en
uwe moeder doen in de lucht springen.
De spoorwegen zijn in onze handen.
Voor Stamboeloff zullen wij ook zorg
dragen.
Geef dus het gedacht op nog langer
in Bulgarie te regeeren.
Brieven van bedreiging in gelijken zin
zijn gezonden aan prinses Clementine en
Stamboeloff.
Men kan waarlijk geen liberaal orgaan,
groot of klein, in handen nemen of men
treft er eenen geweldigen uitval in aan
tegen den rijkdom der kerken en kloos
ters.
Moest men de liberale schreeuwers
en goot ook iets daarvan in haren mond. Weldra
ontwaakte zij uit hare onmacht, gesterkt door dien
krachtigen drank, en nog meer door de bewust
heid der redding. Met welke innige ontroe.
ring zij nu dankte, zoowel haren hcmelschen Ver
losser als haren aardschen redder, is lichtelijk
tc verbeelden. Evenzeer, hoe rouwmoedig hij
haar om vergiffenis bad, dat hij liaar eene taak had
opgelegd, welke haar nu zoovele uren doodsangst,
en bijkans het leven gekost had. Daarna stelde
hij haar voor, dat ook dit vooral volstrekt een
geheim moest blijven voor zijne zuster en dc
dienstboden, cn dat men een ander avontuur
moest verzinnen, ter aan neemlijke verontschuldi
ging voor haar lang wegblijven, een zoodanig
werd ook op den terugweg uitgedacht, hetgeen
Lucy, in hare vreugde over het wedervinden
van hare vriendin, ook lichtelijk en gaarne
geloofde.
Een nacht slechts vertoefde de oversten op het
kasteel tilencarthy. Toen nam hij een teedcr en
droevig afscheid van dc beide meisjes, en snelde
zijn noodlot te gemoet.
Nauwelijks waren veertien dagen, na zijn ver
trek, verlonpen. toen Maria eens, op een mor-
gend, uit gewoonte nare oogen op den esschen
hoorn slaande, een liggend kruis ontdekte. Met
gelooven, bijna gansch 't fortuin in ons
land berust in de handen der Geestelijk
heid en kloosterlingen, welke dan nog
dag en nacht werken en zwoegen om
alles in te palmen.
Maar laat ons eens onderzoeken wat
die beweering der liberale scribenten
wel waard is:
België telt ongeveer 3600 mannelijke
kloosterlingen welke zich ten meerderen
deelc onledig houden met 't volksonder
wijs.
Daarbij moet men nog voegen 22 dui
zend kloosterzusters of nonnen, welke de
zieken verzorgen, de jeugd onderwijzen,
in 't onderhoud van oude en kranke
lieden voorzien.... In een woord, zij hel
pen en vertroosten hunnen evenmensch
eri moesten ze verdwijnen vele ongeluk-
kigen zouden van armoede en ellende
vergaan en langs de straten liggen te
sterven.
Valt er daar iets aan af te keuren,
heeren liberalen
Neen, daar keuren wij niets van af,
hooren wij de liberale schrijvelaars in
koor roepen, maar kerken en kloosters
hebben bijna gansch 't openbaar fortuin
iugeslokt en werken gedurig om 't laatste
dat er nog overblijft in te slokken....
Weeral eens leelijk mis, heeren libe
ralen
België heeft eene uitgestrektheid van
drij millioen hectaren land....
Op die drij millioen hectaren bezitten
alle de kloosters er te samen twee dui
zend in eigendom, 'tgene, wanneer men
goed rekent en telt,maakt dat elke kloos-
ierlihg een kapitaal vanfr. 800 of
een inkomen van 23 k 23 fr. 's jaars zou
bezitten.
Al de kerkfabrieken vau gansch 't land
bezitten te samen 22 duizend hectaren
land en men bemerke wel, dat de inkom
sten verbruikt worden voor de godsdien
stige ceremoniën, voor 't versieren der
kerk en 't onderhoud der gebouwen.
Zietdaar dien ouafmeetbareu rijkdom
volgens de liberalen
Much ado about nothingveel gerucht
voor niets, aldus zou men het werk kun
nen betittelen, 't welk rondom ons ver
richt wordt door de progessisten van de
Rêforme, in meêwerking met de socialis
tische leiders van de zoogezegde wer
kerspartij.
Zij woelen, maar hun werk gaat niet
vooruit; en dat is zeer gelukkig, want dit
werk zou de overhoopzetiing van Belgie
zijn, eene soort van 1848, waarbij wij
niets te winnen, maar wel alles te ver
liezen hadden.
Het schijnt thans duidelijk dal het onze
socialistische woelmakers erg spijt, de
bedreiging van algemeene werkstaking
in de wereld gezonden te hebben, en zij
niet weten hoe er aan te beginnen om ze
in te richten.
Toen zij naar Parijs gingen, meenden
zij domweg dat de broeders en vrien
den van den vreemde hun het middel
gingen geven, om in Belgie revolutie te
maken.
Wie weet misschien beelden zij zich
in dat een nieuw Risguons-touternstiger
dan dat van 1848, uit de internationale
beraadslagingen zou voortspruiten,
j In hunne verwachtingen bedrogen en
aan hunne eigene krachten overgelaten,
weten zij nu niet hoe de revolutionnaire
taak te beginnen, welke zij op zich heb
ben genomen.
Zij verschuiven den vervaldag van den
eenen datum op den anderen, en zij zul
len weldra verplicht zijn een uitstel te
vragen aan de dwaashoofden, wiens be
geerlijkheid en slechte driften zij hebben
opgewekt.
Zij hadden die sukkelaars beloofd hen
in een land van belofte te brengen, waar
zij deel zouden hebben in al de goederen
al de macht, al het geluk. Welnu, wat
gebeurt er? De luchtspiegeling verdwijnt
en de werkman zal blijven worstelen met
de wezenlijkheid en de ellende.
Zij nadert inderdaad, de ellende; zij
nadert met groote stappen. Wij staan
voor eene vreeselijke nijverheidscrisis,
en als altijd zal zij woeden in al de ran
gen, noch werkman, noch patroon, noch
verbruiker, noch voortbrenger sparende.
Reeds gevoelt men in de koolbassins
de eerste aanvallen. Na de daling van het
loon zal de opschorsing van het werk in
vele gestichten volgen. Eu hoe vele werk
lieden zullen alsdan, zelfs tegen bunnen
dank, veroordeeld zijn tot de werkeloos
heid
Deze werklieden hebben gezond ver
stand.' zij weten wel dat het bun in zulke
gevallen tot niets zou dienen kiezers te
zijn. Heeft het algemeen stemrecht ooit
brood verschaft aan ben die er ontbra
ken
Alvorens te stemmen moet men leven.
En indien het nijverheidsgesticht gecne
bestellingen krijgt, indien bet geen werk
kan geven aan de werklieden, dan zullen
de redevoeringen van eenen Uufuisseaux
of Volders, die ongelukkigen niet beletten
van honger te sterven.
Deze vooruitzichten zullen wellicht al
te somber schijnen. Ik wensch vurig dat
zij niet in vervulling komen; maar dat de
handelswereld ongerust is, en reden
heeft om het te zijn,dat is onbetwistbaar:
in hoeverre de belangen ook getroffen
zijn, de werkman zal zijn groot deel heb
ben in het lijden en 't is niet in de her
zieningsbeweging, dat hij het middel
tegen zijne kwalen zal vinden.
(Handelsblad.)
Te Londen is een boek met levensbe
schrijvingen verschenen van keizers en
koningen. Wij nemen er eenige bijzon
derheden uit over:
schrik cn droefheid vernam zij nu uit dit teeken
dat Maccarthy moest overleden zijn. Zoo voor
zichtig als 't haar mogelijk was, zocht zij hare
vriendin voor te bereiden op deze droevige, hoe
wel niet geheel onverwachte gebeurtenis, en het
gelukte haar wezenlijk ook de arme Lucy zooda
nig te stemmen, «lat zij het ergste hooren kon.
Wat haar zelve betrof, zij veronderstelde als
hoogst waarschijnlijk, dat Maccarthy's vriend dit
teeken moest hebben gegeven, dat deze dus nog
in leven en wellicht in de nabijheid was, dat hij
haar misschien nog iets anders mede tedcclen,
en dus wei op het bepaalde uur ook op de bekende
plaats zou verschijnen.
Nauwelijks hoorde zij den eersten slag der klok
vau middernacht, of zij sueldc mei lantaarn cn
sleutels naar die nauwe deur. Daar stond dan
ook reeds die eertijds slomme vriend, zijne lin
kerhand in een doek dragende. Voor hel eerst
hoorde zij nu zijne stem, die lieflijk in hare
ooren kionk, hoewei zij treurige berichten over
bracht.
Ons beider vriend, zegde hij zuchtende, is
niet meer, op de vlakte van Culloden heeft hij zijn
edel bloed gestort alles is verloren, ons geheel
leger is verslagen of verstrooid, en Karei-Eduard
zelf is gevlucht. Ik zelf dwaal nu, gekwetst en
vervolgd rood, om eene schuilplaats tc zoe
ken.
ik weet er eene, riep Maria, terwijl tranen
over hare wangen rolden, zoowel voor den dooden
als nog levenden vriendik weet eene veilige
schuilplaats, waar geen meuschciijk oog u ontdek
ken zalvolg mij maar gerust.
Maria geleidde den gekw etsten vluchteling naar
het gewelf, nadat zij eerst de voorzichtigheid had
gehad, om de valdeur aan eene ijzeren stang in
het venster vast te binden. Zij deelde de helft ba
rer kaars met hem, voorzag hem, in den loop van
dien nacht nog met een bed en voedsel, met linnen
cn geneesmiddelen om zijnen arm te kunnen ver
binden, die ook na ceuige dagen genezen was. In
den velgenden nacht bracht zij hem een gemakke-
lijken stoel, boeken, schrijfgerief, zooveel als hy
noodig had.
Bijna twee maanden bracht Maccarthy's vriend,
Arthur Malcoln geheetcn, in deze onderaardsche
gevangenis door maar zij werd een paradijs
voor'hem. Hadden te voren slechts beider oogen
en herten gesproken, nu kon ook de mond hunne
gevoelens overbrengen. Waren zij te voren slechts
door wederzijdsche schoonheid getroffen en ge
boeid geweest, nu, door mededeeliug van lotge
vallen en denkwijze, leerden zij elkander hoog-
De keizer van Duitschland staat vroeg
op hij neemt het morgenmaal in gezel
schap der keizerin. Hoe vroeg dit ook
zij, is zij altijd tegenwoordig. Er is geen
lunch in het paleis, zooals ook alle
andere engelsche gewoonten verbannen
zijn:
De keizer blijft trouw aan de duitsche
burgergewoonten, dat is te middagmalen
ten uur. De fransche keuken en de fran-
sche namen der spijskaarten zijn stipt
verbannen.
Ten 3 ure drinkt men thee, en in den
vooravond gebruikt men een eenvoudig
souper, Men gaat ter ruste als de groot
moeder, de koningin van Engeland,
pas haren maaltijd eindigt engelsche
gewoonte.
In den achternoen, als de keizer tijd
heeft, gaan man en vrouw samen uit,
te voet of in rijtuig soms gaan zij
aan boord eener boot, en nemen de kin
deren meê, die de keizer bijzonder lief
heeft.
Als Wilhelm afwezig is, houdt de kei
zerin zich bezig met bare goede werken,
die zij heeft gesticht. In den vooravond
vereenigen zich de dames, om te werken
aan de kleedingstukken voor de armen.
Veel houdt de keizerin, evenals haar
man, van muziek, vooral van Wagner.
Zij schildert ook, even als de keizer,doch
deze laatste het liefst zeegezichten.
Als de keizer van Oostenrijk niet jaagt,
vindt men hem in zijn kabinet. Hij werkt
nauwgezet en is vroeg bij de hand, soms
om 4 ure 's morgens. Hij gaat ten tien
ure ter ruste.
Keizer Frans Joseph, ofschoon zeer
verstandelijk werkt langzaam en moei
lijk. Zijn dag is zeer juist verdeeld. Soms
hoort hij 450 personen daags, want de
nederigsten zijn toegelaten, tweemaal per
week.
In spraak, in beweging, in besluiten is
de keizer uiterst kalm hij luistert met
het grootste geduld.
Frans Joseph is geen vriend van fees
ten hij, zoo min als de keizerin, ontvan
gen niet meer dan zij moeten. Men geeft
eenige officiëele maaltijden en met car
naval twee groote bals, tot welke, vol
gens oostenrijksche gewoonten, slechts
dames, genoodigd worden die vele kwar
tieren in den adel bezitten.
Op de feesten is de keizer zeer inge
togen en hij toont daar de opgeruimd
heid niet, dien hij stelt in de jacht op ree
of bert.
De keizerin was in hare jeugd eene
ware schoonheid zij heeft hiervan,
hoeveel zij dan ook geleden beeft, een
ruim overschot behouden. Op haar twin
tigste jaar leerde zij eerst peerdrijden, en
is een der knapste rijderessen die er be
staan. Zij rijdt veel in de prachtige dre
ven van het keizerlijk park. Veel houdt
zij van honden en peerden.
Met de politiek houdt zij zich niet bezig
Zij.zegt dat zij daarvan niets verstaat,het
geen den hongaarschen romanschrijver
Jokai, een tegen-keizersgezinde, tot haar
achten en beminnen, en weldra klonk de
belijdenis van liefde en wederliefde uit beider
mond,
Nadat eerst het slagveld cn naderhand descha-
votlcn slachtoffers genoeg ontvangen hadden
nadut Cumberland Schotland verlaten had, en naar
het hof zijns broeders was teruggekeerd, werd er
eene algemeene amnistie afgeko ndigd, waarin dan
ook Malcoln begrepen was, die nu weder te voor
schijn mocht komen.
Malcoln was een geacht, Scliotach edelman,
wiens bezittingen minder verlies hadden onder
gaan, cn die zich dus iu veel betere omstandighe
den bevond dan bet geslacht der Maccarthy't.
Dewijl nu zijne liefde niets meer in den weg
stond, zooirad hij weldra in het huwelijk met
zijne geliefde en heldhaftige Maria Berthy.
De goede Lucy verkocht liet weinig overgeble
vene van ha&r ouderlijk erfgoed, om bij hare
vriendin tc blijven leven, en vond bij deze een
vriendelijker verblijf, dan binnen de d uistere en
vervallen muren van Gleucarthy.
EINDE.