NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. Zondag 21 Juni 1891, 10 centiemen per nummer !,re Jaar N. 2576 EEN EX-VOTO De Grondwet en hare herziening. Plichten der rijken. £- DE DENDER-BODE. ABONNEMENTPRMS Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag De prijs ervan is 6 frank 's jaars r. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutslraat, N° 31, en in alle Postkantoren des lands. ANNONCENPRIJS I Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr 1,00 Vonnissen op 3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Clique Mn a ed AELST, 20 JUNI 1891- Politiek overzicht. Rome, 18 juni. Do Fanfulla bevat de tekst van eene proclamatie, door het radikaal comiteit geteekend. Daarin wordt hel volk bijeengeroepen, om door ja ol neen te antwoorden op de volgende vragen Wil de italiaansche naliehetdrievoudig verbond Wil zij den gewapenden vrede met de openbare ellende Wil zij de ge heime verdragen, die ons naar het onbe kende slepen, of wil zij oorlog voeren, die door niemand gevraagd wordt Een antwoord is noodzakelijk, ol zoo niet staat men zijne vrijheid af. Spanje. De koningin en Af. Castelar. M. Castelar, de beroemde spaansche redenaar en hoofdleider der republikein- sche partij in Spanje, beeft dezer dagen eene ontmoeting gehad met de koningin regentes, ontmoeting welke bet voorwerp is aller gesprekken. Verleden jaar had men reeds gezegd dat senor Emilio Castelar eene samen komst had gehad met dona Christina. Dit gerucht was valseh. Dezer dagen bevond M. Castelar zicli op bezoek bij de markiezin de La Laguna, ie Aranjuez en men was na het ontbijt op de wandeling, toen men eensklaps de koningin ontmoette, die ook haar paleis heeft te Aranjuez. H. M. was vergezeld van de infante Isabella. De markiezin en hare genoodigden gin- - gen de koningin begroeten. Senor Caste lar, als beleefd man,ontblootte het hoofd, doch bleef staan. Het was de infante diu Spanje's eersten redenaar zag staan en tot hare schoon zuster zegde O, ziedaar senor Castelar De koningin, die bijziende is, greep haar lorgnon, beschouwde een oogenblik den oud'president der spaansche repu bliek,boog voor hel gezelschap en keerde zich stilzwijgend om. Castelar zou, na de ontmoeting, tot de markiezin de La Laguna hebben gezegd het is niet goed, noch voor de koningin, noch voor mij, dat wij malkaar veel te genkomen. Het Bethleêm-incident.— Het Bethleëm- incident, waar de orthodoxen met ge weerschoten de. katholieken in hunne kerk aanvielen, is nog ver van opgelost te zijn. Natuurlijk nam Rusland partij voor de orthodoxen, maar lot eer van Frankrijk moet gezegd worden, dat het zonder aarzelen de verdediging der ka tholieken op zich nam. Rusland dringt sterk bij den H. Stoel erop aan, dat de katholieken in het Oos ten niet alle onder Frankrijk's proctecto- vrij naar het Fransch van Alfred de BREHAT. -ÏZ(- 3e vervolg. Mijn vader gelastte mij den dood mijner zuster te wreken. Een gevecht lusschcn den schaker en mij moest plaats hebben to Rcnncs. Dc voornuum- ste personen van het hof waren aanwezig. Moed en zucht naar wraak ontbraken mij niet. Ik beefde noehtans, alhoewel, Gode zij mijn getuige, ik gce- nen schrik had. Ik werd, ik weet niet hoe, uit den zadel geworpen ik lag ten gronde.... Een kreet van afkeuring steeg bij dc aanwe zigen op. Iedereen dacht dat ik de vlucht genomen had.... 's Anderdaags lag ik in het gevang, mijn vader aan mijne zijde. Ik wilde alles vertellen, maar hij aanhoorde mij niet, een spotlach speelde op zijn gelaat, hij was... zinneloos. Den volgenden dag bracht men ons naar het schavot. Al dc edelen van de omstreken waren aanwezig. Beticht van meineed cn laster jegens hertog Jan, moesten wij beroofd worden van on zen titel van ridder. Men las ons vonnis voor. Mijn raat blijven, maar ieder gesteld worde onder bescherming van zijn eigen land. Hot Vatikaau vreest echter,dat het inwil ligen van dien wensch de uitbreiding van den slavischen invloed en den schisma- tiek-ortbodoxen godsdienst in het H. Larid vrij spel zou laten. Men is overtuigd, dal Rusland zich niet aan de klachten der andere chrislene mogendheden zou storen.Daarom wenscht deH. Stoel zoowel liet Iransche protec toraat als de vriendschappelijke verhou ding tusschen Rusland en Frankrijk in Palestina in stand te zien blijven, ook daar het deze verhouding als het beste middel beschouwt om de zoozeer ge- wcnschte toenadering tusschen de lat n- sche en de afgescheiden oostersche kerken weer mogelijk te maken. (Vervolg.) Ik kom nu tot het algemeen stemrecht dat M. Janson, na zijne volkomen bekee ring tot do democratie, of liever, tot do socialistenpartij met zijne progressisten- kliek verdedigt, 't Is het stelsel van al onze liberale en geuzendagbladen, zelfs van hen, die eertijds alle herziening vijandig waren onder andere der Flandre libérale en zoo ik gis der Indépendance Beige. Dit systeem drengt zich min door zijne innige weerde en hoedanigheden op, dan door het getal zijner oogenblikkelijke aanhangers aan de opmerkzaamheid op. Het kiesrecht voor de Ré forme van Féron en Lorand is een natuurlijk recht aan de natuur van den mensch verbonden. Dus algemeen stemrecht of beter ieder een, 't zij burger of vreemde luis moet van rechtswege toegang tol de stembus vinden. 't Is nochtans maar sedert eenigen tijd dat dit blad zulke schoone wijsgeerige stelsels verdedigt, (misschien sedert het oogenblik dat het hoopt eene fijne trek aan de bewarende partij met de herzie- ningsvraag te kunnen spelen daar hot eertijds de voorkamper was der for- muul van lezen en schrijven, die het treffelijk gevolg zou hebben indien toegepast 25 per honderd der kie/.ers te doen schrabben volgens de opmerking van den geachten Genlschen volksverte genwoordiger de Smet de Naeyer. Ten dien tijde moest het stemrecht nog geen natuurlijk recht geweest zijn want dan ware het ezelsdom die burgers het kiesrecht dat hen toekomt door een chinoiserie te ontrekken. De Progressisten (beter de achteruit- gangers) hebben ingezien dat dit wat'moest veranderd worden en hebben in hunne blauwe leidschriften er een werkend po litiek recht van gemaakt maar eigen aan de hoedanigheid van burger. Dit was wat beters de lezers van den vader aanboorde bet met den zotten glimlach, die hem sedert toen bijgebleven is. De beul brak onze wapens stuk voor stuk. Wij moesten onthoofd worden, maar ingezien de zinneloosheid van vader, werden wij voor ons le ven in 't pevang opgesloten. De baron van Coël- mainguy was niet voldaan over onze gevangenis, h(j beloofde eene som geld, indien de beul ous om bet leven wilde brengen. Toen deze laalstc zijn plan wilde ten uitvoer brengen, ontbrak hem de moed, cn hij liet ons vluchten. Onze twee namen werden op de graven van twee boosdoeners ge schreven, welke onlangs liet tijdelijke met bet eeuwige verwisseld hadden. Wat nu gedaan met mijnen zinueloozcn vader Ik drong in bet diepste der bosschen, en viel bij toeval in eene hut, bewoond door eencn onzer oude dienstboden, en dien ik onmiddellijk herken de. Sedert bet kasteel vernietigd was. hield hij zicli in liet bosch op als houthakker. Met zjjnc hulp vonden wij de sleutels van den toren cn van de ondcraardscltc gangen, waar wij ons uu beviu- den. Ik bracht vader bier, en sedert dien lijd heb ben wij deze plaats niet meer verlaten. Onze ge trouwe houthakker, Jobie, verschaft ons dc le vensmiddelen, welke ik ga halen, cn inlusschentijd schiet ik wel eens een stuk wild. Wanneer dc zee onstuimig is, ga ik op het strand, ik zegen het tempeest, omdat bet mij Demierbode indien zij zich de moeite heb ben gegeven mijne artikels te volgen weten reeds in welken zin dit moet opge nomen worden. Uit hooide der belangrijkheid, ter oor- zake der groote gevolgen vooras volks voorspoed en welstand en voor 's lauds veiligheid, kan men de wetgever het recht niet omzeggen door zekere waar borgen en gewisse voorwaarden de uit oefening ervan te regelen en de toekomst van liet land toe te vertrouwen aan hen die belang hebben aan de handhaving der openbare orde, aan hel heerschen van recht en vrijheid. Je hevigste voorstanders van het al gemeen stemrecht zijn verre vooruit de socialisten, de zoogezegde werkerspartij. Zij hopen, de belhamels, daardoor een zetelken in de volkskamer op de kosten van onwetende werklieden te overmees teren zij droomen reeds van de 200 florijnen als schadeloosstelling hunner reize en onderhoudskosten. Als die schijnhoofden (de laatste werk stakingen hebben duidelijk bewezen dat dit woord waar is) in de Kamers zullen zijn, dan, werklieden,zult gij er persoon lijk niets door gewonnen hebben, arbeid zal als voorheen de wet der natuur zijn. De bijzonderste beweegreden, die de socialisten voor hun stelsel doen gelden zijn voor 't meeste deel uit de Grondwet getrokken, uit teksten slecht begrepen en verkeerd uitgelegd, van daar valsche ge volgtrekkingen. Algemeen stemrecht voegt Dendergalm erbij (2fi april 1891) is het eenvoudigste, het gemakkelijkste, liet rechtvaardigste al de andere stelsels zijn maar mikmak, bedrog en kult den boer Wie eene socialistische manifestatie heeft bijgewoond heeft voorzeker op hun ne kartels kunnen lezen Alle machten komen uil de Natie (art. 25). De bel- gen zijn gelijk voor de wet (art.6). Ge lijke lasten, gelijke rechten enz. Hoe verre dit alles ten voordeele der socialisten pleit, ot dit hunne gevolg trekking wettigt, wil ik zoo kort mogelijk uiteenzetten. Aan liet eerste argument alle machten komen uit de Natie antwoordt de ge leerde hoogleeraar van Leuven, M. Van den Heuvel, het volgende Revue géné rale 1891, bl. 408). Het volk is souve- rein, oppcrheerscher in dezen zin dal de bestuurders voor hem en hij niet voor de bestuurders bestaatin dezen zin dat het de belangen van eene klas of partij niet zijn, maar die der algemeenheid, die van het gansche volk, die het bestuur in zijn handel en wandel moet beoogen. Moeilijk ware het te verzekeren of zulks de zin is hoe dit artikel moet be grepen er. uitgelegd worden,daar er geene volledige jaarboeken bestaan der onder handelingen van het Nationnaal Kongres, jaarboeken, die alleen den sleutel der op- wreckt op dc mcnschen, ik iel de lijken, mij liet edelmoedig medelijden van mijnen vader herinne rende, dat dc oorzaak van den ondergang onzes huizes geweest is. Arme man, zuchtte Marcelle, en nog zoo jong Ja. hirnam hij, ik ben in den bloei mijns levens, ik houd er aan te leven, ik zoek den roem en mijnen tijd moet ik hier in ledigheid doorbren gen. Ik heb aan den gevangenbewaarder van Har- douinayc beloofd, zijne ongehoorzaamheid nooit bekend te maken, wcikc plaats ik later ook moge bcklcedcn... Ik kan vader niet verlaten onteerd leven cn sterven is mijn lot... Hel medelijden van Marcelle was ten hoogste gestegen. Zij nam de benden van Raoul en be sproeide zc met overvloedige tranen. Eeltige dagen liepen voorbij. De voeten van Marcello genazen langzaam. Raoul was meer opge beurd, hij bevond zich gelukkig in de tegenwoor digheid van de jonge dame. Deze kon hem opbeu ren, zijne nare herinneringen ter zijde schuiven, en van den onderaardschen gang een aangenaam verbliji maken. De edele dame was zoo schoon, zoo kiescli. Ra oul zag niet dan door hare oogen, sprak niet dan door haren mond. Nu stelde Raoul geen belang meer in de ontstui* 'migheid der zee, nu ging hij geene lijken meer lossing van de vraag zouden leveren met ons de wijze te doen kennen onze hoe constituanten liet hadden begrepen. De uitlegging van den geleerden hoog leeraar schijnt mij, niettegenstaande al de achting en aanzien die zijnen naam in boezemt, een weinig bij het hair getrok ken, en de rede ervan kan men in art. 47 vinden. Want ware zulks de zin, de be teekenis van art. 25, dan kon men licht art. 47 uit de Grondwet doen verdwijnen, 't is te zeggen, hel stemrecht aan de hui- digen grondcijnsbetaalders ontnemen en dan nog zou het waar zijn (het overige der Grondwet zou al de vrijheden neg waarborgen) dat het bestuur voor het volk en niet het volk voor het bestuur bestaat. Wat ware in dit geval de beteekenis van het volk is opperheerscher Hoe kan het volk zijne oppermacht doen kennen Natuurlijk door ae kiezin gen waardoor het een wenk en richting aan de Staatkunde geven kan, leid schriften aannemen en andere verleggen, wetten doen stemmen en andere doen afschaffen en de wetgeving is wel, denk ik, de bijzonderste uiting der souvereini- teit Dit is de meening van liberaal Le Hon, die in zijne redevoering van 6 Januari 1831 uitriep, dat de kiezingen de bron waren van alle de machten en het stemrecht het kostbaarste recht van den burger. Men zou ten laatste onze Constituanten van dubbelzinnigheid in de uitdrukkingen kunnen beschuldigen, ware dit de wijze hoe art. 25 moest begrepen worden. Waarom zulke hoogdravende volzinnen gezocht om met een art. voor den dag te komen dat voor het gezond verstand ver borgen is waartoe men slechts door wijsgeerige vitterijen en advokaatsche spitsvondigheden komt, en die, in dit ge val, tot zulke valsche gevolgtrekkingen aanleg geeft, Rik. Uittreksel der Encycliek. Aldus vermaant de Kerk de rijken, dat hun rijkdom hen niet ontslaat van de ver plichting tot lijden, en dat hun aardsch bezit hun voor het eeuwige leven geen bate, maar veeleer schade brengt dat de in den mond van Jesus-Christus onge wone bedreigingen lien met vrees moeten vervullen dat zij aan den godde- lijken Rechter een strenge rekenschap van het gebruik hunner goederen, in dit leven bezeten, zullen moeten geven. Een voortreffelijke en zeer gewichtige leer predikt voorts de Kerkhin betrekking tot liet gebruik, dat men van aardschei rijkdom te maken heefteen leer, die door de heidensche wijsgeeren slechts in onbestemde trekken vermoed, door haar in 't volle licln gesteld en, wat meer tellen. Raoul «as gelukkig, wanneer hij inde tegen woordigheid van Marcelle cn Loïc was, deze laat ste werd ziek hij was bl^ek, hij verloor zijnen eetlust cn zijne vroolijkheid de vochtigheid van de plaats, het gebrek aan lucht en licht was hier waarschijnlijk de oorzaak van. Te meer, de voe ten van Marceillc waren genezen, en men moest op liet vertrek gaan denken. Op 'zekeren avond sprak er de dame aan Raoul van. Deze laatste werd bleek, cr kwamen rimpels op zijn voorhoofd, on een pijnlijke zucht ontvloog zijne borst. Gij hebt gelijk, zegde hij, ik had u al langer aan deze bedorvcnc lucht moeten onttrekken, gij zelf lijdt. Ik zat u morgen bij Jobie brengen. Zijuc borst ging onstuimig op en néér. Wat gaat gij doen, vroeg Marcelle, zich tot Raoul wendende, de gevoelens van haar hart al- zoo min of meer blootleggende. Ik zal bij vader blijven totdat bij dood ia, antwoordde bij, en dan hoop ik hem weldra in het graf te volgen. Gij moet leven, hernam zij. Oh, neen, neen, nu minder dan ooit, riep bij luidkeels. De dag liep droevig voorbij. Met iiet hoofd tegen den muur leunende, keerde hij zicli slechts om, wanneer de speelzieke Loïc hem bij de kleederen trok. De grijsaard en de kleine knaap sliepen delen is, in levende practische beoefening ge bracht wordt. Zij betreft den plicht der weldadigheid, het geven van almoezen. De leer is ge grond, zooals wij reeds gezien hebben,op de onderscheiding, die te maken valt tusschen rechtmatig bezit en rechtmatij gebruik vau bezit. Het bijzonder beail berust, gelijk Wij aantoonden, op natuurlijk orde. Het ge bruik daarvan, natuurlijk binnen de gren zen van het recht, is niet alleen geoor loofd, maar het is ook,bij het maatschap pelijk bestaan van den mensch, een noodzakelijkheid. Het is geoorloofd, aldus de H. Thomas, dat de mensch eigendom bezit, en het is ie gelijk noodig voor het menschelijk leven Vraagt men nu, op welke wijze het gebruik van dat bezit moet geregeld zijn, dan ant woordt ons de Kerk met dienzelfden Leeraar <r De mensch moet de uiterlijke dingen niet als een eigendom beschou wen en behandelen, maar als gemeen goed, in zooverre namelijk als hij zich gemakkelijk ertoe leent die dingen aan de noodlijdenden af te staan. Daarom zegt de Apostel Beveel aan de rijken van deze wereld.... dat zij gaarne geven en mededeelen. Ongetwijfeld is niemand verplicht aan zijn eigen noodwendigheid of aan die van zijn gezin te kort te doen, ten einde daar door den naaste te helpen. Niet eens bestaat de verplichting,ter wille van het geven van aalmoezen,afstand te doen van hetgeen een behoorlijk ophouden van den staat, die ons toekomt, aan uitgaven vor dert immers, het geldt den H. Leeraar als rechtsregel niemand is verplicht op eene wijze, die niet met zijnen staat overeenkomt, te leven Maar, waar eenmaal voorzien is in het onderhoud en in een mei 's menschen staat overeenkomend optreden, daar geldt voor den bezitter wel degelijk de plicht om, van zijnen overvloed, de noodlijden den te ondersteunen. YVal gij overvloe dig bezit, geeft dat aan de armen Die verplichting evenwel vindt de uiterste nood daarbuiten gelaten haren grondslag niet in eenig rechtmaar in de christelijke liefde, en daarom kan ook niet langs gerechtelijken weg hare vervul ling worden geëischt.Zij vindt intusschen wel degelijk hare bekrachtiging in eene uitspraak, die krachtiger is dan alle bepaling, door aardsche wetgevers en rechters vastgesteld, in hel woord name lijk van den Eeuwigen Rechter die op velerlei wijzen de miidadigheid heelt aanbevolen a Het is zaliger, te geven dan te ontvangen en die op den laatsten dag het geven ol weigeren van eene almoes aan Zijne armer., beschou wen zal als eene gave of weigering, Hem- zelven ten deel gevallen Wat gij aan een van deze Mijne geringste broeders gedaan hebt, gij hebt het aan Mij ge daan Uit het vorenstaande valt derhalve kor- telijk te besluiten wie rijkelijker door God met goederen bedeeld werd, hetzij nacht gerust, doch Marcelle noch Raoul konden een oog sluiten. 's Anderdaags bad Raoul dc dame om zich ge reed to maken tot dc reis. Ik ben gereed, antwoordde zij. Raoul opende de deur, die op liet veld uitgaf. De vrouw ging haar kind halen, dat met den grijsaard speelde. De arme zinneloozc huilde, wan- men hem zijnen speelmakker jontnam. De kleine Loïc omhelsde hem eene laatste maal, en Marcelle drukte cencn malschcn kus op het voor hoofd van den ouden <man. Kom nu, zegde Raoul, de vrouw niet be ziende. Zij volgde mot de tranen in dc oogen. Geef mij Loïc, zegde de ridder. Het kind bij de linkerband nemende, deed hij met de rechter hand de takken cn disleis weg, opdat Marcelle zich niet zou kwetsen. Geene vijf minuten waren er verloopen, of het bloed liep liein langs de vingeren af. Marcelle zou Item gaarne cenige woorden van bedanking toegestuurd hchben, maar zij vreesde niet te kunnen voleindigen. Langen tijd vervolgden zij sprakeloos hunnen weg. De vrouw herinuerdc zich alsdan den eer sten dug, dat zij Raoul gezien had. Eindelijk hield de ridder stil. Eon scherp fluiten weerklonk op de stoffelijke en uitwendige, of geestelijke goederen, hij heelt dien overvloed ont vangen, om hem voorzeker tol zijn eigen waar welzijn,maar ook tot voordeel zijner medemensehen te gebruiken hij heeft als een uitdeeler der gaven van Gods Voor zienigheid te handelen. Indien iemand latent is toebedeeld, hij zorge wel, niet le zwijgen heeft iemand rijkdom ont- vangen, hij wake, om niet af te laten van de gaven der barmhertigheid ;viel iemand ervaring ten deel in het bestu- ren van anderen, hij poge het aanwen- den daarvan te doen strekken tol nut van zijnen naaste Hun die geene goederen der fortuin bezitten, leert de Kerk, dat armoede voor het oog der Eeuwige Waarheid niet in het minst schandelijk is, en dat hij, die door handwerk in zijn onderhoud voor ziet, daardoor in geenen deele zich-zel- ven onteerl. Christus.den Heer zelf, heeft door daad en voorbeeld die waarheid bekrachtigd. Hij, die voor het heil der menschen arm geworden is terwijl Hij rijk was en die, hoewel Hij de Zoon van God en zelf God was, toch voor den zoon werd gehouden van den tim merman en het grootste gedeelte zijns levens met lichaamlijken arbeid in de werkplaats doorbracht. Is deze niet de timmerman, de zoon van Maria? Hij, die dit goddelijk verheven toon beeld met ernst betracht, hij zal gemak kelijker begrijpen, dat de ware adel en grootheid van den mensch berusten in zijn zedelijke eigenschappen, dal wil zeg gen in zijne volle deugd dat de deugd echter een goed is,voor allen bereikbaar, voor den laagste zoowel als voor den hoogst geplaatste, voor den rijke en den arme, en dat niets anders dan de beoefe ning der deugd, het verwerven van ware verdiensten, den mensch den Hemel kun nen openen. Ja, zelfs ten opzichte der hulpbehoe venden en ongelukkigen naar de wereld, treedt Gods liefde in zekeren zin krachti ger dan jegens anderen aan het licht: Jesus-Christus prijst de armen zalig Hij noodigt al degenen, die vermoeid zijn en beladen, liefdevol tot Zich, om hen te vertroosten de onterfden en ver volgden omhelst Hij met geheel bezondere liefde. Deze waarheden moeten ongetwijfeld bij de bemiddelden en hooger geplaatsten eiken overmoed bedwingen, de armen voor kleinmoedigheid bewaren zij moe ten aan de bezitters van aardsche goede ren leeren, dat zij jegens de armen eenen plicht hebben le vervuilen van liefde en tevens zullen zij de laatsten stemmen lot een bescheiden tevredenheid met hun lot. Aldus wordt de kloof tusschen de ver schillende standen lichtelijk vernauwd en de verzoeningsgezinde verstandhouding onderling door overeenstemming van streven mogelijk gemaakt. Komt evenwel de zedenleer des Chris tendoms ten eenenmale tol haar recht, twee uiteinden van het bosch. Een man, geheel met geitenvetten bedekt, met bijl en kapmes ge wapend, kwam een boschje uitgesprongen. Hij bc- za? met verwondering dc jonge dame en haar kind Jubie, zegde hem de ridder, gij gaat deze vrouw en haren zoon tot Jugon brengen. Heb wel zorg ▼oor ben, verdedig ze desnoods tot den dood. Dan, zicli tot de vrouw keerende, aan welke hij eene kleine, lederen beurs ter h«ud stelde zeg de hijziehier eenige goudstukken, zij zullen u dienen om een paard of cencn ezel onderweg te koopen, gij zult u alzoo niet tc zeer vermoeien. Te Jugon ken ik iemand, die mij geld genoeg zal geven, sprak Marcelle. Neem maar aan, hernam de ridder, en nu, vaarwel.... Moget gij en uw zoon altijd gelukkig zijn 1 Het hoofd omdraaiende, reikte hij haar de hand toe, cu wilde zich verwijderen. En Loïc dan, omhelst gij hem niet De ridder en de kleine kunap omhelsden mal kander al weenende. Vaarwel, heer Raoul, zegde zij hem tot af scheid, heb hoop in dc toekomst. Wij tullen den Allerhoogste voor u bidden. Bid hem, mij den dood te zenden, was het antwoord. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1891 | | pagina 1