NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
Zondag 21 Juni 1891,
10 centiemen per nummer
!,re Jaar N. 2576
EEN EX-VOTO
De Grondwet
en hare herziening.
Plichten der rijken.
£-
DE DENDER-BODE.
ABONNEMENTPRMS
Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag De prijs ervan is 6 frank 's jaars
r. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen.
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutslraat,
N° 31, en in alle Postkantoren des lands.
ANNONCENPRIJS I
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr 1,00 Vonnissen op
3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Clique Mn a ed
AELST, 20 JUNI 1891-
Politiek overzicht.
Rome, 18 juni.
Do Fanfulla bevat de tekst van eene
proclamatie, door het radikaal comiteit
geteekend.
Daarin wordt hel volk bijeengeroepen,
om door ja ol neen te antwoorden op de
volgende vragen
Wil de italiaansche naliehetdrievoudig
verbond Wil zij den gewapenden vrede
met de openbare ellende Wil zij de ge
heime verdragen, die ons naar het onbe
kende slepen, of wil zij oorlog voeren, die
door niemand gevraagd wordt
Een antwoord is noodzakelijk, ol zoo
niet staat men zijne vrijheid af.
Spanje. De koningin en Af. Castelar.
M. Castelar, de beroemde spaansche
redenaar en hoofdleider der republikein-
sche partij in Spanje, beeft dezer dagen
eene ontmoeting gehad met de koningin
regentes, ontmoeting welke bet voorwerp
is aller gesprekken.
Verleden jaar had men reeds gezegd
dat senor Emilio Castelar eene samen
komst had gehad met dona Christina. Dit
gerucht was valseh.
Dezer dagen bevond M. Castelar zicli
op bezoek bij de markiezin de La Laguna,
ie Aranjuez en men was na het ontbijt op
de wandeling, toen men eensklaps de
koningin ontmoette, die ook haar paleis
heeft te Aranjuez. H. M. was vergezeld
van de infante Isabella.
De markiezin en hare genoodigden gin-
- gen de koningin begroeten. Senor Caste
lar, als beleefd man,ontblootte het hoofd,
doch bleef staan.
Het was de infante diu Spanje's eersten
redenaar zag staan en tot hare schoon
zuster zegde O, ziedaar senor Castelar
De koningin, die bijziende is, greep
haar lorgnon, beschouwde een oogenblik
den oud'president der spaansche repu
bliek,boog voor hel gezelschap en keerde
zich stilzwijgend om.
Castelar zou, na de ontmoeting, tot de
markiezin de La Laguna hebben gezegd
het is niet goed, noch voor de koningin,
noch voor mij, dat wij malkaar veel te
genkomen.
Het Bethleêm-incident.— Het Bethleëm-
incident, waar de orthodoxen met ge
weerschoten de. katholieken in hunne
kerk aanvielen, is nog ver van opgelost
te zijn. Natuurlijk nam Rusland partij
voor de orthodoxen, maar lot eer van
Frankrijk moet gezegd worden, dat het
zonder aarzelen de verdediging der ka
tholieken op zich nam.
Rusland dringt sterk bij den H. Stoel
erop aan, dat de katholieken in het Oos
ten niet alle onder Frankrijk's proctecto-
vrij naar het Fransch
van Alfred de BREHAT.
-ÏZ(-
3e vervolg.
Mijn vader gelastte mij den dood mijner zuster
te wreken. Een gevecht lusschcn den schaker en
mij moest plaats hebben to Rcnncs. Dc voornuum-
ste personen van het hof waren aanwezig. Moed
en zucht naar wraak ontbraken mij niet. Ik beefde
noehtans, alhoewel, Gode zij mijn getuige, ik gce-
nen schrik had. Ik werd, ik weet niet hoe, uit den
zadel geworpen ik lag ten gronde....
Een kreet van afkeuring steeg bij dc aanwe
zigen op. Iedereen dacht dat ik de vlucht genomen
had....
's Anderdaags lag ik in het gevang, mijn vader
aan mijne zijde. Ik wilde alles vertellen, maar hij
aanhoorde mij niet, een spotlach speelde op zijn
gelaat, hij was... zinneloos.
Den volgenden dag bracht men ons naar het
schavot. Al dc edelen van de omstreken waren
aanwezig. Beticht van meineed cn laster jegens
hertog Jan, moesten wij beroofd worden van on
zen titel van ridder. Men las ons vonnis voor. Mijn
raat blijven, maar ieder gesteld worde
onder bescherming van zijn eigen land.
Hot Vatikaau vreest echter,dat het inwil
ligen van dien wensch de uitbreiding van
den slavischen invloed en den schisma-
tiek-ortbodoxen godsdienst in het H.
Larid vrij spel zou laten.
Men is overtuigd, dal Rusland zich niet
aan de klachten der andere chrislene
mogendheden zou storen.Daarom wenscht
deH. Stoel zoowel liet Iransche protec
toraat als de vriendschappelijke verhou
ding tusschen Rusland en Frankrijk in
Palestina in stand te zien blijven, ook
daar het deze verhouding als het beste
middel beschouwt om de zoozeer ge-
wcnschte toenadering tusschen de lat n-
sche en de afgescheiden oostersche
kerken weer mogelijk te maken.
(Vervolg.)
Ik kom nu tot het algemeen stemrecht
dat M. Janson, na zijne volkomen bekee
ring tot do democratie, of liever, tot do
socialistenpartij met zijne progressisten-
kliek verdedigt, 't Is het stelsel van al
onze liberale en geuzendagbladen, zelfs
van hen, die eertijds alle herziening
vijandig waren onder andere der Flandre
libérale en zoo ik gis der Indépendance
Beige. Dit systeem drengt zich min door
zijne innige weerde en hoedanigheden op,
dan door het getal zijner oogenblikkelijke
aanhangers aan de opmerkzaamheid op.
Het kiesrecht voor de Ré forme van
Féron en Lorand is een natuurlijk recht
aan de natuur van den mensch verbonden.
Dus algemeen stemrecht of beter ieder
een, 't zij burger of vreemde luis moet
van rechtswege toegang tol de stembus
vinden.
't Is nochtans maar sedert eenigen tijd
dat dit blad zulke schoone wijsgeerige
stelsels verdedigt, (misschien sedert het
oogenblik dat het hoopt eene fijne trek
aan de bewarende partij met de herzie-
ningsvraag te kunnen spelen daar
hot eertijds de voorkamper was der for-
muul van lezen en schrijven, die het
treffelijk gevolg zou hebben indien
toegepast 25 per honderd der kie/.ers
te doen schrabben volgens de opmerking
van den geachten Genlschen volksverte
genwoordiger de Smet de Naeyer.
Ten dien tijde moest het stemrecht nog
geen natuurlijk recht geweest zijn want
dan ware het ezelsdom die burgers het
kiesrecht dat hen toekomt door een
chinoiserie te ontrekken.
De Progressisten (beter de achteruit-
gangers) hebben ingezien dat dit wat'moest
veranderd worden en hebben in hunne
blauwe leidschriften er een werkend po
litiek recht van gemaakt maar eigen aan
de hoedanigheid van burger.
Dit was wat beters de lezers van den
vader aanboorde bet met den zotten glimlach, die
hem sedert toen bijgebleven is. De beul brak onze
wapens stuk voor stuk.
Wij moesten onthoofd worden, maar ingezien de
zinneloosheid van vader, werden wij voor ons le
ven in 't pevang opgesloten. De baron van Coël-
mainguy was niet voldaan over onze gevangenis,
h(j beloofde eene som geld, indien de beul ous om
bet leven wilde brengen. Toen deze laalstc zijn
plan wilde ten uitvoer brengen, ontbrak hem de
moed, cn hij liet ons vluchten. Onze twee namen
werden op de graven van twee boosdoeners ge
schreven, welke onlangs liet tijdelijke met bet
eeuwige verwisseld hadden.
Wat nu gedaan met mijnen zinueloozcn vader
Ik drong in bet diepste der bosschen, en viel bij
toeval in eene hut, bewoond door eencn onzer
oude dienstboden, en dien ik onmiddellijk herken
de. Sedert bet kasteel vernietigd was. hield hij
zicli in liet bosch op als houthakker. Met zjjnc
hulp vonden wij de sleutels van den toren cn van
de ondcraardscltc gangen, waar wij ons uu beviu-
den. Ik bracht vader bier, en sedert dien lijd heb
ben wij deze plaats niet meer verlaten. Onze ge
trouwe houthakker, Jobie, verschaft ons dc le
vensmiddelen, welke ik ga halen, cn inlusschentijd
schiet ik wel eens een stuk wild.
Wanneer dc zee onstuimig is, ga ik op het
strand, ik zegen het tempeest, omdat bet mij
Demierbode indien zij zich de moeite heb
ben gegeven mijne artikels te volgen
weten reeds in welken zin dit moet opge
nomen worden.
Uit hooide der belangrijkheid, ter oor-
zake der groote gevolgen vooras volks
voorspoed en welstand en voor 's lauds
veiligheid, kan men de wetgever het
recht niet omzeggen door zekere waar
borgen en gewisse voorwaarden de uit
oefening ervan te regelen en de toekomst
van liet land toe te vertrouwen aan hen
die belang hebben aan de handhaving der
openbare orde, aan hel heerschen van
recht en vrijheid.
Je hevigste voorstanders van het al
gemeen stemrecht zijn verre vooruit de
socialisten, de zoogezegde werkerspartij.
Zij hopen, de belhamels, daardoor een
zetelken in de volkskamer op de kosten
van onwetende werklieden te overmees
teren zij droomen reeds van de 200
florijnen als schadeloosstelling hunner
reize en onderhoudskosten.
Als die schijnhoofden (de laatste werk
stakingen hebben duidelijk bewezen dat
dit woord waar is) in de Kamers zullen
zijn, dan, werklieden,zult gij er persoon
lijk niets door gewonnen hebben, arbeid
zal als voorheen de wet der natuur zijn.
De bijzonderste beweegreden, die de
socialisten voor hun stelsel doen gelden
zijn voor 't meeste deel uit de Grondwet
getrokken, uit teksten slecht begrepen en
verkeerd uitgelegd, van daar valsche ge
volgtrekkingen. Algemeen stemrecht
voegt Dendergalm erbij (2fi april 1891) is
het eenvoudigste, het gemakkelijkste, liet
rechtvaardigste al de andere stelsels
zijn maar mikmak, bedrog en kult den
boer
Wie eene socialistische manifestatie
heeft bijgewoond heeft voorzeker op hun
ne kartels kunnen lezen Alle machten
komen uil de Natie (art. 25). De bel-
gen zijn gelijk voor de wet (art.6). Ge
lijke lasten, gelijke rechten enz.
Hoe verre dit alles ten voordeele der
socialisten pleit, ot dit hunne gevolg
trekking wettigt, wil ik zoo kort mogelijk
uiteenzetten.
Aan liet eerste argument alle machten
komen uit de Natie antwoordt de ge
leerde hoogleeraar van Leuven, M. Van
den Heuvel, het volgende Revue géné
rale 1891, bl. 408). Het volk is souve-
rein, oppcrheerscher in dezen zin dal de
bestuurders voor hem en hij niet voor de
bestuurders bestaatin dezen zin dat het
de belangen van eene klas of partij niet
zijn, maar die der algemeenheid, die van
het gansche volk, die het bestuur in zijn
handel en wandel moet beoogen.
Moeilijk ware het te verzekeren of
zulks de zin is hoe dit artikel moet be
grepen er. uitgelegd worden,daar er geene
volledige jaarboeken bestaan der onder
handelingen van het Nationnaal Kongres,
jaarboeken, die alleen den sleutel der op-
wreckt op dc mcnschen, ik iel de lijken, mij liet
edelmoedig medelijden van mijnen vader herinne
rende, dat dc oorzaak van den ondergang onzes
huizes geweest is.
Arme man, zuchtte Marcelle, en nog zoo
jong
Ja. hirnam hij, ik ben in den bloei mijns
levens, ik houd er aan te leven, ik zoek den roem
en mijnen tijd moet ik hier in ledigheid doorbren
gen. Ik heb aan den gevangenbewaarder van Har-
douinayc beloofd, zijne ongehoorzaamheid nooit
bekend te maken, wcikc plaats ik later ook moge
bcklcedcn... Ik kan vader niet verlaten onteerd
leven cn sterven is mijn lot...
Hel medelijden van Marcelle was ten hoogste
gestegen. Zij nam de benden van Raoul en be
sproeide zc met overvloedige tranen.
Eeltige dagen liepen voorbij. De voeten van
Marcello genazen langzaam. Raoul was meer opge
beurd, hij bevond zich gelukkig in de tegenwoor
digheid van de jonge dame. Deze kon hem opbeu
ren, zijne nare herinneringen ter zijde schuiven,
en van den onderaardschen gang een aangenaam
verbliji maken.
De edele dame was zoo schoon, zoo kiescli. Ra
oul zag niet dan door hare oogen, sprak niet dan
door haren mond.
Nu stelde Raoul geen belang meer in de ontstui*
'migheid der zee, nu ging hij geene lijken meer
lossing van de vraag zouden leveren met
ons de wijze te doen kennen onze hoe
constituanten liet hadden begrepen.
De uitlegging van den geleerden hoog
leeraar schijnt mij, niettegenstaande al de
achting en aanzien die zijnen naam in
boezemt, een weinig bij het hair getrok
ken, en de rede ervan kan men in art. 47
vinden. Want ware zulks de zin, de be
teekenis van art. 25, dan kon men licht
art. 47 uit de Grondwet doen verdwijnen,
't is te zeggen, hel stemrecht aan de hui-
digen grondcijnsbetaalders ontnemen en
dan nog zou het waar zijn (het overige
der Grondwet zou al de vrijheden neg
waarborgen) dat het bestuur voor het
volk en niet het volk voor het bestuur
bestaat.
Wat ware in dit geval de beteekenis
van het volk is opperheerscher
Hoe kan het volk zijne oppermacht
doen kennen Natuurlijk door ae kiezin
gen waardoor het een wenk en richting
aan de Staatkunde geven kan, leid
schriften aannemen en andere verleggen,
wetten doen stemmen en andere doen
afschaffen en de wetgeving is wel, denk
ik, de bijzonderste uiting der souvereini-
teit Dit is de meening van liberaal Le
Hon, die in zijne redevoering van 6
Januari 1831 uitriep, dat de kiezingen de
bron waren van alle de machten en het
stemrecht het kostbaarste recht van den
burger.
Men zou ten laatste onze Constituanten
van dubbelzinnigheid in de uitdrukkingen
kunnen beschuldigen, ware dit de wijze
hoe art. 25 moest begrepen worden.
Waarom zulke hoogdravende volzinnen
gezocht om met een art. voor den dag te
komen dat voor het gezond verstand ver
borgen is waartoe men slechts door
wijsgeerige vitterijen en advokaatsche
spitsvondigheden komt, en die, in dit ge
val, tot zulke valsche gevolgtrekkingen
aanleg geeft, Rik.
Uittreksel der Encycliek.
Aldus vermaant de Kerk de rijken, dat
hun rijkdom hen niet ontslaat van de ver
plichting tot lijden, en dat hun aardsch
bezit hun voor het eeuwige leven geen
bate, maar veeleer schade brengt dat
de in den mond van Jesus-Christus onge
wone bedreigingen lien met vrees moeten
vervullen dat zij aan den godde-
lijken Rechter een strenge rekenschap
van het gebruik hunner goederen, in
dit leven bezeten, zullen moeten
geven.
Een voortreffelijke en zeer gewichtige
leer predikt voorts de Kerkhin betrekking
tot liet gebruik, dat men van aardschei
rijkdom te maken heefteen leer, die
door de heidensche wijsgeeren slechts
in onbestemde trekken vermoed, door
haar in 't volle licln gesteld en, wat meer
tellen.
Raoul «as gelukkig, wanneer hij inde tegen
woordigheid van Marcelle cn Loïc was, deze laat
ste werd ziek hij was bl^ek, hij verloor zijnen
eetlust cn zijne vroolijkheid de vochtigheid van
de plaats, het gebrek aan lucht en licht was hier
waarschijnlijk de oorzaak van. Te meer, de voe
ten van Marceillc waren genezen, en men moest
op liet vertrek gaan denken. Op 'zekeren avond
sprak er de dame aan Raoul van. Deze laatste
werd bleek, cr kwamen rimpels op zijn voorhoofd,
on een pijnlijke zucht ontvloog zijne borst.
Gij hebt gelijk, zegde hij, ik had u al langer
aan deze bedorvcnc lucht moeten onttrekken, gij
zelf lijdt. Ik zat u morgen bij Jobie brengen.
Zijuc borst ging onstuimig op en néér.
Wat gaat gij doen, vroeg Marcelle, zich tot
Raoul wendende, de gevoelens van haar hart al-
zoo min of meer blootleggende.
Ik zal bij vader blijven totdat bij dood ia,
antwoordde bij, en dan hoop ik hem weldra in het
graf te volgen.
Gij moet leven, hernam zij.
Oh, neen, neen, nu minder dan ooit, riep bij
luidkeels.
De dag liep droevig voorbij. Met iiet hoofd tegen
den muur leunende, keerde hij zicli slechts om,
wanneer de speelzieke Loïc hem bij de kleederen
trok. De grijsaard en de kleine knaap sliepen delen
is, in levende practische beoefening ge
bracht wordt.
Zij betreft den plicht der weldadigheid,
het geven van almoezen. De leer is ge
grond, zooals wij reeds gezien hebben,op
de onderscheiding, die te maken valt
tusschen rechtmatig bezit en rechtmatij
gebruik vau bezit.
Het bijzonder beail berust, gelijk Wij
aantoonden, op natuurlijk orde. Het ge
bruik daarvan, natuurlijk binnen de gren
zen van het recht, is niet alleen geoor
loofd, maar het is ook,bij het maatschap
pelijk bestaan van den mensch, een
noodzakelijkheid. Het is geoorloofd,
aldus de H. Thomas, dat de mensch
eigendom bezit, en het is ie gelijk noodig
voor het menschelijk leven Vraagt
men nu, op welke wijze het gebruik van
dat bezit moet geregeld zijn, dan ant
woordt ons de Kerk met dienzelfden
Leeraar <r De mensch moet de uiterlijke
dingen niet als een eigendom beschou
wen en behandelen, maar als gemeen
goed, in zooverre namelijk als hij zich
gemakkelijk ertoe leent die dingen aan de
noodlijdenden af te staan. Daarom zegt
de Apostel Beveel aan de rijken van
deze wereld.... dat zij gaarne geven en
mededeelen.
Ongetwijfeld is niemand verplicht aan
zijn eigen noodwendigheid of aan die van
zijn gezin te kort te doen, ten einde daar
door den naaste te helpen. Niet eens
bestaat de verplichting,ter wille van het
geven van aalmoezen,afstand te doen van
hetgeen een behoorlijk ophouden van den
staat, die ons toekomt, aan uitgaven vor
dert immers, het geldt den H. Leeraar
als rechtsregel niemand is verplicht
op eene wijze, die niet met zijnen staat
overeenkomt, te leven
Maar, waar eenmaal voorzien is in het
onderhoud en in een mei 's menschen
staat overeenkomend optreden, daar geldt
voor den bezitter wel degelijk de plicht
om, van zijnen overvloed, de noodlijden
den te ondersteunen. YVal gij overvloe
dig bezit, geeft dat aan de armen
Die verplichting evenwel vindt de
uiterste nood daarbuiten gelaten haren
grondslag niet in eenig rechtmaar in
de christelijke liefde, en daarom kan ook
niet langs gerechtelijken weg hare vervul
ling worden geëischt.Zij vindt intusschen
wel degelijk hare bekrachtiging in eene
uitspraak, die krachtiger is dan alle
bepaling, door aardsche wetgevers en
rechters vastgesteld, in hel woord name
lijk van den Eeuwigen Rechter die op
velerlei wijzen de miidadigheid heelt
aanbevolen a Het is zaliger, te geven
dan te ontvangen en die op den
laatsten dag het geven ol weigeren van
eene almoes aan Zijne armer., beschou
wen zal als eene gave of weigering, Hem-
zelven ten deel gevallen Wat gij aan
een van deze Mijne geringste broeders
gedaan hebt, gij hebt het aan Mij ge
daan
Uit het vorenstaande valt derhalve kor-
telijk te besluiten wie rijkelijker door
God met goederen bedeeld werd, hetzij
nacht gerust, doch Marcelle noch Raoul konden
een oog sluiten.
's Anderdaags bad Raoul dc dame om zich ge
reed to maken tot dc reis.
Ik ben gereed, antwoordde zij.
Raoul opende de deur, die op liet veld
uitgaf.
De vrouw ging haar kind halen, dat met den
grijsaard speelde. De arme zinneloozc huilde, wan-
men hem zijnen speelmakker jontnam. De
kleine Loïc omhelsde hem eene laatste maal, en
Marcelle drukte cencn malschcn kus op het voor
hoofd van den ouden <man.
Kom nu, zegde Raoul, de vrouw niet be
ziende.
Zij volgde mot de tranen in dc oogen.
Geef mij Loïc, zegde de ridder. Het kind bij
de linkerband nemende, deed hij met de rechter
hand de takken cn disleis weg, opdat Marcelle zich
niet zou kwetsen. Geene vijf minuten waren er
verloopen, of het bloed liep liein langs de vingeren
af.
Marcelle zou Item gaarne cenige woorden van
bedanking toegestuurd hchben, maar zij vreesde
niet te kunnen voleindigen.
Langen tijd vervolgden zij sprakeloos hunnen
weg. De vrouw herinuerdc zich alsdan den eer
sten dug, dat zij Raoul gezien had. Eindelijk hield
de ridder stil. Eon scherp fluiten weerklonk op de
stoffelijke en uitwendige, of geestelijke
goederen, hij heelt dien overvloed ont
vangen, om hem voorzeker tol zijn eigen
waar welzijn,maar ook tot voordeel zijner
medemensehen te gebruiken hij heeft als
een uitdeeler der gaven van Gods Voor
zienigheid te handelen. Indien iemand
latent is toebedeeld, hij zorge wel, niet
le zwijgen heeft iemand rijkdom ont-
vangen, hij wake, om niet af te laten
van de gaven der barmhertigheid ;viel
iemand ervaring ten deel in het bestu-
ren van anderen, hij poge het aanwen-
den daarvan te doen strekken tol nut
van zijnen naaste
Hun die geene goederen der fortuin
bezitten, leert de Kerk, dat armoede voor
het oog der Eeuwige Waarheid niet in
het minst schandelijk is, en dat hij, die
door handwerk in zijn onderhoud voor
ziet, daardoor in geenen deele zich-zel-
ven onteerl. Christus.den Heer zelf, heeft
door daad en voorbeeld die waarheid
bekrachtigd. Hij, die voor het heil der
menschen arm geworden is terwijl Hij
rijk was en die, hoewel Hij de
Zoon van God en zelf God was, toch voor
den zoon werd gehouden van den tim
merman en het grootste gedeelte zijns
levens met lichaamlijken arbeid in de
werkplaats doorbracht. Is deze niet de
timmerman, de zoon van Maria?
Hij, die dit goddelijk verheven toon
beeld met ernst betracht, hij zal gemak
kelijker begrijpen, dat de ware adel en
grootheid van den mensch berusten in
zijn zedelijke eigenschappen, dal wil zeg
gen in zijne volle deugd dat de deugd
echter een goed is,voor allen bereikbaar,
voor den laagste zoowel als voor den
hoogst geplaatste, voor den rijke en den
arme, en dat niets anders dan de beoefe
ning der deugd, het verwerven van ware
verdiensten, den mensch den Hemel kun
nen openen.
Ja, zelfs ten opzichte der hulpbehoe
venden en ongelukkigen naar de wereld,
treedt Gods liefde in zekeren zin krachti
ger dan jegens anderen aan het licht:
Jesus-Christus prijst de armen zalig
Hij noodigt al degenen, die vermoeid zijn
en beladen, liefdevol tot Zich, om hen te
vertroosten de onterfden en ver
volgden omhelst Hij met geheel bezondere
liefde.
Deze waarheden moeten ongetwijfeld
bij de bemiddelden en hooger geplaatsten
eiken overmoed bedwingen, de armen
voor kleinmoedigheid bewaren zij moe
ten aan de bezitters van aardsche goede
ren leeren, dat zij jegens de armen eenen
plicht hebben le vervuilen van liefde en
tevens zullen zij de laatsten stemmen lot
een bescheiden tevredenheid met hun
lot.
Aldus wordt de kloof tusschen de ver
schillende standen lichtelijk vernauwd en
de verzoeningsgezinde verstandhouding
onderling door overeenstemming van
streven mogelijk gemaakt.
Komt evenwel de zedenleer des Chris
tendoms ten eenenmale tol haar recht,
twee uiteinden van het bosch. Een man, geheel
met geitenvetten bedekt, met bijl en kapmes ge
wapend, kwam een boschje uitgesprongen. Hij bc-
za? met verwondering dc jonge dame en haar kind
Jubie, zegde hem de ridder, gij gaat deze vrouw
en haren zoon tot Jugon brengen. Heb wel zorg
▼oor ben, verdedig ze desnoods tot den dood.
Dan, zicli tot de vrouw keerende, aan welke
hij eene kleine, lederen beurs ter h«ud stelde zeg
de hijziehier eenige goudstukken, zij zullen u
dienen om een paard of cencn ezel onderweg te
koopen, gij zult u alzoo niet tc zeer vermoeien.
Te Jugon ken ik iemand, die mij geld genoeg
zal geven, sprak Marcelle.
Neem maar aan, hernam de ridder, en nu,
vaarwel.... Moget gij en uw zoon altijd gelukkig
zijn 1
Het hoofd omdraaiende, reikte hij haar de hand
toe, cu wilde zich verwijderen.
En Loïc dan, omhelst gij hem niet
De ridder en de kleine kunap omhelsden mal
kander al weenende.
Vaarwel, heer Raoul, zegde zij hem tot af
scheid, heb hoop in dc toekomst. Wij tullen den
Allerhoogste voor u bidden.
Bid hem, mij den dood te zenden, was het
antwoord.
(Wordt voortgezet.)