NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 7 ARRONDISSEMENT AALST. Donderdag 25 Juni 1801, 10 centiemen per nummer 458te Jaar, N0 2577 ABONNEMENTPRLUS ANNONCENPRIJS Politiek overzicht. EEN EX-VOTO De Grondwet en hare herziening. Invloed der Kerk» Een en ander. DE DENDERBQDE Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteékening van den volgenden dag De prijs ervan is 6 frank 's jaars r. 3,2b voor res maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijlt in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat, 31, en in alle Postkantoren des lands. Per drukregel, Gewone IS centiemen Reklamen, fr 1,00 Vonnissen op 3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Calque AELST, 24 JUNI 1891. M. Victor Jacobsscheidsrechter. Se dert eenigen tijd werden er onderhande lingen .gevoerd tusschen Engeland en Duitschland over een geschil in Afrika, Duitsche handelshuizen zouden namelijk fel te klagen hebben over de handelingen van de engelsche Royal Niger Company. Daar de twee gouvernementen het niet eens kunnen worden, hebben zij de op lossing der kwestie aan eenen Belgischen Staatsman toevertrouwd en hun keus is gevallen op M. Victor Jacobs, den geleer den Staatsminister en Volksvertegen woordiger van Antwerpen. iU. Carnot en de Encycliek. Wat gaan nu de republiekanen zeggen M. Lefebvre de Behaine, gezant van Frankrijk bij den H. Stoel, heeft aan den Pauseenen eigenhandigen brief van M. Carnot overhandigd, waarin de president der republiek Z. H. bedankt voor het toe sturen eener encycliek en al zijne bewon dering uitdrukt voor dit grootsche werk van den H. Vader. M. Carnot beeft de gewoonte vrij voor zijn gedacht uit te komen en dat juichen alle eerlijke lieden toe. Maar zullen de ra dicalen wel tevreden zijn Anti'slavernijbewegmg. In den duit- schen Bondsraad kwam vrijdag ter be spreking een voorstel tol bestraffing van den slavenhandel, overeenkomstig de verplichting, door Duitschland bij de Brusselsche Congo-akte aangegaan. De bepalingen van het duitsche straf wetboek zijn daarvoor niet toereikend, en keizerlijke verordeningen of decreten in dit opzicht kunnen alleen voor in boorlingen van duitsch Oost-Afrika gel den, niet echter tegenover vreemdelin gen, met name op zee, bij het aanhouden van slavenschepen. Het nieuwe ontwerp zal daarin voor zien en tuchthuisstraf, tot drie jaar toe, opleggen aan allen die slavenjachten houden; slavenhandel drijven of slaven vervoeren. Hiermee wordt echter geenszins alle slavernij in het algemeen verboden, wat overigens voorloopig een onmogelijk zou wezen en in duitsch-Oost Afrika onver mijdelijk tot een nieuwen opstand zou leiden. Het houden van slaven voor hui selijke diensten of veldarbeid valt niet onder deze wet, en zal eerst veel later kuhnen worden afgeschaft. Troonrede des Keizers. Keizer Wil helm heeft verleden zaterdag met eene troonrede den zittijd van den pruisischen Landdag gesloten. In de troonrede wordt met voldoening gewag gemaakt van het tot stand komen vrij naar het Fransch van Alfred de BREHAT. 4" vervolg. Raoul, RaoutMaar hij had reeds den weg mar den Vervloekten toren ingeslagen. De vrouw en de ridder kccrdeh zicli nog dikwijls om, om ran verre een laatste afscheid te nemen. Raoul had gecne rust meer in het onderaardseh verblijf. Hij wilde Marcclle vergeten en kon niet, hij zag zc altijd en overal. Hare schoone, blauwe oogen spiegelden zich in de zijne, hij hoorde gedu rig hare troostende stem. Jobie kwam na negen dagen terug van de reis. De goede vrouw, die hij zonder hinder tot Jugon gebracht had, had hem rijkelijk beloond. Gouden stukken klonken in zijnen broekzak. De houthak ker had de gewoonte niet, met zulk geld kennis te maken. Heeft de dame u niets voor mfj mede gege- veirt vroeg Raoul op nieuwsgierigen loon. Ja, zij heeft mij dezen brief gegeven, om hem u te overhandigen. Zoohaast Raoul alleen was, opende hij den brief' van gewichtige ontwerpen, als daar zijn de belastingwet,de Landgemeinde-ordnung en de Sperrgeselz. l)e onmisbare godsdienstvrede zal zoo veel te beter gewaarborgd blijven, naar mate de overtuiging meer zich vestigt, dat de aanspraken der kerken beperkt moeten blijven tot hetgeen in overeen stemming is met de noodzakkelijke eischen van den Staat. De keizer vertrouwt dat de zittijd rijke vruchten zal dragen voor het rijk, onder den zegen des vredes, die door niets dreigt gestoord te worden en tot welks handhaving de keizer aanhoudend al zijne pogingen aanwendt. Algemeen werd opgemerkt dat de kei zer uitdrukkelijk deed uitkomen, dat hij geen aanleiding had om eene bedreiging van den europeeschen vrede te vreezen. Anders worden uitlatingen over de bui- lenlaudsche politiek altijd alleen in den Rijksdag gedaan, maar niet in den prui sischen Landdag. Lagerhuis. Drievoudig verbond. In het Lagerhuis heeft de minister sir James Fergusson verzekerd dat de engel sche regeering, geen deel makende van het drievoudig verbond, ook geene maatregels in verband daarmeê behoeft te nemen. De minister heeft niets te voegen bij de vroeger gedane meedeclingen betref fende Engelands verbintenissen tegenover het buitenland. M. Labouchère, besloot sir James, kan het niet ernstig meenen wanneer hij de regeering aanzet aan het Huis inlichtin gen meê te deelen, die hij misschien ver trouwelijk kent,maar die door geen enkel der betrokken regeeringen werden open baar gemaakt. Men weet dat M. Labouchère aan de regeering had gevraagd of zij de bepalin gen van het drievoudig verbond niet kon raeêdeelen Revolutie. De tijdingen uit Chili, werpen een zonderling licht over den voortdurenden burgeroorlog in Chili. De Ameman Banénote Company is bezig voor Balmaceda bankbiljetten te laten drukken tot een bedrag van 12 mil- lioen dollars. De parlementspartij zal trachten die weerden te onderscheppen, maar de stoomvaartmaatschappij, gelast met het vervoer der som, neemt uitzon derlijke maatregelen. Te Panama en Colon zullen de revolutionuairen trach ten den buit in handen te krijgen. Onder de regeeringstroepen te Coquim- bois een oproer uitgebersten, waarbij vier officieren omkwamen.'t Oorlogsschip der opstandelingen l'Esmeralda >- heeft de loskaai en den spoorweg der Lobas- eilanden vernield, waardoor het vervoer van guano onmogelijk wordt gemaakt. Hij brak den zijden draad, die hem sloot. Wat ond hij Twee haarlokken, die gemakkelijk te herkennen waren, eenen van Marcelle, eenen van haren zoon. Twee maanden verliepen. Raoul kon dc jonge dame niet uit zijn geheugen krijgen. Ook wat was hij gelukkig als hij Jobie zag. Met liem kon hij over Marcelle spreken. Hij deed den houthakker de minste bijzonderheden van de reis vertellen, de minste woorden van haar herhalen. Zekeren dag, dat hij de hut van den houthakker verliet, stond er een man met eene zwarte wapen rusting voor hem, en belette hem den weg voor te zetten. De eerste beweging van Raoul was, om zich te verdedigen hij greep naar zijne jacht- spies. Raoul van Plougomar I riep hem de vreem deling toe, ziet gij niet dat mijn zwaard in de schecdc is Bedrogen door valsche aantijgingen beeft uw leenheer u uwe goederen, uwe titels en zelfs uw zwaard ontnomen. Wilt gij opnieuw rijk, machtig, edel cn geëerd zijn Spreek, Mijn meester, de Koning van Engeland, wil ziek van Pontorson meester maken. Om zijne soldaten op de kusten van Bretanje te leiden, zou hij als gids een stouten, onverschrokken cn moedigen gids noodig hebben, die de streek kent. Wilt gij die man zijn Miju koning zal u met weldaden overladen en u uitstekende voorrechten verschaffen. Neemt gij Wat al schaê zal deze vreeselijke broederoorlog aan het land hebben berokkend (Vervolg.) Art. 25 is wel de uitdrukking van een grondbeginsel, overblijfsel der fransche omwenteling waar met zooveel oorver- doovend geschal de rechten van den menscb en burger afgekondigd en die der maatschappij vergeten werden eene uitwaseming der reaktie tegen de hol- landsche dwinglandsche en onbeperkten alleenheersching van Willem den Ie en zijn waardigen minister VanMaene»; een grondbeginsel,zeg ik, waarvan art. 47 de toepassing regelt. Onze Constituanten hebben liet noodig geacht die burgers slechts tot de stembus toegang te laten die belang hadden aan de handhaving der openbare rust en algemeene vrede en, overeenstemmend met den geest van den tijd, een zeer beperkt kiezerskorps aange nomen. De lezer mag niet vergeten dat alsdan in Frankrijk de cijns ook als prin ciep van het kiesrecht bestond, veel hooger nog 200 fr. voor den gewonen kiezer 100 fr. voor een lid van het Institut als in België. Kan men de zeer beperkte toepassing van het princiep van het Nationaal Con gres het beste deel der burgers slechts het stemrecht te verleenen-beknibbelen? De rechtvaardigheid, de juistheid van het grondbeginsel zelf is buiten allen aanval, 't Is het betalen van den grondeijns, zegt liberaal Le Hon in zijne reeds aangehaal de redevoering, die aan den voorspoed van het land boeit en de bezitting is de grondsteen van den cijns. De Natie is een organismus het volk is niet een opeenstapeling van menschen- hoofden, lijk de fransche omwentelaars het meenden, maar een onderlinge en eng verbondene vereeniging van verschillige krachten, die de middelen van bestaan veronderstellen de voorwaarden orde en vrede van vrije ontwikkeling voor-- uitzetten. Allen natuurlijk hebben niet hetzelfde belangaan dehandhavingen voortduurvan stillen vrede; sommigen zelf zijn op niets anders uit dan om in troebel water te visschen zij zijn wat ik ze reeds noem- de|: de microben die de levendige krach ten der maatschappij ondermijnen. De samenleving heeft even als de persoon het recht van bestaan en denkt ge dat zij dit recht mag afdanken om de vreedzame burgers over te leveren aan den wilkeur van hen die niets anders droomen dan omwenteling, bandeloosheid en wanorde? Voor mij is hel art. 4 der Grondwet van de frausche omwenteling, door onze progressisten en socialisten zoozeer op gehemeld,eene reine dwaasheid, een ver metele staalkundige daad.Men oordeele; zijn voorstel aan Neen, sprak Raoul, met overtuiging. De hertog, mijn meester, heeft mij, wel is waar, alles ontno men, maar ik bezit nog goederen, die men met goud niet kan betalen. Welke V zegde de Engelschmun al spotten de. Mijn geweten en mijne eer Daarom zult ge niet minder plichlig en onteerd in de oogen van het volk sterven. God kent mijne onschuld, antwoordde de ridder, naar den Hemel wijzend;. Is dit uw laatste antwoord I zegde dc vreemde ling. Weigert gij I Raoul verwijderde zich zonder te antwoorden. Dc engelschman sloeg driemaal zijne ijzeren hand schoenen tegen malkander. Op dit gerucht kwa men verscheidene gewapende mannen uit <le nabu rige struiken te voorschijn, en wierpen zich op Raoul onverwachts aangevallen, alleen cn niet ge wapend, kon hij gecncn wederstand bieden. In minder dan vijf minuten was bij gebonden en in de onmogelijkheid gebracht, nog eene beweging te doen. Men haalde de sleutels van den kelder uit zijne zakken. De ridder, die hem gesproken had, richtte zich met eenigc zijner gewapende mannen naar den ingang van liet onderaardseh verblijf. Hij was weldra terug, Simon van Plougomar medevoerende. Heer van Plougomar, zegde de ridder tot Ieder mensch, 21 jaar oud, geboren en gehuisvest in Frankrijk Alle vreemdeling 21 jaar oud, in Frank rijk sedert 1 jaar gehuisvest,die er met de winst van zijnen arbeid leeft, of er een eigendom aanwerft, of met eene fransche trouwt, of een kind aanneemt, of een grijsaard onderhoudt,eindelijk allevreem- deling die door het corps législatif als van de menschheid wel verdiend geoor deeld wordt, is bemachtigd de rechten van franschen burger uit le oefenen. Verre van mij, te beweren dat aide werklieden omwenteling-gezinden zijn integendeel onder menigen kiel klopt nog een goed hert dat arbeid en deugd be mint en met genoegen, zie ik, dat het ontwerp van het bewarend ministerie hun het stemrecht verleent, en het wei gert aan hen die zonder te huis of ten onzent niet het minste belang aan de rust en vreedzaamheid hebben en met het grootste gemak van de wereld hunne penaten elders dragen, 'tls de geschiede nis van iedereen. Aan hen zou men het kiesrecht schenken, het kostbaarste recht van den burger, aan hen zou men een wapen ter hand stellen waarmeê zij dage lijks het bestaan, rust en vrede van hun nen evenmensch kunnen bedreigen. Dit is het algemeen stemrecht. Rik. Uittreksel der Encycliek. Ziedaar, naar christelijk begrip, de grondlijnen van menschenrechten en menschenplichten. Zou niet alle twee dracht weldra \erdwenen zijn, indien deze waarheden in de burgerlijke samen leving ten volle werden erkend lntusschen, de Kerk bepaalt er zich niet toe, enkel den weg tot genezing aan te wijzen, zij past met eigen hand de ge neesmiddelen toe. Hare gansehe werking richt zich naar het doel; de menschheid, naar de eischen van hare leer en haren geest, te herscheppen en op te voeden. Door episcopaat en priesterschap leidt zij den heiligen stroom van hare onderrich ting, zoo ver het haar mogelijk is, dat is zoo ver haar invloed reikt, door alle kringen des volks heen. Zij tracht door te dringen tot het bin nenste des menschen en Zijn wil te rich ten zóó, dat al zijne handelingen Gods voorschrilten tot punt van uitgang nemen. Op het gebied juist van dien inwendigen arbeid, en dus op een gebied, waar eigenlijk alles op aan komt, ontvouwt de Kerk eene zegenrijke en haar uitsluitend eigene macht. Want de middelen, die haar den toegang banen tot de harten, heeft zij van Jesus-Christus tol dat heilig doel verkregen in die middelen berust eene goddelijke kracht. Die middelen alleen dringen door tot het diepste wezen der menschelijke ziel, Raoul zweer mij op uw woord van edelman van niet te willen vlucl.ten, cn ik zal u v«n uwe ban den ontdoen. Waar hrengt gij ons Ik mag het niet kenbaar maken. Raoul had niet veel lijd noodig om na te denken. De gezond heidstoestand van zijnen vader maakte alle vlucht onmogelijk, en hem verlaten, deed hij nooit. Vader en zoon waren toch zoo ongelukkig op aarde 1 Ra oul gaf zijn woord, zijne banden werden losge daan. Men begaf zich op reis. Aan Simon bezorgde men een gemakkelijk hakkenei, voor Raoul.bracht men een schoon en kloek paard. De reis duurde zeven dagen, want men reisde niet dan na zonncnondergang. Den nacht van den zevenden dag kwamen zij eeue stad binnen. Raoul alhoewel men hem eenen sluier voor dc oogen ge bonden Imd, had ilc hoefijzers der paarden op de steenen der straat hooren te recht komen. Na verscheidene straten doorkruist te hebben, kwamen zij ciadelijk in eenen grooten koer, die met ijzeren deuren gesloten werd. Twee bedienden, van fakkels voorzien, gingen vooraf. Raoul, aan wie men den sluier ontnomen had, nam zijnen vader Lij den arm, en volgde den overste op den trap. Alle drie bevonden zich wel dra in een ruim vertrek, verlicht cn verwarrad door een knetterend vuur. Men bracht het avond maal. Wanneer ieders eetlust voldaan was, zegde de en die macht alleen brengt den mensch tot gehoorzaamheid aan zijnen plicht, tot beteugeling van zijn eigen hartstocht, tot volmaakte liefde jegens God en den naaste, lot overwinning van de vele hin dernissen, waarmee de weg der deugd bezaaid is. Ten bewijze voor de waarheid van het hier aangevoerde is een blik in het verle den van gewicht. Wij herinneren slechts aan een onbetwistbaar feit, wanneer wij zeggende invloed en de arbeid der Kerk hebben de burgerlijke samenleving van haar grondslagen af vernield; de hoogere maatschappelijke krachten,die haar eigen zijn, hebben het menschdom op den weg gebracht van den waren vooruitgang, ja, zij hebben het van het verderf tot een hernieuwd leven opgewektzij hebben het door de christelijke opvoeding der volken eene ontwikkeling gegeven, die alle vroegere vormen van beschaving ver overtreft en, zoo lang de wereld staat, door geen anderen overtroffen worden zal. Die zegeningen vinden in den Aller heiligsten Persoon van Jesus-Christus haar bronader en haar einddoel tevens gelijk de wereld aan den Godmensch alles dankt, zoo keert ook alle goed tot Hem, als einddoel aller dingen, weder. Toen eenmaal liet licht des Evangelies was op gegaan en het groote geheim van Goas ménschdoms was verkondigd, drong het leven van Jesus-Christus alle rangen van de wereld door; het bezielde alle volkeren en alle klassen en vestigde in hen met christelijke geloof ook de christelijke ze den. Noodzakelijkerwijze blijkt hieruit, dat wanneer men naar een geneesmiddel om ziet voor de lijdende maatschappij, alleen het herstel van het openbaar en bijzonder leven naar den geest van Christendom dat middel wezen kan. Immers, het is eene door niemand be streden waarheid; elke maatschappij, die zich innerlijk wil vernieuwen, moet te- rugkeeren tol haren oorsprong. De vol maaktheid van elke gemeenschap toch bestaat slechts daarin, dat men streeft naar, en doel werd gesteld door het streven naar dat doel moet het onont beerlijke leven terugkeeren in het lichaam der maatschappij. Afwijken van dat doel staat gelijk met verval; terugkeer beteekent hetzelfde als genezing. Dit geldt van het lichaam van den Staal, en evenzoo geldt het van de verreweg talrijkste klasse van burgers, van de klasse der werklieden. Vervolgt. Vlaaniuclie Kamer. De beraadslaging over het wetsontwerp be trekkelijk de ^inrichting van eene Vlaam- sche Kamer bij het Hof van Beroep te Brussel, is voor eenige dagen uitgesteld overste aan Raoul Morgen, voor middenncht, zal ik u uw woord van eer ontnemen, ik hoop dat gij niet zult trachten te vluchten. 's Anderdaags, rond tien ure, bracht men voor Raoul en zijnen vader prachtige kleederen, die de ridders van dien tijd onder hun harnas droegen. Twee wapenmannen hielpen vader en zoonom zich te kleeden. Dc afgezant van Engeland kwam binnen, i Gelief mfj te volgen, 1 zegde hij hun op minzamen toon. Raoul en zijn zoon begaven zich in den koer, waar men de twee personen te paard deed stijgen. Dc krijgsman, met zijne zware wajienrusting reed vooruit, Simon cn Raoul volgden en de stoet werd gesloten door zes gewapende mannen. De verwondering van Raoul dc Plougomar kende geene palen meer. Hij herdacht den tijd, dat hij Hennes op zijn fier ros doorkruiste. Na een tijdverloop van een kwaart uurs, kwa men zij in eene afgesloten omheiniug, met tenten omringd. De ruiters zetleden den voet ten gronde en voigdea hunnen geheimzinnigen leider. Weldra bevonden zij zich voor eene plaats, afgesloten door kostelijke gordijnen, en waarvan de ingang boe waakt was door twee hellebaarden, die op bunne borst het schild van Bretanje droegen. De twee damasten gordijnen werden weggeschoren. (Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1891 | | pagina 1