NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 7 ARRONDISSEMENT AALST. Donderdag 2 Juli 1891, 10 centiemen per nummer 45ste Jaar, N° 2579 ABONNEMENTPRMS ANNONCENPRIJS Politiek overzicht. EEN EX-VOTO Zondagrust. Werk-uren. Uit de Kronijcke der Ezelarijen Guezeriana. DE DENDERBODE. Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag, De prijs ervan is 6 frank 's jaars r. 3,25 voor les maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen, De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat, V» 31, en in alle Postkantoren des lands. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr 1,00 Vonnissen op 3' bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Calque AELST, 1 JULI 1891. De neerlaag der Hollandsche katholie ken in de laatste kiezingen mag als eene zedelijke overwinning aanschouwd wor den. De legerwet, met den gedwongen dienstplicht is letterlijk in den grond ge noord en het bondgenootschap dat zekere katholieken met de anti-revolutionnairen (protestanten) willen doordrijven, is nu voor goed verlaten. Dat schipperen met die oude doctri nairs, in de ziel de calvinisten-partij, had den katholiek reeds meer dsn eens be drogen, en nu heeft hij zich afgescheurd, en niet geaarzeld zelfs mannen van zijne partij daarvoor op te offeren. De liberale partij heeft de overhand en hel conservatief-doctrinair kabinet zal vallen maar de liberale, partij heeft die overhand slechts bekomen doordat een aantal van hare mannen tegen de gedwon gen dienstplicht waren opgekomen. De nederlandsche toestand wordt voor ons gewichtig om na te gaan; ware de legerwet door de kiezers bekrachtigd ge worden, dan zeker zou men hier daarin een bewijs gevonden hebben, dat men niet meer aan den dans kon ontsnappen. Bezoek van Keizer Wilhelm. Het be zoek van keizer Wilhelm aan Nederland neemt eene grooter beteekenis dan het wel heeft. De fransche bladen brengen het socia listische spook voor den dag en voor spellen dat de keizer zal uitgefloten wor den. Wij gelooven het niet. Verleden zondag hebben Nieuwenhuys en Fortuyn het woord gevoerd in de zaal Constantia over het keizerlijk bezoek; en er de ge wone ronkende volzinnen tegen de mo narchie laten weerklinken. Wij betwijfelen of dit de amsterdam- sche bevolking zal weêrhouden den kei zer vriendelijk te ontvangen. Het Wiener Tageblaltvan zijnen kant blijft volhouden dat Wilhelm wel degelijk werkt om Hollands bijtreding tot het drievoudig verbond te verkrijgen. Hierop heeft de Tijd, in een zijner laat ste nummers afdoende geantwoord Het nederlandsche volk ziet geen heil in bondgenootschappen, waarvan wij in on ze geschiedenis maar al te vaak de zure vruchten hebben geplukt. Verreweg het grootste gedeelte van ons volk droomt van alles, behalve van krijgsroem. Het nut van zulk een bondgenootschap, dat ons tegen Frankrijk front zou dóen maken, komt ons meer dan twijfelachtig voor. vrij naar het Fransch van Alfred de BREHAT. 6* vervolg. Raoul klom de trede op co knielde neer voor hertog Jan. Eene groote stilte heerschte in de plaats. De hertog wcnschte den overwinnaar geluk. Met luidklinkendc stem riep hij de onschuld van den ridder Raoul van Plougomar uit, beloofde hem in zijne eer, zijne rechten en zijne goederen te herstellen. Uwe uitgestane pijnen en folteringen tullen u ruimschoots door bijzondere voorrechten vergoed worden. Bij zijn vertrek deed de hertog eene zeer teboone, gouden keting aan den hals van Raoul. De ridder van Plougomar wierp zich in de ur nen zijns vaders, wiens gejaagdheid al hooger en hooger klom. Het anders zoo bleek en uitgemer geld gelaat van den zinnelooze was nu met roode plekken bedekt, die achtereenvolgens van plaats veranderden. De aderen van zijn voorhoofd en t'joen hals geleken aan dikke blauwachtige koor- dee, die men gemakkelijk door zqne gerimpelde huid zag doorschijnen. Gedurig sprak hij, en nie mand verstond «en woord van het gezegde. Of de duilsche keizer zelf in hel slui ten van dergelijk bondgenootschap eenig voordeel zóu zien Wij meenen het veilig te mogen betwijfelen. Voor een eventueel oorlogsgevaar staan hem in het drievoudig verbond heel wat andere krachten dan ons eenvoudig legertje ten dienste Maar daarenboven, bij de vre delievende gezindheid, van welke keizer Wilhelm II niet ophoudt blijk te geven, schijnt gevaar voor eenen europeeschen oorlog, in den eersten tijd althans, uitge sloten. Uittreksel der Encycliek. Hiermeê is de grondslag aangewezen van de verplichte zondagrust. De zondag- rust beoogt iets anders dan hel genot van trage ledigheid. Nog veel minder is zij ingesteld om de losbandigheid te bevor- dereu of om gelegenheid te geven tot lichtzinnigheid en uitgelatenheid, ofwel tot onnoodige uitgaven, waartoe zij door velen misbruikt wordt. Zij is een door den godsdienst gewijde rust van den ar beid. Deze door den godsdienst gewijde rustdag ontheft den mensch van de zor gen van het dagelijksch leven, van den last van zijn gewonen arbeid, ten einde de hoogere gedachten des Hemels bij hem levendig te maken. De Kerk noodigt hem uit, het gevoel van kind Gods bij zich op te wekken en iu de overtuiging van de meest eervolle zijner verplichtingen aan de godsdienstviering deel te nemen. Wees indachtig dat gij den Sabbaihdag heilig maaktsprak God in het Oude Verbond, toen Hij als streng gebod den rustdag voorschreef, terwijl reeds de rust een godsdienstig heilig karakter bezat van het oogenblik af waarop zij door den Schep per werd ingevoerd, die in de geheimnis- volle rust na de schepping des menschen zelf daarvan het voorbeeld gaf.Hij rustte den zevenden dag van al het werk, dat Hij geschapen had. Wat voorts de bescherming der aard- scbe belangen van den werkenden stand aangaat, moet voor alles een einde wor den gemaakt aan den jammerlijken toe stand, veroorzaakt door de grove baat zucht en de hartvochtigheid van som mige werkgevers, welke de krachten van den werkman op buitensporige wijze uit putten en hem niet als een mensch, maar als een levenloos voorwerp behandelen. De gerechtigheid en de naastenliefde komen in opstand tegen het vorderen van een arbeid, zoo zwaar, dat daardoor het lichaam wordt ten gronde gericht en de Op bevel van hertog Jan, kleedde men Simon van Plougomar met eene uitnemende schoone cn volledige wapenrusting. Eene onbeschrijfelijke aandoening klemde het hort van al de toeschouwers, cn meer dan een oud soldaat, die nooit geweend had, wischle nu cenen traan cg. De heeren van Maleslroit cn van Kcr- moisau hadden zelf vochtige oogen. Simon van Plougomar was opmerkzaam op alles, wat rond hem gebeurde. Hij bezag, keerde en hurk eerde elk deel van zijn harnas, alsof hij te velde moest trekken. Alhoewel zijnen ver gevorderden ouder dom, droeg de oude man het harnas reet veel ge mak. hij geleek aan cenen ridder in den bloei zij ner jaren. Ganseh uitgedorst, bleef hij eenen gc- ruimen tijd stil. Eensklaps trdkt hij zijn zwaard, richt het naar den hemel, vooruit I Plougomar vooruit 1 schreeuwt hy op bevelenden toon Hij sloeg achterover, zijn zoon had hel geluk hem in zijne armen te ontvangen. Niets in de wereld kan een gedacht geven van van den indruk, dien de gebaren en de woorden van den ouden ridder van Plougomar op de toe schouwers gemaakt had. Na ecnigc minuten kwam. Huit Legoal, de heelmeester van den hertog uit eene tent, waarin men voorloopig den ouden grijs aard gebracht had. Onmiddellijk was alles stil, men verwachtte nieuws. De oude ridder Simon van Plongomar is ge spaard, liet Huit Legoal aan den hertog hooren, hij heeft het gebruik zijner zinnen terugbekomen en zal dit waarschijnlijk behouden. geest wordt afgestompt. Gelijk bij den mensch alles grenzen heeft, zoo ook bij den arbeid dien hij kan voortbrengen, en verder dan de grens van zijn arbeids kracht mag men niet gaan. De arbeids kracht wordt wel is waar door oefening en inspanning verhoogd, maar slechts dan zal zij datgene uitwerken, waartoe zij inderdaad iu staat is, indien te ge schikter tijde voor onderbreking en rust worde zorg gedragen. Ten aanzien van den dagelijkschen ar beidsduur moet dus het begiusel gelden, dat hij niet langer mag zijn dan de kracht der arbeiders verdragen kan. Hoe lang de rusttijden moeten duren, behoort afhan kelijk te worden gesteld van den aard van het werk, van tijd en plaats en van lichamelijke krachten. Werk in mijnen en groeven eischt klaarblijkend meer in spanning dan anderen arbeid en is scha delijker voor de gezondheid. Daarvoor moet derhalve de gemiddelde arbeidsdag worden vastgesteld. Evenzoo zijn er sommige soorten van arbeid, die in bepaalde landstreken gedu rende eenige tijden van het jaar schier afmattend zijn te noemen, terwijl zij in gewone omstandigheden niet moeilijk zijn.Bovendien is eene vrouw of een kind niet in staat tot datgene wat een volwas sen, krachtige man verricht. De kinderarbeid vooral vordert de nauwlettende zorg van alle menschen - vrienden. Kinderen mogen niet tot de fa briek of de werkplaats worden toegelaten voor lichaam en geest tot voldoende rijp heid gekomen zijn. De^ontwikkeling der krachten wordt bij jeugdige personen door te vroege inspanning gesmoord; en is eenmaal de bloesem van den kinderlij ken leeftijd verdord, dan is de geheele verdere ontwikkeling op jammerlijke wij ze bedorven. Eveneens is in het oog te houden, dat velerlei soort van arbeid ongeschikt is voor het vrouwelijk geslacht, dat eigen lijk voor den huiselijkett arbeid bestemd is. Deze laatste soort van arbeid beveiligt de weerdigheid der vrouw, maakt een goede opvoeding der kinderen gemakke lijk en bevordert het huiselijk geluk. In het algemeen behoort vast te staan, dat aan de arbeiders zooveel rust moet wórden verzekerd als noodig is om de bij deri arbeid aangewende krachten te her stellen immers door de onderbreking van den arbeid wordt herstel van krach ten beoogd. Bij elke overeenkomst, tusschen werk gevers en werkers aangegaan,zij uitdruk kelijk of stilzwijgend de voorwaarde ge steld, dat de bovengenoemde tweevoudi ge soort van rust aan de arbeiders zal worden gegund. Eene overeenkomst zonder deze voor waarde zou in zedelijken zin ongeoor loofd zijn, omdat het prijsgeven van zijn Innige vreugde was op liet gelaat van eiken toe. schouwer te lezen. Den volgenden dag deed dc hertog den jongen ridder van Plougomar roepen. Legoal heeft mg gezegd, sprak de hertog, dat uw vader binnen eenige dagen geheel hersteld zal zijn. Nu moeten wij over uw lot spreken. Om u alles te doen vergelen, wat gij geleden hebt, wil ik u eene der rijkste erfgenamen van Bretanje ten huwelijk geven. Heer hertog, zegde Raoul, de knie buigende dc dag van gisteren cn uwe hoogwaardige welwil lendheid ten mijnen opzichte hebben mij ruim schoots het ongelijk vergoed, dat vudcren ik heb ben uitgestaan. Laat mij toe niets anders meer aan te nemen. Zij is jong en sehoon en van edele afkomst, hernam de hertog. Zy bezit drie der schonstc kas teden van Bretanje, en hare rijkdommen zijn meer dim voldoende om de kostcelen van Plougomar cn Kerratt te doen heropbouwen, te meer, zg is edel. Heer hertog, ik ben onweerdig van zulke eer. Zeg de waarheid. Js uw hart niet vrij Helaas, neen, heer hertog, ik bemin eene edele dame, die schipbreuk leed te Plougomar. Hebt gij haar gezegd, dat gij ze bcmindet Oh, neen lieer hertog, de afstand tusschen ons twee was te groot, dat ware eene laflieid van mijnentwege geweest. plichten jegens God en jegens zichzelven van niemand mag worden gevorderd en door niemand mag worden toegestaan. Om de werklieden, om het volk tegen de katholieke partij, tegen het bewarend ministerie te kunnen opruien heeft Den- dergalm het geraadzaam gevonden door een pennetrek de grondwet af te breken. In zijn nummer van 17 mei schrijft hij Gij weet wel dat de werkman geen recht van spreken heeft, maar wel de plicht van zich dood te zwijgen. Gij ziet de grondwet is afgeschaft, de art. 7 tot 23 bestaan niet meer. Hij vervolgt Wie hem zulks belet wel dat is zijn meester, het kapitaal, de wet, het gezag. Dus wet, kapitaal en meester afgeschaft en alles aan de Slaat toegekend 't Is wat de socialisten vragen, en Vooruit te Gent gaat juichen in Dendergalm van Aalst een gezel gevonden te hebban. Alle omzetting gebeurt langzaam. Se dert eenigen tijd had Dendergalm nog al wel op zijne bondgenooten gestoeld. Dan kon men vragen wat daaronder schuilde, nu komt de aap uit de mouw Dender galm valt liet kapitaal, den eigendom aan! Zinsverbijstering. In een ellelang artikel van zondag 10 mei wilt Dendergalm bewijzen dat het ministerie, door de wet op deinkomrechten van 't vee, ten voordeele der rijke veefokkers de oorzaak is van al de ellende van het volk, die het door rechten op het graan in 't toppunt willen doen stijgen. Het ministerieschuld van de werkstakin gen, der loonsvermindering, van den kri- sis, van den warboel in alle politieke kringen, der onvermijdelijkheid van het algemeen stemrecht, van de herzie ning der Grondwet en mijn God I wat weet ik nog al wat De Vereenigde Staten, Spanje, Duitsch- land en Frankrijk, enz., sluiten hunne grenzen. Belgie, uit eerbied voor de prin ciepen, moet den vrijhandel bewaren In Frankrijk spreekt Basly, socialist, voor inkomrechten op 't graan Het fijnste komt nog hoor het slot .- Het algemeen stemrecht kan aan al dit schreeuwend onrecht alleen een einde stellen. En dan, Dendergalm Dan zullen de boeren, die verre de meerderheid uit maken, de vrijhandelaars naar de maan zenden en vertegenwoordigers hebben die hunne belangen zoo niet zullen slacht offeren lijk de geuzen het doen. De boe ren zijn met de geuzen niet ie wel be vriend men weet wat M. Graux van hen gezegd heeft. Is zij gehuwd 1 Neen, heer hertog, zij is weduwe. Alzoo, gij weigert mijne edele nicht hernam de hertog, opstaande cn cenc geheime deur ope nende. Zeg het haar dan zelf, ik laat u te zamen. Marcellc van Bcloï kwam het vertrek binnen. Zij had den kleinen Loic bij de hand dc kleine, blonde jongen wierp zich recht in de armen van Raoul. Deze bezag Marcelle. 't Is van mij dat de hertog u sprak, zegde zij met bewogen stem. Ik ben weduwe en vry over mijne hand, Raoul, weigert gij nu uog mij te trou wen. Hij nam hare bevende hand ea bracht ze aan zijne lipjien. Gij wist dan dat ik u beminde, zuchtte hij.... Ja En bemint gij mij 1 Zie Marcellc, spreek mij, opdat ik de wezenlijkheid voor geenen droom neme. Tranen van geluk rolden uit dc oogen van Ra oul op de rooskleurige vingeren van de jonge vrouw. Ja, Raoul, ik bemin u, zegde zij op stillen cn kuischen toon. Ik had in uw hart gelezen. Sedert mijn vertrek uitKerpratt, heb ik niet gedacht dan aan u. Ik beb alles aan den hertog gezegd. En dit paard, deze wapens Ik was zoo gelukkig mij met u te kunnen bezig houden. Jobic was mijn helper. Mijn God, mijn God, zegde Raoul, die de jong-; edelvrouw altijd bewonderde, wat moet ik doen om u voor zoo veel geluk te bedanken I Dendergalm, dondert tegen de inkom rechten, en het algemeen stemrecht dat hij zoo duchtig voorstaat, is het middel om ze te bekomen. Als men met de geuzomanie bezeten is, heelt men alle begrip verloren en dan wordt tegenstrij digheid de natuur zelf. De Dendergalm van 31 mei schrijft De meerderheid heeft in de Midden- Afdeeling met geen ander inzicht zoo lang gelanterfant en getalmd dan om de questie der herziening te trekken, te rekken en op de lange baan te schui- «ven. Juist zoo. Om den heer Frère te belie ven heeft de Midden-Afdeeling hare zit tingen gedurende eenige dagen moeten opschorsen. Dat was weer de fout van 't ministerie! Het stelsel van het gouvernement doen kennen is nutteloos, uiet waar Dender galm, daar stelsels zoeken de zaak en taak is der Constituante of beter gezegd der kiezers lijk gij 't beweert. «Dit recht behoort alleen aan 't kie- zerskorps hij alleen is de opperste rechter in deze zaak. Dat men dit kie- zerskorps eens laat zijn gedacht zeggen en het antwoord zal rap gegeven, de formul spoedig gevonden zijn. (15* maart.) Zij zullen, niet waar, hefstelsel, dat qj verkiezen, op hun stembriefje schrijven en dan gaat het los O Dendergalm! Hel blad uit de Vooruitgangstraat zee- vert voort De overeenkomst der partijen, door het ministerie gesteld was een der eer- ste stokken welke er in het wiel der herziening gestoken werd. Had Dendergalm in 1883 reeds 't licht gezien, hoe zou hij, die met hert en ziel uit liberaal belang de herziening genegen is, tegen MM. Frère, Bara en C.*, gedon derd hebben die dan hardnekkig hielden staan dat een voorloopig accoord vol strekt noodig was Ja, maar dan waren de liberalen aan 't roer en dat verandert de zaak 't Is immers het Cela depend des cas het princiep der geuzen. M. Frère loochent nu wat hij in 1883 hardnekkig voorstond Dendergalm raaskalt verder Het stelsel Beernaert was een tweede struikelsteen welke door het goeverne- ment werd in den weg geworpen. Dat ontbrak er nog. Minister Beernaert wil de herziening tot goede haven bren gen en dat is voor Dendergalm een struikelsteen in den weg werpen Bravo! Nu maar algauw het stelsel van Den dergalm toegepast dat is herzien en Zij nam de Land van Loïc en drukte ze met dc handen in de handen van Raoul de Plougo mar. Wees de tweede vader van dit kind, wees er goed voor.... Al wecnende omhelsde Raoul ze beiden. Is het niet aan Loic, dat ik mijn geluk te danken heb, zegde hij. Het was hij, die mij op het strand bij dc klecderen greep. Opdat dit gelukkig voorval nooit ons geheugen ontga, wil ik dat men aan den altaar der kerk, waar men ons huwelijk zal inzegenen, een zlveren afbeeldsel hange ter gedachtenis van de door mij gepletterde baad. Marcelle was over dit voorstel zeer tevreden, ea waardeerde al meer en meel de goede inborst t«b Raoul. Wanneer zal ons huwelijk plaats hebben 1 vroeg hij. Wij zullen het aan uwen vader vragen, zeg de zij, dit hangt van zijne gezondheid af. Het huwelijk had plaats twee maanden nadien jn de kleine kapel van Lannarose. Het was de hand van Simon van Pleugomar welke geheel hersteld was, die de zilveren hand een ex-voto aan het altaar hechtte. De armen van den omtrek behielden langen tijd het aandenken van dit huwelijk. Men hoort nog in die streek sommige berggezangee, waarin de namen van Mar celle en Raoul voorkomen. EINDE.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1891 | | pagina 1