NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
Zondag 12 Juli 1891,
10 centiemen per nummer
13ste Jaar N. 2381
ABONNEMENTPRMS
ANNONCENPRIJS
I'oliliek overzicht.
Dagloon en bezitting.
DE GOUDSMID
Het einde wettigt de
middelen.
Van meester slim.
Uit de soort.
DE DENDER-BODE.
Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van tedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
r. 3,25 voor ses maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen.
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat,
N° 31, en in alle Postkantoren des lands.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr 1,00 Vonnissen op
3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdagavond. De onkosten der kwitantiën door de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Caiqne «aan.
AELST, II JULI 1891.
Holland. 't Gene na 't vertrek van
den duitschen keizer te verwachten was,
is dan ook voorgevallen. Het ministerie
heeft zijn ontslag ingediend bij de konin
gin-regentes.
En nu verwacht men de liberalen aan
't werk.
Engeland. Parnell heeft eene nieu
we nederlaag geleden. De kiezers van
Carlow hebben hem den genadeklop gege
ven, zijn rijk is uit en voorgoed. MM.
Hammond, nationalist,werd gekozen met
3773 stemmen, terwijl zijn parnellistische
tegenstrever slechts 1301 stemmen be
kwam. Al de conservatieven stemden
voor den parnellist.
De katholieke aartstbisschoppen en
bisschoppen van Ierland, vergaderd te
Maybrook, hebben op voorstel van Mgr
Walscb, aartsbisschop van Dublin en
Mgr Croke, aartsbisschop van Gasbel,
plechtig verklaard als herders van het
Iersche volk, dat Parnell ten gevolge
der openbare ergernis die hij gegeven
heeft, onweerdig is geworden, de staat
kundige leider der natie te wezen.
Uittreksel der Encycliek.
In verband hiermeê gaan Wij thans
over tot het bespreken van eene vraag
van zeer groot gewicht, bij welke veel
op juist verstaan aankomt, om niet ter
eenere of ter andere zijde in dwaling te
vervallen. Wijl omtrent het bedrag van
het loon met den arbeider wordt over
eengekomen, zou het den schijn kunnen
hebben als ware de arbeidgever,na de uit
betaling van hel loon, van alle verdere
verplichtingen ontheven.
Men zou tot het denkbeeld kunnen
komen, dat alleen dan onrecht werd
gepleegd, als de werkgever een gedeelte
van het loon inhield, of de werkman niet
in alle deelen den arbeid verrichtte, dien
hij op zich had genoraen.en dat alleen, in
die gevallen, voor de overheid wettige
reden van inmenging aanwezig was,
om ieder het zijne te doen geworden.
Dit besluit evenwel kan niet geheel
worden toegegevenimmers, in den
gedachtengang bestaat eene leemte, aan
gezien een hier ter zake dienend punt
van groote beteekenis wordt voorbijge
zien. En wel ditwerken wil zeggen zijn
krachten inspannen, om in het levenson
derhoud en in alle aardschc behoeften te
voorzien.
In het zweet uws aanschijns zult gij
uw brood eten.
van Westcheap.
1* vervolg.
Ik sou toeh voor alles in de wereld geerne
weten wat dit eigenlijk beteekent, zei de goud
smid uit den Zilveren Eenhoorn tegen zijnen gast
zoo ik bevind dat die twee vreemdelingen, van
wien gij mij gesproken hebt, bij Rothing een aan
zienlijk werk besteld liobhen, dan zal uwe onbe
leefdheid ter degc gekastijd worden. Waart gij
heuseh met hen omgegaan, liadt gij hun gezegd
dat het beste werk uit den Zilveren Eenhoorn
komt, dan waren zij gewis hier gekomen.
Wel hemel, wat gij daar zegt, meesterant.
woordde de jongeling, zulke bedelaars souden
werk bestellen Ja, wel misschien hadden zij den
aak vol steenen en wie weet het of zjj bij Ro
thing niet gegaan zijn om dezelven, door de zwarte
kunst, in goud tc veranderen f Deze heeft im
mers den naam dat hij zich bezig houdt met goud
makerij, of alehymie, zoo als gij dit heet, mees
ter.
Twee kenmerken aldus zijn den arbeid
eigen hij is persoonlijk, wijl de in het
werk gestelde kracht en inspanning per
soonlijk toebehooren aan den arbeider
en hij is ook noodzakelijk, wijl hij het
levensonderhoud moet verschaffen, en
een strenge natuurlijke plicht de instand
houding des levens gebiedt.
Als men nu den arbeid beschouwt al
leen in zooverre hij persoonlijk is, dan
valt het niet te loochenen, dat het aan liet
goeddunken van iederen arbeider vrij
staat, met elke vermindering van loon
vrede te nemen immers, hij verricht
den arbeid uit vrijen wil en kan zich met
een gering loon vergenoegen of van zijn
loon geheel afstand doen.
De zaak vertoont zich echter in een an
der licht, als men het tweede onafschei
delijke kenmerk van den arbeid meê in
aanmerking neemt, namelijk de noodwen
digheid.
Het leven te onderhouden, is voor een
ieder de noodzakelijkste plicht. Hebben
allen van natuurswege recht op levens
onderhoud, dan is voor den onvermo
gende handenarbeid de eenige weg, om
het te vinden. Indien dus al de overeen
komst tusschen werkgever en werknemer
bepaaldelijk wat het loon aangaat, van
twee kanten een vrijwillige is, zoo blijft
toch altijd de eisch van het natuurrecht,
dat het loon niet zoo laag mag wezen, of
een matig, rechtschapen arbeider moet
daarvan kunnen bestaan.
Deze gewichtige eisch is onafhankelijk
van den vrijen wil der contractanten.
Verondersteld een arbeider onderwerpt
zich, alleen door den nood gedwongen of
om nog erger lot te ontgaan, aan te harde
voorwaarden, die hem door arbeidgevers
of ondernemers gesteld worden, dan
wordt hem geweld aangedaan, en de ge
rechtigheid komt tegen dergelijken
dwang in verzet.
Opdat men wel bij dergelijke vraag
stukken, zooals die betreffende den ar
beidsduur voor de verschillende soorten
van arbeid, de maatregels lot beveiliging
der gezondheid en lot voorkoming van
ongelukken in fabrieken, de inmenging
der overheid niet de gepaste grenzen te
buiten ga, schijnt liet, met het oog op het
groote verschil van omstandigheden naar
tijd en plaats, ten hoogste wenschelijk,
dergelijke vragen voor de commissiën te
brengen, over welke Wij straks spreken
zullen, of een anderen weg in te slaan
tot vertegenwoordiging van de belangen
der werklieden, naar gelang der behoef
ten, met medewerking en onder leiding
der overheid.
Verdient de arbeider een voldoend
loon, om in het onderhoud van zichzel-
ven en van vrouw en kinderen op beta
melijke wijze te voorzien, is hij daarbij
verstandig en spaarzaam, dan zal hij het,
zijn natuurlijken drang volgend, ook
daarheen weten te leiden, dat hij zekere
som kam terzijde leggen, om zich een
klein inkomen te verzekeren.
Ja, j'ongen, hernam de mcestcr-goudsmid.
daaraan ziet gij wat er komt van boeken te lezen
en van meer verstand tc willen licbhen dan ande
ren. Had de meester Rothing nooit latijn gelezen,
dan had hij nooit nieuwe dingen willen uitvinden,
dan zou hij nu geen gebrek hebben aan het nood
zakelijke. 't Is immers zoo dat hij op het gedacht
gekomen is dat de lombaardschc goudsmeders be
ter kunnen polieren en emailleerden dan wij, dat
bij niet rusten of duren kon, voor dat lig een
Lomboard in onze ambachtsgilde gebracht hadde.
Ik dacht dat dit alles hem den nek zou breken, en
is ook zoo.
Inderdaad, zei de gast, hij heeft niet éénen
vriend meer in de gilde, en zoo ik vermoed had
dat die mannen werk giDgen bestellen, dan ware
Rothing de laatste geweest tot wien ik ze zou ge
schikt hebben. Neen, als meester Rothing de
vreemdelingen zoo geerne ziet, dan kan hij by
hen ook bulp gaan zoeken.
- Ja, met zulke'hulp zal hij verre komen,
hernam de goudsmid welhaast zullen zijne
schuldeischers hem gaan vervolgen, en wie weet
of Rothing den winter in 't gevang van Ludgate
niet zal moeten doorbrengen Nu, indien 't zoo is,
dan is het toeh door zijne eigene schuld maar
ik heb medelijden met Agnes, zijne dochter er is
geen braver meisje in gansch Westcheap en zeker
verdient zij een beter lot. Nu, jongen onthoud wel
Niet slechts, wil men tot een practi-
sche oplossing der sociale kwestie gera
ken, moet het bijzonder bezit als een on
aantastbaar recht worden gehandhaafd,
maar de Staat moet bovendien dit recht
in zijne wetgeving begunstigen en maat
regelen in dien geest schikken, dat zoo-
velen mogelijk er naar trachten zich een
nederig kapitaal te verwerven.
Hieraan zullen groote voordeelen ver
bonden zijn op de eerste plaats een
meer met de billijkheid overeenkomende
verdeeling dér aardsche goederen.
liet is tengevolge van de hervorming
der maatschappelijke verhoudingen in de
vorige eeuw, dat de bevolking in de ste
den zich verdeeld heeft in twee klassen,
welke door een diepe klove van elkander
gescheiden zijn.
Aan den eenen kant de overmacht van
het kapitaal, dat de industrie en de han-
delsmarkl ten eenemale beheerscht, en
dat, wijl het de basis is van alle onder
nemingen en de zenuw van alle werk
kracht, niet alleen zijn bezitters voortdu
rend onder geldelijk opzicht verrijkt,
maar hun ook in zaken, het staatsleven
betreffende, machtigen invloed ver
schaft.
Aan den anderen kant de menigte,
welke de goederen van dit leven moet
ontberen, daarbij verbitterd en tot wan
orde gezind is als nu aan deze laatste
klasse het uitzicht geopend werd om
door vlijt en inspanning een klein stuk
grond te verwerven, dan zou tusschen
de twee kampen van staatsburgers lang
zamerhand eene toenadering plaats heb
ben, de tegenstelling tusschen de bitter
ste armoe en de ophooping van rijkdom
men zou meer en meer verdwijnen.
Tegelijkertijd zou de landbouw daarbij
groot voordeel hehben. De overtuiging,
dat men eigen grond bebouwt, heeft, na
tuurlijkerwijze, meer zorg en toewijding
bij den arbeid ten gevolge. Men waar
deert den akker, naarmate men moeite
daaraan ten koste legtmen gaat hem
liefhebben, wanneer men in hem de bron
ziet van een nederigen welstand voor
zich-zëlven en zijn gezin.
Het ligt voor de hand derhalve, hoezeer
de landbouw, hoezeer het algemeen wel
zijn des volks daardoor zouden bevorderd
worden.
Als derde voordeel verdiend genoemd
te worden, de versterkihg van de liefde
tot den geboortegrond, van gehechtheid
aan den bodem, waarop het ouderlijk
huis werd gegrond, waarop men is gebo
ren en opgevoed.
Ongelw jfeld zouden vele landverhui
zers, die thans in den vreemde, een
nieuw vaderland zoeken, den voorkeur
gegeven hebben aan een rustig verblijf in
het eigen vaderland, indien daar onder
stoffelijk opzicht een dragelijk beslaan
voor hen mogelijk ware geweest.
De bovengenoemde voordeelen zullen
echter, zoo als klaarblijkelijk is. niet
worden verkregen, als de Staat den on-
wat ik ga zeggen zoek gccne wijsheid in de boe
ken en wacht u van vreemdelingen.
l)at zal ik ook, antwoordde de werkjongen,
ik houd mij liever bezig mei den hamer, dan met
lelterziftcrij, en den vreemden reik ik liever mij
nen stok toe dan mijne hand.
't is toch een knappe jongen, zei de meester,
bij zich zelvcn, hij spreekt, gelijk het een braaf
man betaamt.
Lenigen tijd daarna waren de inwoners van
Westcheap wederom getuigen van iets dat hun
zeer wonder voorkwam. In Rothing's winkel,
voorheen zoo ledig, zoo armoedig, zag men zes
zware kettingen en andere sieraden van zoo uitge
lezen kunst, dal zelfs de meester uit den zilveren
Eenhoorn zijne goedkeurende bewondering niet
kon weigeren, boe zeer dit prijzen hem ook tegen-
stak.
Dit werk is voortreffelijk, zegde hg aan eenen
Alderman, die met hem aan Rothing's venster
stond, ik ben nieuwsgierig om tc weten wie dit
mag besteld hebben.
Dit zou ik ook geerue weten, antwoordde de
Alderman doch Rothing zegt dat de personen,
die hem dit werk oplegden, hem tccncmaal onbe
kend zijn, dat zij onbekend willen blijven en hem
bij nachte den prijs zullen brengen en de kleiuoo-
den meédragen.
De meeaier uit den Eenhoorn ging naar huis,
derdanen zoo hooge belastingen oplegt,
dat het particulier eigendom daardoor
langzamerhand wordt verslonden.
Het recht op persoonlijk bezit, hetwelk
een natuurrecht is, kan de Staat niet op
heffen hij kan alleen het gebruik van
den eigendom regelen en dit gebruik met
de eisehen van het openbaar belang in
overeenstemming brengen. Het gaat
derhalve tegen recht en billijkheid in,
als de Staat zich een overgroot gedeelte
van het vermogen zijner onderdanen in
den vorm van belastingen toeeigent.
Dat leert uitdrukkelijk de voorvader
van onze geuzen Macliiavel in zijn boekje
over «den Prins.
Dit stellen dan ook onze geuzen
krachtdadig aan 't werk.
In 1857, ging het in hunne rangen
weg met de kloosters en overal in
de groote sleden deden zich van wege
onze liberale jonge kweekelingen de
baldadigste tooneelen voor. De katholie
ken'waren uit de wet gebannen
In 1871 zelfde spel.
In 57 gaf M. Frère het signal van het
straatlawijt; in 71 was het de beurt van
M. Bara, de verdediger van de t open
bare zedelijkheid
In 1876 na de kiezingen, die slecht
voorde liberalen uitgevallen waren, bra
ken nieuwe wanorders uit. Noch huis,
noch kind en vrouw en priester wierden
gespaard.
In Gent wierden de bedevaarders van
Oostakker lafhertig aangevallen.
Dit alles gebeurde om de geuzen aan
het schotelken te brengen.
M. Woeste heeft die daden en lafhertig-
heden in zijn werk 20 ans de polémi-
que geschandvlekt en de wczenllijke
verantwoordelijk doen uitschijnen.
De katholieken zijn maar 't sjeven;voor
hen is de politiek du gourdin zeer
goed. 1
Overal komt het hier op uit wat een
progressist schreef Hel gevang, de
boet, de verbanning zijn wettelijke
middelen waarom ze niet tegen de
katholieken in 'i werk gezet
Saint Ferréol en andere geus is niet
min uitdrukkelijk In politiek is de
plicht van ieder goed burger die de
zegepraal van zijn zaak behertigt op
welke wijze ook te handelen, recht naar
het doelwit te streven door al de wegen
die zich voordoen, zich tot aanval en ver-
dediging te bereiden met al de wapens die
men aan de hand heeft.
Over eenigen tijd hebben de Zwitser-
sche progressisten dit ook in 't werk
gezet. In den Tessin een katholiek
kanton in het zuiden naast Italië gele
gen, kregen ze met de kiezingen de
bovenhand niet,en ras. 't was omwente-
met het inzicht van zijnen gast de beloofde kastij
ding toe te dienen intusschcn trad de Alderman
bij Rothing binnen, en bestelde eene ketting juist
gelijk aan die welke aan het venster hingen en
daarbij nog een bord van verguld zilver.
De arme goudsmid, verheugd over deze nieuwe
onvcrwachltc gunst, geloofde dat het geluk tot zijn
huis was weergekomen en dankte daarvoor den
Hemel in alle oprechtheid des herten.
Den zelfden avond ging Rothing, van den arbeid
vermoeid, volgens zijue gewoonte in het open veld
eene wandeling doen, terwijl zijne dochter Agnes
't huiswerk verrichtte. Eensklaps werd er op de
deur gekloptAgnes deed open en zag twee in
mantels gewikkelde personen binnentreden, welke
met aanoringendheid naar baar vroegen. Toen hun
gezegd werd dat de meester uit was, schenen zij
ontevreden, doch na elkander ccnigc woorden ge
zegd te hebben, waarvan Agnes niets verstond,
vroegen zij naar de kettingen en ander sieraden
en wierpen te gclijker tijd eene zoo wel gevulde
beurze op tafel, dat zg geheel den winkel wel twee
maal hadden kunnen uitkoopen.
Ik zou toch geerne meester Rothing gespro
ken hebben, zegde de eerste terwijl hij binnen
's huis trad en de deur toesloot, want onze bood
schap duit geen uitstel, en de stad levert voor ons
geen goed verblijf op... Wat zullen wij doen?vroeg
hij zijnen gezel.
ling en T bloed stroomde de carbonari
waren aan 't werk. Een oud leerling der
Hoogeschool van Leuven werd het
slachtoffer dier rakkers, hij betaalde met
zijn leven de edele zaak die hij verdedig
de.
Ari. 34 uit de standregels van La
jeune Italië zegt Al geheim tribunaal is
bevoegd niet alleen om de schuldige
aanhangers te oordeelen maar nog om
al de personen te vermoorden die zij
ter dood gedoemd heeft.
Een dagblad van Verviers Le Progrès
schrijft. De antisociale samenzwering,
die naam van Roomsohe Kerk heeft,
moet door alle middelen bevochten
worden, die de wet ter hand stelt en
zijn zij niet genoegend men moet er
andere maken om onzer vijanden te
verpletteren.
Dal is wat anders, nietwaar, Dender-
galm, als laffe beschuldigingen zonder
bewijzen.
Kuut gij zooveel doen?, of zult gij
zwijgend uwe schuld bekennen.
In het nummer van 25 Juni hadden wij
het onlogieke der houding van den
Dendergalm in weinige woorden doen
uitschijnen.
Dendergalm schreefDe behoudéns-
gezinden, die d.ï klerikale» aange-
kleefd waren, moeten thans zich in
hunne verwachting bitter bedrogen
vinden. Zij zien thans waar een over-
dreven klerikaal bestuur van nauw zes
jaren hen gebracht heeftbedreiging
van algemeene werkstaking, de her-
ziening der grondwet en de invoering
van het algemeen stemrecht onvermij-
delijk, een warboel in alle politieke
kringen.
Daarop hebben wij geantwoord De
herziening der grondwet verdedigen en
die herziening zelf ten laste leggen van
een ministerie die de zaak in handen
heeft genomen, ze hem als eene fout, als
eene slechte daad aantijgen, is een
comble van vermetele dwaasheid,
een uitbroeisol van eene zieke hersenpan.
Daarop heeft Dendergalm niets te ant
woorden. Dus neemt hel aan.
2° Wij gingen voort Het algemeen
stemrecht verdedigen en het een poli
tieke warboel heeten is zijn eigen een
duchligen kaakslag geven
3° Voor de herziening strijden en die
herziening a's een vogelschrik voor de
oogen der behoudensgezinde die de
klerikalen aangekleefd zijn doen dan
sen en zweven, is wel eene tegenstrijdig
heid zoo kolossaal dat ze slechts in een
liberale hersenpan kan ontstaan.
Van dit laatste heeft Dendergalm stil
als een muis gezwegen. Dus in den appel
gebeten.
Op het tweede punt antwoord hij
Een groote slimmerik van Dender-
bode besluit uit die verklaring dat wij
Dan begonnen zij wederom zachtjes met elkan
der te spreken en sloegen inlusschen menigmaal
de oogen naar de dochter van den goudsmid, alsof
deze liet voorwerp hunner onderhandeling ware.
Eindelijk telden zij op de lalel den prijs van het
geen zij gekocht hadden, cn terwijl de bijzonderste
der beide de kostbaarheden in een doosje sloot,
zegde hij
Jonge dochter, gij woont hier zeer aange
naam, van uw huis hebt gij een sciioon uitzicht op
al de feeststoeten en ridderspelen, welke in Cheap
plaats hebben. Zaagt gij niet, bighet laatste feest,
den graaf van Salisbury Alen zegt dat hij
zoo buitengewoon prachtig gekleed was. Kont gij
hem
Neer heeren, ik ken hem nietwij hou
den ons weinig op met feesten en ridderspelen,
antwoordde het meisje, eeuigcrwijze verrast door
die onverwachttc en, schijnbaar, onbeduidende
vrage.
Maar gij kent toch wel den hertog vau
Exeter f... den graaf van Huntingdon ten minste
kent gij den....
Waarlijk, ik kon die heeren slecht hij name,
was het antwoord.
En kent uw vader ze ook niet 1 voorzeker
moet een zoo goed werkman, als hij is, dikwijls be-
slcllingcu vau hen hehben ontvangen 2
het algemeen stemrecht een warboel
heeten. Die jongen heeft zeker zijn
Rhetorika uitgedaan om aan deze zin-
snede die beteekenis te kunnen geven.
Attentie kameraad. Een overdreven
klerikaal bestuur heeft ons op zes jaar
tijd gebracht 1° tot werkstaking, (zijn
het nu de katholieken die het werk
staken of van de werkstakingen de
oorzaak zijn 1) 2° tot algemeen stem-
recht3° tot een warboel in alle poli-
tieke kringen.
Dendergalm verdedigt de herziening en
het algemeen stemrecht. In al zijne num
mers schreeuwt hijhet algemeen stem
recht is alleen rechtvaardig,al het andere
bedrog en kult den boer, het algemeen
stemrecht zal de oplossing der vraag
geven
Eerst en vooral het invoeren van
uw stelsel tijgt gij als eene fout voor
het ministerie aan.
Er bestaat een warboel in alle poli
tieke kringen. (Mijn God welken grief
Welnu wat is de oorzaak dier warring,
van dien warboel. Natuurlijk de herzie
ning der grondwet Op welke wijze wil
Dendergalm tol het algemeen stemrecht
geraken Zoo niet door omwenteling
dan toch door herziening niet waar
Dus zijn de herziening, die gij verde
digt en het algemeen stemrecht dat ge
voorstaat de oorzaken van dien lameuzen
warboel
Hebt gij het beet, Dendergalm Waar
om durft gij onze gansche antwoord niet
aanhalen
Ja dan zouden uwe lezers zien voor
wat aap gij ze houdt.
Daar Dendergalm zich tot hiertoe de
trouwe bondgenoot der socialisten ver
klaard had, en het wilde blijven zoolang
zij de storing aller orde niet nastreefden
had men hem gevraagd wat hij dan toch
door omverrewerping der samenleving
verstond. Hij antwoord ons De papen
van alje kleur schreeuwen luide dat
de socialisten dieven moordenaars zijn
en branders
Dus moorden branden stelen is de om
verwerping der samenleving.
Proudhon, een der grootvaders van de
socialisten heeft gezegd en Karl Marne
met hem Eigendom is diefstal Dus
moet de eigendom afgeschaft worden.
Hoe gaat dit gebeuren
Iedereen kent de schanddaden der pa-
rijsche Commune, waar moorden, bran
den, stelen aan het dagorde waren! Voor
uit heeft dit regiem opgehemeld en ge-
scheven De parijsche Commune is een
der schoonste bladzijden uit de geschie-
denis van het socialism, Levo de
Commune.
Het toonbeeld der socialisten is het
fransch schrikbewind, de fransche om-
Ik weet niet of mijn vader zc kentmaar
werk hebben zij hier nooit besteld.
Jonge dochter, sprak dc eerste der vreemden
zijnen bevelenden toon weer aannemend, mij
dunkt dat gij voorzichtig cn bescheiden zijtdaar
om zullen wij onze boodschap met u afdoen zeg
uwen vader dal hij twaalf ringen make, op welker
schild eene nitgestreklc hand staan moet met deze
leus bereid tol handelen. Doch verzoek uw
vader zijnen mond daarover wei gesloten te hou
den en dc ringen aan niemand tc toonen, indien
hij aan onze gunst prijs hechtzeg hem nog dat,
zoo hij onzen wil getrouw nakomt, hij ook dc eer
ste van zijn ambacht zal worden. Vergeet de uit
gestrekte lmnd niet cn de leus bereid tot hande
len.
De spreker wikkelde zich daarop diep in zijnen
mantel, nam den arm van zijnen gezel cn verliet
den winkel met groote slappen. Agnes zag van uit
hare deur dc vreemdelingen na, zoo verre hare
oogen droegen, tot dal zij eindelijk in den nevel
verdwenen. Dan wilde zij de deur wederom sluiten
toen zij nevens haar een ouden man ontwaarde,
gekleed als een pelgrim, cn dio even zoo nieuws
gierig als zij de vreemdelingen nabliktc.
(Wordt voortgezet.)