NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. Zondag 12 Juli 1891, 10 centiemen per nummer 13ste Jaar N. 2381 ABONNEMENTPRMS ANNONCENPRIJS I'oliliek overzicht. Dagloon en bezitting. DE GOUDSMID Het einde wettigt de middelen. Van meester slim. Uit de soort. DE DENDER-BODE. Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van tedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars r. 3,25 voor ses maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat, N° 31, en in alle Postkantoren des lands. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr 1,00 Vonnissen op 3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdagavond. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Caiqne «aan. AELST, II JULI 1891. Holland. 't Gene na 't vertrek van den duitschen keizer te verwachten was, is dan ook voorgevallen. Het ministerie heeft zijn ontslag ingediend bij de konin gin-regentes. En nu verwacht men de liberalen aan 't werk. Engeland. Parnell heeft eene nieu we nederlaag geleden. De kiezers van Carlow hebben hem den genadeklop gege ven, zijn rijk is uit en voorgoed. MM. Hammond, nationalist,werd gekozen met 3773 stemmen, terwijl zijn parnellistische tegenstrever slechts 1301 stemmen be kwam. Al de conservatieven stemden voor den parnellist. De katholieke aartstbisschoppen en bisschoppen van Ierland, vergaderd te Maybrook, hebben op voorstel van Mgr Walscb, aartsbisschop van Dublin en Mgr Croke, aartsbisschop van Gasbel, plechtig verklaard als herders van het Iersche volk, dat Parnell ten gevolge der openbare ergernis die hij gegeven heeft, onweerdig is geworden, de staat kundige leider der natie te wezen. Uittreksel der Encycliek. In verband hiermeê gaan Wij thans over tot het bespreken van eene vraag van zeer groot gewicht, bij welke veel op juist verstaan aankomt, om niet ter eenere of ter andere zijde in dwaling te vervallen. Wijl omtrent het bedrag van het loon met den arbeider wordt over eengekomen, zou het den schijn kunnen hebben als ware de arbeidgever,na de uit betaling van hel loon, van alle verdere verplichtingen ontheven. Men zou tot het denkbeeld kunnen komen, dat alleen dan onrecht werd gepleegd, als de werkgever een gedeelte van het loon inhield, of de werkman niet in alle deelen den arbeid verrichtte, dien hij op zich had genoraen.en dat alleen, in die gevallen, voor de overheid wettige reden van inmenging aanwezig was, om ieder het zijne te doen geworden. Dit besluit evenwel kan niet geheel worden toegegevenimmers, in den gedachtengang bestaat eene leemte, aan gezien een hier ter zake dienend punt van groote beteekenis wordt voorbijge zien. En wel ditwerken wil zeggen zijn krachten inspannen, om in het levenson derhoud en in alle aardschc behoeften te voorzien. In het zweet uws aanschijns zult gij uw brood eten. van Westcheap. 1* vervolg. Ik sou toeh voor alles in de wereld geerne weten wat dit eigenlijk beteekent, zei de goud smid uit den Zilveren Eenhoorn tegen zijnen gast zoo ik bevind dat die twee vreemdelingen, van wien gij mij gesproken hebt, bij Rothing een aan zienlijk werk besteld liobhen, dan zal uwe onbe leefdheid ter degc gekastijd worden. Waart gij heuseh met hen omgegaan, liadt gij hun gezegd dat het beste werk uit den Zilveren Eenhoorn komt, dan waren zij gewis hier gekomen. Wel hemel, wat gij daar zegt, meesterant. woordde de jongeling, zulke bedelaars souden werk bestellen Ja, wel misschien hadden zij den aak vol steenen en wie weet het of zjj bij Ro thing niet gegaan zijn om dezelven, door de zwarte kunst, in goud tc veranderen f Deze heeft im mers den naam dat hij zich bezig houdt met goud makerij, of alehymie, zoo als gij dit heet, mees ter. Twee kenmerken aldus zijn den arbeid eigen hij is persoonlijk, wijl de in het werk gestelde kracht en inspanning per soonlijk toebehooren aan den arbeider en hij is ook noodzakelijk, wijl hij het levensonderhoud moet verschaffen, en een strenge natuurlijke plicht de instand houding des levens gebiedt. Als men nu den arbeid beschouwt al leen in zooverre hij persoonlijk is, dan valt het niet te loochenen, dat het aan liet goeddunken van iederen arbeider vrij staat, met elke vermindering van loon vrede te nemen immers, hij verricht den arbeid uit vrijen wil en kan zich met een gering loon vergenoegen of van zijn loon geheel afstand doen. De zaak vertoont zich echter in een an der licht, als men het tweede onafschei delijke kenmerk van den arbeid meê in aanmerking neemt, namelijk de noodwen digheid. Het leven te onderhouden, is voor een ieder de noodzakelijkste plicht. Hebben allen van natuurswege recht op levens onderhoud, dan is voor den onvermo gende handenarbeid de eenige weg, om het te vinden. Indien dus al de overeen komst tusschen werkgever en werknemer bepaaldelijk wat het loon aangaat, van twee kanten een vrijwillige is, zoo blijft toch altijd de eisch van het natuurrecht, dat het loon niet zoo laag mag wezen, of een matig, rechtschapen arbeider moet daarvan kunnen bestaan. Deze gewichtige eisch is onafhankelijk van den vrijen wil der contractanten. Verondersteld een arbeider onderwerpt zich, alleen door den nood gedwongen of om nog erger lot te ontgaan, aan te harde voorwaarden, die hem door arbeidgevers of ondernemers gesteld worden, dan wordt hem geweld aangedaan, en de ge rechtigheid komt tegen dergelijken dwang in verzet. Opdat men wel bij dergelijke vraag stukken, zooals die betreffende den ar beidsduur voor de verschillende soorten van arbeid, de maatregels lot beveiliging der gezondheid en lot voorkoming van ongelukken in fabrieken, de inmenging der overheid niet de gepaste grenzen te buiten ga, schijnt liet, met het oog op het groote verschil van omstandigheden naar tijd en plaats, ten hoogste wenschelijk, dergelijke vragen voor de commissiën te brengen, over welke Wij straks spreken zullen, of een anderen weg in te slaan tot vertegenwoordiging van de belangen der werklieden, naar gelang der behoef ten, met medewerking en onder leiding der overheid. Verdient de arbeider een voldoend loon, om in het onderhoud van zichzel- ven en van vrouw en kinderen op beta melijke wijze te voorzien, is hij daarbij verstandig en spaarzaam, dan zal hij het, zijn natuurlijken drang volgend, ook daarheen weten te leiden, dat hij zekere som kam terzijde leggen, om zich een klein inkomen te verzekeren. Ja, j'ongen, hernam de mcestcr-goudsmid. daaraan ziet gij wat er komt van boeken te lezen en van meer verstand tc willen licbhen dan ande ren. Had de meester Rothing nooit latijn gelezen, dan had hij nooit nieuwe dingen willen uitvinden, dan zou hij nu geen gebrek hebben aan het nood zakelijke. 't Is immers zoo dat hij op het gedacht gekomen is dat de lombaardschc goudsmeders be ter kunnen polieren en emailleerden dan wij, dat bij niet rusten of duren kon, voor dat lig een Lomboard in onze ambachtsgilde gebracht hadde. Ik dacht dat dit alles hem den nek zou breken, en is ook zoo. Inderdaad, zei de gast, hij heeft niet éénen vriend meer in de gilde, en zoo ik vermoed had dat die mannen werk giDgen bestellen, dan ware Rothing de laatste geweest tot wien ik ze zou ge schikt hebben. Neen, als meester Rothing de vreemdelingen zoo geerne ziet, dan kan hij by hen ook bulp gaan zoeken. - Ja, met zulke'hulp zal hij verre komen, hernam de goudsmid welhaast zullen zijne schuldeischers hem gaan vervolgen, en wie weet of Rothing den winter in 't gevang van Ludgate niet zal moeten doorbrengen Nu, indien 't zoo is, dan is het toeh door zijne eigene schuld maar ik heb medelijden met Agnes, zijne dochter er is geen braver meisje in gansch Westcheap en zeker verdient zij een beter lot. Nu, jongen onthoud wel Niet slechts, wil men tot een practi- sche oplossing der sociale kwestie gera ken, moet het bijzonder bezit als een on aantastbaar recht worden gehandhaafd, maar de Staat moet bovendien dit recht in zijne wetgeving begunstigen en maat regelen in dien geest schikken, dat zoo- velen mogelijk er naar trachten zich een nederig kapitaal te verwerven. Hieraan zullen groote voordeelen ver bonden zijn op de eerste plaats een meer met de billijkheid overeenkomende verdeeling dér aardsche goederen. liet is tengevolge van de hervorming der maatschappelijke verhoudingen in de vorige eeuw, dat de bevolking in de ste den zich verdeeld heeft in twee klassen, welke door een diepe klove van elkander gescheiden zijn. Aan den eenen kant de overmacht van het kapitaal, dat de industrie en de han- delsmarkl ten eenemale beheerscht, en dat, wijl het de basis is van alle onder nemingen en de zenuw van alle werk kracht, niet alleen zijn bezitters voortdu rend onder geldelijk opzicht verrijkt, maar hun ook in zaken, het staatsleven betreffende, machtigen invloed ver schaft. Aan den anderen kant de menigte, welke de goederen van dit leven moet ontberen, daarbij verbitterd en tot wan orde gezind is als nu aan deze laatste klasse het uitzicht geopend werd om door vlijt en inspanning een klein stuk grond te verwerven, dan zou tusschen de twee kampen van staatsburgers lang zamerhand eene toenadering plaats heb ben, de tegenstelling tusschen de bitter ste armoe en de ophooping van rijkdom men zou meer en meer verdwijnen. Tegelijkertijd zou de landbouw daarbij groot voordeel hehben. De overtuiging, dat men eigen grond bebouwt, heeft, na tuurlijkerwijze, meer zorg en toewijding bij den arbeid ten gevolge. Men waar deert den akker, naarmate men moeite daaraan ten koste legtmen gaat hem liefhebben, wanneer men in hem de bron ziet van een nederigen welstand voor zich-zëlven en zijn gezin. Het ligt voor de hand derhalve, hoezeer de landbouw, hoezeer het algemeen wel zijn des volks daardoor zouden bevorderd worden. Als derde voordeel verdiend genoemd te worden, de versterkihg van de liefde tot den geboortegrond, van gehechtheid aan den bodem, waarop het ouderlijk huis werd gegrond, waarop men is gebo ren en opgevoed. Ongelw jfeld zouden vele landverhui zers, die thans in den vreemde, een nieuw vaderland zoeken, den voorkeur gegeven hebben aan een rustig verblijf in het eigen vaderland, indien daar onder stoffelijk opzicht een dragelijk beslaan voor hen mogelijk ware geweest. De bovengenoemde voordeelen zullen echter, zoo als klaarblijkelijk is. niet worden verkregen, als de Staat den on- wat ik ga zeggen zoek gccne wijsheid in de boe ken en wacht u van vreemdelingen. l)at zal ik ook, antwoordde de werkjongen, ik houd mij liever bezig mei den hamer, dan met lelterziftcrij, en den vreemden reik ik liever mij nen stok toe dan mijne hand. 't is toch een knappe jongen, zei de meester, bij zich zelvcn, hij spreekt, gelijk het een braaf man betaamt. Lenigen tijd daarna waren de inwoners van Westcheap wederom getuigen van iets dat hun zeer wonder voorkwam. In Rothing's winkel, voorheen zoo ledig, zoo armoedig, zag men zes zware kettingen en andere sieraden van zoo uitge lezen kunst, dal zelfs de meester uit den zilveren Eenhoorn zijne goedkeurende bewondering niet kon weigeren, boe zeer dit prijzen hem ook tegen- stak. Dit werk is voortreffelijk, zegde hg aan eenen Alderman, die met hem aan Rothing's venster stond, ik ben nieuwsgierig om tc weten wie dit mag besteld hebben. Dit zou ik ook geerue weten, antwoordde de Alderman doch Rothing zegt dat de personen, die hem dit werk oplegden, hem tccncmaal onbe kend zijn, dat zij onbekend willen blijven en hem bij nachte den prijs zullen brengen en de kleiuoo- den meédragen. De meeaier uit den Eenhoorn ging naar huis, derdanen zoo hooge belastingen oplegt, dat het particulier eigendom daardoor langzamerhand wordt verslonden. Het recht op persoonlijk bezit, hetwelk een natuurrecht is, kan de Staat niet op heffen hij kan alleen het gebruik van den eigendom regelen en dit gebruik met de eisehen van het openbaar belang in overeenstemming brengen. Het gaat derhalve tegen recht en billijkheid in, als de Staat zich een overgroot gedeelte van het vermogen zijner onderdanen in den vorm van belastingen toeeigent. Dat leert uitdrukkelijk de voorvader van onze geuzen Macliiavel in zijn boekje over «den Prins. Dit stellen dan ook onze geuzen krachtdadig aan 't werk. In 1857, ging het in hunne rangen weg met de kloosters en overal in de groote sleden deden zich van wege onze liberale jonge kweekelingen de baldadigste tooneelen voor. De katholie ken'waren uit de wet gebannen In 1871 zelfde spel. In 57 gaf M. Frère het signal van het straatlawijt; in 71 was het de beurt van M. Bara, de verdediger van de t open bare zedelijkheid In 1876 na de kiezingen, die slecht voorde liberalen uitgevallen waren, bra ken nieuwe wanorders uit. Noch huis, noch kind en vrouw en priester wierden gespaard. In Gent wierden de bedevaarders van Oostakker lafhertig aangevallen. Dit alles gebeurde om de geuzen aan het schotelken te brengen. M. Woeste heeft die daden en lafhertig- heden in zijn werk 20 ans de polémi- que geschandvlekt en de wczenllijke verantwoordelijk doen uitschijnen. De katholieken zijn maar 't sjeven;voor hen is de politiek du gourdin zeer goed. 1 Overal komt het hier op uit wat een progressist schreef Hel gevang, de boet, de verbanning zijn wettelijke middelen waarom ze niet tegen de katholieken in 'i werk gezet Saint Ferréol en andere geus is niet min uitdrukkelijk In politiek is de plicht van ieder goed burger die de zegepraal van zijn zaak behertigt op welke wijze ook te handelen, recht naar het doelwit te streven door al de wegen die zich voordoen, zich tot aanval en ver- dediging te bereiden met al de wapens die men aan de hand heeft. Over eenigen tijd hebben de Zwitser- sche progressisten dit ook in 't werk gezet. In den Tessin een katholiek kanton in het zuiden naast Italië gele gen, kregen ze met de kiezingen de bovenhand niet,en ras. 't was omwente- met het inzicht van zijnen gast de beloofde kastij ding toe te dienen intusschcn trad de Alderman bij Rothing binnen, en bestelde eene ketting juist gelijk aan die welke aan het venster hingen en daarbij nog een bord van verguld zilver. De arme goudsmid, verheugd over deze nieuwe onvcrwachltc gunst, geloofde dat het geluk tot zijn huis was weergekomen en dankte daarvoor den Hemel in alle oprechtheid des herten. Den zelfden avond ging Rothing, van den arbeid vermoeid, volgens zijue gewoonte in het open veld eene wandeling doen, terwijl zijne dochter Agnes 't huiswerk verrichtte. Eensklaps werd er op de deur gekloptAgnes deed open en zag twee in mantels gewikkelde personen binnentreden, welke met aanoringendheid naar baar vroegen. Toen hun gezegd werd dat de meester uit was, schenen zij ontevreden, doch na elkander ccnigc woorden ge zegd te hebben, waarvan Agnes niets verstond, vroegen zij naar de kettingen en ander sieraden en wierpen te gclijker tijd eene zoo wel gevulde beurze op tafel, dat zg geheel den winkel wel twee maal hadden kunnen uitkoopen. Ik zou toch geerne meester Rothing gespro ken hebben, zegde de eerste terwijl hij binnen 's huis trad en de deur toesloot, want onze bood schap duit geen uitstel, en de stad levert voor ons geen goed verblijf op... Wat zullen wij doen?vroeg hij zijnen gezel. ling en T bloed stroomde de carbonari waren aan 't werk. Een oud leerling der Hoogeschool van Leuven werd het slachtoffer dier rakkers, hij betaalde met zijn leven de edele zaak die hij verdedig de. Ari. 34 uit de standregels van La jeune Italië zegt Al geheim tribunaal is bevoegd niet alleen om de schuldige aanhangers te oordeelen maar nog om al de personen te vermoorden die zij ter dood gedoemd heeft. Een dagblad van Verviers Le Progrès schrijft. De antisociale samenzwering, die naam van Roomsohe Kerk heeft, moet door alle middelen bevochten worden, die de wet ter hand stelt en zijn zij niet genoegend men moet er andere maken om onzer vijanden te verpletteren. Dal is wat anders, nietwaar, Dender- galm, als laffe beschuldigingen zonder bewijzen. Kuut gij zooveel doen?, of zult gij zwijgend uwe schuld bekennen. In het nummer van 25 Juni hadden wij het onlogieke der houding van den Dendergalm in weinige woorden doen uitschijnen. Dendergalm schreefDe behoudéns- gezinden, die d.ï klerikale» aange- kleefd waren, moeten thans zich in hunne verwachting bitter bedrogen vinden. Zij zien thans waar een over- dreven klerikaal bestuur van nauw zes jaren hen gebracht heeftbedreiging van algemeene werkstaking, de her- ziening der grondwet en de invoering van het algemeen stemrecht onvermij- delijk, een warboel in alle politieke kringen. Daarop hebben wij geantwoord De herziening der grondwet verdedigen en die herziening zelf ten laste leggen van een ministerie die de zaak in handen heeft genomen, ze hem als eene fout, als eene slechte daad aantijgen, is een comble van vermetele dwaasheid, een uitbroeisol van eene zieke hersenpan. Daarop heeft Dendergalm niets te ant woorden. Dus neemt hel aan. 2° Wij gingen voort Het algemeen stemrecht verdedigen en het een poli tieke warboel heeten is zijn eigen een duchligen kaakslag geven 3° Voor de herziening strijden en die herziening a's een vogelschrik voor de oogen der behoudensgezinde die de klerikalen aangekleefd zijn doen dan sen en zweven, is wel eene tegenstrijdig heid zoo kolossaal dat ze slechts in een liberale hersenpan kan ontstaan. Van dit laatste heeft Dendergalm stil als een muis gezwegen. Dus in den appel gebeten. Op het tweede punt antwoord hij Een groote slimmerik van Dender- bode besluit uit die verklaring dat wij Dan begonnen zij wederom zachtjes met elkan der te spreken en sloegen inlusschen menigmaal de oogen naar de dochter van den goudsmid, alsof deze liet voorwerp hunner onderhandeling ware. Eindelijk telden zij op de lalel den prijs van het geen zij gekocht hadden, cn terwijl de bijzonderste der beide de kostbaarheden in een doosje sloot, zegde hij Jonge dochter, gij woont hier zeer aange naam, van uw huis hebt gij een sciioon uitzicht op al de feeststoeten en ridderspelen, welke in Cheap plaats hebben. Zaagt gij niet, bighet laatste feest, den graaf van Salisbury Alen zegt dat hij zoo buitengewoon prachtig gekleed was. Kont gij hem Neer heeren, ik ken hem nietwij hou den ons weinig op met feesten en ridderspelen, antwoordde het meisje, eeuigcrwijze verrast door die onverwachttc en, schijnbaar, onbeduidende vrage. Maar gij kent toch wel den hertog vau Exeter f... den graaf van Huntingdon ten minste kent gij den.... Waarlijk, ik kon die heeren slecht hij name, was het antwoord. En kent uw vader ze ook niet 1 voorzeker moet een zoo goed werkman, als hij is, dikwijls be- slcllingcu vau hen hehben ontvangen 2 het algemeen stemrecht een warboel heeten. Die jongen heeft zeker zijn Rhetorika uitgedaan om aan deze zin- snede die beteekenis te kunnen geven. Attentie kameraad. Een overdreven klerikaal bestuur heeft ons op zes jaar tijd gebracht 1° tot werkstaking, (zijn het nu de katholieken die het werk staken of van de werkstakingen de oorzaak zijn 1) 2° tot algemeen stem- recht3° tot een warboel in alle poli- tieke kringen. Dendergalm verdedigt de herziening en het algemeen stemrecht. In al zijne num mers schreeuwt hijhet algemeen stem recht is alleen rechtvaardig,al het andere bedrog en kult den boer, het algemeen stemrecht zal de oplossing der vraag geven Eerst en vooral het invoeren van uw stelsel tijgt gij als eene fout voor het ministerie aan. Er bestaat een warboel in alle poli tieke kringen. (Mijn God welken grief Welnu wat is de oorzaak dier warring, van dien warboel. Natuurlijk de herzie ning der grondwet Op welke wijze wil Dendergalm tol het algemeen stemrecht geraken Zoo niet door omwenteling dan toch door herziening niet waar Dus zijn de herziening, die gij verde digt en het algemeen stemrecht dat ge voorstaat de oorzaken van dien lameuzen warboel Hebt gij het beet, Dendergalm Waar om durft gij onze gansche antwoord niet aanhalen Ja dan zouden uwe lezers zien voor wat aap gij ze houdt. Daar Dendergalm zich tot hiertoe de trouwe bondgenoot der socialisten ver klaard had, en het wilde blijven zoolang zij de storing aller orde niet nastreefden had men hem gevraagd wat hij dan toch door omverrewerping der samenleving verstond. Hij antwoord ons De papen van alje kleur schreeuwen luide dat de socialisten dieven moordenaars zijn en branders Dus moorden branden stelen is de om verwerping der samenleving. Proudhon, een der grootvaders van de socialisten heeft gezegd en Karl Marne met hem Eigendom is diefstal Dus moet de eigendom afgeschaft worden. Hoe gaat dit gebeuren Iedereen kent de schanddaden der pa- rijsche Commune, waar moorden, bran den, stelen aan het dagorde waren! Voor uit heeft dit regiem opgehemeld en ge- scheven De parijsche Commune is een der schoonste bladzijden uit de geschie- denis van het socialism, Levo de Commune. Het toonbeeld der socialisten is het fransch schrikbewind, de fransche om- Ik weet niet of mijn vader zc kentmaar werk hebben zij hier nooit besteld. Jonge dochter, sprak dc eerste der vreemden zijnen bevelenden toon weer aannemend, mij dunkt dat gij voorzichtig cn bescheiden zijtdaar om zullen wij onze boodschap met u afdoen zeg uwen vader dal hij twaalf ringen make, op welker schild eene nitgestreklc hand staan moet met deze leus bereid tol handelen. Doch verzoek uw vader zijnen mond daarover wei gesloten te hou den en dc ringen aan niemand tc toonen, indien hij aan onze gunst prijs hechtzeg hem nog dat, zoo hij onzen wil getrouw nakomt, hij ook dc eer ste van zijn ambacht zal worden. Vergeet de uit gestrekte lmnd niet cn de leus bereid tot hande len. De spreker wikkelde zich daarop diep in zijnen mantel, nam den arm van zijnen gezel cn verliet den winkel met groote slappen. Agnes zag van uit hare deur dc vreemdelingen na, zoo verre hare oogen droegen, tot dal zij eindelijk in den nevel verdwenen. Dan wilde zij de deur wederom sluiten toen zij nevens haar een ouden man ontwaarde, gekleed als een pelgrim, cn dio even zoo nieuws gierig als zij de vreemdelingen nabliktc. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1891 | | pagina 1