NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
Zondag 25 Augusti 1891,
10 centiemen per nummer
45sle Jaar N.
DE SPION.
Onderstandswoonst.
DE DENDER-BODE.
ABONNEMENTPRIJfS
Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
fr. 3,25 voo les maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraal,
N° 31, en in alle Postkantoren des lands.
ANNONCENPRIJS
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr. 1,00 Vonnissen op
3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Calqne ma.
AELST, 22 AUGUSTI 1891
Poliliek overzicht.
Oorlogsgeruchten. In wel ingelichte
kringen van St-Petersburg is men, van
gevoelen dat grootvorst Alexis te Parijs
de onderhandelingen zal bezegelen, welke
ie St. Petersburg tusschen de fransche en
russische gouvernementen begonnen zijn,
en nog enkel, naar men zegt, op het
handteeken van den czaar wacht.
Te St. Petersburg hecht men veel be
lang aan hel verbod van roggeuitvoer.
Men beweert er dat Rusland vóór alles
eenen grooten oorlogsvoorraad wil op
doen en terzelfdertijd aan Duitschland
moeilijkheden veroorzaken, die zijne
waarschijnlijke oorlogs-toebereidselen
zpuden verhinderen.
Naar 't schijnt houdt men het in de
kringen der russische officieren voor ze
ker, dat in 1893, wanneer de fabrikatie
van het nieuw geweer zal gedaan zijn,
men den oorlog aan Duitschland zal ver-
klaren-
Daar deze geruchten uil den fransclien
koker komen, hechten wij er nu niet veel
gewicht aan en beschouwen ze eerder als
een eerste gevolg van de feesten te
Kroonsiadl, die, zooals iedereen weet,
noodlottig op den geest der Franschen
heeft gewerkt.
Het romeinsch vraagstuk. Allerlei
geruchten betreffende het romeinsche
vraagstuk worden in den laatsten tijd uit
gestrooid, met het duidelijk doel den H.
Stoel een of andere verklaring te ontruk
ken, wat echter niet gelukken zal.
Een turijnsch blad weet nu te verhalen
dat Italië bij de vernieuwing van den
drievoudigen bond, in weerwil van
Oostenrijk's verzet,de invoeging van eene
bepaling heelt bekomen, volgens welke,
in geval van een oorlog tot ondersteuning
zijner bondgenooten, het italiaansche
gouvernement den Paus een ultimatum
zal mogen zenden, waarin Z. H. gesom
meerd wordt, om of eenvoudig en zonder
voorbehoud de waarborgen wet te er
kennen, ofwel Rome te verlaten legen
eene geldelijke schadeloosstelling. Het
blad wil nog verder weten, dat de Paus,
toen hij het sluiten van deze overeen
komst vernam, er zoo diep door geschokt
werd, dat hij er ziek van geworden is.
Van daar, zegt het blad, de vernieuwde
veldtocht van het Vaticaan tegen het drie
voudig verbond.
Evenwel, zelfs de Tiibuna hecht geen
geloof aan deze voorstelling, die zij be
stempelt als eene zomersche fantasie. Wat
wel mogelijk kan zijn, is, dat Italië ge-
7* vervolg.
Maar, Dingle, hoe komt het toch, dat gij hem
alleen hebt meegevoerd
Niets gemakkelijker, antwoordde Dingle, ik
wist niet dat hij in het bosch was, en daar ik ken
nis droeg van het gerucht, dat over hem in om
loop is, Leb ik liet raadzaam geoordeeld bem naar
liet bivak te brengen, opdat hij een verhoor mocht
ondergaan.
Gij kunt er verzekerd van zijn, dat ik hier
van werk zal maken, hernam de kapiteiu, die nu
un twee mannen bevel gaf den Indiaan naar zijne
tent te brengen, eu hem daar streng te bewa
ken.
Daar heb ik vrede mee, hernam Dingle, maar
het is onnoodig hem te bewaken, ze-de Dingle tot
de beide mannen men hoeft niet bang te zijn,
dat hij zal ontvluchten want had hij dit in den
zin gehad, dan zou hij zoo gemakkelijk niet mee
gekomen zijn.
De Indiaan volgde de beido mannen. Hij werd
in eene tent gebracht, waar verscheidene officie
ren, alsook kapitein Whiüsy plaats namenook
tracht heeft, zulk eene bepaling in het
tractaat te verkrijgen,maar keizer Wilhelm
zal daarin evenmin hebben toegestemd
als keizer Frans-Jozef.
Paus Leo zelf handelt steeds met het
vooruitzicht dat hij of zijn opvolger een
maal gedwongen kunnen worden, Rome
te verlaten. Met het oog op deze omstan
digheid, verhaalt de Review of Reviews
brengt de Paus langzamerhand een kapi
taal bijeen, bestemd om alleen in |dat
buitengewoon geval gebruikt te worden.
De aanzienlijke sommen, die de Paus ter
gelegenheid van zijn jubilee heeft ontvan
gen, hebben den grondslag tot dit fonds
gelegd, Leo XIII houdt er aan, het uit te
breiden.
Voornamelijk met dit doel heeft Z. H.
de vele besparingen en veranderingen in
zijne hofhouding inge\oerd, zichzelven
aldus bekrimpende ter wille van zijne op
volgers, want de Paus heeft in zijoe edel
moedigheid besloten, dal de hem op zijn
gouden bisschopsfeest te schenken gelden
besteed zullen worden voor de missiën
en de bestrijding der slavernij in Afrika.
De H. Vader en het drievoudig verbond.
Wij denken niet beter te kunnen doen
dan al de lijdingen, over dit belangrijke
vraagpunt op te nemen, zonder er de ver
antwoordelijkheid van op ons te laden.
Volgens de Neue Frei Presse is van
wege het Vaticaan eene nota aan de re
geeringen te Weenen en te Berlijn ge
zonden, waarin de geruchten betreffende
de vijandelijke houding van den Heiligen
Stoel jegens het drievoudig verbond gelo
genstraft worden.
Tevens zou het Vaticaan in de nota zijn
leedwezen te kennen gegeven hebben,dat
de officieuse oostenrijksche en duitsche
drukpers, in hare artikelen over het drie
voudig verbond, de rechten en belangen
van den Paus als hoofd van de katholieke
Kerk miskent.
Beteugeling der Landloo-
perij en Bedelarij.
Uoatelooze Geneesdienst
der behoeftigen.
Gelijk wij het woensdag II. hebben aan
gekondigd deelen wij de hoofdbeginsels
meê der drij wetten die de verledene
week door de Kamer van Volksvertegen
woordigers zijn gestemd geworden en
van hoogst belang zijn voor onze gemeen
tebesturen welke hedendaags onder de
lasten der wet van 1876 bezwijken.
Wij moeten doen opmerken dat de be
palingen dezer drij wetten,zooals zij door
de Kamer gestemd zijn geworden, niet
aan Alonowano werd ertir plaats aangeboden, maar
hij weigerde die, en bleef staan met de armen over
elkaar gekruist en met een zeer kalm gelaat.
Monowano, zegde kapitein Whitley, op
plechtigcn toon, ik kan niet gelooven, dat gij ons
oprecht zijt toegedaan uw gedrag geeft sedert
ecuigc maanden aanleiding om er aan te twijfelen.
Waarom volgt gij onze mursch Om welke reden
zijt gij nu in de bosschen
Waarom zweeft de arend boven de wolken
Waarom leeft de hert in de bosschen Heeft God
Manueu hun gezegd, dat de Blanken dit verboden
hebben vroeg de Indiaan, zijne zwarte oogen op
die Tan den kapitein vestigende.
Dat is waar, hernam Whitley. Wij willen den
hert noch den Indiaan beletten hun grond te be
treden wij verzetten er ons in 't geheel niet te
gen maar de hert ontvliedt den Blanke en volgt
hem niet.
Van uit de wolken waakt de arend over den
bert, en hij volgt dien waar hij wil.
Dat is nogmaals waar, dc arend doet dit, zoo
als ge weet, om zich ten slotte op den hert te wer
pen.
Toen da Indiaan deze woorden hoorde, wendde
hij onmiddellijk zijn gezicht naar Whitley. Deze
verwachtte een antwoord cn zag hem insgelijks
strak aan. Doch dc Indiaan antwoordde niet. Na
verloop van een oogenblik ondervraagde de kapi
tein hem nogmaals en kleedde zijne vragen zooda
nig in, om den krijgsman tot antwoorden uit te
lokken doch alles te vergeefs.
definitief zijn, aangezien zij door
den Senaat nog niet zijn aangenomen.
Deze hooge Vergadering heeft besloten
over deze drij wetten te beraadslagen in
november aanst. en wellicht zouden er
kunnen veranderingen aan toegebracht
worden.
Worden er veranderingen aan toege
bracht, dan zullen wij hel op tijden stond
meêdeelcn. Ter zake dus
I. De onderstand moet verleend wor
den door de gemeente op welker grond
gebied de behoeftige zich bevindt.
II. Het recht van terugbetaling van
gegeven onderstandskosten kan maar in
drij gevallen van eene andere gemeente
geeischt worden. Wanneer zij gegeven
zijn
A.Aan zieken die in hospitalen zijn ge
durende hun verblijf in het hospitaal en
aan de leden der familie van den zieke
die met hem wonen en wiens steun hij is.
B. Aan weezen van min dan 16 jaar in
dien zij vader en moeder of hun vader
verloren hebben.
G. Aan ouderlingen van meer dan 70
jaren.
Indien de behoeftige sedert eene maand
de stad bewoont waar hij in het hospitaal
ziek is, is de terugbetaling maar eisch-
baar sedert den llden dag des verblijfs in
het hospitaal.
Zoo men ziet is het eene groote verbe
tering ten voordeele der buitengemeenten
en ten nadeele der groote steden.
Onder de wet van 1876 waren al de
kosten van onderstand, aan alle behoef-
tigen gegeven, eischbaar op de gemeente
waar de behoeftige zijne onderstands
woonst nog had; dit gaf gelegenheid tot
vele misbruiken in de groote sleden.
Het recht van terugeischen is dus
streng beperkt. Het zal eene verminde
ring bijbrengen van 60 h 70
III. Onder de wet van 1876 moest een
behoeftige eene andere stad of gemeente
gedurende 5 jaren bewonen om er liet
onderstandsdomicilie te verkrijgen. De
nieuwe wet brengt dit tijdperk op3 jaren.
IV. Men heeft dikwijls geprotesteerd
tegen de groote prijzen van onderhoud
in hospitalen van Brussel, Gent, enz,
3, 4 k 5 franks per dag.
Volgens de nieuwe wet mag men maar
den prijs van onderhoud terugeischen die
vastgesteld is voor het hospitaal der ge
meente van waar de behoeftige afkomstig
is. Indien er in de gemeente geen hospi
taal bestaat,zal een koninklijk besluit alle
jaren den prijs vaststellen voor het on
derhoud van de zieken der gemeenten van
meer dan 5000 zielen voor heel het land.
Al de buitengemeenten van ons arrondis
sement zullen dus op eenen voordecligen
prijs voor de terugbetaling aangeteekend
staan.
M. Buis moest zeil bekennen dat de
De Indiaan hield zijne lippen dicht aaneen, en
geene macht ter wereld zou in staat geweest zijn,
ze open te krijgen. Whitley en de andrre officieren
hielden nu raad, en de ludiaan zou nu wegge
voerd worden, toen Dingle, de ipoorzoekcr,
optrad.
Deze onderging ook een streng verhoor, cn ver
haalde al de omstandigheden, die op dc gevangen-
naming van Monowano betrekking hadden, indien
men dit eene gevangneming mocht noemen. Maar
al te zeer bemerkte hij, dat Whitley en de andere
voornemens waren, hem terstond dood te schieten,
waarom Dingle uitstel vroeg, cn als buiten zich.
zelvcn van toorn verklaarde, dat bij den dood van
den Indiaan zou verhaien op dengene, die deze
gawwcldnad zou ten uitvoer brengen hij voegde
erbij, dal hij zich daarna bij de wilden zou voegen
en bet overige zijns levens aaneen eeuwigen strijd
tegen dc Blanken gewijd zou zijn.
Na deze verklaring gaf kapitein Whitley aan
Dingle bevel, zich te verwijderen, daar het lot van
Alonowano, zonder zijne bemiddeling, zou beslist
worden.
Het it vreemd zegde de kapitein, tozn de
itlaireur was heengegaan niemand gelooft stelli
ger dan ik dat onze gevangene onschuldig is, en
echter kan ik geen term vinden om hem vrij te
spreken. Het gedrag van Alonowano is onverklaar
baar, en hij tracht zich geenszins te verontschul
digen of op ccnige wijze rekenschap te geven van
zijne handelingen. Indien hij een spion is, dan
moet en zal bij sterren, of ik ben geen man ran
hedendaagsche bestaande tarieven over
dreven zijn.
V. Gemeenzaamfonds. Het
beliep nu jaarlijks voor al de gemeenten
der provincie Oost-Vlaanderen tol een
millioen honderd vijftig duizend franks.
Iedere gemeente moest Ir. 1,20 1,30
per inwoner betalen. De lusschenkomst
der gemeente zal voortaan onbeduidend
zijn.
Er zullen nog slechts ten laste
van hel gemeenzaamfonds zijn do volgen
de gebrekkigen blinden,doofstommen en
zinneloozen, maar alleenlijk degenen die
in een gesticht geplaatst zijn. Ook nog de
zinneloozen die ten huize opgesloten zijn,
onder de bewaakzaamheid van den Vre
derechter op voorstel van twee doktors.
Al de andere behoeftigen wiens onder
houd vroeger ten laste was van het
gemeenzaamfonds verdwijnen volgens de
nieuwe wet,
De kosten van het gemeenzaamfonds
beliepen nu voor het heele land jaarlijks
tot meer dan 6 millioen. Die kosten zul
len vallen op 3 millioen 1/2, ten uiterste
op 4 millioen. De Staat en de Provincie
komen er elk tusschen voor 1/4. Er blijft
dus slechts ten uiterste nog 2 millioen
over te verdeelen onder al de gemeenten
van heel het land.
Onder de wet van 1876 moest iedere
gemeente betalen per inwoner. Geen ver
schil werd er gemaakt tusschen rijke en
arme gemeenten, tusschen steden en
dorpen.
Naar luid der nieuwe wet zal de helft der
tusschenkomst, volgens het aangenomen
voorstel door MM. De Sadeleer en De
Smet-De Naeyer vooruitgezet en verde
digd, nog betaald worden per inwoner,
maar de tweede helft zal betaald worden
volgens het aandeel dat iedere stad of ge
meente jaarlijks trekt uit het gemeente
fonds in 1860 ingericht.
Dus onder de nieuwe wet zal iedere ge
meente nog te betalen hebben jaarlijks
16 1/2 centiemen per inwoner en dan
min dan 16 1/2 centiemen of meer vol
gens het deel dat zij trekt uit het gemeen
tefonds (fonds Communal). Voor de 3/4
der gemeenten van ons arrondissement
zal er op dezen tweeden basis maar van
8, 9 tot 10 of 14 centiemen betaald wor
den.
Het jaarlijks bijdragen onzer gemeenten
zal dus maar gaan,alles inbegrepen,tot 25
k 30 centiemen per inwoner daar waar
zij heden 4,25 moesten betalen.
Voor de groote steden Brussel, Gent
enz. zal integendeel de tusschenkomst
klimmen tot 60, 70 k 80 centiemen.
VI. Daar de bewerking van het ge
meenzaamfonds zich voortaan zal beper
ken op personen die in gestichten ver
blijven,zal die bewerking heel eenvoudig
wezen, de plaag van schrijven en opzoek
eer. Het spijt mij dat Dingle zulke woorden heeft
gebezigd, want ik weet dat hij ons zal verlaten, en
het is een man, die ons te veel weerd is en wiens
verlies maur al te zeer gevoeld zou worden noch
tans kan ik mij niet van mijn plicht afhouden,
ik vertrouw, dat Dingle niet zoo zeer voor dc on
schuld van den Indiaan zou uitkomen, als hij gecnc
bijzondere reden had, die hem daartoe aanspoort.
Stond hij bij mij niet als een fatsoenlijk man te
bock, dan zou ik zijne heerlijkheid in twijfel trek
ken. maar hij is tot geene leugen in staat.
Runnen wij geene voldoende reden vinden
om Monowano gevangen te houden, tot na den
afloop der expeditie t vraagde een der officiers.
Kapitein Whitley schudde het hoofd.
Hij zou weten te ontsnappen, en in hem zou
den wij een gcvreesden vijand krijgen. Ik kom er
rond voor uit, dat ik iu het nauw zitik twijfe
aan dc- schuld van den Indiaan.
Na lang en rijp beraad werd tot Monowano's in-
veiligheidsstelling besloten. Kapitein Whi'.lcy kon
de gedachte aan zijne onschuld maar niet van zich
afschuiven, en bij was een te rechtschapen menscli
om iemand op enkel vermoeden ter dood te ver-
oordeelcn.
Verscheidene officieren dachten ten slotte even
als hü, dat men de wijsste partij had gekozen. De
soldaten waren allpn ten hoogste verwonderd, want
niemand onder hen had durven bopen dat de zaak
zonder fnsillecren zou afloopen.
Kapitein Whitley deelde Dingle het besluit in
een bijzonder gesprek meé hij zegde tot bem dat
en betwistingen die heerschte onder de
wet van 1876 zal bijna verdwijnen.
De frau.teeringen en het bedrog die
bestonden zoo voor het gemeenzaam
fonds, als voor het ondersteunen en
terugeischen der kosten van de vreemde
armen,zullen ook zoogoed als verdwijnen,
daar al de behoeftigen voor wie, het zij
de tusschenkomst van het gemeenzaam
fonds, het zij het recht van terugbetaling
blijft beslaan, duidelijk in de wet aange
stipt zijn. Men zal maar te onderzoeken
hebben of de onderstand verleend is aan
weezen van min dan 16 jaren, aan ouder
lingen van meer dan 70 jaren enz. ofwel
of een zinnelooze in een gesticht geplaatst
is, enz.
VII. Staat en Provincie kwamen er niet
tusschen onder de wet van 1876.
Volgens de nieuwe wet komen zij jaar
lijks tusschen in den openbaren onder
stand, in de beteugeling der landlooperij
enz. voor over de 3 millioen, wij zeggen
voor over de drij millioen.
De Staat en Provincie zullen nu alle
belang hebben om alles wel na te zien en
hei bedrog te voorkomen en eene ernstige
bewaking van het gemeenzaamfonds en
de openbare gestichten in te richten, bij
zonderlijk in de groote steden.
Het is dus een jaarlijks geschenk van
over de drij millioen aan de gemeenten,
die door de nieuwe wet gegeven wordt.
VIII. De leden der gemeenteraden,
armbureelen ofliefdadigheidsbesturen die
een armen zullen dwingen hun gemeente-
gebied te verlaten of door geld of beloften
hem zullen aansporen het te verlaten, om
zoo aan den onderstand te ontsnappen,
zullen strafbaar zijn met eene boete van
50 tot 500 franks.
Men heelt zoo de willekeurige handel
wijze bijzonderlijk der groote steden wil
len doen straffen. Het is genoeg gebeurd
dat men den behoeftige verzondt van stad
tot stad om dusdanig te beletten gedu
rende drij jaar er te wonen en er het on
derstandsdomicilie aan te winnen.
In deze laatste jaren waren onder ande
ren bestuurders van ons arrondissement
vervolgd geweest en gestraft met 3 jaren
gevang voor vervalsching in openbare
schriften, omdat zij een deel der gelden,
gelrokken uit het gemeenzaamfonds, in de
kas van het Bureel gestort hadden en het
niet aan behoeftigen hadden uitgedeeld.
De Rechtbanken konnen tot nu niet min
dan drie jaren gevang geven voor die fei
ten die voorzeker dusdanige straf niet
verdienen.
Op voorstel van M. De Sadeleer, door
M. Woeste ondersteund en ondanks de
tegenkanting van MM. Lejeune en Bara,
heeft de Kamer met bijna eenparigheid
van stemmen beslist dat voortaan de
rechtbanken die feiten met ten hoogste
drij maanden gevangzitting en ten minste
met 26 fr. boet zullen mogen straffen. De
hij dezen uitslag niet aan zijne] bedreiging, doch
aan het twijfelachtige van de zaak zelve morst wij
ten, en voegde erbij, dal hij Alonowano op eeni-
gen afstand van het kamp zoude geleiden om hem
daar den goeden raad te geven, het legerkorps
voortaan niet meer te volgen.
Een uur later begaf Dingle zich, door den Indi
aan vergezeld, diep in hel hoscb. Geen woord
werd er tusschen beiden gewisseld, totdat zij aan
den zoom eener rivier kwamen. Daar stond Dingle
stil en zegde tot zijn gezel
Hier moeten wij scheiden, Monowano ik
weet niet met welke bedoeling gij om ons heen
sluipt, maar ik raad n aan, naar andere middelen
om te zien om u te verstrooien.
De Indiaan lichtte den arm op en wees naar de
maan.
Alvorens zij rond zal zijn, zegde hij, zal Mo
nowano zijn blanken vader bewezen hebben, dat
hy aan hem gedacht heeft. Monowano vergeet
nooit.
Na deze woorden sloeg de Indiaan den weg in,
die naar de rivier geleidde, en verdween tusschen
de boonien. Dingle bleef een oogenblik staan alsof
hij in diep nadenken verzonk, en keerde toen
terug naar het kamp.
IV.
DE SPOORZOEKER.
Whitley had besloten dat men des nachts eenirf-
keus der straf is hun overgelaten. Het
strafwetboek is dus gewijzigd en men zal
in het toekomende niet meer deftige ma
gistraten met booswichten zien verge
lijken.
Hospitaaldienst. Het wets
ontwerp door minister Lejeune neêrge-
legd maakte dezen dienst verplichtend
voor iedere gemeente. Iedere gemeente
moest dus een hospitaal inrichten of een
contrakt maken met een hospitaal.
M. De Sadeleer, verslaggever van dit
wetsontwerp, deed uitschijnen hoe on
mogelijk het was dergelijke geldverplich-
tingen de gemeente op te dringen. Hij
stelde voor, en zijn voorstel werd door
de Middensektie en MM, Woeste en De
Lantsheere bijgetreden, de gemeente te
laten kiezen tusschen den hospitaaldienst
en den geneesdienst. De Regeering en de
Kamer sloegen zich aan bij dit voorstel.
Ieder gemeente zal dus verplicht zijn
kosteloos de arme zieken te doen verple
gen door een doktor en de geneesmidde
len te verschaffen. Dit beslaat hier reeds
in al onze gemeenten, maar in sommige
provinciën zijn er gemeenten die geen
doktor aanstellen voor behoeftige zieken.
Van den verplichtenden hospitaaldienst
is er dus geene spraak meer, maar, vol
gens de nieuwe,wel zullen de gemeenten
mogen conirakten aangaan met bijzon
dere of openbare gestichten voor een
termijn van 20 jaren om er hunne kranke
of gebrekkige armen te doen onderhou
den. De hooge Overheid moet die conirak
ten goedkeuren.
Subsidiën zullen door den Staat voor
het inrichten van openbare hospitalen
gegeven worden.
Beteugeling dei* Landloo
perij en Bedelarij. De bede-
laarsgeslichten van den Staat zullen vol
gens de nieuwe wet op nieuwen voet
ingericht worden en in drie klassen ver
deeld.
1Huizen van depót voor Iandloopers
en bedelaars die kunnen en niet willen
werken. Zij zullen er zeer streng behan
deld worden.
2. Toevluchtshuizen voor gebrekkige
bedelaars, maar die reeds den ouderdom
van 18 jaren bereikt hebben.
3. Verbetering en liefdadigheidsgestichten
voor jonkheden van min dan 18 jaren die
zich niet wel gedragen.
De twee derde der onderhoudskosten
van al de landloopers, door een vonnis
van den vrederechter naar de depót ge
zonden, zullen zijn ten laste van Staat en
Provincie. De Staat neemt ook ten zijnen
laste het onderhoud var. het grootste ge
tal der jonkheden die in de verbeterings
gestichten geplaatst worden onder an
deren dezen dieerdoor de rechtbank naar
stand van 15 mijlen over de bergen zou afleggen
dat was trouwens noodig, indien men de Nicka-
jackcrs onverwacht op het lijf wilde vallen.
Hunne dorpen lagen aan de overzij van de berg
keten, en had Alonowano hen niet verraden, dan
waren de inwoners onkundig van het lot, dat hen
bedreigde.
Reeds vroeg in den nam iddag bereikte men den
voet des bergs, alwaar halt werd gehouden tot aan
het vallen van den avond, toen zij zich weer op
marsch begaven.
Volgens gewoonte werden er schildwachten uit
gezet, en Dingle cn Jenkins gingon naar het bosch
om te zien of er iu de nabijheid oukeenig spoor
van vijunden was te vinden. Toen zij het kamp
eene mijl achter den rug hadden, zegde Jenkins
tot zijnen makker
Ik vind het beter, Dinglc,dat wij afzonderlijk
loopen, en dat ieder voor zich een weg kieze gij
kunt er op aan dat ik niets ongemerkt zal laten
voorbijgaan en op deze wijze hebben wij immers
eene dubbele kans.
Gij hebt gelijk, antwoordde Dingle De kapi
tein wil vooral, dat de Indianen met onze aankomst
onbekend blijven, ik vind dus goed dat gij bet
bosch tot den avond doorzoekt.
Dat was precies mijn plan.
(Wordt voortgezet.)