NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. Zondag 25 Augusti 1891, 10 centiemen per nummer 45sle Jaar N. DE SPION. Onderstandswoonst. DE DENDER-BODE. ABONNEMENTPRIJfS Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars fr. 3,25 voo les maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraal, N° 31, en in alle Postkantoren des lands. ANNONCENPRIJS Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr. 1,00 Vonnissen op 3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Calqne ma. AELST, 22 AUGUSTI 1891 Poliliek overzicht. Oorlogsgeruchten. In wel ingelichte kringen van St-Petersburg is men, van gevoelen dat grootvorst Alexis te Parijs de onderhandelingen zal bezegelen, welke ie St. Petersburg tusschen de fransche en russische gouvernementen begonnen zijn, en nog enkel, naar men zegt, op het handteeken van den czaar wacht. Te St. Petersburg hecht men veel be lang aan hel verbod van roggeuitvoer. Men beweert er dat Rusland vóór alles eenen grooten oorlogsvoorraad wil op doen en terzelfdertijd aan Duitschland moeilijkheden veroorzaken, die zijne waarschijnlijke oorlogs-toebereidselen zpuden verhinderen. Naar 't schijnt houdt men het in de kringen der russische officieren voor ze ker, dat in 1893, wanneer de fabrikatie van het nieuw geweer zal gedaan zijn, men den oorlog aan Duitschland zal ver- klaren- Daar deze geruchten uil den fransclien koker komen, hechten wij er nu niet veel gewicht aan en beschouwen ze eerder als een eerste gevolg van de feesten te Kroonsiadl, die, zooals iedereen weet, noodlottig op den geest der Franschen heeft gewerkt. Het romeinsch vraagstuk. Allerlei geruchten betreffende het romeinsche vraagstuk worden in den laatsten tijd uit gestrooid, met het duidelijk doel den H. Stoel een of andere verklaring te ontruk ken, wat echter niet gelukken zal. Een turijnsch blad weet nu te verhalen dat Italië bij de vernieuwing van den drievoudigen bond, in weerwil van Oostenrijk's verzet,de invoeging van eene bepaling heelt bekomen, volgens welke, in geval van een oorlog tot ondersteuning zijner bondgenooten, het italiaansche gouvernement den Paus een ultimatum zal mogen zenden, waarin Z. H. gesom meerd wordt, om of eenvoudig en zonder voorbehoud de waarborgen wet te er kennen, ofwel Rome te verlaten legen eene geldelijke schadeloosstelling. Het blad wil nog verder weten, dat de Paus, toen hij het sluiten van deze overeen komst vernam, er zoo diep door geschokt werd, dat hij er ziek van geworden is. Van daar, zegt het blad, de vernieuwde veldtocht van het Vaticaan tegen het drie voudig verbond. Evenwel, zelfs de Tiibuna hecht geen geloof aan deze voorstelling, die zij be stempelt als eene zomersche fantasie. Wat wel mogelijk kan zijn, is, dat Italië ge- 7* vervolg. Maar, Dingle, hoe komt het toch, dat gij hem alleen hebt meegevoerd Niets gemakkelijker, antwoordde Dingle, ik wist niet dat hij in het bosch was, en daar ik ken nis droeg van het gerucht, dat over hem in om loop is, Leb ik liet raadzaam geoordeeld bem naar liet bivak te brengen, opdat hij een verhoor mocht ondergaan. Gij kunt er verzekerd van zijn, dat ik hier van werk zal maken, hernam de kapiteiu, die nu un twee mannen bevel gaf den Indiaan naar zijne tent te brengen, eu hem daar streng te bewa ken. Daar heb ik vrede mee, hernam Dingle, maar het is onnoodig hem te bewaken, ze-de Dingle tot de beide mannen men hoeft niet bang te zijn, dat hij zal ontvluchten want had hij dit in den zin gehad, dan zou hij zoo gemakkelijk niet mee gekomen zijn. De Indiaan volgde de beido mannen. Hij werd in eene tent gebracht, waar verscheidene officie ren, alsook kapitein Whiüsy plaats namenook tracht heeft, zulk eene bepaling in het tractaat te verkrijgen,maar keizer Wilhelm zal daarin evenmin hebben toegestemd als keizer Frans-Jozef. Paus Leo zelf handelt steeds met het vooruitzicht dat hij of zijn opvolger een maal gedwongen kunnen worden, Rome te verlaten. Met het oog op deze omstan digheid, verhaalt de Review of Reviews brengt de Paus langzamerhand een kapi taal bijeen, bestemd om alleen in |dat buitengewoon geval gebruikt te worden. De aanzienlijke sommen, die de Paus ter gelegenheid van zijn jubilee heeft ontvan gen, hebben den grondslag tot dit fonds gelegd, Leo XIII houdt er aan, het uit te breiden. Voornamelijk met dit doel heeft Z. H. de vele besparingen en veranderingen in zijne hofhouding inge\oerd, zichzelven aldus bekrimpende ter wille van zijne op volgers, want de Paus heeft in zijoe edel moedigheid besloten, dal de hem op zijn gouden bisschopsfeest te schenken gelden besteed zullen worden voor de missiën en de bestrijding der slavernij in Afrika. De H. Vader en het drievoudig verbond. Wij denken niet beter te kunnen doen dan al de lijdingen, over dit belangrijke vraagpunt op te nemen, zonder er de ver antwoordelijkheid van op ons te laden. Volgens de Neue Frei Presse is van wege het Vaticaan eene nota aan de re geeringen te Weenen en te Berlijn ge zonden, waarin de geruchten betreffende de vijandelijke houding van den Heiligen Stoel jegens het drievoudig verbond gelo genstraft worden. Tevens zou het Vaticaan in de nota zijn leedwezen te kennen gegeven hebben,dat de officieuse oostenrijksche en duitsche drukpers, in hare artikelen over het drie voudig verbond, de rechten en belangen van den Paus als hoofd van de katholieke Kerk miskent. Beteugeling der Landloo- perij en Bedelarij. Uoatelooze Geneesdienst der behoeftigen. Gelijk wij het woensdag II. hebben aan gekondigd deelen wij de hoofdbeginsels meê der drij wetten die de verledene week door de Kamer van Volksvertegen woordigers zijn gestemd geworden en van hoogst belang zijn voor onze gemeen tebesturen welke hedendaags onder de lasten der wet van 1876 bezwijken. Wij moeten doen opmerken dat de be palingen dezer drij wetten,zooals zij door de Kamer gestemd zijn geworden, niet aan Alonowano werd ertir plaats aangeboden, maar hij weigerde die, en bleef staan met de armen over elkaar gekruist en met een zeer kalm gelaat. Monowano, zegde kapitein Whitley, op plechtigcn toon, ik kan niet gelooven, dat gij ons oprecht zijt toegedaan uw gedrag geeft sedert ecuigc maanden aanleiding om er aan te twijfelen. Waarom volgt gij onze mursch Om welke reden zijt gij nu in de bosschen Waarom zweeft de arend boven de wolken Waarom leeft de hert in de bosschen Heeft God Manueu hun gezegd, dat de Blanken dit verboden hebben vroeg de Indiaan, zijne zwarte oogen op die Tan den kapitein vestigende. Dat is waar, hernam Whitley. Wij willen den hert noch den Indiaan beletten hun grond te be treden wij verzetten er ons in 't geheel niet te gen maar de hert ontvliedt den Blanke en volgt hem niet. Van uit de wolken waakt de arend over den bert, en hij volgt dien waar hij wil. Dat is nogmaals waar, dc arend doet dit, zoo als ge weet, om zich ten slotte op den hert te wer pen. Toen da Indiaan deze woorden hoorde, wendde hij onmiddellijk zijn gezicht naar Whitley. Deze verwachtte een antwoord cn zag hem insgelijks strak aan. Doch dc Indiaan antwoordde niet. Na verloop van een oogenblik ondervraagde de kapi tein hem nogmaals en kleedde zijne vragen zooda nig in, om den krijgsman tot antwoorden uit te lokken doch alles te vergeefs. definitief zijn, aangezien zij door den Senaat nog niet zijn aangenomen. Deze hooge Vergadering heeft besloten over deze drij wetten te beraadslagen in november aanst. en wellicht zouden er kunnen veranderingen aan toegebracht worden. Worden er veranderingen aan toege bracht, dan zullen wij hel op tijden stond meêdeelcn. Ter zake dus I. De onderstand moet verleend wor den door de gemeente op welker grond gebied de behoeftige zich bevindt. II. Het recht van terugbetaling van gegeven onderstandskosten kan maar in drij gevallen van eene andere gemeente geeischt worden. Wanneer zij gegeven zijn A.Aan zieken die in hospitalen zijn ge durende hun verblijf in het hospitaal en aan de leden der familie van den zieke die met hem wonen en wiens steun hij is. B. Aan weezen van min dan 16 jaar in dien zij vader en moeder of hun vader verloren hebben. G. Aan ouderlingen van meer dan 70 jaren. Indien de behoeftige sedert eene maand de stad bewoont waar hij in het hospitaal ziek is, is de terugbetaling maar eisch- baar sedert den llden dag des verblijfs in het hospitaal. Zoo men ziet is het eene groote verbe tering ten voordeele der buitengemeenten en ten nadeele der groote steden. Onder de wet van 1876 waren al de kosten van onderstand, aan alle behoef- tigen gegeven, eischbaar op de gemeente waar de behoeftige zijne onderstands woonst nog had; dit gaf gelegenheid tot vele misbruiken in de groote sleden. Het recht van terugeischen is dus streng beperkt. Het zal eene verminde ring bijbrengen van 60 h 70 III. Onder de wet van 1876 moest een behoeftige eene andere stad of gemeente gedurende 5 jaren bewonen om er liet onderstandsdomicilie te verkrijgen. De nieuwe wet brengt dit tijdperk op3 jaren. IV. Men heeft dikwijls geprotesteerd tegen de groote prijzen van onderhoud in hospitalen van Brussel, Gent, enz, 3, 4 k 5 franks per dag. Volgens de nieuwe wet mag men maar den prijs van onderhoud terugeischen die vastgesteld is voor het hospitaal der ge meente van waar de behoeftige afkomstig is. Indien er in de gemeente geen hospi taal bestaat,zal een koninklijk besluit alle jaren den prijs vaststellen voor het on derhoud van de zieken der gemeenten van meer dan 5000 zielen voor heel het land. Al de buitengemeenten van ons arrondis sement zullen dus op eenen voordecligen prijs voor de terugbetaling aangeteekend staan. M. Buis moest zeil bekennen dat de De Indiaan hield zijne lippen dicht aaneen, en geene macht ter wereld zou in staat geweest zijn, ze open te krijgen. Whitley en de andrre officieren hielden nu raad, en de ludiaan zou nu wegge voerd worden, toen Dingle, de ipoorzoekcr, optrad. Deze onderging ook een streng verhoor, cn ver haalde al de omstandigheden, die op dc gevangen- naming van Monowano betrekking hadden, indien men dit eene gevangneming mocht noemen. Maar al te zeer bemerkte hij, dat Whitley en de andere voornemens waren, hem terstond dood te schieten, waarom Dingle uitstel vroeg, cn als buiten zich. zelvcn van toorn verklaarde, dat bij den dood van den Indiaan zou verhaien op dengene, die deze gawwcldnad zou ten uitvoer brengen hij voegde erbij, dal hij zich daarna bij de wilden zou voegen en bet overige zijns levens aaneen eeuwigen strijd tegen dc Blanken gewijd zou zijn. Na deze verklaring gaf kapitein Whitley aan Dingle bevel, zich te verwijderen, daar het lot van Alonowano, zonder zijne bemiddeling, zou beslist worden. Het it vreemd zegde de kapitein, tozn de itlaireur was heengegaan niemand gelooft stelli ger dan ik dat onze gevangene onschuldig is, en echter kan ik geen term vinden om hem vrij te spreken. Het gedrag van Alonowano is onverklaar baar, en hij tracht zich geenszins te verontschul digen of op ccnige wijze rekenschap te geven van zijne handelingen. Indien hij een spion is, dan moet en zal bij sterren, of ik ben geen man ran hedendaagsche bestaande tarieven over dreven zijn. V. Gemeenzaamfonds. Het beliep nu jaarlijks voor al de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen tol een millioen honderd vijftig duizend franks. Iedere gemeente moest Ir. 1,20 1,30 per inwoner betalen. De lusschenkomst der gemeente zal voortaan onbeduidend zijn. Er zullen nog slechts ten laste van hel gemeenzaamfonds zijn do volgen de gebrekkigen blinden,doofstommen en zinneloozen, maar alleenlijk degenen die in een gesticht geplaatst zijn. Ook nog de zinneloozen die ten huize opgesloten zijn, onder de bewaakzaamheid van den Vre derechter op voorstel van twee doktors. Al de andere behoeftigen wiens onder houd vroeger ten laste was van het gemeenzaamfonds verdwijnen volgens de nieuwe wet, De kosten van het gemeenzaamfonds beliepen nu voor het heele land jaarlijks tot meer dan 6 millioen. Die kosten zul len vallen op 3 millioen 1/2, ten uiterste op 4 millioen. De Staat en de Provincie komen er elk tusschen voor 1/4. Er blijft dus slechts ten uiterste nog 2 millioen over te verdeelen onder al de gemeenten van heel het land. Onder de wet van 1876 moest iedere gemeente betalen per inwoner. Geen ver schil werd er gemaakt tusschen rijke en arme gemeenten, tusschen steden en dorpen. Naar luid der nieuwe wet zal de helft der tusschenkomst, volgens het aangenomen voorstel door MM. De Sadeleer en De Smet-De Naeyer vooruitgezet en verde digd, nog betaald worden per inwoner, maar de tweede helft zal betaald worden volgens het aandeel dat iedere stad of ge meente jaarlijks trekt uit het gemeente fonds in 1860 ingericht. Dus onder de nieuwe wet zal iedere ge meente nog te betalen hebben jaarlijks 16 1/2 centiemen per inwoner en dan min dan 16 1/2 centiemen of meer vol gens het deel dat zij trekt uit het gemeen tefonds (fonds Communal). Voor de 3/4 der gemeenten van ons arrondissement zal er op dezen tweeden basis maar van 8, 9 tot 10 of 14 centiemen betaald wor den. Het jaarlijks bijdragen onzer gemeenten zal dus maar gaan,alles inbegrepen,tot 25 k 30 centiemen per inwoner daar waar zij heden 4,25 moesten betalen. Voor de groote steden Brussel, Gent enz. zal integendeel de tusschenkomst klimmen tot 60, 70 k 80 centiemen. VI. Daar de bewerking van het ge meenzaamfonds zich voortaan zal beper ken op personen die in gestichten ver blijven,zal die bewerking heel eenvoudig wezen, de plaag van schrijven en opzoek eer. Het spijt mij dat Dingle zulke woorden heeft gebezigd, want ik weet dat hij ons zal verlaten, en het is een man, die ons te veel weerd is en wiens verlies maur al te zeer gevoeld zou worden noch tans kan ik mij niet van mijn plicht afhouden, ik vertrouw, dat Dingle niet zoo zeer voor dc on schuld van den Indiaan zou uitkomen, als hij gecnc bijzondere reden had, die hem daartoe aanspoort. Stond hij bij mij niet als een fatsoenlijk man te bock, dan zou ik zijne heerlijkheid in twijfel trek ken. maar hij is tot geene leugen in staat. Runnen wij geene voldoende reden vinden om Monowano gevangen te houden, tot na den afloop der expeditie t vraagde een der officiers. Kapitein Whitley schudde het hoofd. Hij zou weten te ontsnappen, en in hem zou den wij een gcvreesden vijand krijgen. Ik kom er rond voor uit, dat ik iu het nauw zitik twijfe aan dc- schuld van den Indiaan. Na lang en rijp beraad werd tot Monowano's in- veiligheidsstelling besloten. Kapitein Whi'.lcy kon de gedachte aan zijne onschuld maar niet van zich afschuiven, en bij was een te rechtschapen menscli om iemand op enkel vermoeden ter dood te ver- oordeelcn. Verscheidene officieren dachten ten slotte even als hü, dat men de wijsste partij had gekozen. De soldaten waren allpn ten hoogste verwonderd, want niemand onder hen had durven bopen dat de zaak zonder fnsillecren zou afloopen. Kapitein Whitley deelde Dingle het besluit in een bijzonder gesprek meé hij zegde tot bem dat en betwistingen die heerschte onder de wet van 1876 zal bijna verdwijnen. De frau.teeringen en het bedrog die bestonden zoo voor het gemeenzaam fonds, als voor het ondersteunen en terugeischen der kosten van de vreemde armen,zullen ook zoogoed als verdwijnen, daar al de behoeftigen voor wie, het zij de tusschenkomst van het gemeenzaam fonds, het zij het recht van terugbetaling blijft beslaan, duidelijk in de wet aange stipt zijn. Men zal maar te onderzoeken hebben of de onderstand verleend is aan weezen van min dan 16 jaren, aan ouder lingen van meer dan 70 jaren enz. ofwel of een zinnelooze in een gesticht geplaatst is, enz. VII. Staat en Provincie kwamen er niet tusschen onder de wet van 1876. Volgens de nieuwe wet komen zij jaar lijks tusschen in den openbaren onder stand, in de beteugeling der landlooperij enz. voor over de 3 millioen, wij zeggen voor over de drij millioen. De Staat en Provincie zullen nu alle belang hebben om alles wel na te zien en hei bedrog te voorkomen en eene ernstige bewaking van het gemeenzaamfonds en de openbare gestichten in te richten, bij zonderlijk in de groote steden. Het is dus een jaarlijks geschenk van over de drij millioen aan de gemeenten, die door de nieuwe wet gegeven wordt. VIII. De leden der gemeenteraden, armbureelen ofliefdadigheidsbesturen die een armen zullen dwingen hun gemeente- gebied te verlaten of door geld of beloften hem zullen aansporen het te verlaten, om zoo aan den onderstand te ontsnappen, zullen strafbaar zijn met eene boete van 50 tot 500 franks. Men heelt zoo de willekeurige handel wijze bijzonderlijk der groote steden wil len doen straffen. Het is genoeg gebeurd dat men den behoeftige verzondt van stad tot stad om dusdanig te beletten gedu rende drij jaar er te wonen en er het on derstandsdomicilie aan te winnen. In deze laatste jaren waren onder ande ren bestuurders van ons arrondissement vervolgd geweest en gestraft met 3 jaren gevang voor vervalsching in openbare schriften, omdat zij een deel der gelden, gelrokken uit het gemeenzaamfonds, in de kas van het Bureel gestort hadden en het niet aan behoeftigen hadden uitgedeeld. De Rechtbanken konnen tot nu niet min dan drie jaren gevang geven voor die fei ten die voorzeker dusdanige straf niet verdienen. Op voorstel van M. De Sadeleer, door M. Woeste ondersteund en ondanks de tegenkanting van MM. Lejeune en Bara, heeft de Kamer met bijna eenparigheid van stemmen beslist dat voortaan de rechtbanken die feiten met ten hoogste drij maanden gevangzitting en ten minste met 26 fr. boet zullen mogen straffen. De hij dezen uitslag niet aan zijne] bedreiging, doch aan het twijfelachtige van de zaak zelve morst wij ten, en voegde erbij, dal hij Alonowano op eeni- gen afstand van het kamp zoude geleiden om hem daar den goeden raad te geven, het legerkorps voortaan niet meer te volgen. Een uur later begaf Dingle zich, door den Indi aan vergezeld, diep in hel hoscb. Geen woord werd er tusschen beiden gewisseld, totdat zij aan den zoom eener rivier kwamen. Daar stond Dingle stil en zegde tot zijn gezel Hier moeten wij scheiden, Monowano ik weet niet met welke bedoeling gij om ons heen sluipt, maar ik raad n aan, naar andere middelen om te zien om u te verstrooien. De Indiaan lichtte den arm op en wees naar de maan. Alvorens zij rond zal zijn, zegde hij, zal Mo nowano zijn blanken vader bewezen hebben, dat hy aan hem gedacht heeft. Monowano vergeet nooit. Na deze woorden sloeg de Indiaan den weg in, die naar de rivier geleidde, en verdween tusschen de boonien. Dingle bleef een oogenblik staan alsof hij in diep nadenken verzonk, en keerde toen terug naar het kamp. IV. DE SPOORZOEKER. Whitley had besloten dat men des nachts eenirf- keus der straf is hun overgelaten. Het strafwetboek is dus gewijzigd en men zal in het toekomende niet meer deftige ma gistraten met booswichten zien verge lijken. Hospitaaldienst. Het wets ontwerp door minister Lejeune neêrge- legd maakte dezen dienst verplichtend voor iedere gemeente. Iedere gemeente moest dus een hospitaal inrichten of een contrakt maken met een hospitaal. M. De Sadeleer, verslaggever van dit wetsontwerp, deed uitschijnen hoe on mogelijk het was dergelijke geldverplich- tingen de gemeente op te dringen. Hij stelde voor, en zijn voorstel werd door de Middensektie en MM, Woeste en De Lantsheere bijgetreden, de gemeente te laten kiezen tusschen den hospitaaldienst en den geneesdienst. De Regeering en de Kamer sloegen zich aan bij dit voorstel. Ieder gemeente zal dus verplicht zijn kosteloos de arme zieken te doen verple gen door een doktor en de geneesmidde len te verschaffen. Dit beslaat hier reeds in al onze gemeenten, maar in sommige provinciën zijn er gemeenten die geen doktor aanstellen voor behoeftige zieken. Van den verplichtenden hospitaaldienst is er dus geene spraak meer, maar, vol gens de nieuwe,wel zullen de gemeenten mogen conirakten aangaan met bijzon dere of openbare gestichten voor een termijn van 20 jaren om er hunne kranke of gebrekkige armen te doen onderhou den. De hooge Overheid moet die conirak ten goedkeuren. Subsidiën zullen door den Staat voor het inrichten van openbare hospitalen gegeven worden. Beteugeling dei* Landloo perij en Bedelarij. De bede- laarsgeslichten van den Staat zullen vol gens de nieuwe wet op nieuwen voet ingericht worden en in drie klassen ver deeld. 1Huizen van depót voor Iandloopers en bedelaars die kunnen en niet willen werken. Zij zullen er zeer streng behan deld worden. 2. Toevluchtshuizen voor gebrekkige bedelaars, maar die reeds den ouderdom van 18 jaren bereikt hebben. 3. Verbetering en liefdadigheidsgestichten voor jonkheden van min dan 18 jaren die zich niet wel gedragen. De twee derde der onderhoudskosten van al de landloopers, door een vonnis van den vrederechter naar de depót ge zonden, zullen zijn ten laste van Staat en Provincie. De Staat neemt ook ten zijnen laste het onderhoud var. het grootste ge tal der jonkheden die in de verbeterings gestichten geplaatst worden onder an deren dezen dieerdoor de rechtbank naar stand van 15 mijlen over de bergen zou afleggen dat was trouwens noodig, indien men de Nicka- jackcrs onverwacht op het lijf wilde vallen. Hunne dorpen lagen aan de overzij van de berg keten, en had Alonowano hen niet verraden, dan waren de inwoners onkundig van het lot, dat hen bedreigde. Reeds vroeg in den nam iddag bereikte men den voet des bergs, alwaar halt werd gehouden tot aan het vallen van den avond, toen zij zich weer op marsch begaven. Volgens gewoonte werden er schildwachten uit gezet, en Dingle cn Jenkins gingon naar het bosch om te zien of er iu de nabijheid oukeenig spoor van vijunden was te vinden. Toen zij het kamp eene mijl achter den rug hadden, zegde Jenkins tot zijnen makker Ik vind het beter, Dinglc,dat wij afzonderlijk loopen, en dat ieder voor zich een weg kieze gij kunt er op aan dat ik niets ongemerkt zal laten voorbijgaan en op deze wijze hebben wij immers eene dubbele kans. Gij hebt gelijk, antwoordde Dingle De kapi tein wil vooral, dat de Indianen met onze aankomst onbekend blijven, ik vind dus goed dat gij bet bosch tot den avond doorzoekt. Dat was precies mijn plan. (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1891 | | pagina 1