TOT DE HOPPLANTERS.
NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
DE SPION.
Donderdag 3 September 1891, 10 centiemen per nummer 45sle laar, IV0 2598
ABONNEMENTPRIJS
OPROEP
ANNONEENPRIJS
Opgepast
Dweepzucht.
Slim.
DE DENDERBODE.
Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
3,25 voo tes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijft m bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat,
N° 31, en in alle Postkantoren des lands.
De Commissie door den Heer Minister van Landbouw ingesteld om de teelt en den
bandel der hop te besludeeren, herinnert de planters dat het van het grootste gewicht
is dat de hop tijdens het droogen hare goede hoedanigheden niet verliest en door
den rook met wordt bezoedeld. Hierom schenkt zij, kosteloos, een toestel van ijzeren
buizen aan eiken landbouwer die zijnen eest zoodanig inricht dat de hop met ver
warmde lucht wordt gedroogd en de rook naar buiten wordt geleid zonder door de
bellen te gaan.
Zij heeft eenen Prijskamp uitgeschreven voor de hop, zuiver geplukt, zoo kort mo
gelijk zonder stelen en bladers, en op onberispelijke wijze gedroogd, zoodat zij haren
aangenamen geur en hare fraaie kleur behoudt en door den rook niet is verontreinigd.
Men kan de eesten, volgens het verbeterd stelsel ingericht, nazien bij de heeren
Podevyn Petrus, Kieckens Seraphien, Van Nuffel, Van Geera Ghislenus, Verleysen
Félix.te Aalst, Nieuwlandt Petrus en Van Damrae Petrus, te Asbeek; Nieuwlandt Alb.
te Assche-ter-Heide We Van den Eeckhout, te Erembodegem; Van der Poorten, te
Pamel, B*. Van der Gucht, te St. Martens-Lennick, te Helkelgem, te Esschene, enz.
Er worden toegekend.
1° Eene eerste belooning van 30 fr. en een verguld zilveren eermetaal van 20 fr.
2° Twee tweede belooningen ieder van 40 fr. en een verguld eermetaal van 10 fr.
3® Vier derde belooningen ieder van 30 fr. en een verguld eermetaal van 10 fr.
4* Tien vierde belooningen ieder van 20 fr. en een verguld eermetaal.
5* Vijftig vijfde belooningen ieder van 10 fr. en een verguld eermetaal.
Elke piijswinnaar krijgt bovendien een diploma. M. Emiel De Loose, Bestuurder
van de Stadswaag, is gelast de stalen te nemen.
Aan de Hopplauters, die hunnen eest nog niet veranderd hebben, raadt de
Commissie aan
1° De bellen ten hoogste tien centimeters dik op de latten te leggen, opdat de ver
warmde lucht er gemakkelijk zou kunnen doorgaan, zij zal op die wijze hare fraaie
kleur behouden.
2° Geene andere brandstof te gebruiken dan Coke (gaskolen) en den eest maar te
laden als de coke eenigen tijd gebrand heeft en geenen rook meer geelt, dan zal zij
minder naar den rook rieken.
3* De hop maar te drogen op uiterst 40° c. warmte, want eene grootere hitte doet
een deel der lupuline (geel- of reukstol) vervliegen.
Dat iedereen wel onthoude dat zuivere hop de beste koopwaar is en dat men de
zelve in waarde doet dalen met ze te plukken met lange stelen en bladers waardoor
het gewicht zeer weinig vermeerdert; men gebruike ook bij het droogen geene be-
driegelijke middels om de hop zwaarder te doen wegen, want alle kenners zullen dit
gemakkelijk ontdekken en ze veel min betalen.
Dat elk zijne bellen bewerke op de zuiverste en zorgvuldigste wijze, dan zal de
Aalstersche hop hare oude laam terug winnen, zij zal op de vreemde markten meer
eo meer gevraagd worden, de Belgische brouwers zullen een deel van hunnen voor
raad niet meer in Duitschland moeten koopen, de prijzen zullen stijgen, en de teelt
der hop zal zooals voorheen voor de planters eene bron van welvaart wezen.
DE LEDEN DER COMMISSIE:
De Sekretaris, De Voorzitter,
J. Reynier». Leo Gheoraerdt».
LEDEH' Baron P. BethuneC. Cumont; C. De
Coninck-De Windt; V. De Moor; Ph. De Wolf-Van
d©r IVoot; F1. Monfils; L. Van Overetraeten.
10*vervolg.
Het bevel werd gegeven om het dorp zoo stil
raogtlijk ta omsingelen. Al de vrijwilligers waren
|ewoon om tegen de Indianen tr strijden dus
*(rd dit bevel flink ten uitvoer gebracht.
Als gewoonlijk, waren Dingle en Jenkins bij
•Ikaar.
be zon kwam op. De soldaten hadden nauwe
lijks post gevat, toen er een indiaansche hond be-
|o» te blaffen, en men weldra drie wilden door het
gehucht zag loopen. Er vielen verscheidene ge
verschoten dit was het teeken van den aanval
»n den strijd begon.
Nu werden de vuurmonden tegen de wigwams
plost, en men wierp zich woedend op dc hut
ten.
De in hunnen slaap gestoorde Indianen vochten
•Is wanhopigen. De bijl worstelde tegen liet mes
en de karabijn van den wilde tegen die van den
Amerikaan.
Akelige kretan vervulden de lucht, en de helle
•tem der opperhoofden klonk te midden der scho
ten. Eene afdeeling van honderd Indianen maakte
eene bres in dc vijandelijke gelederen, en vluchtte
daardoor met vrouw en kinderen als eene kudde
verschrikte schapen.
Dick Dingle bevond zich onder de voorsten
en zijne daden bewezen, dat er een beid in bem
stak.
Reehts en links om hem heen vielen de India
nen in groote menigte, en over hunne lijken
heenstappende, wendde hij zijne stappen naar eene
woning. Op dit oogenblik hield iemand eene toorts
dicht bij deze hut, en in een oogenblik stond het
dorp in brand.
De materialen, welke voor het bouwen der hut
gebruikt werden, oren van zeer ontvlambaren
aard, zoodat het tooueel van den worstelstrijd
plotseling als op den helderen dag verlicht
werd.
Bij het binnentreden der hut stiet Dingle het
hoofd ergens tegen, en viel bewusteloos op den
grond. Een dozijn Indianen wierpen zich op hem,
eer hij kon opstaan, en hij voelde dat men bem
het haar afsneed, hetgeen de doodstrijd reeds
voorafging.
Eindelijk hebt gij Diek Dingle, t morde de
blanke, terwijl hij ophield zich tegen zijne vijan
den te verdodigen. Pakt hem op en maakt hem zoo
spoedig mogelijk van kant.
Herhaaldelijk voelde hg zich bij de haren trek
ken en de wilden schenen over hem te twisten.
Dingle hield voortdurend zijn gezicht tegen den
grond, en hij was vast besloten de oogen niet op
te slaan, zoolang hij geen weerstand zou kannen
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr 1,00 Vonnissen op
3® bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond.De onkosten der kwitantiën door de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Calque
AELST, 2 SEPTEMBER 1891.
De Onafhankelijke van Hasselt, brengt
de volgende belangrijke wetsbepalingen
Yoor de vlaamsche taal te binnen
In het Staatsblad van 14 Augusti 4891,
bevindt zich de wet van 10 April 4890
betreffende de begeving der academische
graden en het program der universiteils-
examen, herdrukt in uitvoering van art. 2
der wet van 3 Juli 1891, met de bij
deze laatste wet voorschrevene wijzigin
gen.
Deze wet bevat de volgende belang
rijke bepalingen voor de vlaamsche taal
Art. 49. Te rekenen van 1 Januari 1895,
zal niemand kunnen benoemd worden tot
rechterlijke ambten in de provinciën
West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Ant
werpen of Limburg, uitgezonderd tot die
der handelsrechtbanken, indien hij niet
door een exaam bewijst, bekwaam té zijn
de bepalingen der wet van 3 Mei 1889,
wal het gebruik der vlaamsche taal in
strafzaken betreft, na te leven.
Te rekenen van 1 Januari 1893, zal
niemand kunnen benoemd worden tot
rechterlijke ambten in de rechtbanken
van eersten aanleg en in de vredegerech
ten der arrondissementen Brussel en
Leuven, indien hij niet voldaan heeft aan
de proef vermeld in de voorgaande para
graaf.
Te rekenen van 1 Januari 1893, zal
niemand notaris kunnen benoemd worden
in de provinciën onder 1 van dit artikel
vermeld, noch in de arrondissementen
Brussel en Leuven indien hijfniet door
een examen bewijst, dat hij in staat is,
zich in de uitoefening van zijn ambt,
van de vlaamsche taal te bedienen.
De jury, voor welke die proef moet
afgelegd worden, zal bestaan uit vijf
leden, waaronder twee leeraars van het
officieel onderwijs, twee leeraars van het
bijzonder onderwijs en een lid, genomen
buiten het onderwijzend korps. De werk
wijze van die jury zal bij koninklijk be
sluit geregeld worden.
Te rekenen van f Januari 1893, zal
geen doctor in de wijsbegeerte en lette
ren kunnen benoemd worden tot leeraar
van geschiedenis, van aardrijkskunde
noch van germaansche talen,iu het athe
neum eener vlaamsche stad, indien er in
zijn diploma niet besiatigd wordt dat hij
het examen over ten minste twee vakken
iu het vlaamsch heeft afgelegd, dat de
verhandeling door art. 44 vereischt, in
't vlaamsch opgesteld pn de openbare les
insgelijks in die taal gegeven werd.
(Het art. 14 vereischt dat de aspirant
tot den graad van doctor iu de wijsbe-
bieden, Op het oogenblik toen hij veronderstelde
dat men zou scalpccren, voelde hij zich plotseling
ontheven van den last, welke op hem drukte sne'
sleepte hij zich uit de brandende hut eu kwam in
de opene lueht. Hier fluisterde hem eene stem in
het oor
Vlucht... vlucht 1... wees voorzichtig I...
Fluks was hij te been, en verdween tusschen de
dichte gelederen der strijders doch niet zonder
zijnen redder, Monowano, een blik vol dankbaar-
beid te hebben toegeworpen.
De veldslag was spoedig afgeloopen en liet dorp
in een puinhoop veranderd.
Vijftig Indianen waren gedood, negentig ge
vangen genomen, en de overige naren ge
vlucht.
De zon stond reeds prachtig aan den hemelde
kapitein nam nu twintig mannen mede, onder
weike zich Dingle en Jenkins bevonden, en begaf
zich in allerijl naar het dorp Running-Water, dat
hij ook wilde verwoesten. Doch ginds was alles
reeds in rep en roer, en de bewoners trokken het
troepje met trommelslag dapper te gemoet.
Nu moest er een geregeld gevecht plaats hebben.
Beide partijen wogen in aantal cn dapperheid tegen
elkander op van beide zijden deed men wonde
ren van dapperheid.
De wilden werden herhaaldelijk genoodzaakt
terug te trekkendoch hunne karabijnen, die
nooit hun doel misten, noodzaakten ook de blan
ken tot wijken.
De worstelstrijd bleel lang onbeslist. Ten slotte
geerte en letteren eene geschreven of
gedrukte verhandeling aanbiede, en in
't openbaar verdedige, over een weten
schappelijk vraagstuk, dat betrekking
heeft op de groep leervakken door hem
voor 't examen uitgekozen.)
Wat volgt er uit deze wetsbepalingen
Dat al onze vlaamsche onderwijsge
stichten van middelbaar onderwijs, zoo
wel vrije als officiëele, er het grootste
belang bij hebben, de vlaamsche taal
grondig en degelijk te doen aanleeren
door hunne studenten, ten minste, indien
zij de toekomst hunner studenten beharti
gen.
Dendergalm met het toupet dat wij hem
kennen, loochent de klaarste, de duide
lijkste lessen der geschiedenis. Het is
niet waar volgens hem dat door den
invloed der Kerk de Germaansche volke
ren uit de schrikkelijkste barbaarschheid
tot den schoot der beschaving zijn ge
bracht, tot het licht der waarheid zijn
gekomen.
Weet ge op welke beweegrede hij zich
steunt
De Kerk heeft niets gedaan ten voor-
deele der beschaving, ten voordeeie van
het stoffelijk geluk der volken want ons
Vaderland was nooit gelukkiger dan
onder Jacob van Artevelde die op de
Vrijdagmerkt de pauselijke bulle ver
scheurde.
Gij ziet, fel nietwaar, weerdig van
het geuzenlogiek van het blad uit de
Vooruitgangstraat, 't Is de gewone drog-
rede cum hoc ergo propter hoc.
Nu nooit was ons vaderland ongeluk
kiger dan ten tijde van Alva, wanneer de
Godsdienst in zijnen schoonslen bloei
stond. Dus...
Dat is de geschiedenis aanhalen zonder
er het eerste woord van te kennen, zon
der een gedacht te hebben van den gods-
dienstigen toestand van het tijdstip. Was,
Dendergalm, de godsdienstgeest, het
geloof niet duizendmaal levendiger ten
tijde van Van Artevelde dan onder Alva
Welken invloed oefent de Religie op den
bloei der nijverheid Verzwakking van
geloofsbeginselen en ontwikkeling van
handel en nijverheid kunnen samengaan
maar daar ligt de knoop niet. De vraag is
deze: Is gene oorzaak van den vooruit
gang van deze Dit onderscheid kunt
gij waarschijnelijk met uw geuzenlogiek
niet vatten. De Religie, beste jongen,
oefent haren invloed uit op het vormen
van hel karakter der volkeren, op de
zeden, de gedachten-ontwikkeling, enz.
Gij spreekt verder nog van Griekenland
en Rome. Welnu, zoolang de geloofsbe-
dced Dingle een flikschen uitval; hij joeg de India
nen uiteen, en schoot er verscheidene dood. De
anderen namende vluchten verdwenen.
Toen Whitley volbracht had, wat hij voorne.
mens was geweest, riep hij zijne manschappen
bijeen, en maakte zich gereed om uaar de kolonie
terug te keeren.
Hij had de Indianen gekastijd, voor de stout
moedige p'underingen, die zij reeds zoolang ge
pleegd hadden doch menig soldaat was gesneu
veld, en men ontwaarde dat ook Jenkins op het
appei ontbrak.
De uitslag van het onderzack, door Dingle dien
aangaande ingesteld, was. dat Jenkins bij den aan
vang gevangen genomen was, en dat dc vluchtende
Indianen hem hadden meegesleept.
Een oftwee manschappen hadden hem zien grij
pen een ander verzekerde dat hij met verschei
dene wilden in het boscli gevlucht, alsof hij zelf
een doodelijken angst voor zijne landgenootcn ge
koesterd had.
VI.
PETER DE BANGERIK.
Niemand kwam ooit te weten, hoe Peter Jen
kins gevangen was genomen. De man zelf, die
meende dat hij het wist, moest ronduit bekennen
dat hij zich de toedracht der zaak onmogelijk kon
verklaren alleen het verhaal van Peter Jenkins
kwam het aannemelijkst voor
ginselen levendig waren, stonden beide
landen op den eersten voet. Met den
inval van het rationalism, materialism
en naturalism gingen zij aanstonds ten
gronde. De Godsdienst der Grieken en
Romeinen is ten onder gegaan omdat de
voortduur, het leven slechis in de natuur
van het ware ligt.
Bravo 't is gevonden en nog door
meester fijn, roeester reinaard, de vos.
Weet gij lezer wie de gelukkigste men-
schen van de wereld zijn Neen
Wel paters en nonnen want die genie
ten de voordeelen van de dood en de
profijten van het leven
De voordeelen van de dood zijn de
edelmoedige zelfsopoffering van alles wat
het leven aautrekkelijk kan maken, van
alles wat op aarde benijdbaar is, het ver
zaken van alle genoegens, van alle tijde
lijk genot om zich gansch aan den dienst
van zijnen God, aan het helpen en bij
staan der lijdende menschheid te wijden
met de hoop in een beter leven er de be
looning van te bekomen.
De profijten van het leven zijn de erfe-
nisinpalmingen, het bijeenscharen van
rijkdommen waarover zij niet eens be
schikken kunnen
Het ware van het gezond .'oordeel en
verstand van de lezers van Dendergalm
twijfelen de domme dwaasheden en de
onnoozele drogredens te weêrleggen in
zijn artikeltje van zondag over de kloos
ters opgehoopt.
De paters mogen niet bezitten, zij
hebben de belofte van vrijwillige armoede
Bezitten en gebruiken is hetzelfde
Wij willen die peerlkens van prachtig
geuzenlogiek in hun gansch weêrgeven
De pater erft, waar gaat de erfenis
naar toe
De erfenis behoort den pater en zij
behoort hem niet.
a Zij behoort hem niet omdat hij be-
lofte van vrijwillige armoede heeft af-
gelegd.
Zij helioort hem niet, want hij moet
ze aan anderen kunnen geven, omdat
hij er geen genot van hebben mag
(Onverstaanbaar zoo) Laat niet weg
en alsdan wat toonbeeld van geuzen lo-
giek
Bravo iets behoort u omdat gij het aan
anderen moei kunnen geven of te wel,
iets behoort u niet omdat gij het moet
aan anderen kunnen geven
Staat gij niet iu volle bewondering
lieve lezer gaat de schrijver voort.
Meer nog, jongskun, tk ben buiten mijn
zeiven van de onverstaanbaarheid van al
dien zeever
Gedurende den aanval van Dingle stond bij on
voorziens tegenover drie gespierde indianen en
juist wilde hij zich tegen hen verweren, toen hij
plotseling werd aangetast door dc vallende ziekte
die hem meermalen hinderde.
Tot zijn bewustzijn gekomen, zag hij dat twee
wilden hem onbarmhartig voortsleeptente dien
einde hadden zij eene sterke koord om zijnen hals
gebonden, en haalden die zoo sterk aan, dat hij
ternauwernood adem kon halen.
Op deze wijze was ik, zoo ging hij voort, Lin
nen korten tijd te Running-Water, uitgeput en
hijgend van vermoeienis. Toen dc wilden mij los
lieten. viel ik als een blok op den grond, maar
twee of drie stampen waren voldoende om mij
dadelijk weer op de heen te brengen.
Men kan zich verbeelden, hoe Jenkins was, iu
het groote gevaar, waarin hij zich bevond.
Gevangen genomen door de Indianen, die zulk
eene geduchte neérlaag lufdden geleden, durfde hij
niet hopen zijne vrijheid terug te zullen krijgen.
Aan ontvluchten was geen denken, daar werd hij
te streng voor bewaakt nogtans gaf hij alle hoop
niet op, en terwijl hij een middel scheen uit te
denken, dat hem kon redden, kwam hij op eenen
gelukkigen inval slechts een man zou hem in
zijne ontsnapping van dienst kunnen zijn, indien
daartoe eenige kans was, en de lezer zal liet reeds
gegist hebben, die reddende eugel zou Monowano
zijn.
(Wordt voortgezet.