NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
Donderdag 29 October 1891, 10 centiemen per nummer
46ste laar, N° 2613».
ARONNEMENTPRI.TS
ANNONCENPRIJS
1866-25eVerjaring -1891
DE DENDERBODE.
i)it blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
fr. 3,2b voo res maanden fr. 1,7b voor drij maanden, voorop te betalen.
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutslraat,
N° 31, en in alle Postkantoren des lands.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr, 1,00 Vonnissen op
3« bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Calque saam.
AELST, 28 OCTOBER 1891.
VAN DEN
De feestelijkheden ter gelegenheid van
de 25" verjaring van den katholieken
zegepraal van October 1866, zijn zondag
11. tot aller voldoening afgeloopen. Het
weder dat wankelbaar was, is voor
't seizoen goed gebleven en bracht vele
bij tot het welgelukken der feesten.
Wij denken onze geachte lezers ge
noegen te doen met een beknopt verslag
der feestelijkheden meê te deelen.
Zaterdag avond.
Zaterdag om 7 ure des avonds werden
de feesten door kanonnengebromen't ge
klingel van onzen lieflijken beiaard aan
gekondigd.
De jeugdige heer Karei De Mette, de
nieuwe beieraar, heeft aan onzen wensch
voldaan en liet zich voor de eerste maal
hooren.
Vooreerst klingelde hij ons nationaal
lied La Brabanconne en verder ver
scheidene andere arias waarbij ook de
Triomfale Marsch van den heer Van den
Bogaerde.
't Was een uitmuntend gedacht van de
Bokkenrijdersfeest vooreerst door ons
nationaal lied aan te kondigen: alle ware
Bokkenrijders, alle ware katholieke Vla
mingen zijn immers Godsdienst, Vader
land en Koningdom te volle toegedaan.
Wat onze jeugdige beieraar betreft,
zijn eerste geklingel toont ons klaarblij
kelijk aan, dat iever, moed en meerdere
beoelening hem weldra tot een volmaakt
kunstenaar zullen vormen en hij, even
als onzen betreurden heer RobrechtVan de
Uaele, weldra een meester in de kunst
zal worden.
Zondags.
Des morgens om 7 ure werd nogmaals
het feest door kanonnengebrom aange
kondigd.
Talrijke Katholieken hadden reeds van
vroeg in den voormiddag de Nationale
Vlag aan hunne woningen geheeschen.
Om 40 4/2 ure begon er beweging ter
Merkt te komen. Uit alle wijken ziet
men de Bokkenrijders, de Leden onzer
Koninklijke Harmonie, van den Boud der
Katholieke Bekwaamheidskiezers en van
andere Katholieke Maatschappijen aan
komen.
De Stoet werd onmiddellijk gevormd.
Aan 't hoofd onze Koninklijke Harmonie,
gevolgd door den gouden Bokkenstan-
daard, omringd van de heeren Van
Wambeke, Baron P. Bethune, Monfils en
De Bièvre, de 4 alhier verblijvende geko
zenen van 4866, de heeren Schepenen,
Gemeenteraadsleden, andere voorname
katholieken en de Bokkenrijders.
Daarna de Leden van den Bond der
Katholieke Bekwaamheidskiezers met
hunnen sierlijken standaard, de Leden
van verscheidene maatschappijen, enz.
enz.
Onder het spelen van een triomflied
begeelt men zich ter St Martinuskerk.
De Transparanten.
Als gebruikelijk waren aan 't lokaal
van den Katholieken Kring, de estami-
nets Au Pavilion en Café Riche
schoone en veelbeteekenende transpa
ranten geplaatst die des avonds verlicht
moesten worden.
Aan '1 lokaal van den Kring trof men
aan
Temidden de Bok rustende met de
voorpooten op 't Wapenschild der stad
Aalst.
Langs weêrzijden
De Rijders zuiv're telgen
Der koene vrome Belgen
Hun stad was in nood
En streden tot der dood
Spant dus de Kroon
Vivat de Bokkenrijders
Voor ons zoo schoon
Voor Katholieke strijders
Aan 't Paviljoen
De Bok rustende met de voorpooten
op 't Wapenschild der Stad Aalst,
1866-4891.
De Vlaamsche Bok ontwaakte
Hij stootte forsch en blaatte
Geen vrijheid.aan band,
Geen rechten verpand.
Leve 't vrije Vaderland
Af is het jok
De kliek ligt in duigen
Z'heeft voor den bok
Den kop toch moeten buigen!
4° Een Bokkenrijder die een francmacon
onder den domper houdt met de
woorden
Ja, ja, hieronder
Onder den domper
Aan deu Café Riche
Leve Vrijheid en Onafhankelijkheid.
Welkom hier
Men tapt bier
Voor alle Rijders
En ander Strijders
De Mis van Dankbaarheid
Gedurende de gelezene Mis werden
uitgevoerd in groot orkestSanctus
van Ch. Gounod, gezongen door M. Kre -
gersman O Salutarïs van Nieder-
meyer, gezongen door M. E. Van den
Bossche Agnus Dei van Rossi,
alleeuzangen en koor, door de zangers
der hoogzaal.
Deze drij stukken werden op meester
lijke wijze uitgevoerd, 't gene tot aller
eer strekt.
Onze St Martinuskerk was letterlijk
opgepropt, 't was gelijk op de grootste
feestdagen des jaars.
Na de Mis begaf men zich stoetsge
wijze onder 't spelen van een pas-rédou-
blé, naar 't lokaal van den Katholieken
Kring, waarna onze Koninklijke Harmo-
monie, ter Merkt, eenige muziekstukken
uitvoerde.
De Brooddeeling,
óm 10 ure begonnen, was slechts rond
één ure geëindigd.
Het Volksbanket.
't Was reeds vijf ure geslagen wanneer
het Volksbanket aanving.
Aan de eeretafel bemerkte men MM.
Van Wambeke, welke voorzat, baron
Paul Bethune, Fr. Monfils, A. De Bièvre,
de 4 gekozenen van 1866Liénart, Sena-
teur De Sadelcer en Verbrugghen,
Volksvertegenwoordigers G. De Vos, P
Mertens, 11. Eeman, E.Limpens en baron
Félix Bethune. Leden van den provincie
raad Leo Gheeraerdts en Emiel Borre-
man, Schepenen Vanderhaegen, V. De
Gheest, Claus, L. Meert, Felix De Hert,
Leden van den Gemeenteraad en baron
Leo Bethune, Voorzitter van den Katho
lieken Werkmanskring.
De grootste gulhartigheid, de meeste
vrolijkheid heerschte onder de ongeveer
300 dischgenoten. Tusscben de versclnl-
lige gerechten werden de oude en nieuwe
Bokkenliederen met begeleiding van
quatuor gezamenlijk aangeheven.
Die gezangen brachten bij velen de aan
houdende strijden van vroegere jaren tot
den roemrijken zegepraal van 1866 in t
geheugen.
Zeggen wij dat de spijzen uitmuntend
waren, dat elkeen hoogst te vrede was.
De heer Joseph Galle heeft er veel eer
van gehaald.
Gedurende 't Volksbanket werd van
wege het muziekkorps van 't 1° gidsenre-
giment, een allerfraaiste en kostelijke
Bloemkorfje ten huize van den heer Van
Wambeke behandigd door twee muzikan
ten van dit korps met die zending gelast.
Heildronk.
Aan 't nagerecht steide de heer Ru
dolf Eeman, als lid der inrichtende
Commissie, een heildronk voor aan de 4
tegenwoordige heeren gekozenen van
1866, en sprak de volgende redevoering
uit
Mijne Heeren
Wij vieren heden de 25c Verjaring van
den schitterenden zegepraal door de
katholieke partij van Aalst, in 1866, op
het liberalismus behaald.
Sedert 18 jaren, bukte onze Moeder
stad onder het liberale jok alle pogin
gen door onze vrienden aangewend om
het af te schudden, bleven vruchteloos.
En niet te verwonderen alle macht
was in handen onzer tegenstrevers, zoo
van Stad als van Staat en zelfs van Pro
vincie, en ze wisten dezelve meesterlijk
te gebruiken, om zich, tegen den wil des
volks, aan 't bewind te behouden.
Voegen wij daarbij nog dat de liberalen
van dien tijd beter nog als de heden-
daagschen, zich verstonden om, vooral
in kiezingstijd, hunne ware gevoelens
jegens onzen Godsdienst te verbergen.
Er scheen dus weinig of geen hoop
van den neteligen toestand te zien ver
anderen, toen zich eene kwestie voor
deed van het grootste gewicht voor
onze katholieke bevolking, namelijk, de
inwijding van het nieuw kerkhof.
De houding in de kerkholkweslie van
zekere liberale kopstukken, zoo vreemd
aan onze stad als aan onze Vlaamsche
zeden, deed de maskers afvallen en
opende de oogen aan vele verdwaalde en
misleide Aalstenaars.
Het oogenblik was dus allervoordee-
ligst om aan de liberale dwinglangdij een
einde te brengen Katholieken en Onaf-
hankelijken trokken met moed ten strijde
onder 't geleide van onze moedige Bok
kenrijders.
Dees maal werden hunne pogingen
met welgelukken bekrooud geheel onze
lijst was gekozenAalst was gered!...
Mijne Heeren Wij hebhen dezen mor-
gend God geloofd, omdat hij onze Stad
gedurende 25 jaren de vruchten van dezen
overheerlijken zegepraal heeft laten ge
nieten.
Nu, is het oogenblik gekomen eene
welverdiende hulde te brengen aan de
dappere mannen aan welke wij den
den triomf in 1866 te danken hadden en
aan al degenen, welke, sedert 1866,
door hun onverpoosd strijden en wer
ken. dien zepepraal zoodanig hebben
bevestigd en versterkt dat onze tegen
strevers heden van hunne volkomene
machteloosheid overtuigd zijn.
Eu dat onze tegenstrevers van hunne
volkomene machteloosheid overtuigd zijn,
zij zeiven leveren ons hiervan het onte
gensprekelijk bewijs Gedurende 25 ja
ren, bewerkten zij zorgvuldig de kiezers
lijsten, na iedere nederlaag, sloegen zij
opnieuw de hand aan 't werk om zich tot
deu naasten strijd te bereiden... ehwel,
dees jaar hebben zij hel laten steken
geen enkel reklaam hebben zij ingediend.
Zij verlaten dus het slagveld terwijl
wij onzen zegepraal vieren
Mijne Heeren Wie de woelige tij
den vau 1866 tot 1876 heelt beleefd,weet
wat al moed, wat al zelfsopoffering, wat
al hardnekkige standvastigheid erdoor
onze dappere strijders is moeten aan den
dag gelegd worden om den schitterenden
toestand teweeg te brengen waarin de
katholieke partij zich lieden te Aalst be
vindt.
De jongeren welke van die tijden geen
geheugen hebben, hoeven, om er zich
een gedacht van te vormen,slechts eenen
blik te werpin op de politieke loop
baan der overblijvende gekozenen van
1866. welke wij de eer hebben in ons
midden te zien.
Aan hun hoofd treffen wij aan onzen
achtbaren heer Burgemeester. (Toejui
chingen.)
Het is niet noodig de groote diensten
aan te halen die M. Van Wambeke, se
dert 50 jaren, heeft bewezen aan de
katholieke denkwijze, niet alleen te
Aalst maar in heel 't arrondissement.
De luisterrijke feesten,in Augusti 1889
ingericht om zijn zilveren Jubelfeest, als
Volksvertegenwoordiger te vieren, die
feesten, zeg ik, hebhen ruimschoots be
wezen, dat de katholieken van 't arron
dissement die diensten naar waarde
weten te schatten.
Ik zal mij vergenoegen te zeggen dal
onze Burgemeester, alhoewel tot den
ouderdom gekomen op den welken men
volle recht op rust heeft, ons nog dage
lijks het voorbeeld geeft van moed en
onvermoeibare werkzaamheid op 't ge
bied der politiek. (Langdurige toejuichin
gen.)
In de heer baron Paul Bethune
heeft onze achtbare Burgemeester, sedert
25 jaren, voor het goed bestuur der
stad, den ieverigste* medehelper gevon
den.
En de heer Bethune is niet alleen,
sedert 25 jaren, Gemeenteraadslid, maar
ook verkleefde Voorzitter van het zoo
belangrijk Bestuur onzer Godshuizen.
(Langdurige toejuichingen.)
Wat zal ik zeggen van den heer doktor
Monfils Is 'taan hem niet dat wij den
voordeeligen toestand der stadsfinanciën
verschuldigd zijn Aan hem is 't te dan
ken dat ons katholiek Bestuur schier
zonder nieuwe lasten in te voeren, alle
die zoo prachtige en nuttige openbare
werken heeft kunneu tot stand bren
gen, welke Aalst, sedert lang, onder op
zicht van handel en nijverheid, de tweede
stad onzer provincie hebben gemaakt, in
afwachting dat zij weldra de tweede in
bevolking worde.
En toen de heer Monfils het beheer der
Stadsfinanciën aan zijnen waardigen op
volger, den heer Leo Gheeraerdts, over
liet,het was nietom 't werkte ontvluchten;
het was slechts om talrijke andere bedie
ningen van loutere zelfsopoffering, deste-
beter te kunnen waarnemen, zooals het
voorzitterschap der Akademie van Schoo
ne Kunsten, van den Berg van Bermher-
tigheid en Spaarkas, der Koophandels
rechtbank, van het komiteit tot het
stichten van werkmanswoningen, enz.
^Langdurige toejuichingen.)
Eindelijk, wij hebben nog het geluk in
ons midden te zien, den heer Albert
De Bièvre, den alomgeachteu burger,
welke van zijn mandaat van gemeen
teraadslid slechts heeft afgezien om meer
tijd te kunnen besteden aau 't beheer on
zer Godshuizen. (Langdurige toejuichin
gen.)
Ziedaar, Mijne Heeren, de mannen van
186G Eere! drijmaal eere aan die kloek
moedige vrienden
Mochten zij nog lange jaren tot voor
beeld hunner medeburgers dienen en wel
bijzonderlijk aan de jongelingen welke
zich tot het politiek leven bestemmen
Het is de vurige wensch, welken ik
uitdruk met u voor te stellen te drinken
op de gezondheid der overblijvende ge
kozenen van 1866,en in hunnen persoon,
op deze van al degenen die medegewerkt
hebben tot den zegepraal der katholieke
partij in onze stad! (Levendige toejuichin
gen en oorverdoovend handgeklap).
De Bloemtuilen.
Bij 't eindigen der redevoering van M.
Eeman en onder de geestdriftigste toe
juichingen, werd in naam van alle de
inschrijvers en deelnemers aan het feest
een bloemtuil aangeboden door MM. Leo
Gheeraerdts aan M. Van Wambeke,
C. Van de Putte aan M. Baron Bethune,
Leo De Paepe aan M. Monfils en Ach.
Eeman aan M. A. De Bièvre.
Onze achtbare gekozenen van 1866,
waren door dezen blijk van genegenheid
zienlijk getroffen.
M.Van Wambeke nam dan het woord en
dankte de heer Eeman over de eer welke
hij hem kwam te bewijzen. De achtbare
spreker herinnerde den aanhoudenden
strijd door de katholieken te Aalst ge
voerd, hunne opvolgenlijke nederlagen
tot dat eindelijk don zegepraal van 1866
hunne pogingen kwam bekronen.
Die zegepraal is sedert dien bevestigd
geworden, zegde hij, dank aan u, Mijne
Heeren, dank aan de medewerking der
katholieke kiezers.
Wij hebben, ging de heer Burgemees
ter voort, de beloften, in 1866, aan de
kiezers gedaan, getrouw uitgevoerd (Toe
juichingen). en dit heeft ons 't vertrou
wen onzer medeburgers bewaard.
De achtbare spreker behandelde dan
de groote kwestie van den dag, de
sociale kwestie. Hij moedigde elkeen
aan om uit alle zijne macht mede te wer
ken tot de lotsverbetering van deu wer
kerstand. Het Stedelijk Bestuur zal, in
de maat van zijn vermogen, alle maatre
gelen nemen die de werklieden zullen
kunnen voordeelig wezen.
Spreker drukte den vurigen wensch uit
dat onze nakomelingen de 50c verjaring
van deu katholieken zegepraal zullen
mogen vieren.
Eindigende zegde de achtbare spreker:
M. Eeman heeft daar zoo even gezegd,
dat ik den ouderdom heb bereikt welke
recht tot rusten geeftehwel ik wil nog
niet te oud zijn, ik gevoel mij nog kloek
genoeg en zal al mijne krachten blijven
toewijden aan den voorspoed onzer Moe
derstad, aan 't welzijn mijner Medebur-
burgers en trachten dat ik altijd een ware
burgervader zal zijn. (Donderende toejui
chingen.)
De heeren baron Paul Bethune en
Monfils namen dan beurtelings het woord
en dankten den heer Eeman en de Verga
dering voor de hen aangedane eer.
Het spijt ons de redevoeringen dezer
beide heeren hier niet beknopt te kunnen
weergeven het gerucht dat zekere
dischgenoten op dit oogenblik veroor
zaakten, hebben ons niet toegelaten de
bijzonderste deelen hunner redevoeringen
to vatten en uit vrees van hen woorden
toe te eigenen die hen vreemd zijn, wil
len wij ons liever onthouden.]
De Eïchtstoet.
Rond 7 ure, werd de Lichtstoet. in de
Korte Zoutstraat gevormd en weldra
werd het sein tot den optocht gegeven.
Onder 't spelen van de vrolijkste arias
trok de talrijke Stoet, naar onze bereke
ning ten getalle van 800 manschappen,
langs de aangeweze straten naar den
Molendries.
Hier zou, gelijk slechts door eeni-
ïen gekend was, eene verrassing den
Bokkenrijders te beurt vallen. Terwijl de
manifestanten, in de verschillige her
bergen, eene verversching waren gaan
nemen, verscheen eensklaps
Een reusachtige Bolc
met eene sierlijke groote witte pluim tus-
schen de booms en een gulden eerme
taal met de wapens van Aalst op de
borst, springend op den Molendries.
Onmogelijk de toejuichingen en jubel
kreten te besehrijven die bij't verschij
nen van den Bok onder de Rijders en
aanwezigen opgingen elkeen was vol
vreugde en keurde 't gedacht goed.
Weldra werd het sein gegeven den
optocht voort te zetten. De Bok nam
plaats achter de Jonge Garde en huppel
den op de muzikale accoorden. Aan de
woningen van de heeren De Bièvre, baron
Bethune, Van Wambeke en Monfils,
werden de aangekondigde aubadeti gege
ven terwijl de Bok vrolijk tot algemeene
vreugde in 't ronde sprong.
Zonder eenig ongeval, ten zij eene
kleinigheid omtrent de herberg 't Ma
troosje kwam de stoet om 9 ure ter
Merkt aan.
Onze Koninklijke Harmonie voerde
eenige muziekstukken uit, terwijl
De luchtbal De Dok
in de hoogte steeg. Jammer dat de wind
hem zoo dapper aan de oogen onttrok
van de duizenden personen die zich ter
Merkt bevonden. Men kon om zoo te
zeggen op de koppen gaan.
liet Vuurwerk
werd onmiddelijk afgeschoten. Algemeen
is men 't accoord om te verklaren dat
wij hier nog nooit zulk een fraai vuur
werk te bewonderen hebben gehad. De
Bok met het wapen van Aalst werd nog
het meest bewonderd. Wanneer dit stuk
in volle vuur stond, ging er een geschui
fel op, en het is 't eenigste dat gehoord
werd, immers de schuifelaar had dadelijk
de vlucht genomen. Het Boquet is
ook wonder wel gelukt, in een woord,
M. Ricard, de Brusselsche vuurwerkma
ker, heeft eere gehaald van zijn werk.
Bij iederen knal bonsde de Bok ver-
veerd op en maakte de koddigste spron
gen, 't gene 't publiek buitenmate ver
lustigde.
Op klokslag vau 10 ure, werden deze
overheerlijke feestelijkheden gesloten,
welke voor altijd zullen bewaard blijven
in 't geheugen van dezen welke er heb
ben deel aangenomen.
De Denderbode heeft zijn best gedaan
om deze feesten zoo luisterrijk mogelijk
te maken die feesten hebben luisterrijk
geweest, wij zijn ie vrede en eindigen
met de kreten.
Leve de Katholieken
Leve de Bokkenrijders van Aalst