NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 7 ARRONDISSEMENT AALST. DE SPION. Donderdag 10 December 1891, 10 centiemen per nummer 46ste Jaar, ]V° 2627 ARONNEMENTPRMS ANNONCENPRIJS Politiek overzicht. China. rderijen op christenen. Geuzen reclitsgelecrdlieid. Op onze Dorpen. DË DENDERBODE. Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars fr. 3,25 voo res maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen. De inschrijving eindigt met 31 December. Men schrijft in bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat, N° 31, en in alle Postkantoren des lands. Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr 1,00 Vonnissen op 3° bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Calque «aam. AFXST, 9 DECEMBER 1891. De Chronicle verneemt uit Shanghai dat de aangekondigde neêrlaag der muiters algemeen verpletterend wordt genoemd. De veldslag vond plaats op 15 mijlen van Choyang, hetwelk daarna door de keizer lijken werd bezet. De keizerlijke troepen telden 4500 man onder generaal Nieh; de opstandelingen 5000, maar dezen meerendeels geharde, dappere ruiters, waarvan de troepen er veel minder hadden. De keizerlijke gene raal poogde de oproerlingen in den rug te komen, hetgeen dezen verijdelden door telkens van terrein te veranderen. De opstandelingen en de keizerlijken vochten vele uren eenen verbitterden strijd. De opstandelingen behaalden in het begin een voordeel, daar zij de kei zerlijken terugwierpen, doch laatstge noemden hcrzamelden zich en voerden eene schitterende charge uit. Onder de gewonden was de opperbe velhebber, waardoor de gelederen der opstandelingen werden gebroken. Hun voetvolk werd eenvoudig ncêrgemaaid; elfhonderd werden er over de kling ge jaagd, terwijl de ruiters der opstandelin gen naar het gebergte terugvluchten, slechts flauw door de keizerlijke troepen achtervolgd. De terugkeerende opstandelingen spaar den niets en niemand, de dorpen onder weg verbrandend, plunderend en uit moordend. De opstandelingen die in handen der keizerlijken vielen, werden dadelijk afgemaakt. De keizerlijke generaal beschrijft de houding der troepen als bewonderens- weerdig, en de regeeringsmannen jube len over den zegepraal. Het cijfer der vermoorde christenen wordt thans op 500 geraamd dat der gedoode Europeanen is nog onbekend. Tijdens de nu bedwongen schijnende be weging, heerschte een schrikbewind en eene ware bloed-orgie. Zelfs de weeshui zen, door de zendelingen gesticht, wer den verwoest en aangestoken na een al gemeen bloedbad. Afschuwelijke tooneelen vonden er plaats op de straatwegen, waarlangs de (38® Vervolg). Toen de kommandant hiermee eindigde, ging hij zitten, als wilde hij den beschuldigde gelegenheid geven om zich te verdedigen. Doch Monowano bleef koelbloedig de omstanders aanstaren zonder een woord te spreken. Eindelijk begon Dinglc zijn geduld Ie verliezen, ging naar hem toe en vraagde hem Zjjt gij een Indiaan, Monowano De jongman keerde zich om, en vestigde zijne blikken zoo strak op Dinglc, alsof hij in het bin nenste zijner ziel wilde lezen. Gedurende eenigc oogcnblikkcn kon men in dc zaal de ademhaling der aauwezigen lioorcn toen antwoordde hij Neen. Wat zijt ge dan Een mestics. Zijt gij een opion? Neen. Welke rol hebt gij dan in deze zaak ge speeld Ik ben een vriend der blanken. Hoe kunt gij dat bewijzen Indien mijn gedrag daarvoor niet pleit, dan ben ik des doods schuldig. Uw gedrag bewijst juist het tegendeel, zegde dc commandant, die weder opstond en zich nu verder met het ondervragen van den beschuldigde belastte. Hoe verklaart gij bet verdwijnen van Mordaunt overgebleven christenen poogden te ont vluchten velen kwamen om van gebrek en hunne lijken werden door honden verslonden. Door Lighungchang ontvangen berich ten melden, dat de keizerlijke troepen kampeeren nabij het slagveld. De regee ring kondigde de krijgswet in Mantsjoerie af. Italië. Kerkelijke-politieke bespreking. De Kamer,na een amendement te hebben verworpen, strekkende tot wijziging der waaiborgwet, stemt eene dagorde van vertrouwen in de regeering met 248 stemmen tegen 92 en 6 onthoudingen. Dendergalm heeft Vooruit willen na- kraaien. liet voorbeeld volgend van zijn trouwen bondgenoot,valt hij op alle wijzen Kerk en Godsdienst aan. 't Is zijn vak Onze belgische pilaarbijters, schrijft hij, denken het princiep der scheiding tusschen Eerediensten en Staat, den bodem in slaan, met te beweren dat de sommen jaarlijks aan de papen be taald, niets anders zijn dan de intresten van de kerkgoederen welke de franschen omwenteling verbeurd verklaarde. De waarheid is dat deze goederen nooit d« eigendommen der Kerk waren, maar zij slechts het beheer over had ten belioeve van den arme. a Zoodra de fransche omwenteling de openbare liefdadigheid in handen van 't burgerlijk gezag overbracht, ontnam zij ook aan de geestelijkheid de goederen van den arme zooals het haar recht was. De papen trachten hier dan ook met een valsch argument eene slechte zaak te verdedigen, b Zoo is de woordluid van dit meester stukje van rechtsgeleerdheid. Kijk uwe oogen uil, een bewijs zijner thesis vindt men nergens. Stoute woor den, hevige beweringen daarmeê is alles uit. Die weinige regelen nochtans zijn kos telijk want Dendergalm verbrandt hier leelijk zijne vingers, verbrijzelt hier in eenmaal wat hij in ieder zijner nummers wilt bewijzen, 't is te zeggen,de schraap zucht der Roomsche Kerk en van onzen Godsdienst. Uit het gezegde van dit schrijvelaarken mag men het gevolg trekken dat de Kerk tot dan toe de ware toevlucht, de be- Ik heb hem en zijne manschappen annge spoord om terug te keereD, doch zc hebben niet naar mij willen luisteren. Overigens heb ik ze niet meer gezien, en ik weet ook niet of zij dood of le vend zijn. Zijt gij niet bij den aanval eer tweede boot tegenwoordig geweest f Ja. Met wik doel waart gij daarbij Om de blanken te helpen. Drie heb ik er gered. En wie waren die drie Dc dochter van Mordaunt, Hickman en Casswell Brïtt. Waar is Casswell Britt. Dat weet ik niet, antwoordde Monowano, die om zich heen zag alsof hij iemand zocht maar hij is niet gedood, wani ik heb hem de vlucht zien nemen. Als gij hem hier kunt brengen, dat zulks een uitmuntend bewijs in uw voordeel zijn, anders kan ol, wat gij daar aanvoert, u weinig baten. Wat betreft uwe bewering, dat gij Hickman hebt gered, hoe gaarne wij ook aannemen dat uwe bedoelingen goed waren, is er toch een punt, dat wel verdient onderzocht te worden de laatste woorden die Hickman stervende tot Dingle heeft gesproken, zijn van dien aard, dat men daaruit mag adeiden, dat bij omtreot u gansch niet zeker was. Maude Rurland was in uwe macht en in die van cemge Indianen, die aan het vermoorden onzer man- schoppen daelgenomcn, toen zij [door Dick Diugle werd gered bij beeft dus recht op dezen dienst aanspraak te maken. Ik geloof, viel Dingle's gezel in de rede, da Peter Jenkins ook zijn deel in deze vrceselijke ge schiedenis gehad heeft. Men vcrwijdere dien ruststoorder, beval de schermster der armen is geweest. Zelf zijne beweering aangenomen, bewijzen zijtte woorden bestuurd ten behoeve der armen, klaar als de dag, dat? de brave, godvreezende zielen, die den ar men goed wilden, de Kerk als de eenigste bekwame, edelmoedige middelaarster en beschermsters der nooddruftigen aanza gen. Onder het tijdstip der kerkvervol gingen, tot rond 312, nam Zij de armen in haren schoot op, want de eerste christenen hadden maar één hert en ééne ziel. Wanneer Zij zich ten volle dage toonen mocht, was Zij het die gansch alleen voor de noodlijdenden zorgde; tot hunnen onderstand en hulp dienden hare rijkdommen haar door edelmoedige zielen geschonken. Van Constantijn af tot de Fransche omwenteling had de Kerk het monopool der liefdadigheid en ten dien tijde was de plaag onzer eeuw,hel paupe rism, onbekend. De toestand der werk lieden gedurende de middeleeuwen was oneindig beter dan nu, bij zooverre dat een socialist alhoewel dit tegen zijn revolutionaire inborst stooten moest die waarheid openlijk erkend heeft. Wat doet nu Dendergalm Op eene onvrijwillige wijze heeft hij de Kerk die hij gedurig aanvalt en van ik- en schraapzucht beschuldigt, hulde aan hare liefdadigheid gebracht Arme jonge, op eenmaal breekt gij nu gansch uw kraam in gruis Sterk is Dendergalm'in de geschiedenis', die zijne onbewezene redeneering ganscli in duigen slaat. Daar Denderbode deze vraag eens breedvoerig zal bespreken, wil ik nu al de beweegredens niet aan halen die de kolossale leugen en stoute beweering vergruizen. En genoeg voor 't oogenblik, om laters wederhalingen te vermijden. Den 2 november 1789 wierd het vol gend wetsontwerp door Mirabeau voor gedragen en gestemd Alj de kerkgoederen zijn ten dienste gesteld der natie die de last op haar neemt op behoorlijke wijze te voor- zien 1° in de onkosten der eeredienslen; k 2° in het onderhoud van zijne bedienaars 3° en in het verzorgen der armen. En toch niet waar, Dendergalmis het zeker dat die goederen nooit de Kerk als eigendom hebben toebehoort Neen niel waar als 't papen geldt, dezen zijn van de vruchten vau hunnen arbeid niet meester; dat hebben ze slechts ten leen. Gedurende vijftien eeuwen had de Kerk vele goederen aangeworven. president. In een oogenblik was Jenkins buiten de deur gezet, zonder dat men op zijne aanmerking acht sloeg onder dat bedrijf riep hij Denk eens, hoe Mordaunt het bezuurd heeft, dat hij zich aan mij heeft durven vergrijpen pas maar op, dat liet met u zoo ook niet gaat. Gjj ziet dus; ging de president tot Monowano voort, dat de zaken zich hebben toegedragen, zoo als ik gezegd heb. Wat hebt gij daar tegen in te brengen De gevangene antwoordde niet. Hebt gij er iets tot uwe verdediging bij te voegen f Monowano hlcef zwijgen. Brengt hem weer naar zijne gevangenis. Vrienden, mij dunkt dat liet in deze zaak. waar het leren of dood geldt, uw plicht is met be zadigdheid te werk te gaan. Het is klaarblijkelijk, dal Monowano zich hoopt te verontschuldigen, en echter is hel zeker dat zijne houding tegenover ons een bewijs te meer voor zijne schuld is. Wie ook degenen mogen wezen, die aangewezen zullen worden om hem te vonnissen, zij moeten vrijelijk beslissen en hunne uitspraak moet onpartijdig zijn. Er werd nu onmiddellijk een jury gevormd, die niet alleen dc macht bad om over iiet schuldig of niet schuldig zijn te beslissen, maar ook om de straf tc bepalen. Deze jury bestond uit Dinglc, Peterson en Mansfield, en uit negen andere perso nen, ten einde een twaalftal tc vormen. Omtrent tien minuten, nadat dc twaalf ge- zwoornen geïnstalleerd waren, verschenen ze voor de vergadering Mansfield nam het woord op en sprak Wij hebben beraadslaagd en erkend dat onze gevangene, Monowano genaamd, een spion is, en Op welke wijze Natuurlijk door al de middelen die de wet erkenthet werk, de erfenissen, de giften van dankbaar heid, door overeenkomsten, enz. Daarna zal Dendergalm uitkraaien ko men dat de Kerk niet de eigendom maai er slechts het beheer over had, het be stuur Kerkgoederen behoorden den arme. Het is waar de Kerk spijsde den arme maar het was uit liefde, uit genegenheid omdat zij de broeders zijn, de kinders van de Kerk. Wat gij wilt, Dendergalm is den roof wettigen der Fransche omwenteling door eeno rechtsgeleerdheid die alleen de macht erkent als opperste beslisser van recht en rede. Wildet gij ernstig zijn toch ten minste hadt gij een enkel bewijs moeten voort brengen tot slaving van uwgezegde want actorï incumhit onus pro band! zegt een gekend spreekwoord. Wij wachten uwe verbazende sterke beweegredens af, maar wij hopen dat gij met iets anders zult voorkomen als met 't geuzenprinciep la force primo I© droit d en dat gij niet meer her halen zult dat het recht der Kerk voor de macht moet buigen. Eenige aangename stondeo heb ik bij het lezen van een klein werkje gesleten dat voor opschrift draagt Onze dorpen en de sociale kwestie, door Fr. Sterck, in den boekhandel van M. A. Sikfer, te Gent verschenen. De schrijver bestudeert het maatschappelijk vraagstuk op onzen buiten. Onder dit betrek, breekt zijn werkje van ruim 160 bl. de baan en zal weldra door geschriften van meerderen omvang gevolgd worden die deze vraag in zijn volle daglicht zullen stellen. Het stoffelijk doelwit dat de schrijver nastreeft is de gebruikbare middelen op sporen om don bekrompen toestand on zer boeren-herdgangen te verhelpen en te verbeteren. Was het niet heel natuur lijk met eene korte beschrijving, met een bondig uiteenzetten van dien toestand te beginnen en er de oorzaken van te ontle den om dan beter de vinger op de kwaal te kunnen leggen en de heelende wer king der voorgestelde redmiddelen na te kunnen gaan? Slechts in het zesde hoofd stuk is het dat wij er hier en daar eenige neêrgeschrevett schetsen van vinden. Met genoegen heb ik gelezen en besta- tigd hue zeer de jeugdige talentvolle den dood verdient. Boven hebben wij besloten dat bij morgen vroeg ten tien ure zal worden ge fusilleerd in dc opene vlakte voor het fort. Na de uitspraak van bet vonnis spraken dc aan wezigen onderling nog cenigen tijd, waarna zij uiteengingen en zich naar hunne woningen bega ven. De lief.lcsbctrekkirg, die tusschen Monowano en Maude bestond, was van allen bekend, die over het lot van den jongman beslist hadden daarom wilden zij dat hij in de opene vlakte zou dood ge schoten worden, opdat bet jonge meisje geen getuige ware van zijne dood. Hieromtrent was zelfs een woordentwist ontstaan cn de komman dant bad den gezwoornen aanbevolen, de beweeg redenen van deze hunne beslissing zoolang moge lijk geheim tc houden. Thans laten wij Monowano achter in zgnc gevan genis, alwaar hij ccnen nacht doorbracht, dien hij terecht als den laatstcn zijns levens aanzag. Zijne bewakers zegden, dat hij tot den volgenden mdr- gend in zijne kamer slechts op en neer liep, cn meermalen hoorden zij hem zacht in zichzclvcn spreken. Maude Burland sliep onrustig. Dcnzclfden nacht zou zij iu wanhoop en in tranen hebben doorge bracht, als zj] bewust was geweest van het schrik kelijke lot, waartoe dc eerste man, dien zij had lief gehad, was veroordeeld, want haar hart klopte steeds van lieidc tot hem, ondanks de vermoedens die omtrent aijn gedrag en zijnen naam hij haar oprezen. Doch dezen bitteren kelk had men van hare lippen verwijderd. XVI. DE STRAFUITVOERING. Op het bepaalde uur verschenen er een vijftig- schrijver drukt op het groot aandeel van verstand en geest in dit vraagstuk en ge- toogd heeft hoe krachtig het verspreiden der geleerdheid, de ontwikkeling tot het oplossen der kwestie zou meêhelpen en bijdragen. Bijzonder wel gevallen was mij het hoofdstuk over den invloed van zang- en looneel op menschelijk hert en gemoed en over de noodwendigheid hierin het voorbeeld na te volgen van onze duitsche broeders,hij wien de Komrnersbücher in alle huisgezinnen zijn gekend. Tot hiertoe is hij, mijns wetens, de eenigste die dit belangrijk punt zoo wel heeft doen uitschijnen in eenen zoo vloeiende als aantrekkelijken stijl, in eene keurige en kiesche taal, hier en daar, 't is spijtig,door een onvlaamsch ontsierd, die hij met het raadplegen der wisselbanken van Loquela had kunnen bezijdigen; niet tegenstaande dat Frans Sterck is, een vloeinde schrijver, een diepe en juiste denker. Eene leemte meen ik bij het lezen be speurd te hebben. Het opschrift van dit klein gewrochtje schijnt aan te duiden dat alle de belangen op onze dorpen zul len gewikt en gewogen, ontleed en be sproken worden. De schrijver nochtans heeft die der eigenlijke boeren alleen iu 't oog gehad en over lot en toestand van onze landelijke werklieden, over de ka righeid van hunnen loon en winst niet een woordje gerept, tenzij gansch ter loops. Heeft hij die stof misschien voor een tweede verhandeling geschiktZooveel te beter. De belangen onzer dorpen zoo wel als die onzer vlaarasche letteren kun nen er niets dan bij winnen. Ik heet dit werkje op voorhand welkom. Mochten onze boeren de hoofdstukken over samenwerkende maatschappijen be grijpen; mochten zij al het nut dier in richting op 't verstandelijke ingevoerd beseffen en er het hunne uittrekken; mochten al onze dorpen van het land van Aalst het voorbeeld volgen vanAspelaere, Herdersem.Meerbeke, Borsbeke, de land bouw had eene groote stap van vooruit gang gedaan en de schrijver uocht het zich als eene eere rekenen daaraan te hebben meêgewerkl. Daarom, boeren, leest, herleest overweeg die lijnen en volg vertrouwingsvol de praktische wen ken u door den schrijver gegeven. Verwonderlijk is het dat de geachte en talentvolle schrijver, die met opmerkza mer! geest al de gedeeltelijke middelen opspoort ter verbetering van den land- tal mannen in de opene vlakte. Twaalf hunner, met karabijnen gewapend, schaarden zich op eene rei dc andere liepen ginds en herwaarts, en maakten dc noodige toebereidselen voor eene terechtstelling. Eensklaps ging er onder hen een kreet van ver wondering op, toen zij Monowano, door Dingle vergezeld, zagen naderen. Zij konden niet gelooven dat dc man, dien zij tot dusverre voor een Indi aan gehouden hadden, dezelfde was, die voor hen stond. Zijne gelaatskleur was veranderd, thans was het een blanke, met al de trekken van het Europeesch ras. Zijn zwart haar cn zijne licht taankleurigc tint verrieden alleen het Indiaansch bloed. Allen erkenden, dat het een dappere keral was, cn meer dan een hart kromp ineen bij de gedachte, dal het recht cischte, zulk een fier en moedig krijgsman ter dood tc brengen. Dc menigte trad aciiteruit cn luisterde met volle aandacht, toen Dingle deu jongman op helderen toon vroeg Monowano, wiit ge ons zeggen, wie gij zijt Dc gevangene trilde van het hoofd tot dc voe ten, on opziende, aulwoordde hij Ik hen uw zoon I Onmogelijk is hrt, dc ontroering te beschrijven, welke dit onverwachte antwoord teweegbracht. De verkenner stond als door den bliksem getroffe^ dc anderen drongen zich om hem heen met eene nieuwsgierigheid, die aau waanzin grensde. Einde lijk vermande bij zich, en den gevangene nadcren- icgdc hij zijn arm op diens schouder, beschouwde hem thans oplettend in het gelaat en zegde (Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1891 | | pagina 1