NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
MEID m II' SCHOUT.
Donderdag 25 Februari 1892, 10 centiemen per nummer 46s,e Jaar, X 20-49
Nothomben Janson.
DE DENDERBODE.
ABONNEMENTPRIJS
Jit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
fr. 3,25 voo zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen.
De inschrijving eindigt met 31 December.
Men schrijft m bij C. VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat,
S° 31, en in alle Postkantoren des lands.
ANNONCENPRIJS I
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen, fr 1,00 Vonnissen op
3" bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdagavond. De onkosten der kwitantiën door de Pos
ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar.
Calqne sauna
AELST, 24 FFBRUAItl 1892
Politiek overzicht.
Frankrijk. Diief van Z. II. den Paus.
De Univers deelt eene Encycliek meê
van Z. H. den Pnus, aan de Bisschoppen
en gelooviyeri van Frankrijk, welke ge-
dagteekend is uil Rome 16 februari.
De Paus zinspeelt voornamtdijk op de
Solitieke geschillen in Frankrijk, en op
e houding die tegenover de tegenwoor
dige republiek moet in acht genomen
worden. Elke vorm van gouvernement is
goed op voorwaarde dat hij naar het
goede streve.
Wanneer het gouvernement wettig ge
vestigd is, zijn al de burgers verplicht
het aan te nemen, en niets te beproeven,
om er den vorm van te veranderen.
Dit is de politiek die de Kerk altijd ge
volgd heeft, wat de lasteraars er ook van
zeggen mogen, maar er dient onderscheid
gemaakt te worden lusschen de gevestig
de macht en de wetgeving, die goed of
slecht wordt, volgens de princiepen,
waarmeêde weigevers doordrongen zijn.
De gevestigde mac -t moet geëerbie
digd worden, maar nooit mag men de
punten der wetgeving goedkeuren, die
vijandig zijn aan godsdienst en God.
In Frankrijk zijn sedert verscheidene
jaren wetten gestemd op den godsdienst.
Men kan er zich niet over verwonde
ren, omdat de Fiansche Bisschoppen het
zich onlangs nog ten plicht hebben gere
kend, openbaar hunne smart uil te druk
ken, over den toestand waarin de katho
lieke godsdienst gebracht wordt. Al de
Franschen moeten zich vereenigen voor
de grootheid en den roem van hun Va
derland.
Op 't einde van zijnen brief handelt de
H. Vader over het concordaat en de
scheiding van Kerk en Staat. Hij ver
klaart zich gunstig aan 't behoud van het
concordaat, en vindt het stelsel der
scheiding afkeurensweerdig.
Nog geen ministerie. Ziedaar vijf da
gen dat het ministerie de Freycinet-Con
stans-Ribot is gevallen en Frankrijk heeft
nog geen ministerie.
M. Cor.stans heeft maandag alweer
eene geheele reeks politieke mannen ont
vangen en men begint te vinden, dat de
president wel wat lijd noodig heeft om
een besluit te nemen.
Algemeen wenscbl^ men dat er een
einde aan de ministerieele crisis kome,
om 't even op welke wijze; 't is meer dan
tijd ook.
Zooals werd gemeld, levert het vinden
van ministers geen moeilijkheid op, doch
moeilijker is voor M. Carnot de keus van
een minister-voorzitter. Daarin zit hem
de knoop
M. Carnot zou ongetwijfeld M. de Frey-
cinet willen behouden, maar voor dezen
(19® Vervolg).
Zij beproefde, wccncnde en niet in sloot een
woord te uiten, zijne hand die de hare nog omslo
ten hield, aan de lippen te brengen, heigeen de
jonge man verschrikt afweerde.
Neen, neen, rirp hij, verlegen blozende,-
dank mij niet. Zie in hetgeen ik doe, een lesten
groet van oene edele afgestorven uit den hoogen
hemel I
Ook de schout scheen sprakeloos "an verras
sing ook hij was op liet punt, de hand van den
jongen man te vatten, inaar bij de leste woorden
zag hij onthutst op. tl ij trok de hand terug en in
zijne gelaatstrekken kon ook een niet ingewijde
lezen, dat eensklaps een licht voor hem opging
dat de gedachte bij hem opkwam da ir zit iets
achter. Hij was een van die eigenlievcnde karak
ters die nooit erk snnen willen, dat zij zelf maebt
en aanzien verspeeld hebben zij zoeken zich
meester te maken van ligt terrein, zoodra hun
slechts een duim breed lucht en ruimte gelaten
is het eene zeer delicate kwestie. Vallen
op eene zoo weinig weerdige wijze,
maakt de terugkeer heel moeilijk
Wat er van zij, de president dringt
voortdurend aan, opdat M. de Freyoinet
ten minste minister van oorlog zou
blijven.
M. Carnot heeft zich maandag ook on
derhouden met senateurs en afgeveer-
digden, welke lo'. hel journalism behoo-
ren, onder M. Hébr id, van den Temps en
MM. Rane, Henry Marei en Bunleau, om
van hen inlichtingen ter verkrijgen over
de crisis.
Oostenrijk. Schandaal in Hongaiie.
Men heeft altijd gezegd dat er in Europa
geen land was waar de getrouwheid aan
den keizer zulke diepe wortelen haJ ge
scholen als in Oostenrijk-Hongarie; wel
nu. de oppositie in 't Hongaarsche parle
ment in aan 't zorgen om daar een einde
aan te stellen.
't Is de gewoonte dat, bij de opening
der Kamers, de afgeveerdigden zich be
geven naar het keizerlijk kasteel, waar
Z. M. dan de troonrede uitspreekt. Zoo
zal dit ook gaan te Buia-Pesth, maar
voorafgaandelijk heeft er iets plaats ge
had, dat ongehoord is.
Verleden vrijdag, bij de openingszitting
beeft de ouderdomsdeken, M. Madarass,
die tot de oppositie behoort, hel woord
genomen om te protesteeren legen hooger
uitgelegde gewoonte.
Hij zegde dat de grondwet bepaalt, dat
de troonrede moet wordt n uitgesproken
binnen de omheining van het paleis der
wetgeving en niet in het keizerlijke
kast-el. In andere woorden de keizer
moet komen naar de afgeveerdigden, zij
moeten niei gaan naar hem I
De voorzitter had schoon te zeggen dat
het eene hoffelijke traditie was hoffe
lijke traditie is geen wet, luidde hel ant
woord
't Is heel beteekenisvol en het toont
aan waar de oppositie op af gaat.
De Katholieke Bewarende Vereeniging
van Brussel hield zondag jl. eene alge-
meene vergadering onder voorzitterschap
van den heer Nolhomb.
Als gebruikelijk gaf de heer Secretaris,
Honoré De Winde, verslag over den toe-
siand der vereeniging, welk verslag den
bloeienden vooruitgang der propaganda
en de overheerlijke uitslagen der bewer
kingen van de kiezerslijsten vaststelde.
Onrioodig bijna te doen bemerken dat
bedoeld verslag door een algemeen
applaus werd bejegend.
En zoo onverwacht als grievend inci
dent deed zich daarna voor. De heer
Voorzitter Nothomb, na bedankingen aan
den zoo ieverigen sekretaris voorgesteld
te hebben, deed de volgende verklarin
gen
wordt.
O ja, ouzc lieve vriendin, sprak hij met
kalme bedaardheid ca min of mrer uit de hoogte,
heeft het welen Ie waardeeren, wat wij ten allen
'ijde voor haar geweest zijn. Wij hebben, a|
waren w ij van haar verwijderd, lief en leed trouw
inct haar gedragen en eindelijk de treurige een
zaamheid van hel Hcrlcnvcld met haar gedeeld...
Hoe menigmaal ben ik door weer en wind tot
haar gegaan, om inet een partij scluak den ver
velenden winteravond te verkorten, en bel schaak
spel is mijnj liefhebberij niet, moet gij weten
integendeel .Maar zulk een offer brengt men
geerne, vooral aan eene vrouw, die trouwe vriend
schap wist te waardeeren als onze ge-ede houlves-
terin.
Zij heeft meer voor ons gedaan dan het ge
heele leger van vrienden te samen, dat zich om
onze cel- en speeltafels kwam scharen, voegde de
dame in het bed er met beschroomde, bevende
stem bij.
Niet bitter worden, hartje Geen verwijten
aan onze oude vrienden I Maar gij hebt gelijk
Clotildc was van harte dankbaar en zou -ngetwij-
feld nog verder gegaan zijn, indien wij, uit een
verklaarbaar gevoel van kicschheid, haar niet had
den
uden.
Hij haalde de schouders op.
Enfin, het heeft zoo moeten zijn de dood
Ik houd eraan eene verklaring te doen,
welke ik lang en rijpelijk heb overwo
gen. Gij zult weldra geroepen zijn tot
eenen grooten strijd, den b-langrijksien
dien wij, sedert 1830, hebben te strijden
gehad. Wij zullen vele tegenstrevers te
bestrijden hebben. Onder die mannen
bevindt zich de heer Janson.
Ik houd eraan hel u te zeggen In
de tegenwoordige oiiit-lan-
digheden kan ik mij, in ge
weten, niet aansluiten I)ij
den strijd tegen den heer
«lunson.
Deze is, op vele vraagpunten, mijn
tegensirever geweest, maar nu is dat
zoo niet meer. Ik ben katholiek, hij is
het niet. Maar op het vraagstuk der her
ziening en de andere vraagpunten welke er
aan verbonden zijndenk ik gelijk hij en
met hein. Mijn toestand wordt daardoor
moeilijk.
Ik kan geen deel nemen aan eenen strijd
tegen den heer Janson.
Ik houd eraan dat die groole figuur (\T)
deel make van de nieuwe Kamer. Een
parlement is nooit rijk genoeg aan be
roemde mannen
Ik meen dus eenen plicht van rechtzin
nigheid te vervullen met u mijn ontslag
aan te bieden. Daarenboven behoud ik
mij de vrijheid mijner stem voor, wat
den heer Janson betreft. Ik laat u oor-
deelen. Gij zult doen wal gij wilt
Deze zoo ongehoorde als ongelooflijke
verklaring werd met algemeene verba
zing gehoord men stond paf en geen
wonder, niemand was er op voorbereid
geweest.
M. Neerinckx sprak eerst en zegde: Die
verklaring is geerie aangename tijding.
Wij waren niet verwittigd. Ik denk dat
wij enkel en alleen acte kunnen nemen
van die verklaring.
M. Victor Jourdain nam dan het woord
eti protesteerde krachidadiglijk tegen de
verklaring van den Voorzitter der Katho
lieke Vereeniging.
Ik kan niet nalaten tegen de verklaring
krachtig te protesteeren. (Toej.) Die ver
klaring heeft ons piinlijk aangedaan, om
dat zij den lof maakt van eenen man, die
dezen lof niet verdient. (Toej.) Ik betwist
het talent van M. Janson niet, maar ik
betwist hem de bevoegdheid en de ge
trouwheid der overtuigingen, 't Is niet
genoeg talent le hebben, men moet zich
ook met weerdigheid en betamelijkheid
gedragen. (Toej.)
Eenige maanden geleden werd. M.
Janson duchtig geslagen in een schande
lijken veldtocht tegen M. Beernaert, en
hij spande onmiddellijk mee in een niet
minder schandelijken veldtocht tegen
den prins tie Chimay, in welken de hoofd
rol gespeeld werd door een eerloozen
vervalsclier eene werking, die zelfs
ui de liberale pers als bedriegelijk erkend
werd. Deze werking werd, zonder tegen
spraak, geschandvlekt door den procu
reur-generaal M. Van Schoor.
M. Janson heeft zijnen naam verbon
den aan de voortbrengsels van eenen
Nieter, en ze bij de juslitie ingevoerd.
Wij hebben gezegd ofwel gij, M. Jan-
1 son, zijl een gek of eenen dommerik tot
in het onwaarschijnlijke toe. Gij hebt u
i door een schandelijke comedie laten
beetnemen, of gij zijt de meeplichtige
van Nieter, want de vervalscliing van
Nieter is gefabriceerd geworden, terwijl
gij zijnen advocaat waart. Gij hebt ze
plechtig voor de rechters gebracht. (Toej.)
Op die vraag heeft noch M. Janson,
noch de liberale pers ooit geantwoord.
De laatste gevoelde wel waar de moei
lijkheid bij M. Janson zat. Kom dan niet
zeggen dat die man weerdig zou zijn ons
te vertegenwoordigen, ons, het katho
lieke, het eerlijke land. (Toej.)
M. Nothomb. Ik zal niet in het vraag
punt van personen treden.
M. Jourdain. Er is hier maar spraak
van eenen persoon.
M. Nothomb Ik ben rechter over mijn
doen en laten. Ik verklaar dat ik mij niet
vereenigen kan, met het voornemen om
M. Janson buiten hel parlement te slui
ten. Ik kan hel noch weerdiglijk, noch
eerlijk doen Ik heb dus het spijt u le
moeten zeggen, dat ik mij verwijder. Ik
zou mijn geweten geweld aandot n indien
ik een man bestreed, wiens denkbeelden
ik deel over de brandende punten van
herziening. Ik wil uw welgelukken niet
tegenwerken. Ik wordt simpel soldaat,
en die rol die ik sedert veertig jaar ver
vul, is wel een andere weerd.
M. Nothomb betitelt M. Janson met
den naam van groote figuur en eene
beroemdheid. <W. Jourdain, zegt ons
welke soort van beroemdheid aan M.
Janson het best toepasselijk is.
Eene groote figuur eene beroemd
heid dus, volgens M. Nothomb, hij, de
hoofdman van 'i progressistisch-socialis-
lisch verbond, die het koninklijk referen
dum alleen ondersteunt, om zooals zijne
roode majesteit Anseele zegt, Leopold II
des te gemakkelijker in den dieperik te
doen nederstorten
En die man, dat opperhoofd van
't progressistisch-socialisnsch verbond,
wil M. Nolhomb, hij, die hofheer, uit de
kamer niet helpen drijven en zal er zelfs
voor stemmen
Of de kiezers van 't arrondissement
Turnhout over die gedragslijn van M.
Nothomb zullen te vrede wezen, dat blijft
te onderzoeken.
Het schijnt ons de plicht te wezen van
M. Nolhomb zijn mandaat van volksver
tegenwoordiger neêr te leggen, teneinde
zijne lastgevers le raadplegen en hen
laten uitspraak te doen of hij. in deze
omstandigheden, nog waardig is geble
ven het door en door katholiek en bewa
rend arrondissement Turnhout te verte
genwoordigen.
De loyauteit eischt dal hij aan zijne
kiezers opnieuw uitspraak late doen. Hij,
is Itaar overvallenware dit het geval niet ge
weest, dan zou liet ia veel opzichten geheel anders
gegaan zijn.
M. Markus wendde zich smokkend van den
zwetser af, die here, tamelijk onverbloemd, 111 het
gezicht zegde, dat van rechtswege hij de meester
van hel tferlenvcld zou geweest zijn. Een scherp
antwoord zwcef-Ie op de lippen van den jongen
ii.an, maar met liet oog op de ontstelde zieke, die
■net smeekenden blik zijne oogen zucht, bedwong
hij zich cn autwoordc bedaard
Volgens de iulicliti »gen van haren advokaat,
herfl mijne tante zich slechts als de vruchtge-
bruikslcr beschouwd van hclgecn haar man haar
heeft nagelaten. Es.'iig en alleen daarom heeft zij
niet bij teslanient over li.el goed beschikt.
Ja, ja, ik geloof dat gij gelijk hebt, ja, ja,
stotterde de schout. Verslagen zakte hjj in zijnen
leuningstoel weg. Ik herhinner mij ook, zoo iets
uil haar mond gehoord tc hebben. Het dient daar
om waardeering, dal gij de veeljarige betrekking
tussclicn haar en ons met geheel verloochent. Wel
nu, ik neem uw vriendelijk aanbod, bij tijd cn
wijle mijn intrek iu het hoerenhuis te nemen, met
dankbaarheid aan maar, ik bid u, wat zal er
intussclicn van mijn vee geworden t
Hel was mooilyk bij deze besp.ittolijke sloefTery
ernstig tc blijven.
Nu,' zegde M. Markus, die al zijne aandacht
wijdde aan een zijner handschoenen, waarvan een
knopke was afgesprongen, ik meen in het voorbij
gaan eene koei in den stal gezien tc hebben.
Ja, ja, juist, vcor het oogcnblik, M. Markus.
Ik ben genoodzaakt geweest, kort geleden twee
prachtige zwilsersche koeien aan den beenhouwer
te verkoopen, eene zware beproeving voor een
landbouwer. Ik ben er over hel geheel slecht aan
toe. Op het veld is ook niet alles, zooals het behoort
dal weet niemand heter dan ik, maar er ontbreekt
mij een knecht. Ik heb naar alle kanten geschre
ven, een uit deze streek wil ik voor geen geld ter
wereld liet volk hier deugt nergens toe, ik heb
een hoog loon geboden, eigenlijk veel te hoog.mnar
men wil hier niet zijn, het is luer le stil, men
wil niets van het Hertenvcld w eten.
Leat mij eens eene poging wagen, misschien
ben ik gelukkiger, antwoordde M. Markus. Wij
zetten de koei bij mij op stal en bet gev ogcltc kan
met het andere gevoederd worden. Met de vol
tooiing van het nieuwe gebouw moet alles weer in
het oude spoor gaan dal wil zeggen bel noo-
digc vee op stal, cn de vereischtc arbeid en hulp
\oor hel zorgvuliig bestuur dor pachthoeve
indien hel niet geheel tc gronde zul guan. Ik zal
voor alles zorg dragen, ook daarvoor, dut de knechg
zoo spoedig mogelijk komt, vooral met het oog op
den oogst. Het spreekt ook van zelf hij kou met
den knop van zijnen handschoen maar niet klaar
de voorstaander van 't referendum, mag
het hen, ten minste in dees geval, niet
weigeren.
Een woord nog. Wat ons in deze zaak
geruststellen mag, 't is dat de onafhanke-
lijken te Brussel het wel zullen kunnen
afhaspelen zonder de medewerking van
M. Nolhomb. Van den anderen kant ook,
zien wij er geen bezwaar in dat, in deze
omstandigheden van Referendum, en*,
een meer volksgezinde man den hofheer
Nothomb aan 'l hoofd der Brusselsche
Katholieke Bewarende Vereeniging kome
vervangen.
Wij ontleenen aan eenen brief uit de
Kempen aan Hel Handelsblad de vol
gende regelen welke bewijzen dat M.
Nothomb, zijne kiezers nimmer vertegen
woordigt:
Men begrijpt gemakkelijk dat de re
den, welke de staatsminister voor zijn
ontslag als voorzitter der Grondwettelijke
Vereeniging opgeeft, de Turnhoutsche
kiezers diep hebben getroffen.
Hoe hij, de vertegenwoordiger van
eene door en door katholieke landstreek,
geeft zijn ontslag, om niet verplicht te
zijn eenen man te bestrijden, hoe ver
standig ook, die Godsdienst en Kerk on
der de voeten traptHoe, onze volksver
tegenwoordiger maakt den lof van iemand
die door alle middelen de katholieke
partij tracht in den grond te boren
Hij, de vertegenwoordiger van een ko
ningsgezind gewest, ontzegt de brussel-
sche katholieken zijne hulp en dit ten
voordeele van eenen socialistischen re-
publikaan
Zie, dat gaat alle gedacht te boven.
Door het feit wordt de kandidatuur van
M. Nolhomb voor de kiezing van dit jaar
te Turnhout, onmogelijk. Dat hij dus bij
het omslag als voorzitter der Grondwet
telijke Vereeniging van Brussel, ook dat
van volksvertegenwoordiger van Turn
hout voege, want zeker is het, dat hem
dit anders, in juni, door de kempiscbe
kiezers zal 't huis gestuurd worden.
Wat Bismarck zei, den
9 October 1878.
Die heeren, met hunne duistere belof
ten waaraan zij nooit geen helderen noch
bepaalden vorm geven, hebben wal volk
kunnen misleiden en dal is zoodanig
niet te verwonderen, voor iemand die
met zijnen staat niet te vredeti is, bijzon
derlijk als hij dat misnoegen gevoelt en
zoo krachtig kan doen gelden.... Als men
aan die lieden schitterende beloften dóet,
en daarbij met verachting en spot, voor
oude versleten» zaken en leugens doel
doorgaan, al heigeen zij tol dan toe als
heilig en eerbiedweerdig aanzagen als
men al hetgeen, onder de leuze:mef God,
voor Koning en voor Vaderland,onze voor
ouders en ons zelveu begeesterd heeft
komen dut wij ccnc meid noodig hebben, eene
echte, goede boerenmeid, die de handen ui', de
mouwen weet te steken... Het meisje, dat hier nu
werkzaam is, was immers niet voor den arbeid op
liet veld gehuurd
De zieke legde de uitgeteerde, blecke hand over
dc oogen, als overviel haar eene duizeling, en da
schout kreeg zulk een aanval van hoest, dat hij
bloedrood in het aangezicht werd.
Maar de lieer van het Hcrtcnveid wilde met ge
weld iets naders van hel meisje hooren hij vatte
onverbiddelijk de gunstige gelegenheid oan, on*
danks duizeling cn hnest van dc ttoee oudjes.
Zooals men mij gezegd heeft, ia zij uit de
stad, of heeft ten minste het leste in eene groote
stad gediend t vroeg hij hardnekkig verder.
Ja, zij is in Frankfort a. M. geweeat, ant
woordde dc oude dame. H ire rechterhand was vau
de oogen op het bed neergekomen en plukte aan
de dekens. Zij is inderdaad niet voor zulk Werk
opgevoed, o neen, alles behalve dat, mijnheer.
En daarom zullen wij u zeer dankbaar rijn,
indien gij ons eene goede boerenmeid bezorgt,
viei de schout met verliefling van slem in. Dua,
tegen wanneer deukt gij met het bouwen te be
ginnen, M. Markus.
(Wordt voortgatei.)