Boekbeoordeeling.
Aalst. - Gezondheidstoestand.
1866 Bokkenrijders. 1899
Allerhande nieuws.
-Oe Zaterdagavond,
rond half negen 's avonds, is de Akassa,
van den Congo komende, voor Doel gean
kerd.
Na de vereischte gezondheidsbezoeken,
kwam de heer Van Ectvelde, algemeene
bestuurder van den Congo, met eenige ande
re hooggeplaatste aan mannen boord, om
de eerste tijdingen te vernemen nopens de
laatste gebeurtenissen in den Congo, uit
den mond £elf van den heer gouverneur
Wahis, die met den Akassa terugkomt
naar België.
De toestand is goed te Stanley-Falls;
men kent echter de getalsterkte der Ara
ben niet, maar men vreest ze niet ook.
Van de expeditie Van Kerkhove weet
men niets.
De opstand der zwarten, aangeworven
om te arbeiden aan den nieuwen spoor
weg, is na korten tijd geëindigd, dank
aan het krachtdadig optreden der solda
ten.
De zwarten op een schip bijeen, wilden
erin-de vluchten; de soldaten schoten en
drie zwarten werden gedood, de andere
onderwierpen zich.
De heer Wahis spreekt met veel lot
over de werkingen der katholieke .Missiën
zijn vurigste wensch is dat zij zich uit
breiden en meer en meer bloeien.
De paters hebben vijf huizen, de zus
ters hebben er vier.
Er is nog niets bepaalds beslist of men
al of niet den dood van M. Hodister en
zijne gezellen zal wreken.
Er is geen bijzonder nieuws omtrent de
manier op dewelke zij omgekomen zijn.
Al hetgene men weet is dat zij, volgens
den zwarten knecht of jongen, die in
dienst was hij Hodister en aan de inoor-
derij ontsnapteonthaald werden op ge
weerschoten, toen zij zich ongewapend
naar de Araben van Riba Riba begaven.
De houding van Tippo-Tip blijft altijd
dubbelzinnig. Zijne zonen hebben Hodister
beweend en zijn vertrokken om zijnen
dood te wreken, zegden zij. Men heeft ze
sedert niet meer gezien.
De heer Wahis heeft vier kleine Congo-
leesehe meisjes medegebracht, die hij van
de Araben heeft afgekocht, deze zullen te
Gyzegem geplaatat worden.
Hoe men melk moet tlrin
ken. Melk, het kan geen kwaad het
nog eens te herhalen, moet niet haastig
en met groote slokken gedronken worden,
maar met langzame teugen Men moet
minstens vier minuten tijd nemen om een
vol glas te ledigen en niet meer dan een
theelepel in ééne teug drinken.
Wanneer de melk in de maag komt,
klontert zij oogenblikkelijk. Drinkt men
eene groote hoeveelheid te gelijk, dan
schift zij 'tol eene dikke massa, waaróp
het maagsap alleen van buiten kan wer
ken. Drinken wij daarentegen bij kleine
teugen,dan schift elk teugje op zichzelf en
het geheele glas vol wordt eene losse
massa, uit kleine hoeveelheden samenge
steld, waar het maagsap in kan doordrin
gen en aldus het geheel spoedig en gelijk
tijdig oplost. Meenigeen die veel van melk
houdt eft hare krachtgevende waarde
kent, meent geene melk te kunnen drin-
keiï.omdat zij de spijsverteering verstoort.
Maar de meesten zullen daar geen hinder
van hebben.als zij haar maar op de boven
beschreven wijze, of beter nog, warm
drinken.
Gekoolito melk. Nu zoo
algemeen aanbevolen wordt melk niet
anders dan gekookt te drinken en terwijl
zoo velen eenen afkeer hebben van de
velletjes, die zich daarop vormen en die
toch het beste gedeelte van de melk
bevatten, namelijk de caseïne, zal een
middel om de vormingdezer te voorkomen
bij velen welkom zijn.
Het is even doeltreffend als eenvondig.
Men neme eene servet of doekje
liefst dubbelgevouwen plaatse het op
de kan of liet glas, terstond nadat de
kokende melk er in uitgegoten is, en late
lipt er op terwijl ze afkoelt.
Zoo doende zal zich geen velletje daarop
vormen. Daardoor wordt het onnoodig
de melk door te ziften en het meest
voedende bestanddeel te doen verloren
gaan.
Probeert het cn gij zult het zien.
Een wandelingsken door eenige
socialistische schriften, door F. R.
l'rijs 75 centiemen. (Te koop in onze
burcelen).
Over eenige maanden was de katholieke
drukpers eenstemmig om den eersteling
van den heer F. R., de leerrijke brochuur
De daghuur door eene welverdiende
aanbeveling te begroeten. Dit uitmuntend
gewrocht zoo wetenschappelijk tevens en
met vurige pen geschreven, vulde waar
lijk eene leemte in onze opkomende
Vlaamsche maatschappelijke letterkunde.
Gesteund op zuivere wijsgeerige grondbe
ginselen en op den onvergetelyken om
zendbrief van Z. H. Leo XIII nopens den
toestand der werklieden, was het, in alle
gëval, van aard om veel licht te werpen
og die brandende loonkwestie die zoo niet
gftnsch het huishoudkundig raadsel, dan
toch eene der bijzonderste vraagpunten
van onzen tijd uitmaakt.
De talentvolle schrijver die zooveel
vernuft, en zulke grondige kennissen on
der twee ootmoedige initialen verborgen
houdt, is sedert niet werkeloos gebleven.
Reeds komt van hem te verschijnen, een
nieuw vlugschrift dat niet minder boeiend
en door dezelfde hoedanigheden geken
merkt is. Het wandelingshen door
eenige socialistische schriften is zelfs
misschien nog meer praktisch dan De
daghuur.
Iedereen immers spreekt heden van
socialismus. Terwijl .de versteende libera
len zich stillekens aan in den socialis-
tischen afgrond gaan zelfmoorden, ver
sterk t integendeel de katholieke volks
partij hare gelederen om kloekmoedig de
samenleving van die kwaal te bevrijden.
Doch om zijnen vijand met gemak te
bevechten, moet men hem kennen; niet
alleen de veldheer.niet alleen de officieren,
maar nog zeer dikwijls de simpele solda
ten, moeten welen hoe de vijand gewa
pend is, door welke verradelijke listen hij
ons zou willen verrassen, welk lot hij aan
de ovcrwinnenden bereidt.
Welnu, ziedaar juist het doel dat de
kundige schrijver vooroogen heeft gehad,
en iedereen die met zijn boekje kennis zal
maken, zal getuigen dat hij zijn gedacht
meesterlyk heeft uitgevoerd.
Welk is het programma van het socia
lismus, welk is bovenal zijn einddoel onder
godsdienstig en zedelijk, envenals onder
staat- en huishoudkundig oogpunt De
grondige studie welke de schrijver van de
hedendaagsche dwaalleer, van hare dag
bladen, van het leven en de schriften
harer voorvechters gedaan heeft, geeft
het grootste belang aan het waarlijk dooi
en door wetenschappelijk antwoord van
F. R. op bovengemelde vragen, en aan
de korte doch doeltreffende wederleggin
gen die schier overal zijne uitlegging der
socialistische grondbeginselen vergezellen
Het laatste hoofdstuk toegewijd aan de
oorzaken en toestanden die de uitbreiding
en de ontwikkeling van het socialismus
bevoordeeligen biedt insgelijks den lezer
eene reeds doordachte bemerkingen aan.
Wanneer men dit boekje ten einde is, dan
gevoelt men zich waarlijk geneigd om den
heilzainen raad van graaf de Mun, door
F. R. aangehaald, te volgen Klimt
stout in het spoortuig der hedendaagsche
beschaving en tracht, hel machien te be
dwingen, te leiden en te besturen.
Wij denken van dit nuttig werk genoeg
gezegd te hebben om niet verder te moeten
uilweiden op de diensten die het zal be
wijzen aan allen, priesters, leeken, bur
gers, verstandige werklieden, die zich met
de sociale kwestie bekommeren allen
zullen in die eenige bladzijden eenen rijken
voorraad van wapens vinden, om te ge
lukken in de nieuwe kruisvaart waarvan
Leo XIII het ordewoord gegeven heeft in
den omzendbrief van verleden jaar.
Nochtans zouden wij eene plicht ver
zuimen indien wij terloops geene hulde
brachten aan den moed waarmede F. R.
onze Vlaamsche letterkunde verrijkt met
werken van ernstigen en wetenschappe-
lijken aard. Sommige kinderen hebben
eene bijzondere neiging voor suikerijen
onbezorgde ouders laten ze hunne onbe-
zonnene goesting voldoen, en zoo laten
die kinderen vleesch en brood maar te
dikwijls van kant. Iets dergelijks bestaat
in het geestelyk leven van ons volk.
Suiker en honing, roman en poëzie, zie
daar gerechten welke alle dagen aan de
Vlaamsche verslanden aangeboden wor
den. Ernstiger voedsel wordt le dikwijls
verwaarloosd. Eene nieuwe en schitte
rende uitzondering aan dien toestand zal
zijn het voorbeeld van F. R. Hij ontvange
diesaangaande nogmaals de uitdrukking
der oprechte dankbaarheid van alle volks
vrienden.
Dat deze dan, dat alle minnaars van
wetenschappelijke Vlaamsche letlerkunde,
even als alle antisocialiiische strijders den
heer F. R. van zijnen moed beloonen, en
met hem een wandelingsken in den akker
der politieke huishoudkunde wagen zij
zullen zich over hunnen leidsman niet
beklagen. l.
iimil i
De heer Levé que, de baas van 't velle-
kensfabriek, te Aalst-Hofstade, heeft aan
- Le Patriote - geantwoord, schrijft
Vooruit, dat de looncn door hem aan
zijne werklieden betaald de hoogste zijn
van Aalst.
Vooreerst de werklieden van M.
Levèque loopen alle jaren ten minste
5 maanden zonder werk, en dan is 't ook
niet te verwonderen dat die menschen,
welke van hunnen patroon geen de min
ste ondersteuning genieten het Bureel
van Weldadigheid aanspreken.
Maar als M. Levèque de grootste loon
te Aalst betaalt, wel te verstaan als zijn
werklieden aan 't werk zijn, hoe komt
het dan dat die menschen nog verplicht
zijn wekelijks het Armbureel te bestor
men De werklieden van andere fabrie
ken zijn nogthans in overgroote meerder
heid hiertoe niet verplicht.
Zou Vooruit die vraag niet eens aan
M. Levèque willen stellen
Het is onbetwistbaar dat M. Levèque
alleenlijk zijn fabriek te Aalst heeft opge
richt uit speculatie op de lage loonen. Ja,
ja, dat valt niet te betwisten
Dwalen is menschelijk, maar in zyne
dwaling blijven volharden is duivelsch,
en hierom ook willen wij heden eenige
terechtwijzingen mededeelen aangaande
de toedracht van ons vorig artikel.
Vooreerst de Erpenaar van cholera
aangedaan woonde niet te Antwerpen
maar te Inteken bij Brussel. Dat is nu wel
eene kleinigheid, maar het dient nogthans
verklaard te worden.
En nu Ier zake Na twee dagen geker
mist te hebben, werd onze Erpenaar ern
stig ziek. En vroeg, zegt men, dat men
hem naar de statie van Aalst zou geleiden
om naar Laeken te vertrekken. Doch de
man was zoo krank dat men verplicht
was hem met eene hondenkar te ver
voeren.
Aan de siatie te Aalst gekomen.beinerk-
ten zijne geleiders, dat het aan den zieke
onmogelyk was de reis te ondernemen en
men besloot hem naar ons hospitaal te
voeren.
't Was dus omtrent 8 ure des avonds
toen men ten hospitale aankwam. De
Eerw. Zusters welke den bedenkelijken
toestand van den lijder bestatigden.aarzel-
den geen oogenblik hem aan te nemen,
gelijk overigens de wettelijke bepalingen
en de mensch lie vendheid het voorsch rij ven.
Voegen wij hierbij nog dat de handelwijze
der Eerw. Zustere door de heeren Leden
der Besturende Commissie en van het
geneeskundige Korps ten volle werd
goedgekeurd.
Verhaasten wij ons ook te zeggen dat
het vervoer van den zieken gebeurd is
gansch buiten den weet van den heer De
Vos, Burgemeester en geneesheer te
Erpe, welke er zich krachtdadiglijk zou
tegen verzet hebben.
Maar hoe is 't hu gekomen dat wij
spraken over eene conventie bestaande
tusschen de Burgerlijke Godshuizen onzer
Stad en de gemeente Erpe
Twee of drie dagen na "t vervoer van
den zieke, werd ons verzekerd dat men
niet den terugkeer naar Laeken beoogde,
inaar alleenlijk zocht zich van den zieke te
ontmaken en hein in ons hospitaal te doen
aannemen. Iemand die zoo ziek is dat
men hem met eene kondenkar moet ver
voeren, is nimmer in staat te reizen,
voegde men er bij. En daarbij geen ge
neesheer was geraadpleegd geworden.
Wij spraken hierover met een vriend
en deze antwoordde ons Ik geloof niet
dat het waarheid is, want, zoo ik ge
hoord heb, bestaat er eene conventie uit
kracht der welke de zieken van Erpe in
ons hospitaal aangenomen worden ten
andere ik heb er iets van gehoord en er
werd zelfs van gesproken in 't hospitaal.
Daar onze vriend gewoonelijk goed in
gelicht is en in staat was het wezen,
namen wij dit aan.
Nu,in der waarheid,er werd daarin ons
hospitaal (oevalliglyk over gesproken,
tusschen een lid van'tBestuur en eene der
Eerw. Zusters, maar in eenen gansch
anderen zin, en wel namelijk in den zin
van liet recht dat de Besturen der hospi
talen bezitten dergelijke conventiën met
naburige gemeenien aan te gaan, uit
kracht der wet van 27 november 1891.
Onze vriend had dus kwalijk verstaan
en ons bijgevolg kwalijk ingelicht.
Hieruit blijkt dus dat het Bestuur onzer
Godshuizen geene dergelijke conventie
heeft gemaakt met de gemeente Erpe,
noch met welke andere gemeente ook.
De Erpsche cholericke werd aangeno
men in de omstandigheden die wij hier
hooger verhalen, dus uit plicht en niet
uit kracht eener conventie die nooit heeft
bestaan.
Hulde aan M. Vanden Bogaerde.
Ter gelegenheid der benoeming van den
genial en meesier tot het ambt van op
zichter der muziekkorpsen van het leger,
werd hem een dezer laatste dagen, dooi
de heeren Leden onzer Koninklijke Har
monie eene welverdiende hulde gebracht.
De heer Van Wambekc, voorzitter,
omringd van de heeren leden van het Be
stuur boodt hem eenen bloemruiker aan
in naam van de Maatschappij als blijk van
achtingen vriendschap welkède Leden hem
toedragen hij deed ook in eene redevoe
ring uitschijnen den iever met welke de
heer Vanden Bogaerde de Harmonie sinds
zeven jaren bestuurt, als ook den vooruit
gang welken zij onder zijne kundige leiding
heeft gedaan.
Eindelijk drukte hij de hoop uit het
geluk te zullen hebben hem nog lange
jaren aan die leiding te zien behouden.
Deze woorden werden met den grootsten
geestdrift begroet.
De heer Vanden Bogaerde bedankte
voor de eer hem aangedaan en zegde dat
hij, zoo als het tot heden het geval is
;eweest, alles zal doen wat mogelijk
s om onze Harmonie op den weg van
vooruitgang voort te leiden. Vervolgens
dreunde het lokaal onder 't spelen van de
Brabangonne en het geroep van heil! heil!
den heer Vanden Bogaerde,leve den kun-
digen meester en volksvriend
Te Weiteren was M. Vanden Bogaerde
insgelijks het voorwerp eener huldebetoo-
ging. De heeren Werkende Leden der
Harmonie S,e Cecilia, brachten hem
bij zijne intrede terrepitiezaal eene warme
ovatie en de twee oudste leden boden hem
eenen schoonen bloemtuil aan, Het leve
den heer Vanden Bogaerde deed de zaal
dreunen.
Gedurende de tussclienpoos werd den
heer Vanden Bogaerde, door den heer
Puissant d'Agimont, Voorzitter, omringd
door de heeren Leden der Besturende
Commissie geluk gewenschten een prach-
tigen korf met kunstbloemen aangeboden
door den heer Cesar Dauwe, welke in
roerende woorden de gevoelens uitdrukte
waarmeè alle de leden van S'° Cecilia
jegens den gevierden meester bezield zijn
en welke kunnen samengevat worden in
deze woordenVereering en bewondering
van zijn talent, erkentenis voor zyne
bewezene diensten, oprechte toegenegen
heid. [Medegedeeld).
De Maatschappij De Bokkenrijders
te Aalst, zal op Maandag 7 november
aanstaande, de 2G*le verjaring vieren der
Katholieke Overwinning in de Gemeente-
kiezingen.
Dien dag zal er,om 10 ure des morgens,
inde St. Martinus Kerk,eene soltmneele
Zielmis gezongen worden voor al de afge
storvene Leden van den Katholieken Rij-
dersbond.
Op zelfden dag,des avonds om 7 ure, in
het lokaal «/Je Borze van Amsterdam
Avondmaal den Leden des Bonds
aangeboden.
Premloaan on/.e geëerde
ïnecliri j vers.
JAA' HE LICHTE.
Ongemeen is de bijval welken het on
langs verschenen boekwerk De Groote
Bende van Jan De Lichte genoten heeft.
En met recht, want men mag zonder
overdrijving zeggen dat does werk de
algemeene verwachting niet alleen ver
vuld maar zells overtroffen heeft.
Onder letterkundig, zedelijk en ge
schiedkundig opzicht zal Jan De Liciite,
bij de Vlamingen welgekomen zijn. 't Is
immers geene bloote opsomming van
gruwelen en wandaden, maar een boeiend
en belangwekkend verhaal met leerzame
zedelessen doorzaaid.
Een schoon dus en nuttig boek voor
huisgezinnen, prijsdeelingen, volksbib-
liotheeken en leesgezelschappen.
De geringe prys van fr. 1,25, (600 bl.
in-8° met schoone platen), waaraan dit
boekwerk verkocht wordt, stelt hem ter
beschikking van eenieder. Alwie hem zal
gelezen hebben, zal zijn geld en zijnen tijd
niet beklagen.
Rechterlijk kronijk.
Schoon schepencollegie. De correc-
tionneele rechtbank van Nyvel heeft de
genaamden August J., gewezen gemeente
secretaris ad interim van Tubbeke
(Tubize) en C. en L schepenen derzelfde
gemeente, veroordeeld, voor slagen en
beleediging van M. Stordeur, burgemees
ter.
J., die voorzitter is van den Cercle des
soirees rationalistes en der Association
libérale is veroordaeld tot 1° Eene
maand gevangenis en 50 fr. boete voor
slagen en 2" tot 100 fr. boete voor belee
diging.
C., kreeg dezelfde straf.
L.. is tot 50 fr. boete veroordeeld
voor beleediging.
(Journal de Bruxelles.)
Oude Stmlhuis. Dezer dagen
werden er uitgravingen gedaan in den
kelder van ons oude Stadhuis en men
heeft bevonden dat den vloer ongeveer 2
meters is aangevuld geworden.Eerst vulde
men aan tot een meter hoogte en vloerde
men met tichels, later voegde men er nog
een meter hoogte bij.
Welke mogen de rede of oorzaak dezer
twee aanvullingen geweest zijn? Ons Stede
lijk Bestuur komt den heer Van Assche,
bouwmeester te Gent, tegelasten de zaak
te onderzoeken en indien er geene ge
wichtige reden bestaan die het behoud
der aanvullingen vereischen, zal er tot
de ontruiming overgegaan worden.
Onder het bedoelde gebouw beslaat
slechts een kelder, doch men heeft hem
door eénen muur in twee deelen geschei
den. Indien de ontruiming mag gebeuren
zal deze muur ook uitgebroken en de kel
der gansch hersteld worden.
Aalwt. Verleden nacht heeft
onze Stedelijke Politie twee dieven aange
houden, dragende elk eenen welgevulden
zak met roode kooien.
Het zyn twee gevaarlijke oud-veroor
deelden, De Waele Jozef, bygenaamd Jef
Berlaere, die uit Hoogstraeten ontsnapt is
en Vander Cruysen J. B. van Gysegem
deze laatste werd reeds heden voormiddag
door de Rechtbank van politie wegens
landloopery verwezen om gedorende 7
jaren in een bedelaarsgesticht opgesloten
te worden.
Huwelijk. Dijnsdag jl. 18
dezer maand October werd te Namen het
huwelijk ingezegend van Baron Felix
Bethune, Provinciaal Raadslid voor
't kanton Aalst en Major-Bevelhebber
onzer Burgerwacht met Mejuffer Martha
Bequet.
M. Charmanne heeft te Brussel
eene voordracht gehouden over de spoor
wegen in Congo. Van de te leggen 150
kilometers zyn er nog maar 25 geplaatst
maar dit einde is hel moeilijkste, omdat
het eene geheel rotsachtige streek door
loopt. Het nog te leggen gedeelte zal veel
goedkooper en gemakkelijker zijn, doch
het is stellig dat men met de geleende
25 mihoen niet genoeg hebben zal.
De politie zoekt een slimmen aftrug
gelaar op, die te Brussel, bij verschillige
voorname personen als geneesheeren,
advocaten, enz., in naam van vrienden,
geld ging leenen. Zoo wist hy sommen
van 85, 120 en meer fr. machtig te wor
den. Bij M. Janson was hij echter aan het
verkeerd adres. Deze rookt lont en zond j
den leener wandelen. Het is een oud- j
onderofficier, die uit het leger werd ge- j
jaagd en door zijn slecht gedrag de wan
hoop zijner ouders uitmaakt.
i
Nog de valsche bankbriefkens.
Wij hebben reeds gemeld dat de val
sche, alsook de echte briefkens van 20 fr.
door het bestuur der Nationale Bank
worden ingehouden, opdat alle gevaar
voor bedrog ten nadeele der burgers ver-
dwijne.
Wij meldden tevens dat de valsche brief
kens van 100 fr., waarvan men nu en
dan nog een exemplaar ontmoet, reeds
sedert 6 jaren in omloop zijn.
Onze lezers zullen zich nog wel de
geschiedenis herinneren
Twee Duitschers.de gebroerders Sauer,
waren als de valschmunters aangeklaagd.
De eene werd te Brussel aangehouden,
maar de andere gelukte er in naar Ame
rika te ontsnappen.
Te Baltimore aan land stappend, liep
hij daar de politie in de armen, die reeds
per telegraaf van zijne komst verwittigd
was.
Sauer liet zich aanhouden doch toen
hij op nieuw ingescheept werd, om terug
naar Europa le worden gezonden, ont
snapte hij nogmaals, sprong over boord
en zwom naar de wal.
Natuurlijk raakte hij eene derde maal
in handen der politie, die hem ditmaal
stevig geketend in de kiel van den boot
opsloot, en hem zoo verzenden kon.
De beide broêre werden tot 15 dwang
arbeid veroordeeld. De eene zit nog ge
vangen de andere is in het luchthuis
van Leuven gestorven.
Nobele dieven. De aftrrugge
laars en dieven, welke tot de hooge
wereld behooren, vermenigvuldigen te
Brussel op onrustwekkende wijze.
Mevrouw de X., eene burggravin, eene
echto zich uitgevende voor eene gepen-
sionneerde officiers-weduwe, had er een
handje van, hotel-en restauratiehoudere
in de kleeren te steken.
Over een jaar of vijf werd zij reeds
voor dergelijke feiten vervolgd, doch vrij
gesproken.
Sinds dien maakte zij een ontelbaar
getal slachtoffers. Onder ander wist zij
eene dame over te halen om met haar
eenen merceriewinkel te beginnen, - waar
zij geen centiem instak en al het profijt
opstreek.
Aangehouden, werd zij opnieuw ver
volgd en tot 18 maanden gevangenis ver
oordeeld.
In April laatstleden kwam zij uit de
gevangenis en begon het spel opnieuw. De
verledenc week werd de diefachtige
burggravin andermaal geklist.
Ongeluk. Zondag morgend, rond
10 ure, is een erg ongeluk gebeurd op den
hoek van het Serpentstraattje en de Kam-
merstraat te Gent. Een melkboer van
Destelbergen, de genaamde Colleman.was
bezig met zijn paard een weinig eten te
geven in de Onderetraat, toen het opeens
schichtig werd, op hol ging en zijne vlucht
nam door het Serpentstraatje.
De man liet zich aan eene tremie han
gen om het paard in te houden, wanneer
gekomen op bovengenoemde plaats, de
tremie hem ontschoot en hij onder een
der wielen geslingerd werd, welk hem
over het hoofd reed. Het paard rende
voort tot aan den hoek van het huis der
heeren Ernest David, waar de kar tegen
het plankier botste; het paard viel en de
melkkannen werden door de schok op de
kasseien geslingerd.
Middellerwijl had men den ongelukkige
welke hevig bloede uit neus en mond,
binnengedragen bij den heer Lybaert, in
de Hoop van vrede, waar hem de eerste
zorgen werden toegediend door den ge
neesheer De Lorge en twee leerlingen -
geneesheeren. De man is erg gehavend,
hij had verscheidene wonden aan het
hoofd en zijne lip was geheel openge
scheurd. -
Hij klaagde geweldig aan inwendige
pijnen en men vreest dat hem de ruggraat
gebroken is. De geneesheer heeft den ge
kwetste naar het hospitaal doen over
brengen, terwijl twee geburen van hem
met zijn kar en paard naar huis gereden
zijn.
Dit voorval had eene groote volksme-
nigte op de plaats bijeengebracht en een
dief,van die gelegenheid gebruik makende
is op loop gegaan met twee koperen
melkkannen.
Een gentsch paard. Onze lezers
kennen den wedloop van Berlijn naar I
Weenen, welke onlangs plaats had tus
schen Duitsche en Oostenryksche offi
cieren.
Men zegde eerst dat de overwinnaar
misschien het paard Jules - was, met
hetwelk de heer Van de Poele in drie da
gen naar Parijs reed.
Het is echter Jules - niet, maar toch I
een paard van den heer Van de Poele, het I
welk deze na den wedloop naar Parijs,
verkocht heeft aan eenen prins van Arem-
berg, officier in het Oostenrijksche leger.
In alle geval, de eer blyft aan de Gent-
sche paarden
Schipbreuk eener visscherssloep
De Oostendsche sloep 203, Mère Van
de Wale, heeft schipbreuk geleden en i
men wanhoopte reeds de opvarenden nog
levend wcêr te zien. daar eene stoomboot
het vaartuig den 5 dezer ontmast en ver
laten had ontmoet.
Dc sloep werd in den nacht van 4 op 5
October overzeild door de Duitsche bark
Ceres, welke de bemanning aan boord
nam.
Dit schip was met eene lading steen
kolen op weg naar Amerika. De nacht
was helder en de sloep had al hare lichten
aan, maar het stormde hovig on de Ceres
gehoorzaamde niet aan het roer.
De patroon van de sloep loochent dit
laatste. De rechtbank zal hierover te
beslissen hebben.