Boekbeoordeeling. Aalst. - Gezondheidstoestand. 1866 Bokkenrijders. 1899 Allerhande nieuws. -Oe Zaterdagavond, rond half negen 's avonds, is de Akassa, van den Congo komende, voor Doel gean kerd. Na de vereischte gezondheidsbezoeken, kwam de heer Van Ectvelde, algemeene bestuurder van den Congo, met eenige ande re hooggeplaatste aan mannen boord, om de eerste tijdingen te vernemen nopens de laatste gebeurtenissen in den Congo, uit den mond £elf van den heer gouverneur Wahis, die met den Akassa terugkomt naar België. De toestand is goed te Stanley-Falls; men kent echter de getalsterkte der Ara ben niet, maar men vreest ze niet ook. Van de expeditie Van Kerkhove weet men niets. De opstand der zwarten, aangeworven om te arbeiden aan den nieuwen spoor weg, is na korten tijd geëindigd, dank aan het krachtdadig optreden der solda ten. De zwarten op een schip bijeen, wilden erin-de vluchten; de soldaten schoten en drie zwarten werden gedood, de andere onderwierpen zich. De heer Wahis spreekt met veel lot over de werkingen der katholieke .Missiën zijn vurigste wensch is dat zij zich uit breiden en meer en meer bloeien. De paters hebben vijf huizen, de zus ters hebben er vier. Er is nog niets bepaalds beslist of men al of niet den dood van M. Hodister en zijne gezellen zal wreken. Er is geen bijzonder nieuws omtrent de manier op dewelke zij omgekomen zijn. Al hetgene men weet is dat zij, volgens den zwarten knecht of jongen, die in dienst was hij Hodister en aan de inoor- derij ontsnapteonthaald werden op ge weerschoten, toen zij zich ongewapend naar de Araben van Riba Riba begaven. De houding van Tippo-Tip blijft altijd dubbelzinnig. Zijne zonen hebben Hodister beweend en zijn vertrokken om zijnen dood te wreken, zegden zij. Men heeft ze sedert niet meer gezien. De heer Wahis heeft vier kleine Congo- leesehe meisjes medegebracht, die hij van de Araben heeft afgekocht, deze zullen te Gyzegem geplaatat worden. Hoe men melk moet tlrin ken. Melk, het kan geen kwaad het nog eens te herhalen, moet niet haastig en met groote slokken gedronken worden, maar met langzame teugen Men moet minstens vier minuten tijd nemen om een vol glas te ledigen en niet meer dan een theelepel in ééne teug drinken. Wanneer de melk in de maag komt, klontert zij oogenblikkelijk. Drinkt men eene groote hoeveelheid te gelijk, dan schift zij 'tol eene dikke massa, waaróp het maagsap alleen van buiten kan wer ken. Drinken wij daarentegen bij kleine teugen,dan schift elk teugje op zichzelf en het geheele glas vol wordt eene losse massa, uit kleine hoeveelheden samenge steld, waar het maagsap in kan doordrin gen en aldus het geheel spoedig en gelijk tijdig oplost. Meenigeen die veel van melk houdt eft hare krachtgevende waarde kent, meent geene melk te kunnen drin- keiï.omdat zij de spijsverteering verstoort. Maar de meesten zullen daar geen hinder van hebben.als zij haar maar op de boven beschreven wijze, of beter nog, warm drinken. Gekoolito melk. Nu zoo algemeen aanbevolen wordt melk niet anders dan gekookt te drinken en terwijl zoo velen eenen afkeer hebben van de velletjes, die zich daarop vormen en die toch het beste gedeelte van de melk bevatten, namelijk de caseïne, zal een middel om de vormingdezer te voorkomen bij velen welkom zijn. Het is even doeltreffend als eenvondig. Men neme eene servet of doekje liefst dubbelgevouwen plaatse het op de kan of liet glas, terstond nadat de kokende melk er in uitgegoten is, en late lipt er op terwijl ze afkoelt. Zoo doende zal zich geen velletje daarop vormen. Daardoor wordt het onnoodig de melk door te ziften en het meest voedende bestanddeel te doen verloren gaan. Probeert het cn gij zult het zien. Een wandelingsken door eenige socialistische schriften, door F. R. l'rijs 75 centiemen. (Te koop in onze burcelen). Over eenige maanden was de katholieke drukpers eenstemmig om den eersteling van den heer F. R., de leerrijke brochuur De daghuur door eene welverdiende aanbeveling te begroeten. Dit uitmuntend gewrocht zoo wetenschappelijk tevens en met vurige pen geschreven, vulde waar lijk eene leemte in onze opkomende Vlaamsche maatschappelijke letterkunde. Gesteund op zuivere wijsgeerige grondbe ginselen en op den onvergetelyken om zendbrief van Z. H. Leo XIII nopens den toestand der werklieden, was het, in alle gëval, van aard om veel licht te werpen og die brandende loonkwestie die zoo niet gftnsch het huishoudkundig raadsel, dan toch eene der bijzonderste vraagpunten van onzen tijd uitmaakt. De talentvolle schrijver die zooveel vernuft, en zulke grondige kennissen on der twee ootmoedige initialen verborgen houdt, is sedert niet werkeloos gebleven. Reeds komt van hem te verschijnen, een nieuw vlugschrift dat niet minder boeiend en door dezelfde hoedanigheden geken merkt is. Het wandelingshen door eenige socialistische schriften is zelfs misschien nog meer praktisch dan De daghuur. Iedereen immers spreekt heden van socialismus. Terwijl .de versteende libera len zich stillekens aan in den socialis- tischen afgrond gaan zelfmoorden, ver sterk t integendeel de katholieke volks partij hare gelederen om kloekmoedig de samenleving van die kwaal te bevrijden. Doch om zijnen vijand met gemak te bevechten, moet men hem kennen; niet alleen de veldheer.niet alleen de officieren, maar nog zeer dikwijls de simpele solda ten, moeten welen hoe de vijand gewa pend is, door welke verradelijke listen hij ons zou willen verrassen, welk lot hij aan de ovcrwinnenden bereidt. Welnu, ziedaar juist het doel dat de kundige schrijver vooroogen heeft gehad, en iedereen die met zijn boekje kennis zal maken, zal getuigen dat hij zijn gedacht meesterlyk heeft uitgevoerd. Welk is het programma van het socia lismus, welk is bovenal zijn einddoel onder godsdienstig en zedelijk, envenals onder staat- en huishoudkundig oogpunt De grondige studie welke de schrijver van de hedendaagsche dwaalleer, van hare dag bladen, van het leven en de schriften harer voorvechters gedaan heeft, geeft het grootste belang aan het waarlijk dooi en door wetenschappelijk antwoord van F. R. op bovengemelde vragen, en aan de korte doch doeltreffende wederleggin gen die schier overal zijne uitlegging der socialistische grondbeginselen vergezellen Het laatste hoofdstuk toegewijd aan de oorzaken en toestanden die de uitbreiding en de ontwikkeling van het socialismus bevoordeeligen biedt insgelijks den lezer eene reeds doordachte bemerkingen aan. Wanneer men dit boekje ten einde is, dan gevoelt men zich waarlijk geneigd om den heilzainen raad van graaf de Mun, door F. R. aangehaald, te volgen Klimt stout in het spoortuig der hedendaagsche beschaving en tracht, hel machien te be dwingen, te leiden en te besturen. Wij denken van dit nuttig werk genoeg gezegd te hebben om niet verder te moeten uilweiden op de diensten die het zal be wijzen aan allen, priesters, leeken, bur gers, verstandige werklieden, die zich met de sociale kwestie bekommeren allen zullen in die eenige bladzijden eenen rijken voorraad van wapens vinden, om te ge lukken in de nieuwe kruisvaart waarvan Leo XIII het ordewoord gegeven heeft in den omzendbrief van verleden jaar. Nochtans zouden wij eene plicht ver zuimen indien wij terloops geene hulde brachten aan den moed waarmede F. R. onze Vlaamsche letterkunde verrijkt met werken van ernstigen en wetenschappe- lijken aard. Sommige kinderen hebben eene bijzondere neiging voor suikerijen onbezorgde ouders laten ze hunne onbe- zonnene goesting voldoen, en zoo laten die kinderen vleesch en brood maar te dikwijls van kant. Iets dergelijks bestaat in het geestelyk leven van ons volk. Suiker en honing, roman en poëzie, zie daar gerechten welke alle dagen aan de Vlaamsche verslanden aangeboden wor den. Ernstiger voedsel wordt le dikwijls verwaarloosd. Eene nieuwe en schitte rende uitzondering aan dien toestand zal zijn het voorbeeld van F. R. Hij ontvange diesaangaande nogmaals de uitdrukking der oprechte dankbaarheid van alle volks vrienden. Dat deze dan, dat alle minnaars van wetenschappelijke Vlaamsche letlerkunde, even als alle antisocialiiische strijders den heer F. R. van zijnen moed beloonen, en met hem een wandelingsken in den akker der politieke huishoudkunde wagen zij zullen zich over hunnen leidsman niet beklagen. l. iimil i De heer Levé que, de baas van 't velle- kensfabriek, te Aalst-Hofstade, heeft aan - Le Patriote - geantwoord, schrijft Vooruit, dat de looncn door hem aan zijne werklieden betaald de hoogste zijn van Aalst. Vooreerst de werklieden van M. Levèque loopen alle jaren ten minste 5 maanden zonder werk, en dan is 't ook niet te verwonderen dat die menschen, welke van hunnen patroon geen de min ste ondersteuning genieten het Bureel van Weldadigheid aanspreken. Maar als M. Levèque de grootste loon te Aalst betaalt, wel te verstaan als zijn werklieden aan 't werk zijn, hoe komt het dan dat die menschen nog verplicht zijn wekelijks het Armbureel te bestor men De werklieden van andere fabrie ken zijn nogthans in overgroote meerder heid hiertoe niet verplicht. Zou Vooruit die vraag niet eens aan M. Levèque willen stellen Het is onbetwistbaar dat M. Levèque alleenlijk zijn fabriek te Aalst heeft opge richt uit speculatie op de lage loonen. Ja, ja, dat valt niet te betwisten Dwalen is menschelijk, maar in zyne dwaling blijven volharden is duivelsch, en hierom ook willen wij heden eenige terechtwijzingen mededeelen aangaande de toedracht van ons vorig artikel. Vooreerst de Erpenaar van cholera aangedaan woonde niet te Antwerpen maar te Inteken bij Brussel. Dat is nu wel eene kleinigheid, maar het dient nogthans verklaard te worden. En nu Ier zake Na twee dagen geker mist te hebben, werd onze Erpenaar ern stig ziek. En vroeg, zegt men, dat men hem naar de statie van Aalst zou geleiden om naar Laeken te vertrekken. Doch de man was zoo krank dat men verplicht was hem met eene hondenkar te ver voeren. Aan de siatie te Aalst gekomen.beinerk- ten zijne geleiders, dat het aan den zieke onmogelyk was de reis te ondernemen en men besloot hem naar ons hospitaal te voeren. 't Was dus omtrent 8 ure des avonds toen men ten hospitale aankwam. De Eerw. Zusters welke den bedenkelijken toestand van den lijder bestatigden.aarzel- den geen oogenblik hem aan te nemen, gelijk overigens de wettelijke bepalingen en de mensch lie vendheid het voorsch rij ven. Voegen wij hierbij nog dat de handelwijze der Eerw. Zustere door de heeren Leden der Besturende Commissie en van het geneeskundige Korps ten volle werd goedgekeurd. Verhaasten wij ons ook te zeggen dat het vervoer van den zieken gebeurd is gansch buiten den weet van den heer De Vos, Burgemeester en geneesheer te Erpe, welke er zich krachtdadiglijk zou tegen verzet hebben. Maar hoe is 't hu gekomen dat wij spraken over eene conventie bestaande tusschen de Burgerlijke Godshuizen onzer Stad en de gemeente Erpe Twee of drie dagen na "t vervoer van den zieke, werd ons verzekerd dat men niet den terugkeer naar Laeken beoogde, inaar alleenlijk zocht zich van den zieke te ontmaken en hein in ons hospitaal te doen aannemen. Iemand die zoo ziek is dat men hem met eene kondenkar moet ver voeren, is nimmer in staat te reizen, voegde men er bij. En daarbij geen ge neesheer was geraadpleegd geworden. Wij spraken hierover met een vriend en deze antwoordde ons Ik geloof niet dat het waarheid is, want, zoo ik ge hoord heb, bestaat er eene conventie uit kracht der welke de zieken van Erpe in ons hospitaal aangenomen worden ten andere ik heb er iets van gehoord en er werd zelfs van gesproken in 't hospitaal. Daar onze vriend gewoonelijk goed in gelicht is en in staat was het wezen, namen wij dit aan. Nu,in der waarheid,er werd daarin ons hospitaal (oevalliglyk over gesproken, tusschen een lid van'tBestuur en eene der Eerw. Zusters, maar in eenen gansch anderen zin, en wel namelijk in den zin van liet recht dat de Besturen der hospi talen bezitten dergelijke conventiën met naburige gemeenien aan te gaan, uit kracht der wet van 27 november 1891. Onze vriend had dus kwalijk verstaan en ons bijgevolg kwalijk ingelicht. Hieruit blijkt dus dat het Bestuur onzer Godshuizen geene dergelijke conventie heeft gemaakt met de gemeente Erpe, noch met welke andere gemeente ook. De Erpsche cholericke werd aangeno men in de omstandigheden die wij hier hooger verhalen, dus uit plicht en niet uit kracht eener conventie die nooit heeft bestaan. Hulde aan M. Vanden Bogaerde. Ter gelegenheid der benoeming van den genial en meesier tot het ambt van op zichter der muziekkorpsen van het leger, werd hem een dezer laatste dagen, dooi de heeren Leden onzer Koninklijke Har monie eene welverdiende hulde gebracht. De heer Van Wambekc, voorzitter, omringd van de heeren leden van het Be stuur boodt hem eenen bloemruiker aan in naam van de Maatschappij als blijk van achtingen vriendschap welkède Leden hem toedragen hij deed ook in eene redevoe ring uitschijnen den iever met welke de heer Vanden Bogaerde de Harmonie sinds zeven jaren bestuurt, als ook den vooruit gang welken zij onder zijne kundige leiding heeft gedaan. Eindelijk drukte hij de hoop uit het geluk te zullen hebben hem nog lange jaren aan die leiding te zien behouden. Deze woorden werden met den grootsten geestdrift begroet. De heer Vanden Bogaerde bedankte voor de eer hem aangedaan en zegde dat hij, zoo als het tot heden het geval is ;eweest, alles zal doen wat mogelijk s om onze Harmonie op den weg van vooruitgang voort te leiden. Vervolgens dreunde het lokaal onder 't spelen van de Brabangonne en het geroep van heil! heil! den heer Vanden Bogaerde,leve den kun- digen meester en volksvriend Te Weiteren was M. Vanden Bogaerde insgelijks het voorwerp eener huldebetoo- ging. De heeren Werkende Leden der Harmonie S,e Cecilia, brachten hem bij zijne intrede terrepitiezaal eene warme ovatie en de twee oudste leden boden hem eenen schoonen bloemtuil aan, Het leve den heer Vanden Bogaerde deed de zaal dreunen. Gedurende de tussclienpoos werd den heer Vanden Bogaerde, door den heer Puissant d'Agimont, Voorzitter, omringd door de heeren Leden der Besturende Commissie geluk gewenschten een prach- tigen korf met kunstbloemen aangeboden door den heer Cesar Dauwe, welke in roerende woorden de gevoelens uitdrukte waarmeè alle de leden van S'° Cecilia jegens den gevierden meester bezield zijn en welke kunnen samengevat worden in deze woordenVereering en bewondering van zijn talent, erkentenis voor zyne bewezene diensten, oprechte toegenegen heid. [Medegedeeld). De Maatschappij De Bokkenrijders te Aalst, zal op Maandag 7 november aanstaande, de 2G*le verjaring vieren der Katholieke Overwinning in de Gemeente- kiezingen. Dien dag zal er,om 10 ure des morgens, inde St. Martinus Kerk,eene soltmneele Zielmis gezongen worden voor al de afge storvene Leden van den Katholieken Rij- dersbond. Op zelfden dag,des avonds om 7 ure, in het lokaal «/Je Borze van Amsterdam Avondmaal den Leden des Bonds aangeboden. Premloaan on/.e geëerde ïnecliri j vers. JAA' HE LICHTE. Ongemeen is de bijval welken het on langs verschenen boekwerk De Groote Bende van Jan De Lichte genoten heeft. En met recht, want men mag zonder overdrijving zeggen dat does werk de algemeene verwachting niet alleen ver vuld maar zells overtroffen heeft. Onder letterkundig, zedelijk en ge schiedkundig opzicht zal Jan De Liciite, bij de Vlamingen welgekomen zijn. 't Is immers geene bloote opsomming van gruwelen en wandaden, maar een boeiend en belangwekkend verhaal met leerzame zedelessen doorzaaid. Een schoon dus en nuttig boek voor huisgezinnen, prijsdeelingen, volksbib- liotheeken en leesgezelschappen. De geringe prys van fr. 1,25, (600 bl. in-8° met schoone platen), waaraan dit boekwerk verkocht wordt, stelt hem ter beschikking van eenieder. Alwie hem zal gelezen hebben, zal zijn geld en zijnen tijd niet beklagen. Rechterlijk kronijk. Schoon schepencollegie. De correc- tionneele rechtbank van Nyvel heeft de genaamden August J., gewezen gemeente secretaris ad interim van Tubbeke (Tubize) en C. en L schepenen derzelfde gemeente, veroordeeld, voor slagen en beleediging van M. Stordeur, burgemees ter. J., die voorzitter is van den Cercle des soirees rationalistes en der Association libérale is veroordaeld tot 1° Eene maand gevangenis en 50 fr. boete voor slagen en 2" tot 100 fr. boete voor belee diging. C., kreeg dezelfde straf. L.. is tot 50 fr. boete veroordeeld voor beleediging. (Journal de Bruxelles.) Oude Stmlhuis. Dezer dagen werden er uitgravingen gedaan in den kelder van ons oude Stadhuis en men heeft bevonden dat den vloer ongeveer 2 meters is aangevuld geworden.Eerst vulde men aan tot een meter hoogte en vloerde men met tichels, later voegde men er nog een meter hoogte bij. Welke mogen de rede of oorzaak dezer twee aanvullingen geweest zijn? Ons Stede lijk Bestuur komt den heer Van Assche, bouwmeester te Gent, tegelasten de zaak te onderzoeken en indien er geene ge wichtige reden bestaan die het behoud der aanvullingen vereischen, zal er tot de ontruiming overgegaan worden. Onder het bedoelde gebouw beslaat slechts een kelder, doch men heeft hem door eénen muur in twee deelen geschei den. Indien de ontruiming mag gebeuren zal deze muur ook uitgebroken en de kel der gansch hersteld worden. Aalwt. Verleden nacht heeft onze Stedelijke Politie twee dieven aange houden, dragende elk eenen welgevulden zak met roode kooien. Het zyn twee gevaarlijke oud-veroor deelden, De Waele Jozef, bygenaamd Jef Berlaere, die uit Hoogstraeten ontsnapt is en Vander Cruysen J. B. van Gysegem deze laatste werd reeds heden voormiddag door de Rechtbank van politie wegens landloopery verwezen om gedorende 7 jaren in een bedelaarsgesticht opgesloten te worden. Huwelijk. Dijnsdag jl. 18 dezer maand October werd te Namen het huwelijk ingezegend van Baron Felix Bethune, Provinciaal Raadslid voor 't kanton Aalst en Major-Bevelhebber onzer Burgerwacht met Mejuffer Martha Bequet. M. Charmanne heeft te Brussel eene voordracht gehouden over de spoor wegen in Congo. Van de te leggen 150 kilometers zyn er nog maar 25 geplaatst maar dit einde is hel moeilijkste, omdat het eene geheel rotsachtige streek door loopt. Het nog te leggen gedeelte zal veel goedkooper en gemakkelijker zijn, doch het is stellig dat men met de geleende 25 mihoen niet genoeg hebben zal. De politie zoekt een slimmen aftrug gelaar op, die te Brussel, bij verschillige voorname personen als geneesheeren, advocaten, enz., in naam van vrienden, geld ging leenen. Zoo wist hy sommen van 85, 120 en meer fr. machtig te wor den. Bij M. Janson was hij echter aan het verkeerd adres. Deze rookt lont en zond j den leener wandelen. Het is een oud- j onderofficier, die uit het leger werd ge- j jaagd en door zijn slecht gedrag de wan hoop zijner ouders uitmaakt. i Nog de valsche bankbriefkens. Wij hebben reeds gemeld dat de val sche, alsook de echte briefkens van 20 fr. door het bestuur der Nationale Bank worden ingehouden, opdat alle gevaar voor bedrog ten nadeele der burgers ver- dwijne. Wij meldden tevens dat de valsche brief kens van 100 fr., waarvan men nu en dan nog een exemplaar ontmoet, reeds sedert 6 jaren in omloop zijn. Onze lezers zullen zich nog wel de geschiedenis herinneren Twee Duitschers.de gebroerders Sauer, waren als de valschmunters aangeklaagd. De eene werd te Brussel aangehouden, maar de andere gelukte er in naar Ame rika te ontsnappen. Te Baltimore aan land stappend, liep hij daar de politie in de armen, die reeds per telegraaf van zijne komst verwittigd was. Sauer liet zich aanhouden doch toen hij op nieuw ingescheept werd, om terug naar Europa le worden gezonden, ont snapte hij nogmaals, sprong over boord en zwom naar de wal. Natuurlijk raakte hij eene derde maal in handen der politie, die hem ditmaal stevig geketend in de kiel van den boot opsloot, en hem zoo verzenden kon. De beide broêre werden tot 15 dwang arbeid veroordeeld. De eene zit nog ge vangen de andere is in het luchthuis van Leuven gestorven. Nobele dieven. De aftrrugge laars en dieven, welke tot de hooge wereld behooren, vermenigvuldigen te Brussel op onrustwekkende wijze. Mevrouw de X., eene burggravin, eene echto zich uitgevende voor eene gepen- sionneerde officiers-weduwe, had er een handje van, hotel-en restauratiehoudere in de kleeren te steken. Over een jaar of vijf werd zij reeds voor dergelijke feiten vervolgd, doch vrij gesproken. Sinds dien maakte zij een ontelbaar getal slachtoffers. Onder ander wist zij eene dame over te halen om met haar eenen merceriewinkel te beginnen, - waar zij geen centiem instak en al het profijt opstreek. Aangehouden, werd zij opnieuw ver volgd en tot 18 maanden gevangenis ver oordeeld. In April laatstleden kwam zij uit de gevangenis en begon het spel opnieuw. De verledenc week werd de diefachtige burggravin andermaal geklist. Ongeluk. Zondag morgend, rond 10 ure, is een erg ongeluk gebeurd op den hoek van het Serpentstraattje en de Kam- merstraat te Gent. Een melkboer van Destelbergen, de genaamde Colleman.was bezig met zijn paard een weinig eten te geven in de Onderetraat, toen het opeens schichtig werd, op hol ging en zijne vlucht nam door het Serpentstraatje. De man liet zich aan eene tremie han gen om het paard in te houden, wanneer gekomen op bovengenoemde plaats, de tremie hem ontschoot en hij onder een der wielen geslingerd werd, welk hem over het hoofd reed. Het paard rende voort tot aan den hoek van het huis der heeren Ernest David, waar de kar tegen het plankier botste; het paard viel en de melkkannen werden door de schok op de kasseien geslingerd. Middellerwijl had men den ongelukkige welke hevig bloede uit neus en mond, binnengedragen bij den heer Lybaert, in de Hoop van vrede, waar hem de eerste zorgen werden toegediend door den ge neesheer De Lorge en twee leerlingen - geneesheeren. De man is erg gehavend, hij had verscheidene wonden aan het hoofd en zijne lip was geheel openge scheurd. - Hij klaagde geweldig aan inwendige pijnen en men vreest dat hem de ruggraat gebroken is. De geneesheer heeft den ge kwetste naar het hospitaal doen over brengen, terwijl twee geburen van hem met zijn kar en paard naar huis gereden zijn. Dit voorval had eene groote volksme- nigte op de plaats bijeengebracht en een dief,van die gelegenheid gebruik makende is op loop gegaan met twee koperen melkkannen. Een gentsch paard. Onze lezers kennen den wedloop van Berlijn naar I Weenen, welke onlangs plaats had tus schen Duitsche en Oostenryksche offi cieren. Men zegde eerst dat de overwinnaar misschien het paard Jules - was, met hetwelk de heer Van de Poele in drie da gen naar Parijs reed. Het is echter Jules - niet, maar toch I een paard van den heer Van de Poele, het I welk deze na den wedloop naar Parijs, verkocht heeft aan eenen prins van Arem- berg, officier in het Oostenrijksche leger. In alle geval, de eer blyft aan de Gent- sche paarden Schipbreuk eener visscherssloep De Oostendsche sloep 203, Mère Van de Wale, heeft schipbreuk geleden en i men wanhoopte reeds de opvarenden nog levend wcêr te zien. daar eene stoomboot het vaartuig den 5 dezer ontmast en ver laten had ontmoet. Dc sloep werd in den nacht van 4 op 5 October overzeild door de Duitsche bark Ceres, welke de bemanning aan boord nam. Dit schip was met eene lading steen kolen op weg naar Amerika. De nacht was helder en de sloep had al hare lichten aan, maar het stormde hovig on de Ceres gehoorzaamde niet aan het roer. De patroon van de sloep loochent dit laatste. De rechtbank zal hierover te beslissen hebben.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1892 | | pagina 2