Zondag 22 Januari
4895.
10 centiemen per nummer.
47sle Jaar j>\ 2745.
NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN T ARRONDISSEMENT AALST.
m f
8 m
De nieuwe kieswet.
MIJNHEER JUDAS
Het Tweegevecht.
Wie is plichtig
Een en ander.
DE DENDER-BODE
ABONNEMENTPRUIS
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagleekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
fr. 3,25 voor zes maanden fr. 4,75 voor drij maanden, voorop le betaien
De inschrijving eindigt met 34 December.
De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van
den schuldenaar
Men schrijft in bij C- VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat,
N. 34, en in alle Postkantoren des lands.
..'.V; V -
DVERTENTIENPRIJS
Per drukregel, Gewone 45 centiemen Ueklamen fr. 4,00 Vonnissen op
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
lleeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. Voor de advertentiën uit vreemde landen
zich uitsluitend le wenden lot de Agencie Havas, te Brussel,32, Magdalena
Straat en te Parijs, 8 Beursplaats. (Paris, 8 Place de la Bourse.
Guique suum.
AALST, 21 JAMJXKI 1*03
Op 't einde derzittingdiedelierzienings
kommissie van de Kamer mandag gehou
den heeft, heeft M. de Smet-de Naeyer op
het bureel der kommi&sie de volgende
wijziging aan art. 47 neergelegd
Art. 47. - De afgeveerdigden bij de
Kamer der Volksvertegenwoordigers wor
den rechtstreeks gekozen door de burgers
welke, ten volle 25 jaren oud zijnde,
sedert ten minste een jaar in dezelfde
gemeente of samenbevelking wonen en
aan wie de kieswet het stemrecht ver
leent.
De stemming is verplichtend. Zij heeft
plaats in de gemeente, behalve de uitzon
deringen door de wet te bepalen.
Kunnen alleen aangenomen worden
om deel te maken van het kiezers
korps
1° De eigenaars van onroerende goede
ren ter weerde van ten minste 2,000 fr
het hoofd der familie mag zich den eigen
dom van zijne vrou w of zijne minderjarige
kinderen aanrekenen.
2° Zij die, sedert ten minste een jaar,
als bijzondereten bewoner, een huis of een
gedeelte van een huis bewonen, hebbende
een minimum van weerde door de wet
te bepalen en dat
Niet minder mag zijn dan 2,400 noch
hooger dan 4,800 frank, indien hel huis
deel mankt van eene samenbevolking
van meer dan 20,000 inwoners
Niet minder mag zijn dan 1800 noch
hooger dan 3,600 frank, indien hel deel
maakt van eene samenbevolking van
meer dad 20,000 inwoners
Niet minder mag zijn dan 1200 noch
hooger dan 2,400 frank in de andere
gevallen
Zonder dat de kieswet kunne afwij
ken van de evenredigheid, aldus vast
gesteld tusschen deze drie rangschik
kingen
3° De dragers van een diploom van
hooger onderwijs of van een gewaarmerkt
getuigschrift van eenen volledigen leer
gang van humaniora, zonder onderscheid
tusschen openbare en bijzondere onder-
wys-gestichten
4" Zij die, na hunne meerderjarigheid
met goed gevolg een exaam afleggen, door
de wet te regelen en ten minste loopende
over het lezen, het schrijven, de begin
selen der rekenkunde, het metrisch stel
sel, de aardrijkskunde van België en
de instellingen van het land.
De wet regelt enz. (gelijk in het ont
werp der regeering).
(Geleekend) P. de Smet-de Naeyer.
8* Vervolg.
Ik sliep in de kamer juist nevens hel vertrek waar
de doode sliep.
Is het mogelijk En gij hebt in den nacht niets
gehoord
Als gij in den dag twintig mijlen te «oet hebt
afgelegd, Fanks, heb ge 's nachts den tijd niet naar
geruchten te luisteren.
Ja, ja. dat is zoo. Hoe vervelend dat wc geen
vier-en-twintig uren op voorhand de cingcn zien; wat
een last zou dit ons niet sparen
En welke misdaden zouden niet voorkomen
•orden Indien het incnschdom zulk een profetische
macht bezat, Fanks,uw beroep zou spoedig geen reden
van beslaau meer hcbbcu.
Mogelijk. Ik vrees dat ge dien nacht zoo zwaar
hebt geslapen, dat iemand in de kamer van den doodc
is kunnen dringen zonder dat v» h»' k gehoord.
Waarom denkt ge dat vroeg K*gVr haastig.
Omdat de deur licht op eene speel stond gaf
de detective ten antwoord; zenuwachtige menschen
zouden nooit met eene deur aldus hebben geslapen.
Nog eens, zjjt ge zeker niets te hebben gehoord
Elke mensch heeft het recht zijne eer
en zijne faam door wettige middelen te
verdedigen dat is eene waarheid die de
rede leert. Maar iets waarlegen de rede
zoowel als de christene leering zich verzet,
is dat een gevecht tusschen twee personen
aangegaan een middel zij om de gekrenkte
eer te herstellen. Onbegrijpelijk is het dat
op onze dagen van licht en vooruitgang,
het gebruik van den tweestrijd blijft
bestaan, daar dit gebruik voor de gezonde
rede niet meer is dan een ongelukkig
overblijfsel van bijgeloofde en onbeschaafd
heid.
Ik begrijp dat in die tijden van onwe
tendheid gelijk er het incnschdom beleefd
heeft, sommigen zich hebben kunnen
inbeelden dat de Godheid in den tweestrijd
altijd de kans langs den kant van den
onplichtige doet draaien.
Ik begrijp nog dat in eene min beschaaf
de samenleving.dan wanneer de openbare
macht noggeene goed ingelichte gereclits-
hoven had om aan ieder zijn recht toe te
kennen, ik begrijp dat in die tijden van
bijgeloof en onbeschaafdheid het tweege
vecht hoewel ten onrechte, zijne voor
staanders heeft gevonden. Maar, waar
mijn verstand, stom voor slaat, dat is dat
diegenen, die de verwaandheid zoo verre
dryven dat zij meenen de gezonde reden
voor eenig gedragslijn le volgen als
billijk,zelfs als noodzakelijk aanzien hunne
eer door een tweegevecht te verdedigen
of te herstellen.
Wat leert ons de rede Dat iedereen
door de natuur zelve verplicht is zijn leven
zoo in te richten dat hij kome tot het einde
waartoe de Schepper hem uit den niet
heeft getrokken; dat bijgevolg gansch dit
leven eene voorbereiding tot het einde zijn
moet, en dat de Gever van dit leven alleen
het recht heeft paal en perk aan dit leven
te si ellen.
Zich zeiven dus of anderen zonder wet
tige redenen blootstellen aan liet gevaar
van het leven te verliezen is de wetten der
natuur zelve overtreden. Ik zeg, zonder
wettige redenen want elkeen zal den
gene loven die b. v. tot verdediging van
zijn vaderland, tot onderstand der zieken
en noodlijdenden, of tot verspreiding
der waarheid zelfs het doodsgevaar trot
seert.
Maar bestaat er zulke reden om het
liedendaagsch tweegevecht te wettigen
Ik weet het, men zal mij zeggen mijne
eer is mij kostbaarder dan myn leven
gij neemt aan dat men zijn leven mag ten
beste geven om een grooter goed te
bekomen, hewel, weiger ik den tweestrijd
dan ben ik voorde hedendaagsche samen
leving een onteerd man, en daarom blijft
mij slechts een middel het tweegevecht
over.
Geheel zeker.
Dal is droevig —heel droevig. Maar, iels anders;
zijl gij ooit le Iron fields geweest
Roger aarzelde, bewoog zich oniuslig op zijnen
stoel en sprak ten slotte Neen, daar ben ik nooit ge
weest.
Hm zegde Fanks. twijfelachtig voor zich sta
rende. Ik dacht soms dat ge Miss Varlins daar had
leeren kennen.
Dat had kunnen zijn, antwoordde Roger, even
goed als het mogelijk is dat ik haar te Londen heb
on l moet.
Zoodus dat ge niets weet over Ironlields
Alleen dat het eene nijverheidstad is. w aar
eenige bezitters van ijzergieterijen eu eenige million-
nairs meester zijn; voor mij is Ironlields louter eene
geograpliische uitdrukking.
Ik moet mij even onkundig bekennen, doch bin
nen kort zal ik er meer van weten, aangezien ik naar
Ironficld vrrtrrk.
Waarom t vroeg Roger plots opziende.
Ik zou u al de geheimen van mijn beroep niet
moeleD mcidcclen, zegde M. Fanks ernstig maar
daar ge mijn oude vriend zijt, wil ik liet voor u niet
verbergen ik ga naar Ironlields om Wosk et Cie,
apotheker, op te zoeken, met het doel den persoon
trachten te ontdekken, die bij hem deze doos met pil
len heeft gekocht.
Ik zie niet dat dit u iets verder brengen zal.
Blind, stekeblind zijt ge, zegde M. Fanks, droe
vig het hoolil schuddende, ik zal u dus maar de pap in
den mond geven. Als ik den naam weet te vinden van
Een oogenblik uwe eer is in 't spel
zegt gij, en ik geloof het. Doch waarin
bestaat de eer 't
Indien ik mij niet bedrieg bestaat de eer
in de goede meening die anderen hebben
over uwe goede hoedanigheden. Er zijn
dus twee dingen noodig tot uwe eer ten
eerste.dat gy »oede hoedanigheden hebbel
en ten tweede dat de meening die ande
ren, over uwe hoedanigheden hebben,
goed, dat is volgens de rede zij. En wat
bewyst nu de tweestrijd op welken gij u
beroept, in denwelken gij uwen tegen
strever of uwen lasteraar verlaagt
Bewijst hij dat gij gelijk had in den twist
die er tusschen u beiden was onslaan
Onnoozele hij bewijst dat gij behendiger
geweest zijt in liet behandelen der wape
nen maar was dat het wat gij beoogdet
Neen, niet waar Want dan haddet gij
meer dan eene gelegenheid gehad om uwe
dapperheid te toonen, en 't was u niet
noodig het leven aan uwen naaste te
benemen. Gij wildet dus bewijzen dat gij
zelfs voor den strijd het recht, de ver
dienste voor u hadt. En moet ik u zeggen
dat zulks de strijd niet heeft uitgewezen
Ik veronderstel dat gij in plaats van uwen
vijand te dooden, zelf in 't gevecht waart
omgekomen, zoudt gij dan in plaats van
een reehtschapen man, seffens een boos
wicht geworden zijn, alleen omdat gij
de nederlaag in den strijd hebt onder
gaan
Dit gedacht is niet van my, het komt
van eenen schrijver dien gij zeker niet van
overdreven godvruchtigheid zult verden
ken Het vooroordeel dat den tweestrijd
wil wettigen,- zegt J. J. Rousseau,bestaat
in het buitensporigste gedacht dat ooitin
liet menschenbrein ontstaan is, dat name
lijk een mensch ophoudt een booswicht,
een bedrieger, een valschaard te zijn, dat
hij menschelijk, rechtschapen en geregeld
wordt van 't oogenblik dat hij de wapens
behandelen kan dat leugentaal waarheid,
diefstal recht, ontrouw lofweerdig wordt
zoohaast men dit alles met den degen in
de hand slaande houdtdat eene onder
gane beleediging met eenen degenstoot
hersteld wordt, en dat men nooit ongelijk
heeft tegen iemand indien men hein
dooden kan. -
Maar toch, zegt ge, wat ik doe of niet,
eenen tweestrijd weigeren wordt van die
mij omringei als onteerend aanzien mijne
eer verlies ik dus indien ik hetgeschil niet
in tweegevecht eindig. Uwe eer Maar gij
moet met mij bekennen dat gij die moet
gaan zoeken bij diegenen die recht, dat is
volgen de oordeelen. En het is vol
gens de rede oordeelen, van te beweren
dat iemand onteerd is indien hij alleen de
wettige middelen van eerherstelling wil
gebruiken, en diegene versmaadt die tegen
de natuurlijke wet strijden. "Wat hebt
gij u dus te bekommeren om het oordeel
den doode. wat ik door deze doos kan doen, zal ik ook
allcR weten te nnldekken over zjjn voorgaande leven
Eens zoo ver gekomen is het heel goed mogelijk, dat
ik iemand vind, die misdadige inzichten jegens hem
koesterde....
En hem tc Jarlchcster vermoord, terwijl hij te
Irondfiields blijft, onder) rak Roger Spottend. Waarde
detective, over zooveel doorzicht en slimheid wensch
ik u geluk.
De detective verhief het hoofd vol gramschap, maar
zag het juiste der spotternij in.
Het maakt mij razend riep hij uit. Ik heb geen
licht, ik vind volkomen mets om op te werken.
Eu toch werkt ge er op Zwakke grondvesten,
jongen.
Luister hier, Roger antwoordde Fanks, terwijl
wilskracht in z|jn oog flikkerde; laat ons die zaak aan
schouwen van het standpunt van den gezonden zin.
Die man kan niet gekomen zijn naar Jailchcster om
zelfmoord te plegen, dat had hij evengoed kunnen
doen te Ironfiields.
Misschien om aan zijne vrienden —als hij vricn-
deu heeftde pijn te sparen te vernemen dat bij
zelf een einde stelde aan zijn leven.
Neen, /.elfmoordenaars maken over 't algemeen
zooveel omslag niet. Integendeel, zij zoeken allen zoo
veel mogelijk eenen gciuchlmakenden dood als om de
aandacht te trotkeii op hunne misdaad. Neen, ik kan
niet aannemen dat die m m, die ge n het minste blijk
gaf dat hij wcnschte le (sterven, naar hier is gekomen
om zich tc dooden.
Maar als hg het niet deed, wie heeft het dan ge-
van hem, die door valsche leeringen,
door bijgeloof of onwetendheid verblind
zijn.
Het moge dan nog waar zijn, zegt
nog J. J. Rousseau.dat men het misprijzen
an anderen op zich trekt met het twee
gevecht te weigeren, welk minachting is
het meest te vreezen, die van anderen die
men verdient met wel te doen, of die van
zijn eigen geweten die men inloopt met
het kwaad te verrichten.
Geloof mij, wie zijn eigen waarlijk
hoogschat zal weinig gevoelig zijn aan
den onrechtveerdigen smaad van andere
hij zal alleen vreezen dien smaad te ver
dienen want het goede en liet eerbare
hangen niet af van't veranderlijk oordeel
der menschen, maar van de natuur der
menschen, maar van de natuur der zaken;
en moest heelde wereld de misdaad prijzen
die gij begaat zij zou er niet min schandig
om zijn (1)
(I) La nouvelle Héloise.
De bevolking van Parijs raakt meer en
meer opgewonden legen de joden, die men
als de schuld, de eenige schuld, aanziet
van de Panamaschandalen.
Het zijn de joden dus,die de» onnoozele
maagd, - zooals Frankrijk zich voorgeeft,
zou verleid hebben,en zóó dreigend wordt
het volk dat vele zoons Abraham's er aan
denken hunne schatten in veiligheid <e
brengen, en zei ven de grenzen, naar een
gastvrijer land, over te steken.
Alzoo de hernieuwing van 't geen in de
middeleeuwen plaats had.
Maar, zegt ons eens, onnoozele maagd
van Frankrijk, waart gij wel zoo onnoozel
als gij voorgeeft
Waarom hebt gij zoo gretig naar de stem
der verleiding geluisterd Gij waart toch,
neen, zeker niet,zoo kinderlijk eenvoudig
als gij u aansteldet
Gij waart integendeel eene oude ge-
blanketle heks, en als gij geluisterd hebt
naar den ve. leidelijken dans der goud
stukken, dan was het omdat gij dit wel
wildet.
Het zijn dus de joden niet, die u in het
verderf hebben gestort maar gij zelve
hebt dit gedaan gij deedt het met volle
versland,en waart meer dan meerderjarig
en als gij u nu van deze schuld wilt ont
maken, dan is het omdat de zaak tegen-
slaat en u brandmerkt.
De jodenvervolging welke gy nu be
raamt, zou u andermaal op het hoofd
terugvallen.
Gij hebt met de beursknoeiers geheuld,
gij moet er ook de verantwoordelijkheid
van dragen.
Gy zijt met hen aangespannen gij
zelf zijt dan ook de ware plichtige.
Dat is «at ik ontdekken moet. Doch om voort te
gaan, ik aanzie elke zaak langs twee konten. Het kan
een geval van zelfmoord zijn....
Dat is het ook. Ik geloof dat de jury gelijk heeft,
onderbrak Roger op stelligen toon. Och, laat mij spre
ken; ik ga niet voort op dc geruchten die de ronde
doen. ik heb evenmin de verbeelding van een policie
agent, die in alles, gehoor gevende aan zijne verbeel
ding, moordrn en misdaden zietik steun mij enkel
op dc getuigenissen van het onderzoek, «elke men mij
verhaald heeft.
Deze inwerking legen zijne zienswijze verbitterde
Fanks, die rechtstond eu op en neer begon tc wande
len, terwijl een diepe rimpel zich op zijn voorhoofd
vertoonde.
Ik beken met u, zoo begon hij ten slotte, dat dc
jury, na hel gedane onderzoek moeilijk anders kon
dan een verdict van zelfmoord uitbrengen.
Niemand kan die man vergiftigd hebben. Niemand
kent hem hier, niemand heelt er dus belang bij zich
van hem te ontmaken. Hij nam dc morphina, opium of
wat het ook zij. uit eigen beweging, dat sla ik u toe
en van dien kant heeft heel de zaak den aanblik cener
zelfmoord.
Maar dan, is het niet mogelijk dat hij die morphina
heeft ingenomen, zonder tc weten d>l hij zulk een
vergif nam Zijne pillen kunnen het niet gedaan heb
ben want zij bevatten cnkrl aisenic om te slapen
kan bij morphina genomen hebben; maar uit wat Fr
is in heel de kamer geen spoor gevonden van iets dat
zulks bevatten kon.
Om te voorkomen dat de cholera in de
aanstaande lente lioraeme, heeft de
hoogere overheid al de geincenieraden
aanzocht eene plaatselijke gezondheids
kommissie te benoemen, bestaande uit de
bijzonderste inwoners der gemeente.
Deze kommissie heeft voor zending te
waken over al wat de openbare gezond
heid betreft de werkmanswoningen
le bezoeken, na te gaan of de bewoners
d r kleine huizen zich gemakkelijk drink
baar water kunnen aanschaffen, er eene
gezonde lucht iuademen en of alles rein
en zuiver gehouden wordtvervolgens
aan het gemeentebestuur verslag te doen
over de misbruiken welke zij 'bestatigd
heeft, en over de werken van gezondheid
welke hoeven uitgevoerd te worden,
Itrooü ol «Jood. Onder dien
kreet hebben de werkloozen tc Brussel
gemanifesteerd het Fondsenblad zegt
hierop het volgende
Wij betwisten noch het gebrek aan
werk te Gent,noch de ellende en het 1" n
welke er de gevolgen van zijn.
Nochtans kunnen wy niet aannemen
dat de kreet: brood of dood door de
wcrkeloozen te Brussel geroepen, het uit -
werksel zijn zou van de wanhoop, die de
werkeloozen zou bezielen.
Nooit zal in t hoofd van eenen honger
lijder opkomen, in de wanhoop zijner
ellende, naar Brussel brood of dood te
gaan roepen.
Het zijn de socialistische hoofdmannen,
zy die, na goed ontbeten tc hebben, met
den trein naar Brussel gereden zijn en er
in een spijshuis genoenmaald hebben, die
hun dat refrein hebben aangeleerd en
hun vooral aanbevolen hebben goed te
drukken op het woord dood.
Indien een papegaai in zijne muit gan-
sche dagen brood of dood zat te schreeu
wen, daar zou nog niemand uit besluiten
dat liet beest door den honger wanhopig
is gemaakt, maar wel dat zijn meester
hem die woorden van buiten heeft geleerd.
Zoo is het ook met de werkeloozen, lie
naar Brtissel zijn gegaan. Dat belet echter
niet dat zoowel de papegaai als die arme
menschen van honger kunnen sterven
zelfs zonder dat deze die hen brood of
dood hebben leeren roepen er verder naar
omzien. Daartoe is alleen noodig dat zij
hen, voor hunne inzichten, niet meer
noodig heli ben.
Ouderdom tier vorsten.—
In den almanak van Gotiia zijn de vorsten
gerangschikt volgens hunnen ouderdom
en volgens den datum hunner troonsbe
klimming.
Leopold II, komt volgens ouderdom,
den 21®.
De oudsten zijn
Leo XIII, paus, 82 jaar.
Adolf van Luxemburg, 75 jaar.
Kristiaan, koning van Denemarken,
74 jaar.
Ernest, hertog van Saxsen, 74 jaar.
Victoria, koningin van Engeland, 73 j.
De drie jongsten zijn
Alexander, koning van Servië, 10 jaar.
Wilhelmina, koning van Holland, 12 j.
Alfons, koning van Spanje, 6jaar.
Volgens hunne troonsbeklimming zyn
de twee oudste
Victoria, koningin van Engeland, den
20 Juni 1837 en Ernest van Saxen Coburg
den 21 Januari 1844.
De twee jongsten zijn, Willem, koning
van Wurteuiburg, 6 Oktober 1891 en
Ernest van Hessen.
In deze lijst komt Leopold II de 16®. Hy
beklemden troon den 10 December 1865.
Voor een zelfmoord neemt iemand toch dc voorzorg
niet alles Ie verbergen wat licht kan werpen op de ma
nier waarop hy liet leven vcrilet Is het moord, dan
moet iemand hem het vergif hebben toegediend onder
voorwendsel dat bet een onschadelijk middel was;
maar hier kan dit niemand gedaan hebben.
Gij'ziel. Rog. r. besloot de detective, ik stavoor
eenen berg van veronderstellingen en vermoedens en
ik ben tot stilstand gedwongen omdat ik geen bet
minste licht heb.
Ja, ik geloof ook dat ge niets doen kunt; het
beste wat gc dus kunt doen is berusten in dc uitspraak
der jury en heel dc zaak in den vergrelhock schuiven.
Wat nu die pillendoos betreft; gij wint er immers niet
mee, tenzij den naam van dc stad waar de doode ze
kocht Zeker, met u tot den apotheker tc wenden,
zoudt ge den naam van den inan kunnen vernemen.
En dc omstandigheden zijns levens, vergeet het
niet.
Neen, ik vergeet het niet Maar wat ge daardoor
weten zult, bcwij-t toch niet dal hij hier is vermoord
Ik veronderstel dat gjj ontdekt dat die man eru vijand
had, gij zult dan toch nog moeten bewijzen dut die
naar hier is gekomen om in het geheim hem om hel
leven Ie brengen. Er is geen spoor van vergif te vinden
niemand hield verblijf iu het huis behalve ik nu kan
ik mij maar niet inbeelden, dat gij ooit iemand zult
kunne» betichten hier eene misdaad tc hebben be
dreven.
Toen hy die woorden had gesproken, richtte Roger
f zich op, rekte zich uit en klopte de asch zijner pijp uit
tegen de schouw, zich gereed makende om naar bed
liet drogen van aardap
pelen. Door ervaring is het be
vestigd, dat men aardappelen in den
gedroogden,'staat jaren lang bewaren kan,
zonder dat zij minder smakelijk worden
het spoedig bederf dier vrucht is vooral
toe te schrijven aan hare groote hoeveel
heid water. In Amerika zyn gedroogde
aardappelen een belangrijk handels-arti
kel en worden op deze wijze bereid
Versche aardappelen worden eerst schoon
gemaakt en dan tusschen doorboorde
holle, scheet liggende walzen gebracht
die ze snijden en kneuzen, den brij in zich
opnemen en aan hun lagen gedeelte la
ten uitloopen, terwijl de schillen onder
de walzen vallen. De aldus verkregen
aardappelbrij wordt in daartoe ingerichte
droogkamers bij eene hooge temperatuur
gedroogd en daarna korten tijd in de
lucht gelegd om een weinig vochtigheid
aan te trekken en eindelijk door hydrau
lische persen in den vorm van blokken
geperst. De gedroogde aardappelmassa is
zeer vast, hoornachtig, glanzend, retikc-
loos en even smakelijk als versche aard
appelen.
Ilccliterlijjk ki-onijli.
Ecngezwoorne die niet zwijgen kan.
Men weet dat, wanneer do voorzitter
van het assisenhof de gezwoornen aan
stelt, hij lien wel op hart drukt dat zij
hun gevoelen op de te hooren zaak niet
mogen doen kennen vóór dat deze afge-
loopen is.
Een der leden van de jury van Brabant
die zetelde in zake van eenen diefstal op
den openbaren weg, ten bedrage van 18
fr., had zich tijdens de opschorsing laten
ontvallen, dat het feit maar eene kwaa-
jongensstreek was.
te trekken.
Zet gy morgen uwen zwerftocht voort vroeg
Fanks, terw ijl hij voor zijnen vriend bleef staan.
Ja, ik vertrek ten 10 ure. En gij
ik vertrek morgen naar Ironlields. Hoe gij mij
aanraden moget van deze zaak af le zien, hoe gij ook
zegge! dat er niets zal van voortkomen, ik wil er het
mijne van welen. En nu. slaap wel, oude jongen,
zegde Ortavius, met warmte de hem toegestoken hand
drukkende Ik hen zeer gelukkig u terug gezien tc
hebben, maar laat ons nu zorgen malkaar weer niet
uit het gezicht te verliezen. Mijn adres isFanks,
Scottland Yard, Londen. En het uwe
Temple Chambers. Fleetstraat.
Zoo, zoo, viel Fanks lachend uit, terwijl zjjn
notaboekje alwcêr voor den dag werd gehaald eu hij
het adre> in sehrccfMijnheer is ook rechtsgeleerde,
naar ik zie, hoe weinig gerecht cn poèzie met elkaar
ook overeenkomen. Maar propos, indien ik Miss
Y'arlins mocht ontmoeten, moet ik haar niets zeggen
Neen, wal zoudt gc zeggen Tosschen ons bei
den is alles uit. Ik tw ijfel niet of ik zal eens in het hu
welijksbootje trappen; maar uict Judith Varlins zal het
niet zijn.
God weet I sprak Fanks lachende. En nu goeden
nacht en droom smakelijk.
M. l dat lijk daarboven 1 Brrrrik wozdl cr koud
van, riep Roger terwijl bij het vertrek verliet.
Wordt (voortgezet.