Zondag 22 Januari 4895. 10 centiemen per nummer. 47sle Jaar j>\ 2745. NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN T ARRONDISSEMENT AALST. m f 8 m De nieuwe kieswet. MIJNHEER JUDAS Het Tweegevecht. Wie is plichtig Een en ander. DE DENDER-BODE ABONNEMENTPRUIS Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagleekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars fr. 3,25 voor zes maanden fr. 4,75 voor drij maanden, voorop le betaien De inschrijving eindigt met 34 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar Men schrijft in bij C- VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat, N. 34, en in alle Postkantoren des lands. ..'.V; V - DVERTENTIENPRIJS Per drukregel, Gewone 45 centiemen Ueklamen fr. 4,00 Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. lleeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich uitsluitend le wenden lot de Agencie Havas, te Brussel,32, Magdalena Straat en te Parijs, 8 Beursplaats. (Paris, 8 Place de la Bourse. Guique suum. AALST, 21 JAMJXKI 1*03 Op 't einde derzittingdiedelierzienings kommissie van de Kamer mandag gehou den heeft, heeft M. de Smet-de Naeyer op het bureel der kommi&sie de volgende wijziging aan art. 47 neergelegd Art. 47. - De afgeveerdigden bij de Kamer der Volksvertegenwoordigers wor den rechtstreeks gekozen door de burgers welke, ten volle 25 jaren oud zijnde, sedert ten minste een jaar in dezelfde gemeente of samenbevelking wonen en aan wie de kieswet het stemrecht ver leent. De stemming is verplichtend. Zij heeft plaats in de gemeente, behalve de uitzon deringen door de wet te bepalen. Kunnen alleen aangenomen worden om deel te maken van het kiezers korps 1° De eigenaars van onroerende goede ren ter weerde van ten minste 2,000 fr het hoofd der familie mag zich den eigen dom van zijne vrou w of zijne minderjarige kinderen aanrekenen. 2° Zij die, sedert ten minste een jaar, als bijzondereten bewoner, een huis of een gedeelte van een huis bewonen, hebbende een minimum van weerde door de wet te bepalen en dat Niet minder mag zijn dan 2,400 noch hooger dan 4,800 frank, indien hel huis deel mankt van eene samenbevolking van meer dan 20,000 inwoners Niet minder mag zijn dan 1800 noch hooger dan 3,600 frank, indien hel deel maakt van eene samenbevolking van meer dad 20,000 inwoners Niet minder mag zijn dan 1200 noch hooger dan 2,400 frank in de andere gevallen Zonder dat de kieswet kunne afwij ken van de evenredigheid, aldus vast gesteld tusschen deze drie rangschik kingen 3° De dragers van een diploom van hooger onderwijs of van een gewaarmerkt getuigschrift van eenen volledigen leer gang van humaniora, zonder onderscheid tusschen openbare en bijzondere onder- wys-gestichten 4" Zij die, na hunne meerderjarigheid met goed gevolg een exaam afleggen, door de wet te regelen en ten minste loopende over het lezen, het schrijven, de begin selen der rekenkunde, het metrisch stel sel, de aardrijkskunde van België en de instellingen van het land. De wet regelt enz. (gelijk in het ont werp der regeering). (Geleekend) P. de Smet-de Naeyer. 8* Vervolg. Ik sliep in de kamer juist nevens hel vertrek waar de doode sliep. Is het mogelijk En gij hebt in den nacht niets gehoord Als gij in den dag twintig mijlen te «oet hebt afgelegd, Fanks, heb ge 's nachts den tijd niet naar geruchten te luisteren. Ja, ja. dat is zoo. Hoe vervelend dat wc geen vier-en-twintig uren op voorhand de cingcn zien; wat een last zou dit ons niet sparen En welke misdaden zouden niet voorkomen •orden Indien het incnschdom zulk een profetische macht bezat, Fanks,uw beroep zou spoedig geen reden van beslaau meer hcbbcu. Mogelijk. Ik vrees dat ge dien nacht zoo zwaar hebt geslapen, dat iemand in de kamer van den doodc is kunnen dringen zonder dat v» h»' k gehoord. Waarom denkt ge dat vroeg K*gVr haastig. Omdat de deur licht op eene speel stond gaf de detective ten antwoord; zenuwachtige menschen zouden nooit met eene deur aldus hebben geslapen. Nog eens, zjjt ge zeker niets te hebben gehoord Elke mensch heeft het recht zijne eer en zijne faam door wettige middelen te verdedigen dat is eene waarheid die de rede leert. Maar iets waarlegen de rede zoowel als de christene leering zich verzet, is dat een gevecht tusschen twee personen aangegaan een middel zij om de gekrenkte eer te herstellen. Onbegrijpelijk is het dat op onze dagen van licht en vooruitgang, het gebruik van den tweestrijd blijft bestaan, daar dit gebruik voor de gezonde rede niet meer is dan een ongelukkig overblijfsel van bijgeloofde en onbeschaafd heid. Ik begrijp dat in die tijden van onwe tendheid gelijk er het incnschdom beleefd heeft, sommigen zich hebben kunnen inbeelden dat de Godheid in den tweestrijd altijd de kans langs den kant van den onplichtige doet draaien. Ik begrijp nog dat in eene min beschaaf de samenleving.dan wanneer de openbare macht noggeene goed ingelichte gereclits- hoven had om aan ieder zijn recht toe te kennen, ik begrijp dat in die tijden van bijgeloof en onbeschaafdheid het tweege vecht hoewel ten onrechte, zijne voor staanders heeft gevonden. Maar, waar mijn verstand, stom voor slaat, dat is dat diegenen, die de verwaandheid zoo verre dryven dat zij meenen de gezonde reden voor eenig gedragslijn le volgen als billijk,zelfs als noodzakelijk aanzien hunne eer door een tweegevecht te verdedigen of te herstellen. Wat leert ons de rede Dat iedereen door de natuur zelve verplicht is zijn leven zoo in te richten dat hij kome tot het einde waartoe de Schepper hem uit den niet heeft getrokken; dat bijgevolg gansch dit leven eene voorbereiding tot het einde zijn moet, en dat de Gever van dit leven alleen het recht heeft paal en perk aan dit leven te si ellen. Zich zeiven dus of anderen zonder wet tige redenen blootstellen aan liet gevaar van het leven te verliezen is de wetten der natuur zelve overtreden. Ik zeg, zonder wettige redenen want elkeen zal den gene loven die b. v. tot verdediging van zijn vaderland, tot onderstand der zieken en noodlijdenden, of tot verspreiding der waarheid zelfs het doodsgevaar trot seert. Maar bestaat er zulke reden om het liedendaagsch tweegevecht te wettigen Ik weet het, men zal mij zeggen mijne eer is mij kostbaarder dan myn leven gij neemt aan dat men zijn leven mag ten beste geven om een grooter goed te bekomen, hewel, weiger ik den tweestrijd dan ben ik voorde hedendaagsche samen leving een onteerd man, en daarom blijft mij slechts een middel het tweegevecht over. Geheel zeker. Dal is droevig —heel droevig. Maar, iels anders; zijl gij ooit le Iron fields geweest Roger aarzelde, bewoog zich oniuslig op zijnen stoel en sprak ten slotte Neen, daar ben ik nooit ge weest. Hm zegde Fanks. twijfelachtig voor zich sta rende. Ik dacht soms dat ge Miss Varlins daar had leeren kennen. Dat had kunnen zijn, antwoordde Roger, even goed als het mogelijk is dat ik haar te Londen heb on l moet. Zoodus dat ge niets weet over Ironlields Alleen dat het eene nijverheidstad is. w aar eenige bezitters van ijzergieterijen eu eenige million- nairs meester zijn; voor mij is Ironlields louter eene geograpliische uitdrukking. Ik moet mij even onkundig bekennen, doch bin nen kort zal ik er meer van weten, aangezien ik naar Ironficld vrrtrrk. Waarom t vroeg Roger plots opziende. Ik zou u al de geheimen van mijn beroep niet moeleD mcidcclen, zegde M. Fanks ernstig maar daar ge mijn oude vriend zijt, wil ik liet voor u niet verbergen ik ga naar Ironlields om Wosk et Cie, apotheker, op te zoeken, met het doel den persoon trachten te ontdekken, die bij hem deze doos met pil len heeft gekocht. Ik zie niet dat dit u iets verder brengen zal. Blind, stekeblind zijt ge, zegde M. Fanks, droe vig het hoolil schuddende, ik zal u dus maar de pap in den mond geven. Als ik den naam weet te vinden van Een oogenblik uwe eer is in 't spel zegt gij, en ik geloof het. Doch waarin bestaat de eer 't Indien ik mij niet bedrieg bestaat de eer in de goede meening die anderen hebben over uwe goede hoedanigheden. Er zijn dus twee dingen noodig tot uwe eer ten eerste.dat gy »oede hoedanigheden hebbel en ten tweede dat de meening die ande ren, over uwe hoedanigheden hebben, goed, dat is volgens de rede zij. En wat bewyst nu de tweestrijd op welken gij u beroept, in denwelken gij uwen tegen strever of uwen lasteraar verlaagt Bewijst hij dat gij gelijk had in den twist die er tusschen u beiden was onslaan Onnoozele hij bewijst dat gij behendiger geweest zijt in liet behandelen der wape nen maar was dat het wat gij beoogdet Neen, niet waar Want dan haddet gij meer dan eene gelegenheid gehad om uwe dapperheid te toonen, en 't was u niet noodig het leven aan uwen naaste te benemen. Gij wildet dus bewijzen dat gij zelfs voor den strijd het recht, de ver dienste voor u hadt. En moet ik u zeggen dat zulks de strijd niet heeft uitgewezen Ik veronderstel dat gij in plaats van uwen vijand te dooden, zelf in 't gevecht waart omgekomen, zoudt gij dan in plaats van een reehtschapen man, seffens een boos wicht geworden zijn, alleen omdat gij de nederlaag in den strijd hebt onder gaan Dit gedacht is niet van my, het komt van eenen schrijver dien gij zeker niet van overdreven godvruchtigheid zult verden ken Het vooroordeel dat den tweestrijd wil wettigen,- zegt J. J. Rousseau,bestaat in het buitensporigste gedacht dat ooitin liet menschenbrein ontstaan is, dat name lijk een mensch ophoudt een booswicht, een bedrieger, een valschaard te zijn, dat hij menschelijk, rechtschapen en geregeld wordt van 't oogenblik dat hij de wapens behandelen kan dat leugentaal waarheid, diefstal recht, ontrouw lofweerdig wordt zoohaast men dit alles met den degen in de hand slaande houdtdat eene onder gane beleediging met eenen degenstoot hersteld wordt, en dat men nooit ongelijk heeft tegen iemand indien men hein dooden kan. - Maar toch, zegt ge, wat ik doe of niet, eenen tweestrijd weigeren wordt van die mij omringei als onteerend aanzien mijne eer verlies ik dus indien ik hetgeschil niet in tweegevecht eindig. Uwe eer Maar gij moet met mij bekennen dat gij die moet gaan zoeken bij diegenen die recht, dat is volgen de oordeelen. En het is vol gens de rede oordeelen, van te beweren dat iemand onteerd is indien hij alleen de wettige middelen van eerherstelling wil gebruiken, en diegene versmaadt die tegen de natuurlijke wet strijden. "Wat hebt gij u dus te bekommeren om het oordeel den doode. wat ik door deze doos kan doen, zal ik ook allcR weten te nnldekken over zjjn voorgaande leven Eens zoo ver gekomen is het heel goed mogelijk, dat ik iemand vind, die misdadige inzichten jegens hem koesterde.... En hem tc Jarlchcster vermoord, terwijl hij te Irondfiields blijft, onder) rak Roger Spottend. Waarde detective, over zooveel doorzicht en slimheid wensch ik u geluk. De detective verhief het hoofd vol gramschap, maar zag het juiste der spotternij in. Het maakt mij razend riep hij uit. Ik heb geen licht, ik vind volkomen mets om op te werken. Eu toch werkt ge er op Zwakke grondvesten, jongen. Luister hier, Roger antwoordde Fanks, terwijl wilskracht in z|jn oog flikkerde; laat ons die zaak aan schouwen van het standpunt van den gezonden zin. Die man kan niet gekomen zijn naar Jailchcster om zelfmoord te plegen, dat had hij evengoed kunnen doen te Ironfiields. Misschien om aan zijne vrienden —als hij vricn- deu heeftde pijn te sparen te vernemen dat bij zelf een einde stelde aan zijn leven. Neen, /.elfmoordenaars maken over 't algemeen zooveel omslag niet. Integendeel, zij zoeken allen zoo veel mogelijk eenen gciuchlmakenden dood als om de aandacht te trotkeii op hunne misdaad. Neen, ik kan niet aannemen dat die m m, die ge n het minste blijk gaf dat hij wcnschte le (sterven, naar hier is gekomen om zich tc dooden. Maar als hg het niet deed, wie heeft het dan ge- van hem, die door valsche leeringen, door bijgeloof of onwetendheid verblind zijn. Het moge dan nog waar zijn, zegt nog J. J. Rousseau.dat men het misprijzen an anderen op zich trekt met het twee gevecht te weigeren, welk minachting is het meest te vreezen, die van anderen die men verdient met wel te doen, of die van zijn eigen geweten die men inloopt met het kwaad te verrichten. Geloof mij, wie zijn eigen waarlijk hoogschat zal weinig gevoelig zijn aan den onrechtveerdigen smaad van andere hij zal alleen vreezen dien smaad te ver dienen want het goede en liet eerbare hangen niet af van't veranderlijk oordeel der menschen, maar van de natuur der menschen, maar van de natuur der zaken; en moest heelde wereld de misdaad prijzen die gij begaat zij zou er niet min schandig om zijn (1) (I) La nouvelle Héloise. De bevolking van Parijs raakt meer en meer opgewonden legen de joden, die men als de schuld, de eenige schuld, aanziet van de Panamaschandalen. Het zijn de joden dus,die de» onnoozele maagd, - zooals Frankrijk zich voorgeeft, zou verleid hebben,en zóó dreigend wordt het volk dat vele zoons Abraham's er aan denken hunne schatten in veiligheid <e brengen, en zei ven de grenzen, naar een gastvrijer land, over te steken. Alzoo de hernieuwing van 't geen in de middeleeuwen plaats had. Maar, zegt ons eens, onnoozele maagd van Frankrijk, waart gij wel zoo onnoozel als gij voorgeeft Waarom hebt gij zoo gretig naar de stem der verleiding geluisterd Gij waart toch, neen, zeker niet,zoo kinderlijk eenvoudig als gij u aansteldet Gij waart integendeel eene oude ge- blanketle heks, en als gij geluisterd hebt naar den ve. leidelijken dans der goud stukken, dan was het omdat gij dit wel wildet. Het zijn dus de joden niet, die u in het verderf hebben gestort maar gij zelve hebt dit gedaan gij deedt het met volle versland,en waart meer dan meerderjarig en als gij u nu van deze schuld wilt ont maken, dan is het omdat de zaak tegen- slaat en u brandmerkt. De jodenvervolging welke gy nu be raamt, zou u andermaal op het hoofd terugvallen. Gij hebt met de beursknoeiers geheuld, gij moet er ook de verantwoordelijkheid van dragen. Gy zijt met hen aangespannen gij zelf zijt dan ook de ware plichtige. Dat is «at ik ontdekken moet. Doch om voort te gaan, ik aanzie elke zaak langs twee konten. Het kan een geval van zelfmoord zijn.... Dat is het ook. Ik geloof dat de jury gelijk heeft, onderbrak Roger op stelligen toon. Och, laat mij spre ken; ik ga niet voort op dc geruchten die de ronde doen. ik heb evenmin de verbeelding van een policie agent, die in alles, gehoor gevende aan zijne verbeel ding, moordrn en misdaden zietik steun mij enkel op dc getuigenissen van het onderzoek, «elke men mij verhaald heeft. Deze inwerking legen zijne zienswijze verbitterde Fanks, die rechtstond eu op en neer begon tc wande len, terwijl een diepe rimpel zich op zijn voorhoofd vertoonde. Ik beken met u, zoo begon hij ten slotte, dat dc jury, na hel gedane onderzoek moeilijk anders kon dan een verdict van zelfmoord uitbrengen. Niemand kan die man vergiftigd hebben. Niemand kent hem hier, niemand heelt er dus belang bij zich van hem te ontmaken. Hij nam dc morphina, opium of wat het ook zij. uit eigen beweging, dat sla ik u toe en van dien kant heeft heel de zaak den aanblik cener zelfmoord. Maar dan, is het niet mogelijk dat hij die morphina heeft ingenomen, zonder tc weten d>l hij zulk een vergif nam Zijne pillen kunnen het niet gedaan heb ben want zij bevatten cnkrl aisenic om te slapen kan bij morphina genomen hebben; maar uit wat Fr is in heel de kamer geen spoor gevonden van iets dat zulks bevatten kon. Om te voorkomen dat de cholera in de aanstaande lente lioraeme, heeft de hoogere overheid al de geincenieraden aanzocht eene plaatselijke gezondheids kommissie te benoemen, bestaande uit de bijzonderste inwoners der gemeente. Deze kommissie heeft voor zending te waken over al wat de openbare gezond heid betreft de werkmanswoningen le bezoeken, na te gaan of de bewoners d r kleine huizen zich gemakkelijk drink baar water kunnen aanschaffen, er eene gezonde lucht iuademen en of alles rein en zuiver gehouden wordtvervolgens aan het gemeentebestuur verslag te doen over de misbruiken welke zij 'bestatigd heeft, en over de werken van gezondheid welke hoeven uitgevoerd te worden, Itrooü ol «Jood. Onder dien kreet hebben de werkloozen tc Brussel gemanifesteerd het Fondsenblad zegt hierop het volgende Wij betwisten noch het gebrek aan werk te Gent,noch de ellende en het 1" n welke er de gevolgen van zijn. Nochtans kunnen wy niet aannemen dat de kreet: brood of dood door de wcrkeloozen te Brussel geroepen, het uit - werksel zijn zou van de wanhoop, die de werkeloozen zou bezielen. Nooit zal in t hoofd van eenen honger lijder opkomen, in de wanhoop zijner ellende, naar Brussel brood of dood te gaan roepen. Het zijn de socialistische hoofdmannen, zy die, na goed ontbeten tc hebben, met den trein naar Brussel gereden zijn en er in een spijshuis genoenmaald hebben, die hun dat refrein hebben aangeleerd en hun vooral aanbevolen hebben goed te drukken op het woord dood. Indien een papegaai in zijne muit gan- sche dagen brood of dood zat te schreeu wen, daar zou nog niemand uit besluiten dat liet beest door den honger wanhopig is gemaakt, maar wel dat zijn meester hem die woorden van buiten heeft geleerd. Zoo is het ook met de werkeloozen, lie naar Brtissel zijn gegaan. Dat belet echter niet dat zoowel de papegaai als die arme menschen van honger kunnen sterven zelfs zonder dat deze die hen brood of dood hebben leeren roepen er verder naar omzien. Daartoe is alleen noodig dat zij hen, voor hunne inzichten, niet meer noodig heli ben. Ouderdom tier vorsten.— In den almanak van Gotiia zijn de vorsten gerangschikt volgens hunnen ouderdom en volgens den datum hunner troonsbe klimming. Leopold II, komt volgens ouderdom, den 21®. De oudsten zijn Leo XIII, paus, 82 jaar. Adolf van Luxemburg, 75 jaar. Kristiaan, koning van Denemarken, 74 jaar. Ernest, hertog van Saxsen, 74 jaar. Victoria, koningin van Engeland, 73 j. De drie jongsten zijn Alexander, koning van Servië, 10 jaar. Wilhelmina, koning van Holland, 12 j. Alfons, koning van Spanje, 6jaar. Volgens hunne troonsbeklimming zyn de twee oudste Victoria, koningin van Engeland, den 20 Juni 1837 en Ernest van Saxen Coburg den 21 Januari 1844. De twee jongsten zijn, Willem, koning van Wurteuiburg, 6 Oktober 1891 en Ernest van Hessen. In deze lijst komt Leopold II de 16®. Hy beklemden troon den 10 December 1865. Voor een zelfmoord neemt iemand toch dc voorzorg niet alles Ie verbergen wat licht kan werpen op de ma nier waarop hy liet leven vcrilet Is het moord, dan moet iemand hem het vergif hebben toegediend onder voorwendsel dat bet een onschadelijk middel was; maar hier kan dit niemand gedaan hebben. Gij'ziel. Rog. r. besloot de detective, ik stavoor eenen berg van veronderstellingen en vermoedens en ik ben tot stilstand gedwongen omdat ik geen bet minste licht heb. Ja, ik geloof ook dat ge niets doen kunt; het beste wat gc dus kunt doen is berusten in dc uitspraak der jury en heel dc zaak in den vergrelhock schuiven. Wat nu die pillendoos betreft; gij wint er immers niet mee, tenzij den naam van dc stad waar de doode ze kocht Zeker, met u tot den apotheker tc wenden, zoudt ge den naam van den inan kunnen vernemen. En dc omstandigheden zijns levens, vergeet het niet. Neen, ik vergeet het niet Maar wat ge daardoor weten zult, bcwij-t toch niet dal hij hier is vermoord Ik veronderstel dat gjj ontdekt dat die man eru vijand had, gij zult dan toch nog moeten bewijzen dut die naar hier is gekomen om in het geheim hem om hel leven Ie brengen. Er is geen spoor van vergif te vinden niemand hield verblijf iu het huis behalve ik nu kan ik mij maar niet inbeelden, dat gij ooit iemand zult kunne» betichten hier eene misdaad tc hebben be dreven. Toen hy die woorden had gesproken, richtte Roger f zich op, rekte zich uit en klopte de asch zijner pijp uit tegen de schouw, zich gereed makende om naar bed liet drogen van aardap pelen. Door ervaring is het be vestigd, dat men aardappelen in den gedroogden,'staat jaren lang bewaren kan, zonder dat zij minder smakelijk worden het spoedig bederf dier vrucht is vooral toe te schrijven aan hare groote hoeveel heid water. In Amerika zyn gedroogde aardappelen een belangrijk handels-arti kel en worden op deze wijze bereid Versche aardappelen worden eerst schoon gemaakt en dan tusschen doorboorde holle, scheet liggende walzen gebracht die ze snijden en kneuzen, den brij in zich opnemen en aan hun lagen gedeelte la ten uitloopen, terwijl de schillen onder de walzen vallen. De aldus verkregen aardappelbrij wordt in daartoe ingerichte droogkamers bij eene hooge temperatuur gedroogd en daarna korten tijd in de lucht gelegd om een weinig vochtigheid aan te trekken en eindelijk door hydrau lische persen in den vorm van blokken geperst. De gedroogde aardappelmassa is zeer vast, hoornachtig, glanzend, retikc- loos en even smakelijk als versche aard appelen. Ilccliterlijjk ki-onijli. Ecngezwoorne die niet zwijgen kan. Men weet dat, wanneer do voorzitter van het assisenhof de gezwoornen aan stelt, hij lien wel op hart drukt dat zij hun gevoelen op de te hooren zaak niet mogen doen kennen vóór dat deze afge- loopen is. Een der leden van de jury van Brabant die zetelde in zake van eenen diefstal op den openbaren weg, ten bedrage van 18 fr., had zich tijdens de opschorsing laten ontvallen, dat het feit maar eene kwaa- jongensstreek was. te trekken. Zet gy morgen uwen zwerftocht voort vroeg Fanks, terw ijl hij voor zijnen vriend bleef staan. Ja, ik vertrek ten 10 ure. En gij ik vertrek morgen naar Ironlields. Hoe gij mij aanraden moget van deze zaak af le zien, hoe gij ook zegge! dat er niets zal van voortkomen, ik wil er het mijne van welen. En nu. slaap wel, oude jongen, zegde Ortavius, met warmte de hem toegestoken hand drukkende Ik hen zeer gelukkig u terug gezien tc hebben, maar laat ons nu zorgen malkaar weer niet uit het gezicht te verliezen. Mijn adres isFanks, Scottland Yard, Londen. En het uwe Temple Chambers. Fleetstraat. Zoo, zoo, viel Fanks lachend uit, terwijl zjjn notaboekje alwcêr voor den dag werd gehaald eu hij het adre> in sehrccfMijnheer is ook rechtsgeleerde, naar ik zie, hoe weinig gerecht cn poèzie met elkaar ook overeenkomen. Maar propos, indien ik Miss Y'arlins mocht ontmoeten, moet ik haar niets zeggen Neen, wal zoudt gc zeggen Tosschen ons bei den is alles uit. Ik tw ijfel niet of ik zal eens in het hu welijksbootje trappen; maar uict Judith Varlins zal het niet zijn. God weet I sprak Fanks lachende. En nu goeden nacht en droom smakelijk. M. l dat lijk daarboven 1 Brrrrik wozdl cr koud van, riep Roger terwijl bij het vertrek verliet. Wordt (voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1893 | | pagina 1