NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN T ARRONDISSEMENT AALST.
Herziening.
Donderdag 26 Januari 1895. 10 centiemen per nummer. 47ste Jaar, N° 2714.
advertentieprijs
Politiek overzicht.
MIJNHEER JUDAS
M. Frère on dc Vrijmetselarij.
Algemeen Stemrecht.
Een en ander.
DËDENDËRBODE.
ARONXEMENTPRIJS
iedere week. onder
Dil blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 trank 's jaars
fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,"5 voor drij maanden, voorop te betalen
De inschrijving eindigt met 31 December.
De onkosten der kwilantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van
den schuldenaar
Men schrijft in bij C. VAN DE PÜTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutslraat,
N. 31, en in alle Postkantoren des lands.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op
3» bladzijde 59 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden met teruggestuurd.
lleeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. Voor de advertenliën uit vreemde landen
zich uitsluitend te wenden tot de Agencie llavas, te Brussel,32, Magdalena
Straat en te Parijs, 8 Beursplaats. (Paris, 8 Place de la Bourse.
Cuique suum.
AALST, 25 JANUARI l*#3
Frankrijk. - Franse he Kamer.
Wat nu Gaat de Fransche Kamer
nu verstandig worden 1
Verleden zaterdag heeft ze de begrooting
van eerediensten gestemd met groote
meerderheid en zich zoo vriendelijk ge
toond als het maar kon.
Het behoud van het gezantschap bij het
vatikaan gestemd met 150 stemmen
meerderheid.
De Kamer heeft vervolgens met 315
stemmen tegen 98 de door de regeering
voorgestelde credieten op hoofdstuk 5 der
begrooting van eerediensten goedgekeurd,
en met 308 stemmen tegen 193 besloten
den post, uitgetrokken voor de vicarissen
generaal, die dooi' de commissie was
uitgeschraptte herstellen.
Met 290 stemmen tegen 218 heeft de
Kamer een amendement aangenomen,
waarbij de subsidie ten behoeve van ker
ken en pastorijen met 490,000 fr. ver
hoogd wordt.
En ten slotte is er dan een voorstel in
gekomen, waarvan de voorsteller verdient
groot-officier der Eere-Legioen te worden
benoemd.
M. LeHérissé diende een voorstel in om
de leden der tegenwoordige en der vooraf
gaande Kamer niet herkiesbaar te ver
klaren.
Niet herkiesbaar meer.... We verwed
den 10 tegen 1 dat dit voorstel wordt ver
worpen.
De houding der monarchisten.
De Fransche monarchisten, die nog steeds
weigerden, zich, volgens den raad des
Pausen, bij den republiekeinschen regee-
ringsvorm aan te sluiten en op dien
grondslag eene sterke katholieke partij te
helpen, putten uit de oneer, waarmeê de
republiek door de Panama-schandalen
overdekt wordt, nieuwen moed voor hun
streven naar herstel der monarchie.
Hun pretendent althans, de graaf van
Parijs, heeft door graaf d'Haussonville in
de Soleil, zijne getrouwen nogmaals laten
oproepen. De prins, zoo schrijft M.
d'Haussonville, ziet met diep leedwezen
Frankrijks ellenden aan, en verwacht dat
het land de noodzakelijkheid zal inzien
van nieuwe mannen, die het moeten be
schermen tegen de spilzucht der bewinds
lieden, en tegen het dreigend veldwinnen
der anarchie, waar de tegenwoordige re
geering slechts lijdelyk toeziet.
d'Haussonville verklaart.dat zijne vrien
den zich aan het hoofd der beweging moe
ten stellen, en eenen bond vormen van
openbare eerlijkheid en maatschappelijke
verdediging. Eene monarchale inrichting
zal noodig zijn en deze is gereed Men
zal haar alleen moeten uitbreiden en in
haar opnemen alle conservatief-liberale
groepen.
Het zou intusschen voorbarig zijn,reeds
nu een kiezingsprogram op te maken. Als
de tijd daarvoor gekomen is, zal d'Haus
sonville nauwkeurige onderrichtingen ge
ven over de houding der monarchalen,die
steun van zekere zijde zullen moeten af
wijzen.
d'Haussonville zegt aan zijne vrienden,
dat zij zonder ophef de inrichting voor
den komenden slag moeten gereed maken.
Op den dag der crisis moet de monarchale
partij gewapend verschijnen, om zoo de
zaak der orde in handen te nemen en den
graaf van Parijs bij te staan, in het ver-
wezenzenlijke van zijne woorden. Op het
beslissende oogenblik zal hij gereed staan.
17 beschuldigden voor hel assisen
hof. Eindelijk is het werk van M.
Franqueville afgeloopen de rechter
heeft zijne conclusies aan den procureur
der republiek overhandigd.
Voor geen enkel lid der Kamer en
Senaat is er een bevel tot niet-vervolging
uitgesproken.
Zullen dus voor feiten van omkooperij
voor het assisenhof terecht staan .-
MM. Emm. Arène, Dugué de la Fau-
connerie en de oud-ministers Ruche,
Rouvier en Antonin Proust, afgeveerdig-
den
MM. Beral, Albert Grèvy.Léon Renault
en de oud-ininisters Devés en Thévenet,
senaieurs
MM. Charles Baïhaut, oud-minister
Sans-Leroy en Gobron, oud-afgeveerdig-
den Blondin
MM. Charles de Lesseps, Marius Fon-
tane en Henri Cottu.
Volgens Havas zou M. Franqueville
echter het dossier zonder conclusies
hebben afgegeven en aan het parket over
laten eene beslissing te nemen eerst
binnen drie dagen zou men dus juist
weten wie er vervolgd en wie er niet
vervolgd zal worden.
Lijkschouioing van baron de Reinach
Het algemeen verslag over de lijk
schouwing van baron de Reinach werd
maandag door de wetsdoktors en schei
kundigen verzonden naar den procureur
der republiek.
In dit document wordt verklaard dat
er geen spoor van vevgifl ontdekt is
en dat er dus niet tot vergiftiging mag
besloten worden.
De geneesheeren verklaren dat deze uil
slag onvermijdelijk was, aezien de ont
binding der lichaamsdeelen.
Maar de scheikundigen durven ook niet
beweeren, dat de baron aan natuur
lijken dood is gestorven.
Want het is heel goed mogelijk dat,
binnen de drie weken, die verloopen zijn
tusschen de begraving en de ontgraving,
de ontbinding alle sporen van vergif heeft
doen verdwijnen.
De schuld valt op de regeering, die zoo
lang de lijkschouwing heeft geweigerd.
9* Vervolg.
M. Fanks b'cef staan nevens het uftdoovende vuur
de (wee ellebogen geleund op de sehoorstecnmantel en
in diepe gepeinzen verzonken.
Wat is hij veranderd, dacht hij bij zich zeiven. Niet
meer de vrolijke jongen van over lien jaar. Hoe liet
verdriet iemand veranderen kan en de liefde ook Ik
zal er mijn werk van maken die Miss Varlins eens te
spreken als ik te Ironelields ben. Misschien breng
hen uog bijeen.... maar voor wat duivel maakte hij
mij die twee leugens wijs
Hij verliet op zijne beurt het vertrek" nam ecnen
kandelaar aan uit de handen van Miss Chikles cn ging
naar bed. Toen hij de deur zijner kamer sloot, kwamen
zijne gedachten andermaal o;> Roger Aston en nog
maals zocht hjj eene opheldering voor de leugens en
het zonderlinge gedrag van zijn viiend. Ook dezes
schrik en angst herinnerde hij zich thans.
M. Fankszette zijne kandelaar neer op dc tafel,
haalde boekje cn potlood te voorschijn cn in snel
schrift zette hjj zijne indrukken ncér over zijn gesprek
met Roger.
Ik had geen reden, schreef hij, Roger te onder
vragen maar die naam Wosk et C1', Irondlields. in
trigeerde mij. Zonderling samentreffen in alle geval.
Misschien komt er niets van, het is zelfs hoogst on
waarschijnlijk dat er iets van kome. En toch kunnen
deze regels waarin ik dit onbelangrijke gesprek sa
men vat, mij van nuUe zijn in toekomst.
Wie weet, ja, wie weet De kans dort dikwijls
veel en hel toeval brengt ons soms dan draad iu han
den, die ons door den doolhof naar onbekende uilgan
gen zal geleiden.
Die twee leugens Welke is de reden wnarom
Axton niet de waarheid zegde 1 Sinds Ventnor heeft
hij haar niet meer gezien, hij heelt van haar niet meer
gehoord. Daar moet ik het fijne van zoeken.
Maar, schrijf ik nu niet alsof ik Roger verdacht
Mijn verhoor was wel streng, maar zijne antwoorden
geleken veel op uitvluchten. Gedurende bcel het ge
sprek scheen hei mij toe alsof hij wantrouwig was
Die houding stond mij niet aan.
u Ik heb het recht mij tc mengen in Axton 's zaken
maar naar leugens vroeg ik hem toch niet.
Zou er eenige betrekking kunnen beslaan tus
schen den doode en Miss Varlins Onmogelijk, cn
loch is het zonderling.
t Ook die opene deur wekt mijn aandacht.
brief, geschreven door den overledene. Op de post
In zijne bulle van 8 december 1849,
schreef Z. H. Pius IX, zaliger gedach
tenis, onder andere het volgende over de
vrijmetselarij:
Luistert niet naar deze stolsels van
het verderf die misbruik makende van
de woorden vrijheid en gelijkheid,
voor bijzonderste doel hebben in het
volk de verderfelijko uitvindingen van
a gemeenzaamheid en socialismus te ver-
spreiden. Luistert niet naar de leiders
van coinmunimus en socialismus, die,
handelende nochtans volgens verscliil-
lige leerstelsels en middels,voor doelwit
hebben de werklieden en mannen van
minderen stand in gedurige ophitsing te
houden enallengskens te gewennen aan
daden die nog misdadiger zijn. Dezen
zijn door de arglistige taal van die op-
hitsers bedrogen, en verleid door schijn-
beloften van eenen voorspoedigeren le-
vensstaat. De maatschappij zoude van
onder te boven omgekeerd worden door
die strijden van burger tegen burger,
door de uitbuitingen, door de moordery-
en. Dan zouden eenige mannen, ver
rijkt door hetgeen zij gestolen hebben,
zich van het bestuur te midden der puin-
hoopen meester maken.
Ja, dit schreef de groote Paus Pius IX.
Maar wie zou er ooit hebben kunnen
denken dat een hardnekkig gezworen
vijand der R. K. Kerk, 43jaren later, die
voorzeggingen van haar zienlijk Opper
hoofd zou bekrachtigen.
En inderdaad, die bekrachtiging treffen
wij aan in een officieel stuk dat naar aan
leiding der herziening van onze Grondwet
door M. Frère werd geschreven.
Luistert en ziehier wat M.Frère ons zegt:
Het is genoeg voor ons, om hier klaar
te zien, te herinneren wat dezen willen,
die op hoogmoedigen toon en dreigende
wijze het volle algemeen stemrecht
cc eischen. Het is voor hen maar een mid
del om hunne plannen uit te voeren.
De bijzondere eigendom, welk een
mensch bezit moet afgeschaft zijn. Men
moet gemeenzaamheid inrichten (Alles
aan den Staat) Grond, huizen, werk-
cc winkels, fabrieken, kapitalen van alle
soort, alle werktuigen moeten tot de
gemeenzaamheid komen, die over het
goed door hare afgeceerdigden zal be-
schikken.
cc Die geld bezitten zijn dieven. Zij wor-
«den rijk ten koste der werklieden.
Het is rechtveerdig hun Ie ontnemen
wat zij ontroofd hebben.
<c Wanneer wij zullen meester zijn'zeg-
de socialisten, wij zullen de gevangenis-
sen openen om de kleine dieven te laten
cc uitkomen en er de grooten, de kapita-
listen, de burgers, enz op te sluiten.
In afwachting, wij moeten de ge-
meen te overmeesteren om onze plannen
op dat grondgebied uit te voeren, zoo-
veel mogelijk, tot dat de macht van wet-
ten te maken ons toebehoort.
Kan die vijand van Kerk en Paus nu
eene hetere getuigenis geven dat de voor
zeggingen van Z. II. Pius IXzich hebben
verwezenlijkt. En nogthans hebben M.
Frère en zijne sleepdragers met die voor
zeggingen bitterlijk gespol, maar nu ook
moeten die spotvogels nederig bekennen
dat zij,ondanks al hun liberaal verstand,in
de wereldzaken niet verder zagen dan het
puntje van hunnen neus I.
Men las onlangs in eene groote libe
rale gazet van Brussel dat men in 1888 te
Verviers, op eene bevolking van vijftig
duizend inwoners, 399 huishoudens telde
die als armen ondersteund worden. In
1892,was dit nummer geklommen tot 457
huishoudens die van ollicieele liefdadig
heid leefden, daar zij zich geen werk had
den kunnen verschaften.
Daarop schrijft het socialistisch blad,
Le Peupie Indien wij nog gedurende
vijf en twintig jaren het cijnsstelsel blij-
ven behouden, hetwelk zich geenszins
r bekommert met sociale hervormingen,
zullen de twee derden van België door
de offiicieele liefdadigheid moeten on-
dersteund worden. Hetgeen zal schoon
zijn I
Ziedaar de manier op dewelke onze so
cialistische leiders redeneeren om het volk
te verblinden. Gij en ik, wij vragen ons
af wat liet cijnsstelsel met dien toestand
te stellen heeft. Men zou ons ten minste
moeten toonen, zelfs indien de voorspel
ling door het blad gedaan min of meer
ernstig was;menzou moetentoonendathet
algemeen stemrecht ons daarvoor zou be
vrijden.
Indien Le Peupie zich de moeite had
gegeven eenen oogslag te werpen op de
landen waar het algemeen stemrecht in
al zijnen bloei heerscht, zou het blad zich
wel gewacht hebben van zulke kolossale
zottigheid te zeggen. Nemen wij Frank
rijk als voorbeeld en redeneeren wij zoo
als Le Peupie redeneerde voor Verviers.
In een jaar zyn er 60000 kinderen van
min dan 15 jaren, 44000 jonge lieden en
26000 ouderlingen te samen 136000
personen van ellende en honger gestor
ven Het algemeen stemrecht heeft hun
geen brood verschaft,
Te Parijs moet het budget van openba
ren onderstand hulp geven aan 43.000
kinderen, 367.000 armen bij dewelken
men brood te huis draagt, 154.260 wor
den er in de gasthuizen en godshuizen
onderhouden
heeft men mij niets knnncn zeggen. En tocli, als ik
wist naar wie die brief is gezonden, had ik den sleutel
der zaak in handen.
Wil Roger iets voor mij verborgen houden 1 Ken
de hij den doode Ik durf bijna niet antwoorden op die
vragen
Te Irondlields zal ik in alle geval meer vernemen
over den doode. Misschien brengt mijn onderzoek mij
bij Miss Varlins... Doch welke betrekking zou or be
staan
Waarom mistrouw ik toch Roger, zijne manieren,
zijne uitv luchten en dit zonderlinge samentreffen:
Wosk et C'« en Judith Varlins, beiden te Irondfields
IV, MIJNHEER JUDAS.
Irondfields ls geen schoonc stad, zelfs hare warm
ste bewonderaars zouden het niet hebben durven be
weeren cn zegde bijgevolg niets. Wel gebouwd, wel
aangelegd, wel verlicht, kon zij, zoo spraken de in
woners en ze meenden het goed, gemakkelijk de
schoonheid en schilderachtigheid missen, waarop de
steden van de middeleeuwen, met Imnne kronkelende
straten en huizen met puntgevels zoo geernc bluffen.
Wat ellendige dingen, zegden zij, die slaperige ca-
thedraal sleden, srhoon gemaakt door de hand des
tijds arme dingen inderdaad in vergelijking met bet
groote Irondlields, het werk eener eeuw van nijverheid
en een ras van practijk
Ziedaar de ware, ernstige sociale her
vormingen welke Frankrijk aan het alge
meen stemrecht te danken heeft. Is dat
geen lief en admirabel uitwerksel van
die groote hervorming
En zeggen dat vele ongelukkigen het
geschrijf van die bladen voor gewijd brood
De kommissie der Kamer hield maan
dag namiddag eene zitting, die ten deele
ingenomen werd door eene redevoering
vau M. Janson.
Er volgde eene lange bespreking, waar
aan voornamelijk MM. Frère, Beernaert,
Graux. en Woeste deelnamen.
M. Janson zegde dat hij en zijne aan
hangers het algemeen stemrecht willen,
doch verklaarde bereid te zijn overeen te
komen mits zekere voorwaarden. Hij
verkoos het stelsel der regeoring boven
dit van M. Frère.
M. Janson verklaarde verder dat hij
het algemeen stemrecht met de voor
waarde van 25 jaren ouderdom aanneemt.
Wat de gemeente betreft, zou men mis
schien kunnen eischgn dat, om kiezer te
kunnen zijn, men een zeker deel gemeen
tebelastingen moet betalen. Dat kan zeer
rechtveerdig zijn.
tA.Fei'onsloot zich aan bij de verklarin
gen van M. Janson en verklaarde verder
dat do regoering zich zeer inschikkelijk
toonde en hij ook niet wanhoopte dat zijne
vrienden der uiterste linkerzijde, mits
eenige voorwaarden, zich met de rechter
zijde zullen verstaan.
De kommissie benoemt ten slotte drie
verslaggevers M. de Smet deNacyer is
gelast met het verslag over al de vraag
stukken die met de kiesher vorming in
verband staan M. Melot zal verslag op
maken over de kwesties die de herinrich
ting van den Senaat betreffen M. Schol-
laert is verslaggever over al de andere
herzieningspunten.
De kommissie zal zaterdag terug bijeen
komen.
Vasten. Daar ons land, nog
onlangs, door besmettelijke ziekten be
proefd is geweest, en volgens het gevoe
len van bevoegde mannen, alle gevaar
nog niet verdwenen is, zullen HH. Hoog
waardigheden,de Bisschoppen van België,
hiertoe bijzonder gemachtigd door den
H. Stoel, gedurende den toekomenden
Vasten het gebruik van vleesch toelaten
alle dagen uitgenomen op Aschwoensdag
en den vrijdag van iedere week.
Irondlields met zijne rijen eenvoudige huizen, zijne
breede van boomen ontdane straten- zijke modderach-
tigc rivier vloeiende onder eene akelige spoorwegbrug
zijne machtige ijzersmelterijen met hooge schouwen,
die bij dag rook en bij nacht vuur braakten, met zijn
onophoudelijk geraas dat duurde de zes werkdagen der
weck
De inwoners behoorden tot hc ras der Cyclopen.
Ruwe zwarte mannen, van herculcsche gestalte, on
bekend met manieren cn opvoeding vrouwen mei
armoedig uiterlijk, zure gezichten, wantrouwig blik
kende naar de voorbijgangers van onder de shalws die
zij op het ontwarde hoofd droegen cn hoopen met
kinderen, juist genoeg gekleed als noodig. grimmig
als de grauwe, met rook doortrokken lucht, eruitzien
de als henden kleine duiveltjes als zij fpeeldeH in
verlaten straten en met hunne schrille stemmen het
gerucht der smeltovens overschreeuwden
Eene nijverheidsstad. bewoond door menschen zon
der gedacht van schoonheid, alleen belust op eene
vermcedcring van weekloon of een extia borrel in bet
drankhuis Menschen zonder naastenliefde, zonder
godsdienstzin de roemrijkste zegepraal onzer eeuw
van beschaving was die koude stad, de oogen altijd ge
richt op de atschuwelijke dingen hier beneden, zon
der ze ooit te veheffen naar den blauwen hemel daar
omhoog
Wanneer het regende en het regende er veel
- was Irondfields slijkachtig en wonncer Irondfields
slijkachtg was, was het afschuwelijk want de regen
viel door de wolk van rook die immer boven de stad
hingen maakte alles, zoo mogelijk, nog vuiler.
Doch, Irondfields was daarmcé tevreden het had
naam in handels- en nijverheidskringen en zijne pro
ducten werden verzonden naar de vier hoeken der
wereld, in ru:ling daarvan veel geld opbrengende,
waarvan iedereen leefde, de patroons vooralde werk
lieden ook"
I)c buiten rond de stad mocht evenmin aanspraak
maken op de benaming van schoon. Dc natuur, altijd
metdie zwarte, ruwe geruchtmakende stad voor hare
oogen verloor den moed b|j den arbeid eu gaf zich de
moeite niet seboone dingen voort te brengen voor
menschen die eens wisten wat 'schoon wis en die,
hadden zij het geweten, het toch heel nutteloos ding
hadden gevonden. De velden rond Irondlields wareu al
niet veel beter dan de stad, want de schaduw van den
rook lag over alles en, waar de zon niet schijit, daar
heerscht geen vrolijkheid.
Aan eenen kant van Irondfields, evenwel, had de
natuur eene zwakke poging gedaan om tecken van le-
vente geven doch het was slechts in een klein dorp,
de oorspong van die groote, geruchtmakende stad.
Iu de goede oude dagen was het scliooee dorpje ge
legen tusschen lachende velden, nevens eene lieve ri
vier was een vuile, modderige stroom geworden en
het dorpje had zelfs geen naam meer.
(Wordt voortgezet.)