Zondag 7 Mei 1895. 10 centiemen per nummer. 47ste Jaar N. 2775. NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST. Politiek overzicht. MIJNHEER JUDAS Het nieuw kiesstelsel en de buiten. De herziening in den Senaat. M. Nyssens ondervraagd. Oorsprong der plechtige viering van de Meimaand in liclgiü. DE DENDERBODE. ABONNEMENTPRUS I Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder dagleekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betaien De inschrijving eindigt met 31 December. De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van den schuldenaar. Men schrijft in bij C VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat, N. 31, en in alle Postkantoren des lands. ADVERTENTIENPRIJS Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op 3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen hij accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd. Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den dijnsdag en vrijdag avond. Voor de advertentiën uit vreemde landen zich uitsluitend te wenden tot de Agencie Havas, te Brussel,32, Magdalena Straat en te Parijs, 8 Beursplaats. (Paris, 8 Place de la Bourse. Cuique suum. Aalst, 6 Mei 1893. Fransch-Russisch en Duitsch-Bel- gisch verbond. - Te Parijs is een boek verschenen, getiteld Alexander III en zijne omgevingen geschreven door eenen Rus die zichNicolaasNitovitch noemt. Het vertrouwen in de meedeelin- gen van dezen schrijver wordt voorzeker niet verhoogd, door het opwarmen van de bekende geruchten, waarmeè indertijd in de Nouvelle Revue zooveel lawijd ge maakt is, namelijk, dat koning Leopold van België zich door een geheim tractaat aan Duitschland zou hebben verbonden. Nitovitch deelt nu zelfs den tekst van dit denkbeeldige tractaat meê, hetwelk hierop neerkomt dat aan Duitschland voor zijne legers den vrijen doortocht door Bel gië is beloofd, en het Belgische leger ge plaatst zal worden onder de bevelen van den Duitschen generalen staf, terwijl in geval van eenen gunstigen uitslag van den oorlog, België de belooning met de noor delijke departementen van Frankrijk zijn grondgebied zal kunnen vergrooten. De schrijver geeft nog eene tweede diplomatieke onthulling twee artikelen van het verbondstractaat lusschen Rus land en de Fransche republiek. Volgens deze artikelen verbinden zich beide par tijen, dat wanneer een liarer door eene Europeesche mogendheid wordt aange vallen, de andere terstond een leger van ten minste 600,000 man zal mobiliseeren terwijl ingeval ééne van beiden offensief optreedt, de andere zich hare vrijheid van handelen voorbehoudt. Als zijDe meèdeelingen, omtrent de Fransch-Russische alliantie, even ver trouwbaar zijn als het vertelsel van het geheim tractaat tusschen koning Leopold van België en Duitschland, dan zullen de Franschen verstandig doen, zich niet al te zeer te verheugen op het stellige vooruitzicht van Ruslands bondgenoot schap, als de republiek in eenen oorlog met Duitschland gewikkeld wordt. Engelamd. Gladstone en de 8 uren arbeid. Gladstone ontving eergisteren alweer eene deputatie van koolmijnbezit- ters in verband met het vraagstuk van den acht-uren-dag. Deze deputatie, verte genwoordigende de voornaamste kolendis- tricten in Zuid-Wales, Yorkshire en Schotland, kwam bij den Premier uiteen zetten, dat eene beperking der werkuren tot acht de totale sluiting van vele kool- mijnrr ton gevolge zou moeten hebben, tenzij de ar>>: iders besluiten konden met dubbele ploegen t- werken. Sir Joseph die de deputatie aan voer de. verkhiurde dat het door deze ver tegenwoordigde kapitaal niet minder be droeg dan pst. 100.000,000 (5 milliard fr.) en dat de op dit kapitaal betaalde werk- loonen verleden jaar pst. 43,000,000 be- loopen hadden. Hij betoogde dat eene ge dwongen beperking der werkuren aller eerst aanleiding zou geven tot overhaas ting, tot vermeedering van ongelukken en tot verhooging van prijzen. De meer derheid der mijnwerkers zeiven (hield hij vol) verlangde dan ook eene dergelijke be perking niet. Gladstone gaf, evenals bij vroegere ge sprekken van dien aard, een ontwijkend antwoord, hierop neèrkomende, dat de regeering te dezer zake onmogelijk hande len kon, zoolang de ineeningender belang hebbenden zeiven over de kwestie nog zoozeer verdeeld waren. Dc schreeuwende onrechtveerdigheid die, dank zij de liberale kiesknoeierijen, zoo lange jaren hier te lande bleef be staan, zal nu eindelijk uitgeroeid wezen. Wij willen spreken van de ongelijkheid die, in zake van kiesrecht, tusschen de bewoners van steden en dorpen bestond. Op 3 kiezers trof men 2 stedelingen aan. Onze buitenlieden gaan nu op den zelf den voet als de stedelingen gesteld wor den. Voortaan zullen zij nu ook hun woord te zeggen hebben over 't bestuur van 's landszaken, want allen zullen ten minste eene stem bezitten en een groot getal zullen over twee en zelfs drij stera men kunnen beschikken. Onze geachte lezers zullen zich herin neren dat Denderbode de gelijkheid van stedelingen en buitenlieden als de voor waarde beeft aanschouwd, zonder de welke geen kiesstelsel aannemelijk wezen kon. Eene hulde van erkentelijkheid en dankbaarheid zijn wij aan 't ministerie en de katholieke meerderheid verschuldigd met kloekmoedigheid hebben zij de listige aanvallen en bedriegelijke kuiperijen der gematigde liberalen algeweerd, die geen ander doel hadden dan de buitenlieden in dien staat van ondergeschiktheid tegen over de stedelingen te behouden, in an dere woorden, van hen als parias in hun eigene Vaderland te behandelen, Dendergahn heelt ons beschuldigd van tegen de werklieden gebast te hebben als bleekershonden en zegde eens nieuwsgie rig te zijn te zien welke tuimelingen Denderbode tegen over de werklieden zal maken. Wij hebben, Dendergatmuitgedaagd ons een enkel nummer te konnen aanwij zen in 't welk wij tegen de werklieden basten. Op onze beurt zeggen wij nu Wij zijn eens nieuwsgierig te zien welke tuimel- perten Dendergalm zal maken, hij, die even als andere liberalen, de buitenlieden altijd en in alle omstandigheden voor dom 33' Vervolg. Judith, beangst om dc redon te kennen van Gui- naud's bezoek, had spoedig andere kleercn aangetrok ken en stond op het punt van naar beneden te gaan naar het studeervertrek,toen de kamermeid van Florry haar riep. De zieke was in eene der aanvallen van op gewondenheid, eigen aan de ijlkoorts, wanneer de lijders eene bovennatuurlijke kracht hebben en Judith moest dc meid helpen om dc zieke in bedwang te hou den. Dit vroeg eenigen tijd en toen Florry eindelijk be trekkelijk stil lag was er bijna eene halve uur vcrloo- pen. Zij ging spoedig naar beneden en bereikte dc aanpa lende kamer, met het doel langs de verborgen deur binnen te treden. Deze stond op eene spleet open Judith wilde juist binnengaan, toen zij de stem van Judas in triomf hoorde opgaan. Ka nu, mijnheer, nu hoop ik dat gij mij zult toe laten de hand te vragen van Miss Marson Y pijna hare ooren niet geloovende, luisterde Judith en beest heeft uitgescholden, en hen het kiesrecht ontzegde. Er zal hier niet te loochenen vallen, de bewijzen zijn zoo onbetwistbaar als tal rijk. Wij hebben de onwankelbare overtui ging dat de buitenlieden hun nieuw ver kregen kiesrecht met vastberadenheid en met gezond oordeel zullen uitoefenen. Dc buiten is nog niet aangetast door den liberalen kanker die de groote cen trums besmethet voorvaderlijk geloof, de 10 Geboden Gods, de goede zeden zijn er nog in eere en men is er algemeen aan Vaderland en Koningdom gehecht. De buitenlieden zullen dus als overtuig de en koene verdedigers van Altaar en Troon optreden om slechts mannen met de verdediging hunner zedelijke en stoffelijke belangen te gelasten welke altijd hunne vrienden en verdedigers zijn ge weest. Zij zullen dus alleen stemmen voor de voorstaanders en verdedigers van Gods dienst en goede orde de vijanden van God. Kerk en samenleving,'t is te zeggen, de vrijdenkers, socialisten en liberalen van alien deesem zullen zij bevechten en hen hunne stem weigeren. De gelijkheid tusschen stedelingen en buitenlieden hapert nog aan een punt. Neen, de gelijkheid tusschen hen is nog onvolledig, er ontbreekt nog de stemming in de gemeente. Waarom zouden de buitenlieden zich nu nog naar de Hoofdplaats van 't Arronöis- sements of des Kantons moeten begeven om hun kiesrecht uit te oefenen Waarom aan de buitenlieden eene soms verre reis doen ondernemen, hunne zaken een ganschen dag doen verlaten en zich onkosten opleggen om hun kiesrecht uit te oefenen, terwijl de bewoners van de Hoofdplaatsen er van bevrijd blijven Waarom moeten de buitenlieden bloot gesteld worden aan dc beloedigingen en geweldadigheden van 't janhangel der groote steden Volgens ons dringt de stemming in ge meente zich op om de eenvoudige reden dat het onmogelijk zal wezen aan 't Be stuur der IJzerenwegen een zoo talrijk kiezerskorps op den zelfden dag naar de Hoofdplaatsen te vervoeren. Het Arrondissement Aalst zal 32,000 kiezers tellen waarvan er 27 duizend bui ten onze Stad verblijven, hoe zou men die 27 duizend kiezers naar Aalst vervoeren 't Gene voor Aalst geldt, geldt ook voor andere Arrondissementen. Nog meer reden konnen bij gebracht worden om de noodzakelijkheid der stem ming in de gemeente te bewijzen, doch wij laten ze kortheidshalve ter zijde. De nieuwe kieswet die na de voltrek king der herziening, zal aangeboden wor den, gaat ongetwijfeld de stemming in de scherp toe naar Marson's antwoord, doch deze sprak zoo stil, dat zij niets hooren kon en zij het dus opma ken moest uit den nieuwen uitroep van den Fransch- man. Gij moet, vergeet het niet, lk weet alles. Ik kan niet, ik kan niet. Overigens, mijne doch ter is ziek - erg ziek. Ah bah zij zal wel opnieuw gezond worden. En ik zeg u dat ze trouwen moet met M. Spolger. Een misverstand. Zij moest met mij trouwen wat zegt ge Ik zeg ueen klonk eene stem en Guinaud en Marson, plots zich omkccrende,zagen nu Judith nevens hen staan. Ik zeg neen herhaalde zij krachtdadig. Ma.ir, mademoiselle, gij zijt de vader niet! zegde Judas met eenen schimplach. G(j trouwen met Miss Marson riep Judith angst, gij Hoe durlt gij komen in het huis van Engclsch gentleman en zulke vraag doen Y Gjj diefdief! Dief, mademoiselle 1 zegde de Franschman nog altijd glimlachend. Ja, ik woel dat gij brieven gestolen hebt uit dat pak, dat aan mij was gericht. Eh, maar dat is waar. Ik heb ze juist getoond aan M. Marson en deze is zoo verheugd, dc beste man dat hij mij heeft geantwoord Ik laat u trou*ci mijne dochter, Jules wees gelukkig met haar. Dat kan niet zijn. Ik geloof het nietriep Judith gemeente voorstellen en aldus de hier hooger aangeklaagde ongelijkheid doen verdwijnen. Wat er dan ook van zij, van heden af roepen wij er de bijzondere aan dacht onzer achtbare gekozenen op in met 't vast vertrouwen dat zij de gelijkheid van stedelingen en buitenlieden voor't uit brengen hunner stemming zullen bijtreden en verdedigen I Ziehier den tekst van het voorstel, door M. Goblet en medeleden neêrgelegd, betreffende de samenstelling van den Senaat, door het nieuwe kieskorps ART. 53. De leden van den Senaat worden rechtstreeksch gekozen door de kiezers,welke de leden der Kamer kiezen, op de volgende wijze De kiezers zijn verdeeld volgens het beroep, dat zij uitoefenen,in drie groepen, respectievelijk betrekking hebbende met het kapitaal, het werk en de vrije- of geestesarbeid. De drie groepen stemmen in afgezon derde afdeelingen. Elke kiezer kan slechts ééne stem uitbrengen. De kieswet verdeelt de kiezers in de verschillige groepen zij bepaalt ook de regelen volgens welke de kiezer zal ge klasseerd worden, die voorwaarden ver- eenigt, om in meer dan eene groep ge rangschikt te worden. De wet kan in den schoot san elke groep kies-collegies inrichten, gegrond op het onderscheid der beroepen, zonder de algemeene grondbeginselen te benadeelen der verdeeling, aangeduid in het volgend artikel. ART. 54. De Senaat is samengesteld uit een aantal leden.dat de evenredigheid van 1 senateur per 60,000 inwoners niet mag te boven gaan. Elke groep kiest een gelijk getal sena- teurs. M. de baron Bethune legde van zijnen kant het volgende voorstel neer ART. 53. De Leden van 'den Senaat worden gekozen a raio van de inwoners der provincie, door de burgers die de Kamerleden kiezen. Zij worden gekozen per eenvormige omschrijving van 80,000 inwoners. ART. 54. De Senaat is samengesteld uit een getal leden, gelijk staande met de helft van dat der Kamerleden. De correspondent der Londensche Pali Mall Gazelle heeft den heer Nyssens ondervraagd ziehier hoe hij zijn gesprek met de voorsteller van het nieuw art. 47 der Grondwet in gemeld blad weer- zich wendende tol den grijsaard. M. Marson gü zult er niet in toestemmen uwe dochter te geven aan dezen lagen spion. Eli, mademoiselle, gij zijt niet beleefd. Maar, spreek dan tot dinn man. Al. Marson zeg hem dat gij weigert aan zjjn verzoek te voldoen. lk kan niet, Judith, ik kan nietkermde de on gelukkige. En gij zult dien man Florry tot vrouw geven Y Het moet. Ge ziet het. miss, bracht Judas in het midden. Zwijg, mijnheer, zegde zij hem vol verachting aanziende, ik spreek niet tot u Francis Marson. op ir sterfbed heeft uwe vrouw mij uwe dochter toe vertrouwd ik handel dus in haar naam en ik weiger haar te laten trouwen met dien man, Judith, Judith, ikik heb de papieren gezien. Ah, zegde Judith, diep adem halend, gij hebt dc papieren gezien Y Wel zeker, sprak Judas spottend. En nadat hjj die gezien had was M. Marson seffens bereid mij tot schoonzoon te aanveerden, Is het niet zoo Y Marson schudde werktuigelijk het hoofd,doch Judith die nevens hem stond, aanzag den glimlachenden Franschman met zulk een haat, dal hij een oogenblik achteruit ging. Lafaardriep zij op den toon der diepste veront weerdiging, lafaard die een grijsaard bedreigt. Gij hebt bij toeval een geheim ontdekt en nu wendt gij dit aan voor uwe eigene lage doeleinden. Doch het zal Maar, mijnheer Nyssens, weet ge wel dat Volders,zijne vrienden de socialis ten en de mannen uit den Borinage alles behalve te vreden zijn met uw wetsvoor stel 1 Het was in een huis niet ver 7an de statie te Leuven dat de correspondent van de Pall Mall Gazette, den hoog leeraar Albert Nyssens aansprak. Deze een man van 50 jaar, met wit haar en zwarte bakkebaarden, antwoordde Wel zeker weet ik dat Maar dit is juist wat ik wensch. Ik heb niet de aller minste begeerte Volders en zijne vrienden, die niets dan revolutionnairen zijn, te vrede te stellen. Hier hebt gij mijn ont werp zooals ik het schreef na eene over denking van wat Stuart Mill over kies recht schreef. Algemeen stemrecht moest nu eenmaal verleend worden en mijn maatregel was berekend om liet overwicht van den invloed der menigte te beletten Men zegt dat uw voorstel, u en uw stand en der regeering, is afgedwongen door de werkstaking en de betoogingen. Dit is volkomen onjuist. Mijn voor stel was in handen der Kamerleden voor dat aan eene werkstaking gedacht was. Ik zelf heb de onderhandelingen gevoerd met de rechterzijde en de uiterste linker zijde, waardoor de aanneming van dit voorstel mogelijk werd gemaakt. En wat dunkt ge dal het lot dier wet zal zijn, zoodra de Senaat later haar aangenomen heeft Er zijn er die bewe ren dat het volk zich verzetten zal tegen de ongelijkheid van het meervoudig stem recht, dat de minderheid bevoordeelt. Dat is volstrekt mijne meening niet. Ik geloof dat het vele jaren lang de kieswet van België blijven zal. En weet gij waarom Mijne wet geeft het leven aan 1,200,000 kiezers. Van hen zullen 650,000 kiezers ééne stem hebben en 550,000 krijgen er twee of drij. Ongeveer 65,000 kiezers zullen drij stemmen heb ben. Bij elke verkiezing zullen 1,900,000 stemmen kunnen uitgebracht worden. De De 550,000 kiezers, die 1,250,000 stem men uitbrengen, hebben belang bij de handhaving van het meervoudig stem recht. Zij zullen het billijke er van inzien en het in stand houden. De - bevoor rechte - kiezers, gelijk de revolutionairen hen zeker noemen, zullen beseffen dat het meervoudig stemrecht het wapen is dat de grondwet hun in handen stelt, om zich te verdedigen tegen hen, die hen van hun eigendom berooven willen. Algemeen stemrecht is in ougen der revolutionaire volsmenners alleen het middel om de standen die wat bezitten, te berooven. Uit het aangehaalde leert men op be- belangwekkende wijze do beweegredenen niet zijn. neen het zal niet. En ik zeg dat het moet zijn. zegde Judas, die thans zijn glimlachend masker aflegde. Luister naar mij, mademoiselle. Thans ben ik in vrede hier geko men; laat mij gaan zonder dat aan mijne wenschen voldaan zij en ik koom in oorlog terug. Wat geef ik om uwen angst Neen, ik ben van uwe gramschap niet bang. Luister nog. Miss Varlins. In de eene hand houd ik stilzwijgen, in de andere openbaarheid en verderf. Kies nu wat ge wilt. De wereld weet niet hoe mijn vriend Melstane aan zijne dood kwam Met een enkel woord van mij weet iedereen het. Judith was op hare knieen gevallen en verborg haar bleek gelaat tegen den zetel waarin Francis Marson zat, en deze, verouderd door angst en schrik, zat den onmensch aan te staren, die zegepralend op hen bei den neerzag. Ah, nu knielt ge nu knielt gij voor mijriep Judas spottende, voor mij, den dief, den spion, den lafaard. Eh, doch vergeel het niet. Men wordt gehan gen in uw land, niet waar Y Een woord van mg en dan.... oh, ik zie wel dat gjj het weet, schoone Engel- sche dame. Ik kan spreken en u allen in het verderf storten, maar ik ben een man van eer. lk wensch vriendelijk te zijn en heb aan dien goeden M. Marson gezegd wat ik verlangde. Nu vertrek ik voor eónen dag. Als ik teiug keer wil ik uw antwoord kennen. Goeden avond, vrienden. Guinaud is niet dom. Hij beeft troef in handen en hij wint. Spotlachend verliet hjj de kamer, terwijl Judith kennen van den overtuigden katholieken anti-revolutionair Nyssens. Op de vraag, welke beginselen hem ge- leid hadden bij het opstellen van zijn I wetsvoorstel, antwoordde hij Het is een uitnemend goed denk beeld, aan iederen burger een stem in de openbare zaken te geven, maar de invloed van eiken burger behoort geheel cven- redig te zijn met zijn eigen gewicht en j waarde als burger. Is het redelijk dat een persoon die geen ander belang bij de maatschappij heeft dan zijn eigen wel varen, die geen gezin, die geen eigendom men heeft, die voor zich zelf en voor het tegenwoordige alleen leeft, denzelfden invloed zou uitoefenen op de toekomst van zijn land als de vader van een gezin, I die voor den voorspoed zijner kleinkinde- ren wil zorgen en voor hen de vrucht van zijn werken bewaren wil Het gezin en de eigendom zijn de grondslagen der beschaafde maatschappij. Daarom onder mijnt het socialism dezer beide grond slagen. Ik wensch de maatschappij in stand te houden en geef dus den mees ten invloed aan hen die de hoogste en mach tigste belangen van het volk voorstaan. Waarom hebt ge de politieke meer derjarigheid op 25 jaar gesteld Omdat ik dat den tijd van rijpheid acht. Een man onder dien leeftijd mag niet huwen zonder vergunning zijner ouders. Iemand, wien dit verboden is, wensch ik niet het land te laten regeeren. Ik ben een katholiek met liberale neigin gen en ik zou gaarne ook het stelsel der vertegenwoordiging hervormd zien. Ik heb een bond opgericht tot invoering van evenredige vertegenwoordiging en de afschaffing der stemming bi.i lijst. 't Was in 't jaar 1833, dat de eerw. Pater Augustinus der HH. Herten van Jesus en Maria, overste der Carmelieten, de godvruchtige Oefening der Mei maand, voor de eerste maal instelde in de kerk van zijn klooster te Brugge. Bijna terzelfden tijde, opende Mr. de Kanonik Dupierreux, vicaris generaal, en president van het Seminarie te Doornijk, dezelfde in de Kapel van dit laatste ge sticht. Reeds in 't jaar 183S, wierd het lokaal te klein voor het getal geloovigen, die kwamen aan de machtige patroonesse van Doornijk hunne hulde bieden van kinder lijke godvrucht. In 1840, werden de oefeningen der Mei maand gevierd in de groote balsiliek of hoofdkerk van O. L. Vrouw. De opening had plaats te midden van eenen grooten toeloop. De sluiting echter was nog tref fender en luisterrijker de drie groote beuken der Cathedraal, zoowel als het altijd geknield lag aan dc zijde van den grijsaard. stil, onbeweeglijk, als een steenen beeld. XIV. WIE IS PLICHTIG D' Japix was een jongman en, dien ten gevolge en krachtens de wetten door de dienstboden ingesteld, zou hij in wat belreft den dienst in huis slecht moeten bedeeld geweest zijn, doch de doitor had eene goede huishoudster, die meester spelen liet, cu zoo kwam het dat hg in het geheel niet te klagen had. De eetmalen, die hij zijne vrienden aanbood, waren wijd en zijd geroemd «oor dc voortreffelijkheid van spijzen en wijnen en Fanks en zijn vriend Axlon kon den zich daarvan volkomen overtuigen, don avond dat zij bij hunnen ongetrouwden gastheer dineerden. Alles was op zijn beste en daar de drie mannen heel gespraakzaam waren, vloog het maal om. Zij gin gen daarna in des doktors studeerkamer, een zeer gemakkelijk vertrek, en rookten daar de fijnste eigaren bij den geurigslen koffie. Deze studeerkamer was liet geliefkoosde verblijf des doktors, welke daar zijne hoeken, eenige gemakkelijke armstoelen, een lage lessenaar, eenige goede gravu ren van gekende kunstenaars en vooral ved roode drapperijen, om de in Irondlields zoo gewone koude winden buiten te houden, had bijeengebracht. Dien avond brandde cr een vroolijk vuur in het ver trek en daar rond zaten Japix en zijne twee gasten, van de warmte genietende en sprekende over datgene wat hunnen gerst niet mei ruste wilde laten het ge heim van Jarlchester. Gciukkiglijk was Japix dien avond vrij en, voor zoo veel geen onverwachte oproep hem niet kwam stooren, lieten de harde wetten, die het leven der gcnecshecrcn regelen, hem toe. zijne lekkere sigaar voort te rooken te luisteren naar het gekout zijucr vrienden, zoo veel het hem lustte. Alle drie hadden veel te zeggen en in den laten avond, toen men stil aan naar de kleine uren opging, werd er ook gesproken over den moord op Melstane, n feit waarheen hel gesprek reeds lang had geleid. Tot dan toe hadden zij slechts met enkele woorden dit punt aangeraakt, zij zouden nu in den grond der zaak treden. Hier zij gezegd dat D' Japix herhaaldelijk Fanks geluk had gewenscht over de behendige wijze waarop hij aan het licht had gehracht, wat reeds van de zaak was gekend. Eu toch ben ik nog met aan het einde van mijne reis, antwoordde Fanksantwoordde Fanks, ik zal slechts hoera roepen, wanneer ik uil het donkere bosch terug in het volle daglicht ben gekomen. In alle geval, gij zijt reeds uit het bosch van Jarlchester. Ja, om te vallen in het bosch van Irondlields, waar ik hijna geen steek voor mijne oogen zie (Wordt voortgeiet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1893 | | pagina 1