Zondag 7 Mei 1895.
10 centiemen per nummer.
47ste Jaar N. 2775.
NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
Politiek overzicht.
MIJNHEER JUDAS
Het nieuw kiesstelsel en
de buiten.
De herziening in den Senaat.
M. Nyssens ondervraagd.
Oorsprong der plechtige viering
van de Meimaand in liclgiü.
DE DENDERBODE.
ABONNEMENTPRUS I
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagleekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betaien
De inschrijving eindigt met 31 December.
De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van
den schuldenaar.
Men schrijft in bij C VAN DE PUTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat,
N. 31, en in alle Postkantoren des lands.
ADVERTENTIENPRIJS
Per drukregel, Gewone 15 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op
3e bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen hij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. Voor de advertentiën uit vreemde landen
zich uitsluitend te wenden tot de Agencie Havas, te Brussel,32, Magdalena
Straat en te Parijs, 8 Beursplaats. (Paris, 8 Place de la Bourse.
Cuique suum.
Aalst, 6 Mei 1893.
Fransch-Russisch en Duitsch-Bel-
gisch verbond. - Te Parijs is een
boek verschenen, getiteld Alexander
III en zijne omgevingen geschreven
door eenen Rus die zichNicolaasNitovitch
noemt. Het vertrouwen in de meedeelin-
gen van dezen schrijver wordt voorzeker
niet verhoogd, door het opwarmen van de
bekende geruchten, waarmeè indertijd in
de Nouvelle Revue zooveel lawijd ge
maakt is, namelijk, dat koning Leopold
van België zich door een geheim tractaat
aan Duitschland zou hebben verbonden.
Nitovitch deelt nu zelfs den tekst van
dit denkbeeldige tractaat meê, hetwelk
hierop neerkomt dat aan Duitschland voor
zijne legers den vrijen doortocht door Bel
gië is beloofd, en het Belgische leger ge
plaatst zal worden onder de bevelen van
den Duitschen generalen staf, terwijl in
geval van eenen gunstigen uitslag van den
oorlog, België de belooning met de noor
delijke departementen van Frankrijk zijn
grondgebied zal kunnen vergrooten.
De schrijver geeft nog eene tweede
diplomatieke onthulling twee artikelen
van het verbondstractaat lusschen Rus
land en de Fransche republiek. Volgens
deze artikelen verbinden zich beide par
tijen, dat wanneer een liarer door eene
Europeesche mogendheid wordt aange
vallen, de andere terstond een leger van
ten minste 600,000 man zal mobiliseeren
terwijl ingeval ééne van beiden offensief
optreedt, de andere zich hare vrijheid van
handelen voorbehoudt.
Als zijDe meèdeelingen, omtrent de
Fransch-Russische alliantie, even ver
trouwbaar zijn als het vertelsel van het
geheim tractaat tusschen koning Leopold
van België en Duitschland, dan zullen de
Franschen verstandig doen, zich niet al
te zeer te verheugen op het stellige
vooruitzicht van Ruslands bondgenoot
schap, als de republiek in eenen oorlog
met Duitschland gewikkeld wordt.
Engelamd. Gladstone en de 8 uren
arbeid. Gladstone ontving eergisteren
alweer eene deputatie van koolmijnbezit-
ters in verband met het vraagstuk van
den acht-uren-dag. Deze deputatie, verte
genwoordigende de voornaamste kolendis-
tricten in Zuid-Wales, Yorkshire en
Schotland, kwam bij den Premier uiteen
zetten, dat eene beperking der werkuren
tot acht de totale sluiting van vele kool-
mijnrr ton gevolge zou moeten hebben,
tenzij de ar>>: iders besluiten konden met
dubbele ploegen t- werken.
Sir Joseph die de deputatie aan
voer de. verkhiurde dat het door deze ver
tegenwoordigde kapitaal niet minder be
droeg dan pst. 100.000,000 (5 milliard fr.)
en dat de op dit kapitaal betaalde werk-
loonen verleden jaar pst. 43,000,000 be-
loopen hadden. Hij betoogde dat eene ge
dwongen beperking der werkuren aller
eerst aanleiding zou geven tot overhaas
ting, tot vermeedering van ongelukken
en tot verhooging van prijzen. De meer
derheid der mijnwerkers zeiven (hield hij
vol) verlangde dan ook eene dergelijke be
perking niet.
Gladstone gaf, evenals bij vroegere ge
sprekken van dien aard, een ontwijkend
antwoord, hierop neèrkomende, dat de
regeering te dezer zake onmogelijk hande
len kon, zoolang de ineeningender belang
hebbenden zeiven over de kwestie nog
zoozeer verdeeld waren.
Dc schreeuwende onrechtveerdigheid
die, dank zij de liberale kiesknoeierijen,
zoo lange jaren hier te lande bleef be
staan, zal nu eindelijk uitgeroeid wezen.
Wij willen spreken van de ongelijkheid
die, in zake van kiesrecht, tusschen de
bewoners van steden en dorpen bestond.
Op 3 kiezers trof men 2 stedelingen aan.
Onze buitenlieden gaan nu op den zelf
den voet als de stedelingen gesteld wor
den. Voortaan zullen zij nu ook hun
woord te zeggen hebben over 't bestuur
van 's landszaken, want allen zullen ten
minste eene stem bezitten en een groot
getal zullen over twee en zelfs drij stera
men kunnen beschikken.
Onze geachte lezers zullen zich herin
neren dat Denderbode de gelijkheid van
stedelingen en buitenlieden als de voor
waarde beeft aanschouwd, zonder de
welke geen kiesstelsel aannemelijk wezen
kon.
Eene hulde van erkentelijkheid en
dankbaarheid zijn wij aan 't ministerie en
de katholieke meerderheid verschuldigd
met kloekmoedigheid hebben zij de listige
aanvallen en bedriegelijke kuiperijen der
gematigde liberalen algeweerd, die geen
ander doel hadden dan de buitenlieden in
dien staat van ondergeschiktheid tegen
over de stedelingen te behouden, in an
dere woorden, van hen als parias in hun
eigene Vaderland te behandelen,
Dendergahn heelt ons beschuldigd van
tegen de werklieden gebast te hebben als
bleekershonden en zegde eens nieuwsgie
rig te zijn te zien welke tuimelingen
Denderbode tegen over de werklieden
zal maken.
Wij hebben, Dendergatmuitgedaagd
ons een enkel nummer te konnen aanwij
zen in 't welk wij tegen de werklieden
basten.
Op onze beurt zeggen wij nu Wij zijn
eens nieuwsgierig te zien welke tuimel-
perten Dendergalm zal maken, hij, die
even als andere liberalen, de buitenlieden
altijd en in alle omstandigheden voor dom
33' Vervolg.
Judith, beangst om dc redon te kennen van Gui-
naud's bezoek, had spoedig andere kleercn aangetrok
ken en stond op het punt van naar beneden te gaan
naar het studeervertrek,toen de kamermeid van Florry
haar riep. De zieke was in eene der aanvallen van op
gewondenheid, eigen aan de ijlkoorts, wanneer de
lijders eene bovennatuurlijke kracht hebben en Judith
moest dc meid helpen om dc zieke in bedwang te hou
den.
Dit vroeg eenigen tijd en toen Florry eindelijk be
trekkelijk stil lag was er bijna eene halve uur vcrloo-
pen.
Zij ging spoedig naar beneden en bereikte dc aanpa
lende kamer, met het doel langs de verborgen deur
binnen te treden. Deze stond op eene spleet open
Judith wilde juist binnengaan, toen zij de stem van
Judas in triomf hoorde opgaan.
Ka nu, mijnheer, nu hoop ik dat gij mij zult toe
laten de hand te vragen van Miss Marson Y
pijna hare ooren niet geloovende, luisterde Judith
en beest heeft uitgescholden, en hen het
kiesrecht ontzegde.
Er zal hier niet te loochenen vallen, de
bewijzen zijn zoo onbetwistbaar als tal
rijk.
Wij hebben de onwankelbare overtui
ging dat de buitenlieden hun nieuw ver
kregen kiesrecht met vastberadenheid en
met gezond oordeel zullen uitoefenen.
Dc buiten is nog niet aangetast door
den liberalen kanker die de groote cen
trums besmethet voorvaderlijk geloof,
de 10 Geboden Gods, de goede zeden zijn
er nog in eere en men is er algemeen aan
Vaderland en Koningdom gehecht.
De buitenlieden zullen dus als overtuig
de en koene verdedigers van Altaar en
Troon optreden om slechts mannen
met de verdediging hunner zedelijke en
stoffelijke belangen te gelasten welke altijd
hunne vrienden en verdedigers zijn ge
weest.
Zij zullen dus alleen stemmen voor de
voorstaanders en verdedigers van Gods
dienst en goede orde de vijanden van
God. Kerk en samenleving,'t is te zeggen,
de vrijdenkers, socialisten en liberalen
van alien deesem zullen zij bevechten en
hen hunne stem weigeren.
De gelijkheid tusschen stedelingen en
buitenlieden hapert nog aan een punt.
Neen, de gelijkheid tusschen hen is nog
onvolledig, er ontbreekt nog de stemming
in de gemeente.
Waarom zouden de buitenlieden zich nu
nog naar de Hoofdplaats van 't Arronöis-
sements of des Kantons moeten begeven
om hun kiesrecht uit te oefenen
Waarom aan de buitenlieden eene soms
verre reis doen ondernemen, hunne zaken
een ganschen dag doen verlaten en zich
onkosten opleggen om hun kiesrecht uit
te oefenen, terwijl de bewoners van de
Hoofdplaatsen er van bevrijd blijven
Waarom moeten de buitenlieden bloot
gesteld worden aan dc beloedigingen en
geweldadigheden van 't janhangel der
groote steden
Volgens ons dringt de stemming in ge
meente zich op om de eenvoudige reden
dat het onmogelijk zal wezen aan 't Be
stuur der IJzerenwegen een zoo talrijk
kiezerskorps op den zelfden dag naar de
Hoofdplaatsen te vervoeren.
Het Arrondissement Aalst zal 32,000
kiezers tellen waarvan er 27 duizend bui
ten onze Stad verblijven, hoe zou men die
27 duizend kiezers naar Aalst vervoeren
't Gene voor Aalst geldt, geldt ook
voor andere Arrondissementen.
Nog meer reden konnen bij gebracht
worden om de noodzakelijkheid der stem
ming in de gemeente te bewijzen, doch
wij laten ze kortheidshalve ter zijde.
De nieuwe kieswet die na de voltrek
king der herziening, zal aangeboden wor
den, gaat ongetwijfeld de stemming in de
scherp toe naar Marson's antwoord, doch deze sprak
zoo stil, dat zij niets hooren kon en zij het dus opma
ken moest uit den nieuwen uitroep van den Fransch-
man.
Gij moet, vergeet het niet, lk weet alles.
Ik kan niet, ik kan niet. Overigens, mijne doch
ter is ziek - erg ziek.
Ah bah zij zal wel opnieuw gezond worden.
En ik zeg u dat ze trouwen moet met M. Spolger.
Een misverstand. Zij moest met mij trouwen
wat zegt ge
Ik zeg ueen klonk eene stem en Guinaud en
Marson, plots zich omkccrende,zagen nu Judith nevens
hen staan.
Ik zeg neen herhaalde zij krachtdadig.
Ma.ir, mademoiselle, gij zijt de vader niet! zegde
Judas met eenen schimplach.
G(j trouwen met Miss Marson riep Judith
angst, gij Hoe durlt gij komen in het huis van
Engclsch gentleman en zulke vraag doen Y Gjj
diefdief!
Dief, mademoiselle 1 zegde de Franschman nog
altijd glimlachend.
Ja, ik woel dat gij brieven gestolen hebt uit dat
pak, dat aan mij was gericht.
Eh, maar dat is waar. Ik heb ze juist getoond
aan M. Marson en deze is zoo verheugd, dc beste man
dat hij mij heeft geantwoord Ik laat u trou*ci
mijne dochter, Jules wees gelukkig met haar.
Dat kan niet zijn. Ik geloof het nietriep Judith
gemeente voorstellen en aldus de hier
hooger aangeklaagde ongelijkheid doen
verdwijnen. Wat er dan ook van zij, van
heden af roepen wij er de bijzondere aan
dacht onzer achtbare gekozenen op in met
't vast vertrouwen dat zij de gelijkheid
van stedelingen en buitenlieden voor't uit
brengen hunner stemming zullen bijtreden
en verdedigen I
Ziehier den tekst van het voorstel,
door M. Goblet en medeleden neêrgelegd,
betreffende de samenstelling van den
Senaat, door het nieuwe kieskorps
ART. 53. De leden van den Senaat
worden rechtstreeksch gekozen door de
kiezers,welke de leden der Kamer kiezen,
op de volgende wijze
De kiezers zijn verdeeld volgens het
beroep, dat zij uitoefenen,in drie groepen,
respectievelijk betrekking hebbende met
het kapitaal, het werk en de vrije- of
geestesarbeid.
De drie groepen stemmen in afgezon
derde afdeelingen. Elke kiezer kan slechts
ééne stem uitbrengen.
De kieswet verdeelt de kiezers in de
verschillige groepen zij bepaalt ook de
regelen volgens welke de kiezer zal ge
klasseerd worden, die voorwaarden ver-
eenigt, om in meer dan eene groep ge
rangschikt te worden.
De wet kan in den schoot san elke
groep kies-collegies inrichten, gegrond op
het onderscheid der beroepen, zonder de
algemeene grondbeginselen te benadeelen
der verdeeling, aangeduid in het volgend
artikel.
ART. 54. De Senaat is samengesteld uit
een aantal leden.dat de evenredigheid van
1 senateur per 60,000 inwoners niet mag
te boven gaan.
Elke groep kiest een gelijk getal sena-
teurs.
M. de baron Bethune legde van zijnen
kant het volgende voorstel neer
ART. 53. De Leden van 'den Senaat
worden gekozen a raio van de inwoners
der provincie, door de burgers die de
Kamerleden kiezen.
Zij worden gekozen per eenvormige
omschrijving van 80,000 inwoners.
ART. 54. De Senaat is samengesteld
uit een getal leden, gelijk staande met de
helft van dat der Kamerleden.
De correspondent der Londensche Pali
Mall Gazelle heeft den heer Nyssens
ondervraagd ziehier hoe hij zijn gesprek
met de voorsteller van het nieuw art. 47
der Grondwet in gemeld blad weer-
zich wendende tol den grijsaard. M. Marson gü zult er
niet in toestemmen uwe dochter te geven aan dezen
lagen spion.
Eli, mademoiselle, gij zijt niet beleefd.
Maar, spreek dan tot dinn man. Al. Marson zeg
hem dat gij weigert aan zjjn verzoek te voldoen.
lk kan niet, Judith, ik kan nietkermde de on
gelukkige.
En gij zult dien man Florry tot vrouw geven Y
Het moet.
Ge ziet het. miss, bracht Judas in het midden.
Zwijg, mijnheer, zegde zij hem vol verachting
aanziende, ik spreek niet tot u Francis Marson. op
ir sterfbed heeft uwe vrouw mij uwe dochter toe
vertrouwd ik handel dus in haar naam en ik weiger
haar te laten trouwen met dien man,
Judith, Judith, ikik heb de papieren gezien.
Ah, zegde Judith, diep adem halend, gij hebt dc
papieren gezien Y
Wel zeker, sprak Judas spottend. En nadat hjj
die gezien had was M. Marson seffens bereid mij tot
schoonzoon te aanveerden, Is het niet zoo Y
Marson schudde werktuigelijk het hoofd,doch Judith
die nevens hem stond, aanzag den glimlachenden
Franschman met zulk een haat, dal hij een oogenblik
achteruit ging.
Lafaardriep zij op den toon der diepste veront
weerdiging, lafaard die een grijsaard bedreigt. Gij
hebt bij toeval een geheim ontdekt en nu wendt gij dit
aan voor uwe eigene lage doeleinden. Doch het zal
Maar, mijnheer Nyssens, weet ge
wel dat Volders,zijne vrienden de socialis
ten en de mannen uit den Borinage alles
behalve te vreden zijn met uw wetsvoor
stel 1
Het was in een huis niet ver 7an de
statie te Leuven dat de correspondent van
de Pall Mall Gazette, den hoog
leeraar Albert Nyssens aansprak. Deze
een man van 50 jaar, met wit haar en
zwarte bakkebaarden, antwoordde
Wel zeker weet ik dat Maar dit is
juist wat ik wensch. Ik heb niet de aller
minste begeerte Volders en zijne vrienden,
die niets dan revolutionnairen zijn, te
vrede te stellen. Hier hebt gij mijn ont
werp zooals ik het schreef na eene over
denking van wat Stuart Mill over kies
recht schreef.
Algemeen stemrecht moest nu eenmaal
verleend worden en mijn maatregel was
berekend om liet overwicht van den
invloed der menigte te beletten
Men zegt dat uw voorstel, u en uw
stand en der regeering, is afgedwongen
door de werkstaking en de betoogingen.
Dit is volkomen onjuist. Mijn voor
stel was in handen der Kamerleden voor
dat aan eene werkstaking gedacht was.
Ik zelf heb de onderhandelingen gevoerd
met de rechterzijde en de uiterste linker
zijde, waardoor de aanneming van dit
voorstel mogelijk werd gemaakt.
En wat dunkt ge dal het lot dier
wet zal zijn, zoodra de Senaat later haar
aangenomen heeft Er zijn er die bewe
ren dat het volk zich verzetten zal tegen
de ongelijkheid van het meervoudig stem
recht, dat de minderheid bevoordeelt.
Dat is volstrekt mijne meening
niet. Ik geloof dat het vele jaren lang de
kieswet van België blijven zal. En weet
gij waarom Mijne wet geeft het leven
aan 1,200,000 kiezers. Van hen zullen
650,000 kiezers ééne stem hebben en
550,000 krijgen er twee of drij. Ongeveer
65,000 kiezers zullen drij stemmen heb
ben. Bij elke verkiezing zullen 1,900,000
stemmen kunnen uitgebracht worden. De
De 550,000 kiezers, die 1,250,000 stem
men uitbrengen, hebben belang bij de
handhaving van het meervoudig stem
recht. Zij zullen het billijke er van inzien
en het in stand houden. De - bevoor
rechte - kiezers, gelijk de revolutionairen
hen zeker noemen, zullen beseffen dat het
meervoudig stemrecht het wapen is dat
de grondwet hun in handen stelt, om
zich te verdedigen tegen hen, die hen van
hun eigendom berooven willen. Algemeen
stemrecht is in ougen der revolutionaire
volsmenners alleen het middel om de
standen die wat bezitten, te berooven.
Uit het aangehaalde leert men op be-
belangwekkende wijze do beweegredenen
niet zijn. neen het zal niet.
En ik zeg dat het moet zijn. zegde Judas, die
thans zijn glimlachend masker aflegde. Luister naar
mij, mademoiselle. Thans ben ik in vrede hier geko
men; laat mij gaan zonder dat aan mijne wenschen
voldaan zij en ik koom in oorlog terug. Wat geef ik om
uwen angst Neen, ik ben van uwe gramschap niet
bang. Luister nog. Miss Varlins. In de eene hand houd
ik stilzwijgen, in de andere openbaarheid en verderf.
Kies nu wat ge wilt. De wereld weet niet hoe mijn
vriend Melstane aan zijne dood kwam Met een enkel
woord van mij weet iedereen het.
Judith was op hare knieen gevallen en verborg haar
bleek gelaat tegen den zetel waarin Francis Marson
zat, en deze, verouderd door angst en schrik, zat den
onmensch aan te staren, die zegepralend op hen bei
den neerzag.
Ah, nu knielt ge nu knielt gij voor mijriep
Judas spottende, voor mij, den dief, den spion, den
lafaard. Eh, doch vergeel het niet. Men wordt gehan
gen in uw land, niet waar Y Een woord van mg en
dan.... oh, ik zie wel dat gjj het weet, schoone Engel-
sche dame. Ik kan spreken en u allen in het verderf
storten, maar ik ben een man van eer. lk wensch
vriendelijk te zijn en heb aan dien goeden M. Marson
gezegd wat ik verlangde. Nu vertrek ik voor eónen
dag. Als ik teiug keer wil ik uw antwoord kennen.
Goeden avond, vrienden. Guinaud is niet dom. Hij
beeft troef in handen en hij wint.
Spotlachend verliet hjj de kamer, terwijl Judith
kennen van den overtuigden katholieken
anti-revolutionair Nyssens.
Op de vraag, welke beginselen hem ge-
leid hadden bij het opstellen van zijn
I wetsvoorstel, antwoordde hij
Het is een uitnemend goed denk
beeld, aan iederen burger een stem in de
openbare zaken te geven, maar de invloed
van eiken burger behoort geheel cven-
redig te zijn met zijn eigen gewicht en
j waarde als burger. Is het redelijk dat
een persoon die geen ander belang bij de
maatschappij heeft dan zijn eigen wel
varen, die geen gezin, die geen eigendom
men heeft, die voor zich zelf en voor het
tegenwoordige alleen leeft, denzelfden
invloed zou uitoefenen op de toekomst
van zijn land als de vader van een gezin,
I die voor den voorspoed zijner kleinkinde-
ren wil zorgen en voor hen de vrucht
van zijn werken bewaren wil Het gezin
en de eigendom zijn de grondslagen der
beschaafde maatschappij. Daarom onder
mijnt het socialism dezer beide grond
slagen. Ik wensch de maatschappij in
stand te houden en geef dus den mees ten
invloed aan hen die de hoogste en mach
tigste belangen van het volk voorstaan.
Waarom hebt ge de politieke meer
derjarigheid op 25 jaar gesteld
Omdat ik dat den tijd van rijpheid
acht. Een man onder dien leeftijd mag
niet huwen zonder vergunning zijner
ouders. Iemand, wien dit verboden is,
wensch ik niet het land te laten regeeren.
Ik ben een katholiek met liberale neigin
gen en ik zou gaarne ook het stelsel der
vertegenwoordiging hervormd zien. Ik
heb een bond opgericht tot invoering van
evenredige vertegenwoordiging en de
afschaffing der stemming bi.i lijst.
't Was in 't jaar 1833, dat de eerw.
Pater Augustinus der HH. Herten van
Jesus en Maria, overste der Carmelieten,
de godvruchtige Oefening der Mei
maand, voor de eerste maal instelde in
de kerk van zijn klooster te Brugge.
Bijna terzelfden tijde, opende Mr. de
Kanonik Dupierreux, vicaris generaal, en
president van het Seminarie te Doornijk,
dezelfde in de Kapel van dit laatste ge
sticht.
Reeds in 't jaar 183S, wierd het lokaal
te klein voor het getal geloovigen, die
kwamen aan de machtige patroonesse van
Doornijk hunne hulde bieden van kinder
lijke godvrucht.
In 1840, werden de oefeningen der Mei
maand gevierd in de groote balsiliek of
hoofdkerk van O. L. Vrouw. De opening
had plaats te midden van eenen grooten
toeloop. De sluiting echter was nog tref
fender en luisterrijker de drie groote
beuken der Cathedraal, zoowel als het
altijd geknield lag aan dc zijde van den grijsaard. stil,
onbeweeglijk, als een steenen beeld.
XIV. WIE IS PLICHTIG
D' Japix was een jongman en, dien ten gevolge en
krachtens de wetten door de dienstboden ingesteld,
zou hij in wat belreft den dienst in huis slecht moeten
bedeeld geweest zijn, doch de doitor had eene goede
huishoudster, die meester spelen liet, cu zoo kwam
het dat hg in het geheel niet te klagen had.
De eetmalen, die hij zijne vrienden aanbood, waren
wijd en zijd geroemd «oor dc voortreffelijkheid van
spijzen en wijnen en Fanks en zijn vriend Axlon kon
den zich daarvan volkomen overtuigen, don avond dat
zij bij hunnen ongetrouwden gastheer dineerden.
Alles was op zijn beste en daar de drie mannen
heel gespraakzaam waren, vloog het maal om. Zij gin
gen daarna in des doktors studeerkamer, een zeer
gemakkelijk vertrek, en rookten daar de fijnste eigaren
bij den geurigslen koffie.
Deze studeerkamer was liet geliefkoosde verblijf des
doktors, welke daar zijne hoeken, eenige gemakkelijke
armstoelen, een lage lessenaar, eenige goede gravu
ren van gekende kunstenaars en vooral ved roode
drapperijen, om de in Irondlields zoo gewone koude
winden buiten te houden, had bijeengebracht.
Dien avond brandde cr een vroolijk vuur in het ver
trek en daar rond zaten Japix en zijne twee gasten,
van de warmte genietende en sprekende over datgene
wat hunnen gerst niet mei ruste wilde laten het ge
heim van Jarlchester.
Gciukkiglijk was Japix dien avond vrij en, voor zoo
veel geen onverwachte oproep hem niet kwam stooren,
lieten de harde wetten, die het leven der gcnecshecrcn
regelen, hem toe. zijne lekkere sigaar voort te rooken
te luisteren naar het gekout zijucr vrienden, zoo
veel het hem lustte.
Alle drie hadden veel te zeggen en in den laten
avond, toen men stil aan naar de kleine uren opging,
werd er ook gesproken over den moord op Melstane,
n feit waarheen hel gesprek reeds lang had geleid.
Tot dan toe hadden zij slechts met enkele woorden
dit punt aangeraakt, zij zouden nu in den grond der
zaak treden. Hier zij gezegd dat D' Japix herhaaldelijk
Fanks geluk had gewenscht over de behendige wijze
waarop hij aan het licht had gehracht, wat reeds van
de zaak was gekend.
Eu toch ben ik nog met aan het einde van mijne
reis, antwoordde Fanksantwoordde Fanks, ik zal
slechts hoera roepen, wanneer ik uil het donkere
bosch terug in het volle daglicht ben gekomen.
In alle geval, gij zijt reeds uit het bosch van
Jarlchester.
Ja, om te vallen in het bosch van Irondlields,
waar ik hijna geen steek voor mijne oogen zie
(Wordt voortgeiet).