DE ZEERAAF.
Zondag 23 Juni 1893.
10 centiemen per nummer.
47s'e Jaar N. 2787.
NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD VAN DE STAD EN 'T ARRONDISSEMENT AALST.
Politiek overzicht.
Militaire kwestie.
Herziening.
LANDBOUW.
DE DENDERBODE.
AROAIVEMEIVTPRI.TS
Dil blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagleekening van den volgenden dag. De prijs ervan is C (rank s jaars
fr. 3.23 voor zes maandenfr. 1,73 voor drij maanden, voorop te betalen
De inschrijving eindigt met 31 December.
De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van
den schuldenaar.
Men schrijft in hij c. vak de pdtte-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat,
N. 31, en in alle Postkantoren des lands.
ADVERTENTIËNPRWS
Per drukregel, Gewone 13 centiemen Ileklamen fr. 1,00 Vonnissen op
3' bladzijde 30 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. Voor de advertentiën uit vreemde landen
zich uitsluitend te wenden tot de Agencie llavas, te Brussel,32, Magdalena
Straat en te Parijs, 8 Beursplaats. (Paris, 8 Place de la Bourse.
Cuique suum.
Aalst, 24 Juni 1893.
Nederland. Kiezing ie Beverwijk.
Bij de verkiezing van een lid der
Tweede Kamer in liet hoofdkiesdistrict
Beverwijk zijn uitgebracht 2595 stemmen.
De uitslag is, dat eeno herstemming moet
plaats hebben tusschen MM. J. Van Loe-
nen Martinet (liberaal) die 698, cn T.
Borret (katholiek) die 691 stemmen ver
kreeg. Verder bekwamen MM. jonkheer
C. Hartsen (conservatief) 622, J. Czn de
Boer (liberaal) 335 en H. Waller (anti-
re vol.) 229 stemmen.
Het gehcele getal kiezers in het distrikt
Beverwijk bedraagt 3659.
De beteekenis der verkiezing is gelegen
in liet feit, zegt de Nieuwe Rotterdam-
sche Courant, dat jonkheer Hartsen, de
tegenstander eener definitieve uitbreiding
van het kiesrecht, niet in herstemming
komt en nog niet het vierde deel der uit
gebracht stemmen verkreeg.
Frankrijk. Had men in de Fran-
sche Kamer aan Olémenceau den genade-
klop kunnen geven, men zou daardoor
een goed werk hebben verricht,
Clémenceau is nu reeds 20jaar de kwade
geest der republiek. Leider der radicalen,
heelt bij de republiek gemaakt tot een
werktuig in de handen van eenige lawijd-
makers en de gematigden moeten wel
schrik gehad hebben van dien man om
hem niet reeds lang schadeloos te hebben
gemaakt.
Het kwaad, dat die man stichtte, is
niet op te sommen.
Wie is de schuld dat in Frankrijk,
sedert 1877, er reeds 25 ministeries heb
ben bestaan Clémenceau.
Wie was de vijand van Gam bet ta, die
toch eon patriot was, en wie heeft Gam-
betta doen vallen? Clémenceau.
Wie heeft de koloniale politiek van
Jules Ferry onvruchtbaar gemaakt Clé
menceau.
Wio was de secretaris, de logieman, de
hater der katholieken bij uitmuntendheid?
Clémenceau.
Wie heeft Boulangor uitgevonden en
wie heeft van een moedig en braaf soldaat
een politieker gemaakt, wat hem ten on
dergang bracht Clémenceau.
En toen de generaal was gevallen en
medelijden verdiende, wie was dan zijn
hardnekkigste vervolger, zijn haatlijkste
beschuldiger Clémenceau
En wie, ten slotte, was de vriend van
dien joodschen, zielhond, dien omkooper
van gewetens, Cornelius Herz? Alweer
Clémenceau, die hem in Frankrijk bracht.
't Was tijd dat de republikeinen dat be
grepen, en toen zij verleden maandag,
toen Déroulède en Millevoye in de Kamer
hem de bloedigste belccdigingen naar liet
hoofd slingerden, is er ook geen enkel
republikein recht gesprongen om Clémen
ceau te verdedigen.
Integendeelde republikeinen schenen
door hun stilzwijgen Déroulède en Mille
voye aan te moedigen en in de pers keurt
men wel hunne hevigheid af, maar geen
enkel republikeinsch blad verdedigt
Clémenceau.
DuiTSCin.AND. —De kiezing van Her-
bert Bismarck. Omtrent graaf Her-
bert Bismarck's verkiezing te Jerichow
woi'dt nader gemeld, dat de graaf met
11,769 stemmen gekozen is legen 6S48
stemmen op den aanhanger van Richter,
Wöllmer, en 4311 op den sociaal-demo
craat Glocke uitgebracht.
Graaf Herbert zal zich bij de vrij-con-
servatieve Rijkspartij aansluiten, paar de
jonge Bismarck natuurlijk de zittingen
van het Parlement zal gaan bijwonen en
stellig geen zwijgend lid zal zijn, krijgen
dus in elk geval de rijkskanselier, graaf
Caprivi, en de Staatssecretaris voor bui-
tenlandsche zaken, von Marschall, geen
gemakkelijken legenstaander, daar graaf
Herbert wel altijd beoordeeld zal worden
als zijnde de spreekbuis van zijnen be
roemden vader.
Intusschen, graaf Herbert is niet wat
men een behendig spreker noemt, maar
in elk geval krijgt de oppositie, die Bis
marck nog trouw gebleven is, in hem een
middenpunt in het parlement. Hij dankt
zijne verkiezing vooral aan de agrariërs.
Ten Hove moet de verkiezing van Her-
bert de grootste belangstelling hebben ge
wekt.
De militaristen koesteren de verzekerde
hoop dat de uitbreiding van liet stemrecht
ons, als onvermijdelijk gevolg, de ver
zwaring der militaire lasten moet mee
brengen
Do 'ondervinding heeft ons geleerd dat
de militaristen zich niet licht laten ont
moedigen en vooral meesters zijn in het
keeren en wenden om hun zienswijze
tegen den wil en dank der meerderheid op
te dringen.
Zij laten niet los vóór z(j hun doel be
reikt hebben. Kunnen zij cr langs den
rechten weg niet geraken, de omwegen,
hoe lang en hoe afmattend ook .schrikken
hen niet af.
Moeten zij geduld hebben wachten
kunnen ze, om eindelijk den zegepraal te
behalen en die zegepraal heeft altijd aan 't
land millioenen en millioenen gekost.
Dat is de geschiedenis van alle de ver
zwaringen der militaire lasten in België,
sedert 1830.
I.
Uoera
Een doffe, dreunende slag van den donder in dc
verte een sissend, plassend geluid en een gerommel
alsof honderden tonnen, met kanonskogels gevuld,
langs een hobbclie rotspad naar beneden werden ge
rold.
Daarna klonk het als de ademhaling vaneen vrccsc-
lijk monster, dat na cene geweldige krachtinspanning
zich toteenen hernieuwden aanval gereed maakt en
daar kwam hij weer aanrollen, de dreigende waterberg!
gelijk een reusachtig gedrocht, dat op de harde.z
rotsen aanvalt om tze te verpletteren in zijne v
vaart maar dat nu, zelf teruggeslagen, in zijne
woede de zware stukken steen omhoog slingert en
weer neerwerptop cn over elkander, als om ze effen
en rond tc slijpen.
De wind. die sedert den morgen in kracht had
toegenomen, was nu lot een orkaan aangegroeid
blazend en bulderend, joeg hij het zeeschuim in de
rotskloven, in de oude steengroef cn over het dorp,
tot het als sneeuwvlokken qefrveel op het schra'
En nogmaals zal het aldus in de toe-
komst gebeuren, indien het volk er zich
niet krachtdadig tegen verzet.
Men beweert zelfs dat men in hoogere
sferen in de uitbreiding van 't stemrecht
niet heeft toegestemd dan na de verzeke
ring bekomen te hebben dat het leger zal
versterkt worden.
Het aftreden van generaal Pontus als
minister van oorlog en de keus van gene-,
raai Brasine als zijn opvolger,zouden,naar
men zegt, niet vreemd zijn aan de hier
hooger bedoelde overeenkomst.
Wat er dan ook van zij, het is onbe
twistbaar dat de overgroote meerderheid
des volks vijandig is aan alle verzwaring
van den bloedimpost.
Reeds teveel manschappen en millioenen
werden er aan den militaire slokop geof
ferd.
Onze Belgische krijgsmachten zijn meer
dan toereikend voor eene onzijdige mo
gendheid welker onzijdigheid gewaar
borgd is door de Europsche mogendheden.
Waarom dan onze militaire lasten nog
verzmaren
Waarom nog millioenen en millioenen
verspillen ;uin wapens, aan forten en
kasteelen
Waarom nog meer mannen doen op
trekken
Buiten de militaristen die in groote
minderheid zijn, eischt elkeen verminde
ring der militaire lasten.
Wanneer men aan onze militaristen
vraagt waarom de krijgslasten noodzake
lijk moeten verzwaard worden,dan gewa-
gen zij van de plicht welke aan België is
opgelegd van in slaat te wezen zijne onaf
hankelijkheid te kunnen verdedigen, van
verbintenissen, enz., enz.
Onze onafhankelijkheid verdedigen
Wij herhalen het, wel deze hebben wij
niet te verdedigen want zij is door de
traktaten gewaarborgd.
En moest nu een onzer machtige nabu
ren de Belgische onzijdigheid miskennen
en ons landeken willen veroveren, hoe
lang zou het met ons legertje duren
Wij betwijfelen den moed en de dap
perheid onzer landverdedigers niet, maar
voorzeker zouden zij onder hel al te groote
getal der vijanden bezwijken.
De getalsterkte des legers moet merke
lijk verminderd worden en daarbij geene
forten en kasteelen meer.
De hedendaagsche uitgaven voor't leger
zouden, volgens ons, mogen behouden
blijven op voorwaarde dat de besparingen
uit de vermindering van 'tcontigent voort
te spruiten, zouden besteed worden tot de
verheffing van 't zedelijke peil des legers
en tot verbetering van 't lot onzer mili-
tianen onder stoffelijk opzicht.
En nu ten slotte
Laten wij de militaristen bij hun ge
dacht dat hel algemeen stemrecht ons
naar het alleman soldaat zal voeren. Bij
de eerste kiezing zullen zij ondervinden
dat zij zonder den weerd hebben gerekend;
't is te zeggen, zonder 't volk 't welk in
overgroote meerderheid vermindering der
militaire lasten in plaats van verzwaring
eischt
t hier ei
r boven op dc rotsen zicht-
Donderdag lest beraadslaagde de Volks
kamer over de herziening van art. 53.
Vier stelsels waren voorgesteld, te
weten
1° Benoeming der Senateurs door de
kiezers die de Volksvertegenwoordigers
verkiezen.
2° Kiezing der Senateurs door de kiezers
die den ouderdom van 35 jaren bereikt
hebben.
3° Inrichting van den Senaat volgens de
vertegenwoordiging der belangen. Ge
leerdheid,Nijverheid,Landbouw en Werk-
kersstand zouden een getal Senateurs be
noemen in evenredigheid der getalsterkte.
4" Aanwijzing der Senateurs bij kiezing
in twee graden. Het kiezerskorps zou een
afgeveerdigde op 200 inwoners kiezen en
deze afgeveerdigden zouden met de Volks
vertegenwoordigers, Provinciale Raads
leden, Burgemeesters, Schepenen en
Raadslieeren de Senateurs verkiezen.
Dit laatste stelsel werd door de regee
ring ondersteund,
Deze vier stelsels werden met eene be-
wonderensweerdige eenstemmigheid ver
worpen.
Het thans bestaande art. 53 wordt ook
veroordeeld.
Laat ons hopen dat er een tweede Nys-
sens zal optreden die op ons, op eenen
vroegen morgend, met eene lot nu toe
onbekende oplossing zal komen verrassen.
Iets over de voederbeet.
Vervolg)
De zorgen, welke men aan de voeder-
becten,binst hunnen groei, moet hesteden,
zijn menigvuldig. Men trachte vooral den
grond goed zuiver te houden van onkruid
en hem steeds tot eene bestendige en regel
matige indringing van lucht, warmte en
soms vochtigheid geschikt te maken.
Daar het beetenzaad traag ontkiemt,is het
zeker, dat het onkruid zich snel ver
spreidt over het veld, en de jonge planten
gemakkelijk, op weinig tijds, kan over
meesteren. Daarom is het van zeer vroeg
noodig, den grond verscheidene malen,
telkens wat dieper, goed op te hakken, en
deze bewerking zoolang voort te zetten,
als zij zonder aanzienlijke schending der
bladeren kan verricht worden.
Het kan ook al eens gebeuren dat de
grond door zware stortregens vast toege-
houwland.
baar was.
Hoor de vooruitstekende klip beschermd, had het
dorpje Quarne met zijne kleine haven, waar een twin,
tigtal vischschuiten voor anker lagen, weinig van den
storm tc lijden, al deed het onstuimige water de
scheepjes rijzen en dalen, al perste cn wrong soms
do wind dc dunne wanden tegen elkander met onheil
spellend geknars en gekraak.
Hen weinig westwaarts lag het havenstadje Gunnila.
maar dc huizen en dc scheepsmasten werden nu door
het rondspattende schuim onzichtbaar gemaakt Geen
wonder, want zelfs dc hooge vuurtoren, die eene
mijl van het strand lag. op den zoogenaamdan Zwar
ten Kam, eene vooruitstekende rots, kwam slechts
van tijd tot tijd voor een oogenblik uit den witten
nevel te voorschijn.
Het was een stormachtige namiddag, cn naar alle
waarschijnlijkheid zou er een stormachtige nacht op
volgen.
Slechts weinige menschen hadden zich buitenshuis
gewaagd, en deze stonden voor het mccrcndeel boven
op den bazaltmuur, waar, door eenige witte huisjes
omringd, dc herberg In de drie Haringen gelegen was.
Het schenen een paar sterke vissehers cn een strand-
opzichtcr In zijn de eerste zagen cr uit als wande
lende stokvisschcn. die in het water gelegen hadden
de leste in zija pak van geolied linnen had meer van
cene schildpad. Zij liepen met hunne verrekijkers
onder d
i arm en schijnen het diuk te hebben met hel oor, z>jt gij hel Ik dacht
te doen.
Iets verder westerlijk, op een punt waar dc golven
het strand zoo hevig beukten, dat het scheen of zij
alles tot gruis wilden verpletteren, stond eene lange
gestalte ook in ccncn frak van geolied linnen, onafge
wend voor zich uit tc staren in de richting van den
Zwarten Kam. Vechtend tegen den harden wind,
behoedzaam van den eenen rotsblok op den anderen
klauterend, dan eens rustig voortgaand in weerwil van
het opvliegende schuim, dan weer eenen sprong wa
gende, om aan eenen snel naderenden golf te ontko
men, werd een tweeden persoor zichtbaar, die blijk
baar zijnen weg zocht naar hel puut waar dc eerste
nog altijd stond.
Zelfs bij kalm weer was het geen gemakkelijk w
langs deze rotsen te k auteren maar nu, terwijl de
weg slibberig was door hel natte zeewier, wa
niet enkel een moeilijke, maar een gevaarlijke tocht,
vooral omdat er ieder oogenblik kans bcstond.dat cene
grnotc golf den stouten klautcraar meesleepte in hare
vaart.
In weerwil van dit alles had dc gedaante nu het
bczwaarlijkstc deel van den weg gelukkig achter zicb,
cn vijf minuten later had het eenigzins veiliger stand
punt op dc groote rots bereikt.
De eerste persoon keerde zich langzaam om, slak
de andere rjjne bruine, van zeewater druipende hand
1 toe, en irok hem zou naar boven.
Zoo, Sa ui, riep de lestaangckomene den anderen ia
il het onze zeeraaf
smakt ligt, of door cene hevige droogte
korstig is geworden in beide gevallen is
eene losmaking van allereerste noodzake
lijkheid. Ten anderen is het klaar bewezen
dat eeno ophakking den grond vochtig
houdt, en derwijze een krachtig middel
uitmaakt, om de diepe uitdroging tegen
te werken,iets wat in dit droge jaargetijde
vooral van groot belang is. Natuurlijk
veroorzaken deze herbaalde bewerkingen
nog al wat uitgaven, maar er valt niet te
twijfelen dat deze laatste overal, vooral
in do kleigronden ruimschoots door
grootere en betere opbrengsten zullen
vergoed worden. Zooals reeds hooger
gezegd werd moet de eerste opbraking
ondieper zijn dan de volgende daarbij
zal men die bewerking in kleigronden
dieper verrichten dan in zandige bodems.
In een vorig schrijven werd vermeld
dat dit jaar, de inplanting op groote
schaal, zal moeten gedaan worden. Spy tig
dat de landbouwers met dat vooruitzicht
in hunnen hof niet een klein zaaibed aan
leggen,waar zij zoo vroeg mogelijk zaaien.
Derwijze zouden zij plan'en bekomen
welke meer ontwikkeld zijn dan die van
den beetenakker, en na de tijdelijke ver-
achtering, door de herplanting veroor
zaakt, toch nog met deze laatste gelijk
zouden kunnen opgroeien. Hier en daar
ontmoet men landbouwers, die hunne
beeten aanaarden en beweren dat zulks
cene winstgevende bewerking is. Dat is
heel mogelijk vooral in de zandachtige
gronden, maar naar alle waarschijnlijk
heid zal zulks in kleingronden eerder na-
dan voordeelig wezen. Niets belet dat de
landbouwer dit punt door persoonlijke
proeven trachte tc onderzoeken.
Het is door talrijke proeven afdoende
bewezen, dat het ontbladeren der voeder-
beeten niet doelmatig is,maar de opbreng
sten vermindert en de voederwaarde der
beetwortels doet dalen in grootere mate
dan de afgetrokkene bladeren voeder-
waarde kunnen aanbieden. Inderdaad, de
scheikundige ontleding der bladeren toont
ons, dat deze min droge stof bevatten dan
de wortels en dus ook min voedzaam zijn.
Wolff, geleerde Duitsche scheikundige,
schat hunne voederwaarde op 55 centie
men en die der wortelen op 92 centiemen.
Daar de bladeren een weinig afdrijvend
zijn zouden zij nogtans met voordeel
gedurende eenige dagen aan de dieren
kunnen gegeven worden. Door hunnen
bijzonderen rijkdom aan minerale stoffen
hebben ij diensvolgens eene zekere bemes-
tingswaarde.
Om tot de ontbladering terug te komen
dient er gezegd te worden, dat liet aller
belangrijkst is te welen, waar de beet do
voedende stoffen vormt, waarmede zij
zich opbouwt, flewel, de vorming dier
organieke deelen, en vooral van de suiker,
grijpt plaats in de bladeren, en die ge
vormde stollen zijn des te aanzienlijker,
naarmate de oppervlakte der bladoren
grooter is. Daaruit kan men licht besluiten
dat de ontbladering op de ontwikkeling
der beet nadeelig inwerkt, en zich een
gedacht vormen van de schaa, dat het te
vroeg en te overvloedig wegnemen der
beetcnbladercn.aan eenen beetenophrengst
onvermijdelijk moet toebrengen.
Wanneer de beetenbladeren hunne groene
tint beginnen te verliezen en een geel
achtig uitzicht krijgen, is hunne rol in
de voortbrenging van organieke stoffen
bijna gansch voltrokken. Daarom mag
men ze dan ongestraft van de wortelkraag
wegnemen on ze in dc veevocdering aan
wendon. Gansch groene, bladeren staan
onder betrek van voederwaarde verre
beneden gras en klaver zij zijn, zooals
men reeds weet, ook rijk aan minerale
zelfstandigheden, die bij de overvloedige
toediening brand en doorgang bij de
dieren verwekken. De zwijnen nogtans
schijnen er zeer goed mede in hunnen
schik.
Veevoeder.
Voederplanten. Ter gelegenheid
van de aanhoudende droogte van dit jaar,
heeft M. Proost, algemeeno opziener van
den landbouw, de Staatslandbouwkun-
digen verzocht de aandacht der landbou
wers te trekken op do voederplanten die
zij kunnen kweeken om, voor zooveel het
mogelijk is,in dc schaarschheid van voeder
te voorzien.
De bijzonderste planten tot dewelke
men zijne toevlucht kan nemen.zijn onder
andere de volgende de peerdentand, de
witte mostaard, de reuzenspeurrie, de
tat taarsche boekweit, de behaarde vits.
1Peerdentand. Vele landbouwers
planten jaarlijks peerdentand, cn hebben
het groot voordeel van deze teelt kunnen
ondervinden. Peerdentand vraagt evenals
de voederbeetcn, eenen wel gevetten
grond, indien men er eene overvloedige
opbrengst wil van bekomen. Peerdentand
verschaft een voortreffelijk voeder voor
de melkkoeien, maar moot afgedaan wor
den, vóór dal de au wen zich beginnen te
vormen, zoo niet worden de stammen te
hard on 't voeder wordt niet meer met
smaak door de dieren opgenomen. Peer
dentand kan goed bewaard worden door
inlcgging of inkuiling. (De landbouwers
kunnen kosteloos oen klein schrift beko-
mon.over de inkuiling van groenvoedcr»,
mits de aanvraag te doen aan M.Bauwens,
Staatslandbouwkundige to Brugge.)
2. Witte mostaard. De witte mos
taard mag gezaaid worden gedurende heel
den zomer men zaait 15 tot 20 kilos per
hectare. Witte mostaard is eene plant die
gewillig groeit in meest alle gronden hij
mag afgemaaid worden na tijdverloop van
6 weken daar hij aan de dieren moet
gegeven worden van zoodra hij in de
bloem komt, is het noodig de zaaiingen
op vcrschilligo tijdstippen te doen.
3. Tartaarsche boekweit. Do tar-
taarsche boekweit groeit nog gewilliger
in arme gronden dan de gewone boek
weit. Men zaait 70 kilos per hectare.
4. Reuzenspeurrie. De reuzen
speurrie vraagt betere grond dan dc ge
wone speurrie. De reuzenspeurrie, even
was, die op den viscli stond te loeren
Wat zijt ge toch een onverbeterlijke wa ighals,
meneer Robliet duurt zoo lang tot gij op eenen
goeden dag door cene golf weggeslagen wordt en zoo
dood als een pier op het strand komt liggen
Nu, ik doe toch niets meer dan gij. Sarn, zegde
dc klautcraar, terwijl hij zijne oogen droog wreef en
hel water uit zijnen zwaren bruinen baard drukte.
Den ik dun ook over die hoeken en punten ge
klommen vroeg de andere barsch Heb ik niet be
hoorlijk het rntspad gevolgd
All right Dat zal ik strak ook doen, oude jon
gen. Het zal slobberen van nachtGij zult wel blij
zijn, dal het uwe beurt is om aan wal te blijven.
Neen dat ben ik niet
Die oude vuurtoren kon toch wel eens weggesla
gen worden.
De vuurtoren weggeslagen riep dc oudere ver.
ontweerdigd. Wat is dat voor onzin, M. Rob? Die is
tegen iederen storm bestand cn weet gij waarom
Omdat hij op eene rots gebouwd is
All right, Sam, dan is hij veilig. Maar zeg, ik d;-clit
wezenlijk dal gij de zeeraaf waart
StilKlap niet zoo hard, jongen
Anders kunt gij mij immers niet verstaan en ik...
Boem I Boem
Aan een donker gevaarte gelijk,' vertoonde zich
achter den nevel plotseling cene buitengewoon hooge
golfpijlsnel naderde zij, maar brak tegen de ro!s
üe witte vlokken spatten over de twee mannen been
en het schuimende water rees zöii hoog, dat zij cr een
oogenblik tot aan hunne knieëen instonden.
Dat was geene gekheid. Sam schreeuwde de
lestaangekomene zijn gezel loc. Wacht maar, straks
zal het nog wel anders toegaan.
Ja, jongen, dat denk ik ook, zegde de anJere,
wiens verweerd gezicht van het zeewater blonk maar
luister eens, geen scheldnamen gaven verheeld u dut
hij het eens hoorde
Kom Wie zou er in zulk een weer kunnen ver
staan wat ik zeg En ai hoorde hij het, wal was het
dan nog
-Wat was het dan nog? Wal was hel dan nog
zegde de man met het gebronsd gelaat, terwijl hij cene
van zijne hrcede, sterke handen op den schouder van
zijnen makker legde en met zijne lippen diens oor
bijna raakte. Ja, jongen, wie zal dat zeggen ik Ik....
Pas op, Sam, daar komt weer eene golfriep de
toegesprokene cn wees naar een tweeden waterberg,
die hen kwam aanrollen.
All right! was het antwoord, zij zal wel breken!
De man van ondervinding had goed gezien. De ge
weldige massa brak, cn hoewel hel water van de
olietrakken droop, raakte dc terugvallende golf ter
tauwernood de voeten der twee mannen,
Spreek op nu wat had gij daar willen zeggen 1
vroeg de Jongste, toen de storm voor een oogenblik
scheen te b»daivn. Hij nam zijne glimmende klak af,
schudde cr het nat uil eu sire. k met de hand langs
het hoogc voorboold, waaronder twee donkere oogcu
schitterden.
Wat ik zeggen wilde, jongen zegde de andere
met eenen bewoudcrendcn blik op zijnen gezel, alleen
dit als ik M. Morgan belecdigd had, dan zou ik een
postje zien te krijgen hij eenen van de andere vuur
torens,
Dwaasheid
-Ja, gij kunt hel dwaasheid, noemen, jongeu, om
dat gij een lieer zijl cn dus misschien minder gevaar
looptmaar oen arme kerel zooals ik zou cr slecht aan
toe zijn, indien hij hem belecdigd had. Het is maar
heter op goeden voel met hem te staan en den mond
te houden.
Zooals iedereen hier doetLaffe pluimstrijkers
zijn het, dc ccnc zoo goed als dc andere schreeuw do
de jonge man.
Ik begrijp wel zoo half wat gij bedoelt, M. Huh
maar één ding .weet ik zeker, eit dat is dat wc van
avond hoos weer krijgen. Als ik u eenen raad mag
geven, moest gij hier van d.ian gaan.
Ik zal gaan zoodra gij gaat. Sam Combe, gaf de
jonge man ten antwoord.Hebt gij nog niet lang genoeg
gekeken.
Een oogenblik nog jongen, oen oogenblik nog.
liet begint al donker tc worden cn ik moet eens zien
of mijne twee makkers ginder liet licht wel goed aan
steken. De lucht is zoo verschrikkelijk dikhol zal
vroeg nacht zijn denk ik,
(Worth voortgezet.).