DE ZEERAAF,
NIEUWS- EN AANXONOIGINGSBLAD VAN DE STAD EN T ARRONDISSEMENT AALST.
Herziening.
De doodstraf.
Donderdag 27 Juli 1895.
10 centiemen per nummer.
ATle Jaar. N° 2795.
abonnementprijs
advertentievprus
Personeele belasting.
LANDBOUW.
Een en ander.
DE DENDERBODE.
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagleekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 frank 's jaars
fr. 3,25 voor zes maanden fr. 1,75 voor drij maanden, voorop te betalen
De inschrijving eindigt met 31 December.
De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van
den schuldenaar
Men schrijft in bij C VAN DE PUTTE-GOOSSENS, korte-Zoutstraat,
N. 31, en in alle Postkantoren des lands.
Per drukregel, Gewone 15 centiemen
Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op
3. bladzijde 50 centiemen. - Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord.' - Niet opgenomen bandschriften worden met teruggestuurd. -
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen en
dijnsdag en vrijdag avond. - Voor de advertentiên n.t vreemde landen
zich uitsluitend te wenden tol de Agencie Havas, te Brussel,32, Magdalena
Straat en te Parijs, 8 Beursplaats. (Paris, 8 Place de la Bourse.
Cuique suum.
Aalst, 556 -luli 1893.
De Volkskamer heeft dijnsdag de be
raadslaging over de herziening der Grond
wet hernomen.
Het voorstel van den heer A. Visart de
Bocarmé betrekkelijk het art. 53 wordt
mits eene wijzing, op nieuw onderzocht.
Het luidt als volgt
Art. 53. De Senaat is samengesteld
1° Uit leden verkozen, naar gelang
der bevolking van iedere provincie, inge
volge artikel 47 niettemin mag de wet
eischen dat de kiezers ten volle 30 jaar
oud zijn. De bepalingen van artikel 48
zijn toepasselijk op de verkiezing dier
senatoren;
2° Uit leden verkozen door de provin
ciale raden, ten getale van twee per pro
vincie tellende min dan 500,000 inwoners;
van 3 per provincie tellende van 500,000
tot één millioen inwoners, en van vier per
provincie tellende meer dan één millioen
inwoners.
De woorden in cursief duiden de wijzi
ging aan.
Het eerste gedeelte wordt aangenomen
met 121 stemmen tegen 8.
De wijziging luidende Niettemin
mag de wet eischen dat de kiezers ten
volle 30 jaar oud zijn wordt gestemd
met 107 stemmen tegen 22 en 1 onthou
ding.
Het tweede gedeelte wordt gestemd met
100 stemmen tegen 30.
De heer Begerem stelt voor te bepalen
dat de stemming der provinciale raads
leden zal verplichtend wezen. Verworpen
met 07 stemmen tegen 56 en 1 onthou
ding.
Het art. 53 in zijn geheel werd aange
nomen mei 106 stemmen tegen 26.
Na het wetsontwerp nopens het verbod
van invoer van vreemd koperen geld ge
stemd te hebben met eenparigheid der
124 aanwezige leden, wordt de beraad-
ging over de herziening hernomen.
Art. 54. De heeren A. Visart en de
Smet de Naeyer, bieden den volgenden
tekst aan
Om voor den Senaat verkiesbaar te
zijn moet men
1° Belg zijn van geboorte of de groote
naturalisatie verkregen hebben
2° Zijne politieke en burgerlijke rech
ten genieten
3° Zijn wettig woonverblijf in België
hebben
4° Ten minste 40 jaar oud zijn
5° In België ten minste 1,500 frank
rechtslreeksche belastingen betalen, pa
tenten inbegrepen
Of hetzij eigenaar, hetzij vruchtge
bruiker zijn van onroerende goederen m
België gelegen, wier kadastraal inkomen
ten°minste 15,000 frank bedraagt.
In de provinciën waar 't getal dezer
verkiesbaren niet de verhouding van 1 op
5,000 inwoners bereikt, wordt het aange
vuld door de hoogst aangeslagenen der
provincie, tot beloop dier verhouding. Dc
op de aanvullende lijst gebrachte burgers
zijn maar verkiesbaar in de provincie
waar zij hun wettig woonverblijl hebben.
De senatoren, door de .provinciale
raadsleden verkozen, zijn ontslagen van
alle voorwaarden van cijns ze mogen
niet behooren tot den provincialen raad
die ze verkiest, noch deel uitgemaakt heb
ben van die vergadering gedurende de
twee jaar die het jaar van de verkiezing
voorafgaan.
Op voorstel van den lieer Janson legt
men vooreerst in stemming het laatste
paragraaf 't welk aangenomen wordt met
105 stemmen tegen 2 en 6 onthoudingen.
Heden woensdag voortzetting der be
raadslaging.
De herziening mag dus, wat de Volks
kamer betreft, als geëindigd aanschouwd
worden
72 fr in de Kern. van min dan 3000 inw
G6 fr - - 3000 tol 20,000
190 fr - - 20,000 tot 40,000
144 fr' - 40,000 tol 100,000
17j fr' van 100,000 of meer
inwoners.
De ontslaging wordt niet verleend
A .Aan de werklieden die een deel
hunner woning verhuren of afstaan,
hetzij aan meer dan eenen medegebruiker,
hetzij er eenigen verkoop of handel in
uitoefenen
B. Aan de werklieden die, voor
eigene rekening, het zij incer dan 50
aren, hetzij meer dan 100 aren bebouwen,
volgens dat er, onder de perceelen, be
halve den hof, zijn of niet zijn, waarvan
het belastbaar inkomen 50 fr. per hectare
overtreft.
Ontslaging der Werkmanswo
ningen.
Het Staatsblad van vrijdag deelde den
franscheu tekst meê der wet betrekkelijk
de ontslaging der werkmanswoningen van
de personeele belasting.
Art. 1 dezer wet bepaalt, als volgt
Zijn ontslagen van de personeele be
lasting volgens de huurwaarde, de deu
ren en vensters en het mobilier en van
alle dergelijke provinciale- of gemeente
belasting, de werklieden of tot werken
onbekwame gewezen werklieden welke,
gcene eigenaars zijnde van andere
onroerende goederen dan hetgeen zij be
wonen of bebouwen, hetzij in eigendom,
hetzij in huur van den niet bewonenden
verhuurder, eene woning gebruiken
waarvan het belastbaar inkomen met
hooger is dan
Het verveerlijk toenemen van allerhan
de moorden doet soms aan menige vrede
lievende lieden, en hun getal is aanzien
lijk, de afschaffing van de doodstraf be
treuren. Inderdaad sedert liet doodvonnis
niet meer uitgevoerd wordl, schijnt de
schrik van moorden bedrijven teeneinaal
verdwenen, en geen dag om zoo te zeg
den vliegt voorbij zonder dat een nieuw
schelmstuk in het register der moorden
aangestipt wordt. Zeker is het dat de ge
ringe Straf, in vergelijking van de bedre
ven misdaad, de booswichten niet meer
verveerdt, maar ze soms aanspoort tot de
eene of andere bloedige wraakneming.
De doodstraf is onherstelbaar, in geval
van dwaling.
Die opwerping schijnt doorslaande en
onweerlegbaar. Doch. is de dwangarbeid
of de eenvoudige gevangzitting herstel
baar wanneer gezwoornen en rechters,
bedrogen door den schijn, bedrogen door
het vermoeden, bedrogen door de getui
genissen, ze tegen eenen onschuldigen
hebben doen uitvoeren? Kan men hem de
jaren teruggeven welke hij in het rasp
huis of in een cellengevang heeft doorge
bracht? Indien de geleden onrechtvaardig
heid de wraakzucht heeft opgewekt, het
geweten versmacht, en het eergevoel ge
doofd, wie zal dit eergevoel in hem kun
nen doen herleven Indien het hartzeer
zijne geestesvermogens en zijne gezond
heid ondermijnd heeft, zal men hem ze
kunnen doen terugvinden
Maar, zegt men, wat is het verstand,
de gezondheid verliezen, wat is het eer
gevoel uitdooven, in vergelijking by het
levensbehoud
Ha indien het bestaan van eenen on
schuldigen van zulke groote waarde is,
van waar komt het dan dat het zoo
weinig waarde heeft wanneer het, ius-
schen twee staten, de nietigste kwestie
van grondgebied, van onathankelijkheiu,
of van teérgevocligheid geldt
Indien men eischt dat mijne oogen
vochtig worden bij de gedachte aan eenen
onplichtige ter dood veroordeeld door
rechters, toch niet onfaalbaar omdat zij
niet kunnen afgesteld worden, dat men
dan toelate dat mijne oogen alle hunne
tranen, buiten eene, gestort hebben dij
het geheugen aan al die dappere en kloeke
zonen welke de gedwongene inlijving elk
jaar aan hunne ouders, aan hun dorp,
aan hunnen stiel ontrukt om, in geval
van oorlog door de kogels en de mitraule
te worden weggemaaid, of, gelijk bij
onze zuiderburen, bij gebrek aan oorlog
door de landziekte, en bij gebrek aan
mitraille door den buikloop te worden
neergeveld.
Is een menschenleven onschendbaar,
dat het dan zij onder alle opzichten, en
dat men er niet aanrake onder welke
reden, onder welken naam ook
Ten ware de rekenkunde valsch zij,een
zal altijd minder tellen dan duizend. Dat
men eens optelle, sedert het begin onzer
eeuw, van den eenen kant de onpheku-
gen ter dood veroordeeld,van den anderen
kant de soldaten die bezweken zijn in
Europa, en dat men zegge of het geta.
onschuldig veroordeelden twintig bereikt,
en dat der soldaten opgeofferd aan ae
barbaarschheid die men glorie noemt,
niet millioenen bedraagt? Otndtit hij
dapper gevallen is op een slagveld, ot
verre van den heerd op het bed van een
krijgshospitaal uitgegaan is, heeft daarom
de moeder min haren zoon, de zuster ram
eenen broeder, de verloofde min haren
bruidegom verloren?....
Hoe velen zijn er niet van die men-
schenminnaars uit liefhebberij, welke
jammeren overhet vergoten moordenaars-
bloed, en tot den oorlog stoken en in
bewondering staan voor de aanzienlijke
menschenlioopen in de oorlogen van be
schaafde volkeren opeengestapeld
Het leven van misdadigers is heilig, de
wetgever mag het niet aanraken, maar
tiij heeft het recht vredelievende kriste
nen, onder doodsbedreiging, te dwingen
zich onderling te verscheuren zonder te
weten waarom
't Is wreed, 't is uitzinnig, on 't is toch
z00. {Gazet van Diest.)
De laatste berichten uit verschillende
landen van Europa wegens het beetwor
telgewas, luiden als volgt
In Duitschland is gedurende de laatste
acht dagen wel regen gevallen, doch in
't geheel nog niet voldoende, en verlangt
men naar meer doordringenden regen,
om nog een middelmatig beetegewas te
krijgen.
Ook in Oostenrijk zijn in den loop der
laatste dagen eenige regenbuien gevallen,
doch ze waren onvoldoende.
In Frankrijk is nog al veel regen
gevallen, en de beeten hebben er redelijke
vordering gedaan. Men verwacht echter
eenen kleinen oogst in dit land, daar er
te veel open vlakken op de velden werden
aangetroffen.
Uit Rusland zijn geene berichten ont
vangen.
Veevoeder. Er wordt gemeld dat er
hooi zal aangevoerd worden uitdeArgen-
tijnsche republiek, de Vereenigde Staten
en Italië. Het is echter te weten of dat
hooi niet zoo duur zal zijn dat men goed-
kooper graan zal kunnen koopen.
De koning en de heen
Becrnaert. Men zegt dat de
koning sterk aandringt bij den heer Beer-
naert, opdat hij zou afzien van zijn voor
nemen, het bewind te verlaten.
»)Z(«-
8C Vervolg.
Hier «as een uitstekende platte steen, waarop Mor
gan het kistje nederzette, terwijl hij nog ecu voet ot
tien hooger klom. tot aan den top van den waterval.
Daar gekomen, zette hij ronder een oeger.hlik Ie aar
zelen zijn breekijzer tussihen eenige groote rotsblok
ken, en omdat zij onder het water lagen. w,.s liet hem
mogelijk ze een voor een van hunne plaats te schui
ven, naar den anderen kant van den stroom.
Hiermee gtrecd zijnde, legde hij zijn breekijzer op
den grond en klom weer naar beneden. Nu bleek het,
wat zijne bedoeling geweest was met den geheimzm-
nigen arbeid do stroom was van richting veranderd
het water viel slechts aan eene zijde naar beneden, en
aan den anderen kant was eene vrij groote opening
zichtbaar geworden, waardoor Morgan, na eerst het
kistje van do rots genomen te hebben, met het meeste
gemak naar binnen stapte.
Het was donker daarbinnen maar zijne oogen
waren aan de duisternis gewend, en zonder zich'aan
de verspreid liggende steenen te stooten, bereikte hij
eene diep# holte in de rots, die waarschijnlijk haar
ontstaan te danken had aan dezelfde aardbeving,waar
door de geheele kloof gevormd was.
Het was er vochtig, en zijn voetstap galmde hol
door het gewelf, maar men kon zich geen veiliger
bewaarplaats denken voor allerlei schatten, die den
bezitter misschien in ongelegenheid zouden kunnen
h engen, indien de kustwachter hel bestaan er van
vermoeden mocht.
Daarenboven bad Morgan zelf deze grot ontdekt,
geen sterveling kende het geheim, en de gierigaard
bracht er alles henen, wat hij liever niet in zijn huis
wilde bewaren.
Eene geschikte plaats voor bel kistje was spoedig
gevonden nu keerde hij terug naar het punt waar hij
zijn breekijzer had laten liggen, schoor en stiet de
steenen op hunne vroegere plaats, totdat de stroom
zijnen gewonen loop weer vervolgde, en liet ncder-
stortende water, als eene zilveren gordijn, zijne
schatten voor ieders oog verborg, nu zeiïs terwijl het
leeg w is. Werd dc strnnin feller, dan was het bijna
niet mogelijk hel hol te bereiken, en soms moest dc
eigenaar zich weken achtereen van het gezicht zijner
spenen.
Des te beter, mompelde Morgan,
spotzieken lach. Het zou al een slimme kerel moeten
zijn, die er dc lucht van kreeg en dan nog zou hij mij
moeten bespieden, om den ingang te kunnen vinden
Eenigszins angstig zag hij om en begon toen wet
te lachen.
Geen sterveling kan mij hier zien, zegde hij half
luid. Het zijn zeker diamanten, en dan ben ik rijk
schatrijk
7,00 sprekend begon hij naar beneden te klauteren
Alles voor u, kleine Gillian, alles voor u
Kom Wat doet het er toe, waar ik het gevonden heb?
Hij was toch half dood. Waarom zou ik al die schat-
ten aan den staat geven, terwijl ik mijne sehoone
Gillian er meè opsieren kan Hei
Hij deed dien uitroep onwillekeurig, want met aj
zijne veerdigheid was hij nu toch In groot gevaar ge
raakt. Zijn voet schoof uit op eenen natten, nu t mos
begroeiden steen, en alleen dc vlugheid, wuarmeêhij
zijn breekijzer in eene voeg tusschen de rotsen dreer,
bewaarde hem van eenen val van ruim zestig voet
Zondagruut. De heer 1
lecq, bestuurder der koolmijnen van Sa-
cré-Madame te Dampremy, heeft aan
eenen dagbladschrijver het volgende ver
klaard
Een rustdag op zeven is onmisbaar.Het
is redelijk dat die rustdag de zondag zij.
Het werk van dien dag brengt geene
winst op aan de koolmijnen.
Het is nochtans noodig de herstellin
gen aan de machienen en aan de putten
te doen, opdat alles zich in orde zou be
vinden, om den maandag morgend het
werk te hernemen.
Droogte. Volgens de heer Pe
terman, de bekwame bestuurder der land-
bouwstatie van Gembloux, hebben de
akkers welke met stalmest gemest wer
den veel beter weerstaan aan de droogte
dan deze welke enkel scheikundige vetten
hadden gekregen.
hoog in den bruisenden stroom.
Als ik er nu eens ingevallen ware mompelde
hij, terwijl hij zonder verdere ongevallen naar bene
den klauterde. Daar gekomen, wisebte hij nog iets
anders dan het vocht van den waterval van zijn voor
hoofd. en liet zich op eene bank onder ecu groep
boomen ncórvalk-n, nadat hij frak en zuidwester op
den grond had geworpen.
'1 Zou een akelig einde zijn, fluisterde hij met
eenen grijnslach veel akeliger, dan daar ginds aan
het strand te verdrinken. Maar wij zullen er wel op
passen, kleine Gillian Om uwentwil zal ik goed voor
Morgan Preiss zorgen, nnjne prinsesEn de schatten,
die ik heb, zullen niet verloren gaan. Alles is voor u
voor u en voor mij 1
Daar rees het beeld van de vrouw, die hij beminde,
voor zijn geestesoog op en bet w as hem, alsof hij weer
den glimlach zag. waarmee zij Robert Fleming had
aangestaard..
Gekheid wat ben ik toch een droomer 1 mompelde
hij. Neen, zij behoort mij toe Niets dan dc dood kan
mij van haar scheiden, en voorlopig heb ik nog geen
plan om te sterven. Neen, M. Fleming, plaats voor
laken doe ik niet
Komaan, man, laat nu dat verdroogde gras ge
mst, en luister naar mij zoo sprak Preiss.
Dat verdroogde gras, mijnheer Preiss 1 gaf God
frey Dane met gefronst gelaat ten antwoord, terwijl
hij. over zijn herbarium heen, eenen blik sloeg op
zijnen bezoeker, die van zijnen stoel opgesprongen
was en nu met groote stappen door de zitkamer op en
néér begon te loopen.
Ja, menheer, dat verdroogde gras zeg ik Of is
dat dan belangrijker in uw oog, dan het feit, dat ik
met u. eenen man die niets in de wereld bezit, kom
spreken over de plaatsing van uwe dochter Of is dat
uwe aandacht niet wet-rd 1
Mijne aandacht niet weerd Eilaas, ja mijnheer
Preiss
Eilaas, ja riep Morgan met minachting. Ik kan
zoo iets niet uitslaan 1 Indien gij in uwen hof gingt
werken en zorgdet voor kool en aardappels, om u
..inters voorden hongerdood te bewaren, dan zou
ik achting voor u hebben maar dat ecu man, die zich
nog wel op eene geleerde opvoeding vcrhoovccrdigi,
zijnen tijd met dergelijke beuzelarijen doorbrengt,
toch al te erg!
De toegesprokenc, «en vriendelijk en goedaardig
man w iens bijna vrouwelijk gezicht eene treffende
gelijkenis vertoonde met Oat van Gillian, reeds met
veerdigheid op en zegde ernstig
Matig u geen oordeel aan over iels, dat gij niet
begrijpt, mijnheer Het geringste planlje, is in zijne
samenstelling een wonder van schoonheid. Het is he1
werk van Hem, die ook ons geschapen heeft...
Ik ben hier gekomen, mijnheer...
Jawel, jawel! zegde de predikant, terwijl een
licht rood zijne wangen kleurde. Wat zou er van mij
geworden zijn zonder mijne belangstelling in deze
studie, terwijl ik hier in dit afgelegen visschersdorp
mijn leven heb moeten doorbrengen, van mijne vrouw
berooid, gebukt onder het leed dat mijn zoon mij be
rokkende, en nu reeds 'jaren lang vervolgd door de
gedachte aan dc zonde, waartoe gij mij hebt verleid,
en die sedert als een middel schijnt te willen gebrui
ken 0111 mij geheel in uwe macht te krijgen
Zonde Zijt gij dwaas. Dane Kom, wees een
man, en geen belachelijk oud wijf! riep Morgan.Want
dat zijt gij, wanneer gij zoo spreekt. Zonde Gekheid
Gij zijt bij mij gekomen bij mij. den armen slok
ker, die .bier in het dora een stukje brood trachtte h
verdienen, cn door vlijt en zuinigheid een sommeke
had overgespaard. Gij zijt bij mij gekomen, zeg ik,
omdat ik de eenige verstandige man was onder al die
domme ganzen hieren gij hebt mij verteld hoe het
met u geschapen stond, hoe gij alles had weggegeven
om de schulden van uwen ondengendeu zoon te beta
len cn nu zou hij ten slotte toch om zijne schulden
van de academie gejaagd worden en die gedachto
maakte u half zinneloos, en
Ja, ja. zegde de predikant weemoedig. Dat is zoo.
Nu, en heb ik u toen niet geholpen om uwe vijf
zinnen bij elkander te houden Heb ik u toen niet
aangetoond hoe gij alles betalen en uwen zoon goed
uitgerust buitenslands zenden kondt, om zijn fortuin
te maken, wat hij nu zeker wel gedaan zal hebben
zegde Morgan lachend.
ja. ja. zegde de predikant,die met saamgeklerade
handen voor hem stond, ik heb alles gedaan wat gij
mij aanraaddet.
En u zeiven vrijgemaakt
Neen, hernam dc andere, met eenigen schijn van
geestkracht, ik heb mijzelven eenen last van onge
rechtigheid opgelegd, waaronder ik bijnabezwjjk
Dwaasheid
En mijzelven in uwe macht gegeven, in de macht
va» een wreed en onmeédoogend man, die mij niet
loslaat. Morgan Preiss, toen ik in mijne redeloosheid
aan uwe woorden gehoor gaf, heb ik mij tot uwen
slaaf gemaakt
Zeg toch zulke waartaai niet, Godfrey Dane? Ik
ben een altedaagsch mensch, die mijzelven gemaakt
heb tot wat ik ben, en van al die fijngevoeligheden heb
ik geen verstand Ik kom hier voor zaken.
Zaken
Ja: voor de belangrijkste zaak van mijn leven.
Ziet gij dan niet, man, dat de jaren voorbij snellen, en
dat het eindelijk tijd wordt den oogst binnen te baten,
waarop ik zoo lang heb gewacht
(Wordt voortgezet..)