D,E ZEERAAF.
NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAO VAN DE STAD EN 7 ARRONDISSEMENT AALST.
Gaat tot hen.
Donderdag 17 Augusti 1895. 10 centiemen per nummer.
47ste Jaar, N° 2801.
Politiek overzicht.
Een en ander.
DE DENDERBODE.
ABONNEMENTPRWS
Dit blad verschijnt den Woensdag en Zaterdag van iedere week, onder
dagteekening van den volgenden dag. De prijs ervan is 6 Irank 's jaars
fr. 3 23 voor zes maandenfr. 1,73 voor drij maanden, voorop te betalen
De inschrijving eindigt met 31 December.
De onkosten der kwitantiën door de Post ontvangen, zijn ten laste van
den schuldenaar
Men schrijft in bij C. VAK DE PDTTE-GOOSSENS, Korte-Zoutstraat,
N. 31 en in alle Postkantoren des lands.
ADVERTENTIËNPRIJS
Per drukregel, Gewone 13 centiemen Reklamen fr. 1,00 Vonnissen op
3* bladzijde 50 centiemen. Dikwijls te herhalen bekendmakingen bij
accoord. Niet opgenomen handschriften worden met teruggestuurd.
Heeren notarissen moeten hunne inzendingen doen, uiterlijk tegen den
dijnsdag en vrijdag avond. Voor de advertentiën uit vreemde landen
zich uitsluitend te wenden tot de Agencie Havas, te Brussel,32, Magdalena
Straat en te Parijs, 8 Beursplaats. (Paris, 8 Place de la Bourse.
Guique suum.
AnlHt, 16 Augusti 1893.
Indië. Dc godsdicnstoproeren te
jj nbay. Het zijn waarlijk ernstige
j ngen, die üitEngelsch Indië toekomen
u wij denken deze breedvoerig te moeten
i. lichten.
engevolge van den haat, ontstaan tus-
selion Hindoes en Muzelmans, naar aan-
i;ng van de laatste onlusten in het
ighar district, ontstonden vrijdag tus-
- i 'ndeze twee secten hevige vechtpar-
r, in verschillige wijken der stad Bom-
1 en voornamelijk nabij de Jumma
Miisjeed of de groote moskee.
De botsing ontstond in de volgende om
standigheden vrijdag viel de biddag der
Muzelmannen samen met de Divasra,
feestdag der Hindoes, welke volgens ge
woonte met een helsch lawijd dit feest
vierden rond hunne tempels.
De Mahomedanen kloegen dat dees on
ophoudelijk gerucht hunne devotie stoorde
en na hun morgendgebed in de Jumma
Musjeed, stormden 2000 Muzelmannen uit
hunne moskee naar den nabijzijnden Hin-
doeschen tempel, schreeuwende Din
Din! hunnen oorlogskreet wanneer zij
vechten tegen volkeren van een ander
geloof.
De policie, welke de bittere gevoelens
kende die de Muzelmannen tegen de Hin
does koesteren, was op de uitbarsting
voorbereid. Zij stond nabij den tempel en
sloeg den aanval van de Mahomedanen af
na een verwoed gevecht.
Ondertusschen brak ook de oproer uit
in den Bhendy Bazaar,te Pydhounie, eene
voorstad van Bombay, alwaar talrijke
gewonden naar het hospitaal moesten
vervoerd worden.
De tramwagens in verschillige declen
der stad werden aangevallen en de perso
nen, die er in zaten,met steenen verjaagd;
zoowel Europeanen als Hindoes werden
mishandeld.
Zoo stonden de zaken vrijdag zaterdag
geleek het stadsgedeelte van Bombay,
waar de inboorlingen wonen, op eene
doode stad. Iedere winkel was gesloten
en op de straten zag men geen stervende
ziel. In de groote centrums stonden de
troepen geschaard en de vrijwillige artil
lerie en ruiterij waren opgeroepen,terwijl
batterijen geschut de straten der inland-
sche wijk beheerscliten.
Niettegenstaande dit duurden de onlus
ten voort en naar men zaterdag avond uit
Bombay seinde verergerde de toestand
van uur tot uur. Alle geregelde troepen en
de vrijwilligers waren wel op de been,
maar bij de uitgestrektheid van het too-
neel der troebelen en hunnen al ernstiger
wordenden aard, was deze macht nog on
voldoende.
Er had te Chinch pooly een verwoed ge
vecht plaats, waarin 8 dooden gevallen
zijn en een honderdtal gewonden waren.
Ook op andere plaatsen was het tot bot
singen gekomen. I)e troepen hebben eene
charge uitgevoerd en vuur gegeven de
oproerlingen hebben aanmerkelijke ver
liezen geleden. Er zijn 200 personen in
hechtenis genomen.
Lord Harris, de gouverneur van Bom
bay, wordt verwacht.
De Hindoesche werklieden hebben het
werk gestaakt om beter te kunnen vech
ten tegen de Mahomedanen. voor welke
zij geduchte tegenstrevers zijn.
Bombay, 14 aug.
De onlusten duurden voort in een groot
deel der stad, gedurende den nacht van
zondag tot maandag.
Er zijn tot hiertoe !'50 dooden en een
overgroot aantal gekwetsten. De gasthui
zen zijn er vol van.
Meer dan 1200 personen zijn aange
houden.
De oproerlingen vallen zelts de lijkstoe
ten aan.
Talrijke militaire hulptroepen zijn aan
gekomen.
De koningin heeft een brief van deelne
ming aan den gouverneur gezonden.
Ongeveer 50,000 Hindoesche werklie
den zijn in werkstaking.
De nieuwe kieswet heeft niet alleen een
heele om wen teling veroorzaakt in de poli-
j liek, maar zal ook nog onvermijdelijk
haren invloed hebben op de onderlinge
levenswijze der maatschappij.
Wij waren niet voor eene herziening
onzer grondwet.
Wij wisten dat de liberalen toen zij de
herziening voorstelden geen ander doel
hadden dan te visschen in troebel water,
dan, bij eene ontbinding der kamers, eene
kans te vinden om nog eens terug aan het
roer te geraken.
Wij verklaarden toen reeds, dat eens
de herziening gestemd, de liberalen alles
in het werk zouden stellen om de voor
stellen der katholieken tegen te werken,
en het herzieningswerk stokken in de
wielen te steken. Het voorspelde is thans
een feit.
Nu echter, dat de herziening gestemd
en gedeeltelijk reeds afgewerkt is, nu aan
de zoo belangrijke werkende klas eene
aanzienlijke plaats in het politiek leven
is gegeven, juichen wij de verandering
toe.
Maar tevens, roepen wij luid Gij allen
die u bezig houdt, met het welzijn der
maatschappij, gij die u met de Staats
belangen wilt bemoeien, gij rijken die er
zoo veel belang bij hebt het recht van
eigendom te blijven zien eerbiedigen, gij,
katholieken, voor wie de bloei van uwen
ienst, voor wie de verheerlijking
van Christus op aarde het opperste ver
langen is, aan het werk thans.
De minderen hebben nu ook, wij willen
niet zeggen kiesrecht, maar kiesplicht. Zij
de nog oningewijden in het politiek leven
en in de ware belangen der Maatschappij,
hebben thans ook uitspraak te doen in de
vertegenwoordiging van het land.
Gaat tot hen. Zegt hun,wat hun plicht
is. Overtuigt hen door uw woord. Trekt
hen tot u door uwe zelfopoffering voor
hun welzijn.
Daarom zult gij nieuwe sociale werken
in het leven roepen, nieuwe kringen
inrichten, waar gij gezellig met uwe min
deren zult verkeeren, waar uwe fami
lies ook met de nederige families van den
werkman zullen kunnen omgang hebben.
Schrikt niet af door vooroordeelen,
die hoe langer hoe meer tot den ouden tijd
geraken.
Ja, in die vergaderingen zullen uwe
dames, uwe dochters, misschien al een
hard woord hooren, waaraan hare ooren
niet gewend waren maar wat zou dat
Zij zullen er ook de menschen leeren
kennen, niet zoo als zij meenen in hare
gemaakte wereld dat de menschen zijn
moeten, maar zoo gelijk zij werkelijk
zijn.
Daar zal geene gedwongen taal, gelijk
aan die welke hare verpapegaaide tong,
door de genepen lippen heen, tot nu
hooren lieten omdat zij die bevallig waan
den, haar oor treilen, maar zij zullen de
ware mensclientaal hooren die uit het
hart komt, rechtzinnig, natuurlijk, men-
schelijk.
Van de twee zijden zal er winst zijn,
Langs de eene zijde zullen de zeden ver
zacht. de opvattingen verhevener worden;
van de andere zijde zal de gezochtheid
zachtjes aan plaats mogen maken voor het
natuurlijke.
Maar boven dit alles zal deze edele ge
dachte ovorheerschend zweven dat de
menschen, in welken stand ook God hen
heeft geplaatst, broeders zijn.
En uit die gedachte zal natuurlijker
wijze de wensch oprijzen, en met hem de
onderlinge pogingen, om de minderen,
»)X(«—
14e Vervolg.
IX.
Robert Fleming liep de galerij eens rond. nadat hij
zijn pak behoedzaam op den grond had gelegd maar
hij keek opzettelijk niet naar de zijde waar hij een
punlje van de aardige pastory zou hebben kunnen
zien, nit vrees, dat Morgan Preiss soms weer op loer
zou itaan.
Hij zou ook niet naar de steengroef, want hij had
zich vast voorgenomen zoo weinig mogelijk acht te
slaan op den eigenaar en diens doen en laten zich
dus vergenoegend met eenen vluehtigen blik op het
dorp, cn op dc haven met de voor anker liggende
scheepjes, en op zyne eigene woning, op de hoogte
aan den westelijken kant van het plaatsje, keerde hij
zich zeewaarts,cn leunde over de ijzeren borstwering,
waar hij het volle gezicht had op dc zwarte rotsen aan
den voet van den toren, die nu met de eb geheel boven
het water uitstaken.
Hoe ijselyk om hier af te vallen dacht hij
opeens, terwyl hem eene rilling door de leden voer
en het onaamgename gevoel van gedruktheid zich hoe
langer hoe meer van hem meester maakte. Als ik eens
mijn evenwicht verloor, cn zoo honderd vyftig voet
naar beneden viel op die scherpe rotsen, hoe zou ik
er dan wel uitzien
Hij rilde andermaal, weck onwillekeurig achteruit
eu ging zitten dat was veiliger, meende hij hij
moest eens duizelig worden of eensklaps de vreeselijke
aantrekkingskracht voelen, die, naar men zegt. men
schen soms naar den rand van eenen afgrond drijft,
waar de dood op hem loert...
Wat scheelt mij toch 1 riep hij opeens, nadat hij
een oogenbhk gezeten had. Ben ik een man Vroeger
was ik toch niet zoo lafhartig.
Hij sprong op cn wandelde eenige malen rondom
den lanleern dit deed hem goed, en andermaal stil
staande, vestigde hij zijne aandacht op de z
hetgeen daar te zien was. Bijzonder lang rustte zijn
blik op het groote, vreemde schip, dat meer en
naderde, gedreven door den sterken stroom, die langs
de kust liep.
Een enkel oogenblik kon hij zelfs de menschen op
het dek onderscheiden, maar spoedig werd alles wéér
onduidelijk het was alsof cr een sluier over het
schip lag, die van tijd tot tijd even weggeschoven cn
dan weer over alles heen geworpen werd de dichte
nevel kroop intusschen al verder cn verder voort,
alsof hij ook den stroom volgde, die hem landwaarts
dreef.
De duisternis begon te vallen terwijl Robert Fle
ming zich in mijmeringen verdiepte en zich alles voor
den geest riep, wat in verband met zijne ongelukkige
liefde,reeds was voorgevallen meer dan eens betrap
te hij zichzelven op den wensch naar het toovermiddel,
waarvan oude sprookjes weten te verhalen het
geheimzinnige toovermiddel, dat de macht heeft,zijnen
bezitter onzichtbaar le maken. Dan zou hij Morgan
I Preiss kunnen bespieden cn zijne plannen doen mis
lukken. Dan zou hy ook den predikant kunnen door-
om de lijdenden te verheffen en te helpen.
Eene betere, eene meer algemeene ge
lukkige maatschappij zal met die geza-
menlijke werking te voorschijn treden,
en de maatschappelijke omwenteling,
waarmeê het socialismus dreigt en die
aan het menschdom slechts moord en
puinen, bloed en tranen schenken kan,
zal niet langer, als een zwaard van
Damoclès.de samenleving boven het hoofd
hangen.
Daarom, gij allen die meer meent te
zijn in de maatschappij dan die u om
geven, gaat tot de minderen, gaat tot de
werkers
En gij, werklieden, aanhoort niet de
taal van lien die u thans willen afzon
deren, van degenen die, of door hun werk,
of door den wil der Voorzienigheid meer
zijn in de maatschappij dan gij.
Zij die aldus 'handelen doen slecht
werk, onchristelijk werk.
Zij brengen slechts verbittering in de
gemoederen en vermogen het niet uwen
stand te verbeteren.
Zij verblinden door onmogelijke stel
sels, door overdreven eischen die eerst en
vooral den werkman onheil zullen berok
kenen.
Rechtvaardigheid en liefdadigheid,
deze twee woorden omvatten heel de
encycliek van Z. H. onzen grooten Paus,
den beschermer van eigendom en werk
man.
De vijandschap maakt den mensch
blind voor de juiste begrippen van recht
vaardigheid. en de liefdadigheid troont
ook daar waar de onderlinge vriendelijk
heid bestaat. Gazette van Diesl
Kolen. Tengevolge de werk
staking van de Engelsche mijnwerkers,
blijven de prijzen vast. In vele koolmijnen
begint men weer zes dagen te werken in
plaats van vijf
Indien de werkstaking der Engelschen
voortduurt, denkt men binnen vier of
vijf weken do loonen te kunnen ver-
hoogen.
Men heeft weinig hoop, kolen naar
Engeland te kannen uitvoeren, daar de
kolenvoorraad overgroot is doch men
hoopt toch de levering te herwinnen op
de markten van Gem, Brugge en Oostende
waar de Engelsche kolen erge concur-
rencie doen aan de inlandsche.
En 'tis in die omstandigheden dat de
kopstukken der socialisten zich verbonden
hebben onze mijnwerkers de werkstaking
aan te raden
gronden en de aanleiding ontdekken tot den raadsel-
achtigen band, die tusschen bcm en Morgan scheen
te bestaan.
Allengs namen zijne gedachten eene minder ver
geeflijke richting. Vrouwen waren lichtzinnig en ijdel
dikwijls niet te vertrouwen. Hij geloofde dat Gillian
hem lief had en alleen door plichtgevoel weerhouden
werd het hem te bekennen maar locb, hoe goec
het hem doen, haar te kunnen bespieden en beproe-
te zien of het haar ernst was met bare liefde,
dan of zy bezwijken zou voor de verzoeking. Want
Morgan l'rciss was rijk, schatrijk zelfs, dat wist men
genoeg.
Wat moei ik toch een laaghartig, verachtelijk,
koudbloedig wezen zijn, riep hij ten slotte toornig uit.
Ik dacht dat ik flinker en trouwer was... Mijne eerste
verontschuldiging is, dat ik mij van avond zoo zonder,
ling gestemd gevoel.
Weer leunde zij over de borstwering cn keek
den zacht pokenden nevel, naar bet dorp en zijne
woning. Alles zag er vreedzaam uit in het dommelige
schemerlicht, en eensklaps kwam de gedachte in
op als ik dat alles eens nooit weerzag als mijne
gedruktheid eens de voorbode ware van ccne gevaar
lijke ziekte, van den dood misschien als mij eens hel
eene of andere ongeluk overkwam...
Hij vcrzellc zich tegen dit denkbeeld zooveel hij
kon maar het scheen alsof er gevaar in de lucht zat,
cn zijne zenuwachtigheid nam hoe langer hoe meer
toe, in weerwil van zyne pogingen, om haar va
af te schudden, zoo zelfs, dat hij, toen zich plotseling
dicht achter hem een voetstap deed hooren en eene
grove slem riep 't Is tijd I opsprong alsof het ge-
vreesde onheil gekomen ware.
De mist omringde nu ook den toren, en toen de
Kardinaal Ledockowiky.
Die prelaat, nu kardinaal, die in den
tijd door Bismarck werd verjaagd, zal op
einde der volgende maand in Duitschland
terugkomen en zich eenigen tijd te Ber
lijn en in Polen ophouden. Dat zijne
Eminencie zulks kan doen, alhoewel de
vonnissen uit den tijd van de kerkvervol
ging nog niet vetjaard zijn, bewijst de
juistheid van wat er indertijd werd ver
meld, dat keizer Wilhelm, tijdens zijn
laatste bezoek te Rome, den kardinaal
zelfheeft uitgenoodigd en van alle nog
blijvende veroordeelingen heeft ontheven.
Als prelekt der Propagande, heeft de kar
dinaal de Duitsche missiën groote diensten
bewezen. Sedert 1876, is hij niet meer in
zijn vaderland geweest, waar hij van
1874 tot 1876 gekerkerd zat.
Keizer Wilhelm zelf, heeft dan wel
klaarlijk, de snoodheid van een dergelijk
gevangenschap ingezien, door hem de ge-
denkweerdige woorden toe te sturen
Niet waar, Eminencie, al het verleden
is vergeten
Vooruitgang. De hospitalen
van Parijs zijn verwereldlijkt, 't is te
zeggen, dal men de zusters er uit verdre
ven heeft, om ze door wereldlijke zieken
dienaars endiensters te vervangen.
Doch het hospitaal is nu ook verpest
er zijn zoodanig veel wandluizen, dat de
zieken geenen oogenblik gerust gelaten
worden. Ook zijn er veel verpleegden, die
liever het hospitaal zouden verlaten, dan
in zulke voorwaarden verzorgd tc worden.
Loltomotlel. Bij de vervaar
diging van eenen lokomotief moeten niet
minder dan ,5416 stukken in elkander ge
zet worden en hierbi-j is evenveel nauw
keurigheid noodig als bij de samenstelling
van een uurwerk.
Zonderlinge straf.Diefstal
door mannen wordt te Manipocr gestraft
met gcescling en gevangenschap. Vrou
wen, die zich aan diefstal schuldig maken,
wordt het hoofd kaal geschoren, waarna
zij gedwongen worden de markt te be
zoeken om hunne schande te toonen.
Edison heeft, voor eigen gebruik,
eene phonograafklok gemaakt, die de
uren noemt, zooals ëen uur,twee uur enz.
's Morgens om zes ure wekt de klok hem
met een sta op vriend, aan het werk
Mocht het gebeuren dat de groote man
zich niet stoort aan deze oproeping
dan roept de klok na een half uur met
stentorstem Luiaard, alweer een half
uur van uw kostbaar leven verloren.
Nieuwe uitvinding.Zekere
heer Cartel-Beel een Amerikaan voor
zeker heeft nu uitgevonden, hemden
lamp ontstoken was cn de eene wiek na de andere
begon te branden, bleek het hoe weinig hel licht in
staat was den dichten nevel te doordringen. Robert
Fleming voelde dus zijne zwaarmoedigheid weer als
weggevaagd, door de hoop op het welslagen zijner
proefneming.
Een dikke mist, M. Rob. zegde Sam, ecnigzins
mocielijk sprekend en met een eigenaardig lachje,
hetgeen Fleming echter niet opmerkte, omdat hij
druk bezig was met het uitpakken van zijn toestel.
Zorg nu dat gy niets beschadigt, jongen, want dan
zou ik in ongelegenheid komen, zegde de torenwach-
En ik weet te goed hoe u dal spijten zou gi;
zoudt het u zeiven nooit vergeven, indien ik afgezet
werd, omdat ik u hier heb toegelaten.
Wees maar niet bang, Sam, gaf Fleming opge
ruimd ten antwoord. Het ergste wat ik doen zal, is
maken dat de lamp helderder licht geeft, cn d
men u niet kwalijk nemen.
Jawel, M. Rob. Nu. bet is noodig, van avond,
want dc misl is zoo dik als een wollen deken. Zie zoo»
al de wieken branden, en ik ga naar beneden. Hebt
gij mij noodig, dan moet gij maar roepen.
Hoe laat is het, Sam.
Omstreeks acht uren, M. Rob dc maan komt
eerst tegen middernacht. Gij zult het hier niet lang
kunnen uithouden gij weet niet hoe warm het wordt
by de lamp.
Zoo sprekend, ging Sam naar beneden en verdween
door het luik, als de duivel in eene pantomine. Een
oogenblik later was Robert Fleming alleen, en nu
begou liü de lyst, die de prisma's bijeenhield, aan de
lamp vast (c maken.
Dit kosste meer tijd dan hij verwacht had, want hij
moest zijn toestel meer dan eens verschuiven, voordat
hij het juiste brandpunt gevonden had. Hoewel hy
zijne sombere voorgevoelens bijna geheel vergeten had
onder dezen moeilijken, ingespannen arbeid, schrikte
hij toch twee- driemaal op en maakte eene beweging
alsof hy eenen slag wilde ontwyken.
Want, opziende, ontwaarde hy plotseling eene
zwarte gedaante, die zich over hem heenboog alsof zy
hem ter neir wilde werpen en hoewel hij lachte,
toen hij zag dal het de zwarte schaduw was van zijn
eigen lichaam, die door het schelle licht op den muur
werd afgetcekend, was hy toch zoo zenuwachtig ge
worden dat hij telkens rilde en de onaangename
gewaarwordingen maar niet tc boven kon komen.
Het zal ongeveer tien ure geweest zijn voor hy met
zijn werk gereed was, en toen eerst begon bet hem te
verwonderen, dat Sam Combe of zyn ondergeschikte
in het geheel met boven was geweest, om naar bet
licht te zien hij had zich altijd verbeeld dat dit gedu
rig geschiedde.Maar het brandde goed en hij verheugde
zich over hun wegblyven, omdat hij veel beter alleen
werken kon.
Het lukt, zegde hij, toen by zag hoe de schitte
rende prisma's het licht als op een punt vereenigden
en in eenen breeden stralenglans naar buiten wierpen.
Nu naar dc galerij. Het moet eene verbetering zijn,
wanneer alles eens behoorlijk is ingericht, maar
wacht eens, zoo, nu ga ik eens buiten zien.
Hij verliet de lanteern en betrad de galery, waar
hy met welgevallen de frische nachtlucht inademde
bij merkte dal de mist nog dikker was geworden en
dat dc stralen van de lomp als op een wolk schenen
en een lichtenden kring vormden rondom den toren.
(Wordt voortgezet.)